IBIS SUM „ARNHEM" LEVENS- M (VERZEKERING MAATSCHAPPIJ D'ONDERDAG 21 MAART 1935 hïsrceM*S AGBCAD "6 t&i (k-s-cUeiden lid dei familie. door TJEBBO FRANKEN. V. Crocus, Woem van Aurora, die bij de oude Grieken reeds de brengster waart, van het geluk .en de vreugde, crocus, waarom zi.it ge toch zoó bescheiden? Waarom verheft gij u niet op een sierlijken stengel hoog boven het loof uit, trotsch op dat roemrijk verleden, toen gij daar bloeidet op de heuvels en ber gen, in de zonnige dalen, van het oude Hel las? Gii hebt zelfs geen stengel! Welk een eenvoud! Heeft de schaduw der goddelijke tempels u te gelijk niet wat koelte de wijsheid ge bracht, de wijsheid, die werd samengevat in de schoone woorden: „Ken u zeiven". Ja, inderdaad, gij hebt u zelve altijd ge kend, gij. die ook naar men zegt, geboortig zijt uit het land der hoogste bergen, uit Zwitserland, waar de reuzen der Alpen een pels van eeuwige sneeuw dragen. Ook daar hebt gij uw plaats geweten, gelijk gij die vondt in de Oudheid. En bij ons in de lage landen? Och, al even zoo. Want al hebben de bekwame kweekers uw gewaad zoo menigmaal verwisseld in kleur en en vorm, al hebben zij u tot een wonderlijke weelde van cultuur gebracht, ja u zelfs met beroemde namen gevleid, gij zijt uw natuur getrouw gebleven. Wat noch de vereering der Grieken, noch de macht der bergen vermocht, gelukte evenmin aan den listigen kweeker, die met de meest verfijnde middelen werkte, Bescheiden waart ge, bescheiden zijt ge gebleven, gij liefelijke crocus, en terecht. Want het is schoon de wijsheid der zelfken nis te bewaren ook al wordt men vergeleken bij Sir Walter Scott, bij Sir John Franklin, bij den Mont-Blanc, aan welk voet men eens te droomen stond van het naderende voorjaar. Zoo bloeit gij dan in onze tuinen als de lente nog in aantocht is, gij staat daar weg gedoken in het gras tegelijk met uw jeugdigen vriend, het sneeuwklokje, gij vormt er teza men een sprookjesgroep van sneeuwwit met de dwergen. Ja, want kabouters zijt ge tegen over die narcissen en hyacinten en tulpen, die straks stuischer en trotsoher zullen zijn. Neen, niet in uw grootte, evenmin in uw geu righeid schuilt uw schoonheid, maar wel m uw vorm en kleur. Gij, crocus, die als een fijngeslepen glaaske in het vroege voorjaars- lich te fonkelen staat in 't wit, in 't geel, in blauw en purper. Ja, waarlijk, wit kunt gij zijn als die Mont- Blanc en geel als een Saksische kanarie, blauw als een oud-Delftsch pulletje, purper, gelijk een koningsmantel. Neen, maar zoo is het niet, gij bescheiden crocus, gij hebt recht op schoonere vergelijking, wit zijt ge als het zui verste damast, geel als het glanzend koper bij den Hollandschen haard, blauw als een meer in de bergen, purper als een hemel bij zonsondergang. Crocus, ik schaam me, wat praat ik van bergen en meren, van koper en kanaries, van koningsgewaad en avondzon, gij zijt immers wit als de haren mijner grootmoeder, die u zoo liefhad en koesterde voor het venster, en geel zijt ge, ach! als het Paasohlammetje van grasboter, en blauw, ja vooral blauw zijt ge als die oogen, die hemelschee oogen, van haar, die ik niet noemen zal, want zij is bescheiden als gij en haar wangen zouden zich kleuren met een purper gelijk het uwe. Wat weef ik ijdele woorden om uw eenvoud, Crocus, gij die Queen of the Blues en Queen of the Whites zijt, gij die Xerxes, Pallas en Rembrandt zijt. Goudlakensch, Zilverla- kensch en Velvet, gij la Majestuese en 1' In nocence, gij Grootvorst, Mikado en nog veel meer. Genoeg, niet waar?, van schoone namen die u prijzen, Wat schuilt