EEN LiEFDE IN CHINA
Sir John Simon, Engelsch minister van Bui-
tenlandsche Zaken bij zijn vertrek van -het
vliegveld Hendon naar de Stresa-conferentie
In de Ridderzaal op het Binnenhof te den Haag is de ten
toonstelling geopend van de 65 maquettes der ingekomen
ontwerpen voor het te den Haag op te richten gedenkteeken
voor wijlen H. M de Koningin Moeder
De groote bloemententoonstelling te Boskoop Is Woensdag door den directeur-generaal
van den Landbouw, ir. Alph, Roebroek, officieel geopend
De Koning en de Koningin van België woonden in het Palais
des Beaux Arts te Brussel de opvoering van Pelleas en
Mélisande bij De vorstelijke bezoekers in de hal van het
gebouw
Volendam in actie
tijdens de Emma-
bloem-collecte
Welke Woensaag
teRotterdam Werd
gehouden
Naar de Stresa-conferentie. De Fransche
ministers Flandin en Laval bij hun vertrek
van het Gare de Lyon te Parijs, waar zij
Woensdag door eenige andere leden van
het kabinet werden uitgeleide gedaan
.Miss Europa 1934", de Finsche mej.
Toivonen, is Woensdag te Amsterdam ge
arriveerd, De schoonheidskoningin verlaat
het Centraal Station
Op de Nieuwe Ooster begraafplaats te Amsterdam bad Woensdag de begrafenis plaats van het stoffelijk overschot van mr. W, de Vlugt, zoon *an dm
burgemeester van Amsterdam, een der slachtoffers van de .Leeuwerik'-ramp. De stoet op de begraafplaats. V.I n r.: burgemeester dr. W. de Vlugt en d«
G. C, de Vlugt; daarachter de heer en mevrouw L. B de Vlugt - Guepinverder de heer en mevrouw mr. dr. E, de Vlugt-de Vries, - Achter den
heer E. de Vlugt de heer N, A. C, Hymans, schoonzoon van den burgemeester
hei
FEUILLETON.
Uit het Engelsch
door BEN BOLT.
19)
„Ik begrijp niet wat je te lachen hebt,
barbaarsche hond".
„Niet? Nu, ik ben ook niet van plan het
u te vertellen", antwoordde Forsyth kalm.
Hij had moeten lachen bij de gedachte dat
Ah Yeo hem weer liet ketenen om hem te
beletten de jonk te verlaten, terwijl dit
met de wetenschap van Kathleen Bar-
rington's aanwezigheid aan boord wel
het laatste was wat hij wenschte te doen.
Dat was een combinatie van feiten, die niet
tot den Oosterling doordrong' en het maakte
dezen woedend dat de ander hem tartte.
„Je zult mij dat zeker wel vertellen en
een heeleboel meer ook als mijn meester het
verlangen daartoe te kennen geeft", beet hij
den zendingsarts toe. „Dan zul je vergeten
dat je een Engelschman bent, je zult aan
mijn voeten in het stof kruipen".
„Maar Zijne Excellentie heeft dat verlan
gen nog niet uitgesproken!", antwoordde
dokter Forsyth met een luchthartigheid
die niet bepaald met zijn innerlijke gevoelens
in overeenstemming was.
..Hoe weet je dat?", vroeg de ander vlug.
Forsyth wist het niet, giste het alleen
maar en plotseling, terwijl de Oosterling
hem met wreede, loerende oogen aankeek,
rijpte een andere veronderstelling in zijn
hersens. Zoolang Kathleen Barrington aan
boord was, zou Ah Yeo niet tot uiterste
maatregelen overgaan. Hiervan overtuigd,
schudde hij het hoofd en zweeg.
„Zelfs hoe je dat weet, zul je me moeten
vertellen", hernam de ander op snijdenden
toon. „Als je half gevild aan de galg ge
slagen wordt, zul je wel spraakzaam worden.
