£ez humt del li moücU^ UêH} Het uitverkoop- ontwerp. MAANDAG 25 MAART 1935 HAARLEM'S DAGBLAD 3 (Adv. Ingez. Medj Brederode-herdenking in den Stadsschouwburg te Amsterdam. Bezoekers in outl-Hollandsch costuum. Ter gelegenheid van het 350ste geboortefeest van den grooten blijspeldichter Brederode heeft zich te Amsterdam een comité gevormd, dat op waardige en tegelijk vroolijke wijze de nagedachtenis van Brederode wil eeren. Het Comité heeft hiertoe de medewerking ver worven van het tooneelgezelschap De Jonge Spelers, onder leiding van Ben Groenevela, welk gezelschap reeds vele jaren enkele stuk ken van Brederode als ..De Klucht van de Koe" op zijn repertoire had en met succes, zoowel te Amsterdam als in provincie hon derden malen opvoerde. In een persconferentie deed Dr. J. B. Sche pers. voorzitter van het comité, ons eenige mededeelingen over de waardeering. die Bre derode bij het groote publiek, in kringen van geleerden en letterkundigen, meer en meer verkrijgt. Men verwacht dan ook. dat de Brederode- herdenking die op 2 April in den Stadsschouw burg te Amsterdam wordt gehouden, een groot succes zal worden. Aan de opvoering zullen behalve De Jonge Spelers ook het College Musicorum medewer ken, terwijl Dr. J. B. Schepers, de herdenkings rede uitspi'eekt. Opgevoerd wordt „De Klucht van de Koe", de monoloog van Sijmen met een bruilofts-scène met muziek, dans en voor dracht van gedichten door Starter en de dia loog tusschen Teuntje en Sijmen. In de foyer zal men dan tijdens de oauze een tentoonstelling kunnen bezichtigen. Deze omvat velerlei bijzonderheden omtrent den dichter, zijn tijdgenooten van den Muider- kring, den tijd en het Amsterdam waarin hij leefde. Afbeeldingen van opvoeringen speciaal van de Brederodeherdenking in 1885. Slechts drie van de tooneelspelers. die toenmaals aan dien herdenkingsavond medewerkten, zijn nog in leven en werden door het comité uitgenoo- digd. n.l, de heer en mevrouw Schwab en Anna Sablairolles. Het dispuut Brederode een afdeeling van het Studentencorps zal met ongeveer vijftig man in oud-Hollandsch costuum op de eerste rijen plaats nemen en zoodoende een overgang vor men van het tooneel naar de zaal. Hoewel men verzocht wordt in avondcostuum te komen, stelt men het bovenal op prijs, indien de be zoekers in oud-Hollandsch costuum zullen ko men teneinde de gewenschte en waarachtige Breero-sfeer te bereiken. De schouwburg wordt bovendien extra versierd. Er komen wafelen- kramen. tonnen Poorters Toeback met de Goudsche Pijpen enz. en wanneer Breeroo's geest van het tooneel op de zaal ..zal over slaan" staat alles bereid deze herdenking tot een onvergelijkelijk feest te doen worden. De schilderijenverzameling- Kröller. Het landgoed de „Hooge Veluwe" zal in een stichting worden ondergebracht, waarbij de regeering levens de beroemde schilderij en-ver zameling Kröller ten geschenke zal ontvan gen. Deze collectie is vooral bekend door de vele van Gogh's, welke erin zijn opgenomen. De overdracht ervan is nog niet geheel ge regeld. daar de zaak onverbrekelijk verband houdt met de stichting, welke tot behoud van de „Hooge Veluwe" zal worden gevormd. Chauffeur Het zijn slachtoffer liggen. Hij werd echter door de politie opgespoord. In den nacht van Zaterdag op Zondag had op de Rademarkt te Groningen een ernstige aanrijding plaats. De 35-jarige ongehuwde treinpoetser L. E., die per rijwiel naar huis terugkeerde, werd door een personenauto aan gereden. De bestuurder van deze auto reed na de aanrijding door. Ernstig gewond werd het slachtoffer naar het Academisch Ziekenhuis overgebracht. Zijn toestand was Zondagavond zeer zorgwekkend. Zondag kon de politie den bestuurder van de auto, den 24-jarigen garagehouder W. J. A. R. te Groningen aanhouden. Uit Haarlem's Dagblad van 1885. 