INGEZONDEN
Radio-Programma
RADIO MOORS *.v.
ZATERDAG 13 APRIL' 1935
H A "A R~ L E M'S DAG B L A D'
16
Voor den inhoud dezer rubriek stelt de
Redactie zich niet verantwoordelijk.
Van ingezonden stukken, geplaatst of niet
geplaatst, wordt de kopij den inzender niet
teruggegeven.
Het vestigingsverbod en de
vestigingseischen.
Door den heer Mollerus werd in Haarlem's
Dagblad dd. 29 Maart 1935 een beknopt en
grootendeels afbrekend artikel daaraan ge
wijd. Schrijver verslaat dat de minister van
■eonomische Zaken, onlangs bij een der de
batten verklaarde, dat hij aan een z.g. ves
tigingsverbod geen beteekenis hechtte, waar
tegenover staat, dat een voorontwerp eener
wettelijke regeling betreffende het stellen van
vestigingseischen voor den détailhandel. het
ambacht en de kleine nijverheid, gereed ge
komen is en de minister van Economische Za
ken daarover het advies heeft verzocht van
den Economischen Raad en den Midden-
standsraad. Volgens schrijver verwacht een
gedeelte van den middenstand alle heil van
een vestigingsverbod Als stimulans der heil
zame verwachtingen i.e. constateert hij de on
rustbarende toeneming van het aantal win
kelzaken. Wij constateeren dat er niet alleen
een teveel is aan winkels, kleine ambachts
bedrijfjes en industriebedrijfjes, doch niet
minder een te veel aan ondeskundige winke
liers, half bakken ambachtslieden met zaak
jes en vaklooze liefhebbers in klein-industrie-
bedrijfjes, die er maar op los winkelen, am
bachten en industrialiseeren tot schade van
vakkundige en bona-fide middenstanders.
Terwille van vak- en eigen reputatie zijn de
bona-fide middenstanders aan bepaalde con-
currentiegrenzen gebonden en mogen zij des
kundigheid en kwaliteit niet opofferen aan
den prijs. Wij constateeren dat winkels en
kleinbedrijven door Jan Rap en zijn maat
als laatste redmiddel beschouwd worden om
een karig stuk brood te verdienen. Resultaat
dezer verwachtingen door het optimistische
legertje van Jan Rap en zijn maat, dat ze
even snel weer moeten verdwijnen als ze op
gericht zijn. Brood en boter bleven uit. Huis
eigenaren gemeente, leveranciers zitten met
als regel oninvorderbare schulden. „Op zich
zelf geen bezwaar", zal schrijver redeneeren.
Neen, op zichzelf niet, doch practisch is ge
bleken en zal steeds blijven blijken, dat tij
dens het kwakkelend bestaan der nieuwe be
drijfjes er maar raak gewinkeld, geprijsd, ge
concurreerd en geambacht wordt onder het
motto: een kat die in het nauw zit maakt
rare sprongen. (Men stelle zich eens voor dat
combinaties, die het in 't hoofd halen een
Kamer van koophandel op te richten aan
het concurreeren en maatregelen slaan in
onderlinge naijver) Intusschen wordt de bo-
na-fide middenstand met al zijn publiek
rechterlijke overheidslasten, met zijn le
veranciersverplichtingen om de wissels op
tijd te betalen, met alle wettelijke-, vakkun
dige-, service- en loonlasten, waaronder hij
zwaar gebukt gaat. déloyaal beconcurreerd
en in de oogen van het publiek als afzetter
gekwalificeerd. (Men vergelijke de bearijfspo-
ïitiek van een bedrijfje practisch in liquidatie
en die van een normaal bedrijf). Van jhr.
Mollerus als insider in middenstandszaken,
van wien verondersteld worden mag dat hij
op de hoogte'is van den uiterst bedroe venden
gang van zaken in het handels- en industrie-
middenstandsbedriif hadden wij veeleer als
uitgangspunt verwacht een hem door de prac-
tijk van het middenstandsleven opgedrongen
pleidooi voor tijdelijke saneering van het be
staande, veeleer dan een zeer oppervlakkig?
en directe propaganda voor het laat maar
reilen en zeilen: après nous le déluge. (De
plaats is hier niet om er verder op in te gaan.
doch wij verklaren ons bereid tot een debat
vergadering met jhr. Mollerus onder leiding
van de Middenstandscentrale.)
De schrijver lanceert, dat de bestaande
middenstanders zich onder voorgeschreven
omstandigheden sauveeren en hun opvolgers
veilig stellen.
Zij die het middenstandsgebeuren in den
loop der jaren van nabij meegemaakt hebben,
kunnen maar al te goed weten, dat een ev.
vestigingsverbod allerminst een waarborg zal
blijken in te houden voor redding van het
bestaande zonder meer. De schrijver heeft
Oostenrijk noodig om te bewijzen, dat ook bij
een vestigingsverbod de mazen nog groot ge
noeg blijken zullen om er door te kruipen.