Hij draaide zich om en liep de ladder op,
gevolgd door zijn satellieten en toen het luik
neergelaten was, gaf Forsyth zich opnieuw
aan zijn gepeinzen over.
Het ontveinsde zich het hachelijke van
den toestand absoluut niet. Ah Yeo was de
spreektrompet van zijn meester en dat hij
Dick, den mandarijn diep beleedigd had.
was genoeg om zich Li Weng-Ho's niets ont-
zienden wraak op den hals te halen.
Terwijl hij de mogelijkheden met betrek
king tot hemzelf en Kathleen aan zijn geest
liet voorbijtrekken, was het hem als of een
golf van wanhoop over hem heensloeg en
langen tijd lag' hij onbewegelijk, verpletterd
door het gevoel van volslagen onmacht en
het besef van 't gevaar, waarin het meisje
verkeerde.
Het plotseling stilligen van de boot deed
hem uit zijn sombere apathie opschrikken en
hij keek uit het raampje naar het scheme
rige water. Terzelfder tijd ïiep een sarcasti
sche stem hem bij het luik, dat weer op
getrokken werd:
„Zoo, geëerde dokter, mooi uitzicht, niet.
waar? AJs u nog even blijft uitkijken, zult
u iets buitengewoon interessants kunnen
zien!"
Het was Ah Yeo's stem, doch Forsyth keek
niet op. Zich afvragend waarop de Chineesch
zinspeelde, hield hij zijn blik op den oever
gericht.
Een woeste, steile kust deed zich aan zijn
oogen op: alleen iets naar rechts werd de
onherbergzaamheid even onderbroken door
een smalle strook bosch; een bergengte tus-
schen de woeste heuvelen. Zoo ver hij kon
zien, was er geen pagode, huls of boerderij
te ontdekken. Het was een barre woestenij
van rotsen en boomen, waarin niets op men-
schelijke bewoning wees.
Zoo goed als dat in het toenemende don
ker mogelijk was, zocht hij vergeefs in het
verlaten landschap naar het interessante
waarvan Ah Yeo gesproken had. Nogmaals
keek hij. nu fel-gespannen, en terwijl hij
tuurde, kwam een boot, die zich van de
jonk had losgemaakt, in zijn gezichtskring.
Gp hetzelfde moment viel iets zwaars met
een bons naast hem op de brits neer; hij
hoorde het, maar nam er geen notitie van.
Zijn oogen waren als gehecht aan de zich
verwijderende bootaan een gestalte in
den boeg, en eensklaps was het alsof hij een
slag in het gezicht kreeg. Met een verbijste-
renden schok drong het tot hem door wat
het interessante was, dat speciaal in zijn
opmerkzaamheid was aanbevolen. Hij was
getuige van Kathleen Barrington's vertrek
van de jonk
„Kathleen!" riep hij in opvlammende
wanhoop. „Kathleen!"
Het meisje moest hem gehoord hebben,
want de gestalte kwam overeind en een
kreet bereikte hem van over het water. Het
volgende moment werd ze neergetrokken en
een tweede boot die de jonk verliet, werd
zichtbaar.
„Heb ik mijn woord niet gehouden, waar
de dokter?", kwam Ah Yeo's spottende stem
uit het zich verwijderende vaartuig. „Wat je
daar ziet is het laatste tafereel van de reis
naar de trouwplechtigheid over twee da
den
Forsyth wendde zich met een robuste be
weging van het raampje af. terwijl de
hoonende woorden nog in zijn ooren na
klonken. In dolle woede rukte hij aan den
ketting, die hem geboeid hield; weer en nog
eens weer. als een tot waanzin getergd ge
vangen dier. Langzamerhand werd hij kal
mer. hij zette zich op de brits en voelde iets
hards. Hij herinnerde zich opeens het zware
ding dat naast hem was neergeploft, ter
wijl hij de vertrekkende boot had nage
staard. Het was te donker om iets te onder
scheiden, maar hij liet zijn handen taste--
langs het voorwerp gaan. Toen schreeuwti
hij het haast uit van vreugde wat hij
voelde waren een hamer en een beitel, te
zamen gebonden. Hij had dus een vriend aan
boord, iemand die
Maar er was nu geen tijd om zijn gedach
ten de vrijen loop te laten; hij moest han
delen. Hij liet zich op den grond neer,
beitel en hamer in de hand. en slaagde
er met drie slagen in den ketting los te
maken, die zijn boeien met den vloer ver
bond; naar voren schuifelend kreeg hij de
boeien in een positie dat de bout naar be
neden gericht en even achter hem was, toen
bukte hij zich en sloeg opnieuw. Het leek
hem een eeuw te duren eer de verbindende
schakel verbroken was en eenmaal sloeg hij
zich met zoo'n kracht tegen zijn been, dat
hij vreesde dat zijn scheenbeen was ge
broken; maar eindelijk stond hij op, vrij!
