De Brusselsche wereldtentoonstelling.
MacDonald's rede in het Lagerhuis.
THIJS IJS EN DE KWADE SLANG
Radio-Procramma
VRIJDAG 3 MEI 1935
HAARLEM'S DAGBLAD
4
BUITENLAND.
Een beroep op Duitschland om deel te nemen aan daad
werkelijke Europeesche samenwerking. De vlootbespre-
kingen zullen doorgang vinden. De meening van Churchill
en Sir Austen Chamberlain
HET BELANGRIJKSTE NIEUWS
ENGELAND
Sensaties of verrassingen bracht de ver
klaring. die Macdonaid gisteren in het Lager
huis heeft afgelegd niet. De verklaring ging
op bijzonderheden vrijwel niet in en was in
feite niet anders dan een uiteenzetting in
groote trekken van de Engelsche buitenland-
sche politiek. Ook ditmaal verklaarde Macdo
naid, dat Duitschland door zijn optreden van
de laatste maanden den vrede van Europa ten
zeerste gestoord had. De kern van de verkla
ring werd gevormd door de mededeeling, dat
de Engelsche regeering besloten heeft tot een
bespoediging en uitbreiding van het program
inzake de bewapening in de lucht en dat tot
dit doel een aanvullende begrooting zal moe
ten worden ingediend. Het grootste gedeelte
van het huis .juichte deze verklaring krach
tig toe.
MACDONALD.
Overigens behandelden de uiteenzettingen
Var. Macdonaid de volgende punten:
1. Het voorstel inzake sluiting van niet
aanvalspacten in Oost-Europa zal niet worden
opgegeven.
2. Het communiqué van Londen van 3 Fe
bruari vormt nog steeds het onmiddellijke doel
van de Engelsche buitenlandsche politiek.
3. De ontworpen Duitseh-Engelsche vloot-
besprekingen zullen definitief plaats vinden
en wel onder precies dezelfde voorwaarden
als de Engelsche vlootbesprekingen met Ame
rika en Japan.
4. Engeland houdt vast aan de verklaring
van Baldwin geen tweederangspositie in de
lucht te aanvaarden tegénover een toekom
stig Duitsch lucht wapen.
5. De Engelsch-Italiaansch-Fransche
menwerking acht de Engelsche regeering van
groot belang bij het streven naar collectieve
veiligheid. Van een militair bondgenoot
schap kan echter geen sprake zijn en iedere
staat, die den vrede wenscht is bij deze sa
menwerking welkom.
6. Engeland heeft geen nieuwe verplichtin
gen op zich genomen.
De gebeurtenissen schetsende sedert 3
Februari herinnerde Macdonaid eraan, dat het
communiqué van dien datum verklaarde, dat
een van de doeleinden der onderhandelingen
hier onder oogen gezien, was een vrije
lijk overeengekomen bewapeninigspact met
Duitschland en de andere mogendheden, dat
in de plaats zou treden van de militaire clau
sules van het Verdrag van Versailles. Als men
dit met succes tot stand kon brengen, zou
het grootste gedeelte der onmiddellijke Euro
peesche gevaren verdwijnen. Duidelijk wees de
Londensche verklaring erop, dat men zich
verwijderde van het regime van Versailles en
toewerkte naar Europeesche betrekkingen,
gebaseerd op vrije onderhandelingen inzaxe
veiligheid en gewapende sterkte. Het was ten
zeerste te betreuren, dat op dat oogenblik de
Duitsche regeering haar voornemen te kennen
gaf v de algemeene dienstplicht op te leggen en
een'militaire luchtstrijdkracht in het leven te
roepen.
De verklaring van 3 Februari heeft alge
meene voldoening over geheel Europa gewekt,
omdat het den aanvang beloofde van een ge
zonde Europeesche regeling. Niets is te Stresa
gedaan dat die verklaring gewijzigd heeft. In
derdaad bevestigt de tekst van de conclusies
van Stresa wederom punt na punt de ver
klaring van Londen en het is van belang dit
met nadruk uiteen te zetten. De Londensche
verklaring deed voorstellen voor het doen
verdwijnen van zekere Centrale en Oost-Euro
peesche ongerustheden en regeling door een
systeem van iet-interventie en onderlinge
veiligheidspacten. Wat Midden-Europa betreft
stelde de Italiaansche regeering voor een ver
gadering bijeen te roepen van regeeringen,
die daarbij betrokken" waren, met inbegrip
van Duitschland. teneinde een plan te be
spreken. De Britsche regeering wilde te Rome
niet vertegenwoordigd worden door een dele
gatie, aangezien 't duidelijk was, dat zij geen
nieuwe verplichtingen in dit opzicht op zich
nam.