Onzentwege had hij er ook gerust Duitsch-
land in mogen betrekken, anderzijds België
en Frankrijk. Wil schrijver ons een maatre
gel noemen die voor 100 pet. geslaagd is of
ooit slagen zalt Wij zien in tijdelijke afslui
tingen en accentueeren (tijdelijk) slechts een
grootendeels preventief- en gedeeltelijk po
sitief werkend middel cm onsociale uitwassen,
eveneens tijdelijk, te bestrijden. Laten wij de
verwachtingen niet overdreven hoog span
nen, daartegenover echter ook niet uitslui
ten.
Aan afsluiting ziet schrijver alleen nood
lottige consequenties verbonden. Erger dan
de hedendaagsche noodlottige consequenties
van den gang van zaken kan het toch niet.
Dez-e uitlating van jhr. Mollerus beschouwen
wij dan ook als het bewijs van zijn vooroor
deel tegen elke poging om het middenstands-
bedrijf gezonder te maken.
De paar gevallen, waaromtrent hij een op
lossing vraagt, zijn te gemakkelijk op te los
sen om er bij stil te staan. De gilden zouden
ten gronde gegaan zijn aan misbruiken. Aan
nemende dat zulks het geval is, is jhr. Mol
lerus dan niet van oordeel dat van het ver
leden voldoende geleerd kan worden en men
zich aan den ondergang der gilden spiegelen
kan, om misbruiken te voorkomen? Dat een
foutieve gang van zaken in de middeleeuwen
dienst moet doen om onder geheel gewijzigde
omstandigheden de uitwassen van heden niet
te mogen bestrijden, mijnheer Mollerus, dat
gaat niet.
Afsluiting zou individueele en collectieve
verslapping tengevolge hebben. Wij hadden
gemeend dat de heer Mollerus voldoende op
de hoogte was van den worstelenden strijd
om het bestaan in den middenstand, van de
steeds hoogere opvoering der eischen om in
den tijd te blijven en met den tüd mee te ko
men. Afsluiting zal geen volmaakte toestan
den scheppen, doch in elk geval gunstiger
omstandigheden in het leven roepen. Elke
slappeling komt ook bij eventueele afsluiting
buiten bedrijf te staan. Want de bestaande
middenstand is meer dan uitgebreid en con-
currentie-willig genoeg om zich m luilekker
land te wanen. Schrijver constateerd dan
verder: als de verslapping is ingetreden, is
het te laat- om in te grijpen Mijnheer Mol
lerus als de verslapping is doorgeziekt, zoo
wel individueel als collectief, hebben de wa
renhuizen en groot winkelbedrijven etc. al
lm" beslag gelegd op het middenstandster-
rein U heeft een onjuist idee van energie,
strijdlust en concurrentiegeest van den mid
denstand die zonder of met bescheiden geld,
al jarenlang het hoofd heeft moeten bieden
aanmachtige financieele combinaties met of
zonder lunchroom. Mijnheer Mollerus, dat is
een ongewilde beleediging, die gij den mid
denstand ten onrechte aandoet.
De mogelijkheid om op snellen termijn
eischen inzake vakbekwaamheid te formulee
ren zien wij absoluut in. Schrijver eindig!
met den wensch: .Mogen de daden geen mis
daden blijken te zijn." Proficiat, midden
stand. met. dezen objectieven kijk op den
gang van zaken. Van dit van a-z afbrekend
betoog betreuren wij, als conclusie des heeren
Mollerus te moeten stellen, dat hij liever den
slechtsten toestand handhaaft, dan mede te
willen pogen den middenstand te san eer en.
KAMERBEEK.
B ij s c h r i f t.
Gaarne zal ik van de geboden gelegenheid
gebruik maken enkele opmerkingen te maken
naar aanleiding van het ingezonden stuk van
den heer Kamerbeek, die misschien beter had
gedaan mijn artikel nog eens nauwkeurig
door te lezen en iets later had moeten beslis
sen omtrent het verzenden van zijn Ingezon
den Stuk. Maar terzake. Mijn beschouwing
betrof twee punten: het vestigingsverbod en
de vestigingseischen. Die beide moeilijke on
derwerpen behandelt de heer K. feitelijk in
zijn stuk niet. Hij wijst er zeer uitvoerig op,
dat de middenstand het uiterst moeilijk
heeft, een feit mijnerzijds niet ontkend.
Schrijver gaat zelfs zoo ver, dat hij mij rang
schikt onder hen. ..die elke poging om hst
middenstandsbod rijf gezonder te maken" on
mogelijk zou willen maken. Dat is een onjuiste
conclusie, die alieen op papier gesteld kan
worden, indien men mijn artikel niet behoor
lijk heeft gelezen. Saneeringsmogelijkheden
zijn er een heele reeks. Over twee dier mid
delen deelde ik iets mede. Als men die belde
middelen onjuist acht, is men dan tegen
iedere gezondmaking? Het antwoord is dui
delijk.
