E BLOEMBOLLEN De bloem van den dag. STOFZUIGERS EEN LIEFDE IN CHINA MAANDAG 25 MAART 1935 HAARLEM'S DAGBLAD ggfnOH van Ideuctn en qtuten. door TJEBBO FRANKEN. X, Ja, wel schijnt ge geboren uit het bloed van een helcl, die een lieveling der Goden was, gij, die men vergelijkt bij Garibaldi, Ge neraal de Wet, Nimrod, Bismarck, Generaal V. d. Heyden, Generaal Vetter, gij Electra, Grand Maitre. Ivanhoe, Pride of Holland, City of Haarlem, Oranje Boven, Prins van Oranje, Waterloo en v. Speyk. Zoo hebben die kwee kers u dan omgetooverd van enkel in dubbel, zij hebben u geschikt gemaakt voor miniatuur en zij bewerkten uw bol op bijzondere wijze met een messteek, tot gij zelfs multiflora werdt, veelbloemig op één bol. Dus weer het mes, gij Hyacinthus, wel wordt gij steeds her innerd aan den moord van Zephyrus! Ja, men heeft het mes ter hand genomen en uw-bol op bijzondere wijze zeer diep in den bodem gesneden. Dientengevolge wordt het re- servevoedsel van den bol nu door de klisters opgebruikt, door warmte wordt de groei ver sneld. Le kisters, die aanvankelijk nauwelijks of niet, met het bloote oog te zien zijn, ont wikkelen zich dan tot kleine bolletjes. In het najaar worden de moederbollen met hun kinderen er aan voorzichtig op het veld ge bracht en geplant. Later worden ze in den rooitijd weer opgenomen. Men behandelt ze dan veelal als andere hyacintenbollen voor vroeg- of laatbloei en krijgt aan één bol een groot aantal bloemen, soms wel tot vijftien toe. In Engeland bereikte men met deze be werking reeds opvallende resultaten. Maar genoeg gepraat. Gij leeken wilt Hya cinten voor u zien, hetzij enkel, hetzij dubbel. Dubbel? Dus met een dubbelen nagel, denkt gij. Neen, dubbel wil zeggen, dat de nagel on geveer even groot is als die van de enkele bloem, doch gevuld. Aan een dubbele hyacinth zitten soms minder nagels dan aan een en kele. Zoo kan een enkele zelfs voller bloem geven, dan een dubbele. Gij zijt ook verlangend naar die kleine Hyacinten, die miniatuur heeten. Gij zult ze nooit zien, leek, dat ge zijt, want miniatuur wil niet zeggen klein, het zijn alleen maar bloemen van nog niet geheel volwassen bollen der grootbloemige hyacinten. Ze dragen dus minder nagels dan de volgroeide exemplaren. Zij hebben niet dat embonpoint, dat gemoe delijke, maar ze zijn teer van bouw en ijl van leest als een jongste zusje van de familie, die de onschuld zelve is. l'lnnocence! Maar nu is het werkelijk genoeg. Ze moe ten in potten en platte pannen, op glazen- voor uw venster. Welnu, luisteren wij aan dachtig naar het Zwanenburgsche woord over kweeking der Hyacinthen in den vollen grond. De meest geschikte tijd voor het planten der hyacinten is omstreeks einde September tot half November. De bollen worden pl.m. 8 c.M. diep geplant, dus boven den neus be vindt zich een laagje grond van 8 c.M. Al naar gelang van de groote der bollen staan ze 10- 15 c.M. .uit elkaar, zoodat per yierkapte meter, al'maar het soort, 75—100 stuks, benoodigd zijn. Het perk waar de hyacinten geplant worden, spitte men flink diep om, zoodat de grond behoorlijk fijn wordt en het overtollige water gemakkelijk wegzakken kan; nooit mo gen hyacinthen worden geplant op een plaats waar 's winters water staan blijft. Is de grond arm, dan is het raadzaam oude mest in te spitten, anders is dit niet noodig. Gedurende de wintermaanden is het nuttig het perk flink te dekken met riet, hooi, of bladeren of iets dergelijks ter bescherming te gen de koude. Deze beschutting wordt ver lucht, wanneer bij zacht voorjaarsweder de hyacinten met hare „neuzen" boven den grond beginnen te komen en geheel en al ver wijderd, wanneer er geen strenge koude meer te wachten is. Een bijzonder fraai effect maakt het. wanneer men op niet te groote perken elk één of hoogstens twee soorten hya cinten plant van een goed in het oog loopende