3 Ceen corruptie bij Spoorhout. De koning der gevederde zangers. Zeer felle brand te Rotterdam. DINSDAG 7 MEI 1935 HAARLEM'S DAGBLAD Conclusies der commissie van onderzoek Er zijn wel bezwaren. Verschenen is het zeer uitvoerige eerste ge deelte van het verslag van de commissie tot het instellen van een onderzoek naar de bij de schriftelijke en mondelinge gedach ten wisse ling over het IXde hoofdstuk der rïjksbegroo- ting voor 1934 ter sprake gekomen feiten in verband met de N.V. Spoorhout en het grind- baggerbedrijf te Linne. Dit eerste gedeelte bestaat uit een inleiding en de behandeling van de kwestie Spoorhout De commissie komt hierbij tot de volgende conclusies: 1. dat verschillende der tot uiting gekomen klachten feitslijken grondslag missen of be trekking hebben op feiten of omstandighe den. welke niet of slechts in zeer geringe mate tot critiek aanleiding geven; 2. dat echter tegen het gevoerde beleid naast bezwaren van minder belang ook ern stige bedenkingen zijn aan te voeren; 3. dat zeer in het bijzonder tot ernstige cri tiek aanleiding geven het sluiten door de Spoorwegen van het contract-Noer en hun medewerking aan de uitvoering van dat con tract. welke medewerking: ain belangrijke mate tot de vorming van de te groote voorraden, met de daaraan ver bonden. nadeelige gevolgen, heeft bijgedragen: b. tot de besteding van onnoodig hooge prijzen heeft geleid: c. ernstig gevaar in het leven heeft ge roepen voor de terugbetaling van het groot ste deel van de door de Spoorwegen bij het genoemd contract verstrekte geldleening van f TOO.000; 4. dat de ter kennis van de commissie ge komen aanwijzingen en geruchten omtrent corruptieve handelingen van ambtenaren dei- Spoorwegen geenerlei bevestiging hebben ge vonden; 5. dat, hoezeer niet kan worden ontkend, dat de betrekking, die bestaat tusschen de Spoor wegen als afnemer en Spooi-hout als in- en verkoopcombinatie, voor de Spoorwegen voor- deelen kan opleveren en in bepaalde gevallen ook opgeleverd heeft, aan den anderen kant aan een zoodanige betrekking, althans bij den huidigen opzet, gevaren van beteekenis zijn verbonden, welke gevaren in hoofdzaak be staan a. in de bepaling, dat ten minste 80 pc-t. van de behoefte bij de in- en verkoopcombinatie moet worden gedekt, welke bepaling kan lei den tot gemis aan voldoende vergelijkingsob jecten bij de prijsbepaling; b. in de bevoegdheid van die combinatie om zelfstandig ook met anderen zaken te doen, welke bevoegdheid, indien daarvan een ge bruik zou worden gemaakt, dat tot meer of minder aanzienlijke verliezen zou leiden, voor de Spoorwegen ernstige financieele conse quenties zou kunnen hebben; c. in de volkomen vrijheid van den persoon, die met de leiding van de meergenoemde com binatie is belast, om, voorzoover dat niet. dwarsliggers en aanverwante artikelen betreft alle handelsdaden te verrichten, die hem goed dunken en deel te nemen in alle ondernemin gen, welke hij daarvoor geschikt acht, welke vrijheid in bepaalde omstandigheden kan lei den tot combinaties en verwikkelingen van transacties, waardoor de belangen der Spoor wegen niet, althans niet in de eerste plaats en in hoofdzaak worden gediend; 6. dat de genoemde opzet- tevens door dat hij er toe heeft geleid, dat de gestie van de Spoorwegen en die van Spoorhout niet vol doende uit elkaar zijn gehouden mede als oorzaak is te beschouwen van verschillende der in de praktijk gebleken bezwaren; 7. dat op grond van een en ander ernstig behoort te worden overwogen, of niet de be trekking tusschen de Spoorwegen en Spoor hout dient te worden geliquideerd, dan wel de bepalingen, waardoor die betrekking wordt be- heerscht, aan een ingrijpende herziening die nen te worden onderworpen. DE POSITIE VAN DE K. 18. De K. 18 is in Durban aangekomen. Behandeling van een N.S.B.