Wanneer men nu het bekende urgentiepro
gram 1934 der drie Nederlandsche Midden
standsbonden opslaat, dan blijkt daarin
niet opgenomen te zijn een verzoek om te ko
men tot een wettelijk gesanctioneerd ves
tigingsverbod. Vandaar dat ik in mijn artikel
schreef, dat bij „een gedeelte" van den Neder-
landschen middenstand de neiging nog blijft
bestaan dat verbod wel tot stand te willen
zien komen. Ten behoeve van die groep en
van hen. die in deze vraagstukken verder be
lang stellen wees ik op de gevaren, ver
bonden aan een vestigingsverbod. Uit het
artikel van den heer K. blijkt dat hij voor
stander is van „tijdelijke afsluiting". Dat is
zijn goed recht. Hij herinnere zich daarbij
wel de omstandigheid, dat de drie landelijke
middenstandsbonden in het urgentiepro
gramma dezen saneeringsmaatregel niet opna
men. Voorloopig bevind ik mij dus, wat dit
probleem betreft-, aan de zijde van den Ned er -
landschen georganiseerden middenstand.
Wat de vestigingseischen betreft, heb ik de
aandacht gevestigd op de moeilijkheid, dat
„vakopleiding" voor velen m den midden
stand ontbreekt. Indien dus onder de ves
tigingseischen ook het bezitten van een zekere
vakbekwaamheid opgenomen zou worden,
zou een gedeelte van den middenstand daar
aan niet'"kunnen voldoen. Vandaar dat ik op
merkte: „Het is mij dan ook niet duidelijk,
hoe men deze eischen voor het grootste ge
deelte dezer middenstanders zou willen for
muleeren." Is daarmede iets misdaan? Schuilt
daarin een beleediging of iets dergelijks? Zijn
wij zoover dat niet eens meer op zakelijke
gronden bepaalde toekomstige maatregelen
ontraden mogen worden? Het geheele inge
zonden stuk bevat een groote hoeveelheid al
gemeenheden en bepaalt zich niet tot een be
handeling van de twee punten, waarover ik
in mijn artikrJ het een en ander opmerkte.
Nergens heb \z trouwens in mijn beschou
wing medegedeeld tegenstander te zijn van
de saneering van het middenstandsbedrijf.
Maar ik behoud mij het recht voor die sanee-
ringsmaatregelen te bestrijden, die ik onjuist
a0ht' MOLLERUS.
Oorlogsgevaar!
Dus: luchtbescherming.
Aan het Bestuur der Aid. Haarlem
van den Int. Vrouwenbond voor
Vrede en Vrijheid.
Het verwondert wij eenigszins, dat u mijn
„vragen" heeft willen beantwoorden!
Hadt u verwacht, daarmede geheel nieuwe
gezichtspui}ten te geven? Meent u, dat de
voorstanders de „argumenteering" van defai
tistische zijde niet weten?
Misschien zijn de drogredeneeringen van
orof. Woher e.a. nog wel juist de meest dank
bare „gegevens" voor de voorstanders, omdat
ze zoo geweldig doorzichtig en overdreven zijn
en punt voor punt te weerleggen.
Het „pro" en „contra" is mij voldoende be
kend, maar dat sluit nog niet uit, dat men
met de nuchtere feiten rekening moet houden
er niet mee klaar is dov het „intrappen van
ODen deuren" als: de oorlog is zoo vreeselijk!
en wij willen vrede! de eigen veiligheid te ver-
waarloozen.
De feiten zijn er: oorlog dreigt, zelfs voor
een onbewapend Nederland en voorloopig be
zit men internationaal nog geen machtsmid
del dat een oorlog kan voorkomen. Hoogstens
brengt men het zoover, dat een „aanvaller"
internationaal gestraft wordt, nadat de oor
log is uitgebroken!
Of men wil of niet: er is dus luchtgevaar
voor de burgerbevolking en of dat „groot" of
„klein" is: er is maar één oplossing om even
tueele gevolgen van een oorlog zooveel doen
lijk te beperken: ééndrachtig streven naar
deskundige" hulpverleening. Er zullen tal van
gevallen zijn, waarbij dergelijke hulp nuttig
werkt en deze zaak is volkomen te vergelijken
met tal van andere veiligheidsmaatregelen en
goeden raad op hygiënisch gebied, b.v. ver
keersveiligheid, reddingspogingen op zee en
in mijnen, hoewel, ongeacht de vele millioe-
nen. die dergelijke reddingspogingen jaarlijks
kosten, toch nog steeds „ongelukken" plaats
vinden en in sommige gevallen zelfs niet
eens voorkomen kunnen worden! Omdat het
wel eens stormt op zee en daarbij ongeluk
ken plaats grijpen, zal men het toch niet in
zijn hoofd krijgen om „ingezonden stukjes"
te schrijven of lezingen te organiseeren over
de weinige ..waarde" van reddingsbooten b.v.?
Als er iets met „bloed en zweet van den
arbeider" betaald wordt is het: steenkool!
Brandt uw kachel (dezer dagen) minder hard,
omdat er tóch slachtoffers in het mijnbedrijf
vallen, niettegenstaande de „betrekkelijke"
waarde der uitgebreide veiligheidsmaatregelen
en voorschriften en de zeer hooge onkosten?
