Het aftreden van het Belgische kabinet. THIJS IJS EN DE BOOZE HEKS De Italiaansche en Fransche nota's. VRIJDAG 22 MAART 1935 4 BUITENLAND. Het Duitsche besluit kan niet als een voldongen feit aanvaard worden. Frankrijk protesteert tegen de „methoden die het Duitsche verzoening". Rijk plaatst tegenover de aanbiedingen tot HET BELANGRIJKSTE NIEUWS' Zooals wij gisteren hebben medegedeeld, heeft Donderdag te Berlijn de overhandi ging plaats gehad van de Fransche en Ita liaansche nota's inzake het Duitsche besluit tot wederinvoering van den algemeenen dienstplicht. Minister von Neurath wees beide protesten af, omdat de mogendheden hun in het verdrag van Versailles gegeven beloften niet zijn nagekomen. De door den Italiaanschen ambassadeur overhandigde nota heeft den volgenden tekst: „De rijkskanselier heeft op 16 Maart den Italiaanschen ambassadeur een op denzelden dag gepubliceerden wetstekst medegedeeld, op grond waarvan de Duitsche regeering in Duitschland den verplichten militairen dienst weer invoert en de vredessterkte van het Duitsche leger gebracht heeft op 36 divisies. Een week tevoren hadden de Duitsche auto riteiten officieel de instelling van een Duit sche militaire luchtvaart medegedeeld. De Italiaansche regeering heeft van de in deze aangelegenheid door de Briisehè en de Fransche regeering aan de Duitsche regeering gerichte nota's kennis genomen. De Italiaansche regeering kan niet vermij den te constateeren. dat zoowel in de te Rome op 7 Januari 1935 tusschen de Italiaansche en Fransche regeering gesloten overeenkom sten als ook in de op 3 Februari gepubliceer de slotmededeelingen over de te Londen door de Britsche en de Fransche regeering gevoerde besprekingen het essentieele principe opnieuw was erkend, dat het in deel V van het verdrag van Versailles vastgelegde militaire statuut niet kon worden gewijzigd door een eenzijdige daad. De Italiaansche regeering, die van haar kant steeds de meening heeft vertegenwoordigd, dat het gunstig zou zijn wanneer deel V van het verdrag van Versailles langs den weg van onderhandelingen tusschen de belanghebbende mogendheden op grond van volledige rechtsge lijkheid herzien zou worden, had toegestemd in het principe, dat de kwestie der Duitsche bewapeningen het voorwerp zou vormen van onderhandelingen bij een algemeene beraad slaging in overeenstemming met die, gelijk deze in de verklaring van 11 December 1932. waaraan Duitschland deelgenomen heeft ontworpen werden. Deze procedure was au fond: door de Duitsche regeering -zelf in haar mededeeling van 14 Februari aangenomen. De Italiaansche regeering ziet zich derhalve verplicht het verst gaande voorbehoud aan te teekenen. De Italiaansche regeering heeft steeds ge tracht het Duitsche Rijk geheel en al te win nen voor een systeem van samenwerking tus schen de belanghebbende voornaamste mogend heden, dat het Rijk volkomen de rechten zou hebben toegekend van een souvereinen staat. Juist ten opzichte van deze zaken, krijgt de beslissing van het Rijk êen bijzondere draag wijdte. te meer, in verband met den status van onveiligheid, die zij in alle landen te voor schijn roept. De Italiaansche regeering heeft ook nog kort geleden vele bewijzen gegeven van haar wil tot internationale samenwerking en is voor nemens ook verder trouw te blijven aan een zoodanige houding, die in overeenstemming is met de behoefte van de volken en met de eischen van de Europeesche samenleving. Des ondanks gevoelt zij zich verplicht tot de ver klaring, dat zij bij eventueele toekomstige be raadslagingen een