25 Maart: De Amsterdamsche Rytuigmaatschap- pij heeft haar tarief voor stationnnee- rende rijtuigen verlaagd op 50 ct. per half uur. 80 ct. per vol uur. hetgeen goedkooper is dan in de meeste groote buitenlandsche steden. Het voortbestaan van dezen tak van dienst zal in hoofdzaak er van af hangen, of het publiek bij het verlaag de tarief een genoegzaam gebruik van dit vervoermiddel zal maken, om het behoud daarvan althans zonder verlies mogelijk te maken. De heer Th. Lancée De heer Th. Lancée, sedert 1928 directeur der Rijkskweekschool voor onderwijzers alhier, werd 2o April 1871 te Wijk bij Duurstede ge boren en opgeleid voor onderwijzer aan ae Rijkskweekschool te Nijmegen. Hij begon zijn loopbaan als onderwijzer te Wijk bij Duurstede, onder leiding van zijn va der die daar hoofd der school was en van wien hij pleegt te getuigen, dat hij van hem op het gebied van onderwijs en opvoeding meer heeft geleerd dan van wien ook in zijn verder on- derwijzersbestaan. Daarna werd de heer Lan cée onderwijzer in de hoogste klasse van een school te Utrecht, die opleidde voor de toela tingsexamens voor H. B. S. en Gymnasium. Op zijn 29e jaar ging hij naar Amsterdam, als hoofd der O. L. School, eerst van een 7- klassige. daarna van een 14-klassige en ten slotte van een opleidingsschool. Ook was hij te Amsterdam leeraar in de Nederlandsche taal en letterkunde aan de afd. B (opleiding voor de hoofdakte) van de Gemeentelijke Kweekschool. In 1916 werd de heer Lancée directeur van de Rijkskweekschool te Groningen. Daarmede kwam een einde aan zijn functie van algemeen voorzitter van het Ned. Onderwijzersgenoot schap, welke functie hij ruim 10 jaren had be kleed. In Groningen werd hem de leiding op gedragen van de „Gemeentelijke Commissie voor de Lichamelijke Opvoeding". Het ingang van 1 September 1928 volgde hij den heer J. G. Nijk op als directeur der Haar- lemsche Kweekschool. Sedert 3 jaar is de heer Lancée voorzitter van de Plaatselijke Commissie van Toezicht op het L O- en sinds 1920 dus van de in stelling af lid van de 3e afdeeling van den Onderwijsraad. Zij tenslotte nog vermeld, dat de heer Lan cée gedurende ruim 10 jaar als voorzitter den Bond van Rijks-, Gemeentelijke en Neutrale Kweekscholen heeft geleid. Vrouw te 's-Gravenhage vermoord. Alg. Vereen, voor Bloem bollencultuur. Geen kans op kwijtschelding der heffingen. Het succes van „Flora". De Alg. Vereen, voor Bloembollencultuur hield hedenmiddag haar 176e algemeene vergadering in het Krelagehuis alhier onder leiding van haar voorzitter, den heer E. H, Krelage, die in zijn openingsrede waardee- rende woorden wijdde aan de nagedachtenis van de overleden heeren Willem van der Laan, K. Mantel Jzn. en J. C. van der Wey- den. Voortgaande zeide spr. dat er ditmaal een aantal initiatief-voorstellen van af deelingen te behandelen zijn, waarvan het Hoofdbe stuur heeft gemeend, ze alle te moeten af- %jjzen. Het zou inderdaad buitengewoon gemak kelijk zijn geweest, zeide spr. en het zou misschien op velen uwer een prettiger indruk hebben gemaakt die voorstellen te steu nen. Het hoofdbestuur kon dit echter onmo gelijk doen. omdat het volstrekt overtuigd is dat het daarmede het vak allerminst een dienst zou bewijzen. O. het is zoo gemakke lijk bij de Regeering aan te dringen op kwijt schelding der heffingen: waarom zou men het althans niet