E BLOEMBOLLEN
De bloem van den dag.
STOFZUIGERS
EEN LIEFDE IN CHINA
MAANDAG 25 MAART 1935
HAARLEM'S DAGBLAD
ggfnOH van Ideuctn en qtuten.
door TJEBBO FRANKEN.
X,
Ja, wel schijnt ge geboren uit het bloed
van een helcl, die een lieveling der Goden
was, gij, die men vergelijkt bij Garibaldi, Ge
neraal de Wet, Nimrod, Bismarck, Generaal
V. d. Heyden, Generaal Vetter, gij Electra,
Grand Maitre. Ivanhoe, Pride of Holland, City
of Haarlem, Oranje Boven, Prins van Oranje,
Waterloo en v. Speyk. Zoo hebben die kwee
kers u dan omgetooverd van enkel in dubbel,
zij hebben u geschikt gemaakt voor miniatuur
en zij bewerkten uw bol op bijzondere wijze
met een messteek, tot gij zelfs multiflora
werdt, veelbloemig op één bol. Dus weer het
mes, gij Hyacinthus, wel wordt gij steeds her
innerd aan den moord van Zephyrus!
Ja, men heeft het mes ter hand genomen en
uw-bol op bijzondere wijze zeer diep in den
bodem gesneden. Dientengevolge wordt het re-
servevoedsel van den bol nu door de klisters
opgebruikt, door warmte wordt de groei ver
sneld. Le kisters, die aanvankelijk nauwelijks
of niet, met het bloote oog te zien zijn, ont
wikkelen zich dan tot kleine bolletjes. In het
najaar worden de moederbollen met hun
kinderen er aan voorzichtig op het veld ge
bracht en geplant. Later worden ze in den
rooitijd weer opgenomen. Men behandelt ze
dan veelal als andere hyacintenbollen voor
vroeg- of laatbloei en krijgt aan één bol een
groot aantal bloemen, soms wel tot vijftien
toe. In Engeland bereikte men met deze be
werking reeds opvallende resultaten.
Maar genoeg gepraat. Gij leeken wilt Hya
cinten voor u zien, hetzij enkel, hetzij dubbel.
Dubbel? Dus met een dubbelen nagel, denkt
gij. Neen, dubbel wil zeggen, dat de nagel on
geveer even groot is als die van de enkele
bloem, doch gevuld. Aan een dubbele hyacinth
zitten soms minder nagels dan aan een en
kele. Zoo kan een enkele zelfs voller bloem
geven, dan een dubbele.
Gij zijt ook verlangend naar die kleine
Hyacinten, die miniatuur heeten. Gij zult ze
nooit zien, leek, dat ge zijt, want miniatuur
wil niet zeggen klein, het zijn alleen maar
bloemen van nog niet geheel volwassen bollen
der grootbloemige hyacinten. Ze dragen dus
minder nagels dan de volgroeide exemplaren.
Zij hebben niet dat embonpoint, dat gemoe
delijke, maar ze zijn teer van bouw en ijl van
leest als een jongste zusje van de familie, die
de onschuld zelve is. l'lnnocence!
Maar nu is het werkelijk genoeg. Ze moe
ten in potten en platte pannen, op glazen-
voor uw venster. Welnu, luisteren wij aan
dachtig naar het Zwanenburgsche woord
over kweeking der Hyacinthen in den vollen
grond.
De meest geschikte tijd voor het planten
der hyacinten is omstreeks einde September
tot half November. De bollen worden pl.m. 8
c.M. diep geplant, dus boven den neus be
vindt zich een laagje grond van 8 c.M. Al naar
gelang van de groote der bollen staan ze 10-
15 c.M. .uit elkaar, zoodat per yierkapte meter,
al'maar het soort, 75—100 stuks, benoodigd
zijn. Het perk waar de hyacinten geplant
worden, spitte men flink diep om, zoodat de
grond behoorlijk fijn wordt en het overtollige
water gemakkelijk wegzakken kan; nooit mo
gen hyacinthen worden geplant op een plaats
waar 's winters water staan blijft.
