£ez humt del li moücU^ UêH}
Het uitverkoop-
ontwerp.
MAANDAG 25 MAART 1935
HAARLEM'S DAGBLAD
3
(Adv. Ingez. Medj
Brederode-herdenking in den
Stadsschouwburg te
Amsterdam.
Bezoekers in outl-Hollandsch costuum.
Ter gelegenheid van het 350ste geboortefeest
van den grooten blijspeldichter Brederode
heeft zich te Amsterdam een comité gevormd,
dat op waardige en tegelijk vroolijke wijze de
nagedachtenis van Brederode wil eeren. Het
Comité heeft hiertoe de medewerking ver
worven van het tooneelgezelschap De Jonge
Spelers, onder leiding van Ben Groenevela,
welk gezelschap reeds vele jaren enkele stuk
ken van Brederode als ..De Klucht van de
Koe" op zijn repertoire had en met succes,
zoowel te Amsterdam als in provincie hon
derden malen opvoerde.
In een persconferentie deed Dr. J. B. Sche
pers. voorzitter van het comité, ons eenige
mededeelingen over de waardeering. die Bre
derode bij het groote publiek, in kringen van
geleerden en letterkundigen, meer en meer
verkrijgt.
Men verwacht dan ook. dat de Brederode-
herdenking die op 2 April in den Stadsschouw
burg te Amsterdam wordt gehouden, een groot
succes zal worden.
Aan de opvoering zullen behalve De Jonge
Spelers ook het College Musicorum medewer
ken, terwijl Dr. J. B. Schepers, de herdenkings
rede uitspi'eekt. Opgevoerd wordt „De Klucht
van de Koe", de monoloog van Sijmen met een
bruilofts-scène met muziek, dans en voor
dracht van gedichten door Starter en de dia
loog tusschen Teuntje en Sijmen.
In de foyer zal men dan tijdens de oauze
een tentoonstelling kunnen bezichtigen. Deze
omvat velerlei bijzonderheden omtrent den
dichter, zijn tijdgenooten van den Muider-
kring, den tijd en het Amsterdam waarin hij
leefde. Afbeeldingen van opvoeringen speciaal
van de Brederodeherdenking in 1885. Slechts
drie van de tooneelspelers. die toenmaals aan
dien herdenkingsavond medewerkten, zijn nog
in leven en werden door het comité uitgenoo-
digd. n.l, de heer en mevrouw Schwab en Anna
Sablairolles.
Het dispuut Brederode een afdeeling van het
Studentencorps zal met ongeveer vijftig man
in oud-Hollandsch costuum op de eerste rijen
plaats nemen en zoodoende een overgang vor
men van het tooneel naar de zaal. Hoewel men
verzocht wordt in avondcostuum te komen,
stelt men het bovenal op prijs, indien de be
zoekers in oud-Hollandsch costuum zullen ko
men teneinde de gewenschte en waarachtige
Breero-sfeer te bereiken. De schouwburg wordt
bovendien extra versierd. Er komen wafelen-
kramen. tonnen Poorters Toeback met de
Goudsche Pijpen enz. en wanneer Breeroo's
geest van het tooneel op de zaal ..zal over
slaan" staat alles bereid deze herdenking tot
een onvergelijkelijk feest te doen worden.
De schilderijenverzameling-
Kröller.
Het landgoed de „Hooge Veluwe" zal in een
stichting worden ondergebracht, waarbij de
regeering levens de beroemde schilderij en-ver
zameling Kröller ten geschenke zal ontvan
gen. Deze collectie is vooral bekend door de
vele van Gogh's, welke erin zijn opgenomen.
De overdracht ervan is nog niet geheel ge
regeld. daar de zaak onverbrekelijk verband
houdt met de stichting, welke tot behoud van
de „Hooge Veluwe" zal worden gevormd.
Chauffeur Het zijn slachtoffer
liggen.
Hij werd echter door de politie opgespoord.
In den nacht van Zaterdag op Zondag had
op de Rademarkt te Groningen een ernstige
aanrijding plaats. De 35-jarige ongehuwde
treinpoetser L. E., die per rijwiel naar huis
terugkeerde, werd door een personenauto aan
gereden. De bestuurder van deze auto reed na
de aanrijding door. Ernstig gewond werd het
slachtoffer naar het Academisch Ziekenhuis
overgebracht. Zijn toestand was Zondagavond
zeer zorgwekkend.