ge nog weg in dien kleinen bol.. Kom in het licht en verheug onze dagen, breng ons het geluk en de vreugde die ons even lief zijn, als aan de oude Grieken en laat u door ons verzorgen tot een juweel in ons huis tot 'n droom van kleurige gedachten in onzen hof. Maar hoe moeten wij u behandelen? De heeren van Zwanenburg leeren het ons. Zij zeggen woordelijk in hun korte handleiding tot het kweeken van de verschillende bol- en knolgewassen en vaste planten het volgende: Voor cultuur in den vollen grond kan men er op de perken fraaie groepen mede vor men, waartoe croeussen zich door hun com- pacten groei en groote mildbloeiend'heid bij zonder leenen. Planttijd zeer vroeg in het najaar; in den winter .behoeven ze slechts weinig bedekking. Bij voorkeur groeit crocus in vrij zwaren. doch goed losgemaakten grond; lichte zandgrond, die spoedig aan de oppervlakte uitdroogt, en warm wordt, geeft wei eens aanleiding dat de bollen ziek worden en niet opkomen. Op zulke gronden moeten de bollen een paar c.M. dieper worden geplant. Versc'he meststoffen kunnen zij volstrekt niet verdragen. Van crocus heeft men voor den tuin 100 a 125 stuks per vierk. meter noodig en men plant ze 5 a 6 c.M. diep. De croeussen zijn ook zeer geschikt om hier en daar aan groep jes in het gras te worden geplant en kunnen daar jaren lang vast blijven staan, men zij indachtig met 't maaien van 't gras vooral 't crocusloof niet af te snijden, omdat de knollen dan hoe langer hoe meer achteruit gaan en niet bloeien. Voor potcultuur worden de knollen vroeg '(uiterlijk begin October) dicht bijeen in pot ten, ondiepe schotels of pannen gezet, gevuld met gewonen tuingrond of wit zand (onge veer 2 1/2 a 3 c.M. diep planten) en eenvoudig buiten, op een verloren hoekje van den tuin of beter nog in den kouden bak ingegraven. Men laat ze daar staan tot dat de spruiten minstens 7 a 8 c.M. lang zijn geworden (bij vorst wordt de plaats in den vollen grond, waar de potten staan door het bedekken met riet, stroo of blad ontdooid gehouden, opdat (men de potten te allen tijde bereiken kan) en brengt de potten, die men voortdurend matig vochtig heeft gehouden (wanneer men de potten in den vollen grond heeft ingegraven is begieten natuurlijk overbodig), in een koude, doch vorstvrije kamer, zoo dicht mo gelijk bij het lichi waar de knollen al spoe dig bloemknoppen zullen schieten en de mooie bloemen zich zullen ontplooien. Ook kunnen croeussen, indien men over geen tuin te beschikken heeft, geheel binnenshuis in bloei worden gebracht; de knollen worden daartoe eveneens vroeg opgepot en eenvou dig in een koele donkere kast of in den kelder gezet; (vooral niet vergeten af en toe te begie ten!) van waar zij niet vóórdat de spruiten ieen lengte van minstens 7a" verkregen, in 't licht mogen worden ge bracht als boven omschreven. Om met croeussen voor potcultuur succes te hebben, moeten de bollen vroeg worden ge plant. Croeussen kunnen volstrekt geen droge kachelwarmte verdragen; men dient er dus wel om te denken ze in 't voorjaar in een wel zonnige, doch vooral koele kamer te houden, waar het den knollen nooit aan vocht ontbre ken mag. Dikwijls voorkomende klachten, dat de Cro- cusknollen wel overvloedig loof maken, doch dat de knoppen, half ontwikkeld verdrogen, zijn niet een gevolg van kleine of ondeugde lijke bóllen, zooals door sommigen wordt ver ondersteld. doch zonder uitzondering het re sultaat van verkeerde behandeling. Zot zoover de Zwanenburgsche handlei ding. Gij zult ongetwijfeld croeussen gaan kweeken, want, niet waar?, de bescheiden heid