-er in een gasthuis. De Officier van Justitie te Amsterdam heeft aan de politie opdracht gegeven een onder zoek in te stellen naar een uitvoerig artikel van de hand van ds. A. G. H. van Hoogen- huyze, dat in „Volk en Vaderland" is opge nomen. De mogelijkheid bestaat, dat een ver volging wegens beleediging wordt ingesteld. De schrijver deed in het artikel verschillende mededeelingen over een ergerlijke behandeling welke een onlangs in de J. P. Heyestraat mis handelden N. S. B.'er in het Wilhelmina-Gast- huis zou hebben ondervonden van het verple gend personeel en eenige medepatiënten. In verband hiermede zal ook worden na gegaan of de mededeelingen in bedoeld artikel, die voornamelijk afkomstig zijn van den patiënt, met de feiten overeenkomen. Zeker is het. dat de mishandelde jongeman eerst in het Wilhelmina Gasthuis werd ver pleegd en later naar het Ned. Herv. Diaco- nessenhuis is overgegaan. Intusschen stelt de rechter-commissaris in samenwerking met de politie pogingen in het werk om bewijsmateriaal te krijgen tegen één der vermoedelijke daders van dezen overval, die op den N. S. B.'er is gepleegd. Prof. Veraart verlaat het politieke strijdperk. Gevolg van den uitslag der Staten verkiezingen. Naar wij vernemen heeft prof. dr. J. A. Ver aart besloten zich geheel uit het practische le ven terug te trekken. De uitslag der verkie zingen der Prov. Staten heeft hem ervan overtuigd, dat langs den gekozen weg voor de verwezenlijking van zijn politieke denkbeelden niets is te bereiken. Hij heeft dan ook aan het partijbestuur van de Katholiek-Democratische Partij, onder dankzegging voor de ondervonden medewer king en het geschonken vertrouwen, bericht, dat hij het voorzitterschap der partij neer legt. Twee boeken over twee bekende Nederlanders. Prof. Dr. Willem Mengelberg en Johan Buziau beschreven. Over twee bekende Nederlanders zijn twee boeken verschenen. Het eene is aan Prof. Dr. Willem Mengelberg gewijd, het andere aan Buziau. Edna Richolson Sollitt heeft Mengelberg beschreven in deel V van De Muziek, uitge geven bij J. Philip Kruseman in Den Haag. Het heet ..Mengelberg spreekt". In het eerste deel spreekt Mengelberg over zijn werk. ,,De kunst van het dirigeeren is tot een zeker punt repeteeren". zegt hij in het begin van dit boekje en steeds weer blijkt welk een waarde de dirigent aan nauwkeurig heid hecht. Scherp in zijn oordeel over fouten, veeleischend voor de musici, is hij streng en veeleischend voor zichzelf. Iedere beweging, iedere daad moet volkomen echt en gemeend zijn, muziek moet behalve ge hoord worden, ook gezien kunnen wor den. de techniek moet bij hem volmaakt zijn. wil de bezieling in de uitvoering komen en de instrumenten moeten zuiver zijn gestemd. Liever wacht hij bij een repetitie twintig minuten, dan met onzuivere instrumenten te werken. Dit zijn enkele karakteristieke eigen schappen, die in het boekje over den wereld vermaarden dirigent tot uiting komen. Mengelberg als gastdirigent: ..Hij begint het werk zonder haast, naar het schijnt, en zijn eerste verbetering laat hij vergezeld gaan van een opmerking over de schoonheid van de passage ofwel hij morrelt een beetje aan zijn lessenaar. Hij laat het voorkomen of deze eerste verbetering een gewone zaak is. waarmee hij onmiddellijk het pleit