Haarlem's verleden en heden»
Bijzonderheden over den groei
ZATERDAG T3 APRIL' 1935
HAARLEM'S DAGBLAD
langrijke winkelstraten van onze binnenstad.
Daaronder Zuid-Oost Haarlem aan 't Spaarne.
De aandachtige beschouwer zal evenwel con-
stateeren, dat het al twee jaar geleden is dat
de piloot-fotograaf deze opnamen maakte,
want de Lange Brug is nog in haar vroegere
gedaante. Nu is de draaibrug door een bas-
culebrug vervangen. Nu komt op deze foto de
aanleg van de stad aan de overzijde van het
Zuider Buiten Spaarne uit. De R.K. kerk aan
het Spaarne vormt het hart van deze foto.
Toch bestrijkt zoo'n luchtfoto nog slechts een
klein gedeelte van de stad, want de Amster-
damsche Poort is niet meer te zien. Wel de
Burgwal en de Heerenvest die daarheen lei
den. Ook de loop van de Zomervaart is te
volgen. De bebouwing in deze omgeving van
het Openbaar Slachthuis is den laatsten tijd
wel zeer sterk toegenomen.
Op den voorgrond zien wij de straten en
huizen aan de Turfmarkt en de Kampervest
en -singel. Ook de drukkerij van Haarlem s
Dagblad aan het Zuider Buiten Spaarne komt
duidelijk uit.
Tenslotte nog een afbeelding van Haarlem-
Oost in vogelvlucht. Wat slingert het Spaarne
zich mooi door onze stad. De Melkbrug en de
Gravensteenenbrug zijn te onderscheiden. Op
den achtergrond staat de koepel van de ge
vangenis. De aandachtige beschouwer zal links
ook de kazerne aan den Koudenhorn ontdek
ken. Wie er het vergrootglas bijhaalt kan ook
de molen de Adriaan nog zien. Ook deze foto
is dus al eenige jaren geleden gemaakt.
Nu Haarlem zich in deze dagen ter gelegen
heid van de Flora in feestdos gestoken heeft,
is er aanleiding den blik achterwaarts te wen
den en het groote Haarlem van heden te ver
gelijken met het kleine Haarlem van vroeger
eeuwen.
Een mooie basis van vergelijking levert een
kaart van het beleg van Haarlem, die in de
Stadsbibliotheek aanwezig is. Die dateert van
1572. dus is ruim 31 '2 eeuw oud. Daaruit
blijkt wel dat Haarlem toen nog slechts een
klein vestingstadje was met slechts 18.000 in
woners. De grenzen werden gevormd in het
Oosten door het Spaarne, in het Zuiden dooi
de Voldersgracht, in het Westen door de
Raamgracht, terwijl de Noordelijke vesting
gracht liep op de hoogte waar nu de
Nassaustraat en de Ridderstraat gevonden
worden. En zelfs in dat kleine stadje waren
blijkens deze kaart nog groote stukken onbe
bouwd.
De lezer kan deze kaart zelf bestudeeren. De
teekenaar heeft (denkbeeldig) gestaan op
de hoogte van de Kleverlaan in het Spaansche
legerkamp. Op den voorgrond rechts ziet
men het Huis ter Kleef, waarvan nu nog de
ruïnes staan op het terrein van de Stadskwee-
kerij aan de Kleverlaan. Het gebouwen
complex met torentje was het Leprozenhuis
aan het Zieken, dat- nu 'verbouwd is tot het
Tehuis voor Ouden van Dagen (Stads Armen-
en Ziekenhuis), Het Spaarne slingert zich
links op de kaart. Aan den horizont vloeit dit
riviertje in het Haarlemmermeer.
Het blijkt, dat in het laatst der 16e eeuw
buiten de vesting vrijwel geen bebouwing ge
vonden werd. Er stonden alleen eenige bui
tenverblijven en verder boerenhoeven. Dit kon
in dien tijd ook niet anders, want de burgers
(poorters) voelden zich alleen veilig als zij
beschermd waren door de stadswacht, Des
avonds werden de poorten van de stad ge
sloten om er voor te zorgen dat de nacht
rust niet door ongewenschte bezoekers ver
stoord werd.
