Het aftreden van het Belgische kabinet.
THIJS IJS EN DE BOOZE HEKS
De Italiaansche en Fransche nota's.
VRIJDAG 22 MAART 1935
4
BUITENLAND.
Het Duitsche besluit kan niet als een voldongen feit aanvaard
worden. Frankrijk protesteert tegen de „methoden die
het Duitsche
verzoening".
Rijk plaatst tegenover de aanbiedingen tot
HET BELANGRIJKSTE NIEUWS'
Zooals wij gisteren hebben medegedeeld,
heeft Donderdag te Berlijn de overhandi
ging plaats gehad van de Fransche en Ita
liaansche nota's inzake het Duitsche besluit
tot wederinvoering van den algemeenen
dienstplicht. Minister von Neurath wees beide
protesten af, omdat de mogendheden hun in
het verdrag van Versailles gegeven beloften
niet zijn nagekomen.
De door den Italiaanschen ambassadeur
overhandigde nota heeft den volgenden tekst:
„De rijkskanselier heeft op 16 Maart den
Italiaanschen ambassadeur een op denzelden
dag gepubliceerden wetstekst medegedeeld, op
grond waarvan de Duitsche regeering in
Duitschland den verplichten militairen dienst
weer invoert en de vredessterkte van het
Duitsche leger gebracht heeft op 36 divisies.
Een week tevoren hadden de Duitsche auto
riteiten officieel de instelling van een Duit
sche militaire luchtvaart medegedeeld.
De Italiaansche regeering heeft van de in
deze aangelegenheid door de Briisehè en de
Fransche regeering aan de Duitsche regeering
gerichte nota's kennis genomen.
De Italiaansche regeering kan niet vermij
den te constateeren. dat zoowel in de te Rome
op 7 Januari 1935 tusschen de Italiaansche
en Fransche regeering gesloten overeenkom
sten als ook in de op 3 Februari gepubliceer
de slotmededeelingen over de te Londen door
de Britsche en de Fransche regeering gevoerde
besprekingen het essentieele principe opnieuw
was erkend, dat het in deel V van het verdrag
van Versailles vastgelegde militaire statuut
niet kon worden gewijzigd door een eenzijdige
daad.
De Italiaansche regeering, die van haar kant
steeds de meening heeft vertegenwoordigd,
dat het gunstig zou zijn wanneer deel V van
het verdrag van Versailles langs den weg van
onderhandelingen tusschen de belanghebbende
mogendheden op grond van volledige rechtsge
lijkheid herzien zou worden, had toegestemd
in het principe, dat de kwestie der Duitsche
bewapeningen het voorwerp zou vormen van
onderhandelingen bij een algemeene beraad
slaging in overeenstemming met die, gelijk
deze in de verklaring van 11 December
1932. waaraan Duitschland deelgenomen heeft
ontworpen werden. Deze procedure was au
fond: door de Duitsche regeering -zelf in haar
mededeeling van 14 Februari aangenomen.
De Italiaansche regeering ziet zich derhalve
verplicht het verst gaande voorbehoud aan te
teekenen.
De Italiaansche regeering heeft steeds ge
tracht het Duitsche Rijk geheel en al te win
nen voor een systeem van samenwerking tus
schen de belanghebbende voornaamste mogend
heden, dat het Rijk volkomen de rechten zou
hebben toegekend van een souvereinen staat.
Juist ten opzichte van deze zaken, krijgt de
beslissing van het Rijk êen bijzondere draag
wijdte. te meer, in verband met den status
van onveiligheid, die zij in alle landen te voor
schijn roept.
De Italiaansche regeering heeft ook nog kort
geleden vele bewijzen gegeven van haar wil
tot internationale samenwerking en is voor
nemens ook verder trouw te blijven aan een
zoodanige houding, die in overeenstemming
is met de behoefte van de volken en met de
eischen van de Europeesche samenleving. Des
ondanks gevoelt zij zich verplicht tot de ver
klaring, dat zij bij eventueele toekomstige be
raadslagingen een zoodanigen gegeven toe
stand niet eenvoudig als fait accompli zal
aanvaarden, welke ontstaan is uit eenzijdige
beslissingen, waardoor verplichtingen van in
ternationalen aard worden opgeheven.
