Naar Denemarken en Zweden iujiFT Fit! De Bloemententoonstelling in rust. door de lucht. ZATERDAG 6 APRIL 1935 HAARLEM'S DAGBLAD 7 Als de nacht gedaald is.... En toen de laatste bezoekers van Flora den Tulpenhof verlaten hadden, toen de lichten in het Bloemenpaleis en in de restau rants en in de zuilen gedoofd waren en daar door het reeds lang wachtende duister van den nacht zich met enkele grage sprongen meester gemaakt had van het geheeie ten toonstellingsterrein de Tulpenhof had zich het langste daartegen verzet door de lichten de pilaren uittartend opgeheven te houden toen dat stukje wereld óók verborgen lag onder het donkere niets, toen ben ik langs het veld gegaan en heb een klein tipje van dien nachtelijken sluier op kunnen lichten, o heel klein maar, zoover als gehoor en reuk reikten en soms zoover als een zaklantaarn kon beschijnen, daar waar het grijze van den nacht onvoldoende was voor mijn tastende schreden. De tentoonstelling in rust, teruggegeven aan de Natuur, onder de menschelijke hoede alleen van de nachtwakers Met een vriendelijken waker van den Bewa kingsdienst van den heer Lam ben ik rond gegaan.^ We startten in het gebouwtje van het secretariaat, het eenige lichtpunt van de uitgestrekte terreinen op die uren, waar de be wakingspost bij de telefoon is gevestigd. Zorg vuldig werd elke deur gecontroleerd, elke slui ting betast, en spiedend gleed de lichtbundel van de lantaarn langs de donkerste hoeken. De cassa's rustten van de vermoeiende dag taak, de luiken als oogen gesloten. We scho ven over het terras van het restaurant, waar enkele stoelen door den wind omvergeworpen lagen. Een vlaggetouw klepperde tegen den stok, een boomtak schuurde langs een muur, uit een goot druppelde water. Geluiden over al, schuchtere geluiden, die éven geheimzin nig zijn, totdat de oorzaak bekend wordt. Dat is de manifestatie van den Nacht: in geluiden. En in geur. op deze tentoonstelling, in het Bloemenpaleis. Volle geuren, die in hun geheel tot me kwamen, niet verminderd door andere invloeden, niet verkleind doordat tegelijk oog en oor een gedeelte van de aan dacht opeischten. Gelijk een bloem, wie zwervend komt, verblijdt door vorm en kleur en wonder-zoet aroom... Zóó zong Joannes Reddingius. Maar in den nacht zijn vorm en kleur onzichtbaar en blijft den zwerver slechts het aroom. Sléchts het aroom, dat dan echter overweldigend is in die groote ruimte, voller dan overdag. En men mag zeggen, dat bloemen zoo sterk ruiken, maar in de Bloemerihal heb ik in de duisternis van dien nacht met diepe teugen het wonder-zoet aroom ingeademd, dat be dwelmend in zijn overvloed om mij hing. Een nieuwe, maar schoone ervaring, die ik mei vreugde onderging Buiten wiegelden de ranke tulpen zacht in den wind, gesloten en zich voorbereidend om frissche heerlijkheden te toonen als de dag zou zijn aangebroken. De crocussen hadden zich dicht aanééngevlijd en sliepen in hun bedjes onder hun eigen witte en paarse dek ken en de vroege hyacinten blikten opkijkend uit de hooge groenen kragen wat stug in het schijnsel van de lantaarn, als of ze norsch protesteerden tegen het verstoren van hun rust. De vijvers droomden stil, nauwelijks gerim peld, een zilveren veld, waartegen de struiken en stammen als fijne silhouetten zich af tee kenden. Flauw schemerde op het wijde veld de muziekkoepel, de boomen langs de Vrij- lieidsdreef stonden scherp voor het door straatlantaarns verlichte Heemstede, machtig rees de zuil. bekroond door den wereldbol om hoog, ook scherp tegen den vrijen hemel, en de contouren der gebouwen, die vaal en grauw waren, vervaagden en gingen in den nacht verloren, het Bloemenpaleis en het Glashuis en restaurant daardoor vervoi-mend tot on wezenlijke afmetingen, geweldig groot, om dat ze één werden met den nacht. Het parkeerterrein lag leeg en wijd en de aanwijsborden voor auto en rijwiel stonden daar nutteloos en als met hun figuur verlegen