kleur. Het beplanten van perken met allerlei ingewikkelde figuren is beslist te ontraden. Behandeling der hyacinten in potten of platte pannen. Tijd van oppotten. De beste tijd van planten is van September tot einde October: de bollen kunnen dan flink wortel maken vóór den winter; later geplante bollen bloeien wel, maar niet zoo regelmatig als de tijdig geplan te. De potten moeten niet te groot zijn. Wan neer men potten kiest, die aan den boven rand 12 c.M. binnenwerks meten is dat ruim voldoende; een goede maat der pannen is 22 a 23 c.M. wijd en 12 a 13 c.M. diep ook binnenwerks gemeten. De grondsoort moet be- staan uit voedzame bladaarde met oude, ver teerde koemest vermengd, te;-wijl om den grond luchtig te houden een hoeveelheid scherp zand dient te worden toegevoegd; het overtollige water kan daardoor vrij wegzak ken, zonder dat de grond hard en zuur wordt, hetgeen voor de wotels zeer nadeelig is. Ook kan Bulbfibre met succes gebezigd worden. Verder moet de onderopening van den pot door een stukje gebogen potscherf bedekt worden, hetwelk men op zijn beurt met eenig mos overdekt, ten einde de aarde te beletten toch het gat te verstoppen, m.a.w. de pot moet gedraineerd worden. Vervolgens vult men de potten ter halve hoogte met aarde, drukt die matig aan en plaats daarop de hya cint, zoodanig dat het bovengedeelte van den bal. de neus juist even hoog als de rand van den bloempot komt te staan De potten worden nu aangevuld, de aarde behoorlijk aan de zij den vastgedrukt en de planting is hiermede gereed. Behandeling na de oppotting. Is men in het bezit van een kouden bak. dan kunnen daarin de potten ingegraven worden, zooda nig dat de bovenrand der potten of pannen ongeveer 5 a 6 cM. onder de oppervlakte komt te staan. Hoofdzaak is nu, dat men den bak koel houdt, opdat de aarde niet uitdroogt; een der voornaamste, vaak voorkomende oorzaken van het mislukken van den bloei is, dat de bollen niet vooraf goed en stevig bewor- teld zijn. In warme, droge najaren moet men er terdege voor zorgen dat de grond in en rondom de ingegraven potten niet warm en droog wordt, omdat dan geen of slechte wor telvorming plaats vindt. Het verdient daarom aanbeveling den bak gesloten te houden, een mat over het glas te leggen en den vochtigheidsgraad van den grond voortdurend te toetsen. Bij een flinke regenbui laat men, indien de grond teekenen van opdroging begint te vertoonen, de ramen er eens een dag af. Natuurlijk moet tegen overmaat van vocht evenzeer gewaakt wor den; in moddernatten grond rotten de bollen. De potten of pannen kunnen ook buiten in den vollen grond worden ingegraven, op een plaats waar geen grondwater staat. Men hoeft dan minder nauwlettend toe te zien dat de grond niet uitdroogt, doch dieni ei vooi te zorgen dat bij het naderen van de vorst een be hoorlijke dekking van stroo, riet of blad wordt aangebracht, omdat men anders later de pot ten niet uit den harden grond zou kunnen halen. Zij, die in de stad wonen en geen tuin of kouden bak ter hunner beschikking hebben, kunnen ondanks dit gemis evenzeer hyacinten in potten of pannen in bloei brengen. Na het oppotten worden de bollen eenvoudig in een absoluut donkere, vooral koele ruimte gehou den, waar den bollen in bestendig vochtige, (niet natte) aarde gelegenheid moet worden gegeven sterk en overvloedig wortel te maken. Natuurlijk moeten de bollen niet uit het oog worden verloren en de vochtigheidsgraad van de aarde voortdurend worden gecontro leerd. In droge aarde kunnen de bollen niet wortelen. Tijdstip van binnenhalen. Dit is een zeer gewichtig punt en de allergrootste fout wanneer men de bollen te vroeg aan verhoog de temperatuur blootstelt. Een bepaalde da tum kan hiervooi niet aangegeven worden, omdat alles er van afhangt, wanneer met op potten begonnen werd. Als algemeene regel kan gelden, dat