EEN LIEFDE IN CHINA
Ramsay Macdonald, da Engelsche premier,
begeeft zich naar het Lagerhuis te Londen,
v/aar Neville Chamberlain Maandag de be
grooting 1935 indiende
haven Yan Hull met meer dan 200 schepen
vol. De trawlers, die er anders een veilige
ligplaats vonden, moesten naar elders ver
huizen
Te Staphorst werd Dinsdag veemarkt gehouden, waarvoor veel belangstelling Het Zuid Afrikaansche cricketteam is met de .Armadale (fastle" te Southampton
bestond. Een kijkje op de markt aangekomen voor zijn tournee door Engeland
De drie-mogendheden-conferen-
tie-te Stresa is ten einde. Mus
solini stapt aan wal bij zijn
terugkeer van Isola Bella, waar
hij met de Fransche en Engel
sche ministers confereerde
De .Britannia het zeiljacht van den Engelschen Koning, wordt voor het komende seizoen in orde
gebracht. De mast wordt vastgezet voor het hijschen der zeilen
Er begint kleur in de bloembollenstreek Flandin werd bij zijn terugkomst uit Stresa
te komen. Verschillende velden staan op het Gare de Lyon door verschillende
reeds prachtig in bloei. Hyacinthen- leden der Fransche regeering verwal-
pracht bij Sassenheim komd
FEUILLETON.
Uit liet Engelscli
door BEN BOLT.
24)
Een uur lang trokken zij zwijgend ver
der. De weg begon te stijgen en tenslotte
hoorden zij het ruischen van water. Boven
hen glinsterden lichten en aangezien voor
zichtigheid geboden was, ging Ching vooruit
om het terrein te verkennen. Na een kwar
tier bracht hij in abrupten stijl rapport
uit.
„Brug over het water. Wachthuis met sol
daten op de brug, kunnen geen andere
weg".
Dit was een ernstige complicatie, maar
daar zij vooruit moesten, zat er niets anders
op dan dit risico te aanvaarden. Om de
beste kansen te hebben voor Kathleen's red
ding sprak Forsyth echter af, dat Ching
eerst over de brug zou gaan en aan de over
zijde op hem wachten. Mocht hem dan iets
overkomen, dan zou de Chinees onmiddellijk
den tocht naar Pi-Chow voortzetten.
Toekijkend uit de schaduw, zag hij hoe
Ching ongehinderd de brug passeerde en zoo
goed en zoo kwaad als dat in het vage
licht der opkomende maan mogelijk was,
nam hij, terwijl hij wachtte, het gevaar
lijke punt op. De brug was in kameelrug-
vorm geconstrueerd en het wachthuis be-
heerschte haar in volle lengte. Twee sol
daten, de een gewapend met een sabel en
de ander met een lange speer, waren in
het licht van een lantaarn aan den Ingang
zichtbaar en Forsyth veronderstelde dat aan
de overzijde ook wel twee schildwachten ge
posteerd zouden zijn. Beneden gilde en
schuimde een snelstroomende rivier en de
oever was steil. Inderdaad was de brug de
eenige weg naar Pi-Chow.
Hij drukte zijn hoed diep in de oogen,
kwam uit de schaduw te voorschijn en
stapte, al zijn moed bijeenrapend, op de
brug af. De soldaten zagen hem komen en
bleven vadsig op hun steenen banken han
gen. Reeds begon hij iets van opluchting le
voelen, toen, juist op het oogenblik dat hij
de brug bereikt had, een der soldaten op
stond en hem een kromzwaard voorhield.
Hij bleef staan en zzag in dat moment, hoe
het afgestompte, uitdrukkingslooze gele ge
zicht van den man plotseling uitdrukking
kreeg. Een seconde later schreeuwde de
kerel:
„De vreemde hond!".
De andere soldaat wipte overeind en de
dokter, met een sprong naar achteren, pro
beerde weg te hollen. De soldaat met de speer
wierp rzijn wapen naar hem. De punt miste,
maar Forsyth struikelde over de lange
schacht en viel tegen de wankele leuning
die naar het begin van de brug liep. Door
den smak brak dezez af, en met één enkelen
korten kreet tuimelde Dick Forsyth in het
water.
xrv.
Voor de poort.
Toen deze ééne kreet heb ontsnapt was,
stootte Dr. Forsyth op een uitstekenden rots
punt. waarop het struikgewas wortel gescho
ten had.
Hij greep er zich onmiddellijk aan vast en
terwijl de takken onder zijn gewicht door
bogen, hing hij boven 'het schuimende water
In het licht van de lantaarn zag hij, hoe
de soldaten zich over de gebroken leuning
heenbogen en terwijl hij daar nog in een
hoogst, gevaarlijke positie hing, trachtend
eenig houvast voor z'n vosten te vind, ver
lieten beide mannen de brug en begonnen
stroomafwaarts te loopen.
Hij was met dit vertrek buitengewoon in
genomen, en wetend, dat het onmogelijk
was om lang te blijven hangen, zocht hij
nog steeds naar een steuntje onder zijn voet
doch vond er geen. Al worstelend slipte zijn
voet op de met mos begroeide rots, het
boschje bezweek en sleurde hem in den
stroom mee.
Tot zijn geluk kwam hij terecht op een
plaats waar de rivier een diepe geul ge
maakt had, zoodat hij zich niet bezeerde,
maar toen hij, naar adem snakkend, boven
kwam, voelde hij zich stroomafwaarts drij
ven. In weerwil van den dubbelen schrik be
hield hij zijn tegenwoordigheid van geest
en spande al zijn spieren en zenuwen in, om
zijn koers dwars over den stroom te leiden.
