Wijziging der tariefwet er door.
Haarlem's Kunstschatten.
WOENSDAG 10 APRIL 1935
HAARLEM'S DAGBLAD
3
TWEEDE KAMER
Een fiscaal of protectionistisch etiket?
Van de vele agenda-punten lokte allereerst
het ontwerp betreffende garantie van voor-
schotten aan exporteurs naar Duitschland
uit. Nadat, dit voorstel z. h. s. was aangenomen
kwam de Kamer in sociale verzekerings-wet-
geving terecht. Daar was b.v. de wijziging dei-
Ongevallenwet ten einde vervanging van het
premie-stelsel door omslagstelsel mogelijk te
maken. De heer Drop (s.d.), die zich in zijn
sociaal verzekerings
element voelde en
vrijwel voortdurend
het sprekersgestoelte
besteeg, kon zich met
dit voorstel vereeni
gen. De positie van de
Rijksverzekeringsbank
tegenover de bedrijfs
verenigingen wordt
er minder ongunstig
door. Intusschen acht
spr. het noodzakelijk
voor kapitaalvorming
te blijven zorgen met
het oog op de belan
gen der verzekerden. Minister Slotemaker ver
zekerde, dat men omtrent het lot van de ver
zekerden gerust kan zijn: hun belangen loo-
pen in geen enkel opzicht gevaar.
Het ontwerp tot wijziging van art. 20 der In
validiteitswet tot schrapping over 1935 van de
Rijksbijdrage van 10 millioen in het invalidi-
teitsfonds deed den heer Kersten (St. Ger.)
triomfantelijk verkondigen, dat hier een sue
ces voor zijn partij behaald was, die immers
altijd had betoogd, dat het onmogelijk is de
millioenen te offeren op het altaar van den
moloch van den verzekeringsdwang. Doch het
overnemen om in 1936 dit bedrag weer wel te
storten, maakte den heer Kersten boos! Nadat
de heer Drop (s. d.) het bezwaar ontwikkeld
had, in dit ontwerp vooruitgeloopen werd op
de eerst later te nemen principieele beslis
sing tuschen fondsvorming of omslagstelsel,
verklaarde Minister Slotemaker met allen
nadruk waarover hij maar beschikte (en zijn
baard wapperde bevestigend mede), dat de
Kamer straks nog volkomen vrij zal zijn
dezen. Met mocht niet baten, want de s. d.
fractie liet aanteekenen, dat zij „tegen" was.
De wijziging der beroepswet, die in hoofd
zaak vereenvoudiging en versnelling van de
procedure van beroepszaken in sociale verze
keringskwesties te weeg zal brengen en ook
nog wel eenigermate bezuiniging zal opleve
ren maakte nog vrij lang „technische" tongen
los. Daarover kan ik veilig het stilzwijgen be
waren om thans aandacht te vragen voor het
$ebat over het hoofdnummer van het pro
gramma van dezen middag: de wijziging der
tariefwet, zooals die overigens bijkans reeds
een jaar lang krachtens destijds uitgestelde
machtigingswet van kracht is.
Uit fiscaal oogpunt, aldus de heer Vliegen,
moge geen vermeerdering van belastingdruk
komen, doch laat men nu het kind maar bij
den naam noemen, en dus niet langer met het
woord „fiscaal" schermen. Immers een tarief
van 12 pet. is toch eer protectionistisch van
aard, al moge het buitenland nog heel wat
hoogere tarieven heffen. En nu dit allemaal
zoo staat, zit er wel niet veel anders op dan dit
ontwerp aan te nemen, aangezien helaas het
vrijhandelseilandje in de zee van protectio
nisme toch niet te handhaven was. Zonder
geestdrift zal de s.d.a.p. voorstemmen, in de
hoop, dat eens het verstand zal weerkeeren en
dus de hooge tariefm-uren zullen verdwijnen.
Mr. Korten horst (R.K.) constateerde
het wonderbaarlijke feit, dat hij en de heer
Vliegen het thans in belangrijke mate over
dit tarief-voorstel eens waren. Intusschen
achtte hij het wel mogelijk, dat er in verband
met valuta-concuvrentie, een principieele
wijziging in onze han
Jelspolitiek noodig zou
zijn en in elk geval be
pleitte hij opzeggin;
van het verdrag van
Oslo. Ook de heer Ke
telaar (v.d.) verklaar
de kort te kunnen zijn,
onder het motto: „het
kan niet anders". De
heer Wijnkoop (com-
munist) was in de op
positie, waarna Mr.