In de te Berlijn overhandigde Fransche nota
wordt gezegd, dat Duitschlands beslissing van
16 Maart en de instelling eener Duitsche mi
litaire luchtvaart in strijd zijn met de door
Duitschland onderteekende verdragen en de
afgelegde verklaringen van 11 December 1932.
De „bruuske beslissing van 16 Maart" vormt
een nieuwe uiting van de methoden, ,die het
Duitsche Rijk plaatst tegenover de aanbiedin
gen tot verzoening.
Frankrijk constateert derhalve: lo. Duitsch
land miskent het beginsel, dat geen enkele
mogendheid eenzijdig een overeenkomst of
verdrag kan ontbinden.
2o. Na de aanvaarding van het voorstel tot
het openen van onderhandelingen op den
grondslag van het memorandum van 3 Fe
bruari heeft het Duitsche Rijk maatregelen
genomen, welke deze onderhandelingen ir
gevaar brengen en waardoor een der hoofd
onderwerpen er reeds bij voorbaat aan wordt
onttrokken.
De nota protesteert formeel tegen de Duit
sche beslissing van 16 Maart: de Fransche
regeering laat het Derde Rijk de verantwoor
delijkheid voor den toestand van ongerief,
welke door zijn optreden in de wereld is ge
schapen. evenals voor de consequenties die
hieruit kunnen voortvloeien, dat wil zeggen de
verplichtingen, die dit feit zou kunnen opleg
gen aan de verschillende betrokken regeerin
gen. De Fransche regeering persoonlijk zal
zoeken naai' middelen om te komen tot een
internationale samenwerking, welke in staat
is het gevoel van ongerief te doen verdwijnen
en den vrede te waarborgen. De Fransche
regeering bevestigt nogmaals haar eerbied
voor de verdragen en haar vast besluit in geen
geval onderhandelingen aan te knoopen
eenzijdige beslissingen, die internationale ver
plichtingen schenden.
gen: „Laten wij ons niet laten meesleepen in
een nieuwen oorlog om het militarisme te
vernietigen, laten wij het thans vernietigen."
Sir Herbert Samuel, de liberale leider, zeide
a.:
Juridisch is het Fransche standpunt onaan
vechtbaar maar de gebeurtenissen der laat
ste 16 jaren met inbegrip van het feit dat de
geallieerde mogendheden haar bewapeningen
niet hebben verminderd, hebben het verzwakt.
Intusschen moet Duitschland zich niet ver
gissen ten aanzien van het Britsche stand
punt: Gelijkheid van status voor Duitschland
ja, militaire overheersching van Duitschland
neen! (Toejuichingen.)
Na de liquidatie van een onmogelijken toe
stand. voortvloeiende uit het verdrag van
Versailles verkregen te hebben, heeft Duitsch
land geen redenen om de wereldopinie voor
de tweede maal te tarten. Laten wij het doen
terugkeeren tot den kring der naties en doen
arbeiden aan den vrede.
Simon gaat naar Berlijn, aldus Sir Herbert
Samuel, met den volledigen steun der natie.
De minister van buitenlandsche zaken Sir
John Simon legde den nadruk op het explora-
toire karakter van de besprekingen te Berlijn,
Moskou en Warschau en op de noodzakelijk
heid van het inachtnemen van terughoudend
heid bij het debat van heden.
Weigeren om naar Berlijn te gaan zeide hij
verder o.m. zou tot niets geleid hebben: de
huidige toestand vair achterdocht en onrust,
die thans in Europa heerscht. kan niet tot-
rust gebracht worden zonder door onderhan
delingen een accoord te verzekeren over de
hangende kwesties.
.Simon vervolgde: Ik heb een opmerking te
maken nopens de Duitsche verklaring: het is
niet alleen de datum maar ook aard en in
houd van deze verklaring, welke de vooruit
zichten op een regeling door een accoord heb
ben vertroebeld. Dit is een punt dat niet uit
het oog moet worden verloren.