Zondag kon de politie den bestuurder van de
auto, den 24-jarigen garagehouder W. J. A. R.
te Groningen aanhouden.
Uit Haarlem's Dagblad van 1885.
25 Maart:
De Amsterdamsche Rytuigmaatschap-
pij heeft haar tarief voor stationnnee-
rende rijtuigen verlaagd op 50 ct. per
half uur. 80 ct. per vol uur. hetgeen
goedkooper is dan in de meeste groote
buitenlandsche steden.
Het voortbestaan van dezen tak van
dienst zal in hoofdzaak er van af
hangen, of het publiek bij het verlaag
de tarief een genoegzaam gebruik van
dit vervoermiddel zal maken, om het
behoud daarvan althans zonder verlies
mogelijk te maken.
De heer Th. Lancée
De heer Th. Lancée, sedert 1928 directeur der
Rijkskweekschool voor onderwijzers alhier,
werd 2o April 1871 te Wijk bij Duurstede ge
boren en opgeleid voor onderwijzer aan ae
Rijkskweekschool te Nijmegen.
Hij begon zijn loopbaan als onderwijzer te
Wijk bij Duurstede, onder leiding van zijn va
der die daar hoofd der school was en van wien
hij pleegt te getuigen, dat hij van hem op het
gebied van onderwijs en opvoeding meer heeft
geleerd dan van wien ook in zijn verder on-
derwijzersbestaan. Daarna werd de heer Lan
cée onderwijzer in de hoogste klasse van een
school te Utrecht, die opleidde voor de toela
tingsexamens voor H. B. S. en Gymnasium.
Op zijn 29e jaar ging hij naar Amsterdam,
als hoofd der O. L. School, eerst van een 7-
klassige. daarna van een 14-klassige en ten
slotte van een opleidingsschool. Ook was hij
te Amsterdam leeraar in de Nederlandsche
taal en letterkunde aan de afd. B (opleiding
voor de hoofdakte) van de Gemeentelijke
Kweekschool.
In 1916 werd de heer Lancée directeur van
de Rijkskweekschool te Groningen. Daarmede
kwam een einde aan zijn functie van algemeen
voorzitter van het Ned. Onderwijzersgenoot
schap, welke functie hij ruim 10 jaren had be
kleed. In Groningen werd hem de leiding op
gedragen van de „Gemeentelijke Commissie
voor de Lichamelijke Opvoeding".
Het ingang van 1 September 1928 volgde hij
den heer J. G. Nijk op als directeur der Haar-
lemsche Kweekschool.
Sedert 3 jaar is de heer Lancée voorzitter
van de Plaatselijke Commissie van Toezicht
op het L O- en sinds 1920 dus van de in
stelling af lid van de 3e afdeeling van den
Onderwijsraad.
Zij tenslotte nog vermeld, dat de heer Lan
cée gedurende ruim 10 jaar als voorzitter den
Bond van Rijks-, Gemeentelijke en Neutrale
Kweekscholen heeft geleid.
Vrouw te 's-Gravenhage
vermoord.
Alg. Vereen, voor Bloem
bollencultuur.
Geen kans op kwijtschelding
der heffingen.
Het succes van „Flora".
De Alg. Vereen, voor Bloembollencultuur
hield hedenmiddag haar 176e algemeene
vergadering in het Krelagehuis alhier onder
leiding van haar voorzitter, den heer E. H,
Krelage, die in zijn openingsrede waardee-
rende woorden wijdde aan de nagedachtenis
van de overleden heeren Willem van der
Laan, K. Mantel Jzn. en J. C. van der Wey-
den.
Voortgaande zeide spr. dat er ditmaal een
aantal initiatief-voorstellen van af deelingen
te behandelen zijn, waarvan het Hoofdbe
stuur heeft gemeend, ze alle te moeten af-
%jjzen.