Over het voorgestelde Oost-Europeesche
non-agressiepact zeide de premier o.a.:
Er is geen reden waarom een dergelijk non
agressiepact niet in harmonie zal zijn met
verdragen van wederzijdschen bijstand, waar
over Frankrijk en andere mogendheden thans
onderhandelen. Ik ben zelfs van meening. dat
deze twee elkaar zeer goed kunnen aanvullen
en samenwerken tot het ontstaan van een
volledig systeem van collectieve veiligheid in
Oost-Europa. Ik wensch duidelijk te maken,
aldus. MacDonald, dat voorzoover de Engel
sche regeering bij de kwestie is betrokken, zij
niet van meening is, dat de veiligheid, be
doeld bij de verklaring van Londen, volledig
kan zijn zonder deelneming van Duitsch
land
Het is de algemeene politiek der regeering,
het probleem zoo soepel mogelijk te bezien
om de idee van collectieve veiligheid zoo
veel mogelijk te verwerkelijken. Het is duide
lijk en onbetwistbaar, dat wanneer deze po
gingen worden voortgezet onder medewerking
van Duitschland. eenzijdige verklaringen als
'de Duitsche betreffende de strijdkrachten te
land, ter zee en in de lucht de vredesge-
dachte in geheel Europa zeer moeten ver
storen. De regeering heeft nota genomen van
alle suggesties, die te Berlijn of elders zijn
gedaan, maar zij moet er rekening mede
houden, dat er weer eenig gevoel van weder
zijdse!» vertrouwen moet "komen voordat in
ternationale onderhandelingen over de bij
zonderheden volledig effect kunnen hebben.
Het is ons doel, zei de premier, dat het aan-
'er samenwerkenden vergroot wordt en
v. i .villen voorkomen, dat zij worden ver
deeld iri vijandige kampen. Wil Duitschland
nu nog niet ons de hand reiken en zich bereid
toonen, om mede te werken aan het herstel
van het vertrouwen, dat zoo ruw geschokt is
door de Duitsche bewapeningspolitiek?
De Britsche regeering is er van overtuigd,
dat internationale samenwerking de eenige
basis is. waarop de wereldvrede kan berusten.
Ten aanzien van de schikkingen, die zijn
getroffen voor de voorbereidende vlootbe-
besprekingen tusschen Engeland en Duitsch
land. erkende de premier tot verrassing dei-
afgevaardigden, dat dit oogenblik door de
Duitsche regeering is gekozen om haar vloot-
bouwprogramma met inbegrip van de onder-
zeeëers aan te kondigen.
De Duitsche aankondiging van het bouwen
van duikbooten is een kwaad teeken en Mac
Donald verklaarde, de beteekenis daarvan niet
te willen verkleuren. Maar zonder op eeniger-
lei wijze het recht te geven, zich niet aan
de verdragen te houden, is Engeland toch
bereid, de Duitsche gedelegeerden te Londen
te ontvangen voor de voorbereidende be
sprekingen. Deze besprekingen zullen op pre
cies dezelfde voorwaarden worden gehouden
als die met Amerika1 en Japan.
Ten aanzien van de luchtbewapeninj
bracht MacDonald in herinnering de ver
klaring van Baldwin, dat Engeland, nooit
een inferioriteit zou aanvaarden ten opzichte
van de Duitsche luchtmacht. Tijdens het
bezoek van Simon en Eden aan Berlijn
heeft Hitier verklaard, dat Duitschland in de
lucht pariteit met Engeland heeft bereikt.
