EEN LIEFDE IN CHINA Op de Nieuwe Ooster Begraafplaats te Amsterdam heeft Vrijdag de teraardebestelling plaats gehad van wijlen mr. P. Coninck Westenberg, oud-president der Amsterdamsche rechtbank. Op de begraafplaats Op den eersten dag van de lente in Hyde Park te Londen. De .Normandie", de nieuwste aanwinst der Fransche koopvaardijvloot, nadert te St, Nazaire haar voltooiïng en zal over een maand den eersten Oceaantocht aanvaarden Generaal Snijders heeft Vrijdagmiddag de nieutCe luchtvaartaf deeling van het Scheepvaartkundig Instituut te Rotterdam officieel geopend In de vergadering van de afdeeling voor Electrotechniek en Technische Natuurkunde van het Kon. Instituut van Ingenieurs, werd Vrijdag te Delft aan dr. A. F. Philips de dr. ir. De Groot-plaquette uitgereikt In de verschillende huishoud- en nijverheidsscholen te Rotterdam is men thans druk bezig met het bakken van oliebollen, voor den oliebollendag welke op 26 Maart gehouden wordt ten bate van het Rotterdamsche Crisis Comité FEUILLETON. Uit het Engelsch door BEN BOLT. „Maar hij weet nog niet, wat u voor mij gedaan hebt. Als ik het hem verteld heb, zal hij heel dankbaar zijn. Hij zal u zeker zijn dank willen betuigen". „Ik verlang absoluut geen dank", klonk hef luchtig. „Het is voldoende dat ik u van dienst .heb kunnen zijn". Onder het spreken wierp hij een vluggen blik naar haar vader, die nu met den Chinees aan het praten was. Hij was verbaasd, en lich telijk ontsteld door de intensiteit waarmee de oogen van de Oosterling op hem gevestigd •waren. „Wie is die Chinees?" vroeg hij snel aan •Kathleen. „Een oude bekende?" Het meisje kleurde even, toen ze antwoord gaf. j „Hij heet Li Weng-Ho. Hij is mandarijn en gouverneur van een provincie waar mijn vader een huis heeft". „En waar is dat?" 1 De vraag kwam haastig. Forsyth had opge- merkt, dat Leiand Barrington zich van der. mandarijn had losgemaakt en op hen toe- i hep. „In Yong-Foo aan de Pi.Kiang Dr Dick Forsyth schrok zichtbaar, maar voor'hij iets zeggen, of het meisje iets vragen kon, bereikte de rauwe stem van Barrington hun ooren. „Tijd om heen te gaan, Kathleen! Je moet maar even afscheid van Li-Weng-Ho ne men". Er kwam een opstandige uitdrukking op het gezicht van het meisje en een oogenblik dacht Forsyth, dat ze in openlijk verzet zou uit barsten. Maar die trek verdween en glim lachend stak ze de hand uit. „Adieu, Dr. Forsyth. Ik ben heusch buiten gewoon dankbaar voor den dienst, dien u me bewezen hebt. Ik hoop, dat we elkaar nog eens zullen ontmoetten". „Dat lijkt me heel waarschijnlijk" .antwoord de de dokter en het wenkbrauwen fronsen van Leiand Barrington negeerend, nam hij de aan geboden hand. „China is wel een groot land, maar „Vooruit, Kathleen. Weng-Ho wacht". „Er kwam een pijnlijke blos op het gezicht van het meisje bij dit onhebbelijke optreden van haar vader, maar ze ging met hem mee en Forsyth vervolgde zijn weg naar de deur. De Chinees, die hem binnengelaten had, deed hem uitgeleide en op straat gekomen, bleef de arts even stilstaan om zijn gloeiend gezicht door den avondwind, waarin de lantaarns heen en weer schommelden, te laten afkoelen. Leiand Barrington, schoot hem door den geest, hield er een abrupte manier op na om een kennismaking in de kiem te smoren en De gedachte knapte af. toen een oogen- schijnlijk dronken zoon van 't Hemelsche rijk tegen hem aanbotste. Maar de late vogel kon niet zoo dronken zijn als hij zich voordeed, want toen Forsyth zich met een ruk omkeerde, keek hij recht in een paar doordringend zwarte kraaloogen. die hem vast en onderzoekend aanstaarden. Toen ging de Oosterling zijn's weegs, zwaaiend en strompelend en werd opgenomen in de scha duwen van een bloemenboot, waarvan de 'ichten reeds zedoofd waren. Forsyth's blik volgde hem. De zwaaiende gang bedroog hem niet. Tot dit gestadige uitvorschende kijken was geen man in staat, wiens brein beneveld was door alcohol of opium. Toen flitste hem door het hoofd, dat de man zich had willen vergewissen, dat hij niet iemand anders was en hij herinnerde zich de teekens die de bankhouder aan de fan-tan tafel gegeven had. Na enkele oogenblikken begon hij lang zaam de kade af te loopen, maar toen hij eveneens in de schaduw van het donkere woonschip was gekomen, bleef hij opnieuw -stilstaan. Zijn scherp gehoor had het geluid van zacht fluisteren opgevangen en hij leidde daaruit onmiddellijk af, dat de man die zijn onderzoekenden blik op hem had gericht, niet alleen was, maar zich in hinderlaag had gelegd met ten minste één metgezel. Deze conclusie deed hem vlug besluiten en in een nog langzamer tempo dan waarin hij gekomen was, aanvaardde hij den terugtocht in de richting van het „Paleis der Tienduizend Zaligheden". Inmiddels werd de deur daarvan geopend en in de breede lichtbaan, die het duister doorkliefde, verscheenen de gestalten van geland Barrington