Het water was, zooals hij vaststelde, niet
heel diep; hier en daar reikte het nauwe
lijks ter hoogte van de borst, maar de kracht
van de stroom was geweldig en er tegen op
te tornen bijna een onmogelijkheid. Overal
waren rotspunten en kleine draaikolken, die
elk op zichzelf een nieuw gevaar vormden,
hoewel ten slotte een dezer laatste hem
dienstig was. want toen hij daarin geraakte
werd hij rond en rond gedraaid en aan den
anderen kant uitgeslingerd. Daar leidde het
geraamte van een grooten boom. door een
storm in de rivier gesmakt, van halfweg het
water naar den vasten wal. Het was zijn
redding.
Toen hij op den boom geklauterd was.
bevond hij zich aan den voet van een steilen
oever. Een van de weinige struiken die er
groeiden hingen over en met zijn voeten op
den boomstam gelukte het hem naar de
smalle plek waar dit struikje groeide, te
klimmen. Een oogenblik bleef hij daar rus
ten en keek rond. Twee honderd meter
stroomafwaarts lag de brug; twintig meter
verder, stroomafwaarts, bewogen zich langs
den anderen oever twee donkere gedaanten,
spiedend in het water. Het maanlicht weer
kaatste in het zwaard van een hunner en
daaruit wist hij, dat het de beide -soldaten
waren, die hem zochten. Zich volmaakt stil
houdend, sloeg hij hen gade. en zag hoe zij.
in de blijkbare veronderstelling, dat hij
verdronken en met den stroom meegesleurd,
naar hun post terugkeerden.
Hij voelde zich voor het moment vrij van
vervolging en begon verdere maatregelen te
nemen om te ontkomen. Deze oever was lang
zoo steil niet, als die waarvan hij naar be
neden geploft was en twintig minuten later
had hij den top bereikt.
Hij ontdekte, dat hij zich in een met raap.
kool beplant veld bevond, en dat recht van
hem de straatweg liep. Diep gebukt kroop hij
er heen, en eindelijk, toen" hij zich veilig
wist tegen bespieders van de brug af, kwam
hij recht overeind en keek achterom.
In het maanlicht zag hij een langen Chi
nees, die handenwringend in zijn richting
naderde. Gissend dat het Ching was, bleef
hij in de schaduw van gepluimde bamboe,
en toen de Oosterling dichter bij kwam,
hoorde hij hem in zich zelf klagen en jam
meren.
„Ching!". riep hij zacht, uit de schaduw
van het bamboe te voorschijn tredend.
„Dokter dokter Forsyth!" Ching juichte
bijna en rende op hem toe. Al zijn onaan
doenlijkheid was verdwenen en de tranen
stonden hem in de oogen. Snikkend van
blijdschap deden zijn lichaam schokken en
de handen van de dokter in de zijne ne
mend, schudde hij ze heen en weer alsof
hij aan het pompen was.
„Ik dacht u verdronken. Ik was heel be
droefd. Nu
„We zijn nu veiliger dan we waren",, gaf
Forsyth ten antwoord, op bruusken toon, om
zijn eigen ontroering te verbergen. „Die
vrienden daar zullen rapporteeren, dat ik in
de rivier gevallen ben, en mijn nek gebroken
heb".
„Ik denk het ook. Ik hoorde u gillen en
ging terug. De soldaten vertelden de vreemde
hond over de brug gevallen, door een speer
getroffen. Mijn hart gebroken. Ik
„Help me eens die mantel uit te wringen",
viel Forsyth hem zakelijk in de rede. „Hij is
zoo zwaar als lood".
Handelen was het middel om Ching tot
de werkelijkheid terug te roepen, dit wist
Forsyth. Samen wrongen zij zijn doorweekt
gewaad uit en vervolgden na enkele minuten
hun weg.
Een lange reeks van trappen, een steile
helling in den weg aangevend lag nu vlak
voor hen. Aan den top vonden zij een ge-
denkboog van bizarre schoonheid. De ver
gulde inscriptie glansde in het maanlicht en
Forsyth poosde even om haar te lezen.
„Een hulde aan de rechtvaardige regeering
van Li Weng-Ho in Pi-Chow", deelde hij zijn
metgezel met een grimmïgen lach mede.
Zij naderden nu een groot dorp, dat door
den straatweg doorsneden werd en daar de
plaats in de diepste duisternis scheen, waag
den zij 't om er door te trekken. Halfweg
de smalle straat begon een hond te blaffen,
een andere hond antwoordde, toen weer een,
en eensklaps klonk achter hen een roep.
Ching keek even schichtig om.
„Soldaat", waarschuwde hij met inge
houden adem en zette het op een loopen.
Forsyth volgde hem, hoewel hij zeker ge
loofde dat een andere stem den kreet had
opgevangen en een vervolging zou begin
nen.
Zij kwamen echter ongehinderd door het
dorp en verlieten na korten tijd de straat
weg. om een zijpad in te slaan, dat een groote
bocht afsneed. Onverwacht stonden zij voor
een armoedig huisje. De deur was open, en
daarbinnen zagen zij een vrouw en een klein:
meisje. De laatste schreeuwde het uit, toenj
zij voorbijgingen en verborg haar gezicht!
aan haar moeders borst, terwijl zij schok-j'
schouderde van het snikken.
(Wordt vervolgd).