Wat daarvan ook de juiste interpretatie moge
zijn. er kan niet aan getwijfeld worden, dat
de sterkte der Duitsche luchtmacht aanzien
lijk grooter is dan vroeger wel. bij wijze van
schatting, in het Lagerhuis is gezegd. Dit is
een ernstig feit. waarvan de regeering-en het
ministerie van luchtvaart, onmiddellijk nota
hebben genomen.
De regeering maakt van deze gelegenheid
gebruik om openlijk te verklaren, dat de ver.
klaring van Baldwin van kracht blijft en
dat zij reeds stappen neemt voor een ver
dere en versnelde uitbreiding van de Eneel-
sche luchtmacht. Mac Donald herinnerde
aan de zinsneden in de verklaring van Lon
den. die aan een luchtconventie waren ge
wijd en aan de plaats, die hetzelfde onder
werp inneemt In de resolutie van Stresa. die
naar hij zeide, wellicht van groot belang
zal zijn en waarin Engeland. Frankriik en
Italië overeen zijn gekomen, om de kwestie
voortdurend onder de aandacht te houden
met het doel. een pact te ontwerpen tusschen
de vijf mogendheden, genoemd in het com
muniqué van Londen en te komen tot het
ontwerpen van eventueele bi-lateriale over
eenkomsten.
Deze resolutie wordt op het oogenblik dooi
de regeering bestudeerd en Mac Donald
hoopt, dat overeenstemming ten aanzien
van de luchtbewapening wordt bereikt.
De vernietigingsmogelijkheden van een
luchtoorlog zijn zoo duidelijk, dat iedere be
schaafde natie haar uiterste best-moet-doen
om het gebruik van dit vreéselijke wapen zoo
veel mogelijk te beperken.'
De publieke opinie in Engeland keurt- de
pogingen, die gedaan worden om bruikbare
wegen tot liet bereiken van wederzijdsche
veiligheid'- te', vinden, goed..
Na de verklaring van MacDonald',wel'd het
woord gevoerd door Lansbury, '.die zeide^ te
leurgesteld té zijn, omdat de verklaringen van'
MacDonald in hoofdzaak betrekking; hadden
;ehad op ver hedging der bewapening ails vobï-
waarde voor den vrede.
De leider der Liberalen, sir Herbert Samuel
oefende heftige critiek op de houding der
Duitsche regeering.
Churchil verzette zich tegen de -opvatting.,
dat de geallieerde mogendheden harerzijds
het verdrag- van Versailles zouden hebben ge
schonden.
Churchil! zeidé verder, dat hij het eens 'is.
met de Engelsche regeeringspolitiek zooais die
tot uiting komt in de laatste resolutie van
den Volkenbondsraad inzake de Duitsche be
wapening. in de verklaring van Stresa en in
het artikel van Mac Donald in de News Letter.
De leider der oppositie. Lansbury, zeide
teleurgesteld te zijn dat herbewapening de
grondtoon was van de rede, hoewei hij er
zich van bewust was, dat de Duitsche re
geering de taak zeer moeihik had gemaakt.
Hij vroeg met nadruk of de Britsche re
geering bereid was, met de andere mogend,
heden het luchtwapen af te schaffen en
vroeg zich verder af. of de regeering de
werking van den Volkenbond, waarin de
kleinere naties terecht stem hadden, wilde
verzwakken door verbonden of pacten tus
schen eenige groote mogendheden. Hij
wenschte intusschen de regeering geluk mei
haar houding tegenover Duitschland, waarbij
de deur voor onderhandelingen wijd geopend
bleef.
Sir Austen Chamberlain verklaarde, dat het
hem had verrast, dat de regeering niet vol
doende op de hoogte was van de gebeurtenis
sen in Duitschland. In zekere kringen, aldus
spr., wordt steeds weer gezegd, dat het ver
drag van Versailles een gedicteerde vrede is.
Naai* zijn meening zou het echter zeer dwaas
zijn, de grenzen van de Europeesche landen
anders te willen trekken dan zij zijn getrok
ken door het verdrag van Versailles.
Duitschland mag zich niet verwonderen over
een omsingeling, wanneer het weigert gevolg
te geven aan de uitnoodigingen der andere
mogendheden. Het is geen verrassing, wanneer
de andere staten zich verbinden om voor hun
eigen veiligheid te zorgen. Indien Duitschland
als vreedzaam partner wil toetreden, is het
welkom. Wil het zich echter niet bij de staten
familie aansluiten, dan zal Engeland het we
derom in den weg staan. In Engeland en in
het Britsche rijk zal Duitschland op een macht
stuiten, waartegen het niet opgewassen is.