Wij weten echter zéér goed, dat het niet in
uw bedoeling ligt, de luchtbescherming als
zoodanig te weerstreven, maar de ondergrond
van alles is: ontwapening, al durft men dat
tegenwoordig niet meer zoo openlijk te zeg
gen! Dat (éénzijdige) ontwapening slechts 'n
leuze is, blijkt overtuigend uit de houdingen
der regeeringen in andere landen; ongeacht
het politiek „beginsel" wordt door iedere Re
geering vooralsnog bewapening voorgestaan en
„veiligheid" geëischt. Waar wapens noodig
zijn ontbreekt het vertrouwen in eikaars ver
klaringen en waar ter wereld bestaat geen
..politie" of „zin voor zelfverdediging"? Wat
helpt dus alle gepraat over het wenschelijke
van afschaffing Dat prikkelt slechts tot verzet
tegen overheidsbepalingen, zoodat onlangs in
Frankrijk (om bij uw „voorbeeld" te blijven)
al een wet tegen het saboteeren van lucht
beschermingsmaatregelen moest worden af
gekondigd, wat in wezen toch onlogisch is,
omdat het eigen belang meebrengt veilig
heidsmaatregelen niet te saboteeren! Vredes-
actie langs wettelijken weg zal niemand af
keuren, doch daarvoor is heusch geen „parti
culier initiatief" noodig, daar zijn de Regee
ringen al zoo lang over doende. „Onverzette
lijke vredeswil" moet uitgaan van de groote
bevolkingsgroepen in Europa en op aarde, dan
is bewapening en „veiligheidspacten", lucht
bescherming, enz. in werkelijkheid niet meer
noodig. Thans nog wel!
Ik houd mij overigens aanbevolen voor tech
nische uiteenzettingen, mits niet in debat-
vorm, doch als vraag en antwoord en dan
zult u zien, dat er o.m. tal van maatregelen
te treffen zijn, die betrekkelijke veiligheid
verschaffen, zonder hooge kosten, maatrege
len. die men in voorkomend geval ongetwij
feld. doch dan te laat, automatisch zou gaan
toepassen! Waarom zou men die dan in
vredestijd niet „mogen" voorbereiden, nu het
misschien nog niet te laat is? Waar blijft het
„particulier initiatief" op dit gebied, conform
soortgelijke vereenigingen in helt buitenland
veelal uitgaande van datzelfde Roode Kruis,
dat indertijd de zoo zeer aanvechtbare ver
klaring heeft gepubliceerd! Eenvoudig omdat
het noodzakelijk is hulpacties tijdig te orga
niseeren en grondig te oefenen, wil men er
maximum rendement van trekken. Brandweer
wordt ook niet pas opgericht nadat er brand
is geweest!
Aanvaard luchtbescherming als zoovele
andere goed bedoelde veiligheidbepalingen in
het dagelijksche leven. Noem het een ..kwaad''
best, maar dan toch een noodzakelijk kwaad,
onder het motto: beter iets. dan niets! Hier
helpt geen .struisvogelpolitiek" inzake het
wenschelijke van vrede
Stel dat uw internationale verlangens be
vredigd zouden (kunnen) worden, garandeert
u dan ook: „afschaffing" van economischen
oorlog en internationale diefstal door waarde
vermindering van betaalmiddelen? Onnoodig
te zeggen, dat uw antwoord op mijn positieve
vraag: „Helpt u eventueel mede?" ruim
schoots stof tot nadenken geeft. De Regeering
acht het vooralsnog gewenschter om wel posi
tieve maatregelen te doen voorbereiden, die
t.z.t. bij Wet zullen worden voorgeschreven
en desnoods afgedwongen.
Hoogachtend Uw dn.
J .H. VAN SWINDEN KOOPMANS,
Adviseur voor Luchtbescherming
Ripperdapark 17.
(Niet aangesloten bij eenige po
litieke vereeniging. nóch agent
voor een gasmaskerfabriek e.d.)
De vermaarde Jonker-diamant
Bracht den vinder geen geluk.
i pond in een half jaar opgemaakt.
Het bericht in dit blad, dat de Jonker
diamant voor meer dan een millioen gulden
aan een Amerikaan verkocht is en het vers
daarover van P. Gasus, bracht mij in herinne
ring een bezoek aan de Premier-mijn en de
diamantvelden in de'nabijheid daarvan, waar
deze gevonden i3.
Van begin November 1933 tot September
'34 vertoefden wij te Pretoria. Een week na
onze aankomst kregen wij een uitnoodiging
voor een bezoek aan de Premier-mijn, waar
'indertijd de grootste 'diamant, de Cullinan,
gevonden werd. Het was ongeveer een uur
rijden per auto. Reeds wisten we. dat het werk
in deze mijn, evenals in alle andere, sedert
geruimen tijd stilgelegd was, omdat er geen
vraag naar diamanten is. De regeering van
de Unie van Zuid-Afrika heeft voor een
waarde van 5 millioen pond diamanten in haar
bezit, die niet aan de markt gebracht, maar
tot beter tijd bewaard wordt,
De directie van de Premier-mijn heeft haar
personeel ontslagen, enkele blanke arbeiders
en beambten met vele jaren dienst zijn op
wachtgeld gesteld of gepensioneerd, een klein
aantal is nog werkzaam als bewaker en voor
de bediening van de pomp-installatie, om
het water uit de mijn te houden. Van de ver
schillende hooge fabrieksschoorsteenen, uit
de verte reeds zichtbaar, rookt er maar één.