zoodanigen gegeven toe stand niet eenvoudig als fait accompli zal aanvaarden, welke ontstaan is uit eenzijdige beslissingen, waardoor verplichtingen van in ternationalen aard worden opgeheven. In de te Berlijn overhandigde Fransche nota wordt gezegd, dat Duitschlands beslissing van 16 Maart en de instelling eener Duitsche mi litaire luchtvaart in strijd zijn met de door Duitschland onderteekende verdragen en de afgelegde verklaringen van 11 December 1932. De „bruuske beslissing van 16 Maart" vormt een nieuwe uiting van de methoden, ,die het Duitsche Rijk plaatst tegenover de aanbiedin gen tot verzoening. Frankrijk constateert derhalve: lo. Duitsch land miskent het beginsel, dat geen enkele mogendheid eenzijdig een overeenkomst of verdrag kan ontbinden. 2o. Na de aanvaarding van het voorstel tot het openen van onderhandelingen op den grondslag van het memorandum van 3 Fe bruari heeft het Duitsche Rijk maatregelen genomen, welke deze onderhandelingen ir gevaar brengen en waardoor een der hoofd onderwerpen er reeds bij voorbaat aan wordt onttrokken. De nota protesteert formeel tegen de Duit sche beslissing van 16 Maart: de Fransche regeering laat het Derde Rijk de verantwoor delijkheid voor den toestand van ongerief, welke door zijn optreden in de wereld is ge schapen. evenals voor de consequenties die hieruit kunnen voortvloeien, dat wil zeggen de verplichtingen, die dit feit zou kunnen opleg gen aan de verschillende betrokken regeerin gen. De Fransche regeering persoonlijk zal zoeken naai' middelen om te komen tot een internationale samenwerking, welke in staat is het gevoel van ongerief te doen verdwijnen en den vrede te waarborgen. De Fransche regeering bevestigt nogmaals haar eerbied voor de verdragen en haar vast besluit in geen geval onderhandelingen aan te knoopen eenzijdige beslissingen, die internationale ver plichtingen schenden. gen: „Laten wij ons niet laten meesleepen in een nieuwen oorlog om het militarisme te vernietigen, laten wij het thans vernietigen." Sir Herbert Samuel, de liberale leider, zeide a.: Juridisch is het Fransche standpunt onaan vechtbaar maar de gebeurtenissen der laat ste 16 jaren met inbegrip van het feit dat de geallieerde mogendheden haar bewapeningen niet hebben verminderd, hebben het verzwakt. Intusschen moet Duitschland zich niet ver gissen ten aanzien van het Britsche stand punt: Gelijkheid van status voor Duitschland ja, militaire overheersching van Duitschland neen! (Toejuichingen.) Na de liquidatie van een onmogelijken toe stand. voortvloeiende uit het verdrag van Versailles verkregen te hebben, heeft Duitsch land geen redenen om de wereldopinie voor de tweede maal te tarten. Laten wij het doen terugkeeren tot den kring der naties en doen arbeiden aan den vrede. Simon gaat naar Berlijn, aldus Sir Herbert Samuel, met den volledigen steun der natie. De minister van buitenlandsche zaken Sir John Simon legde den nadruk op het explora- toire karakter van de besprekingen te Berlijn, Moskou en Warschau en op de noodzakelijk heid van het inachtnemen van terughoudend heid bij het debat van heden. Weigeren om naar Berlijn te gaan zeide hij verder o.m. zou tot niets geleid hebben: de huidige toestand vair achterdocht en onrust, die thans in Europa heerscht. kan niet tot- rust gebracht worden zonder door onderhan delingen een accoord te verzekeren over de hangende kwesties. .Simon vervolgde: Ik heb een opmerking te maken nopens de Duitsche verklaring: het is niet alleen de datum maar ook aard en in houd van deze verklaring, welke de vooruit