Het zou inderdaad buitengewoon gemak
kelijk zijn geweest, zeide spr. en het zou
misschien op velen uwer een prettiger indruk
hebben gemaakt die voorstellen te steu
nen. Het hoofdbestuur kon dit echter onmo
gelijk doen. omdat het volstrekt overtuigd is
dat het daarmede het vak allerminst een
dienst zou bewijzen. O. het is zoo gemakke
lijk bij de Regeering aan te dringen op kwijt
schelding der heffingen: waarom zou men
het althans niet vragen?
Ik mag misschien beginnen met te herin
neren. dat ik zelf reeds op 2 Februari, toen
de Regeeringscommissaris. naar aanleiding
van een verzoek van ons hoofdbestuur om
de heffingen in een auditiëntie met den Mi
nister van Economische Zaken te mogen be
spreken. door den Minister was verzocht om
die bespreking met belanghebbenden te voe
ren, heb aangedrongen op een aanzienlijke
vermindering van de met Mei te betalen
heffingen, alsmede van de nieuwe nog op te
leggen heffingen. Dit Is geschied lang vóór
eenig adres van welke vereeniging ook daar
over verzonden werd.
Er is geen verschil van meening over, dat
deze heffingen zeer zwaar zullen drukken op
het geheele bloembollenvak en dat er iets op
gevonden moet worden, om dien druk te ver
minderen.
Maar wanneer men zoover zou willen gaan,
om overneming van die heffingen door de
Regeering te vargen, d w.z. geheele kwijt
schelding van de verschuldigde bedragen, en
dus feitelijk zou aandringen op Regeerings-
steun tot het volle bedrag der heffingen, dan
acht ik het mijn plicht daartegen namens
het hoofdbestuur ernstig te waarschuwen.
Na de door den Regeeringscommissaris
uitgeschreven vergadering had ik gelegen
heid dit onderwerp met den Minister te be
spreken. Daarbij is mij ondubbelzinnig ge
bleken, dat de kans op kwijtschelding der
heffingen gelijk nul te stellen is. en dat. in
dien er, hoe onwaarschijnlijk dit ook zijn
moge. toe zou worden <>-ergegaan. daaraan
door den Minister zoo^nige bezwarende
voorwaarden van teeltbeperking verbonden
zouden worden, dat men zich nog wel eens
goed bedenken mag voor men zijn hoofd
moedwillig in dezen strop steekt.
Het is van RegeeringsstandDunt gezien
volkomen rationeel, dat. bijaldien er steun
uit het Landbouwcrisisfonds zonder terugbe
taling zou verleend worden, getracht wordt
de bedragen voor vergoeding van ingelever
de voorraden zooveel mogelijk te beperken,
m.a.w. door een onverbiddelijke teeltbeper
king te zorgen, dat er geen overschotten
zullen zijn.
Zij, die aandringen op Regeeringssteun in
dezen vorm, zien klaarblijkelijk alleen het
vooruitzicht om aan de heffingen te ontko
men, en beseffen blijkbaar niet dat daar
aan bij verwezenlijking van hun wenschen
buitengewoon schadelijke gevolgen verbon
den zouden zijn, die veel en veel zwaarder
zouden drukken dan de heffingen zelve.
Daarom heeft het hoofdbestuur ernstig
tegen dien gang van zaken gewaarschuwd
en een andere oplossing aanbevolen, die prin
cipieel de heffingen onaangetast laat, maar
de betaling vergemakkelijkt. Misschien gaat
dit voorstel niet ver genoeg en zijn er in die
richting nog grootere faciliteiten te overwegen
Daarover valt te praten, maar men dringe
niet aan op kwijtschelding der heffingen, zoo
als in een adres van enkele vereenigingen is
geschied.
De Regeering heeft zonder eenig overleg
met het bedrijf geweldig hooge heffingen vast
gesteld. waartegen onzerzijds reeds in Augus
tus 1934 ernstig bezwaar is gemaakt. De amb
tenarij is nu eenmaal duur en omslachtig en
zoolang wij daaronder zitten, zullen wij onder
die ondragelijke lasten blijven zuchten.