De redevoeringen van Chamberlain en Ohur
chili werden luide toegejuicht.
Spanje.
Regeering treedt af.
Ministerpresident Lerroux heeft mede
gedeeld, dat de Spaansche rëgeering Vrijdag-
Sa! 'aftrèdèn, doordat er moeilijkheden met
de 'katholieken zijn ontstaan.
Frankrijk,
Het pact met Rusland onder
teekend.
Laval deed Donderdagavond aan de pers
mededeeling van de onderteekening van het
Eranseh-Russisch pact.
De tekst zal vanavond te Parijs en te Moskou
worden gepubliceerd.
Het- vertrek van Laval naai- Moskou is be
paald op Donderdag 9 Mei. Hij arriveert 13
Mei te Warschau.
Na de onderteekening gaf Laval tegenover
de pers uiting aan zijn voldoening. „Wij heb
ben slechts één zorg", zeide hij, „n.l. om onze
twee landen te doen deelnemen aan de orga
nisatie der veiligheid in Europa. Vrijwillig zijn
wij binnen het kader van den Volkenbond ge
bleven. Wij hebben er naar gestreefd geen
enkel land uit t-e sluiten van onze diplomatieke
daad."
Duitschland.
Generaal Goering over de
Duitsche luchtvloot.
De rijksminister van luchtvaart, vlieger
generaal Hermann Goering. heeft een rede
voering uitgesproken op een door de Vereeni-
ging der Buitenlandsche Pers in hotel Adlon
gegeven diner over het onderwerp ..Het nieu
we Duitsche luchtwapen". Hierin zette o.m.
de minister uiteen, dat hij als oudsoldaat er.
hartstochtelijk vlieger in de voorbije jaren er
onzegbaar onder geleden had, dat zijn vader
land onveilig in het hart van Europa lag. Uit
drukkelijk stelde spreker vast, dat hij bij vroe
gere uitlatingen toen hij verklaarde dat
Duitschland geen luchtwapen bezat, geens
zins onwaarheid, gesproken had, want inder
daad waren, toen Hitier het bewind aan
vaardde slechts weinige verouderde types, die
nauwelijks als proef vliegtuigen beschouwd
konden worden, aanwezig.
Wanneer gij mij thans vraagt: Hoe sterk is
thans het Duitsche luchtwapen? dan kan ik
u verzekeren, dat het Duitsche luchtwapen
steeds.zoo sterk zal zijn als de constellatie
.de wereld - dit noodig zal maken.
Ik" zeg u niets verrassends, wanneer ik er
den- nadruk op leg, dat het Duitsche lucht
wapen- zóó sterk is, dat diegéne, die Duitsch
land aanvalt, een zeer, zeer harden dobber in
de lucht zal hebben' Want het Duitsche lucht
wapen beschikt over geen-enkel oud vliegtuig!
Het beschikt over geen enkelen ouden motor!
Wat" het Duitsche luchtwapen heden aan mo
toren en machines bezit, is het modernste,
wat slechts bestaat.
De Duitsche aviatiekin den wereldoorlog
heeft bewezen "dat zij tegen een overmacht
vermag te strijden Zooals ik zonder aanma
tiging van mijzelf beweren kan, dat nog nooit
van mijn leven een vijand mijn rug gezien
heeft, zoo heeft de Duitsche aviatiek den eed
afgelegd van onzelfzuchtige, volkomen opof
fering voor haar vaderland. Zij is opgevoed
in den geest van Boelke en Richthofen!
Vervolgens ging Goering kort in op den
opbouw vai het rijksluchtwapen, dat bestaat
uit de luchtvloot en de vliegerafweer. Reeds
uit de eenheid van deze beide wapensoorten
kan men zien. dat het Duitsche luchtwapen
alleen is opgebouwd ten behoeve van de ver
dediging en de veiligheid.