Is de grond arm, dan is het raadzaam oude
mest in te spitten, anders is dit niet noodig.
Gedurende de wintermaanden is het nuttig
het perk flink te dekken met riet, hooi, of
bladeren of iets dergelijks ter bescherming te
gen de koude. Deze beschutting wordt ver
lucht, wanneer bij zacht voorjaarsweder de
hyacinten met hare „neuzen" boven den
grond beginnen te komen en geheel en al ver
wijderd, wanneer er geen strenge koude meer
te wachten is. Een bijzonder fraai effect
maakt het. wanneer men op niet te groote
perken elk één of hoogstens twee soorten hya
cinten plant van een goed in het oog loopende
kleur. Het beplanten van perken met allerlei
ingewikkelde figuren is beslist te ontraden.
Behandeling der hyacinten in potten of
platte pannen.
Tijd van oppotten. De beste tijd van planten
is van September tot einde October: de bollen
kunnen dan flink wortel maken vóór den
winter; later geplante bollen bloeien wel,
maar niet zoo regelmatig als de tijdig geplan
te.
De potten moeten niet te groot zijn. Wan
neer men potten kiest, die aan den boven
rand 12 c.M. binnenwerks meten is dat ruim
voldoende; een goede maat der pannen is
22 a 23 c.M. wijd en 12 a 13 c.M. diep ook
binnenwerks gemeten. De grondsoort moet be-
staan uit voedzame bladaarde met oude, ver
teerde koemest vermengd, te;-wijl om den
grond luchtig te houden een hoeveelheid
scherp zand dient te worden toegevoegd; het
overtollige water kan daardoor vrij wegzak
ken, zonder dat de grond hard en zuur wordt,
hetgeen voor de wotels zeer nadeelig is. Ook
kan Bulbfibre met succes gebezigd worden.
Verder moet de onderopening van den pot
door een stukje gebogen potscherf bedekt
worden, hetwelk men op zijn beurt met eenig
mos overdekt, ten einde de aarde te beletten
toch het gat te verstoppen, m.a.w. de pot
moet gedraineerd worden. Vervolgens vult
men de potten ter halve hoogte met aarde,
drukt die matig aan en plaats daarop de hya
cint, zoodanig dat het bovengedeelte van den
bal. de neus juist even hoog als de rand van
den bloempot komt te staan De potten worden
nu aangevuld, de aarde behoorlijk aan de zij
den vastgedrukt en de planting is hiermede
gereed.
Behandeling na de oppotting. Is men in
het bezit van een kouden bak. dan kunnen
daarin de potten ingegraven worden, zooda
nig dat de bovenrand der potten of pannen
ongeveer 5 a 6 cM. onder de oppervlakte komt
te staan. Hoofdzaak is nu, dat men den bak
koel houdt, opdat de aarde niet uitdroogt; een
der voornaamste, vaak voorkomende oorzaken
van het mislukken van den bloei is, dat de
bollen niet vooraf goed en stevig bewor-
teld zijn. In warme, droge najaren moet men
er terdege voor zorgen dat de grond in en
rondom de ingegraven potten niet warm en
droog wordt, omdat dan geen of slechte wor
telvorming plaats vindt.
Het verdient daarom aanbeveling den bak
gesloten te houden, een mat over het glas te
leggen en den vochtigheidsgraad van den
grond voortdurend te toetsen. Bij een flinke
regenbui laat men, indien de grond teekenen
van opdroging begint te vertoonen, de ramen
er eens een dag af. Natuurlijk moet tegen
overmaat van vocht evenzeer gewaakt wor
den; in moddernatten grond rotten de bollen.
De potten of pannen kunnen ook buiten in den
vollen grond worden ingegraven, op een plaats
waar geen grondwater staat. Men hoeft dan
minder nauwlettend toe te zien dat de grond
niet uitdroogt, doch dieni ei vooi te zorgen
dat bij het naderen van de vorst een be
hoorlijke dekking van stroo, riet of blad wordt
aangebracht, omdat men anders later de pot
ten niet uit den harden grond zou kunnen
halen.