Dichterbij gekomen bemerkten we, dat alles
er verwaarloosd en vervallen uitzag. Aan het
hek werd ons dadelijk toestemming gegeven
het terrein op te rijden en eens rond te zien.
Een diamantmijn is, in tegenstelling met
de goudmijnen, geheel open en weldra ston
den" we aan den rand van het grootste gat
in de aarde door menschenhanden gemaakt.
Hoe groot de omtrek is, kan ik onmogelijk
zeggen, het maakte op mij den indruk van
zoo ongeveer het Florapark binnen de daar
omheen staande villa's en huizen. Wij keken
naar beneden in een diepte van 100-120 meter
iets trechtervormig afloopend. en daar stond
verweerd en verroest materiaal, wagons rails
enz. Op verschillende hoogten waren nog
zichtbaar de openingen van de mijningangen
waardoor het vervoer van de uitgehakte aarde
in kleine wagons geschiedde naar de verder
op geplaatste machine-installaties. Deze don
kere gangen dienden ook tot schuilplaats van
een paar honderd kaffers, wanneer men ge
deelten van den rotsachtigen bodem door
dynamiet liet springen. Men vertelde ons, dat
het onderhoud van het materiaal, dat daar
beneden lag, te kostbaar zou zijn en dat men
beter bij het weder in werking stellen van het
bedrijf alles nieuw kon aanschaffen
In een museum zagen we foto's en model
len van den Cullinan-diamant. Verder de
vervallen verblijven van de kaffers en de
draadomheining van het heele terrein. Voor
de machine-gebouwen hadden we geen be
langstelling, omdat er toch niets in werking
was te zien.
Maar onze chauffeur, die niet alleen de
heele omgeving daar, doch ook alle menschen
kende, had nog een verrassing! Als we circa
20 minuten terugreden, konden we op de
velden komen, waar particulieren aan het
diamant-delven zijn. Tegen vergoeding van
de extra benoodigde petrol (benzine) zou hij
ons daar brengen. We gingen dadelijk op zijn
voorstel in. Na ruim een kwartier rijden, ver
lieten we den landweg en kwamen op een
zóó hobbelig terrein, dat we heen en weer ge
schud werden in de auto en ieder oogenblik
vreesden dat we zouden omslaan. De chauf
feur verzekerde lachend, dat we niet den
minsten angst behoefden te hebben zijn
wagen, een zware Chrysler, kon er tegen
en hij kende het terrein. Eindelijk moesten
we het opgeven, de kuilen werden zoo groot
en zoo diep, dat we onmogelijk verder rijden
konden. Hier waren de delvers bezig ge
weest en hadden na vruchteloos graven en
zoeken hun plaatsen verlaten om verderop
hun geluk te beproeven, bet terrein vol gaten
en diepe kuilen achterlatend.
Met zeer veel moeite bereikten we eindelijk
de eerste groep delvers. Het was een En-
gelschman, vroeger als gids voor bezoekers in
dienst van de Premier-mijn. die met een paar
blanke helpers en een kaffer, hier aan den
arbeid was. Hij was een ontwikkeld, vrien
delijk man, die ons uitvoerig vertelde, hoe
daar gewerkt wordt. Iedere blanke Afri-
kaansche onderdaan, indien hij nooit tot ge
vangenisstraf veroordeeld is, kan een licence
(vergunning) krijgen om hier naar diamanten
te zoeken, tegen betaling van 51/2 shilling
per maand. Men zoekt een plaats uit, zet
daarop een ijzeren stang in den grond, waar
aan een bordje met het nummer van de
licence bevestigd is. Blijkt na eenigen tijd, dat
dit plaatsje niet geschikt is, dan gaat men het
ergens anders probeeren.
Verschillende oud-geëmployeerden van de
Premier-mijn hebben zich in groepjes ver-
eenigd om gezamenlijk te werken; en zij doen
dat onder gunstige omstandigheden, omdat ze
in de nabijheid wonen, eten voor den heelen
dag van huis kunnen meenemen en 's avonds
naar eigen woning terugkeeren. Voor hen, die
op verren afstand wonen en geregeld hier
moeten verblijven, soms met een gezin, eigen
potje moeten koken, in de open lucht onder
een zinken afdakje, in of onder een wagen
moeten slapen, is het leven moeilijk en zeer
primitief.
Het zware werk wordt door een kaffer ge
daan, die betaald wordt met 6 sh. per week.
Die man staat in de brandende zon, soms tot
over de enkels in het water (het had pas
overvloedig geregend) onder in de kuil met
een houweel te hakken in den steenachtigen
grond, de losgekomen stukken verder klein te
slaan en deze in een emmer te scheppen,
die door een zeer primitieven hefboom naar
boven gebracht wordt. De inhoud wordt door
de blanken in een groote tobbe met water
gestort. Daaruit wordt geregeld door een zeef.
die zeer behendig onder water geschud moet
worden, een deel opgeschept en op een zak,
die over een kist of houten tafel gelegd is, uit
gespreid. Nu tuurt men, of er misschien een
steentje tusschen zit; de kenners halen die er
dadelijk uit. Maar natuurlijk, dagen en weken
gaan soms vooi'bij, zonder dat men iets van
beteekenis vindt.