Opnieuw het beste voornemen van Groot-
Brittannië te kennen geven, alles in het werk
te stellen ten gunste van den vrede en den
wensch Duitschland te zien bijdragen tot de
zelfde taak, met een volledig gevoel van een
jelijk statuut en waardigheid, door overeen-
temming en samenwerking tusschen de na
ties, verklaarde Simon dat het wel niet noodig
zou zijn te zeggen, dat Groot Brittannië geen
speciaal accoord met andere landen, welke
ook, beoogt. Bezoeken brengen aan Berlijn,
Moskou of Warschau beteekent niet, aldus
Simon, dat wij den rug toekeeren aan Parijs,
Rome. Brussel of Genève.
Lansbury trok tenslotte zijn motie in.
Engeland.
Simon's reis naar Berlijn.
BmtscM.amöl.
Landsministers uit hun functies
ontheven.
Op voorstel van den rijksstadhouder
Beieren heeft de Führer en rijkskanselier den
Beierschen minister van Economische Zaken
Hermann Esser (die tot Hitler's oudste mede
werkers behoort) uit zijn ambt ontheven. Een
soortgelijke maatregel is genomen ten aan
zien van den Saksischen minister van Onder
wijs. dr. Wilhelm Hartn-ache, die op voorstel
van den rijksstadhouder in Saksen is ont
slagen.
Wat Esser betreft, wordt gemeld, dat zijn
ontslag moet worden gezien in verband met
de vergelijking van de rijkshervormmgsplan-
nen en de daarmede samenhangende verande
ring van den bewindsvörm in Beieren.
Botsingen in Harlem duren
voort.
Eenige dooden en honderden gewonden.
NEW YORK, 21 Maart. Hoewel een groote
politiemacht tracht in de New Yorksche neger
wijk Harlem verdere incidenten te voorkomen,
duurt de onrust onder de negers nog steeds
voort. De zakenlieden in deze wijk, die ver
dere plunderingen vreezen, hebben zich tot
den gouverneur gewend en hem verzocht
troepen te zenden, teneinde de orde definitief
te herstellen. De door vernieling en plunde
ring aan winkels en magazijnen veroorzaakte
materieele schade wordt geschat op een mil
lioen dollar. De negerwinkeliers hebben hun
zaken voor plunderingen door hun rasgenoo-
ten bewaard door het ophangen van borden
met het woord „kleurling". Een Chinees, die
zich op dezelfde wijze trachtte te beschermen,
zag zijn zaak echter geheel vernield. Van de
honderden gewonden zijn inmiddels een blan
ke en eenige negers gestorven.
De politie arresteerde in totaal 120 perso
nen. Volgens mededeelingen der New Yorksche
politie was dit gevecht het hevigste negerge
vecht, dat men in de laatste 25 jaren in New
York heeft gehad. De aanleiding van de op
winding onder de negers was een gerucht, dat
een negerjongen uit Puorto Rica om een klei
nen diefstal zou zijn doodgeranseld. De politie
spreekt dit echter beslist tegen.
GENERAAL VON SEECKT TERUG NAAR
DUITSCHLAND.
Uit Nanking wordt gemeld, dat de Duitsche
generaal Von Seeckt, die geruimen tijd belast
was met de leiding van de organisatie van
het Chineesche leger, naar Duitschland zal
terugkeeren. aangezien zijn missie in China
geëindigd is
In het Lagerhuis diende de leider der La-
bourfractie Lansbury een motie in ten doel
hebbend een debat in te leiden over buiten
landsche zaken vóór de reis van Simon naar
Berlijn.
Lansbury verklaarde dat de gebeurtenissen
in Duitschland Zaterdag en Zondag in Groot
VEREENIGING „DE HAARLEMSCHE
MANEGE".
Zaterdag heeft de jaarlijksche cross-country
om den wisselbeker op de terreinen van de
vroegere renbaan „Woestduin" te Vogelen
zang plaats.-Om drie uur wordt de eerste rui
ter gestart.
V erkiezingsvergadering
S. D. A. P.
De lieeren Thijssen en Gerhard aan het
woord.
In het gebouw van den Ned. Protestanten
bond vergaderde Donderdagavond de Federa
tie Haarlem der S. D. A. P.. onder leiding van
haar voorzitter, den heer S. P. Doek.
Als sprekers traden op de heeren A. H.
Gerhard, lid van Ged. Staten van Noord-
Holland en Th. J. Thijssen, lid der Tweede
Kamer. (Mevr. Barbiers-Zeelemeyer, die ook
zou spreken, was door ongesteldheid verhin
derd).