is ih onze maatschappij toch waarlijk te zeldzaam, dan dat men niet van de gelegen heid zou willen gebruik maken haar in schoonheid en liefelijkheid voor zich te zien. Jammer genoeg, zult gij denken, is mij dit geluk alleen in het vroegste voorjaar gegund. Bescheidenheid dringt zich niet op. zij komt even om den hoek kijken en verdwijnt weer, wellicht nauwelijks opgemerkt door ons men- schen, die voort moeten, altijd maar voort, beladen met zorgen, over de aarde, over de zee, en door de lucht met snelheid van moto ren. Zoo gaan wij dan door de lente, den zo mer, den herfst en den winter, dus van de geboorte tot den dood en wij zien veel wat ons verheugt, of bedroeft, in onze rijke afwis selende wereld. Maar veel was aan ons voorbij gegaan, on opgemerkt, al verdiende het ook onze volle belangstelling, onze vriendschap, ja, meer dan dat: onze liefde. En ziet, hoe wijs is toch die crocus in haar eejivoud. Nog eenmaal in het jaar laat die kleine bloem zich weer bewon deren, heel even maar, want menigmaal is het klimaat haar te machtig, verkleumt ze van de koude. Toch ziet ze dikwijls kans ons een afscheidsgroet te brengen in den herfst. Gij hebt het al begrepen: er zijn ook soor ten, die in het najaar bloeien, zij zijn af komstig uit verre en warme landen, zij zijn wellicht een vreugde geweest voor de harem vrouwen in Turkije, zij hebben gebloeid in de schaduw van moskeeën en minaretten aan de noordkust van Afrika, zij waren wellicht het geluk van menigen Italiaan, die haar op de borst droeg en er een vurig lied bij zong, of wel, zij lieten haar bloemenbe'kers vullen met den gouden wijn der warme zon van Zuid- Europa, of zij kleurden zich met het purper van den gloeienden drank uit Portugal, zelfs met het zwoele purper, dat paars blauw en rood tegelijk is, dat als het bloed is van den zieltogenden stier, het stollende bloed, dat kleeft aan het lemmet van den overwinnenden toreador. Zoo stamt gij dan, herfstorocus, uit Spanje en Portugal, uit Midden en Klein-Azië, uit Turkije, uit Zuid-Europa en Noord-Afrika en al draagt ge nu de bijzondere namen van sativus, speciosuse pulchellus, medius en zo- natus, gij blijft toch een bescheiden lid der bollenfamilie, maar niet zoo bescheiden, of gij zijt wel slim tegelijk. Ja, gij herfstbloeiende crocus, gij laat eerst uw schoone bloem zien en dan het loof. De zonnige dagen in den herfst zijn immers snel voorbijDus eerst de bloem, eerst de schoonheid, want er is haast bij, zoo bescheiden zijt ge toch niet, gij wilt gezien worden en bewonderd. Vóórdat de whiter komt, wilt gij ons nog een kortswijl verheugen met uw gamma van wit, blauw, paars, purper en violet, heel even daarin gestrooid een stipske van zwart, geel en oranje, dat de kopjes der meeldraden kleurt. Ja, oranje, saffraan, als gij sativus heet, dat was eenmaal de verleiding voor ons men sehen. Wij arme, hunkerende kleurwelluste- lingen, wij hebben getracht het saffraan ui* uw hart te plukken, wij hebben dat- gedroogd en bewaard, om er later onze huizen mee te versieren, vooral om er onze gordijnen zoo smakelijk roomkleurig mee te verven. Maar dat is alles lang voorbij, onze chemici vonden andere middelen, zij tooveren met aniline en zij laten u, crocus, zelfs als gij sativus heet, in rust en vrede bloeien. Ook gij herfstcrocussen, vraagt een nauwgezette verpleging, evenals uw familieleden in het voorjaar. Wat zeggen de heeren van Zwanenburg daarvan? Wel, letterlijk het volgende: De z.g. najaarscrocussen moeten, met het oog op den bloeitijd niet later dan uiterlijk September worden geplant. Ze