men de bollen zoolang buiten of in den kouden bak of koude, donkere kast moet laten verblijven, totdat de spruiten min stens een lengte van 5 a 6 c M. hebben ver kregen. Dan pas en niet vroeger is het tijd om aan het vervroegen der bollen te gaan denken. KENNEMER FOTOKRING. Deze kring vergadert op Woensdag 27 Maart in de sociëteit „Vereeniging", Zijlweg. De agenda vermeldt o.a.: voordracht van den heer J. Panman, onderwerp Het belang van de fotografie voor het onder wijs (met projectie) beoordeeling van de laatste inzending le serie 50-punten lantaarnplaatwedstrijd. beoordeeling van 50-punten wedstrijd bro mide vergrootingen Interieurs proefprojectie. De 16e Landdag van den Bond van Ned Amateur Fotografenvereeniging wordt op 12 Mei te Haarlem gehouden. Er wordt dan o.a. een gemeenschappelijk bezoek aan „Flora' gebracht. (Adv. lngez. Med.) JUBILEUM J. DE JONG. Heden herdacht de heer J. de Jong het feit, dat hij 25 jaar bij de Algemeene Ver eeniging voor Bloembollencultuur werkzaam was. Hij was het eerst in functie op de al gemeene vergadering, die onmiddellijk aan de volle grondstentoonstelling in Den Hout voorafging, en sindsdien vervulde hij op schier iederen beursdag en scheidsgerechts zitting een functie. Iederen Maandag draagt de bij de beurs bezoekers om zijn opgeruimdheid bekenden heer de Jong er zorg voor, dat deze de pre sentielijsten teekenen. Ook is hij nog steeds werkzaam als bode van het Scheidsgerecht voor den Bloembollen handel. Dezen morgen vond hij bloemen op zijn tafel, aangeboden door het hoofdbestuur der Algemeene Vereeniging voor Bloembollen cultuur. De voorzitter der vereeniging, de heer Ernst H. Krelage. sprak den jubilaris toe en bood hem het gebruikelijke geschenk aan. TUINLIEFHEBRERS IVEEST OP UW HOEDE! De secretaris van de afdeeling Haarlem van de Maatschappij voor Tuinbouw en Plantkunde schrijft ons: Van verschillende zijden bereiken ons klachten, die iemand, die zich iiitgeeft voor controleur van den Plantenziektenkundiger Dienst uit Aalsmeer, en dat hij ook op de Flora te Heemstede vertegenwoordigd is. Deze persoon weet met een brutaal gebaar en onder allerlei voorwendsels in de tuinen door te dringen en constateert dan' zooge naamd, dat de boomen ernstig ziek zijn. Hïi weet een behandeling op te dringen, ontbloot de wortels en giet daarop eep. bruin vocht, vermoedelijk koffie met een beetje spiritus er door. Daarna vraagt of eisch hij betaling, nu eens f 1 maar ook is mij een geval be kend van f 5. Daar dit alles bedrog is, zal elke tuinlief- hebber verstandig doen. met. dergelijke men- schen, onder welke voorwendsels zij 2ich ook aanmelden, de deur te wijzen. Aan het secretariaat, van de Kon. Ned. Mij. voor Tuinbouw en Plantkunde, Gael- straat 51. verschaft men in dergelijke geval len gaarne inlichtingen omtrent betrouw baarheid. PERSONALIA. Te Leiden is geslaagd voor het candidaats- Qxamen in de klassieke letteren onze stad- zenoote, mej. L. Steynen. KENNEMER JEU GPHERBERG. De jaarverslagen van de Stichting „Ken- nemer Jeugdherberg" die de Jeugdherberg .Jan Gijzen" exploiteert), zoowel als van de Kennemer Vereeniging voor Jeugdherbergen die de propaganda verzorgt en de J. steunt),zijn niet onverdeeld gunstig. Het aantal overnachtingen liep achteruit, als ge volg van de alom drukkende moeilijkheden. De besturen zijn echter toch vol goeden moed De vergrooting van de Jeugdherberg door het in het voorjaar van verleden jaar nieuw in. gerichte dagverblijf geeft voor het nieuwe seizoen wel eenige vooruitzichten. Algemeen was men verleden zomer van meening dat het een groote verbetering is. In het nieuwe seizoen zal veel aandacht worden besteed aan de propaganda voor het jeugdherbergwerk en de financieele positie van Jan Gijzen, terwijl ook getracht wordt weer trekkers te trekken. Voor de propaganda wordt een stand betrokken op de