zichten op een regeling door een accoord heb ben vertroebeld. Dit is een punt dat niet uit het oog moet worden verloren. Opnieuw het beste voornemen van Groot- Brittannië te kennen geven, alles in het werk te stellen ten gunste van den vrede en den wensch Duitschland te zien bijdragen tot de zelfde taak, met een volledig gevoel van een jelijk statuut en waardigheid, door overeen- temming en samenwerking tusschen de na ties, verklaarde Simon dat het wel niet noodig zou zijn te zeggen, dat Groot Brittannië geen speciaal accoord met andere landen, welke ook, beoogt. Bezoeken brengen aan Berlijn, Moskou of Warschau beteekent niet, aldus Simon, dat wij den rug toekeeren aan Parijs, Rome. Brussel of Genève. Lansbury trok tenslotte zijn motie in. Engeland. Simon's reis naar Berlijn. BmtscM.amöl. Landsministers uit hun functies ontheven. Op voorstel van den rijksstadhouder Beieren heeft de Führer en rijkskanselier den Beierschen minister van Economische Zaken Hermann Esser (die tot Hitler's oudste mede werkers behoort) uit zijn ambt ontheven. Een soortgelijke maatregel is genomen ten aan zien van den Saksischen minister van Onder wijs. dr. Wilhelm Hartn-ache, die op voorstel van den rijksstadhouder in Saksen is ont slagen. Wat Esser betreft, wordt gemeld, dat zijn ontslag moet worden gezien in verband met de vergelijking van de rijkshervormmgsplan- nen en de daarmede samenhangende verande ring van den bewindsvörm in Beieren. Botsingen in Harlem duren voort. Eenige dooden en honderden gewonden. NEW YORK, 21 Maart. Hoewel een groote politiemacht tracht in de New Yorksche neger wijk Harlem verdere incidenten te voorkomen, duurt de onrust onder de negers nog steeds voort. De zakenlieden in deze wijk, die ver dere plunderingen vreezen, hebben zich tot den gouverneur gewend en hem verzocht troepen te zenden, teneinde de orde definitief te herstellen. De door vernieling en plunde ring aan winkels en magazijnen veroorzaakte materieele schade wordt geschat op een mil lioen dollar. De negerwinkeliers hebben hun zaken voor plunderingen door hun rasgenoo- ten bewaard door het ophangen van borden met het woord „kleurling". Een Chinees, die zich op dezelfde wijze trachtte te beschermen, zag zijn zaak echter geheel vernield. Van de honderden gewonden zijn inmiddels een blan ke en eenige negers gestorven. De politie arresteerde in totaal 120 perso nen. Volgens mededeelingen der New Yorksche politie was dit gevecht het hevigste negerge vecht, dat men in de laatste 25 jaren in New York heeft gehad. De aanleiding van de op winding onder de negers was een gerucht, dat een negerjongen uit Puorto Rica om een klei nen diefstal zou zijn doodgeranseld. De politie spreekt dit echter beslist tegen. GENERAAL VON SEECKT TERUG NAAR DUITSCHLAND. Uit Nanking wordt gemeld, dat de Duitsche generaal Von Seeckt, die geruimen tijd belast was met de leiding van de organisatie van het Chineesche leger, naar Duitschland zal terugkeeren. aangezien zijn missie in China geëindigd is In het Lagerhuis diende de leider der La- bourfractie Lansbury een motie in ten doel hebbend een debat in te leiden over buiten landsche zaken vóór de reis van Simon naar Berlijn. Lansbury verklaarde dat de gebeurtenissen in Duitschland Zaterdag en Zondag in Groot VEREENIGING „DE HAARLEMSCHE MANEGE". Zaterdag heeft de jaarlijksche cross-country om den wisselbeker op de terreinen van de vroegere renbaan „Woestduin" te Vogelen zang plaats.