Het Duitsche luchtwapen is ook niet zoo
reusachtig groot als men dit hier en daar in
het buitenland afschildert. Beslissend is niet
het aantal vliegtuigen, maar hun kwaliteit en
niet het aantal vliegers, maar hun karak
tereigenschappen en hun kunnen.
Voortgaande verklaarde Goering met groo-
ten nadruk, dat Duitschland voor den vrede
was. Duitschland heeft vrede noodig en het
zal noch zelve den vrede verstoren, noch zich
laten provoceeren.
ONZE DAGELIJKSCHE KINDERVERTELLlNC.
Indrukken uit het Nederlandsche paviljoen.
Sim. daar boven, heeft vlue uw pïvid touw gehaald; daarin
maakt hu een sterken sirs.. ;:.j xLij3 nu naar zich toe.
Het is een moeilijk werk, maar het lukt wei .want Sim is sterk.
(Van onzen Brusselschen correspondent.)
Met de gebruikelijke plechtigheden is hel
Nederlandsche paviljoen op de Wereldten
toonstelling Brussel-1935 geopend. Redevoe
ringen, een strijkje, dat de volksliederen
speelt, eerewijn en versnaperingen. Ditzelfde
programma zal herhaald worden tot alle pa
viljoens geopend zijn. Ik hoorde juist dat, een
bekend Vlaamsch dichter, die een hooge amb
telijke positie vervult, voor zijn minister
veertig verschillende redevoeringen heeft
moeten opstellen! Bij gelegenheden als deze
spuit de welsprekendheid even hoog op als
de fonteinen, welke het sieraad van deze
tentoonstelling vormen. Hier in België heef'
men dan bovendien nog rekening te houden
met het feit, dat alle officieele toespraken
tweemaal gehouden moeten worden, in het
Fransch en in het Nederlandsch. Dit principe
wordt zoo streng doorgevoerd dat bij de groote
openingsplechtigheid, gelijk ik al gemeld heb,
zelfs dr. Adolf Max in het Nederlandsch ge
sproken. heeft, een feit dat eenig opzien baar
de en nog steeds besproken wordt.
Een belangrijk element in de rede van dr
Van Isackers, den Belgischen minister van
economische zaken vonden wij de zinsnede
betreffende de noodzakelijkheid van een
steeds inniger samenwerking' tusschen Ne
derland en België. Dit motief wordt hier in
den laats ten tijd telkens herhaald en geva
rieerd. Er zijn tal van kleine feiten op te
merken, welke door de kenners der Belgische
politiek worden uitgelegd als een systema
tische manoeuvre. Men ziet hier hoé België
dat lange jaren in Frankrijk's zog voer, zich
meer en meer van de groote nabuur gaat
losmaken. Dit is waarschijnlijk vooral een ge
volg van Frankrijk's handelspolitiek der laat
ste jaren en vooral der laatste maanden;
een politiek welke voortdurend in strijd is
met de vitale belangen van België. Alles wij
op een langzaam groeiende sympathie voor
Nederland, óók in kringen waar men vroeger
veeleer anti-Nederlandsch gezind was. Het
uitgelekt, dat de indrukwekkende hulde aan
Van Deyssel te Brussel gebracht, waarbij de
regeering vertegenwoordigd en de heer Max
in eigen persoon aanwezig was, op touw gezet
werd volgens den uitdrukkelijken wensch van
niemand minder dan koning Leopold, die er
prijs op stelde een der beste vertegenwoordi
gers van het Nederlandsche geestesleven op
waardige wijze te doen eeren. Thans weer: het
druk besproken Noordwijksche bezoek en
vooral het bericht, dat de koningskinderen
eenigen tijd in ons land zullen komen vertoe
ven om kennis te maken met het Neder
landsche leven en de Nederlandsche taal. Deze
en nog tientallen andere kleine aanduidingen
schijnen te wijzen op een heroriëntatie dei-
Belgische politiek of worden althans in dien
zin uitgelegd. Omdat nu eenmaal dit denk
beeld in de lucht zit, heeft men hier aan mi
nister Van Isacker's woorden een beteekenis
gehecht, welke ver boven een gewone beleefd
heidsfrase uitgaat. Die nauwere samenwer
king tusschen België en Nederland, zoowel op
economisch als intellectueel gebied kan ons
slechts aangenaam zijn. Nederland heeft
steeds vriendschap en vredige samenwekkini
met zijn naburen gezoclit en iedere verdere
stap in die richting verheugt ons ten zeerste.