Westerman (Nat. Her-
.stel) betoogde, dat het
.noodzakelijk is de con
sumptie van het Nederlandsche volk in an
dere banen te leiden en aan te passen aan de
koopkracht.
De minister van Financiën kon al heel spoe
dig aan het woord komen, aangezien de Ka
mer in de gegeven omstandigheden terecht
niets voelde voor een breed opgezet debat
hetwelk ook al, dank zij de deugdelijke voor
bereiding voor de betreffende kamercom
missie en door de commissie-Lee-
nink (door Mr. Oud nog eens in
het zonnetje gezet) overbodig was. Op deze
wijze is weer eens bewezen, dat het Parlement
wel degelijk in staat is vlug èn snel te wer
ken.
De minister verklaarde zich zeer zeker be
reid, voor zoover in de praktijk nog leemten
aan den dag zouden treden deze mettertijd
weg te nemen en fouten te verbeteren. Wat
de kwestie van protectianistisch of fiscaal ta
rief aangaat, verkondigde Mr. Oud de stel
ling, dat het tenslotte vooral op de bedoeling
aankomt en deze is in dit ontwerp louter om
te komen tot een technische herziening en
niet tot een stelsel van bescherming. Nog
maals verzekerde de minister van Financiën,
dat in geval van ommezwaai t.a.v. ons tarief
over de geheele linie, de Kamer eerst gele
genheid zal krijgen zich daarover uit te spre
ken. Met de heeren Wijnkoop (communist)
en Sneevliet (rev.-soc.) tegen, ging het tarief
er door.
Bij het voorstel tot wijziging der regeling
van het Armbestuur gaf de heer Drees (s.d.)
te kennen, dat betere regeling gewenscht is,
met betrekking tot de kosten voor krankzin
nigen, die krankzinnig verklaard worden ten
tijde, dat zij onder voogdij staan. Daarvoor
moet z.i. betalen de laatste woonplaats van
den verpleegde of indien daaraan twijfel is.
het Rijk. Achtereenvolgens sloten de heeren
Snoeck Henkemans (c.h.) en Kooiman (v.d.)
zich hierbij aan.
De ministhr zette uiteen dat dit wetsont
werp eenige onbillijkheden wat de kostenver
goeding betreft wil wegnemen, waardoor de
kosten voor krankzinnigenverpleging niet ver
haald worden op gemeenten, die er welbe
schouwd, niets mee te maken hebben. Een
technische verbetering door mr. v. Dij kien
(a.r.) voorgesteld alsmede het amendement-
Drees. betreffende de onder vereenigings-
voogdij staande arme krankzinnigen, nam de
minister over. Z.h.s. nam de Kamer hierop dit
ontwerp alsmede een ontwerpje tot wijziging-
der M. O. wet aan en daarna kon de voor
zitter den dames en heeren mededeelen,
zij vermoedelijk niet voor 7 Mei in openbare
vergadering bijeen hoeven te komen.
E. v. R.
Duitsche communisten naar
Honswijk overgebracht.
Dinsdagmorgen zijn zeven van de in het
Huis van Bewaring te Amsterdam opgesloten
Duitsche communistische emigranten onder
scherpe politiebewaking per auto overgebracht
naar het fort Honswijk, dat als concentratie
kamp is ingericht.
Slachtoffer van relletjes te
Amsterdam overleden.
Mej. S. v. d. B., die door een kogel in het
hoofd werd getroffen tijdens de relletjes op 1
April, in de hoofdstad ter gelegenheid van een
N. S. B. vergadering, is Dinsdag' in het Wilhel-
mina Gasthuis ldaar overleden.
LONDEN—ROTTERDAM IN 59 MINUTEN.
Gezagvoerder Honaong is hedenm/orgen
met het K. L. M.-vliegtuig „Zilvermeeuw"
59 minuten van Londen naar Rotterdam ge
vlogen. De Zilvermeeuw is kort geleden voor
zien van schroeven met in de lucht verstelbare
spoed, die de snelheid verhoogd hebben.