-Om drie uur wordt de eerste rui ter gestart. V erkiezingsvergadering S. D. A. P. De lieeren Thijssen en Gerhard aan het woord. In het gebouw van den Ned. Protestanten bond vergaderde Donderdagavond de Federa tie Haarlem der S. D. A. P.. onder leiding van haar voorzitter, den heer S. P. Doek. Als sprekers traden op de heeren A. H. Gerhard, lid van Ged. Staten van Noord- Holland en Th. J. Thijssen, lid der Tweede Kamer. (Mevr. Barbiers-Zeelemeyer, die ook zou spreken, was door ongesteldheid verhin derd). De heer T h ij s s e n gaf een beschouwing over de algemeene politiek van het zittend kabinet: het kabinet van den sterken man. die het land zou redden. Veel heeft Colijn niet tot stand gebracht. De werkloosheid is gestegen. Het is er erger mee dan in één land ter wereld. In- en uit voer zijn gedaald beneden de helft, vergele ken bij 4 jaar geleden. Een brok onderwijs is vernield. En Colijn zegt zelf. dat hij zal voortgaan met de politiek van de aanpassing. Hij gelooft niet meer aan terugkeer van de vroegere welvaart. Wat moet er worden van een wereld zooals Colijn die ziet, met een steeds maar lager levenspeil? Volgens Colijn ligt de oorzaak van de ellende bij nieuwe bui tenlandsche concurrenten, zooals Japan. Moe ten wij terug tot het welvaartspeil van Japan, waar de menschen leven in papieren huizen, zonder verwarming, en slapen op een matje? Colijn geeft toe. dat „hier en daar wel eens speculatieve productie" heeft plaats gehad, maar spr. zegt dat speculatieve productie, met kans op winst, r e g e 1 is. Er wordt maar op los geproduceerd. De fout zit in het verkeerde productiestelsel, in de macht van het kapita lisme. Wat beteekent het teruggaan tot een lager levenspeil, tot b.v. dat van een 30 jaar gele den? De stijging in die 30 jaar zit in woning- huur (die met 89 pCt. gestegen is); in het onderhoud der meubelen en onderhoud van huisraad (waarvoor 0.84 per week wordt be rekend en vroeger niets werd betaald)in 1.50 per week aan contributies voor vak bonden, werkloosheidsverzekering enz., welke contributie nu veel hooger is dan vroeger. Aan kleeding, schoeisel en voeding wordt niet meer uitgegeven dan vroeger. Moeten alle goede dingen nu maar uit het arbeidersleven worden geschrapt? Dat hoeft niet. De wereld is rijk genoeg om aan ieder een goed bestaan te waarborgen. Maar een verstandiger ploitatie van onze aarde" is noodig, ordening der verschillende bedrijven, productie naar be hoefte en volgens een vast, goed doordacht stelsel. Tegenover de eeuwige aanpassing, mag de leuze „behoud van de bestaande welvaart, zoo mogelijk vergrooting er van", aangeheven worden. De eisch van de welvaartspolitiek 'is trouwens al een oude eisch van de S.D.A.P. Met de uitvoering van het 60-millioen-plan is ontzettend getraineerd. En dit is niet, zooals wel wordt gezegd, de schuld van de vakbon den. Nu pas is er voor 6 millioen aanbesteed en er is 60 millioen beschikbaar! En dat ter wijl er tal van plannen van gemeentebesturen klaar liggen! Het eenige perspectief, dat Colijn geopend heeft, is een klein beetje belastingverlaging, misschien! En daarvan zullen de arbeiders weinig merken. Het kan ook anders. Men zie naar de Scan dinavische landen. De landbouw begint daar weer te verdienen, men bouwt er bruggen (zonder tol!); de leerplicht is er verlengd; het binnenlandsch verbruik is toegenomen door de koopkracht van de groote massa. De „aanpassing" wordt in practijk gebracht „om de ineenstorting te voorkomen". Maar die ineenstorting is al lang aan den gang. De cri minaliteit in ons land is in 1933 met ruim 18 pCt. gestegen; het aantal vonnissen, dooi de Kinderrechters geveld, met 5 pCt.! Wat