Zoóals men weet is er over de totstandko
ming van het Nederlandsche paviljoen nog al
wat te doen geweest. Vooral in de kringen
der industrie bestond weinig belangstelling
voor deze onderneming. De regeering, die het
moreel belang van onze aanwezigheid zeer
wel inzag doch anderzijds geen vrijheid vond
een zwaren aanslag op de schatkist te doen,
stelde ten slotte twee ton beschikbaar. De
kunst was nu, om -met dit inderdaad uiterst
bescheiden bedrag, zooveel als maar eenigs-
zins mogelijk was te bereiken. Om te begin
nen moest het paviljoen neergezet worden dat
.000 guden kostte. De bouw werd opgedragen
aan den architect ir. D. Roosenburg. Het pa
viljoen bestaat uit een groote hal, welke in
drieën is verdeeld waarbij, gebruik makende
van de eigenaardigheid van het terrein, ni
veauverschillen werden aangebracht, welke
zeer aangenaam werken. Ter rechterzijde van
de hal loopt een breede gang,, terwijl eveneens
rechts aan de voorzijde onder den tdren nog
een kleine ruimte is verkregen, speciaal inge
richt tot het tentoonstellen van kunstvoor
werpen. Het ensemble is eenvoudig en maakt
door zijn strakheid en zijn weloverwogen ver
houdingen een heftigen en ruimen indruk. Het
is ons echter een raadsel hoe de architect er
toe gekomen is, de soberheid en de breed
heid moedwillig te breken door de ongemoti
veerde barok van zijn torenspits. Terwijl het
geheele bouwwerk recht en zuiver werd opge
trokken, heeft hij aan den bovenkant van
den toren een aantal moedwillige krullen
aangebracht, welke geen enkelen dienst be
wijzen. kwalijk een versiering te noemen zijn
en de stijleenheid verstoren. Er is iets onuit
sprekelijk ridicuuls in deze rare krullen en
het volk, dat soms rake karakteristieken
vindt, spreekt van de paraplubak. Het pavil
joen is opgetrokken uit een buitengewoon
aardig materiaal, de z.g. demoplaten uit ge
perst houtwol vervaardigd. Deze zijn daarna
zilvergrijs bespoten. Op de voorgevel werd een
reusachtige schildering aangebracht door
prof. Herman Rosse. Jonge menschen met
vlaggen, die de provinciën symboliseeren en
beneden, klein, fabrieken, havens etc. Deze
groote- compositie lijkt ons wat al te kinder
lijk van voorstelling en watal te grof van
teekening en kleur. Zij steekt op een pijnlijke
wijze af bij de schilderingen welke de
Maastrichtenaar Charles Eyck op de achter
gevel aanbracht. De groote vrouwenfiguur,
die er het centrum van vormt, is niet zeer
geslaagd, maar de beide zijvlakken in hunne
rij pover wo gen gebondenheid, hun rijkdom,
hun warme, donkere kleur zijn bijzonder
gelukkig gevonden en uitgevoerd..
Wanneer we den hoofdingang binnenkomen
betreden wij het eerst de afdeeling aan ons
havenbedrijf gewijd. In. het midden is een
miniatuursluis in werking te zien, terwijl Am
sterdam. Rotterdam, Dordrecht en Vlissingen
een duidelijke en tegelijkertijd smaakvollen
indruk wisten te geven van de uitgebreidheid
en de uitrusting van hun havens. Waterstaat
verstrekte gegevens over de Zuiderzeewerken,
over kanalen en bruggenbouw. Het midden
stuk is gewijd aan landbouw en veeteelt. Be
halve fotos en voorwerpen. zien wij hier
twaalf wandschilderingen van zes Nederland
sche schilders. Dit zijn: A. M. Luyt, Louis
Bron en Ype Wenning aan de eene zijde. Jan
Franken H. Levigne en Chris Lebeau aan de
andere zijde. Hoezeer men het ook in beginsel
moet toejuichen, dat men voor de inrichting
de hulp van kunstenaars inroept, de eerlijk
heid gebiedt ons te zeggen, dat het resultaat
niet aan de verwachtingen heeft beant
woord. Géén van deze werken treft door een
bijzondere opvatting. Het twaalftal, zooals
het daar hangt is van een vriendelijke ba-
naliteit, welke den kenners geen hoogen dunk
van onze moderne schilderkunst zal geven.