Dank zij de bestuurbare schroeven en met
den wind in den rug heeft het vliegtuig de
336 K.M. in 59 minuten kunnen afleggen.
BARMAT DRIEMAAL BELEEDIGD
Voor de derde maal heeft de heer Julius
Barmat een proces aanhangig gemaakt tegen
het dagblad „De Telegraaf" wegens beleedi-
ging.
Dit blad had eenige artikelen geschreven
getiteld: „Kende Barmat Stavisky?" en „Spe
culeerde Barmat tegen den gulden?" Wegens
onrechtmatige daad veroordeeld de recht
bank het blad tot een schadevergoeding van
500 plus 200 proceskosten. Van dit vonnis
ging de Telegraaf in hooger beroep en dit pro
ces diende eenige dagen geleden voor het Hof.
Het eerste rechtbankvonnis werd naar de
meening van den heer Barmat op een zooda
nige wijze gepubliceerd, dat hij zich opnieuw
beleedigd achtte. Een tweede proces door den
heer Barmat aanhangig gemaakt, eindigde
eveneens in een veroordeeling van het dag
blad en wel tot een schadevergoeding van
500.plus 1000 tot betering van het
nadeel door Barmat geleden. In dit vonnis,
gevallen op 15 Januari, berustte de Telegraaf.
Ook van dit geval publiceerde het blad het
vonnis en ten derde male achtte Barmat zich
beleedigd. Weer volgde een eisch tot schade
loosstelling.
Maandag is in deze derde zaak voor de
rechtbank gepleit. De rechtbank zal op 7 Mei
uitspraak doen
Clearing met Duitschland.
Stand per 8 April.
1. Stortingen in Nederland per 8 April
f57.597.700 (per 31 Maart f 52.217.700) waarvan
bestemd voor:
a. achterstall. vorderingen 8 April f 10.234.300
(per 31 Maart f 9.419.800)
b. rentedienst Dawes- en Youngleening en
Stillhalte: Rentetransfer 8 April f7.180.000
(per 31 Maart f 7.180.000)
c. vrije reken. Reichsbank 8 April f2.303.400
(per 31 Maart f2.088.500)
d. nieuwe onder de clearing vallende vorde
ringen 8 April f37.880.000 i.per 31 Maart
f33.529.400)
2. Stortingen in Duitschland (nieuwe onder
de clearing vallende vorderineen) (incl. saldo
1934 ad f 11.501.466) 8 April f62.520.700 (per 31
Maart f57.722.700)
3. Uitbetalingen in Nederland op nieuwe
vorderingen (in mindering komend van het
bedrag) onder 1. d. 8 April f34.955.600 i.per 31
Maart f 31.588.300)
Laatst uitbetaald nummer van stortini
46784.
N.V. DE VEREENIGDE BLIKFABRIEKEN.
In de Algemeene Vergadering van Aandeel
houders der N.V. De Vereenigde Blikfabrieken,
werd de Balans en Winst- en Verliesrekening
over het boekjaar 1934 goedgekeurd en het di
vidend bepaald op 8 pet. Als commissaris werd
benoemd de heer A. C. P. J. Honigmann, ter
wijl de heer J. A. Laan Jr., die volgens rooster
als commissaris aan de beurt van aftreden
was, als zoodanig is herbenoemd.
Waar het bij de statuten vereischte aantal
aandeelen om tot statutenwijziging te komen
in deze vergadering niet was vertegenwoor
digd, kon omtrent dit punt nog geen beslis
sing worden genomen en zal dit op de e.v. ver
gadering in behandeling worden gebracht.
KATHOLIEK-DEMOCRATEN CONGRES
SEERDEN.
De Kath. Dem. Partij heeft te Rotterdam
onder leiding van prof. dr. J. A. Veraart ge-
congresseerd. Deze heeft een rede gehouden
over den huidigen politieken toestand, spe
ciaal in verband met de a.s. verkiezingen.
Door het heele land kennen de Katholiek-
Democraten de enorme beteekenis van de
leuze: „Tegen het kabinet Colijn". Zij bedoe
len daarmee onverzoenlijken strijd tegen de
nationaal-georganiseerde armoede. Wij pro
testeeren bovendien, aldus de heer Veraart,
tegen de aanpassingspolitiek van het minis
terie Colijn. Spr. vraagt zich af, waarbij men
zich aan moet passen. De aanpassingspolitiek
is in haar gevolgen funest. Dit protest betee-
kent in de derde plaats, dat de partij zich nu
reeds verzet tegen het nieuwe 70-millioen be
zuinigingsplan. dat in den maak is en waar
van men vóór de verkiezingen niets te hooren
krijgt. Dit plan zal niet op defensie bezuini
gen; spr. waarschuwt tegen illusies daarom
trent. Het zal bezuinigen op alles, waarop niet
bezuinigd mag worden.