komende Voorjaarsbeurs van 2330 Maart in het Con certgebouw, waar alle inlichtingen worden verstrekt. Ook bestaan er plannen voor een filmavond in het laatst van April. Op 1 April wordt een aanvang gemaakt met de spreek uren van het bestuur tot het geven van in lichtingen en de verkoop van artikelen. Het secretariaat geeft als immer schriftelijke inlichtingen. Het lelietje van dalen. Op de tentoonstelling is. vlak voor de groote inzending van de Amaryllis soorten een kleine expositie van lelietjes van dalen, die er wezen mag. Ook in de bloemenwinkels kan men de „getrokken" planten te kust en te keur krij gen. In onze boschrijke streken komt het le lietje van dalen zeer veel in het wild voor. hoewel op veel plaatsen, o.a. om Haarlem, de gedachte aan verwildering zich sterk aan ons opdringt. Maar in Gelderland en Z. Limburg zijn ze zonder twijfel geheel wild. De kleine bloemen, die als witte klokjes aan de bloem steel hangen, leeren ons, dat we alweer met een der Liliaceae te maken hebben: in de zes- tallige bloem zitten, vlak bijeen, de zes meel draden om het bovenstandig vruchtbeginsel. Meestal zien we aan de voet van de bloemsten gels twee bladeren; komt er maar één blad te voorschijn, dan komt er geen bloem. Later in het jaar verschijnen de roode bessen, die door de vogels worden verspreid. Zoo komen de za den weer onder boomen en struiken terecht. De kunst van vervroegen heeft bij het le lietje van dalen haar toppunt bereikt. De kweeker kan ze op eiken dag leveren, als hij 't vooruit weet. Als men de „Kiemen" of „neu zen" heeft opgepot, duurt het in November pl.m. 4 weken, in December 3 weken en in de zomer 14 dagen, vóór ze bloeien. De zooeven genoemde „neuzen" zijn de uiteinden van krachtige wortelstokken, voorzien van flinke wortels. Vóór November zijn echter de kiemen niet in bloei te krijgen, zonder dat ze vooraf een bepaalde behandeling hebben ondergaan. Men brengt ze n.l. in een koelhuis, waar ze ongeveer een week aan een behoorlijke vorst worden blootgesteld. Op die manier maken de wortelstokken kunstmatig hun winter door en daarna reageeren ze vlugger op de hoogere temperaturen van 70 a 80 gr. F., waarmee de kweeker de lelietjes in bloei trekt. Men kan dit ook in huis doen door de „neuzen" in de herfst op te potten, in te graven en na een vorstpe riode binnen te brengen. De moeilijkheid is. dat de planten nooit mogen uitdrogen, want dan blijven de bloemen zeker zitten. Ook tem peratuurschommelingen van beteeken is zijn uit den booze. Maar als aan de voorwaarden van vochtigheid en temperatuur is voldaan, heeft de vervroeging meestal een gunstig ver loop. A. MELLINK. De Derde Voorjaarsbeurs. De officiëele opening. Zooals wij Zaterdag meldden, heeft de bur gemeester. de heer C. Maarschalk. Zaterdag middag de derde Voorjaarsbeurs. georgani seerd door de al'd. Haarlem en omstreken der Ned, Vereen, voor Huisvrouwen, geopend met een rede, die wij in ons vorig nummer reeds opnamen. Aan deze rede ging vooraf een toespraak van de presidente der afd. Haarlem en omstreken van genoemde vereeniging, mevr, C. J. Cohen Tervaer't-Koch, waarin deze o.m, zeide, dat de burgemeester nu al voor den derden keer de Beurs geopend had. Spr. betreurde het, dat de eere-presidente, mevr. Maarschalk, niet aanwezig kan zijn. omdat haar gezondheids toestand dit nog niet toeliet en wenschte haar een spoedig herstel toe. Aan mevr. Maar schalk werd namens de vereeniging een bloe- men-fruitmand gezonden. Mevr. Maarschalk had de attentie gehad een groote mand met tulpen te zenden, welke onder de leden van het bestuur werden verdeeld. Het aantal stands, zoo ging mevr. Colien Tervaert voort, is bevredigend en de stands zijn goed verzorgd. In een vergadering van de Middenstands- Centrale is gesproken over de groote concur rentie die de „warenhuizen" den middenstan ders aandoen. Spr. wilde