Het komt ons voor, dat er ten onzent op het
oogenblik belangrijker kunstenaarsfiguren le
ven en werken dan dit zestal. Vooral in een
land als België, dat zelf een bloeiende schil
derschool bezit en waar van oudsher een le
vendige belangstelling bestaat voor alles wat
schilderkunst betreft, had men met positiever
waarden voor den dag moeten komen. Wat
hier hangt is niet leelijk; maar mist te zeer
karakter, om onze kunst in den vreemde te
mogen vertegenwoordigen.
De derde afdeeling bied daarentegen een
buitengewoon fraai en nauw samenhangend
geheel, dat ontworpen werd door den Rotter-
damschen architect N. J. de Koo die een
persoonlijk talent paart aan een uitgebreide
tentoonstellingervaring. Hier zien wij op ver
nuftige wijze door reliëfkaarten met elec-
trische lichtjes in beeld gebracht; ten eerste
onze postverbindingen met de koloniën; ten
tweede het luchtnet van de K. L. M. en ten
derde het kustverlichtingsysteem van Indië.
In' het midden zijn een aantal Indische pro
ducten opgesteld, terwijl wat de marine be
treft de wetenschappelijke beteekenis van de
reizen van de onderzeebooten K 13 en K 18
in beeld gebracht is. In deze afdeeling, aan
de binnenzijde van den achterwand, bevindt
zich .een groote compositie van Joep Nicolas,
uitgevoerd in vermurail, het moederland, om
ringd door de koloniën voorstellende. Wij
vinden hier de prachtige kwaliteiten van de
zen kunstenaar in terug: zijn breede opvat
ting, zijn zwierige en levendige teekentrant,
zijn onuitputtelijke vindingrijkdom; wij zien
er ook het gevaar in, dat hem immer be
dreigt, zijn ongebreidelde neiging naar een
barok, welke echter aannemelijk gemaakt
wordt door zijn feillooze, goede smaak. I11 den
zijgang is de particuliere industrie tentoon
gesteld Hierbij ging men uit van de stelregel,
dat het tentoongestelde een typisch Neder
landsch karakter moest dragen: terwijl tevens
rekening werd gehouden met de exportmoge
lijkheid. Zoo vinden wij hier stalen van onze
textielindustrie, van onze steenbakkerij, van
onzen scheeps- en vliegtuigbouw, van onze je
neverstokerijen; alsmede zilver- en goud-
smidswerk. De muurschilderingen in deze af
deeling werd opgedragen aan leerlingen van
de Arnhemsche teekenacadeemïe. waar onder
leiding van den directeur Van Lerven uitne
mende kunstenaars doceeren als bijvoorbeeld
Jacobs, Van den Hoff en Valk Deze leermees
ters hebben het recht tevreden te zijn over
den arbeid van hunne leerlingen. Hun schil
deringen zijn voor het meerendeel geestig en
frisch gedaan.
In het torenzaaltje zijn glazen aange
bracht van Joop Nicolas die zich hierin van
een gansch andere zijde deed kennen. Hij
heeft daarin afstand gedaan van alle
figuratie en zich vergenoegd met een fijn spel
van grijzen, dat- buitengewoon gedistingeerd
aandoet. De effen bespannen wanden zijn
versierd met de bronzen maskers van de acht
Nederlandsche Nobelprijswinnaars, zijnde:
Kamerlïngh Onnes, Eykman, Asser, Van der
Waals, Einthoyen, Lorentz, Van 't Hoff en
Zeeman. In; vitrines hééft men hier enkèïe
stalen van onze kunstnijverheid samenge-t
bracht: typografische proeven, kleine sculp
turen, ceramiek,' weef- en borduurwerk etc.