op de uitgestrekte ruimte. De lantaarn op de Ritzema Boskade boorde haar stralen tus- schen de spijlen van de hekken door tot ver over de tegeibestrating en wierp fantastisch- uitgestrekte schaduwen op den grond. En de wind streek over de boomen, die ruischten. Het was alsof ze nu pas, in de stilte van den nacht de gelegenheid aangrepen met elkaar te spreken over de vele kleine men- schen, die overdag om hun voet wandelden, over dat nederige en aardsche gedoe, waar boven zij, boomen, breeduit en vastgeworteld in den grond, hoog verheven zijn, maar waar over zij zich toch beschermend uitspreiden- Zij fluisterden, de hooge boomen. en de kleinen aan den slootkant sliepen, of luisterden zwij gend naar wat de grooteren te zeggen had den. Overigens was het bijna stil. Een enkele hond baste in de verre verte, de klank van een torenklok drong flauw tot het terrein door, een autotoeter toonde leven elders aan. En de nachtwakei's deden ronde na ronde en bewaakten de aan hun hoede toevertrouw de schoonheden, den heelen nacht door.Zij za gen het langzaam licht worden, zij liepen door het ontwakende bosch, en hun schreden lieten vogels opfladderen, den "komenden dag tegemoet. En toen het halfzeven was geworaen kwa- 'men de menschen weer: de kweekers en in zenders. die hun bloemen verzorgden, de le veranciers en het personeel, die Flora weer gereed, maakten voor het nieuwe bezoek, en. later kwamen de kijkers. De nachtwakers konden gaan. de Tentoon stelling was teruggegeven aan hen. die er recht op hebben, omdat het een tentoonstel ling is: aan de menschen. A. J. C. VI. SMAAKZ1N BIJ VISSCIIEN Bij dieren, die in het water levén. is het niet steeds gemakkelijk, een onderscheid te maken tusschen den reuk- en den smaakzin. omdat de prikkels, die op den reukzin inwerken ook slechts in het water als medium waargenomen kunnen worden en niet in gasvormigen toe stand via de lucht, zooals bij de dieren, die op de aarde leven. In de biologie spreekt men derhalve dikwijls slechts van één chemischen zin bij de waterdieren: evenwel probeert men toch het verschil tusschen reuk en smaak ten minste bij de gewervelde waterdieren te hand haven, voor zoover dit mogelijk is. Dit is echter niet steeds gemakkelijk. On langs kon daarentegen toch door een reeks nieuwe proeven het bewijs worden geleverd dat de visschen zoowel een reuk- als een smaak zin bezitten. Deze proeven werden genomen door Michael Krinner en de resultaten werden gepubliceerd in „Die Umschau". De onderzoeker koos als proefdieren gron- delingen. Hij stelde het reukorgaan en de oogen van deze dieren buiten functie en on derzocht, of ze nu nog op suiker- en keuken zoutoplossingen reageerden, wat nu slechts door middel van den smaakzin mogelijk was. De proeven werden op de volgende manier genomen. Michael Krinner bracht de dieren in een bak met gewoon water en daarna in een bak, die een keukenzout- of een suikeroplos sing bevatte. In de oplossing kregen de dieren steeds voer als belooning. Weldra zochten de dieren slechts in de op lossingen naar voer en ze maakten de desbe treffende bewegingen niet. wanneer ze zich in den bak met gewoon water bevonden. Door deze proeven is dus het bewijs gele verd, dat grondelingen in staat zijn. het ver schil tusschen gewoon water en een keuken zout- of een suikeroplossing door middel van hun smaak vast te stellen. En dit was reeds het geval bij een zoo zwakke oplossing, waar in de mensch het gehalte aan suiker resp. keukenzout nog niet door middel van zijn smaak kan waarnemen. De dieren konden in dit geval ook nog niet vaststellen, of de oplossing keukenzout of suiker bevatte, ze waren er echter wel toe in staat, wanneer grootere hoeveelheden van deze stoffen in het water waren opgelost. Door andere proeven kon ook het bewijs worden geleverd, dat de dieren door middel van hun smaakzin de hoeveelheden van het suiker- resp. keukenzoutgehalte van het water kunnen