En daarom zeg ik u nogmaals: Steek uw
hoofd niet verder in dien strop, maar tracht
er levend uit te komen. Wij moeten-van de
Regeeringsinmenging in ons bedrijf zien af te
komen. Natuurlijk langs geleidelijken weg en
misschien niet in alle onderdeelen. Maar
tracht u in allen gevalle financieel on
afhankelijk te maken van de Regeering, want
hoe meer gij u aan handen en voeten gebon
den aan de Regeering overgeeft, des te langer
zal het duren eer gij uw zelfstandigheid her
wonnen hebt, Op den persoonlijken steun van
Minister Steenberghe kunnen wij daarbij
rekenen. De Minister heeft mij onomwonden
verzekerd, dat hij een vermindering of liqui
datie der crisisbemoeiïngen voor ons bedrijf
ten zeerste zou toejuichen.
Een ander punt, waarop het hoofdbestuur
een afwijzend prae-advies heeft uitgebracht,
betreft de zoogenaamde vaste lasten. Het
voorstel der afdeeling, waarin dit punt aan de
orde wordt gesteld, noemt slechts de polder-
lasten en in het praeadvies van het hoofd
bestuur is uiteengezet, waarom er geen aan
leiding is om in 't algemeen op verlaging dezer
lasten aan te dringen. Misschien had men ge.
wenscht dat het hoofdbestuur zich ook over
andere lasten, bijv. hypotheekschulden, had
uitgelaten. Intusschen zijn hierover door de
Regeering merkwaardige mededeelingen in de
Tweede Kamer gedaan, welke maatregelen
aankondigden, die het geheele hypotheek
recht op land- en tuinbouw-eigendommen
aantasten en wel eens het zeer ongewenschte
gevolg konden hebben, dat geen cent meer
voor hypotheek op zulke eigendommen be
schikbaar wordt gesteld. Ik kan niet inzien
dat ons bedrijf, dat in zoo hooge mate op
credieten. ook door hypotheek gedekte, is, aan
gewezen, heel veel plezier van dien nieuwen
koers zal beleven en ik voorzie, dat al heel
spoedig uit de belanghebbende land- en tuin-
bouwkringen dringende beden zullen opstijgen
tot herstel van het geschokte vertrouwen in
het hypotheekrecht op landelijke eigendom
men.
Tenslotte gewaagde spr. van het onge
ëvenaarde succes van „Flora", („een bedrijf
dat zulk een tentoonstelling kan organi-
seeren kan niet ten onder gaan", aldus de
heer Krelage), dankte allen, die de tentoon
stelling hebben doen tot stand komen voor
hun geestdriftige en eensgezinde samenwer
king in 't bijzonder de heeren Van Waveren
en Voors en wenschte de heeren Valkering en
van Waveren geluk met de hun ten, deel ge
vallen Koninklijke onderscheidingen.
Liberale Staatspartij „De
Vrijheidsbond".
Algemeene vergadering te
Amsterdam.
Rede van jhr. ir. Van Lidth de Jeude.
Zondag werd te Amsterdam de algemeene
vergadering gehouden van de Liberale Staats
partij „De Vrijheidsbond".
De goedbezochte vergadering werd geleid door
mr. M. H. de Boer inplaats van door den voor
zitter van den Bond, die door ziekte verhin
derd was.
In zijn openingswoord herinnerde de voor
zitter aan het overlijden van ir. J. Kalff, die
op zoo eervolle wijze deel heeft uitgemaakt
van het kabinet. De leiding der partij was ver
heugd, toen jhr. ir. O. C. A. van Lidth de Jeu
de geroepen werd tot minister van Water
staat, omdat men weet hoe groot zijn be
kwaamheden zijn en tevens welk een goed cn
overtuigd liberaal hij is. Het verheugt spr., dat
de minister deze vergadering bijwoont. Ver
volgens gaf spr. eenige politieke beschou
wingen. waarin hij zeide dat alleen loonsver
laging oplossing van de moeilijkheden kan
geven. De regeering heeft echter nog steeds
niet gezorgd voor een wezenlijke versobering
van den Staatsdienst.
Gaarne wordt erkend, dat de versterking van
het gezag der overheid krachtig is ter hand
genomen. Meer dan ooit is in dezen tijd sa
menwerking van allen met allen noodig. In
één opzicht zijn onze wenschen niet vervuld.
Nog steeds is het mogelijk, dat volksvertegen
woordigers, die zoowel krachtens het Neder
landsche Staatsrecht als volgens hun eed ge
bonden zijn om de wetten des lands en het
algemeen belang te behartigen, ongestraft
van hun positie misbruik maken om de grond
slagen van den staat te ondermijnen.