kunnen ook jaren lang vast blijven staan en groeien zoo wel op zonnige als half beschaduwde plaat sen; ook voor de cultuur binnenshuis ver dienen zij warme aanbeveling en bloeien in een ibakje of schoteltje met wit zand gezet, binnen enkele weken na de plaatsing. Bestelt en plant men de najaarscrocussen wat laat, dan zijn zij meestal reeds uitgebloeid en het verdient dan aanbeveling de knollen onverwijld buiten te plaatsen. Crocus, bloem van Aurora, die niet alleen de kleur weergeeft van het vroegste morgenlicht als zoo straks de zon in het oosten zal op gaan en u omstralen met een gouden nimbus, maar die ook een der eerste teedere lentebo den zijt, zoowel als een der laatste najaars- bloemen, wij groeten u, wij leeken, die u zoo weinig kenden en wij zullen voortaan u meer en meer liefhebben in onzen tuin, zoowel als binnenskamers. Wij zullen u helpen, kleine crocus, die tot de familie der Irideeën be hoort, die uw schoonheid nog te veel verbergt. Ja, want gij zijt wit als een zwanedons, goud geel als een zonnevonk en gij toovert met uw violet en lila als een rijk juweel uit amethyst geslepen. Vermenigvuldigt u dan, bloeit wijd en zijd en laat u door de kweekers en hande laren tot ver over de wereld brengen. Be scheiden? Och crocus, die zoo wijs en schoon zijt, weet ge dan niet wat de Duitsche dichter zegt? Bescheidenheit ist eine Zier, Doch weiter kommt man o'hne ihr! PERSONALIA. De heer J. F. A. van Huet is benoemd Amsterdam aks agent van politie. VEREENIGING „HAERLEM". Plet bestuur van de Vereeniging „Haerlem" heeft leden met hun dames uitgenoodigd tot het bijwonen van een voordracht met licht beelden op Woensdagavond 27 Maart, in één der zalen van café-restaurant voorheen Gebr. Brinkmann, Groote Markt. Dan zal de heerA. A. Kok, architect te Amsterdam, behandelen het onderwerp: Het bewaren en herstellen c.M. hebbenvan oude bouwwerken. VQOB DE PUP ROOKT IBIS EN GÉÉN ANDERE SHAG (Adv. Ingez. Med.) Flora 1935 Heemstede. Schoolkinderen bewonderen eigen inzendingen. Zooals we aangekondigd hebben, is een ge zelschap Heemsteedsche schoolkinderen, wier zelf getrokken hyacinten een plaats gekregen hebben in het Bloemenpaleis, door het Uit voerend Comité van Flora op Woensdagmid dag 3 uur op de tentoonstelling ontvangen. De heer PI. J. Voors, secretaris van het Co mité, sprak de kinderen toe op het bordes van het bloemenpaleis en zei, dat de kinderen dezen winter vooral geduld hebben geleerd bij het opkweeken der planten, en voorts om van bloemen te houden. Een duidelijk merk bare vooruitgang is te bespeuren in het werk der leerlingen, die jaarlijks bollen krijgen om op te kweeken. Met een dankwoord aan de kinderen voor de betoonde moeite en gedulid en speciaal aan het bestuur der vereeniging St. Deus Dedit, die zich voor dit werk zoo zeer inspant, sloot de heer Voors. De heer J. C. Behage dankte namens de Vereeniging voor de vriendelijke ontvangst en zei, dat door het werk vakbekwaamheid, soortenkennis en liefde voor bloemen en plan ten bij de kinderen worden bevorderd, waar uit weer plichtsgevoel en liefde voor ieder een spruiten. Hij dankte den heer Voors voor zijn medewerking en adviezen en het Comité van Flora voor zijn bereidwilligheid. Plierna trokken de kinderen, wier aantal 130 bedroeg, door het Bloemenpaleis en het terrein, waarbij ze door het Comité op een versnapering werden onthaald. Steun aan tramwegen. Pleidooi voor handhaving van Staatssteun. Bij de N.V. Technische Boekhandel J. Walt- man Jr. te Delft is een brochure verschenen: ,-;Steun aan Tramwegen". Deze brochure is