De heer T h ij s s e n gaf een beschouwing
over de algemeene politiek van het zittend
kabinet: het kabinet van den sterken man.
die het land zou redden. Veel heeft Colijn niet
tot stand gebracht.
De werkloosheid is gestegen. Het is er erger
mee dan in één land ter wereld. In- en uit
voer zijn gedaald beneden de helft, vergele
ken bij 4 jaar geleden. Een brok onderwijs is
vernield. En Colijn zegt zelf. dat hij zal
voortgaan met de politiek van de aanpassing.
Hij gelooft niet meer aan terugkeer van de
vroegere welvaart. Wat moet er worden van
een wereld zooals Colijn die ziet, met een
steeds maar lager levenspeil? Volgens Colijn
ligt de oorzaak van de ellende bij nieuwe bui
tenlandsche concurrenten, zooals Japan. Moe
ten wij terug tot het welvaartspeil van Japan,
waar de menschen leven in papieren huizen,
zonder verwarming, en slapen op een matje?
Colijn geeft toe. dat „hier en daar wel eens
speculatieve productie" heeft plaats gehad,
maar spr. zegt dat speculatieve productie, met
kans op winst, r e g e 1 is. Er wordt maar op
los geproduceerd. De fout zit in het verkeerde
productiestelsel, in de macht van het kapita
lisme.
Wat beteekent het teruggaan tot een lager
levenspeil, tot b.v. dat van een 30 jaar gele
den? De stijging in die 30 jaar zit in woning-
huur (die met 89 pCt. gestegen is); in het
onderhoud der meubelen en onderhoud van
huisraad (waarvoor 0.84 per week wordt be
rekend en vroeger niets werd betaald)in
1.50 per week aan contributies voor vak
bonden, werkloosheidsverzekering enz., welke
contributie nu veel hooger is dan vroeger. Aan
kleeding, schoeisel en voeding wordt niet
meer uitgegeven dan vroeger. Moeten alle
goede dingen nu maar uit het arbeidersleven
worden geschrapt? Dat hoeft niet. De wereld
is rijk genoeg om aan ieder een goed bestaan
te waarborgen. Maar een verstandiger
ploitatie van onze aarde" is noodig, ordening
der verschillende bedrijven, productie naar be
hoefte en volgens een vast, goed doordacht
stelsel.
Tegenover de eeuwige aanpassing, mag de
leuze „behoud van de bestaande welvaart, zoo
mogelijk vergrooting er van", aangeheven
worden. De eisch van de welvaartspolitiek 'is
trouwens al een oude eisch van de S.D.A.P.
Met de uitvoering van het 60-millioen-plan
is ontzettend getraineerd. En dit is niet, zooals
wel wordt gezegd, de schuld van de vakbon
den. Nu pas is er voor 6 millioen aanbesteed
en er is 60 millioen beschikbaar! En dat ter
wijl er tal van plannen van gemeentebesturen
klaar liggen!
Het eenige perspectief, dat Colijn geopend
heeft, is een klein beetje belastingverlaging,
misschien! En daarvan zullen de arbeiders
weinig merken.
Het kan ook anders. Men zie naar de Scan
dinavische landen. De landbouw begint daar
weer te verdienen, men bouwt er bruggen
(zonder tol!); de leerplicht is er verlengd; het
binnenlandsch verbruik is toegenomen door
de koopkracht van de groote massa.
De „aanpassing" wordt in practijk gebracht
„om de ineenstorting te voorkomen". Maar die
ineenstorting is al lang aan den gang. De cri
minaliteit in ons land is in 1933 met ruim
18 pCt. gestegen; het aantal vonnissen, dooi
de Kinderrechters geveld, met 5 pCt.! Wat is
dit anders dan ineenstorting?
Er moet in ons land meer worden gewerkt:
er is b.v. een prachtig wegenplan: laat men
het uitvoeren! Het lean, want wij stikken in
ons geld; wij hebben zooveel crediet als wij
willen. Er moeten nieuwe industrieën, worden
gesticht. Maar wij lijden aan „gebrek aan
lef".