Wat de toekomst aangaat, is er naar mijn
meening, aldus zeide spr., geen enkele reden,
deze regeering, die in haar buitengewoon
moeilijke taak de steun en medewerking van
alle goedgezinde Nederlanders noodig heeft, en
daarop ook aanspraak kan maken, ons "er-
trouwen op te zeggen. Dat beteekent niet, dat
wij haar blindelings zullen volgen. Enkele pun
ten in het bijzonder treden op den voorgrond,
in de eerste plaats onze vrijheid. Vrijheid is
onbestaanbaar zonder recht. Waakzaamheid
voor het behoud van onzen staat als rechts
staat is juist in dezen tijd bijzonder geboden.
Een andere overweging voor de toekomst zal
moeten zijn, of niet iets moet worden gedaan
om de voortdurende afbraak van het openbare
onderwijs te keeren, terwijl het bijzonder on
derwijs even welig als voorheen blijft tieren.
Ook de defensie vraagt de aandacht der li
beralen.
De vergadering liet een daverend applaus
hooren, nadat spr. zijn rede had beëindigd,
waarna het Wilhelmus werd gezongen. Na deze
openingsrede stelde de voorzitter voor een te
legram te zenden aan de Koningin, waarin ie
onverbrekelijke trouw van de ïeden van den
Vrijheidsbond wordt uitgesproken (hartelijk
applaus).
Voorts deelde de voorzitter mede, dat van
mr. Wendelaar een telegram was ontvangen,
waarin hij de Vrijheidsbond een goede verga
dering toewenscht. Een telegram" van ant
woord werd gezonden en de wensch van een
spoedig algeheel herstel werd uitgesproken.
Het woord was daarna aan den minister van
Waterstaat, Jhr. Ir. O. C. A. van Lidth de
Jeude. Spr. dankte voor het welkom hem toe
geroepen en erkende, dat hem een zware last
op de schouwers is gelegd, toen hij benoemd
werd als opvolger van wijlen min. kalff. Spr.
was het niet eens met hen die beweren, dat
de liberale partij zich liever afzijdig had moe
ten houden, want dan zou de partij haar in
vloed op den gang van zaken hebben prijsge
geven. Met de belangen en wenschen van de
partij behoorde toch rekening te worden ge
houden. Het is echter noodzakelijk, dat wij in
eigen kring, zei spr., duidelijk formuleeren, wat
wij wenschen, opdat de liberale begrippen niet
vervagen. Het is aan de algemeene vergade
ring de juiste formule te vinden, waarop in
stemming wordt gevonden van 't liberaal voe
lend Nederland.
Spr. hoopte, dat deze vergadering die juiste
formule zou vinden. Men zegt, zoo besloot spr..
dat we ons thans in de ebbe bevinden. Na de
ebbe komt de vloed. Spr. hoopte, dat de libe
rale partij in den vloedstroom met volle zeilen
Nederland zal binnenvaren (applaus).
Het jaarverslag, uitgebracht door dr. H. J.
Pippel, vermeldde o.m„ dat het aantal afdce-
lingen op 31 Dec. j-1. 362 bedroeg. Van deze
362 afdeelingen hebben 212 hun aantal leden
opgegeven. Zij telden 22172 leden. In het af-
geloopen jaar werden zes nieuwe afdeelingen
gesticht. Daarna werd aan den penningmees
ter, den heer S. v. d. Bergh, décharge verleend
van zijn beheer.
Bij de stemming voor de vervulling van vier
vacatures in het hoofdbestuur werden geko
zen mej. Mr. E. C. van Dorp, Mr. A. N. Mole-
Het ingediende wetsontwerp op uitverkoo-
pen en opruimingen, waarover ik in de ko
lommen van Haarlem's Dagblad reeds het
een en ander opmerkte, heeft in allerhande
toonaarden kritiek te verduren gehad, ter
wijl hier en daar en in 't bijzonder in de
middenstandspers juichtonen zijn aange
heven. In een opsomming van dit pro en
contra zie ik op dit oogenblik weinig heil.