Zij, die in de stad wonen en geen tuin of
kouden bak ter hunner beschikking hebben,
kunnen ondanks dit gemis evenzeer hyacinten
in potten of pannen in bloei brengen. Na het
oppotten worden de bollen eenvoudig in een
absoluut donkere, vooral koele ruimte gehou
den, waar den bollen in bestendig vochtige,
(niet natte) aarde gelegenheid moet worden
gegeven sterk en overvloedig wortel te maken.
Natuurlijk moeten de bollen niet uit het
oog worden verloren en de vochtigheidsgraad
van de aarde voortdurend worden gecontro
leerd. In droge aarde kunnen de bollen niet
wortelen.
Tijdstip van binnenhalen. Dit is een zeer
gewichtig punt en de allergrootste fout
wanneer men de bollen te vroeg aan verhoog
de temperatuur blootstelt. Een bepaalde da
tum kan hiervooi niet aangegeven worden,
omdat alles er van afhangt, wanneer met op
potten begonnen werd. Als algemeene regel
kan gelden, dat men de bollen zoolang buiten
of in den kouden bak of koude, donkere kast
moet laten verblijven, totdat de spruiten min
stens een lengte van 5 a 6 c M. hebben ver
kregen. Dan pas en niet vroeger is het tijd
om aan het vervroegen der bollen te gaan
denken.
KENNEMER FOTOKRING.
Deze kring vergadert op Woensdag 27
Maart in de sociëteit „Vereeniging", Zijlweg.
De agenda vermeldt o.a.:
voordracht van den heer J. Panman, onderwerp
Het belang van de fotografie voor het onder
wijs (met projectie)
beoordeeling van de laatste inzending
le serie 50-punten lantaarnplaatwedstrijd.
beoordeeling van 50-punten wedstrijd bro
mide vergrootingen Interieurs
proefprojectie.
De 16e Landdag van den Bond van Ned
Amateur Fotografenvereeniging wordt op 12
Mei te Haarlem gehouden. Er wordt dan o.a.
een gemeenschappelijk bezoek aan „Flora'
gebracht.
(Adv. lngez. Med.)
JUBILEUM J. DE JONG.
Heden herdacht de heer J. de Jong het
feit, dat hij 25 jaar bij de Algemeene Ver
eeniging voor Bloembollencultuur werkzaam
was. Hij was het eerst in functie op de al
gemeene vergadering, die onmiddellijk aan
de volle grondstentoonstelling in Den Hout
voorafging, en sindsdien vervulde hij op
schier iederen beursdag en scheidsgerechts
zitting een functie.
Iederen Maandag draagt de bij de beurs
bezoekers om zijn opgeruimdheid bekenden
heer de Jong er zorg voor, dat deze de pre
sentielijsten teekenen. Ook is hij nog steeds
werkzaam als bode van het Scheidsgerecht
voor den Bloembollen handel.
Dezen morgen vond hij bloemen op zijn
tafel, aangeboden door het hoofdbestuur der
Algemeene Vereeniging voor Bloembollen
cultuur. De voorzitter der vereeniging, de
heer Ernst H. Krelage. sprak den jubilaris
toe en bood hem het gebruikelijke geschenk
aan.
TUINLIEFHEBRERS IVEEST OP UW
HOEDE!
De secretaris van de afdeeling Haarlem
van de Maatschappij voor Tuinbouw en
Plantkunde schrijft ons:
Van verschillende zijden bereiken ons
klachten, die iemand, die zich iiitgeeft voor
controleur van den Plantenziektenkundiger
Dienst uit Aalsmeer, en dat hij ook op de
Flora te Heemstede vertegenwoordigd is.
Deze persoon weet met een brutaal gebaar
en onder allerlei voorwendsels in de tuinen
door te dringen en constateert dan' zooge
naamd, dat de boomen ernstig ziek zijn. Hïi
weet een behandeling op te dringen, ontbloot
de wortels en giet daarop eep. bruin vocht,
vermoedelijk koffie met een beetje spiritus
er door. Daarna vraagt of eisch hij betaling,
nu eens f 1 maar ook is mij een geval be
kend van f 5.