Honderd millioen zou men kunnen krijgen
door een heffing in eens van 1 pCt. van de
kapitalen. Bij een 40-urige werkweek konden
veel meer arbeiders te werk worden gesteld
en zoo is er meer. Maar voor al deze maat
regelen wordt de Nederlandsche arbeider kop
schuw gemaakt.
Spr. eindigde met een opwekking zich aan
te sluiten bij het socialisme, al was het alleen
uit menschelijkheid. De weg naar het socia
lisme kan niet achteruit leiden.
Hierna was het woord aan den heer Ger
il a r d.
Aan de Statenverkiezingen moet krachtig
worden deelgenomen, aldus spr. De fascisten
weten tegenwoordig met groot talent allerlei
onzin te verspreiden. Zij bemoeien zich nu
alléén met de Statenverkiezingen, juist om-
(Van onzen correspondent.) i
Brussel, 20 Maart.
Zelden of nooit vertoonde de politieke toe
stand van België een zoo merkwaardig as
pect als heden. Wat toch is het geval? De re-
geering-Theunis, steunend op een vrij groote
meerderheid en bestaande uit politici aan
gevuld met vaklieden buiten het politieke le
ven staande, verkreeg de vorige week de vol
machten. welke noodig geacht worden om
met succes aan de crisis het hoofd te kunnen
bieden. Daarop gingen de vier ministers naar
Parijs, hadden een belangrijk onderhoud met
hunne Fransche collega's en het ganse he
land verwachtte dat nu krasse maatregelen
genomen zouden -worden om inflatie te voor
komen en om speculaties in het Belgische geld
tegen te gaan.
In plaats daarvan leggen de heeren er.
zonder eenige voorbereiding, het bijltje bij
neer en hebben daarmede een toestand ge
schapen van hoogst ernstigen aard. De heer
Theunis heeft in het parlement een korte
verklaring afgelegd, welke men in de dag
bladen heeft kunnen lezen en daarna heeft
hij zijn motieven nader uiteengezet in een
radiorede. Hierin beweert hij onder anderen,
dat de meerderheid, waarop hij steunde onbe
trouwbaar was. Dit argument nu, waaraan de
eerste minister bijzondere waarde hechtte
voor de verdediging van zijn houding, is alge
meen buitengewoon zonderling gevonden. Een
meerderheid had het kabinet-Theunis noo
dig voor het verkrijgen van bijzondere vol
machten. Het parlement moet zich zélf uit
schakelen. Van het- oogenblik af echter dat
dr. Theunis zijn bevoegdheden gekregen had,
behoefde hij zich niet meer om de structuur
en de stevigheid van een parlementaire meer
derheid te bekommeren. De bijzondere vol
machten dienen juist om in bijzondere ge
vallen beslissingen en maatregelen te kunnen
treffen buiten het spel van de politiek om.
Deze volmachten worden voor een beperkten
tijd gegeven. Na afloop daarvan is de regee
ring verantwoording schuldig en bij die ge
legenheid heeft het parlement, zijn souverai-
rec-hten weer hernemend, dè gelegenheid
zich over het beleid uit te spreken. Eerst
dan kan de regeering' de consequenties trek
ken. Het absurde van Theunis' houding i:
deze: dat hij zich. met toestemming van het
parlement, tijdelijk aan het parlementaire
stelsel onttrekt en dat hij, liever dan zijn per
soonlijke onmacht te bekennen, toch aan dat
stelsel de mislukking van zijn optreden toe
schrijft. De logica is hier zóóver te zoeken, dat
zelfs bladen, welke absoluut niet tot de op
positie behooren. zich in verontwaardigde ter
men over dit kabinet uitlaten en van verschil-
dat de Staten de trede vormen naar de Eer
ste Kamer en deze heeft een geweldigen in
vloed. Maar de Staten verkiezen nog 'n ander
lichaam, het machtigste in Nederland: het
college van Ged. Staten. Want Ged. Staten
hebben een geweldige macht tegenover de ge
meentebesturen.
Een derde factor is, dat de beteekenis der
Staten veel grooter is dan mij algemeen denkt.