Wel daarentegen in een beschouwing van het
feitenmateriaal van de Stichting Economisch
Instituut voor den Middenstand, verzameld
op verzoek van den Minister van Economi
sche Zaken.
Tusschen November 1933 en Februari 1934
werd in Amsterdam, Arnhem. Breda. 's-Gra-
venhage. Groningen. Maastricht. Rotterdam
en Utrecht materiaal verzameld door daar
voor aangestelde enqueteurs, die op het ver
moeden, dat ergens een uitverkoop zou wor
den georganiseerd, zich met den betrokken
ondernemer in verbinding stelden, teneinde
kennis te nemen van zijn opvattingen, om
trent het uitverkoopwezen. Het onderzoek
bepaalde zich voorts tot een zevental takken
van kleinhandel in bepaalde stadsgedeelten.
Daarbij is wel komen vast te staan, dat na
een geleidelijke toenming van het aantal
uitverkoopen in de maanden November en
December een sprongsgewijze vermeerdering
optreedt in de eerste weken van Januari,
terwijl het hoogtepunt tusschen 14 en 20
Januari werd bereikt. Het onderzoek toonde
voorts aan, dat het aantal uitverkoopen.
waarin alle in den voorraad aanwezige goe
deren ten verkoop worden aangeboden, we
gens opheffing van de winkelnering zeer ge
ring is. Vooral in de textielwinkels wordt de
voorraad dikwijls aangevuld' door speciale
naar, Prof. Mr. C. W. de Vries en A A. Baren-
dregt.
In huishoudelijke vergadering is het beleid
der Kamerfracties besproken. Bij die bespre
king kwamen vele moties in behandeling, waar
van er eenige, ingediend o.a. namens de afdee
lingen Bloemendaal, Soest, Arnhem, Gouda.
Utrecht en Leiden, het vraagstuk van de on
dersteuning van het bedrijfsleven en de werk-
loozen aanroerden.
Na zeer langdurige discussies vereemgde
het congres zich met de hoofdstrekking van
een motie ter zake van de afdeeling Leiden,
welke uitspreekt, dat uiterst urgent geacht
moet worden, dat de liberale Kamerfracties
met klem bij de regeering aandringen op een
principieele herziening van de tot nu toe ge
volgde politiek ten aanzien van den steun aan
den land- en tuinbouw, het overige bedrijfsle
ven en aan de werkloozen. ten einde te komen
tot een geleidelijke inkrimping van de stean-
verleening.
Als middelen om die inkrimping te bereiken
geeft de motie o.m, aan: krachtige bevorde
ring van de aanpassing van het peil van prij
zen en kosten aan de economische werkelijk
heid. Wat de ondersteuning van werkloozen
betreft wordt aanbevolen: te breken met iiet
huidig stelsel van de Arbeidsbemiddelingswot
en van de steunverleening in dien zin, dat
voortaan wel hetgeen in den regel nu niet
het geval geacht wordt de Arbeidsbeurzen
bemiddeling zullen verleenen, wanneer werk
tegen lager loon wordt aangeboden dan het tot
dusver geldende loon en voorts de arbeider bij
weigering van arbeid tegen dat lagere loon
niet meer zijn recht op steun zal kunnen be
houden.
De behandeling van het rapport der commis
sie-De Boer werd gedelegeerd aan den partij
raad. Een motie-Heemstede, handelende over
de cumulatie, werd met algemeene stemmen
aangenomen. Deze motie luidde:
De liberale Staatspartij „De Vrijheidsbond",
overwegende, dat de cumulatie van inkomsten
uit overheidskassen (opkomende uit pensioe
nen en functies en functies onderling) in deze
tijden meer dan ooit als een onbillijkheid
wordt gevoeld en overwegende voorts, dat de
regeering sedert haar optreden meermalen
heeft toegezegd een wettelijke regeling tot be
perking van cumulatie te zullen bevorderen,
doch dat aan de toezegging tot heden nog geen
gevolg is gegeven.
Spreekt als haar oordeel uit, dat de tot
standkoming van een wettelijke regeling tot
beperking van cumulatie van inkomsten uit
de overheidskassen urgent is en verzoekt de
liberale Tweede-Kamer-fractie bij de regee-
rïng op spoedige inlossing van haar toezegging
aan te dringen en zoo noodig zelf het initia
tief te nemen door indiening van een voorstel.