Daar dit alles bedrog is, zal elke tuinlief-
hebber verstandig doen. met. dergelijke men-
schen, onder welke voorwendsels zij 2ich ook
aanmelden, de deur te wijzen.
Aan het secretariaat, van de Kon. Ned.
Mij. voor Tuinbouw en Plantkunde, Gael-
straat 51. verschaft men in dergelijke geval
len gaarne inlichtingen omtrent betrouw
baarheid.
PERSONALIA.
Te Leiden is geslaagd voor het candidaats-
Qxamen in de klassieke letteren onze stad-
zenoote, mej. L. Steynen.
KENNEMER JEU GPHERBERG.
De jaarverslagen van de Stichting „Ken-
nemer Jeugdherberg" die de Jeugdherberg
.Jan Gijzen" exploiteert), zoowel als van de
Kennemer Vereeniging voor Jeugdherbergen
die de propaganda verzorgt en de J.
steunt),zijn niet onverdeeld gunstig. Het
aantal overnachtingen liep achteruit, als ge
volg van de alom drukkende moeilijkheden.
De besturen zijn echter toch vol goeden moed
De vergrooting van de Jeugdherberg door het
in het voorjaar van verleden jaar nieuw in.
gerichte dagverblijf geeft voor het nieuwe
seizoen wel eenige vooruitzichten. Algemeen
was men verleden zomer van meening dat het
een groote verbetering is.
In het nieuwe seizoen zal veel aandacht
worden besteed aan de propaganda voor het
jeugdherbergwerk en de financieele positie
van Jan Gijzen, terwijl ook getracht wordt
weer trekkers te trekken. Voor de propaganda
wordt een stand betrokken op de komende
Voorjaarsbeurs van 2330 Maart in het Con
certgebouw, waar alle inlichtingen worden
verstrekt. Ook bestaan er plannen voor een
filmavond in het laatst van April. Op 1 April
wordt een aanvang gemaakt met de spreek
uren van het bestuur tot het geven van in
lichtingen en de verkoop van artikelen. Het
secretariaat geeft als immer schriftelijke
inlichtingen.
Het lelietje van dalen.
Op de tentoonstelling is. vlak voor de groote
inzending van de Amaryllis soorten een kleine
expositie van lelietjes van dalen, die er wezen
mag. Ook in de bloemenwinkels kan men de
„getrokken" planten te kust en te keur krij
gen. In onze boschrijke streken komt het le
lietje van dalen zeer veel in het wild voor.
hoewel op veel plaatsen, o.a. om Haarlem, de
gedachte aan verwildering zich sterk aan ons
opdringt. Maar in Gelderland en Z. Limburg
zijn ze zonder twijfel geheel wild. De kleine
bloemen, die als witte klokjes aan de bloem
steel hangen, leeren ons, dat we alweer met
een der Liliaceae te maken hebben: in de zes-
tallige bloem zitten, vlak bijeen, de zes meel
draden om het bovenstandig vruchtbeginsel.
Meestal zien we aan de voet van de bloemsten
gels twee bladeren; komt er maar één blad te
voorschijn, dan komt er geen bloem. Later in
het jaar verschijnen de roode bessen, die door
de vogels worden verspreid. Zoo komen de za
den weer onder boomen en struiken terecht.
De kunst van vervroegen heeft bij het le
lietje van dalen haar toppunt bereikt. De
kweeker kan ze op eiken dag leveren, als hij 't
vooruit weet. Als men de „Kiemen" of „neu
zen" heeft opgepot, duurt het in November
pl.m. 4 weken, in December 3 weken en in de
zomer 14 dagen, vóór ze bloeien. De zooeven
genoemde „neuzen" zijn de uiteinden van
krachtige wortelstokken, voorzien van flinke
wortels. Vóór November zijn echter de kiemen
niet in bloei te krijgen, zonder dat ze vooraf
een bepaalde behandeling hebben ondergaan.