De strijd gaat niet alleen tegen Colijn, maar
ook tegen de partijen, die dit kabinet mogelijk
maakten, dus ook tegen de Katholieke Staats
partij. die spr. volledig voor de rampzalige
politiek van ons kabinet verantwoordelijk
stelt. De staatspartij acht spr. de hoofdschul
dige; zij heeft de extra-parlementaire kabi
netten Ruys de Beerenbrouck mogelijk ge
maakt en leverde de drie Katholieke ministers,
die in dit kabinet zitting hebben.
Een tweede rede van den heer Veraart was
getiteld: „De Katholieke Democratie in slag
orde".
Import van Noorsch ijs.
Strijdig met toezeggingen der regeering?
Het Tweede-Kamerlid de heer Stumpel
heeft aan den minister van Financiën de
volgende vragen gesteld:
1. Is het den minister bekend, dat de Ont
vanger der Registratie te Zaandam onlangs
voor de periode van tien jaar en voor een
huurprijs van pl.m. f 2000 per jaar verhuurd
heeft aan het Natuurijs Verkoop Bureau van
Noorsch ijs te IJmuiden fabriekspanden, ge
legen op een terrein, kadastraal bekend on
der sectie L. no. 377 te IJmuiden. welk ter
rein met daarop staande eigendommen op
15 Oct. 1934 aan het Rijksvisschershavenbe-
drijf te IJmuiden is overgeeaan. omdat de
vroegere eigenaar den verschuldigden canon
niet meer kon voldoen?
2. Weet de minister, dat de huurder, be
doeld in vraag 1 als importeur van Noorsch
ijs een heftige prijzenconcurrentie aandoet
aan de te IJmuiden gevestigde Nederland
sche Ijsfabrieken, die hun prijzen aanzien
lijk en zelfs beneden kostprijs hebben ver
laagd. doch niet kunnen opwerken tegen de
valuta-concurrentie. welke de Noorsche im
porteur in staat is te voeren?
3. Acht de minister de verhuring, bedoeld
in de vorige vragen, van fabrieksgebouwen
door of vanwege het Rijk der Nederlander,
aan een importeur van buitenlandsche arti
kelen. waardoor de concurrentiemogeüjkheH
met de binnenlandsche fabrikanten van het
zelfde artikel ter plaatse nog verzwaard
wordt, in overeenstemming met de toezee-
gingen der Regeering, dat binnenkort maat
regelen zullen worden getroffen tot het te
gengaan van de vestiging van buitenland-
«che bedrijven en ondernemingen hier te
lande?
4. Is de minister bereid maatregelen te
treffen dat althans in de toekomst door of
vanwege zijn departement geen overeenkom-
cten meer sesloten zullen worden, welke zoo
zeer in strijd zijn met de toezeggingen der
Regeering als bedoeld in de vorige vraag?
Boskoop gaat ook exposeeren.
Tot 24 April a.s.
Boskoop exposeert van heden tot 24 April
op een voor ons land geheel nieuwe wijze in
het permanente tentoonstellingsgebouw Flora
waaraan nog een dubbel zoo groote tijdelijke
expositieruimte is toegevoegd. Als tuinArchi-
tectonische gedachte van deze bloemenexpo-
sitie is gekozen: De groote zaal van Flora is
de woonkamer van den slotheer, waarin een
rijke variatie van nieuwigheden is te bewon
deren. Door de groote ramen krijgt men over
het rosarium een onbegrensd vergezicht door
een bosch van oude dennen met een jongeren
aanplant aan weerszijden. Een diorama van
den Rotterdamschen schilder J. Bikkers geeft
zeer sterk de idee van een wazige verte. Rust
punten in dit geaccidenteerde boschlandschap
vormen een waterpartij met een rustieke
brug, de oude woning „Heerzicht" een terp als
hoogste punt in het boschpark en een paar
verscholen zitjes. Door dit boschlandschap
slingeren zich paden bedekt met dennen
naalden.