Een door ae afdeeling Amsterdam ingediende
motie over de landsverdediging werd aangeno
men, evenals een motie van de afdeeling-Den
Haag tot behoud van het parlementaire stelsel
en een motie van de afdeeling Wassenaar over
de door de partij te voeren actie, waarover bij
Kamerfracties, hoofdbestuur en partij vergade
ring absolute eenstemmigheid bleek te be
staan.
Het hoofdbestuur zal thans overwegen, op
welke wijze het best de verschillende sugges
ties kunnen worden verwezenlijkt.
AFWIKKELING ACHTERSTALLIGE HAN
DELSVORDERINGEN OP DUITSCHE
DEBITEUREN
In de week van 18 tot en met 23 Maart 1935
is door De Nederlandsche Bank in totaal een
bedrag van omstreeks RM 1,1 millioen van de
op haar Sonderkonto bij de Deutsche Ver-
rechnungsklasse uitstaande vorderingen met
de begunstigden afgerekend. De nummers
van deze posten liepen van 75498 tot 75665-
Het totale bedrag van de op het Sonder
konto uitstaande posten die nog niet tot uit
betaling zijn gekomen, beloopt op het oogen
blik omstreeks RM. 59,8 millioen. De Sonder-
konto-postcn waarvoor koersfixeering is ver
kregen zijn hieronder begrepen
K XVIII reeds op weg naar
Kaapstad.
Na het bezoek aan Tristan da Cunha.
De K XVIII is na een kort verblijf van
Tristan da Cunha naar Kaapstad vertrok
ken. De verschillende opdrachten, welke men
op het eiland had te vervullen zijn vervuld.
De plaatsbepaling van de andere eilanden
was niet mogelijk door de weersomstandig
heden en tijdgebrek. De bewoners van Tris
tan waren voor het bezoek zeer erkentelijk.
Men heeft de familie van Peter Groen. o.a.
kleindochter gesproken, en het huis gefoto
grafeerd.
uitverkoopcollecties, die door fabrikanten en
grossiers worden aangeboden, Het aankon
digen van uitverkoopen, zoomede van oprui
mingen, geschiedt, blijkens dit onderzoek,
gewoonlijk ter vergrooting van den omzet,
terwijl het opheffen of verplaatsen van de
winkelnering, alsmede het opruimen van in
courante of beschadigde goederen, een on
dergeschikte rol speelt. Het is in dat ver
band verklaarbaar, dat circa 55 procent dei-
winkeliers mededeelde, dat zij het uitver
koop-middel alleen toepasten als reclame
middel of als afweer van concurrenten. In
slechts 20 procent der gevallen werd de in
vloed van seizoen en mode opgegeven als
reden voor den uitverkoop. In 86 gevallen
was het gemiddelde aantal uitverkoopdagen
112. m 155 gevallen 88 dagen. Het gemiddel
de bij alle overige gevallen t.w. 86 procent
van het totaal was 39 dagen.
De bloemlezing van opschriften in het rap
port te vinden doet de lachlust opwekken.
..Hier is de moorduitverkoop!". ..Wij smijten
de boel de deur uit. Komt binnen, vrij en
tree!". Uitsmijters-uitverkoop". „Weg-er-
mee-uitverkoop!" ..Voor de snotneuzen 3 ct.!'!
i4O00 zakdoeken) enz Daarnaast treft men
dan de meer gebruikelijke vormen aan: ba
lans-. massa-, opheffings-, record-, restan
ten-, seizoen-, tijdelijke-, voorjaars-. ver
bouwing-, werkelijke-, groote-, halfjaarlijk-
sche-, liquidatie-, jubileums-, finale-, faillis-
sements-uitverkoóp enz. Het rapport ver
meldt zelfs een geval waarbij op 5 etalage
ruiten niet minder dan 32 biljetten van 100
bij 80 c.M. te vinden waren! En hoe denkt
men over het navolgende geval: in October
1933 failleerde in een bepaalde straat in Am
sterdam een winkel in dameshoeden, medio
November werd de winkelruit over de geheele
breedte voorzien van het opschrift: Sensatio-
neele prijsvermindering; binnen 14 dagen na
deze aankondiging waren in bedoelde straat
8 van de 9 winkel in dameshoeden eveneens
aan het uitverkoopen.