vaststellen. Deze dieren bezitten dus een fijneren smaak zin dan de mensch, hoewel deze eigenschap voor deze visschen van geenerlei biologische beteekenis is: want de dieren eten geen voer, dat suiker bevat, en ook het zoutgehalte van het bloed, dat door deze visschen bij het eten wordt opgenomen, is-ten opzichte van de keu ze van hun voer van geen beteekenis. Bovendien bleek uit andere proeven nog, dat de reukzin van deze vischjes even goed ont wikkeld is als hun smaakzin. Zij kunnen door middel van hun reukzin hun soortgenooten gemakkelijk onderscheiden van de dieren die hun tot voedsel dienen. STUDIO-SNUFJES. In zijn nieuwste filmproductie „De Kruis tochten" zal Cecil B. de Mille de Derde Kruis tocht verfilmen. Henry Wilcoxon, die in „Cleopatra" de rol van Marcus Antonius speelde, zal Richard Leeuwenhart, den stout- moedigen Engelschen koning uitbeelden. Ver dere koningen, die in deze film op het doek zullen komen, zijn Hugo van Bourgondië. Wil lem van Sicilië. Sancho van Navarro. Leopold van Oostenrijk, Jan van Engeland,- Frederik van Duitschland, Sverre van Noorwegen. Ni- colaas van Hongarije en Mich lel van Rusland en last not least Saladin, de Turk. Katherine de Mille, de dochter van den regisseur zal een der vrouwelijke hoofdrollen vervullen Marika Rökk, een Hongaarsch artiste, is door de Ufa geëngageerd als partnerin van Karl Ludwieg Diehl in de film „Lichte Caval- lerie" op te treden. Thans zijn drie en twintig regisseurs bij Warner Bros-First National onder contract geplaatst. Het zijn: Max Reinhardt. Frank Borzage. Michael Curtiz. William Keighley, Bobby Connolly, Ralph Staub. D. Ross Leder man, Mervyn Le Roy, Alfred E. Green, Wil liam Dieterle. Busby Berkeley. Arthur Gre- viile Collins. Howard Bretherton. Robert Vree land, Joseph Sanley, Lloyd Bacon, Archie Mayo. Raymond Enright, Robert Florey, Stan ley Logan, Frank Mc Donald, William Mc Gann en Gene Lewis. In de Warner Bros productie „Go into your dance" komen zeven nieuwe songs voor, welke door Harry Warren en Al Dubin ziin gecom- ivmeerd. Deze zijn ..Latin from Manhattan" ..About a quarter to nine", ..The little things you used to do", „Mammy I'll sing about you" Casino the Parree', „Go into your dance" en ..An old fashioned cocktail with "an old fashioned girl". Al Jolson en Rubv Keeler ver vullen in deze all-star musical de hoofd-» 'rollen. De goede Fokker-machines. Laaland uit de 's Morgens 9 uur uit Amsterdam, half één op Zweedschen bodem. De wereld is weer klein hoor. Het gaat haast te snel. Gelukkig doen we er over Hamburg nog een half uurtje lan ger over! En een mooi traject ook. Wij begin nen met dwars over Amsterdam heen te vlie gen, wat wij gewoonlijk niet doen. Over de Nieuwe Meer, Rijksmuseum, Munttoren, Cen traal Station, het Y, altijd aardig toch het vliegen over een stad, die je goed kent. En dan zilvert de Zuiderzee reeds onder ons. De knusse huisjes van Durgerdam staan nog in lange rij langs den dijk. Pampus ligt op zijn plaats. Marken ziét heiig', maar we naderen ook de 2000 meter alweer. Een beetje buiige wind en dan is het boven vaak rustiger; zoo zien we als door een blauw waas Marken en Urk, en Schokland, eigenlijk de heele kom van de Zuiderzee. Wij vliegen over den IJsel- mond en zien hoe het Zwarte Water inder daad een groote pluim zwart-water uitstort in het bruin-grijs-troebele IJselmeer. Wij vlie gen weer wat lager, het is boven ook niets ge daan. Een aardig traject langs de Overijsel- sche Vecht. Overal breede groene weilanden met mooie, door boomen omgeven dorpen. Heel in de verte glinstert de Beulakker wijde aan den horizont, waar de aalscholvers een veilig toevluchtsoord vinden, en dan komen wij langs een der merkwaardigste brokjes Ne derland. Met recht op zijn smalst hier! Tus schen Zwolle en Meppel liggen daar Staphorst en Rouveen, beide in lang lint langs den grooten straatweg gebouwd. Maar ook hier vermeerdert de bevolking, dus