De menschen, die hier hun bestaan moeten
vinden, hebben dat maar zeer sober. Gewoon
lijk worden er slechts heele kleine diamanten
gevonden.
Eens per week komen de handelaren uit
Johannesburg deze menschen bezoeken, om
hun steentjes te koopen.
De Engelschman haalde een kokertje uit
zijn vestzak en toonde ons een zestal van die
kleine steentjes, gedurende de laatste week
gevonden.
„Die man daar", wees hij. „heeft een groo-
ten steen, dien moest u eens gaan bezien".
Wij bedankten hem vriendelijk voor zijn in
lichting, bezochten eerst nog een groepje Hol-
landsch-sprekende Afrikaners, die ons even
eens hun „bedrijf" toonden, en kwamen daar
na bij de derde groep, echte Afrikaners. Deze
waren niet zoo spraakzaam, meer terughou
dend. Eerst toen we op het punt stonden om
te vertrekken, vroeg de leider: „U wil graag
mij steen sien?" en op ons bevestigend ant
woord, haalde hij uit zijn portemonnaie een
vies papiertje, waaruit een diamant te voor
schijn kwam, ter grootte van een half lid
van de wijsvinger; deze was 9 1/4 karaat en
blauwachtig. De waarde is 25 pond per ka
raat, dus in totaal 240 pond.
In deze omgeving werkte Jonker en zijn
zoon met een kaffer reeds gedurende 18 jaar.
Hun gemiddelde verdienste was 100 pond per
jaar. Hadden wij op 10 November geweten,
dat hij twee maanden later een belangrijke
vondst zou doen, wij zouden hem zeker opge
zocht hebben!
In het begin van Januari 1934, midden in
den zomer dus, kwam het bericht, dat Jonker
een diamant gevonden had ter grootte van een
lucifers-doosje. Alle bladen bevatten iederen
dag uitvoerige berichten met foto van den
steen, met een „vuurhoutjies-dosie" er naast.
De kaffer, in de kuil aan zijn zwaren arbeid,
zag den steen onder het hakken vallen en
schreeuwde naar boven: „Baas, nou het ek
een groot steen!"
Jonker verkocht dezen diamant niet aan
de' opkoopers, maar ging er zelf mee naar
Johannesburg om hem aan Sir, Opnenhei-
mer, een der diamant-magnaten te verkoooen-
Hij ontving er voor 60.000 pond. Aan belas
ting moest hij plm. 20.000 pond betalen,
want het is inkomen uit bedrijf en deze be
lasting is sterk progressief. Netto hield hij
dus 40.000 pond over. Allerlei fantastische be
richten werden gepubliceerd, maar de man
scheen zeer verstandig. Voor zich zelf zou hij
allereerst een manel en een pluishoed (een
gekleede jas en hoogen hoed) koopen en zijn
vrouw kon een paar „sij rokkies" en een „sij
tabberd" (japon) krijgen. Verder zou hij een
motor-car (auto) aanschaffen, de kaffer 10
pond en een betere positie, aan de kerk gaf
hij wat en de rest moest veilig belegd wor
den. Hij zou zich weer aan het boerenbedrijf
wijden, zijn zoon zou voortgaan met delven.
In Augustus waren we gelogeerd op een
„boereplaas" in de nabijheid van de diamant
velden. Tegen den avond kwam daar een
jonge Afrikaner per fiets van zijn delverij.
Onder het nraten liet hij ook een paar steen
tjes zien. Wij vroegen hem naar Jonker. Hij
antwoordde: „O, die is klaar!" „Hoezoo?"
„Wel. die is door zijn geld heen en zijn
zoon werkt weer even als vroeger."
Hoe is het mogelijk om in ruim een half
jaar 40.000 pond op te maken?
O, hij had prachtige auto's gekocht, vele
vrienden gehad. Vele bars (café's) bezocht en
nu was nagenoeg alles op. Het eenige wat hij
had overgehouden was een kleine „boere
plaas" (waarschijnlijk veel te duur betaald)
en daaraan heeft hij zonder bedrijfskapitaal
toch niets.
Te Pretoria teruggekeerd, vertelden we. wat
wij gehoord hadden, maar niemand was daar
over verwonderd. „Dat is het gewone vcr-
Iood" zei men. en een daarginds wonende
Hollander, die iri Januari met vacantie in
Holland was, toen daar het eerste bericht
van den Jonker-diamant kwam, zei: „O, dat
heb ik direct tot de familie in Amsterdam
gezegd: ik geef dien man een half jaar, dan
is het geld op!"
En nu betaalt een Amerikaan er een mil
lioen voor!