Wat hier aanwezig""-' is, is bijna zonder uit
zondering weloverdacht, met aandacht en
zorg 'gemaakt. Maar er is wat weinig. Waarom
er zoo weinig is, kan men niet nagaan; want
er is ruimte te over. De aanwezige voorwer
pen, meest van geringen omvang, gaan in die
ruimte'een beetje verloren; terwijl de bezoe
kers een onvoldoenden indruk krijgen van de
variatie en de waarde van onze nijverheids-
kunsten.
Naast het Hollandsche paviljoen heeft de
architect ir. Job Denys een Noord-Holland-
sche modelboerderij neergezet van het Wie-
ringermeer type, welk dient als tentoonstel
lingsruimte voor de zuivelindustrie. Alles wat
maar met kaas en boter in verband staat,
vindt men hier vereenigd. En het hoeft niet
bij kijken te blijven men kan er ook proeven.
Opvallend goed zijn de diapositieven van
Menno Huizinga. welke hier in den wand zijn
aangebracht. Zij behooren tot de beste stalen
Hollandsche fotografie ons bekend.
Samenvattende komt men tot de conclusie,
dat er door de Nederlandsche tentoonstel
lingscommissie. onder leiding van mr, Ver
schuur, met geringe middelen een belangrijk
resultaat bereikt is. Nederland is op de Brus
selsche wereldtentoonstelling ongetwijfeld op
een bescheiden wijze vertegenwoordigd, maar
niettemin waardig en met een ensemble, dat
in zijn beperktheid toch een juist en vrij vol
ledig beeld geeft van onze activiteit op veler
lei gebied.
ZATERDAG 4 MEI 1935.
HILVERSUM, 301 M. VARA-uitzending. 10.00
v.m. V.P.R.O. 7.00 V.R.O.
8.00 Gram.pl. 8.05 Viool-recital H Wiggelaar.
8.30 Gram.pl. 10.00 Morgenwijding. 10.15 Voor
arb. i. d. continubedr.„Er stormt door de
wolken een nieuwe lent'", spel van Pleysier en
Gram.pl. 12,00 De Notenkrakers o.l.v. D. Wins.
I.00 E. Walis en zijn orkest. 2.00 Hoe de toon
kunst groeide (Bach-concert). 2.20 Orgelspel
J. Jong. 2.45 Lezing. 3.00 Gram.pl. 3.20 J. D.
Rempt spreekt over televisie. 3.40 De Zonne
kloppers o.l.v. C. Steyn. 4.30 Schaakmatch tus
schen Landau en Speyer, met toelichting door
Dr. Euwe. 5.00 De Flierefluiters o.l.v. E. Walis.
5.40 Literaire causerie A. M. de Jong. 6.00 De
Wielewaal o.l.v. P. Tiggers en lezing. 6.30 Or-
vitropia o.l.v. J. v. d. Horst m.m.v. E Philipse
(zang). 7.00 V.R.O. 8.00 SOS-ber. 8.03 Vaz Dias
en VARA-Varia. 8,10 Gram.pl. 830 Fragm. uit
„Ein Stern fallt vom Himmel" (Gr.pl.) 9.00
VARA-orkest o.l.v. H. de Groot. 9.30 Maloïtz,
telepaath. 10.00 Vaz Dias. 10.05 E. Walis en
zijn orkest. H. Wallig en Liddy Bergmana
(zang). 11.00 Gram.pl. 11.10 Orgelspel C. Steyn.
II.3012.00 Gramofoonmuziek.
HUIZEN, 1875 M. KRO-uitzending. 4.005.00
HIRO.
8.009.15 en 10.00 Gram.pl. 11.3012.00
Godsd. halfuur. 12.15 Gram.pl. en orkestcon
cert. 2.00 Voor de jeugd. 2.30 Sport. 3.00 Kin
deruur. 4:00 HIRO. 5.00 Gram.pl. 5.30 Esperan
to. 5.45 Schlagermuziek en Lezing. 7.15 Cau
serie. 7.35 Gram.pl. (Om 8.00 Vaz Dias). 8.15
Radia-tooneel met muziek. (Om 10.00 Gram.pl.
en om 10.25 Vaz Dias). 11.15—12.00 Gram.pl.
ROME, 421 M.
8.20 Opera-uitzending.