moest vaak de langs den weg gelegen strook in tweeën ge deeld. Elke boerderij moest zijn uitgang naar den weg hebben, naar achter toe, het veld in, was ruimte genoeg. En zoo ontstonden daar telkens weer onderverdeeld op dezelfde wijze, die merkwaardige bezittingen van zes meter breed en zes Kilometer lang. Weet daarbij, dat elk rechtgeaard Staphorstenaar om zijn buur man te plagen aan de Noordgrens van zijn terrein een rij hoopopgaande wilgenboomen onderhoudt, dan begrijpt ge meteen dat Stap horst en Rouveen uit de lucht gezien een zeer merkwaardigen indruk maken. Dan volgen de bruine vlakten van Drente, die ongemerkt in Duitschland overgaan. Bij de grens wordt mijn camera weer geconfiskeerd. De Eems was an ders wel aardig geweest, maar verder is er niet veel wat de aandacht trekt, behalve als wij Hamburg naderen. Dat is een verrassend mooi gezicht. De breede rivier omgeven door uitge strekte parken vol aardige huizen; op de ri vier een echte havenstad-drukte, rechts de havens zelve, de dokken en de mooie groote kerktorens, waaraan Hamburg zoo rijk is. Te kort glijden we boven dit prachtig panorama, wel heel laag er over. Even later zie ik vlak onder meeen leeuw, die op 't punt staat naar ons op te springen, een steenbok rent omlaag van een hoog rotspunt en een rij fla mingo's legt een knoop in hun lange halzen om ons na te staren. O ja, Hagenbeek woont vlak bij Hamburg. Goed idee. Even gaan kij ken. En dat ging best. Van Fühlsbüttel, het Hamburgervliegveld brengt de tram er je zóó, maar eerst wachtte een ander puzzle. Logies voor den nacht. Alsterhof, 650 bedden. Geen kamer vrij. Bristol hotel 500 bedden alles be zet en zoo nog een paar. Wat is er hier toch te doen? Komt de Führer de haven inspectee- ren of zoo? Mijnheer, weet U dat niet? Boks wedstrijd tusschen Schmeling en Neusel. En daarvoor was in heel Hamburg geen bed meer te vinden! Ik wou dat ik ook zoo beroemd was. Maar ik word toch eigenlijk liever niet zoo in 't publiek op mijn gezicht geslagen! Ook alweer waar. Enhet was rustig in Hagen - beck's beroemd dierenpark dien middag. En ik vond wel een bed, al was het dan op het vliegveld, waar voor gestrande vliegers altijd een onderdak te vinden is. Den volgenden morgen verder. Net één plaatsje in het vliegtuig want het is een ver bazend drukke lijn naar het Noorden en als er straks een behoorlijk vliegveld komt bij Stockholm zal het nóg wel beter worden. Nu moet ge daar nog met den trein van Oslo naar Stockholm en daar zorgen Finnen en Russen dan weer voor doorverbinding met Oost- Europa. En het is ook alweer een heel interes sant traject dat wij gaan vliegen. De Kieler bocht, de uitloopers van kleine en groote Belt; Falster, Zeeland, wat al niet een bekende namen om van Kopenhagen en de Sont nog niet eens te spreken. Het begint ook al goed. Eerst weer mooi Hamburg aan de prachtige Laten we deze week eens iets anders be ginnen. Ik hoop, dat U de vorige series nog hebt; kies er dan eerst een paar zwaaioefe- ningen uit, waarbij, het heele lichaam betrok ken is (bijvoorbeeld oefening 13) en doe daar- nog nog een paar hup- en sprongoefeningen. Oefening 20 en 52 zijn daarvoor heel geschikt. U bent nu heerlijk losgezwaaid en warm gesprongen. Een korte pauze om weer op adem te komen hebt U dan wel verdiend, en nü pas gaan we vol moed aanvallen op de nieuwe aan winsten voor ons vroolijk ochtendgymnastiek- kwartiertje. De heele familie klaar? Daar gaan we dan! Oefening 85. Met volkomen gestrekte bee- nen languit gaan zitten. Eén been hoog op gooien en naar buiten neerleggen. Andere been hetzelfde, zoodat U nu met de beenen wijd uit elkaar zit. Been voor been langs denzelf den weg weer terug. Regelmatig doorwerkend, in een rustig tempo twaalf maal herhalen. lucht gezien. rivier, dan de grazige vlakten van Sl'eeswijk- Holstein, en daarin de Plöper See, waar de wetenschap der zoetwaterdiertjes na Leeuwen hoek haar belangrijkste