buiten dezen strijd blijven, maar een feit is het dat de beurzen in ieder geval het publiek goede voorlichting geven. Zij prees den durf en den onderne mingsgeest der exposanten en bracht hulde aan den secretaris van de Beurs, den heer J. van der Burg, die nu al voor de 3e maal zich met de organisatie heeft willen belasten. Nadat de officieele opening had plaats ge had. werd de Beurs voor het publiek openge steld. Zij trok al dadelijk vele bezoeksters. Zij nog vermeld dat er onder de stands ook een is van den Anti-Vivisectiebond. ZONDER VOORUITBETALING KRUISWEG 60Tel. 16659 (Adv. lngez. Med.) STADS BIBLIOTHEEK EN LEESZAAL PRINSENHOF. Nieuwe aanwinsten. Nederl. romans: Boenin: Het leven van Arsenjew; Van Bussum: Het Joodsche bruidje; Feuchtwanger: De Oppenheims: Walschap: Trouwen; Zielens: De gele roos. Engelsche romans: Allen: Anthony Adverse: Bennett: The old wives' tale, 2 din.; Conrad: Lord Jim: Huxley: Point counter point, 2 din.: idem: Those barren leaves; Lawrence: Sons and lovers; Woolf: To the lighthouse. Sociale Wetenschappen: Hagoort: De chrls- telijk-sociale beweging; Ortega van Gasset: De opstand der horden; Roland Holstv. d: Schalk: Rosa Luxemburg: Statistiek v. d. loop der bevolking van Nederland over 1933: Statistiek der gemeentefinanciën over 1933 en 1934; Wibaut: Ordening der wereldproduc tie. Natuurlijke historie: Drijver: Texel, het vogeleiland; Thijsse: Bloemen in onze tui nen; idem: Onkruiden; Vijverberg: Vogel- idyllen. Van diverse pluimage. \eve**- "er Gw 9°e. dOÜ' aark de en spaa" voor VIJF wasschen 16 cfc Handcbond. .Emko* Apeldoorn (Adv. lngez. Med.) MIDDELBAAR TECHNISCHE SCHOOL. De volgende afgestudeerden van de Middel bare Technische School, te Haarlem werden geplaatst in de-navolgende betrekkingen: Afdeeling Bouwkunde: J. G. Beuk, als on deropzichter bij de uitvoering van heerenhui zen. Afdeeling Weg- en Waterbouwkunde: D. Munsterman, als Waterbouwkundig opzichter- teekenaar; J. M. van Olst, bij de Rijkswater staat; C. J. Rijkeboer, als hulpopzichter bij de Provinciale Waterstaat van Noord-Holland. Afdeeling Werktuigbouwkunde: A. H. An drea, als assistent in de meetai'deeling bij de Kon. Ned. Hoogovens en Staalfabrieken, IJmuiden; H. M. Bakker, als laborant aan het laboratorium der Bat Pctr. Mij.. Amsterdam; H, W. Brouwer, bij N V. Stookwerk. Rijswijk; J. H. Franken, betrekking in Amerika; Chr. van der Kwast, als machinLst bij het sport- fondsenbad te Haarlem; R. O. van Manen, werktuigbouwkundige bij N.V. Octrooibureau Vriesendorp Gaade: G. Mossou. als tee kenaar-constructeur bij de Artillerie Con structie Winkel, Batavia; W. A. Stevels, bij de Staatsmijnen in Limburg. Afdeeling Electrotechnïek: W. P. Prangsma, als assistent voor het radiolampen-labora torium. zij Philip's Gloeilampenfabrieken: J. A. van Kerkhof, als ambtenaar bij de Rijks studiedienst voor de luchtvaart, Amsterdam. Afdeeling Scheepsbouwkimde: W. B. Schee- lings. als teekenaar bij het Nederlandsch Scheepsbouwkundig proefstation, te Wagenin- gen. „ALBERDINGK THIJM" KRIJGT EEN STUDIO. Vrijdagavond 29 Maart zal de R.-K. Rede rijkerskamer „Alberdingk Thijm" haar eigen repetitielokaal, een studio aan J r Wijngaardstraat 17 onenen. de Lange FEUILLETON. Uit het Engelsch door BEN BOLT. 4) Forsyth fluisterde den ouderen man een waarschuwing toe, dat deze de achterhoede zou blijven vormen en wendde zich toen tot het meisje. „Blijf op de brug, Miss Barrington, tot ik het sein geef weg te rennen". Kwasi-achteloos, als op z'n dooie gemak liep hij verder naar het begin van de brug. Maar toen hij de kade bereikt had, nam hij een plotselingen sprong, zijn arm schoot met kracht uit en op hetzelfde moment belandde een van de loerende figuren met een plof op den grond. De tweede belager sprong op hem toe, toen hij zich omdraaide om dezen te grijpen. Even zag hij het bleeke