is dit anders dan ineenstorting? Er moet in ons land meer worden gewerkt: er is b.v. een prachtig wegenplan: laat men het uitvoeren! Het lean, want wij stikken in ons geld; wij hebben zooveel crediet als wij willen. Er moeten nieuwe industrieën, worden gesticht. Maar wij lijden aan „gebrek aan lef". Honderd millioen zou men kunnen krijgen door een heffing in eens van 1 pCt. van de kapitalen. Bij een 40-urige werkweek konden veel meer arbeiders te werk worden gesteld en zoo is er meer. Maar voor al deze maat regelen wordt de Nederlandsche arbeider kop schuw gemaakt. Spr. eindigde met een opwekking zich aan te sluiten bij het socialisme, al was het alleen uit menschelijkheid. De weg naar het socia lisme kan niet achteruit leiden. Hierna was het woord aan den heer Ger il a r d. Aan de Statenverkiezingen moet krachtig worden deelgenomen, aldus spr. De fascisten weten tegenwoordig met groot talent allerlei onzin te verspreiden. Zij bemoeien zich nu alléén met de Statenverkiezingen, juist om- (Van onzen correspondent.) i Brussel, 20 Maart. Zelden of nooit vertoonde de politieke toe stand van België een zoo merkwaardig as pect als heden. Wat toch is het geval? De re- geering-Theunis, steunend op een vrij groote meerderheid en bestaande uit politici aan gevuld met vaklieden buiten het politieke le ven staande, verkreeg de vorige week de vol machten. welke noodig geacht worden om met succes aan de crisis het hoofd te kunnen bieden. Daarop gingen de vier ministers naar Parijs, hadden een belangrijk onderhoud met hunne Fransche collega's en het ganse he land verwachtte dat nu krasse maatregelen genomen zouden -worden om inflatie te voor komen en om speculaties in het Belgische geld tegen te gaan. In plaats daarvan leggen de heeren er. zonder eenige voorbereiding, het bijltje bij neer en hebben daarmede een toestand ge schapen van hoogst ernstigen aard. De heer Theunis heeft in het parlement een korte verklaring afgelegd, welke men in de dag bladen heeft kunnen lezen en daarna heeft hij zijn motieven nader uiteengezet in een radiorede. Hierin beweert hij onder anderen, dat de meerderheid, waarop hij steunde onbe trouwbaar was. Dit argument nu, waaraan de eerste minister bijzondere waarde hechtte voor de verdediging van zijn houding, is alge meen buitengewoon zonderling gevonden. Een meerderheid had het kabinet-Theunis noo dig voor het verkrijgen van bijzondere vol machten. Het parlement moet zich zélf uit schakelen. Van het- oogenblik af echter dat dr. Theunis zijn bevoegdheden gekregen had, behoefde hij zich niet meer om de structuur en de stevigheid van een parlementaire meer derheid te bekommeren. De bijzondere vol machten dienen juist om in bijzondere ge vallen beslissingen en maatregelen te kunnen treffen buiten het spel van de politiek om. Deze volmachten worden voor een beperkten tijd gegeven. Na afloop daarvan is de regee ring verantwoording schuldig en bij die ge legenheid heeft het parlement, zijn souverai- rec-hten weer hernemend, dè gelegenheid zich over het beleid uit te spreken. Eerst dan kan de regeering' de consequenties trek ken. Het absurde van Theunis' houding i: deze: dat hij zich. met toestemming van het parlement, tijdelijk aan het parlementaire stelsel onttrekt en dat hij, liever dan zijn per soonlijke onmacht te bekennen, toch aan dat stelsel de mislukking van zijn optreden toe schrijft. De logica is hier zóóver te zoeken, dat zelfs bladen, welke absoluut niet tot de op positie behooren. zich in verontwaardigde ter men over dit kabinet uitlaten en van