EEN LIEFDE IN CHINA De Engelsch-Duitsche besprekingen te Berlijn. De Duitsche Rijksleider in gezelschap van de Engelsche staatslieden. - V.l.n.r. zichtbaar: Anthony Eden, Sir John Simon, Adolf Hitler, terwijl men verder rechts onderscheidt de Duitsche Rijksminister van Buitenlandsche Zaken Von Neurath, Sir Eric Phipps, de Engelsche gezant en Von Rib- bentropp Op de aebraafpiaats Zorgvlied had Dinsdagmiddag de teraar debestelling plaats van het stoffelijk overschot van wijlen prof. dr. Otto Lanz, welke door zeer vele autoriteiten werd bijgewoond Mussolini tijdens zijn rede welke hij van het balcon van het Palazzo Venezia te Rome voor een ontzaggelijke menschenmenigle hield, en waarin hij over de laatste inter nationale gebeurtenissen sprak H. K. H. Prinses Juliana heeft Dinsdagmid dag in gezelschap van een hofdame een duin- Wandeling gemaakt. De Prinses bestijgt een hoogen duintrap Mr. A Neytzell de Wilde, oud- voorzitter van den Volksraad van Ned -Indië. is benoemd tot buitengewoon hoogleeraar aan de landbouwhoogeschool t« Wageningen voor het geven van onderwijs in de koloniale landhuishoudkunde en het Indisch agrarisch recht VH'3 rm&MÉr~ Op het stationsemplacement te Berkel ontspoorde Dinsdag het laatste rijtuig van een eleclrischen trein Persoonlijke ongelukken kwamen niet voor, terwijl de materieele schade zich beperkte tot den wagon en een wissel Brook, een der deelnemers aan de Mellbourne-race, die van Port Darwin vertrokken is om een nieuw record voor den afstand Australië Engeland te vestigen Door het opgewaaide zand Is op het Scheveningsche strand gedurende den winter een hooge zandberg ontstaan. Met kipkarree wordt het zand thans naar elders vervaard FEUILLETON. Uit het Engelsch door BEN' BOLT. Die tweeledige vraag werd kort daarop, toen hij naar het restaurant ging om te ontbijten, beantwoord. Hij wilde juist de met gordijnen afgesloten deuropening passeeren, toen Li Weng-Ho uit het'restaurant kwam. De Ooster ling groette hem ernstig: hij beantwoordde den groet en liep het restaurant binnen, waar Kathleen Barrington' de eenige gast was. Ze zat echter in de groote zaal, in gedachten ver diept en met een verontruste uitdrukking op haar knap gezichtje. Ze was zoo afwezig, dat ze hem niet zag aankomen, terwijl hij haar tafeltje naderde: eerst toen hij sprak, werd ze zich van zijn aanwezigheid bewust. ..Goeden morgen, miss Barrington!" Ze schrok op en lachte toen om zichzelf. ..O! Goeden morgen, dokter. Wat hebt u mij aan het schrikken gemaakt! Ik heb u niet eens zien binnenkomen". „Neen", antwoordde hij glimlachend. „Dat merkte ik. was zoo in gedachten vér- diept". „Ja", erkende het meisje. „Ik overwoog hoe ik in Yong-Foo moest komen. Mijn vader is inderhaast vertrokken, gisterenavond, en nu moet ik op mijn eigen houtje gaan. Hij heeft een briefje achtergelaten. Ik moet hem zoo spoedig mogelijk naar Yong-Foo volgen en de bagage, die hij hier heeft laten staan, mee nemen. Vrije overtocht is mij aangeboden..." „Door Li Wong-Ho?" „Ja. klonk het en het. meisje keek hem ver baasd aan. „Hoe weet u dat?'' „Ik vermoedde het", antwoordde hij, „ik ontmoette den mandarijn, toen. hij uit het restaurant kwam". Hij zweeg even. vervolgde toen bedaard: ..Miss Barrington, als ik u was, geloof ik niet. dat ik dat aanbod zou accepteeren". „Dat wil ik ook liever niet". Er was een verontruste uitdrukking op het meisjesgezicht „Maar het is moeilijk om te weigeren. Li Weng-Ho is 'n vriend van