Staten veel grooter is dan men algemeen denkt
verboden en wat niet speciaal des Rijks is-
Zoo hebben de Staten van Noord-Holland veel
tot stand weten te brengen, omdat zij zich
zijn gaan inlaten met vakonderwijs, met on
derwijs aan zwakzinnige kinderen en met
nazorg, met- zorg voor pvaetuberculeuse kin
deren, winterverpleging van zwakke kinde
ren, de volksgezondheid in het algemeen,
werkverschaffing, een wegenplan voor de pro
vincie, steun aan den tuinbouw enz. De Staten
zijn met deze bemoeiingen begonnen van het
oogenblik af dat d>e invloed der arbeidersbe
weging in de Staten merkbaar werd,
Een niéuwe factor heeft nu aan de Staten
verkiezingen een geheel nieuwe beteekenis ge
geven.. Tot nu toe werd in Den Haag over
't algemeen alies wat de Staten van Noord-
Holland deden, goedgekeurd. Maar nu is er
een Ambtenarenwet gekomen, die aan het
hoogste gezag in het land de bevoegdheid
heeft gegeven om, als een lagere instantie re
gelingen maakt voor haar ambtenaren
werklieden, die in Den Haag niet goed worden
gevonden, dien lageren instanties zijn wil op
te leggen.
Zoo hebben we de onverkwikkelijke geschie
denis met het provinciaal salarisreglement
gekregen. Achter deze geschiedenis zit de
wensch der Nederlandsche industrieelen, die
de loonen van hun arbeiders verlagen willen
als 't ware via de provinciale ambtenaren.
Het is dus noodig dat er in de Staten een
zóó groote arbeidèrsvertegehwoordiging Komt,
dat de Staten tegen den minister zullen dur
ven'zeggen: wij wenschen uw wil niet te doen.
Dan heeft de minister wel het recht het met
zijn ambtenaren zelf te doen, maar dat is op
den duur niet vol te houden, want dat is een
waanzinnige wijze van werken.
„Wij wachten op u den 17en April!" eindigde
spreker.
lende kanten noemt men wat Theunis deed:
een vlucht onder het oog van den vijand.
,La Nation Beige", het super- nationalis
tische antiparlementaire dagblad, stelt als
eisch, dat de ministers onafhankelijk, on
baatzuchtig en doortastend moeten zijn en
het is juist gebrek aan deze drie eigenschap
pen, welke Theunis' werkzaamheid onmogelijk
maakten. De eerste minister heeft wel in zijn
beide redevoeringen geprobeerd de aandacht
,f te leiden, door de schuld zoowel aan de op
positie, als aan een deel van zijn eigen meer
derheid te geven en hij heeft met nadruk ver
kondigd, dat .het gebrek aan vertrouwen hem
iedere actie onmogelijk maakte; maar hij
vergat er bij te vermelden waar dat gebrek
aan vertrouwen uit voortkwam Vertrouwen is
een zaak welke zich niet dwingen laat. Men
heeft vertrouwen in een persoonlijkheid of
men heeft het niet. Maar het gaat niet op te
eischen. dat men op commando en plotseling,
begint te vertrouwen! Het is nu eenmaal een
feit, dat de heeren Gutt, Francqui en Theu
nis. die de kern van dit kabinet- vormen, nóch
het volle vertrouwen van de Kamer nóch dat
van het volk hebben kunnen verwerven. Wij
laten geheel buiten beschouwing of dit te
recht of ten onrechte is, wij constateeren
slechts het feit.
Het volk. de breede laag, redeneert simplis
tisch, maar lang niet altijd onjuist. En het
gezond verstand is, vooral hier in België, nog
in ruime mate in de massa vertegenwoordigd.
De eenvoudige man redeneert ongeveer aldus:
er is een wereldcrisis waar betrekkelijk wei
nig aan te doen is, maar de gevolgen daarvan
zijn in België drukkender dan elders; de
moeilijkheden welke én de staat èn de han
deldrijvende middenstand ondervinden, ko
men voor een belangrijk deel voort uit een
gebrek aan openbare middelen en uit de bui
tengewoon hooge rentevoet. Verbetering kan
dus" alleen verwacht worden, wanneer men
er in slaagt het crediet aanzienlijk goedkoo-
per te maken en te zorgen dat de belastingen
beter binnen komen. Vooral de groote inko
mens verstaan de kunst om door de mazen
van het fiscale net heen te kruipen en, ver
geleken bijvoorbeeld bij Holland, is hier de
controle een aanfluiting. Hoe kan men nu,
zegt de man van de straat, van een regeering
van bankiers verwachten, dat zij ons deze
twee verbeteringen tegen hun eigen belan
gen ingaande zullen brengen? En niemand
weet hierop een afdoend antwoord te geven.