en zijn dochter, op straat. Ijlings stapte Forsyth op hem toe. „Dezen kant uit, Mr. Barrington", drong hij, wijzend in de tegenovergestelde richting als die, waaruit hij teruggekeerd was. „Ik ge loof dat een paar kerels u staan op te wach ten daar in het donker". „Hoe komt u daar zoo bij?", klonk het ruw. „Ik zag, dat er een teeken gegeven werd toen u de fan-tan-tafel verliet. Ik veronder stel, dat u veel geld gewonnen hebt en het lijkt me toe, dat ze niet veel zin hebben, u daarmee te laten vertrekken. Hoe dan ook, er houden zich in de schaduw van die donkere boot daar, minstens twee mannen schuil en ik durf er een eed op te doen, dat ze het op u ge munt hebben". Barrington's oogen, zichtbaar in het schijn sel der lampen, glinsterden kwaadaardig. .Dacht u, dat Li Sing me te pakken wil nemen?" „Zooals ik zei, Mr. Barrington, ik denk, dat die heeren daar u willen beletten met uw winst weg te komen. Dat op zichzelf kan me geen steek schelen, maar ik zou zeggen, dat u met- het oog op miss Barrington beter doet langs •'en anderen weg naar huis te gaan". „Maar ik weet niet „Gaat u maar met mij mee"', viel Forsyth hem in de rede. „Ik heb zes maanden in dit gedeelte van de stad gewerkt, toen ik hier als zendingsarts begon. Overigens we moeten voortmaken". Zonder nog een woord te verspillen, richtte hij zijn schreden verder naar den tegenover- gestelden kant en Kathleen Barrington en haar vader voegden zich naar zijn leiding. Toen zij buiten den lichtcirkel van de lantaarn vóór Li Sings boot traden, keek Forsyth om zich heen en Barrington draaide zich om op hetzelfde oogenblik. „Ah!" hijgde de handelaar. „U had gelijk. Zag u dat?" „Ja", was het gedempte antwoord. Ze hadden vier mannengestalten in den matten schijn zien opdoenen en dezelfde rich ting inslaan, als waarin zij gingen. „Dat ziet er beroerd uit", bromde Barring ton. „We moeten er maar een spurt inzetten, tenminste als dat in dit helsche donker mo gelijk is". Zoo hard ze konden, liepen ze voort; half hollend. Forsyt-h wees den weg over een menigte wankele, smalle bruggetjes dwars over een paar rijen booten, waar op dit uur alles in zwijgen en duister gehuld was. om ten slotte een houten brug te bereiken, rustend op 'n boot, die midden in een der vele waterwegen gemeerd lag. Op de schuit maakten ze even halt om te luisteren. Behalve een zacht ge murmel van water, was de stilte absoluut. Geen geluid wees op vervolging. „We hebben ze lekker voor den mal ge houden", grinnikte Barrington voldaan. De woorden waren ternauwernood uit zijn mond, of vóór hen brak de kreet van een zeevogel door den nacht. Onmiddellijk werd hij beantwoordde schreeuw kwam nu van achteren. „Dat is eigenaardig!", fluisterde Kathleen's vader. ..Zeker", beaamde de dokter kalm. „Het be- 'eekent, vrees ik, dat we in een val zitten DieHij viel zich zelf in de rede en vroeg: „Kunt u zwemmen?" „Zwemmen? Neen. Wat haalt u in vredes- naam in,,uw hoofd?" - „Ik had gedacht, dat het 't beste was in het water te springen en naar de volgende brug te zwemmen". „Geef mij maar vasten grond onder dé voeten", was het geprikkelde bescheid. „Ik voel er niets voor om onder water te worden gehouden als een kat, die ze willen verdrin- ken". „Dap zit er niets anders op dan te rennen.; Als het niet gelukt „Het moet gelukken. Bent u gewapend?" „Neen. Het is tegen de voorschriften van de zending om wapens te dragen". „H'm!" Barrington's toon liet geen twijfel aan zijn diepe minachting voor de mannen der zending en hun gewoonten. Daarop ver- volgde hij kwaadaardig: „We kunnen hier niet blijven wachten „Neen. Ik zal voorop gaan. Miss Barrington tusschen ons in. En let u alsjeblieft goed op mogelijke aanvallen van achteren". Dick Forsyth zette zich weer in beweging. Hij had geen andere verdedigingsmiddelen - dan zijn handen: zelfs geen stok. Toen hij bij het brughoofd aan de andere zijde kwam, spande hij zijn oogen tot het uiterste in om te ontdekken of er onraad was. Het was vrijwel pikdonker vóór hem en eerst kon hij niets onderscheiden, maar haast direct werd het besef in hem levendig dat de aanwezigheid van hem en zijn metgezellen op de brug tengevolge van een schemerige lichtglans op het water zichtbaar moest zijn voor iemand die hen bespiedde. Toen lang zamerhand zijn blik meer ingesteld was op ti doordringen van de duisternis en in staat; vage omtrekken waar te nemen, werd hij zich bewust dat een paar schaduwige gedaanten op enkele meters afstand van het begin van het brughoofd, stonden te wachten. Een deel der vervolgers had blijkbaar een omtrekkende beweging weten uit te voeren en was er in geslaagd hen de pas af te snijden. De kreten van de zeevogels vóór en achter hen, waren signalen geweest dat de troepen hun stra tegische posities hadden ingenomen. (Wordt vervotedJ I

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1935 | | pagina 16