In Harlemias een gedicht in het Grieksch
van Dr. Nicolaas van Wassenaer Jzn. over
het beleg van Haarlem wordt o.a. gezegd (de
vertaling is van Prof. dr. G. C. van Walsem)
„Hoewel oorlog voerende is de stad goed
bewoond.
goed gebouwde poorten en hooge huizen
hebbend,
de steenrijke markt en de uitgaven voor
de huizen der rijken,
door den voorspoedigen handel bloeien
nu de straten,
van weefsels en linnen, de beroemde
gaven van Athene,
fijn en wit zoodat men zoude zeggen, dat
het een weefsel der goden is:
door de schilderkunst is het onder dp
menschen beroemd:
daar zijn bekwame schilders, die onder de
eerste genoemd worden;
Goltzius, die in aller monden een beroemd
man is.
goddelijk op borden werkend, verwonderlijk
om te zien:
hij is voor ons een tweede Dürer, voor
de Italianen een Apelles.
en vele anderen wier roem nu zeer groot is
Daar is een goedgebouwd huis van den
grooten God.
uit mooie steenen uitstekend gemaakt.
en beter dan dezen
zult gij onder de tempels der Bataven
niet zien".
Aan het einde der 17e eeuw werd het ves
ting-keurslijf van Haarlem te klein. De stad
moest worden uitgebreid. Daarom werd de
Noordelijke vestingmuur verlegd. Van de
NassauRidderstraat naar den Schoter- en
kloppersingel. Maar ook in dien tijd werd in
Haarlem-Noord nog niet veel gebouwd. Ook
buiten de singels was nog niet veel anders dan
landerijen en tuinen.
Er wex-den ook stukken aan den Oostkant
(bij de Amsterdamsche poort en aan den West
kant (na het graven van de Leidsche Vaart)
bij de vesting getrokken, Ten Zuiden had een
uitbreiding plaats door de Voldersgracht door
te trekken.
Wij ontleenen aan de Kroniek van Haarlem
de volgende data die een beeld geven van
den gestadigen groei van de stad:
1576: Tijdens een storm verwoest een felle
brand 449 huizen, de St. Egangolfskerk (op de
Botermarkt), het St. Elisabeth's gasthuis in
de Groote Houtstraat, het oude gasthuis op de
Botermarkt, de Doelen aano de Ramen, het
klooster der Barre voeler zusters en het Brou
wershofje.
1580—1587: 600 a 700 Vlaamsche huisgezin
nen vluchten naar Haarlem en geven een
aanzienlijke uitbreiding aan het fabriekswe
zen en bleekerijen.
1586: Het Brouwershofje wordt herbouwd.
zelf ontdekt men dan de Groote Houtstraat,
de Zijlstraat, de Koningstraat, de Warmoes
straat, de Barteijorisstraat en andere be-
Wij geven om het Haarlem van dezen tijd
in beeld te brengen een drietal luchtfoto's van
de K. L. M, Het is thans onmogelijk om een
kaart van onze stad te teekenen naar het
voorbeeld van 1572, want alles wat in de bin
nenstad staat zou schuil gaan achter de be
bouwing van de buitenwijken, die in elk der
vier windstreken grooter geworden zijn dan de
vroegere stadsbebouwing in haar geheel.
Allereerst het centrum van de stad in vo
gelvlucht. Het middelpunt wordt gevormd
door de trotsche St. Bavo, die nog steeds het
Haarlemsche stadbeeld beheerscht. Deze foto
is uit het Zuiden genomen. Als men eerst het
Klokhuisplein en de Damstraat als orientee-
ringspunten opzoek: is de loop van vele stra
ten en straatjes goed te volgen. De open ruim
te links van de kerk is natuurlijk de Groote
Markt. Ook het Stadhuis is goed te zien. Van
Het centrum van de stad in vogelvlucht.
Zuid-Oost Haarlem aan het Spaarne.
Pilotenblik op Haarlem-Oost.
1591: Het Verwulft tusschen de Groote Hout
straat en de Koningstraat wordt over de
Oude Gracht gemaakt.