vragen? Ik mag misschien beginnen met te herin neren. dat ik zelf reeds op 2 Februari, toen de Regeeringscommissaris. naar aanleiding van een verzoek van ons hoofdbestuur om de heffingen in een auditiëntie met den Mi nister van Economische Zaken te mogen be spreken. door den Minister was verzocht om die bespreking met belanghebbenden te voe ren, heb aangedrongen op een aanzienlijke vermindering van de met Mei te betalen heffingen, alsmede van de nieuwe nog op te leggen heffingen. Dit Is geschied lang vóór eenig adres van welke vereeniging ook daar over verzonden werd. Er is geen verschil van meening over, dat deze heffingen zeer zwaar zullen drukken op het geheele bloembollenvak en dat er iets op gevonden moet worden, om dien druk te ver minderen. Maar wanneer men zoover zou willen gaan, om overneming van die heffingen door de Regeering te vargen, d w.z. geheele kwijt schelding van de verschuldigde bedragen, en dus feitelijk zou aandringen op Regeerings- steun tot het volle bedrag der heffingen, dan acht ik het mijn plicht daartegen namens het hoofdbestuur ernstig te waarschuwen. Na de door den Regeeringscommissaris uitgeschreven vergadering had ik gelegen heid dit onderwerp met den Minister te be spreken. Daarbij is mij ondubbelzinnig ge bleken, dat de kans op kwijtschelding der heffingen gelijk nul te stellen is. en dat. in dien er, hoe onwaarschijnlijk dit ook zijn moge. toe zou worden <>-ergegaan. daaraan door den Minister zoo^nige bezwarende voorwaarden van teeltbeperking verbonden zouden worden, dat men zich nog wel eens goed bedenken mag voor men zijn hoofd moedwillig in dezen strop steekt. Het is van RegeeringsstandDunt gezien volkomen rationeel, dat. bijaldien er steun uit het Landbouwcrisisfonds zonder terugbe taling zou verleend worden, getracht wordt de bedragen voor vergoeding van ingelever de voorraden zooveel mogelijk te beperken, m.a.w. door een onverbiddelijke teeltbeper king te zorgen, dat er geen overschotten zullen zijn. Zij, die aandringen op Regeeringssteun in dezen vorm, zien klaarblijkelijk alleen het vooruitzicht om aan de heffingen te ontko men, en beseffen blijkbaar niet dat daar aan bij verwezenlijking van hun wenschen buitengewoon schadelijke gevolgen verbon den zouden zijn, die veel en veel zwaarder zouden drukken dan de heffingen zelve. Daarom heeft het hoofdbestuur ernstig tegen dien gang van zaken gewaarschuwd en een andere oplossing aanbevolen, die prin cipieel de heffingen onaangetast laat, maar de betaling vergemakkelijkt. Misschien gaat dit voorstel niet ver genoeg en zijn er in die richting nog grootere faciliteiten te overwegen Daarover valt te praten, maar men dringe niet aan op kwijtschelding der heffingen, zoo als in een adres van enkele vereenigingen is geschied. De Regeering heeft zonder eenig overleg met het bedrijf geweldig hooge heffingen vast gesteld. waartegen onzerzijds reeds in Augus tus 1934 ernstig bezwaar is gemaakt. De amb tenarij is nu eenmaal duur en omslachtig en zoolang wij daaronder zitten, zullen wij onder die ondragelijke lasten blijven zuchten. En daarom zeg ik u nogmaals: Steek uw hoofd niet verder in dien strop, maar tracht er levend uit te komen. Wij moeten-van de Regeeringsinmenging in ons bedrijf zien af te komen. Natuurlijk langs geleidelijken weg en misschien niet in alle onderdeelen. Maar tracht u in allen gevalle financieel on afhankelijk te maken van de Regeering, want hoe meer gij u aan handen en voeten gebon den aan de Regeering overgeeft, des te langer zal het duren eer gij uw zelfstandigheid her wonnen