Men brengt ze n.l. in een koelhuis, waar ze
ongeveer een week aan een behoorlijke vorst
worden blootgesteld. Op die manier maken de
wortelstokken kunstmatig hun winter door en
daarna reageeren ze vlugger op de hoogere
temperaturen van 70 a 80 gr. F., waarmee de
kweeker de lelietjes in bloei trekt. Men kan dit
ook in huis doen door de „neuzen" in de herfst
op te potten, in te graven en na een vorstpe
riode binnen te brengen. De moeilijkheid is.
dat de planten nooit mogen uitdrogen, want
dan blijven de bloemen zeker zitten. Ook tem
peratuurschommelingen van beteeken is zijn
uit den booze. Maar als aan de voorwaarden
van vochtigheid en temperatuur is voldaan,
heeft de vervroeging meestal een gunstig ver
loop.
A. MELLINK.
De Derde Voorjaarsbeurs.
De officiëele opening.
Zooals wij Zaterdag meldden, heeft de bur
gemeester. de heer C. Maarschalk. Zaterdag
middag de derde Voorjaarsbeurs. georgani
seerd door de al'd. Haarlem en omstreken der
Ned, Vereen, voor Huisvrouwen, geopend met
een rede, die wij in ons vorig nummer reeds
opnamen.
Aan deze rede ging vooraf een toespraak van
de presidente der afd. Haarlem en omstreken
van genoemde vereeniging, mevr, C. J. Cohen
Tervaer't-Koch, waarin deze o.m, zeide, dat de
burgemeester nu al voor den derden keer de
Beurs geopend had. Spr. betreurde het, dat
de eere-presidente, mevr. Maarschalk, niet
aanwezig kan zijn. omdat haar gezondheids
toestand dit nog niet toeliet en wenschte haar
een spoedig herstel toe. Aan mevr. Maar
schalk werd namens de vereeniging een bloe-
men-fruitmand gezonden. Mevr. Maarschalk
had de attentie gehad een groote mand met
tulpen te zenden, welke onder de leden van
het bestuur werden verdeeld.
Het aantal stands, zoo ging mevr. Colien
Tervaert voort, is bevredigend en de stands
zijn goed verzorgd.
In een vergadering van de Middenstands-
Centrale is gesproken over de groote concur
rentie die de „warenhuizen" den middenstan
ders aandoen. Spr. wilde buiten dezen strijd
blijven, maar een feit is het dat de beurzen
in ieder geval het publiek goede voorlichting
geven. Zij prees den durf en den onderne
mingsgeest der exposanten en bracht hulde
aan den secretaris van de Beurs, den heer J.
van der Burg, die nu al voor de 3e maal zich
met de organisatie heeft willen belasten.
Nadat de officieele opening had plaats ge
had. werd de Beurs voor het publiek openge
steld. Zij trok al dadelijk vele bezoeksters.
Zij nog vermeld dat er onder de stands ook
een is van den Anti-Vivisectiebond.
ZONDER VOORUITBETALING
KRUISWEG 60Tel. 16659
(Adv. lngez. Med.)
STADS BIBLIOTHEEK EN LEESZAAL
PRINSENHOF.
Nieuwe aanwinsten.
Nederl. romans: Boenin: Het leven van
Arsenjew; Van Bussum: Het Joodsche
bruidje; Feuchtwanger: De Oppenheims:
Walschap: Trouwen; Zielens: De gele roos.
Engelsche romans: Allen: Anthony Adverse:
Bennett: The old wives' tale, 2 din.; Conrad:
Lord Jim: Huxley: Point counter point, 2 din.:
idem: Those barren leaves; Lawrence: Sons
and lovers; Woolf: To the lighthouse.
Sociale Wetenschappen: Hagoort: De chrls-
telijk-sociale beweging; Ortega van Gasset:
De opstand der horden; Roland Holstv. d:
Schalk: Rosa Luxemburg: Statistiek v. d.
loop der bevolking van Nederland over 1933:
Statistiek der gemeentefinanciën over 1933
en 1934; Wibaut: Ordening der wereldproduc
tie.
Natuurlijke historie: Drijver: Texel, het
vogeleiland; Thijsse: Bloemen in onze tui
nen; idem: Onkruiden; Vijverberg: Vogel-
idyllen. Van diverse pluimage.