verschil- dat de Staten de trede vormen naar de Eer ste Kamer en deze heeft een geweldigen in vloed. Maar de Staten verkiezen nog 'n ander lichaam, het machtigste in Nederland: het college van Ged. Staten. Want Ged. Staten hebben een geweldige macht tegenover de ge meentebesturen. Een derde factor is, dat de beteekenis der Staten veel grooter is dan mij algemeen denkt. Staten veel grooter is dan men algemeen denkt verboden en wat niet speciaal des Rijks is- Zoo hebben de Staten van Noord-Holland veel tot stand weten te brengen, omdat zij zich zijn gaan inlaten met vakonderwijs, met on derwijs aan zwakzinnige kinderen en met nazorg, met- zorg voor pvaetuberculeuse kin deren, winterverpleging van zwakke kinde ren, de volksgezondheid in het algemeen, werkverschaffing, een wegenplan voor de pro vincie, steun aan den tuinbouw enz. De Staten zijn met deze bemoeiingen begonnen van het oogenblik af dat d>e invloed der arbeidersbe weging in de Staten merkbaar werd, Een niéuwe factor heeft nu aan de Staten verkiezingen een geheel nieuwe beteekenis ge geven.. Tot nu toe werd in Den Haag over 't algemeen alies wat de Staten van Noord- Holland deden, goedgekeurd. Maar nu is er een Ambtenarenwet gekomen, die aan het hoogste gezag in het land de bevoegdheid heeft gegeven om, als een lagere instantie re gelingen maakt voor haar ambtenaren werklieden, die in Den Haag niet goed worden gevonden, dien lageren instanties zijn wil op te leggen. Zoo hebben we de onverkwikkelijke geschie denis met het provinciaal salarisreglement gekregen. Achter deze geschiedenis zit de wensch der Nederlandsche industrieelen, die de loonen van hun arbeiders verlagen willen als 't ware via de provinciale ambtenaren. Het is dus noodig dat er in de Staten een zóó groote arbeidèrsvertegehwoordiging Komt, dat de Staten tegen den minister zullen dur ven'zeggen: wij wenschen uw wil niet te doen. Dan heeft de minister wel het recht het met zijn ambtenaren zelf te doen, maar dat is op den duur niet vol te houden, want dat is een waanzinnige wijze van werken. „Wij wachten op u den 17en April!" eindigde spreker. lende kanten noemt men wat Theunis deed: een vlucht onder het oog van den vijand. ,La Nation Beige", het super- nationalis tische antiparlementaire dagblad, stelt als eisch, dat de ministers onafhankelijk, on baatzuchtig en doortastend moeten zijn en het is juist gebrek aan deze drie eigenschap pen, welke Theunis' werkzaamheid onmogelijk maakten. De eerste minister heeft wel in zijn beide redevoeringen geprobeerd de aandacht ,f te leiden, door de schuld zoowel aan de op positie, als aan een deel van zijn eigen meer derheid te geven en hij heeft met nadruk ver kondigd, dat .het gebrek aan vertrouwen hem iedere actie onmogelijk maakte; maar hij vergat er bij te vermelden waar dat gebrek aan vertrouwen uit voortkwam Vertrouwen is een zaak welke zich niet dwingen laat. Men heeft vertrouwen in een persoonlijkheid of men heeft het niet. Maar het gaat niet op te eischen. dat men op commando en plotseling, begint te vertrouwen! Het is nu eenmaal een feit, dat de heeren Gutt, Francqui en Theu nis. die de kern van dit kabinet- vormen, nóch het volle vertrouwen van de Kamer nóch dat van het volk hebben kunnen verwerven. Wij laten geheel buiten beschouwing of dit te recht of ten onrechte is, wij constateeren slechts het feit. Het volk. de breede laag, redeneert simplis tisch, maar lang niet altijd onjuist. En het gezond verstand is, vooral hier in België, nog in ruime mate in de massa vertegenwoordigd. De eenvoudige man