hebt, Op den persoonlijken steun van Minister Steenberghe kunnen wij daarbij rekenen. De Minister heeft mij onomwonden verzekerd, dat hij een vermindering of liqui datie der crisisbemoeiïngen voor ons bedrijf ten zeerste zou toejuichen. Een ander punt, waarop het hoofdbestuur een afwijzend prae-advies heeft uitgebracht, betreft de zoogenaamde vaste lasten. Het voorstel der afdeeling, waarin dit punt aan de orde wordt gesteld, noemt slechts de polder- lasten en in het praeadvies van het hoofd bestuur is uiteengezet, waarom er geen aan leiding is om in 't algemeen op verlaging dezer lasten aan te dringen. Misschien had men ge. wenscht dat het hoofdbestuur zich ook over andere lasten, bijv. hypotheekschulden, had uitgelaten. Intusschen zijn hierover door de Regeering merkwaardige mededeelingen in de Tweede Kamer gedaan, welke maatregelen aankondigden, die het geheele hypotheek recht op land- en tuinbouw-eigendommen aantasten en wel eens het zeer ongewenschte gevolg konden hebben, dat geen cent meer voor hypotheek op zulke eigendommen be schikbaar wordt gesteld. Ik kan niet inzien dat ons bedrijf, dat in zoo hooge mate op credieten. ook door hypotheek gedekte, is, aan gewezen, heel veel plezier van dien nieuwen koers zal beleven en ik voorzie, dat al heel spoedig uit de belanghebbende land- en tuin- bouwkringen dringende beden zullen opstijgen tot herstel van het geschokte vertrouwen in het hypotheekrecht op landelijke eigendom men. Tenslotte gewaagde spr. van het onge ëvenaarde succes van „Flora", („een bedrijf dat zulk een tentoonstelling kan organi- seeren kan niet ten onder gaan", aldus de heer Krelage), dankte allen, die de tentoon stelling hebben doen tot stand komen voor hun geestdriftige en eensgezinde samenwer king in 't bijzonder de heeren Van Waveren en Voors en wenschte de heeren Valkering en van Waveren geluk met de hun ten, deel ge vallen Koninklijke onderscheidingen. Liberale Staatspartij „De Vrijheidsbond". Algemeene vergadering te Amsterdam. Rede van jhr. ir. Van Lidth de Jeude. Zondag werd te Amsterdam de algemeene vergadering gehouden van de Liberale Staats partij „De Vrijheidsbond". De goedbezochte vergadering werd geleid door mr. M. H. de Boer inplaats van door den voor zitter van den Bond, die door ziekte verhin derd was. In zijn openingswoord herinnerde de voor zitter aan het overlijden van ir. J. Kalff, die op zoo eervolle wijze deel heeft uitgemaakt van het kabinet. De leiding der partij was ver heugd, toen jhr. ir. O. C. A. van Lidth de Jeu de geroepen werd tot minister van Water staat, omdat men weet hoe groot zijn be kwaamheden zijn en tevens welk een goed cn overtuigd liberaal hij is. Het verheugt spr., dat de minister deze vergadering bijwoont. Ver volgens gaf spr. eenige politieke beschou wingen. waarin hij zeide dat alleen loonsver laging oplossing van de moeilijkheden kan geven. De regeering heeft echter nog steeds niet gezorgd voor een wezenlijke versobering van den Staatsdienst. Gaarne wordt erkend, dat de versterking van het gezag der overheid krachtig is ter hand genomen. Meer dan ooit is in dezen tijd sa menwerking van allen met allen noodig. In één opzicht zijn onze wenschen niet vervuld. Nog steeds is het mogelijk, dat volksvertegen woordigers, die zoowel krachtens het Neder landsche Staatsrecht als volgens hun eed ge bonden zijn om de wetten des lands en het algemeen belang te behartigen, ongestraft van hun positie misbruik maken om de grond slagen van den staat te ondermijnen. Wat de toekomst aangaat, is er naar mijn meening, aldus zeide spr., geen