uitgegeven door de Ned. Vereen, voor Tram wegen en Autotransportdiensten. Het bestuur dier vereeniging zegt in een inleidend woord o.m.: „In haar meer dan vijftigjarig bestaan heeft de Nederlandsche Vereeniging voor Locaal- spoor- en Tramwegen thans Nederlandsche Vereeniging voor Tramwegen en Autotrans portdiensten geheeten het tot haar taak gerekend het openbare locale vervoer van per sonen en goederen te bevorderen. Tot nu toe geschiedde dat veelal in bescheiden samen werking met de autoriteiten van Staat, provin cies en gemeenten, zonder dat aan dit werk algemeene openbare bekendheid werd gege ven. De groote moeilijkheden en gevaren, waar aan de intercommunale tramwegen in de laatste jaren zijn blootgesteld, waardoor ook het publieke belang, dat ongetwijfeld aan een joed geordend openbaar locaal vervoer is ver jonden, wordt bedreigd, leggen onze vereeni ging den plicht op, de algemeene aandacht te vestigen op kwesties die dat openbare ver voer in groote mate beheerschen. Tot zoodanige zaken behoort ook de Staats steun aan tramwegen. Deze brochure geeft een historisch overzicht van dien Staatssteun en zet uiteen waarom de Staatssteun noodzakelijkerwijs moet ge handhaafd en welke basis voor het bepalen van dien steun kan worden gebezigd". Betoogd wordt verder, dat èn de billijkheid èn het belang van het land eischt, dat al thans voorloopig met den steun wordt voort gegaan. Daarbij zal voorop moeten staan, dat de steun zoodanig verleend wordt, dat de tram wegen, waarvan thans nog niet met volstrek te zekerheid gezegd kan worden, dat zij ook in de toekomst overbodig zullen zijn, in stand gehouden kunnen worden totdat omtrent een blijvend voortbestaan definitief beslist kan worden en zoodanig, dat de billijkheid betracht wordt. Men zal derhalve moeten komen tot een handhavingssubsidie, dat in de plaats treedt van het oorspronkelijke kolensubsidie, dat la ter in een personeellastensubsidie werd omge zet. Dat tijdelijk handhavingssubsidie zal kun nen worden bepaald naar het tekort dat de exploitatierekening van elk bedrijf aanwijst onder de volgende voorwaarden: de exploitatie-rekeningen worden opge maakt m overeenstemming met de met den Staat aangegane overeenkomsten. b. in deze exploitatie-rekeningen wordt een, zoo mogelijk in overleg met den Minister van Waterstaat te bepalen, lage obligatierente op genomen, c. in deze rekeningen worden geen afschrijvin gen of stortingen -in de v-ernieuwingsfond-sen opgenomen, doch slechts de bedragen, die voor de handhaving van het bedrijf volstrekt nood zakelijk waren voor vernieuwing of vervan ging van onmisbare bedrijfsmiddelen d. de overige exploitatie-uitgaven mogen niet hooger zijn dan het gemiddelde der over eenkomstige uitgaven in de drie laatst voor afgaande jaren, tenzij dwingende, door den Minister van Waterstaat als juist aanvaarde, redenen kunnen worden aangevoerd, waar door hoogere uitgaven werden veroorzaakt, de in totaal aan de maatschappijen uit te keeren handhavingssubsidies zullen niet hooger zijn dan het totaal van de in 1930 toe gewezen personeellastensubsidies. GEVONDEN DIEREN EN VOORWERPEN. Handschoenen en ceintuurs: Politiebureau. Smedestraat 9; zilveren armband, Stroosma, Padangstraat 17; wollen das, Plukker, Zijlweg 194; gewicht van 5 K.G.. Berkhout, Wagen makerslaan 4; honden: Kreule, Meidoorn plein 16. Van Zanten, Stoofsteeg 6 en Ver woerd, Harm-enjansstraat 26; loterijbriefje, Van Waard, Lotterstraat 20; kindermuts, Sweitzker, Borskistraat 5; portefeuille met boekje, Luijken, Eendrachtstraat 13; pakje ansichtkaarten, Bosveld, Zuiderstraat 