beoefenaars vond. Dan komt al spoedig de kust in zicht. Olden burg glijdt onder ons door, dan het voor de kust gelegen Fehmarn en daar wenkt de Zweedsche piloot van S.E.A.C.Z. mij reeds naai de cabine en biedt mij de plaats van den 2en bestuurder aan, waar ik mij graag met Con- taxcamera en Agfamovex installeer. Laaland ligt voor ons en begint met een gezellig duinrijtje dat zich ver naar het Oos ten in zee verliest. Daar achter ligt rijk Denemarken. Vlak, ke.urig bebouwd, mooie forsche in een vierkant gebouwde boerderijen en hier en daar vooral bij de haven plaatsen wat dennebosch. Een land van boter, melk, kaas en eieren, net als het onze. Telkens breede water stro omen, net als in Zeeland en eindelijk het keurige vliegveld met flink sta tionsgebouw in Kopenhagen. Maar voor even: dan wippen wij in 20 minuten over de Sont en constateeren, dat Malmö een wereldstad is en dat ze in het vliegveldrestaurant (twee tafel tjes onder een dak van wilde wingerd) heer lijke paddestoelommelet bakken. En dan gaat het terug over de Sont, weer over zee en land en land en zee in steeds schilderachtige wisseling, tot wij zachtkens worden neergezet in Hamburg. Daar zou het een paar weken later anders gaan. Toen hing er lichte mist op het veld. In de bocht, dus met een snelheid van een honderdtal kilometers per uur raakte een vleugel van de S.E.A.C.Z. den grond. De hou ten vleugel van de driemotorige Fokker ver splinterde, door den slag brak het landings gestel en met een groote snelheid schoof het vliegtpiglichaam, de cabine over het natte gras. Toen het wrak bleef liggenging de deur open enstapten de passagiers slechts licht gewond uit. Het gelascht stalen geraam te van de cabine had den geweldigen smak doorstaan en de passagiers voor erger bewaard. Ja, Fokker weet wat hij doet en ik weet waar om ik liefst per Fokker reis. Ik kwam veilig weer in Amsterdam, hoe kan het ook anders. Alleen twee dagen te laat. Dat kon ook niet anders, want de dienst Hamburg en terug is bijna altijd vol. Dat is 't gevaar van zoo eens mee mogen rijden, dat je op de gekste plaatsen blijft hangen. Maar ik ga nóg eens. Dr. W. G. N. VAN DER SLEEN. Oefening 86 is vooral van belang voor den rug. Gaat U maar eens voorover liggen. Nu den rug hol trekken, (dus knieën en hoofd ver van den grond), en in deze houding de armen snel laten uitschieten en weer terug kaatsen. Die armbeweging mag vooral niet krampachtig! Controleert U elkaar? Oefening 87 is van hetzelfde soort als oefe ning 7, die destijds be- doefd was als toegift voor de meer getrainden. Maar zij, die „Blijft Fit" regelmatig gevolgd heb ben (en niet alleen ge lezen, maar ook werke lijk ernstig beoefend) kunnen het heusch al lemaal probeeren. Het gekke is, dat U véél meer kunt, dan waartoe U zichzelf in staat acht. Begin maar weer zittend (zie teekening 85); nu snel achterover rollen, de beenen hoog de lucht in en onmiddellijk de handen in de lenden plaatsen om niet terug te rollen. Ziet U wel, dat het meevalt? De scherven rapen we straks wel op, eerst moet U zien, dat U kaarsrecht op nek en schouders staat. In dezen stand beenen wijd zijwaarts spreiden en weer terug. Vijf maal herhalen. Oefening 88 ziet er veel gemakke- lijker uit. Maar pas op, het is één i van de moeilijk- 0 AA ste, die we tot LJ nog toe gegeven hebben. Hoog op- ^S/) springen en bij Hr/ het neerkomen /7M zóó snel en veer- J krachtig diep in \y v elkaar zakken, I V pv dat het volko- men en onhoor- I I I i baar is. Als U dit IA) 1 kunt, moogt U "ff I y werkelijk tevre- den zijn over de j] behaalde xesul- {ii taten. JULES KAMMEIJER, Leeraar Lich. Opv. M.O. De nieuwste film van Greta Garbo „The Painted Veil" schijnt weer een wereldsucces te zijn. Garso speelt daarin de rol van verpleegster, die een Cliineescü kind moet verzorgen. Haar tegenspeler is Herbert Marshall 3ls dokter.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1935 | | pagina 13