J. G. KEMPFF.
PERSONALIA
Het eindexamen van den cursus tot oplei
ding van melkcontroleurs voor rundveefok-
vereenigingen, zuivelfabrieken en melkinrich
tingen. is o.a. afgelegd door P. de Wilde Azn„
te Haarlem.
m
1
ZONDAG 14 APRIL.
HUIZEN 301 RL
8.55—10 VARA 10.30 VPRO. 12.— AVRO
5— VARA. 8.— AVRO.
8.55 Gram.pl. 9.— Voetbalnieuws, postdui-
venber. 9.05 Tuinbouwpraatje. 9.30 Orgelspel
J. Jong. 9.45 A. Pleysier: Van staat en Maat
schappij. 10.30 Kerkd. u. d. Ned. Prot. Bond te
Schiedam. Voorg, Prof. Dr. L. J. v. Holk. 12.
Klokkenspel en Uurslag v. d. Ned. Herv. of
Sint Gudulakerk te Lochem. 12.01 Filmpraatje
L. J. Jordaan. 12.30 Omroeporkest o.l.v. A.
v. Raalte. 1.30 Bach's Matthaus Passion, m.
m. v. solisten. Toonkunstkoor. Jongenskoor
„Zanglust" (dir. W. Hespe) en het Concert
gebouworkest o.l.v. Prof. Dr. W. Mengelberg.
4.30 Gram.pl. en verslag v. d, Wedstrijd D.
W. S.Ajax (Om 4.45 Vaz Dias). 5.— Gram.pl.
5.15 Zang Celine Lichtenstein. 5.30 Voetbal
praatje. 5.45 Vioolrecital. J. v. Kinsbergen.
6.— Rep. v. d. Int. Zwemwedstrijd te Rotter
dam. 6.20 Sportnieuws. 6.30 „Leven in deze
tijd", tekst van Kastner, muziek Nick. M.
m. v. Vara-tooneel, Vara-orkest, gem. koortje
en solisten. Leiding: W. v. Cappellen. 8.
Vaz Dias. 8.15 Omroeporkest o.l.v. A. van.
Raalte m.m.v. het koor van de Opera-Ver.
eeniging. o.l.v. H. v. Wielink. 9.Tegenlicht-
opname. 15.Omroeporkest o.l.v. A. v. Raalte
m.m.v. A. Poth (viool). 9.45 Orgelspel P. Palla.
10.05 Radio-Journaal. 10.20 Kovacs Lajos en.
zijn orkest. 11.— Vaz Dias. 11.10—12.— Dans
muziek (gr.pl.)
HUIZEN 1875 M.
8.30 KRO. 9.30 NCRV. 12.15 KRO. 5—
NCRV. 7.45—11.00 KRO.
8.30 Hoogmis. 9.30 Gewijde muziek. 9.50
Kerkdienst u. d. Ned. Hèrv. Kerk (Prinse-
kerk) Rotterdam. Voorg.: Ds. J. J. Stam.
Orgel: J. C. de Graaf. Hierna orgelspel. 12.15
Orkestconcert en Gram. 2.10 Lezing. 2.30
Passiespel. 4.40 Gram.pl. 5.00 Kerkdienst u. d.
Geref. Kerk (Molenstraatkerk) te Assen.
Voorg. Ds. B. A. Bos. Orgel: R. Benes. Hierna
Geref. Evangelisatiezangkoor o.l.v. R. Benes.
7.45 Sportnieuws. 7.50 Causerie. 8.10 Vaz Dias
8.15 Orkestconcert en Gram.pl. 9.15 Solisten
concert. 9.25 Gram.pl. 9.35 Orkestconcert en
Gram.pl. 10.20 Vervolg solistenconcert. 10.30
Vaz Dias. Gram.pl. 10.4011.00 Epiloog.
DROITWICH, 1500 M.
10.20 Ochtenddienst. 11.50 Het Belfaster
Omroeporkest o.l.v. E. G. Brown. 12,50 Viool
recital D. Melsa. 1.20 Grampl. 1.50 Schotsch
Studio-orkest m.m.v. A. Fortune (tenor). 2.50
Reg. King en zijn orkest m.m.v. I. John tenor,
3.50 Kinderkerkdienst. 4.20 en 4.35 Lezing.
4.50 Kamermuziek (strijkkwartet en solisten)
6.05 Boekbespreking. 6.35 Concert door D.
Smith bariton, en A.- Benjamin piano. 7.15
Kerkdienst. 8.05 Liefdadigheidsoproep. 8.10
Berichten. 8.20 Sted. Orkest Folkestone o.l.v.
E. Newman, m.m.v. R. Charles (bas), 9.20
Het Bridgewater Harp Kwintet. 10.05—10.20
Epiloog.
KALUNDBORG 1261 M.
11.2012.40 Reportage. 1.402.10 Gram.pl.
2.404.20 M. Hansen's orkest. 7.20 L. Preii's
Ensemble. 7.50 Hoorspel. 8.05 Pianorecital
8.45 L. Preil's Ensemble. 9.30 Dansmuziek.
10.10. Liedjes b.d. luit. 10.2512.20 Dans
muziek en Gram.pl.
DEUTSCHLANDSENDER 1571 M.