enkele reden, deze regeering, die in haar buitengewoon moeilijke taak de steun en medewerking van alle goedgezinde Nederlanders noodig heeft, en daarop ook aanspraak kan maken, ons "er- trouwen op te zeggen. Dat beteekent niet, dat wij haar blindelings zullen volgen. Enkele pun ten in het bijzonder treden op den voorgrond, in de eerste plaats onze vrijheid. Vrijheid is onbestaanbaar zonder recht. Waakzaamheid voor het behoud van onzen staat als rechts staat is juist in dezen tijd bijzonder geboden. Een andere overweging voor de toekomst zal moeten zijn, of niet iets moet worden gedaan om de voortdurende afbraak van het openbare onderwijs te keeren, terwijl het bijzonder on derwijs even welig als voorheen blijft tieren. Ook de defensie vraagt de aandacht der li beralen. De vergadering liet een daverend applaus hooren, nadat spr. zijn rede had beëindigd, waarna het Wilhelmus werd gezongen. Na deze openingsrede stelde de voorzitter voor een te legram te zenden aan de Koningin, waarin ie onverbrekelijke trouw van de ïeden van den Vrijheidsbond wordt uitgesproken (hartelijk applaus). Voorts deelde de voorzitter mede, dat van mr. Wendelaar een telegram was ontvangen, waarin hij de Vrijheidsbond een goede verga dering toewenscht. Een telegram" van ant woord werd gezonden en de wensch van een spoedig algeheel herstel werd uitgesproken. Het woord was daarna aan den minister van Waterstaat, Jhr. Ir. O. C. A. van Lidth de Jeude. Spr. dankte voor het welkom hem toe geroepen en erkende, dat hem een zware last op de schouwers is gelegd, toen hij benoemd werd als opvolger van wijlen min. kalff. Spr. was het niet eens met hen die beweren, dat de liberale partij zich liever afzijdig had moe ten houden, want dan zou de partij haar in vloed op den gang van zaken hebben prijsge geven. Met de belangen en wenschen van de partij behoorde toch rekening te worden ge houden. Het is echter noodzakelijk, dat wij in eigen kring, zei spr., duidelijk formuleeren, wat wij wenschen, opdat de liberale begrippen niet vervagen. Het is aan de algemeene vergade ring de juiste formule te vinden, waarop in stemming wordt gevonden van 't liberaal voe lend Nederland. Spr. hoopte, dat deze vergadering die juiste formule zou vinden. Men zegt, zoo besloot spr.. dat we ons thans in de ebbe bevinden. Na de ebbe komt de vloed. Spr. hoopte, dat de libe rale partij in den vloedstroom met volle zeilen Nederland zal binnenvaren (applaus). Het jaarverslag, uitgebracht door dr. H. J. Pippel, vermeldde o.m„ dat het aantal afdce- lingen op 31 Dec. j-1. 362 bedroeg. Van deze 362 afdeelingen hebben 212 hun aantal leden opgegeven. Zij telden 22172 leden. In het af- geloopen jaar werden zes nieuwe afdeelingen gesticht. Daarna werd aan den penningmees ter, den heer S. v. d. Bergh, décharge verleend van zijn beheer. Bij de stemming voor de vervulling van vier vacatures in het hoofdbestuur werden geko zen mej. Mr. E. C. van Dorp, Mr. A. N. Mole- Het ingediende wetsontwerp op uitverkoo- pen en opruimingen, waarover ik in de ko lommen van Haarlem's Dagblad reeds het een en ander opmerkte, heeft in allerhande toonaarden kritiek te verduren gehad, ter wijl hier en daar en in 't bijzonder in de middenstandspers juichtonen zijn aange heven. In een opsomming van dit pro en contra zie ik op dit oogenblik weinig heil. Wel daarentegen in een beschouwing van het feitenmateriaal van de Stichting Economisch Instituut voor den Middenstand, verzameld op verzoek van den Minister van Economi sche Zaken. Tusschen November 1933 en Februari 1934 werd in Amsterdam, Arnhem. Breda. 