heeft gewonnen. Van dit oogenblik af zijn de ipelers musici, in plaats van nerveuze man nen". Mengelberg spreekt over Mahler en Beet. boven, hij leeft in hun werelden mee. weet hun werken te herscheppen, weet het orkest te bezielen met denzelfden geest die hem be zielt en slechts ingewijden kunnen beseffen welk een meesterschap daarvoor nodoig is. Als Edna Richolson Sollitt spreekt over het karakter en de persoonlijkheid van Mengel berg. lezen wij: .Het is een van de zeldzaamste mensche- lijke gaven logisch, constructief en eerlijk te wenken. De wil om te denken, een zaak op zichzelf, is eveneens zeldzaam. Daarom is het een van de belangrijkste dingen die ik over Mengelberg heb te zeggen: dat hij denkt: in de eerste plaats dat hij kan den ken. wat betreft zijn natuurlijke gaven, en in de tweede plaats, dat hij wil denken, wat betreft zijn karakter". Het boekje is geïllustreerd met veel foto's van den dirigent, ook uit zijn omgeving buiten Nederland, Hoe geheel anders is het andere boek: „Buziau, historische levensfilm van den kun stenaar van den lach". Schrijver van het scenario: J. B. de Gou, Regie H. Hermans en montage O. van Palland. Uitgave N.V. Roman- boek- en kunsthandel te Amsterdam. Het begint met Buziau's kinderjaren. Mis- chien is het begin zelfs wel het aardigste, interessantste, vermakelijkste deel van het boek. Buziau, die als kind reeds het tooneel- bloed in de anderen had, groeit op tot niks.... dacht men. Zijn grappige kwajongensstreken vaak uitgevoerd in samenwerking met Nap de la Mar, deden het ergste vermoeden, Zijn eerste voorstellingen op zolder, met zelfge maakte coulissen, van zelf gekocht materiaal van zelf verdiende centen, zij zijn een histo rische levensschets op zich zelf, Och, die jeugd van Buziau.Wat was hij reeds vroeg vol „rijpe" vindingen. In dit boek wordt onthuld hoe het kwam dat de school meester, die als gewoolijk zijn bolhoedje op de kast legde, dit in het vrij-kwartier niet meer van deze hoogverheven plaats kon krijgen. Buziau, die nog net de klas kon uit. hollen, was namelijk op het denkbeeld ge komen de zaak met eenige kopspijkertjes vast te zetten't Moest eens wegwaaien Het zou veel te ver voeren het leven van Buziau, zooals het in dit niet alleen geestige, maar ook belangwekkende boek over den werkelijken kunstenaar van den lach wordt beschreven, geheel te volgen. Wij allen weten van zijn stijgend succes in de latere jaren, de waardeering die hem van alle zijden ge werd en waarvan ook in dit boek talrijke uit spraken voorkomen. Foto's herinneren ons aan de mallle invalen van Buziau in zijn verschillende revues: mid den op het tooneel een hekje met een belletje en telkens als Buziau op kwam of weg ging, liep hij door het klingelende hekje, tot groote hilariteit van het publiek.... Buziau's tijdgenooten komen ook ter sprake een gedicht van Roeland van Ruyven gewijd aan Buziau's dertig-jarig jubileum (nu reeds ettelijke jaren gel eden 1. Het heeft veel moeite gekost dit boek samen te stellen. Dat is te wijten geweest aan de oorspronkelijke bescheidenheid van het slachtoffer, dat. met een zucht moet heb ben gezegd, toen het eindelijk zoover was gekomen: „Als 't dan niet anders kan. Heeft men alle lotgevallen van Nederland's lachkunstenaar echter vernomen, zal men zeker met de samenstellers zeggen aan het einde van deze levensbeschrijving: ..Wij heben bewondering voor Grock. wij waardeeren veel in de Fratellini's, wij gunnen Frankrijk van harte Mistinguette Geef ons Buus maar!" TSJALJAPIN BUITEN GEVAAR. Volgens het laatste bulletin is de toestand van den operazanger Tsjaljapin verbeterd en is elk direct gevaar verdwenen. Een halve eeuw geleden. Uit Haarlem's Dagblad van 1885. 