Tusschen de dennen zijn los en ongedwon
gen de Boskoopsche producten gerangschikt.
Ir. A. Roebroek heeft hedenmiddag namens
den minister van Economische Zaken, die door
ambtsbezigheden verhinderd was persoonlijk
aanwezig te zijn, de tentoonstelling geopend.
Gerard ter Borgh's Familie-portret
in het Frans Halsmuseum
Zoo op iemand, .dan is wel het typisch-Hol-
landsche woord „deftig" op de kunst van Ge
rard ter Borgh van toepassing. Zijn schilder
wijze is van een ingetogenheid, zijn palet van
een voornamen eenvoud, die hem in onze
kunst der zeventiende eeuw volmaakt afzon
derlijk zetten en hem onmiddellijk doen her
kennen. Een zilverig grijs, door een rose of
wijnroode noot verlevendigd, omringt meestal
het fijne spel van donkere kleeding met witte
kragen en in de portretten zijn de vleesch-
partijen met groote beschaving en voorzich
tige gereserveerdheid getoetst. Ter Borgh is
in ieder opzicht de Heer-Schilder, die zich
zelf en zijn kunnen in bedwang heeft, weinig
hartstochtelijk lijkt en geen waagstukken op
het getouw zet, Vandaar dan ook een vrij
^.roote en gelijkwaardige productie in een
kunstenaarsleven dat vóór alles niet zonder
waardigheid was. Van dat alles is de kleine
schilderij groote formaten schilderde Ter
Borgh trouwens bijna nimmer die in ons
Haarlemsch museum hangt, een uitnemend
staal. Als zoo vaak bij dezen artist zijn de mo
dellen figuren uit de voorname burgerij. Hier
de familie Colenbergh, waarvan de vrouw een
.jeborene Van Braeckel was. De jongen, met
het fijne, ietwat meisjesachtige gezicht is wel
licht vandaag jarig en ontvangt van zijn
ouders de gouden horloge met ketting ten ge
schenke, hem door zijn moeder toegereikt.
Zooals die jongen daar staat in zijn elegan
te kleeding, tegen welk grijs het licht-rose in
de manchet zoo verfijnd harmonieus uitkomt,
is hij wel een kenmerkende Ter Borgh-figuur.
zwierig en deftig tegelijR. Maar niet minder
zijn het zijn ouders, zooals ze daar getweeën
een kleine sonate in wit en zwart uitvoeren,
waaraan de roode stoelbekleeding der dame
juist nog even een pittig accent verleent. Ge
dempt grijsgroen is de achterwand, waarte
gen een landkaart en een paar wapenschildjes
zijn opgehangen als niet-storende fond boven
hét geraffineerd simpele kleurspel in de figu
ren. Als wij vernemen dat Ter Borgh ongeveer
honderd en zeventig soortgelijke portretten
geschilderd heeft, verbaast ons het verwijt
minder, hem wel eens gemaakt dat hij zich
in groepeering en vooral in den plooienval der
kleeding, te veel herhaald zou hebben. Ja, lijkt
het zelfs te aanvaarden, dat hij voor éénper
soons portretten de kleeding in voorraad
schilderde, zoodat hij later slechts kop en
handen in te vullen had. Het handwerkachtige.
dat der kunst, in de zeventiende eeuw nog vaak
eigen was, behoeven wij daarom, drie eeuwen
bijna later, niet te kleineeren. het heeft een
prachtige productie nimmer in den weg ge
staan. Èn. indien al, zal Ter Borgh die werk
wijze bij figuurstukken met meerdere personen
niet toegepast hebben: stukken met drie,
hoogstens vier personen zijn echter weer zeld
zaam in zijn oeuvre. Het fonkelend goud van
het horloge en op kleeding en kraagversiering
van den knaap brengen juist genoeg afleiding
in het kleurenspel op ons schilderij, zonder de
rust en de waardigheid ervan te verstoren.
Slechts één werk van Ter Borgh zijn
meesterstuk bestaat uit een groote menigte
figuren, die alle als echte „portretten" bedoeld
zijn. Het is dat in de National Gallery te Lon
den hangend schilderij, waarop hij de onder-
teekening van den Vrede van Munster, 1648,
heeft voorgesteld en waarop meer dan zestig
personen te herkennen zijn. Desondanks een
werk van slechts middelmatige afmetingen!