\eve**-
"er Gw 9°e.
dOÜ' aark de
en spaa"
voor VIJF wasschen 16 cfc
Handcbond. .Emko* Apeldoorn
(Adv. lngez. Med.)
MIDDELBAAR TECHNISCHE SCHOOL.
De volgende afgestudeerden van de Middel
bare Technische School, te Haarlem werden
geplaatst in de-navolgende betrekkingen:
Afdeeling Bouwkunde: J. G. Beuk, als on
deropzichter bij de uitvoering van heerenhui
zen.
Afdeeling Weg- en Waterbouwkunde: D.
Munsterman, als Waterbouwkundig opzichter-
teekenaar; J. M. van Olst, bij de Rijkswater
staat; C. J. Rijkeboer, als hulpopzichter bij
de Provinciale Waterstaat van Noord-Holland.
Afdeeling Werktuigbouwkunde: A. H. An
drea, als assistent in de meetai'deeling bij de
Kon. Ned. Hoogovens en Staalfabrieken,
IJmuiden; H. M. Bakker, als laborant aan het
laboratorium der Bat Pctr. Mij.. Amsterdam;
H, W. Brouwer, bij N V. Stookwerk. Rijswijk;
J. H. Franken, betrekking in Amerika; Chr.
van der Kwast, als machinLst bij het sport-
fondsenbad te Haarlem; R. O. van Manen,
werktuigbouwkundige bij N.V. Octrooibureau
Vriesendorp Gaade: G. Mossou. als tee
kenaar-constructeur bij de Artillerie Con
structie Winkel, Batavia; W. A. Stevels, bij de
Staatsmijnen in Limburg.
Afdeeling Electrotechnïek: W. P. Prangsma,
als assistent voor het radiolampen-labora
torium. zij Philip's Gloeilampenfabrieken: J.
A. van Kerkhof, als ambtenaar bij de Rijks
studiedienst voor de luchtvaart, Amsterdam.
Afdeeling Scheepsbouwkimde: W. B. Schee-
lings. als teekenaar bij het Nederlandsch
Scheepsbouwkundig proefstation, te Wagenin-
gen.
„ALBERDINGK THIJM" KRIJGT EEN
STUDIO.
Vrijdagavond 29 Maart zal de R.-K. Rede
rijkerskamer „Alberdingk Thijm" haar eigen
repetitielokaal, een studio aan J r
Wijngaardstraat 17 onenen.
de Lange
FEUILLETON.
Uit het Engelsch
door BEN BOLT.
4)
Forsyth fluisterde den ouderen man een
waarschuwing toe, dat deze de achterhoede
zou blijven vormen en wendde zich toen tot
het meisje.
„Blijf op de brug, Miss Barrington, tot ik
het sein geef weg te rennen".
Kwasi-achteloos, als op z'n dooie gemak
liep hij verder naar het begin van de brug.
Maar toen hij de kade bereikt had, nam hij
een plotselingen sprong, zijn arm schoot met
kracht uit en op hetzelfde moment belandde
een van de loerende figuren met een plof
op den grond. De tweede belager sprong op
hem toe, toen hij zich omdraaide om dezen
te grijpen. Even zag hij het bleeke glimmen
van een mes; hij sloeg zijn rechterarm stevig
om het middel van den aanvaller en met zijn
linkerhand pakte hij de vuist vast, die het
moordwerktuig omklemd hield. Terwijl hij
worstelde, was de weg voor Kathleen Bar
rington en haar vader vrij en hijgend riep hij
het meisje toe:
„Vooruit, Miss Barrington; nu hollen!"
Al zijn spieren en zenuwen gespannen om
■den Chinees in bedwang te houden, was hij
toch nog in staat vluchtig op te merken dat
het meisje zijn bevel gehoorzaamde en dat
haar vader, onverschillig voor het lot dat den
man wachtte, die zich voor de veiligheid van
zijn dochter in de waagschaal had gesteld,
•haar volgde. Maar zeer duidelijk drong het
klinken van stemmen aan 't andere einde van
de brug, tot zijn bewustzijn door. Hij wist, dat'
nu Barrington hem in den steek had gelaten,
•zijn toestand wanhopig was en dat slechts
luttele seconden en één kans op de duizend
tusschen hen en den dood stonden.