Wij mogen niet vergeten, dat de vermenging
van de regeeringszaken met het bankwezen in
geen. land zoo innig en zoo openlijk is als hier.
In géén staat neemt een bank een positie in
als de Société Générale in België. En niet
slechts de linksche oppositie heeft dezen wan
toestand herhaaldelijk gehekeld; neen, de
krachtigste tegenstand ging uit van een ka
tholieken oud-minister dr. Paul Crockaert,
aan wien iedere revolutionnaire gezindheid
vreemd ls. „Le Mur d'Argent", waartegen alle
onafhankelijke ministers te pletter loopen, is
een beeld van hèm afkomstig en het is een
gevleugeld woord in de Belgische politiek ge
worden. Er heerscht hier te lande een alge
meen gevoel, dat de ongeloofelijke macht door
de groote banken op de regeering uitgeoefend!
In het algemeen gesproken, funest is en in het.
bijzonder de oplossing der crisis-moeilijkheden
belemmert. Men wenscht een volkomen onaf
hankelijk kabinet, dat de macht en de moed
heeft, telkens wanneer het algemeen belang
dat eischt, dwars tegen de belangen der geld
magnaten in te gaan. Men voelt, dat de innige
verstandhouding tusschen particuliere bank
instellingen en de regeering een onding is,
waar zoo spoedig mogelijk een eind aan ge
maakt moet worden tot heil van België. En
men heeft het daarom nooit kunnen verkrop
pen, dat na den val van De Broqueville, de
drie voornaamste portefeuilles juist in han
den van- de bankiers gesteld werden. Men wil
niet door de bankiers geregeerd worden, om
dat men beseft d'at het in de tegenwoordige
omstandigheden dikwijls noodig kan zijn té
gen de bankiers te regeeren.
Men zou er zeer verkeerd aan doen, wan
neer men uit de twee redevoeringen van Theu
nis concludeerde, dat de oppositie tegen zijn
beleid uitsluitend door de socialisten gevoerd
werd. Er is in Óen lande een sterke oppositie,
welke absoluut niets te maken heeft met de
bestaande politieke partij forma ties en die uit
sluitend gericht is tegen wat men algemeen
noemt: de hegemonie van het geld Onder de
katholieken, die d-us tot de regeeringsmeer-
derheid behoorden, bestond en bestaat dezelf
de afkeer tegen den invloed van het bankwe
zen op de politiek als bij de socialisten.
Het is moeilijk te zeggen waar dit alles toe
leiden zal. Het waarschijnlijkste is een natio
naal zakenkabinet waarin de drie partijen'
(R.K., Liberalen en S. D. A. P.) vertegenwoor
digd zijn. De hoofdzaak, die tegelijkertijd de
basis van een vruchtbare samenwerking kun
nen zijn, is en blijft het behoud van de goud-
frank.
ONZE DACELIJKSCHE KINDERVERTELLINC
CONCERT VAN DE JOHEZ HARMONIE.
Het programma van het concert op Zondag
23 Maart te geven door de Johez Harmonie
te Haarlem, directeur J. A. Meng, van 15 tot 17
Brittannië een gevoel van ontsteltenis schier uur op het tentoonstellingsterrein luidt als
van wanhoop hadden gewekt alleen te verge
lijken met dat van 1914.
Groot Brittannië diende naar de meening
van Lansbury Simon met een geheel nieuw
mandaat naar Berlijn te zenden. Het zou zich
bereid moeten verklaren om met de andere
naties goed te vinden dat de groote lucht-
routes worden geïnternationaliseerd en open-
r. eld voor alle landen.