redeneert ongeveer aldus: er is een wereldcrisis waar betrekkelijk wei nig aan te doen is, maar de gevolgen daarvan zijn in België drukkender dan elders; de moeilijkheden welke én de staat èn de han deldrijvende middenstand ondervinden, ko men voor een belangrijk deel voort uit een gebrek aan openbare middelen en uit de bui tengewoon hooge rentevoet. Verbetering kan dus" alleen verwacht worden, wanneer men er in slaagt het crediet aanzienlijk goedkoo- per te maken en te zorgen dat de belastingen beter binnen komen. Vooral de groote inko mens verstaan de kunst om door de mazen van het fiscale net heen te kruipen en, ver geleken bijvoorbeeld bij Holland, is hier de controle een aanfluiting. Hoe kan men nu, zegt de man van de straat, van een regeering van bankiers verwachten, dat zij ons deze twee verbeteringen tegen hun eigen belan gen ingaande zullen brengen? En niemand weet hierop een afdoend antwoord te geven. Wij mogen niet vergeten, dat de vermenging van de regeeringszaken met het bankwezen in geen. land zoo innig en zoo openlijk is als hier. In géén staat neemt een bank een positie in als de Société Générale in België. En niet slechts de linksche oppositie heeft dezen wan toestand herhaaldelijk gehekeld; neen, de krachtigste tegenstand ging uit van een ka tholieken oud-minister dr. Paul Crockaert, aan wien iedere revolutionnaire gezindheid vreemd ls. „Le Mur d'Argent", waartegen alle onafhankelijke ministers te pletter loopen, is een beeld van hèm afkomstig en het is een gevleugeld woord in de Belgische politiek ge worden. Er heerscht hier te lande een alge meen gevoel, dat de ongeloofelijke macht door de groote banken op de regeering uitgeoefend! In het algemeen gesproken, funest is en in het. bijzonder de oplossing der crisis-moeilijkheden belemmert. Men wenscht een volkomen onaf hankelijk kabinet, dat de macht en de moed heeft, telkens wanneer het algemeen belang dat eischt, dwars tegen de belangen der geld magnaten in te gaan. Men voelt, dat de innige verstandhouding tusschen particuliere bank instellingen en de regeering een onding is, waar zoo spoedig mogelijk een eind aan ge maakt moet worden tot heil van België. En men heeft het daarom nooit kunnen verkrop pen, dat na den val van De Broqueville, de drie voornaamste portefeuilles juist in han den van- de bankiers gesteld werden. Men wil niet door de bankiers geregeerd worden, om dat men beseft d'at het in de tegenwoordige omstandigheden dikwijls noodig kan zijn té gen de bankiers te regeeren. Men zou er zeer verkeerd aan doen, wan neer men uit de twee redevoeringen van Theu nis concludeerde, dat de oppositie tegen zijn beleid uitsluitend door de socialisten gevoerd werd. Er is in Óen lande een sterke oppositie, welke absoluut niets te maken heeft met de bestaande politieke partij forma ties en die uit sluitend gericht is tegen wat men algemeen noemt: de hegemonie van het geld Onder de katholieken, die d-us tot de regeeringsmeer- derheid behoorden, bestond en bestaat dezelf de afkeer tegen den invloed van het bankwe zen op de politiek als bij de socialisten. Het is moeilijk te zeggen waar dit alles toe leiden zal. Het waarschijnlijkste is een natio naal zakenkabinet waarin de drie partijen' (R.K., Liberalen en S. D. A. P.) vertegenwoor digd zijn. De hoofdzaak, die tegelijkertijd de basis van een vruchtbare samenwerking kun nen zijn, is en blijft het behoud van de goud- frank. ONZE DACELIJKSCHE KINDERVERTELLINC CONCERT VAN DE JOHEZ HARMONIE. Het programma van het concert op Zondag 23 Maart te geven door de Johez