11; portemonnaie met in-h., Handgraaff, Klaren- beekst-raat 57; portemonnaie, Geuskens, Van Oosten de Bruijnstraat 200; zilveren ramme laar, W. Groenev-eld, Kleverlaan 99; rijwiel, Meerveld, Lange Vlamingstraat 5; lakschoen tje, de Bruin, Nassaulaan; sleutel. Van B-eek, Kleverparkweg 11 rood; kettingslot van rijw., Brouwer, Soendastraat 6; vulpen in étui, Kat, Zomerlaan 17, Heemstede; vrijkaart Ned. Spoorwegen, Van de Mattum, Rijks- straatwee no. 42 rood. Handschoenen en ceintuurs: Politiebureau, Smedestraat 9. Autobus-abonnement: Hessel- man, Kloosterstraat 49rood. Abonnemept Ned. Spoorwegen; Reijer, Leeuwerikstraat 10. Da mes armbandhorloge: Hendriks, Brouwers plein 29r-ood. Drie muziekstukken: De Groote. Parklaan 60, Hoofddorp. Portemonnaie met rozenkrans: Van Bakel, Eendrachtstraat 4. Zwarte portemonnaie: Lasones, Westerstraat 51. Chauffeurspet: Drogtrop, De Clercqstraat 132. Padvindersriem: Opdam, Rijksstraatweg 24. Rozenkransen: Van Bakel, Eendrachtstraat 4; Jansbeek, Langendijkstraat 1 en Van Ger- wen, Bankastraat 14. Rijwielbel. plaatjes: v. d. Linden, Scheepmakersdijk 18; Jacobs, Linschotenstraat 40 en Vintgers, Eikenstr, 4-3. Regenjas: Betz, Teijlerstraat 36. Sleutel, Po litiebureau, Smedestraat 9. Kinderschoen: Visscher, Essenstraat 24H. Kindergummilaars: De Groot, Schotervoetpad 7. Teekening van een landhuis: Politiebureau. Smedestraat 9. Vrijkaart Ned. Spoorwegen: v. d. Mattum, Rijksstraatweg 42rd. Broodzak; Leipold, Oranjestraat 127^ BESPREKING VAN DE VOORSTELLEN BIJ DE PARTICULIERE MIJNEN. HEERLEN, 20 Maart (V.D.) Bij de R,K. MijnweTkersbond is een schrijven binnenge komen van den minister van waterstaat in houdende, dat het bestuur van den bond wordt uitgenoodigd naar Den Haag te komen om de voorstellen van de particuliere mijnen te bespreken. De datum voor deze besprekingen is nog niet vastgesteld. EIST DIT MERK OP DE ZELFKANT (Adv. Ingez. Med.) INGEZONDEN Voor den inhoud dezer rubriek stelt de Redactie zich niet verantwoordelijk. Van ingezonden stukken, geplaatst of niet geplaatst, wordt de kopij den inzender niet teruggegeven. Hoe moet het Ned. Elftal worden samengesteld? Geachte Redactie, Heel voetballievend Nederland volgt vol enthousiasme de verrichtingen van onze Oranjeploeg. Gaarne zien wij onze jongens mooi spelen, maar natuurlijk ook graag win. nen. De Technische Commissie van den K.N.V.B. stelt alles in het werk om het elftal zoo sterk mogelijk te maken, teneinde onze ploeg een goed figuur te laten slaan. Maar toch kunnen wij mijns inziens noit zeker zijn van oris elftal, omdat een ploeg bestaande uit goede spelers, nog lang geen ploeg is, waar in men de hechte eenheid vindt die bij voet bal nu eenmaal onmisbaar is. Om die een heid te krijgen is een langdurige oefentijd noodig, dien o-ns Ned. elftal niet heeft, of althans te weinig. Om spelers te oefenen, die steeds in hun eigen competitieploeg spelen, is zeer moeilijk, omdat zij daarin gewoonten aanleeren die men er niet gemakkelijk uit kan krijgen. Dus kunnen wij nooit op 'n goede combinatie van spelers rekenen, die niet in alle spel- onderdeelen aan elkaar gewend zijn. Om dit nu wel te krijgen, geef ik het volgende in overweging: De K.N.V.B. verzekert zich de medewerking van technische personen uit verschillende dis tricten. Die Technische Commissie kiest spe lers van 20—21 jaar (niet ouder) uit plaatse lijke vereenigingen, waaruit elftallen worden geformeerd. De gekozen elftallen spelen na afloop van de competitie wedstrijden onder toezicht van de plaatselijke Technische Com missie. Deze kiest