's-Gra- venhage. Groningen. Maastricht. Rotterdam en Utrecht materiaal verzameld door daar voor aangestelde enqueteurs, die op het ver moeden, dat ergens een uitverkoop zou wor den georganiseerd, zich met den betrokken ondernemer in verbinding stelden, teneinde kennis te nemen van zijn opvattingen, om trent het uitverkoopwezen. Het onderzoek bepaalde zich voorts tot een zevental takken van kleinhandel in bepaalde stadsgedeelten. Daarbij is wel komen vast te staan, dat na een geleidelijke toenming van het aantal uitverkoopen in de maanden November en December een sprongsgewijze vermeerdering optreedt in de eerste weken van Januari, terwijl het hoogtepunt tusschen 14 en 20 Januari werd bereikt. Het onderzoek toonde voorts aan, dat het aantal uitverkoopen. waarin alle in den voorraad aanwezige goe deren ten verkoop worden aangeboden, we gens opheffing van de winkelnering zeer ge ring is. Vooral in de textielwinkels wordt de voorraad dikwijls aangevuld' door speciale naar, Prof. Mr. C. W. de Vries en A A. Baren- dregt. In huishoudelijke vergadering is het beleid der Kamerfracties besproken. Bij die bespre king kwamen vele moties in behandeling, waar van er eenige, ingediend o.a. namens de afdee lingen Bloemendaal, Soest, Arnhem, Gouda. Utrecht en Leiden, het vraagstuk van de on dersteuning van het bedrijfsleven en de werk- loozen aanroerden. Na zeer langdurige discussies vereemgde het congres zich met de hoofdstrekking van een motie ter zake van de afdeeling Leiden, welke uitspreekt, dat uiterst urgent geacht moet worden, dat de liberale Kamerfracties met klem bij de regeering aandringen op een principieele herziening van de tot nu toe ge volgde politiek ten aanzien van den steun aan den land- en tuinbouw, het overige bedrijfsle ven en aan de werkloozen. ten einde te komen tot een geleidelijke inkrimping van de stean- verleening. Als middelen om die inkrimping te bereiken geeft de motie o.m, aan: krachtige bevorde ring van de aanpassing van het peil van prij zen en kosten aan de economische werkelijk heid. Wat de ondersteuning van werkloozen betreft wordt aanbevolen: te breken met iiet huidig stelsel van de Arbeidsbemiddelingswot en van de steunverleening in dien zin, dat voortaan wel hetgeen in den regel nu niet het geval geacht wordt de Arbeidsbeurzen bemiddeling zullen verleenen, wanneer werk tegen lager loon wordt aangeboden dan het tot dusver geldende loon en voorts de arbeider bij weigering van arbeid tegen dat lagere loon niet meer zijn recht op steun zal kunnen be houden. De behandeling van het rapport der commis sie-De Boer werd gedelegeerd aan den partij raad. Een motie-Heemstede, handelende over de cumulatie, werd met algemeene stemmen aangenomen. Deze motie luidde: De liberale Staatspartij „De Vrijheidsbond", overwegende, dat de cumulatie van inkomsten uit overheidskassen (opkomende uit pensioe nen en functies en functies onderling) in deze tijden meer dan ooit als een onbillijkheid wordt gevoeld en overwegende voorts, dat de regeering sedert haar optreden meermalen heeft toegezegd een wettelijke regeling tot be perking van cumulatie te zullen bevorderen, doch dat aan de toezegging tot heden nog geen gevolg is gegeven. Spreekt als haar oordeel uit, dat de tot standkoming van een wettelijke regeling tot beperking van cumulatie van inkomsten uit de overheidskassen urgent is en verzoekt de liberale Tweede-Kamer-fractie bij de regee- rïng op spoedige inlossing van haar toezegging aan te dringen en zoo noodig zelf het initia tief te nemen door indiening van een