De ringen van de boeien zaten nog om zijn
enkels, maar dat hinderde niet! In het ge
waad dat hij van dokter Wang-Hi geleend
had, bevond zich een groote zak; hierin liet
hij den betel verwijnen; daarna steeg hij de
ladder op, den hamer in de hand.
Vlug klom hij naar boven en bleef even
luisteren, toen zijn hoofd gelijk was met het
dek. Geen ander geluid dan het gekabbel
van het water tegen de jonk! Hij hief hef.
hoofd op en gluurde voorzichtig rond. Geen
levende ziel te bekennen, de jonk leek uit
gestorven. Het had er veel van of hij heelr-
maal alleen op de jonk was. Zich naar de
eene zijde begevend richtte hij zijn blik naar
den oever, waarheen de booten zich begeven
hadden en terwijl hij dat deed, schrok hij
heftig. Een der booten de kleinste
keerde reeds terug en was niet meer dan
vijftien meter van de jonk verwijderd.
Bliksemsnel liep hij naar den achter
steven, in de hoop dat hij in de duisternis
niet ontdekt was. Hij vond een touw, dat.
aan de verschansing bengelde, stak den
hamer in zijn zak en liet zich zacht in het
'".ter glijden. Er stond een sterke strooming
en zich op zijn zii draaiend, liet ÜJlzioh mee
voeren. Toen hij zoo ver gedreven was dat
hij van het schip door niemand meer ge
zien kon worden, keerde hij zich om en zwom
met vlugge siagen naar land.
Een plotselinge opschudding op de jonk
maakte hem duidelijk dat zijn verdwijning
opgemerkt was. Omkijkend zag hij het schijn,
sel van lantaarns; hij vermoedde dat de
bemanning het schip afzocht in de hoop
hem te vinden. De gedachte dat men hem
nog op de jonk waande, deed hem glim
lachen en met een krachtigen borstslag
baande hij zich een weg door den stroom.
Vóór hij er erg in had doemde het land
al uit het donker op. Hij Het zijn beenen
zakken en voelde .dat hij op den rotsaehtigen
bodem kon staan. Voortwadend, kon hij" al
spoedig op de rotsen langs den oever klaute
ren. Veilig in het kreupelhout, keek hij nog
eens in de richting van de jonk, die nu ge
heel verlicht was.
Voor een lantaarn op het achterdek zag
hij het silhouet van een mannenhoofd af-
geteekend. Een oogenblik was het heel
duidelijk en toen verdween het zoo plotseling
dat de eenig mogelijke verklaring was, dat
de man, wiens hoofd het was, zich in hec
water had laten glijden.
Dick Forsyth veerde onmiddellijk over
eind.
„De kerel heeft me gezien!" flitste het
door hem heen. „Hij komt mij achterna.
Het is tijd dat ik me uit de voeten maak".
Hij verwijderde zich van de rivier. Het
was te donker om te zien waar hij ging, maar
terwijl hij in het struikgewas voortstrom
pelde, bedacht hij dat dat van minder be
lang was; hij was vrij en kon Kathleen te
hulp komen, dat was het voornaamste.
Wordt vervolgd).