Het rapport wijst er nog eens uitdrukke
lijk op, dat het etalagebeeld dikwijls reeds
den indruk van een uitverkoop kan maken.
Deze indruk vindt men in sterke mate bij de
z.g, vliegende winkels. Men denke daarbij
aan de schreeuwende prijsnoteeringen, het
rommelig karakter der etalage, de dikwijls
zeer ongebruikelijke prijsnoteeringen, de uit
gebreidheid van het aantal gevel- en raam
biljetten enz. Een geheel andere bedrijfspoli-
tiek wordt blijkbaar gevolgd door hen, die
meenen dat zij een uitverkoop ter wille van
de „standing" hunner zaak nooit publiekelijk
moeten aankondigen, doch dat zij op gezette
tijden circulaires moeten zenden aan hun
vaste clientèle. Het komt daarnaast ook her
haaldelijk voor. dat per circulaire aan vaste
klanten gedurende eenige dagen de eerste
keus wordt gelaten: daarna volgt dan de ge
wone opruiming. Ter verhooging van den
kooplust worden bepaalde deelen van den
winkel op bijzondere wijze versierd, door het
plaatsen van kramen, net aanbrengen van
een bijzondere verlichting of het op bijzon
dere wijze op toss en van goederen. Daarnaast
worden dan nog dikwijls bijzondere demon
straties gegeven Deze wijze van verkoopen
sluit nauw aan bij de gebruikelijke uitver
koopen Naast strijd t.o.v. het uitverkoopen
is er van tijd tot tijd ook samenwerking. In
Maastricht en Groningen hebben bepaalde
middenstandsgroepen besloten in dezelfde
periode op te ruimen, ongeacht den aard van
het bedrijf.
Het meergenoemde rapport bewijst, dat
het uitverkoop-probleem vele zijden heeft,
Het blijft voor mij onbegrijpelijk, dat de
middenstand niet bij machte is deze materie
zelf te regelen. Het thans aanhangige wets
ontwerp zal ongetwijfeld leiden tot vele de
cepties. Later zal men eerst tot de overtui
ging komen, dat de verwachte „zegeningen"
maar voor een klein percentage in het wel
begrepen belang van den middenstand zijn
MOLLERUS.
Door haar vroegeren verloofde.
Zondagavond te omstreeks elf uur is in een
perceel in de Naaldwijksche straat te 's-Gra
venhage een moord gepleegd op het 21-jarige
meisje W. G. O. Het meisje, dat omgang had
gehad met den ongeveer 24-jarigen monteur
J. de G. werd, toen zij Zondagavond de deur
van het huis open deed om den man binnen
te laten, door dezen direct met een scherp
voorwerp aangevallen en zoodanig in de borst
gewond, dat zij vrijwel onmiddellijk overleed.
De dader vluchtte, doch werd spoedig door
de politie aangehouden Hij weigerde inlich
tingen te geven en wilde ook zijn naam niet
opgeven. De politie had evenwel zekere aan
wijzingen den vermoedelïjken dader te pakken
te hebben.
Als toevallige bijzonderheid kan worden
medegedeeld dat enkele jaren geleden in het
zelfde perceel een vrouw eveneens door een
bezoeker van het leven werd beroofd.
Brand in Lyceum in Den Haag.
Groote waterschade.
In den nacht van Zaterdag op Zondag om
streeks 3 uur is een felle uitslaande brand
uitgebroken op de zolderverdieping 'derde
etage) van het gebouw van het „Nieuwe
Haagsche Lyceum" aan de Groothertogin-
nelaan bij de Laan van Meerdervoort.
De br-ind, waarvan de oorzaak tot nu on
bekend is. werd met vele stralen gebluscht.
De zolderverdieping brandde geheel uit; bo
vendien werd een op de tweede verdieping
gelegen vertrek door het vuur vernield. Be
halve de brandschade is ook de waterschade
groot, daar de brandweer tot vijf uur in den
morgen een groote watermassa op het per
soneel heeft moeten werpen. De nablussching
duurde nog tot acht uur.
Het perceel wordt bewoond door een con
cierge. die echter toevallig dezen nacht af
wezig was.