glimmen van een mes; hij sloeg zijn rechterarm stevig om het middel van den aanvaller en met zijn linkerhand pakte hij de vuist vast, die het moordwerktuig omklemd hield. Terwijl hij worstelde, was de weg voor Kathleen Bar rington en haar vader vrij en hijgend riep hij het meisje toe: „Vooruit, Miss Barrington; nu hollen!" Al zijn spieren en zenuwen gespannen om ■den Chinees in bedwang te houden, was hij toch nog in staat vluchtig op te merken dat het meisje zijn bevel gehoorzaamde en dat haar vader, onverschillig voor het lot dat den man wachtte, die zich voor de veiligheid van zijn dochter in de waagschaal had gesteld, •haar volgde. Maar zeer duidelijk drong het klinken van stemmen aan 't andere einde van de brug, tot zijn bewustzijn door. Hij wist, dat' nu Barrington hem in den steek had gelaten, •zijn toestand wanhopig was en dat slechts luttele seconden en één kans op de duizend tusschen hen en den dood stonden. Het gele gezicht, vlak bij het zijne, was al in een grijns geplooid, in het vooruitzicht van triomf, want de twee andere vervolgens waren vlakbij. Maar het was juist deze grijns, die Forsyth een haast bovenmenschelijke kracht gaf. En het gelukte hem de hand met het doodelijk mes erin, zoover achteruit te drin gen, dat zijn aanvaller gedwongen was het wapen met een kreet van pijn los te laten. Bijna op hetzelfde oogenblik dat het klette rend op de steenen terecht kwam. had hij den Chinees reeds tegen den grond geslingerd, met zoo'n geweld, dat de man met een smak tegen zijn beide bondgenooten aanvloog die in een draf te hulp schoten. De dokter hoorde den doffen plof van de botsing, toen het kraken van splinterend hout. De hou ton brugleuning, niet berekend op het weerstaan van dergelijke aanslagen op haar zwakheid, was bezweken onder het gemeen schappelijk gewicht van de drie mannen en de luide plons, die Forsyth's ooren het volgende moment bereikte, liet aan duidelijkheid niets te wenschen over: de drie helden uit de Can- tonsche onderwereld spartelden in het water Nummero vier, die weer een weinig was op gekrabbeld, staarde hem in zittende houding verbouwereerd aan. Die was voorloopig buiten gevecht gesteld! Dick Forsyth had dus geen enkele reden tot verder oponthoud hier, en zoo snel zijn beenen hem konden dragen, sloeg hij de richting in, waarin Barrington en zijn dochter ©en goed heenkomen hadden gezocht. Hij vertraagde zijn tempo niet, vóór hij bij een andere brug kwam, ergens in een doodstille straat, en daar bleef hij staan om te luisteren. Achter hem was geen geluid te hooren, maar uit de don kere straat aan den anderen kant van de brug, klonk het geluid van gejaagde voetstap pen. „Het meisje en haar vader!" Hij sprak de gedachte halfluid uit en zette den ren van zooeven weer voort, de brug over, de zich verwijderende voetstappen achterna. Opeens hielden deze op en toen hij een hoek omsloeg, zag Forsyth op een afstand twee ge stalten staan onder een groote papieren lan taarn: Barrington en zijn dochter. Hij begon langzamer te loopen en terwijl hij zonder dat ze hem zagen aankomen, in bedaarden pas op hen toeging, hoorde hij de stem van het meisje, dringend, verwijtend, klinken in de verlaten straat. „Vader, u moet teruggaan!" „Wat heeft het voor nut?". Er was iets harteloos, onmeedoogends in den toon, waarop Barrington de woorden uitstiet. „Het is eenvoudig uw plicht! Ik kan nu wel alleen thuiskomen en Dr. Forsyth vecht mis. chien voor zijn leven". „Malligheid hoor! Een zendeling minder in China is zoo'n groot verlies niet", was het ruwe bescheid. „De kerel Kathleen hoorde de naderende voetstappen en ze wendde het hoofd in de richting er van. „O, daar is hij!' viel ze haar vader in de rede. „Gelukkigveilig en wel Barrington volgde den blik in het donker „Hallo dokter", riep hij met 'n air van on verschilligheid. „We hadden het juist