mijn vader „Hoe wist hij, dat u op reis gaat? Hebt u hem dat verteld?" „Neen. Maar 't schijnt, dat hij mijn vader gisteravond gesproken heeft eer deze weg gingZe zweeg toen ze naar het gezicht van den arts keek. „Wat is er?" „Er viel mij iets in", antwoordde hij op luchtiger, toon. maar toen hij zich afvroeg of er eenige verstandhouding bestond tusschen Barrington en den mandarijn, voelde hij zich ernstig gestemd. Doch hij voegde er levendig aan toe: „Ik geloof, dat ik die moeilijkheid wel voor u kan oplossen, als u geen bezwaar hebt de reis naar Yong-Foo te maken in een sampan van de medische zending". Het meisje lachte opgelucht. „Ik zou het erg prettig vinden". Dr. Forsyth keek op zijn horloge. „Wij gaan over twee uur weg dan kunt u zeker we", klaar zijn. Er reizen nog twee dames mee, ik zelf ga ook mee. De dames moeten naar Fong- Chin, dus voor we daar zijn is er niet zooveel ruimte. „Het zal in ieder geval beter zijn dan Li Wong-Ho's woonschip", viel ze hem glim- lachend in de rede. „Veel beter", stemde hij ernstig toe. „Excuseert u mij dan. Dr. Forsyth. Ik moet nog toebereidselen maken voor mijn vertrek. Over een uur ben ik klaar". „Mooi", antwoordde hij. „Dan hebben we tijd in overvloed om naar de zendingsboot te gaan". Nadat zij verdwenen was, zette hij zich aan een der tafeltjes en bestelde zijn ontbijt. Ter. 1 wijl hij at, was hij in gedachten verdiept, maar niet zoozeer, dat het hem ontgaan was dat een, in rijk livrei gekleede Chinees tweemaal binnengekomen was om het grooter wordende aantal gasten op te nemen en weer te ver dwijnen. En toen hij het restaurant verliet, verraste hij den man, terwijl deze in onder worpen houding voor een dienaar van Li Weng-Ho stond. Forsyth maakte daardoor voor zichzelf uit, dat hij zelf ook tot het per soneel van den mandarijn behoorde en onge twijfeld instructies had gekregen een oogje op hem en Kathleen Barrington te houden. Dit feit werd anderhalf uur later bevestigd, toen het meisje in zijn gezelschap in een sampan wilde stappen en dezelfde man haar een briefje overhandigde. Ze nam het aan, las het, schudde toen haar hoofd en zei een paar woorden tegen den boodschapper. De man pro testeerde eerbiedig, maar het meisje negeerde hem en wendde zich tot Forsyth, waarna zij aan boord van de sampan ging. Forsyth gaf onmiddellijk een order aan het hoofd van de familie, die de sampan als woon schip gebruikte, waarna de boot zich in be weging zette. Terwijl ze door het stille water van het kanaal gleden, keek Dick Forsyth het meisje aan. „Was dat briefje van Li Weng-Ho?" „Ja", antwoordde ze. „Die man is een van zijn bedienden. Hij wenschte, dat ik met hem meeging naar de boot van zijn meester". Ze gingen door een netwerk van kanalen met veel booten, waar het krioelende, kleurige leven van Canton zich afspeelt: onder ver schillende fantastische en wankele bruggen door, en voorbij vroolijk versierde drijvende amusementspaleizen, tot ze de rivier bereikten waar ze enkele minuten later naar een groote. properuitziende, wit-geschilderde boot ge bracht werden, over de verschansing waarvan een paar Engelsche meisjes, met oogen stralend van nieuwsgierigheid, het leven om hen heen gadesloegen. „De zendingsboot", zei Forsyth glimlachend. .En die twee meisjes zijn de passagiers voor ■Fong-Chin. Ik hoop dat u ze aardig vindt. Ze kennen China niet zoo goed als u, ze zijn pas hier. Aan boord van de sampan gekomen, stelde Forsyth Kathleen Barrington aan