Het gele gezicht, vlak bij het zijne, was al
in een grijns geplooid, in het vooruitzicht van
triomf, want de twee andere vervolgens waren
vlakbij. Maar het was juist deze grijns, die
Forsyth een haast bovenmenschelijke kracht
gaf. En het gelukte hem de hand met het
doodelijk mes erin, zoover achteruit te drin
gen, dat zijn aanvaller gedwongen was het
wapen met een kreet van pijn los te laten.
Bijna op hetzelfde oogenblik dat het klette
rend op de steenen terecht kwam. had hij den
Chinees reeds tegen den grond geslingerd, met
zoo'n geweld, dat de man met een smak tegen
zijn beide bondgenooten aanvloog die in een
draf te hulp schoten.
De dokter hoorde den doffen plof van de
botsing, toen het kraken van splinterend hout.
De hou ton brugleuning, niet berekend op het
weerstaan van dergelijke aanslagen op haar
zwakheid, was bezweken onder het gemeen
schappelijk gewicht van de drie mannen en
de luide plons, die Forsyth's ooren het volgende
moment bereikte, liet aan duidelijkheid niets
te wenschen over: de drie helden uit de Can-
tonsche onderwereld spartelden in het water
Nummero vier, die weer een weinig was op
gekrabbeld, staarde hem in zittende houding
verbouwereerd aan. Die was voorloopig buiten
gevecht gesteld!
Dick Forsyth had dus geen enkele reden tot
verder oponthoud hier, en zoo snel zijn beenen
hem konden dragen, sloeg hij de richting in,
waarin Barrington en zijn dochter ©en goed
heenkomen hadden gezocht. Hij vertraagde
zijn tempo niet, vóór hij bij een andere brug
kwam, ergens in een doodstille straat, en daar
bleef hij staan om te luisteren. Achter hem
was geen geluid te hooren, maar uit de don
kere straat aan den anderen kant van de
brug, klonk het geluid van gejaagde voetstap
pen.
„Het meisje en haar vader!"
Hij sprak de gedachte halfluid uit en zette
den ren van zooeven weer voort, de brug over,
de zich verwijderende voetstappen achterna.
Opeens hielden deze op en toen hij een hoek
omsloeg, zag Forsyth op een afstand twee ge
stalten staan onder een groote papieren lan
taarn: Barrington en zijn dochter. Hij begon
langzamer te loopen en terwijl hij zonder
dat ze hem zagen aankomen, in bedaarden pas
op hen toeging, hoorde hij de stem van het
meisje, dringend, verwijtend, klinken in de
verlaten straat.
„Vader, u moet teruggaan!"
„Wat heeft het voor nut?". Er was iets
harteloos, onmeedoogends in den toon, waarop
Barrington de woorden uitstiet.
„Het is eenvoudig uw plicht! Ik kan nu wel
alleen thuiskomen en Dr. Forsyth vecht mis.
chien voor zijn leven".
„Malligheid hoor! Een zendeling minder in
China is zoo'n groot verlies niet", was het
ruwe bescheid. „De kerel
Kathleen hoorde de naderende voetstappen
en ze wendde het hoofd in de richting er
van.
„O, daar is hij!' viel ze haar vader in de
rede. „Gelukkigveilig en wel
Barrington volgde den blik in het donker
„Hallo dokter", riep hij met 'n air van on
verschilligheid. „We hadden het juist over
u".
„Dat meende ik al", antwoordde Forsyth
droogjes.
„In ieder geval maakt uw komst een eind
aan de discussie: het lijkt me het beste nu
maar zoo gauw mogelijk verder te gaan"
verklaarde de handelaar, kennelijk geheel on
gevoelig voor wat de ander van hem mocht
denken.
Forsyth keek naar het meisje. Ze was vuur
rood en tij twijfelde er niet aan, dat ze zich
schaamde over de houding van haar vader.