Een internationale conferentie aanbevelend
ter bestudeering van alle quaesties die de
naties verdeelen besloot Lansbury met te zeg-
volgt:
1. Einzug der Gladiatoren. Marsch, Fucik.
2. Ouverture Leichte Kavallerie, F. van Suppé
3. Pastoral Songs Waltz, H. Basquit
4. Ged. uit Cavalleria Rusticana,
Mascagr
5. Odeon, Marsch Ant. Fierol r'
6. Ouverture Les Cloches de Corneville,
Planque i
7. Mazurka de Concert, G. Goubli
8. Geschichten. aus dem Wiener wa1-'
Joh. Strauss.
Terwijl zij weer op stap zijn vertelt de vogel Elewijn: „Ik geloof,
dat ik al weet, welke prins die heks heeft omgekocht. Ik heb een oom,
die naar ik weet geen rechten op de troon bezat, tenzij ik eens ver
dwijnen zou dat is nu gebeurd door middel van die heks. Na mijn
vader wordt nu niet ik, maar hij koning. Oom. Kalerad heeft het die
heks bevolen en laat mij nu als een vogeltje over de aarde zwerven.
O, was ik maar weer een mensch!"
„Ik zal trachten je te helpen," sprak Thijs, „het beste is, dunkt
mij, eens snel naar het slot te gaan."
RADIOPROGRAMMA.
ZATERDAG 23 MAART 1935-
HILVERSUM, 1875 M. VAR A-uitzending.
8.00 Orgelspel C. Steyn. 8.20 Gram.pl. 10.00
Morgenwijding VPRO. 10.15 Voor arb. i. d.
continubedr.: „De Zonnekloppers", o.l.v. C.
Steyn, „De Flierefluiters", o.l.v. E. Walis,
VARA-tooneel o.l.v. W. v. Cappellen, en gram.
platen. 12.00 „Orvitropia", o.l.v. J. v. d. Horst.
12.45 Jazzprogramma (Op gr.pl.) 1.00 VARA-
orkest o.l.v. H. de Groot. 1.45 Zenderverzor-
ging. 2.00 „Hoe de toonkunst groeide". 2.20
Lezing over jazz, door W. Verbeucken met
gram.pl. 2.40 „Hoe een vreemdeling Holland
en de Hollanders ziet", dialoog tusschen een
Hollander en een buitenlander. 3.00 Lex van
Spall en zijn orkest, en Bobby 't Sas (zang).
3.30 R'damsch Philh. Orkest o.l.v. S. Swaap,
m.m.v. Eduard en Marinus Flipse (piano), en
W. Ravelli (bas). 4.30 L. M. G. Arntzenius:
Bach en de huidige muziekcultuur. 4.50 Ver
volg orkestconcert. 5.40 Literaire causerie A.
M. de Jong. 6.00 Sam Nyveen's Syncopators.
6.15 De Flierefluiters, o.l.v. E. Walis. 6.30 M.
WeersmaDe Stylistiek in het pianospel, hier
na pianorecital door M. Weersma. 7.15 To v. d.
Sluys (sopraan) en B. Renden (piano). 8.00
Herh. SOS-ber. 8.03 Gram.pl. 8.30 VARA-
Maandrevue, m.m.v. X-X-Ensemble o.l.v. C.
Steyn, J. Remy en P. Collins (zang) en tooneel-
spelers. 9.00 Vaz Dias en VARA-Varia. 9.15
VARA-orkest o.l.v. H. de Groot. 9.45 Bont
programma, m.m.v. de verschillende VARA-
orkest en solisten. 12.00 Sluiting.
HUIZEN, 301 M. KRO-uitzending. 2.30—3.45
V. L. R. A.
8.00—9.15 en 10.00 Gram.pl. 11.30—12.00
Godsd. halfuur. 12.15 Schlagermuziek en Gram.
platen. 2.00 Voor de jeugd. 2.303.45 V.L.R.A.
4.00 Causerie. 4.30 Voor de kinderen. 5.30 Es
peranto 5.45 Orkestconcert en lezing. 7.15 Cau
serie. 7.35 Gram.pl. Om 8.00 Vaz Dias. 8.35
Schlagermuziek m.m.v. vocaal ensemble.
10.15 Gram.pl. 10.20 Populaire muziek. 10.30
Vaz Dias. 10.35 Orkestconcert. 10.50 Populaire
muziek. 11.00 Orkestconcert. 11.3012.30 Gra-
mofoonplaten.