Onze schilder heeft dat zaakje naar het leven
moeten opknappen, want foto's en portretten
van de staatslieden die tijdens de onderhan
delingen heen en weer naar Munster reisden,
stonden toen nog niet dagelijks in de krant.
Inderdaad had Ter Borgh zich al in 1646 naar
Munster begeven, omdat hij wel vermoedde
dat daar, onder al die politieke beroemdheden,
een paar portretopdrachten te vangen zouden
zijn. Niet alleen dat zijn plan hem volledig ge
lukt is. doch hij dankte er bovendien een
roemrijk verblijf in Spanje aan. Want een
Spaansche grande, Graaf Peneranda, met wien
hij in Munster had kennis gemaakt, bewon
derde zijn werk zóó zeer. dat hij Ter Borgh
overhaalde mee te gaan naar Spanje, waar
hij den Hollander bij het hof introduceerde.
Men nam vroeger aan dat deze toen sterk
onder den invloed van Velasquez zou zijn ge
komen, doch de latere kunstwetenschap acht
dien invloed niet zoo diepgaand, en het ver-
schil in Ter Borgh's werk, vóór en na de
Spaansche reis, niet van zóó groote beteekenis.
Dat de Hollander vrij plotseling uit Madrid
vertrok en naar zijn land terug keerde, zou
het gevolg zijn geweest van amoureuse peri
kelen waarin hij gewikkeld geraakt was. Doch
veel weet men daarvan nog niet met zekerheid
te boekstaven, wel dat zijn reislust bekoeld
was en hij tot zijn dood in 1681 in "Deventer
bleef wonen, waar hij zich in '54 gevestigd
had.
Dat een zoo rustig, beheerscht en weinig
hartstochtelijk schilder als Ter Borgh zich in
het land der sinaasappelen aan ongeoorloof
de amourettes zou zijn te buiten gegaan, kan
even onwaarschijnlijk, als mogelijk geacht
worden. En ter beoordeeling van zijn kunst
doet dat er per slot van rekening niet zoo heel
veel toe. Tusschen portrettist en model ont
staat vaker een intimiteit, die door den daar
op rechthebbende ongaarne gezien wordt. Ach
ter den stijl van het werk zou men echter geen
Don Juan zoeken. Niet alleen niet in zijn por
tretten, doch evenmin in de genrestukjes,
waarin hij evenzeer uitmuntte. In het genre
van Duyster en anderen maakte hij namelijk
talrijke scènes met rustende, kaartspelende,
rookende soldaten, van die aardige voorstel
lingen, die men „kortegaardjes" noemde, wat
alleen te begrijpen is als men op de verbas
tering van „corps de garde" bedacht is. Doch
ook in die schilderijtjes verloochent zich de
kalme bezonken, weinig heethoofdige Hol
lander niet. Ter Borgh bleef de deftige pro
vincie-man van goe
den huize. Of hij iets
achter zijn mouw had.
of een aap er in, die
er in Spanje uit
sprong, of dat er mis
schien wel een drama
aan va9t zat. mis
schien komt er no;
wel eens iemand, die
een vie romancée van
hem construeert. Wij
staan voor niets, wat
dat aangaat. Maar
gemakkelijk zal die
auteur het niet heb
ben, want Ter Borgh
werd geboren in Zwol
le. studeerde in Haar
lem, en stierf in De
venter. Die plaatsen
tot Cythera, Nymphen
burg of Trianon om
te tooveren lijkt on
begonnen werk. De
eenige caprice, die
men zich, de eeuwen
door. met onzen schil
der veroorloofd heeft,
is. dat men zijn naam
afwisselend met ch,
met gh, aan elkaar of
van elkaar schreef en
hem ook Terburg
noemde. Dit laatste
staat ook op de lijst
van ons Haarlemsch
kunstbezit, dat in
1883 met het legaat
van Jhr. Fabricius
van Leyenburg aan
de gemeente kwam,
en een inderdaad
waardevol bezit is.
J. H. DE BOIS.
Een halve eeuw geleden.
Uil Haarlem's Dagblad van 1885.
10 April:
De installatie van den heer L. H. W.
Creutzberg. als directeur der Christe
lijke Vereen, voor de verpleging van
lijders aan vallende ziekten, zal 16 April
a.s. door ds. E. Barger in het openbaar
plaats hebben.