Verlangend haar op haar gemak te zetten
ging hij naast haar loopen. Eerst was er een
eenigszins beklemmend zwijgen tusschen hen
maar na enkele minuten begon ze verlegen'
,Ik ben zoo blij dat u er goed bent afge
komen en ongedeerd bent".
,En ik ben blij, dat ik van u hetzelfde kan
zeggen", antwoordde hij met een opgeweki
lachje.
„Vertelt u mij eens precies, wat er gebeurd
is, doktor".
„Och, niet veel bijzonders", verklaarde hij
uchtig. „Een van die waardige heeren bij de
brug had neiging mij een mes in mijn ribben
kast te steken maar ik dwong hem het mes te
laten vallen, toen smeet ik hem tegen zijn
compagnons aan. die juist over de brug kwa
men aanhollen. De leuning was niet teger
den schok bestand toen ze er met z'n drieër
tegenaan ploften en het heele stel ging konjr
onder. Toen het zoover was", weer '.achtc
hij hartelijk „maakto ik. dat ik wee
kwam".
„U bent erg dapper", zei het meisje een
voudig. maar met een trilling van oprechte be
wondering in haar stem.
„Hm.... zoo. zoo. weerde hij af.
„De eerste man van de zending met meei
moed dan een juffershondje".
Barrington achtte het noodig op zijn plom
oe. tact-looze manier zijn meening ten beste
te geven.
,Dan kan ik alleen maar concludeeren, dat
u niet dikwijls met menschen van de zending
in aanraking geweest bent", beet Dick For.
syth hem verontwaardigd toe.
Plotseling voelde hij. dat een kleine hand
zich zacht op zijn arm legde en het hoofd licht
buigend, keek hij in de donkere oogen vjin 't
meisje, die als smeekend naar hem waren
opgeheven, Hij sprak niet verder uit, wat hem
op de tong brandde en in plaats daarvan liet
hij een bruusken lach hooren en zei koel
„Het komt me voor, dat het tijdverspillen
is om op dit punt verder van gedachten te
wisselen, maar hoe dan ook, u zult reden
hebben tenminste één persoon, die tot de
zending behoort, voor de rest van uw leven
dankbaar te zijn. En nu moet ik afscheid
van u nemen; ik woon in het hotel daar
aan den overkant".
„Wij ook", riep Kathleen uit.
„Is het heusch?" De oogen van den dokter
verrieden duidelijk hoeveel genoegen deze
mededeeling hem deed. „Dan zullen we el
kaar ongetwijfeld nog we! eens ontmoeten
en
Zijn woorden werden eensklaps onderbroken
Terwijl het meisje sprak, was een Chinees,
die in een donkeren hoe naast het hotel op
den loer had gestaan, op hen afgevlogen en
hij praatte zoo opgewonden tegen Barrington
dat Forsyth wel notitie van den man moest
nemen. De zoon van het Hemelsche Rijk had
echter nog niet heel veel kunnen zeggen toen
Barrington hem beval te zwijgen, waarop hij
zich haastig naar zijn dochter keerde.
..Kom mee. Kathleen, we hebben geen tijd
meer!"
Zonder zich te bekommeren om het feit,
dat Forsyth eveneens in het hotel woonde,
nam hij de hand van zijn dochter en trok
'ïaar half naar den ingang, onderwijl een
booze, gebiedende beweging makend naar den
Chinees. Deze wierp een schichtlgen. steel-
=cheti blik op den dokter en volgde Barring
ton en Kathleen.
Dick Forsyth keek het trio een oogenblik
na er kwam een uitdrukking van niet-be-
-rrij pen op zijn gezicht. Tenslotte volgde ook
hij, met bedachtzamen pas. Toen hij het hotel
binnentrad was er van geen van drieën meer
een spoor te bekennen, maar in de hall stond
de oogen peinzend op den zendingsarts ge
richt. de mandarijn, die in het „Paleis der
Tienduizend Zaligheden", Kathleen Barrington
was komen begroeten.
(Wordt vervolgd.)