1595: De stad wordt aan de overzijde van
het Spaarne tot aan de Spaarnwouderstraat
vergroot.
1610: De stad wordt aan de Zuidzijde ver
groot. De Voldersgracht wordt, onder den
naam van Raamgracht, verder doorgegra
ven, de zoogenaamde Ramen worden binnen
de stad getrokken en de Ramen over den Sin
gel (bij den tegenwoordïgen Koninginneweg)
verplaatst.
1621De laatste rieten daken in de stad wor
den door pannen vervangen.
1622: Het aantal inwoners is gestegen tot
39.455.
1628: Er zijn 50 groote brouwerijen in onze
stad (thans is er geen één meer).
1631: De trekvaart HaarlemAmsterdam
wordt gegraven.
1632: De stad telt 6490 huizen.
1636: Een besmettelijke ziekte (onder den
naam „Swarichheit") sleept in 4 maanden
6000 menschen ten grave.
1648: De Nieuwe Kerk wordt gebouwd.
1656: A. Casteleyn geeft de Eerste Wekelijk-
sche Courante van Europa" uit.
1656: De Leidsche trekvaart wordt gegraven.
16711686: De stad wordt in het Noorden
vergroot. De Schoter- en Kloppersingel wor
den gegraven. Daardoor ontstaat de zooge
naamde Nieuwstad.
1742: De stad telt 7963 huizen.
1750: 15000 zielen verdienen hun brood op
de 20 fabrieken van half zijden en zijden
stoffen.
1795: Fransche troepen trekken de stad
binnen.
1798: De bevolking is gedaald tot 21.227
zielen.
1813: De Franschen verlaten de >stad.
1821: De bolwerken worden tot wandeldreven
herschapen.
1824: De Zijlpoort wordt voor afbraak ver
kocht.
1825: De Houtpoort wordt gesloopt.
1833: Gedeelten van Heemstede en Schoten
worden bij Haarlem gevoegd.
1847: De stad wordt gedeeltelijk met gas
verlicht.
1339: Opening van den spoorweg Haarlem
Amsterdam.
1349: De Raampoort wordt gesloopt.
1350: 25.888 inwoners,
1857:Tusschen Haarlem en Heemstede wordt
een grintweg aangelegd.
1857: De stadsmuren bij de Raaks worden
gesloopt.
1858: De Raamgracht wordt gedempt.
1859: Demping van de Oude Gracht en
Kraaienhorstergracht (daar is thans de Nas-
saulaan).
1860: De open heulen worden door riolen
vervangen.
1861: De straten krijgen naambordjes.
1864: Begin van de bebouwing der Bolwerken.
1865: De Kennemer-, de Nieuwpoort en de
Schalkwijkerpoort worden afgebroken.
1866: De Êendjespoort wordt gesloopt.
1866: De Raaks en de Beek worden ge
dempt.
1866: De stad telt 30.006 inwoners.
1867: Het Kenaupark wordit aangelegd.
De Achter Nieuwe Gracht wordt ge
dempt, waarop de Parklaan wordt aangelegd.
1870: Het Ripperdapark wordt bebouwd.
1880: Begin van den bouw van de huizen in
bet Rozenpriëel.
1880: Ook de gronden ten W. van de Leidsche
vaart worden bebouwd.
1830: De huizen aan het Frans Halsplein en
de Frans Halsstraat worden gebouwd.
1881: Het Florapark wordt aangelegd.
1881: In de straten worden trottoirs aan
gelegd.
1881: Spoorweg HaarlemZandvoort wordt
geopend, alsook de stoomtram Haarlem
Leiden.
1881: 39.977 inwoners.
1883: De eerste straten van het Amsterdam
sche kwartier worden aangelegd.
1886: Omnibus naar Bloemendaal gaat
rijden.
1887: De telefoon wordt aangelegd.
1890: 52.120 inwoners.
1926: 80.502 inwoners.
1927: 1 Mei annexatie. Daardoor steeg het
aantal inwoners tot 113.305.
1935: Pl.m. 130.000 inwoners.