voorstel. Een door ae afdeeling Amsterdam ingediende motie over de landsverdediging werd aangeno men, evenals een motie van de afdeeling-Den Haag tot behoud van het parlementaire stelsel en een motie van de afdeeling Wassenaar over de door de partij te voeren actie, waarover bij Kamerfracties, hoofdbestuur en partij vergade ring absolute eenstemmigheid bleek te be staan. Het hoofdbestuur zal thans overwegen, op welke wijze het best de verschillende sugges ties kunnen worden verwezenlijkt. AFWIKKELING ACHTERSTALLIGE HAN DELSVORDERINGEN OP DUITSCHE DEBITEUREN In de week van 18 tot en met 23 Maart 1935 is door De Nederlandsche Bank in totaal een bedrag van omstreeks RM 1,1 millioen van de op haar Sonderkonto bij de Deutsche Ver- rechnungsklasse uitstaande vorderingen met de begunstigden afgerekend. De nummers van deze posten liepen van 75498 tot 75665- Het totale bedrag van de op het Sonder konto uitstaande posten die nog niet tot uit betaling zijn gekomen, beloopt op het oogen blik omstreeks RM. 59,8 millioen. De Sonder- konto-postcn waarvoor koersfixeering is ver kregen zijn hieronder begrepen K XVIII reeds op weg naar Kaapstad. Na het bezoek aan Tristan da Cunha. De K XVIII is na een kort verblijf van Tristan da Cunha naar Kaapstad vertrok ken. De verschillende opdrachten, welke men op het eiland had te vervullen zijn vervuld. De plaatsbepaling van de andere eilanden was niet mogelijk door de weersomstandig heden en tijdgebrek. De bewoners van Tris tan waren voor het bezoek zeer erkentelijk. Men heeft de familie van Peter Groen. o.a. kleindochter gesproken, en het huis gefoto grafeerd. uitverkoopcollecties, die door fabrikanten en grossiers worden aangeboden, Het aankon digen van uitverkoopen, zoomede van oprui mingen, geschiedt, blijkens dit onderzoek, gewoonlijk ter vergrooting van den omzet, terwijl het opheffen of verplaatsen van de winkelnering, alsmede het opruimen van in courante of beschadigde goederen, een on dergeschikte rol speelt. Het is in dat ver band verklaarbaar, dat circa 55 procent dei- winkeliers mededeelde, dat zij het uitver koop-middel alleen toepasten als reclame middel of als afweer van concurrenten. In slechts 20 procent der gevallen werd de in vloed van seizoen en mode opgegeven als reden voor den uitverkoop. In 86 gevallen was het gemiddelde aantal uitverkoopdagen 112. m 155 gevallen 88 dagen. Het gemiddel de bij alle overige gevallen t.w. 86 procent van het totaal was 39 dagen. De bloemlezing van opschriften in het rap port te vinden doet de lachlust opwekken. ..Hier is de moorduitverkoop!". ..Wij smijten de boel de deur uit. Komt binnen, vrij en tree!". Uitsmijters-uitverkoop". „Weg-er- mee-uitverkoop!" ..Voor de snotneuzen 3 ct.!'! i4O00 zakdoeken) enz Daarnaast treft men dan de meer gebruikelijke vormen aan: ba lans-. massa-, opheffings-, record-, restan ten-, seizoen-, tijdelijke-, voorjaars-. ver bouwing-, werkelijke-, groote-, halfjaarlijk- sche-, liquidatie-, jubileums-, finale-, faillis- sements-uitverkoóp enz. Het rapport ver meldt zelfs een geval waarbij op 5 etalage ruiten niet minder dan 32 biljetten van 100 bij 80 c.M. te vinden waren! En hoe denkt men over het navolgende geval: in October 1933 failleerde in een bepaalde straat in Am sterdam een winkel in dameshoeden, medio November werd de winkelruit over de geheele breedte voorzien van het opschrift: Sensatio- neele prijsvermindering; binnen 14 dagen na deze aankondiging waren in bedoelde straat 8 van de 9 winkel in dameshoeden eveneens aan het uitverkoopen. Het rapport wijst er nog eens uitdrukke