daar één elftal uit. Dit moe ten alle aangewezen Commissies doen. Al deze gekozen elftallen spelen dan weer onder toe zicht van de Technische Commissie van den K.N.V.B., die op haar beurt ongeveer vijf elf tallen formeert. Nu deelt de K.N.V.B. deze elf tallen in de derde klasse in: zij spelen daarin buiten mededinging mede. Het tweede seizoen in de tweede en vervolgens in de eerste klasse van den K.N.V.B. Zij spelen mede in de kam pioenswedstrijden, zonder mededinging. Er moet voor gezorgd worden, dat elk elftal steeds met dezelfde spelers uitkomt en dat ze regel matig goed oefenen. Het elftal, dat in dezen oefentijd van drie jaar de beste resultaten bereikt, is het Nederlandsch elftal. Op die manier krijgen wij een elftal, en vier reserve-elftallen, die in alle onderdeelen goed geschoold zijn en die zich met alle buiten- landsche elftallen gerust kunnen ineten Waarom het zoo noodzakelijk is, dat een langdurige oefening noodig is om een elftal op het gewenschte peil te brengen? Ten eerste om aan de gewoonten van alle spelers gewend te raken en ten tweede om verschillende spel-methoden toe te kunnen passen. Zooals lang en open spel (het meest productieve); kort spel, driehoek-spel, goede balcontrole, enz. Een elftal moet op één wenk van den aanvoerder, als beide elftallen het open spel goed onder de knie hebben, plotse ling in kort spel overgaan. Dan zal het elftal met de beste balcontrole en de snelste bewe gingen zeker winnen. Ik hoop, dat dit een goede wenk mag zijn, en dat de alle vereenigingen mee zullen werken om dit eens te probeeren, Hoogachtend, A. SEGERIUS, Hof van Egmond 4 e. Een volle brievenbus. Herhaalde malen is het mij opgevallen, dat de brievenbus in de Frans Halsstraat, welke 's avonas om half elf wordt gelicht, zóó boor devol is, dat de brieven er gewoon in gedrukt moeten worden, willen ze er niet buiten steken. Zou liet niet mogelijk zijn, dat P.T.T. daar nog een bus voor reserve naast zet om de veiligheid der post beter te kunnen waarbor gen. De mogelijkheid bestaat nu, dat de brie ven er gewoon met de hand kunnen worden uitgehaald. Met dank voor de plaatsing Abonnee A. KEESING. V erkeersexamens. De vereeniging „Veilig verkeer" zal. zooals uit een ingezonden stukje in het nummer van 12 dezer blijkt, verkeersexamens houden, waaraan de schooljeugd kan deelnemen. Ge slaagde candidaten zullen een diploma ont vangen en, zoo de oproep van den secretaris der vereeniging succes heeft, bovendien een insigne. Een vereeniging als „Veilig verkeer" kan in onzen tijd met zijn diverse verkeers pro blemen nuttig werk doen. De vraag rijst ech ter, of de nieuwigheid der „Verkeersexamens" niet een beetje te erg den kant van de over drijving op gaat. Dat aan het verkeers vraagstuk in de klas aandacht wordt besteed is natuurlijk ge- wenscht, ja, noodig. Menig ongeluk zal voor komen kunnen worden, als de onderwijzer een paar lessen besteedt aan de gevaren van den weg. Of in onze dagen, die ons weer het beeld toonen van klassen met veertig a vijftig leer lingen, daartoe veel gelegenheid zal zijn is een vraag, die de leerkrachten moeten beant woorden en dan ook hier terloops gesteld wordt. Een andere vraag Is echter en ik meen, dat ook de ouders hier stem in het kapittel hebben of het v er keer svr a agstuk, hoe 'belangrijk op zichzelf overigens, nu wer kelijk moet worden opgeschroefd tot een exa menvak. Oordeel er niet te min over! Een leerling, die aan het examen deelneemt dient zich verdiept te hebben in een examenstof, die aanleiding geeft tot niet minder dan honderd drie vragen, die