Harmonie te Haarlem, directeur J. A. Meng, van 15 tot 17 Brittannië een gevoel van ontsteltenis schier uur op het tentoonstellingsterrein luidt als van wanhoop hadden gewekt alleen te verge lijken met dat van 1914. Groot Brittannië diende naar de meening van Lansbury Simon met een geheel nieuw mandaat naar Berlijn te zenden. Het zou zich bereid moeten verklaren om met de andere naties goed te vinden dat de groote lucht- routes worden geïnternationaliseerd en open- r. eld voor alle landen. Een internationale conferentie aanbevelend ter bestudeering van alle quaesties die de naties verdeelen besloot Lansbury met te zeg- volgt: 1. Einzug der Gladiatoren. Marsch, Fucik. 2. Ouverture Leichte Kavallerie, F. van Suppé 3. Pastoral Songs Waltz, H. Basquit 4. Ged. uit Cavalleria Rusticana, Mascagr 5. Odeon, Marsch Ant. Fierol r' 6. Ouverture Les Cloches de Corneville, Planque i 7. Mazurka de Concert, G. Goubli 8. Geschichten. aus dem Wiener wa1-' Joh. Strauss. Terwijl zij weer op stap zijn vertelt de vogel Elewijn: „Ik geloof, dat ik al weet, welke prins die heks heeft omgekocht. Ik heb een oom, die naar ik weet geen rechten op de troon bezat, tenzij ik eens ver dwijnen zou dat is nu gebeurd door middel van die heks. Na mijn vader wordt nu niet ik, maar hij koning. Oom. Kalerad heeft het die heks bevolen en laat mij nu als een vogeltje over de aarde zwerven. O, was ik maar weer een mensch!" „Ik zal trachten je te helpen," sprak Thijs, „het beste is, dunkt mij, eens snel naar het slot te gaan." RADIOPROGRAMMA. ZATERDAG 23 MAART 1935- HILVERSUM, 1875 M. VAR A-uitzending. 8.00 Orgelspel C. Steyn. 8.20 Gram.pl. 10.00 Morgenwijding VPRO. 10.15 Voor arb. i. d. continubedr.: „De Zonnekloppers", o.l.v. C. Steyn, „De Flierefluiters", o.l.v. E. Walis, VARA-tooneel o.l.v. W. v. Cappellen, en gram. platen. 12.00 „Orvitropia", o.l.v. J. v. d. Horst. 12.45 Jazzprogramma (Op gr.pl.) 1.00 VARA- orkest o.l.v. H. de Groot. 1.45 Zenderverzor- ging. 2.00 „Hoe de toonkunst groeide". 2.20 Lezing over jazz, door W. Verbeucken met gram.pl. 2.40 „Hoe een vreemdeling Holland en de Hollanders ziet", dialoog tusschen een Hollander en een buitenlander. 3.00 Lex van Spall en zijn orkest, en Bobby 't Sas (zang). 3.30 R'damsch Philh. Orkest o.l.v. S. Swaap, m.m.v. Eduard en Marinus Flipse (piano), en W. Ravelli (bas). 4.30 L. M. G. Arntzenius: Bach en de huidige muziekcultuur. 4.50 Ver volg orkestconcert. 5.40 Literaire causerie A. M. de Jong. 6.00 Sam Nyveen's Syncopators. 6.15 De Flierefluiters, o.l.v. E. Walis. 6.30 M. WeersmaDe Stylistiek in het pianospel, hier na pianorecital door M. Weersma. 7.15 To v. d. Sluys (sopraan) en B. Renden (piano). 8.00 Herh. SOS-ber. 8.03 Gram.pl. 8.30 VARA- Maandrevue, m.m.v. X-X-Ensemble o.l.v. C. Steyn, J. Remy en P. Collins (zang) en tooneel- spelers. 9.00 Vaz Dias en VARA-Varia. 9.15 VARA-orkest o.l.v. H. de Groot. 9.45 Bont programma, m.m.v. de verschillende VARA- orkest en solisten. 12.00 Sluiting. HUIZEN, 301 M. KRO-uitzending. 2.30—3.45 V. L. R. A. 8.00—9.15 en 10.00 Gram.pl. 11.30—12.00 Godsd. halfuur. 12.15 Schlagermuziek en Gram. platen. 2.00 Voor de jeugd. 2.303.45 V.L.R.A. 4.00 Causerie. 4.30 Voor de kinderen. 5.30 Es peranto 5.45 Orkestconcert en lezing. 7.15 Cau serie. 7.35 Gram.pl. Om 8.00 Vaz Dias. 8.35 Schlagermuziek m.m.v. vocaal ensemble. 10.15 Gram.pl. 10.20 Populaire muziek. 10.30 Vaz Dias. 10.35 Orkestconcert. 10.50 Populaire muziek. 11.00 Orkestconcert. 11.3012.30 Gra- mofoonplaten.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1935 | | pagina 6