de twee dames voor en toen ze met elkaar begonnen te babbelen, ging hij weg om een oogje te houden op het inladen van de bagage. Het viel hem op, dat er zooveel was, maar hij vond een verklaring in de veronderstelling, dat een gedeelte er van handelswaar moest zijn. Toen alles ingeladen was, werden de kabels van de sampan losgeworpen, de Zuiderwind bolde de zeilen en het vaartuig werd stroomopwaarts gevoerd, waarna het de Pi-Kiang ingedreven werd, de groote Noordelijke rivier, die de ver binding vormt naar Fong-Chin en het meer afgelegen Yong-Foo. Terwijl dit gebeurde werden Forsyth's oogen getroffen door een groote jonk met een dubbel stel driehoekige zeilen. Hij nam zijn kijker, richtte dien op de jonk en zag dat de kleuren van de boot dezelfde waren als van de livrei van Li Weng-Ho's bediende. Hij twijfelde er niet aan of het was de jonk van den manda rijn, een feit, dat hem, toen de sampan over de wijde wateren gleed, ernstig aan het den ken bracht. IV. Brood op de wateren. Laat in den middag ging de wind liggen, de bemanning haalde de roeiriemen te voor schijn en roeide de sampan naar een groot dorp, waarvan de pagode al van verre zicht baar was. Toen zij naderbij kwamen, klonk tromgeroffel over het water; Forsyth legde uit. dat er feestelijkheden aan den gang waren waarop een der nieuw aangekomenen den wensch te kennen gaf, aan land te gaan. „Dat wilde ik juist voorstellen", antwoordde hij. „Er is hier een zendingsstation, waar een vriend van mij een hospitaal heeft. We zullen zijn provisiekast plunderen en er blijven eten". Hij keejdefzich. lacheend, tot zijn nieuwe yrien- din. „Wat denkt u ervan, mi^s Barrington. „Ik zou het heerlijk vinden", antwoordde, deze opgewekt. Toen het anker uitgeworpen werd, was dé schemering al ingevallen; het licht van vroolijk gekleurde lantaarns flikkerde langs den oever en terwijl zij landden klonk het geroffel der. trommels luider. De straten waren tjokvol. Onder het voortwandelen, werd het lawaai steeds grooter; nu hoorden zij lachen en schreeuwen en wilden kreten van opgewonden heid. Geknal weerklonk, een regen van gouden vonken viel hoog boven hun hoofden uiteen en plotseling verscheen om een hoek een vreemdsoortig geïllumineerd dier, vijf en twin tig voet lang, dat zich kronkelend en wringend een weg baanden door de straat. „Lieve deugd!", riep een der Engelsche meis jes, „wat is dat?" „Een papieren draak", lachte de dokter. ..Laten we aan den kant gaan, anders verslindt hij ons nog". Halthoudend trok hij het heele gezelschap tegen een winkel aan, waar ze goed in den schemer stonden, want hij was lang genoeg in China geweest om te weten, dat de bevol king, wanneer ze in feeststemming verkeert, tot allerlei baldadigheid geneigd is. Kathleen Barrington wist dat ook. ze was zich bewust, dat een menschenmenigte. zooals zich nu door de straten drong, korte met ten met de „vreemde duivels" zou maken. „Neem zoo min mogelijk notitie van wat er gebeurt", fluisterde ze den Engelschen meis jes toe, terwijl ze tusschen hen in ging staan. Gelukkig was de menigte te zeer verdiept In de groteske kronkelingen van den draak om de vreemdelingen op te merken. Toen het tromgeroffel, het geknal en gespetter van het vuurwerk en het lawaai der menschelljke stemmen verminderde, 't monster verdwenen was en de straat leeger werd, vervolgden de vreemdelingen hun weg. .(Wordt vervolgd.)!

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1935 | | pagina 10