den leerkrachten ter behan deling zijn toegestuurd en waaronder er ver schillende zijn, die een vrij intensieve bestu deering der leerstof noodzakelijk maken. Men houde in het oog, dat de -examinantjes zesde-klasse leerlingen, dus kinderen van twaalf-dertien jaar zijn, die straks gesteld zullen worden voor vragen als deze: Waarom moet men bij een kruising ook let ten op het afbuigend verkeer? In welke wet zijn de verkeersvoorschriften vervat? Welk reglement is een uitvloeisel dezer wet? Wat voor teeke'ns kan een verkeersagent geven? In welke gevallen (het betreft hier en in de volgende vragen het autoverkeer) is het rij den op de linker weghelft verboden, ook bij inhalen? Wanneer mag men een tram linies inhalen? Welke organen van de auto moeten steeds in perfecte conditie zijn mét liet oog op veilig verkeer Welke verbodsborden zijn U bekend? Dit zijn enkele vragen van de meer dan honderd. Wie ze, zelfs als volwassene, behoor lijk kan beantwoorden verdient een insigne, zoogoed als de twaalfjarige. We laten nu vra gen van de listige soort als: Waarom is het gevaarlijk, uit een rijdende tram te stappen?, Mag een automobilist alcohol gebruiken? Is het verstandig om vlak achter een auto te rijden? e.d. nu maar daar. In ieder geval ver- eischt het aanstaand verkeersexamen van onze kinderen een speciale studie en dit zal menig ouder van het goede.teveel lijken, niet het minst hem die de eischen kent, welke het huiswerk tegenwoordig stelt. En men zegge niet: De deelneming is vrij!, Een diploma en een insigne verlokken al spoe dig en een zachte aandrang van verkeers- specialisten onder de onderwijzers we heb ben er enkelen in Haarlem kan almede aanmoedigen. Hun hobby zij hun vergeven, doch laten we de schooluren, die onze kinde ren zoo brood-noodig hebben, niet nog eens gaan belasten met opleidingen voor diploma's van deze soort. We moeten ten slotte ook iets aan de practijk overlaten! Met dank voor de plaatsing, EEN LID EENER OUDERCOMMISSIE. EEN POLIS DER 1 SCHEPT KAPITAAL VOOR MOEILIJKE TIJDEN Dir. Bijkantoor W. J. WIERSMA, Schotersinge! 129 (Adv. Ingez. Med.) AGENDA Heden: DONDERDAG 21 MAART Stadsschouwburg, Wilsonsplein: „De Fa kir" door het Nieuw Schouwtooneel. 8.15 uur. Gem. Concertzaal: Opvoering van de Matthaus Passion door de C. O. V. 7.45 uur. Ged. Oude Gracht 65: aandeelhoudersver gadering N.V. De Haarlemsche Hypotheek bank. 3 uur. Broederkerk, Parklaan: Rede Ds. A. M. Berkhoff. 8 uur, Gebouw Protestantenbond: Lezing Coué- stichting, 8.15 uur. Bakenessergracht 13: Rozekruisers Genoot schap. Lente Equinondienst. 10 uur nam. Rembrandt Theater: „Le Grand Jeu". Op het tooneel: Janson Jacobs Ballet. 2.30, 7 en 9.15 uur. Luxor Sound Theater: „Don Juan van Broadway". Doorloopende voorstelling van 7 uur af. Cinema Palace: „Circusclown". Op het too neel Margit en Fred, danspaar. 7 en 9.15 uur. Frans Hals Theater: „De familie van mijn vrouw". 2.30, 7 en 9.15 uur. Teyler's Museum, Spaarne 16. Geopend op werkdagen van 11—3 uur, behalve 's Maan dags, Toegang vrij. H e ejn stede: Bloemententoonstelling in Groenéndaal van 's morgens 9 tot 's avonds 12 uur. Zandvoort: Vergadering van den ge meenteraad, 7.30 uur. Lis se: Vergadering van den gemeenteraad 7.30 uur. VRIJDAG 22 MAART Groote Kerk: Orgelbespeling van 3 tot 4 U. Bioscopen: nieuw programma. Teyler's Museum, Spaarne 16. Geopend op werkdagen van 113 uur, behalve 's Maan dags. Toegang vrij. Heemstede: Bloemententoonstelling in Groenendaal van 's morgens 9 tot 's av nds 12 uur.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1935 | | pagina 10