over u". „Dat meende ik al", antwoordde Forsyth droogjes. „In ieder geval maakt uw komst een eind aan de discussie: het lijkt me het beste nu maar zoo gauw mogelijk verder te gaan" verklaarde de handelaar, kennelijk geheel on gevoelig voor wat de ander van hem mocht denken. Forsyth keek naar het meisje. Ze was vuur rood en tij twijfelde er niet aan, dat ze zich schaamde over de houding van haar vader. Verlangend haar op haar gemak te zetten ging hij naast haar loopen. Eerst was er een eenigszins beklemmend zwijgen tusschen hen maar na enkele minuten begon ze verlegen' ,Ik ben zoo blij dat u er goed bent afge komen en ongedeerd bent". ,En ik ben blij, dat ik van u hetzelfde kan zeggen", antwoordde hij met een opgeweki lachje. „Vertelt u mij eens precies, wat er gebeurd is, doktor". „Och, niet veel bijzonders", verklaarde hij uchtig. „Een van die waardige heeren bij de brug had neiging mij een mes in mijn ribben kast te steken maar ik dwong hem het mes te laten vallen, toen smeet ik hem tegen zijn compagnons aan. die juist over de brug kwa men aanhollen. De leuning was niet teger den schok bestand toen ze er met z'n drieër tegenaan ploften en het heele stel ging konjr onder. Toen het zoover was", weer '.achtc hij hartelijk „maakto ik. dat ik wee kwam". „U bent erg dapper", zei het meisje een voudig. maar met een trilling van oprechte be wondering in haar stem. „Hm.... zoo. zoo. weerde hij af. „De eerste man van de zending met meei moed dan een juffershondje". Barrington achtte het noodig op zijn plom oe. tact-looze manier zijn meening ten beste te geven. ,Dan kan ik alleen maar concludeeren, dat u niet dikwijls met menschen van de zending in aanraking geweest bent", beet Dick For. syth hem verontwaardigd toe. Plotseling voelde hij. dat een kleine hand zich zacht op zijn arm legde en het hoofd licht buigend, keek hij in de donkere oogen vjin 't meisje, die als smeekend naar hem waren opgeheven, Hij sprak niet verder uit, wat hem op de tong brandde en in plaats daarvan liet hij een bruusken lach hooren en zei koel „Het komt me voor, dat het tijdverspillen is om op dit punt verder van gedachten te wisselen, maar hoe dan ook, u zult reden hebben tenminste één persoon, die tot de zending behoort, voor de rest van uw leven dankbaar te zijn. En nu moet ik afscheid van u nemen; ik woon in het hotel daar aan den overkant". „Wij ook", riep Kathleen uit. „Is het heusch?" De oogen van den dokter verrieden duidelijk hoeveel genoegen deze mededeeling hem deed. „Dan zullen we el kaar ongetwijfeld nog we! eens ontmoeten en Zijn woorden werden eensklaps onderbroken Terwijl het meisje sprak, was een Chinees, die in een donkeren hoe naast het hotel op den loer had gestaan, op hen afgevlogen en hij praatte zoo opgewonden tegen Barrington dat Forsyth wel notitie van den man moest nemen. De zoon van het Hemelsche Rijk had echter nog niet heel veel kunnen zeggen toen Barrington hem beval te zwijgen, waarop hij zich haastig naar zijn dochter keerde. ..Kom mee. Kathleen, we hebben geen tijd meer!" Zonder zich te bekommeren om het feit, dat Forsyth eveneens in het hotel woonde, nam hij de hand van zijn dochter en trok 'ïaar half naar den ingang, onderwijl een booze, gebiedende beweging makend naar den Chinees. Deze wierp een schichtlgen. steel- =cheti blik op den dokter en volgde Barring ton en Kathleen. Dick Forsyth keek het trio een oogenblik na er kwam een uitdrukking van niet-be- -rrij pen op zijn gezicht. Tenslotte volgde ook hij, met bedachtzamen pas. Toen hij het hotel binnentrad was er van geen van drieën meer een spoor te bekennen, maar in de hall stond de oogen peinzend op den zendingsarts ge richt. de mandarijn, die in het „Paleis der Tienduizend Zaligheden", Kathleen Barrington was komen begroeten. (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1935 | | pagina 7