7.20 Bach's „Johannespassion" m.m.v. solis
ten. koor en orkest o.l.v. Schumann. 9.50 en
10.05 Berichten. 10.2011.50 Oskar Joost's
Dansorkest.
KONINGSTRAAT 27, TELEFOON 14609
OFFICIEEL PHILIPS REPARATEUR
(Adv. Ingez. Med.)
MAANDAG 15 APRIL 1935.
HILVERSUM, 301 M.
Algemeen programma verzorgd door de
VARA.
8.00 „Orvitropia" o.l.v. J. v. d. Horst; 8.45
Gramofoonpl.10.00 Morgenwijding VPRO.;
10.15 E. Walis en zijn orkest; 10.45 Declama
tie: 11.00 „De Notenkrakers" o.l.v. D. Wins;
11.40 Vervolg declamatie; 12.00 Gramofoon-
platen; 12.15 „De Zonnekloppers" o.l.v. C.
Steyn, m.m.v. Gaby Ehrhardt (zang); 1.00
„De Flierefluiters" o.l.v. E. Walis; 2.00 Duo
de Ponty en gramofoonpl.; 2.30 Orgelspel C.
Steyn; 3.00 Voor de vrouwen; 3.30 Cello-
recital J. Aerts; 4.00 Gramofoonpl.; 4.30 Kin
deruurtje; 5.00 „De Schalmei" o.l.v, P, Renes;
5.15 Dubbel X-ensemble o.l.v. C. Steyn. m.m.v.
Pat Miller (zang); 6.00 Strijkorkest o.l.v. E.
Walis: 7.10 E. Boekman; De godsdienst van
het Nederlandsche volk; 7.30 Volksliederen-
zang door Berthe Seroen, a. d. vleugel: F. de
Nobel; 8.00 Herh. SOS-berichten; 8.03 Vaz
Dias; 8.10 „Saul", oratorium van Handel, m.
m.v. „De Stem des Volks", de H.O.V. en so
listen. Leiding: A. Krelage; 9.30 Causerie Dr.
L. Heyermans; 9.45 E. Walis en zijn orkest;
10.25 Vaz Dias; 10.30 „De Notenkrakers" o.l.v.
D. Wins; 11.00 Fragm. „Spoken", Ibsen. bew.
v. Cappellen. M.m.v. het VARA-tooneel o.l.v.
v. W. v. Cappellen; 11.30 Orgelspel door J.
Jong.
HUIZEN, 1875 M.
Algem progr. verzorgd door de NCRV.
8.00 Schriftlezing en meditatie; 8.15 Gra
mofoonpl.; 10.30 Morgendienst o.lv. Ds. A. C.
Diederiks; 11.00 Chr. lectuur; 11.30 Gramo-
foonplaten: 12.30 Orgelconcert J. Zwart; 2.00
Voor de scholen; 2.35 Causerie A. J. Herwig;
3.15 Kniples; 4.00 Bijbellezing Ds. T. J. Ha
gen, m.m.v. sopraan en orgel; 5.00 Gramo-
foonplaten; 5.30 Zang door H. Ludoloh (so
praan). a. d. vleugel: W. Rettich; 6.30 Vra
genuur; 7.00 Ned. Chr Persbureau; 7.15 Ver
volg Gramofoonpl.; 7.30 Vervolg Vragenuur;
8.00 Vaz Dias; 8.05 Concert H. v. d. Horst Jr.
(cello), T. v. Dongen (hobo), en F. Kloek
(orgel); 8.45 Lijdensmeditatie door Ds. J.
H. Kamsteeg; 9.15 Gramofoonpl.: 9.45 Vaz
Dias; 9.50 Het Ha.vdn-kwartet m.m.v, R. Gall
(klarinet); 11.00 Gvamofoonplaten.
DROITWICH. 1500 M.
9.20 Voorlezing: 9.35 Morgenwijding: 10.20
Gramofoonpl.; 11.05 Orgelconcert W. Green
house Allt; 11.50 Gramofoonpl.: 12.35 BBC-
Midland orkest o.l.v. L. Heward; 1.35 Gra
mofoonpl.: 2.05 Western Studio-orkest o.l.v.
Thomas: 3.05 Sonateconcert; 3.40 Het Shire-
brook Silver orkest o.l.v. Levick m.m.v. N. du
Prée (liedjes)4.35 Het Londensch Zigeuner
orkest o.lv. E. Leggett; 5.20 Berichten; 5.50
Lezingen; 6.25 Bach-ccncert: 6.50 Lezing.
7.20 Fluitrecital E. Penville; 7.35 Lezing: 7.50
„The Fol-de Rols" in hun repertoire; 8.50 Be
richten; 9.25 BBC-orkest o.l.v. J. Lewis, man.
v D. Cameron (cello); 10.35 Roy Fox en zijn
orkest.
RADIO PARIS. 1648 M.
6.20 Gramofoonpl.; 11.35 Orkestconcert o.
I. v. Touche; 7.20 „Le Roi Réné", operette
van G. Marie, m.m.v. solisten en orkest o.l/v.
Bigot; 9,50 Dansmuziek. ij