De mannelijke patiënten die thans
door de Vereeniging aan het Spaarne
alhier worden verpleegd, zullen naar
..Meer en Bosch", dat het eigendom
der Vereen, is, worden overgebracht,
welk buitenverblijf tevens den directeur
tot woning zal verstrekken. Het gesticht
..Bethesda" in de Meesterlottelaan zal
uitsluitend voor vrouwelijke patiënten
worden bestemd.
Het gebouwtje aan de Parklaan wordt
weder aan de Ziekenverpleging getrok
ken. In de ziekenverpleging aan de
Nieuwe Gracht zullen voortaan de dia-
konessen worden opgeleid: diakenen, of
dienende broeders, zullen op „Meer en
Bosch" werden gevormd
Daar de directeur zün aangewezen
woning nog niet kan betrekken, zal hij
voorloopig in de daarvoor door heeren
kerkvoogden der Herv. gemeente wel-
wi'lend afgestane pastorie dier ge
meente zijn intrek nemen. Gedurende
den tijd dat de heer Creutzberg zijn
ambt nog niet kan vervullen, zal hij
sommige cte^hisatiën waarnemen en
zieken bezoeken.
De natiënten zu'len. zoolang ..Meer en
Bosch" zelf nog niet kan worden be-
t'-okVen. het. pXiis r?at. d"araan behoort
bewonen en mede de helft van het ter
rein van voornoemde plaats in gebruik
nemen.
D^ze gewichtige tak v.an ziekenver
pleging in stilte en allen eenvoud
arbeidend, boe schoon en nhibntro-
ntsch! zal in een talrijke ookomst Don-
dprdagn^ond a.s een welverdiend bink
van belangstelling en waar deer ine
vinden.
Door onze lens gesnapt.
JHR. MR. C. J. A. DEN TEX.
Bloemendaal's burgemeester, Jhr. Mr. C. J.
A. den Tex, werd 4 Juni 1889 te Amsterdam
geboren. Hij bezocht de gymnasia te Amster
dam en te Tiel. In 1909 begon hij zijn uni
versitaire studie in het staatsrecht, maar kon
deze, studie niet geregeld voortzetten, daar
hij voor actieven dienst werd opgeroepen. Hij
kwam als reserve-officier bij het 4e regiment
huzaren te Deventer.
In 1919 promoveerde hij tot doctor in de
rechten en kwam daarna in dienst bij de
Kon. Holl. Lloyd, aan welke maatschappij hij
tot 1922 verbonden bleef. Hij was o.a. voor de
Lloyd werkzaam in Brazilië en West-Afrika.
In 1923 nam Jhr. Den Tex afscheid van de
Kon. Holl. Lloyd. om zich geheel aan de ge
meente-administratie te wijden. Allereerst
kwam hij op de secretarie te Westzaan. later
te Holten en tenslotte in Olst. In 1925 werd
hij benoemd tot burgemeester van Diepen -
heim; welk ambt hij vervulde tot 1931. Met
ingang van 1 Augustus van dat jaar werd Jhr.
Den Tex benoemd tot burgemeester van Bloe-
mendaal.
UIT DE STAATSCOURANT.
Onderscheidingen.
Bij K.B. is benoemd tot ridder in dc orde
van den Ned. Leeuw prof. dr. D L. Bakker,
rector-magnificus der Landbouwhooge.school
te Wageningen; benoemd tot officier in de
orde van Oranje-Nassau J. Pilaar te Goes,
voorzitter van den Raad van bestuur der N.V.
Waterleiding Mij. Zuid-Beveland: en prof. dr.
ir. H. C. J. H. Gelissen. directeur van de N V.
Prov. Limburgscne Electriciteits Mij., wonende
te Maastricht.
Bij K.B. is toegekend de gouden eeremedaille
der Oranje-Nassau orde aan G. A. L. Van Del
den. kluismeester bij de firma Van Eeghen
Co. te Amsterdam; de zilveren eeremedaille
aan A. Tekke, chef van het monsterzaalperso-
neel van de firma Wagener De Beer te Am
sterdam.
P.T.T.
Bij beschikking van den directeur-generaal
der P.T.T. is met ingang van 16 Mei aange
wezen als directeur van het P T T.-kantoor
te Zuidhorn, de commies bij den P.T.T.-dien.st
G. A. Doorlag, thans directeur van h<?t P.T.T.-
kantoor te Cuyi:.