lijk op, dat het etalagebeeld dikwijls reeds den indruk van een uitverkoop kan maken. Deze indruk vindt men in sterke mate bij de z.g, vliegende winkels. Men denke daarbij aan de schreeuwende prijsnoteeringen, het rommelig karakter der etalage, de dikwijls zeer ongebruikelijke prijsnoteeringen, de uit gebreidheid van het aantal gevel- en raam biljetten enz. Een geheel andere bedrijfspoli- tiek wordt blijkbaar gevolgd door hen, die meenen dat zij een uitverkoop ter wille van de „standing" hunner zaak nooit publiekelijk moeten aankondigen, doch dat zij op gezette tijden circulaires moeten zenden aan hun vaste clientèle. Het komt daarnaast ook her haaldelijk voor. dat per circulaire aan vaste klanten gedurende eenige dagen de eerste keus wordt gelaten: daarna volgt dan de ge wone opruiming. Ter verhooging van den kooplust worden bepaalde deelen van den winkel op bijzondere wijze versierd, door het plaatsen van kramen, net aanbrengen van een bijzondere verlichting of het op bijzon dere wijze op toss en van goederen. Daarnaast worden dan nog dikwijls bijzondere demon straties gegeven Deze wijze van verkoopen sluit nauw aan bij de gebruikelijke uitver koopen Naast strijd t.o.v. het uitverkoopen is er van tijd tot tijd ook samenwerking. In Maastricht en Groningen hebben bepaalde middenstandsgroepen besloten in dezelfde periode op te ruimen, ongeacht den aard van het bedrijf. Het meergenoemde rapport bewijst, dat het uitverkoop-probleem vele zijden heeft, Het blijft voor mij onbegrijpelijk, dat de middenstand niet bij machte is deze materie zelf te regelen. Het thans aanhangige wets ontwerp zal ongetwijfeld leiden tot vele de cepties. Later zal men eerst tot de overtui ging komen, dat de verwachte „zegeningen" maar voor een klein percentage in het wel begrepen belang van den middenstand zijn MOLLERUS. Door haar vroegeren verloofde. Zondagavond te omstreeks elf uur is in een perceel in de Naaldwijksche straat te 's-Gra venhage een moord gepleegd op het 21-jarige meisje W. G. O. Het meisje, dat omgang had gehad met den ongeveer 24-jarigen monteur J. de G. werd, toen zij Zondagavond de deur van het huis open deed om den man binnen te laten, door dezen direct met een scherp voorwerp aangevallen en zoodanig in de borst gewond, dat zij vrijwel onmiddellijk overleed. De dader vluchtte, doch werd spoedig door de politie aangehouden Hij weigerde inlich tingen te geven en wilde ook zijn naam niet opgeven. De politie had evenwel zekere aan wijzingen den vermoedelïjken dader te pakken te hebben. Als toevallige bijzonderheid kan worden medegedeeld dat enkele jaren geleden in het zelfde perceel een vrouw eveneens door een bezoeker van het leven werd beroofd. Brand in Lyceum in Den Haag. Groote waterschade. In den nacht van Zaterdag op Zondag om streeks 3 uur is een felle uitslaande brand uitgebroken op de zolderverdieping 'derde etage) van het gebouw van het „Nieuwe Haagsche Lyceum" aan de Groothertogin- nelaan bij de Laan van Meerdervoort. De br-ind, waarvan de oorzaak tot nu on bekend is. werd met vele stralen gebluscht. De zolderverdieping brandde geheel uit; bo vendien werd een op de tweede verdieping gelegen vertrek door het vuur vernield. Be halve de brandschade is ook de waterschade groot, daar de brandweer tot vijf uur in den morgen een groote watermassa op het per soneel heeft moeten werpen. De nablussching duurde nog tot acht uur. Het perceel wordt bewoond door een con cierge. die echter toevallig dezen nacht af wezig was.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1935 | | pagina 5