7 Mei Jongstleden Dinsdag vond op de „Kurfiirsten-Allee" te Berlijn, een proefrit met het stoomrijluig van Rovau plaats, die zóó goed slaagde, dat men met zekerheid verwacht, dat het weldra voorgoed voor het verkeer zal worden in gebruik genomen. De proefneming werd door verscheidene ingenieurs, afgevaardigden en belangstellenden bij gewoond. Er is in het rijtuig, dat drie compar timenten heeft, plaats voor dertig personen; de voorste af deeling, die ver warmd kan worden, is voor zestien personen; de achterste, die gedeeltelijk open is, telt acht zitplaatsen en het balkon heeft ruimte voor zes reizigers. De machine, die 25 paardekrachlen sterk is en anderhalf kilogram cokes per kilometer verbruikt, bevindt zich aan het voorgedeelte van het rijtuig; één persoon is voldoende om die te bedienen. Stoom wordt niet zichtbaar, aangezien die gecondenseerd wordt; het rijtuig is derwijze ingericht, dat het de scherpste bochten kan maken en de beweging er van veel gemakkelijker en rustiger dan op gewone spoorwegen het gevaf is. Het rijtuig, dat 6450 kilogram weegt reed met een snelheid van vijftien kilo meter in het uur. In Denemarken wor den stoomr ij tuigen reeds sedert een jaar op de openbare wegen gebruikt, zonder dat er tot nog toe ooit eenig ongeval mede is voorgekomen. Geheel complex verwoest. Tal van perceelen liepen gevaar. Maandagmiddag om even drie uur is in het Oostelijk gedeelte van de Rptterdamsche binnenstad een uiterst zware en gevaarlijke brand uitgebro ken. De brand woedde in de wagen- remises en opslagplaatsen voor in boedels van de firma W. Moll, welke firma haar hoofdingang heeft aan de Lange Waranda 3034. De remises en opslagplaatsen waren een grillig gebouwencomplex met steenen muren en verder hoofdzakelijk van hout opgetrok ken en dit complex werd ingesloten door de huizen van de Lange Waranda, van de Wil lemsstraat en van de Oosterstraat en aan den achterkant door de suikerfabriek van de firma Lemm en Co. De oorzaak van den brand is onbekend. Be neden in een der remises moet hij zijn be gonnen en daarna met groote snelheid zijn uitgebreid door de remises en verder naar de opslagzolders daarboven. Alle huizen in de omgeving liepen groot gevaar. Een tractor kon men nog net bijtijds naar buiten brengen, maar andere verhuiswagens, waarvan er drie geladen waren, waren reeds geheel door het vuur aangetast. De inboedels daarvan waren niet verzekerd. Op de verschillende bergzol ders bevond zich een groot aantal opgeslagen inboedels. In dit alles vond het vuur gretig voedsel. Het geheele complex, remises en opslag plaatsen, is ingestort en platgebrand. De schade wordt door verzekering gedekt, doch is niet op te geven, want alle papieren en be scheiden betreffende de opgeslagen inboedels zijn verloren gegaan, zoodat op het oogenblik ook niet valt op te maken, hoeveel inboedels er verbrand zijn. Vaststaat, dat het een groot aantal is geweest. De brandweer heeft al dadelijk na het uit breken van den brand groot alarm gemaakt in verband met het groote gevaar, dat de ge heele omgeving liep. Behalve een groot aantal slangenwagens verschenen op het terrein van den brand zes motorspuiten, en de machinale ladder, die alle aan de blussching deelnamen. Er werd na eenigen tijd gewerkt met een der tigtal stralen, waarvan 14 van de motor spuiten. Al dadelijk was gebleken, dat het onmoge lijk was het pand van de firma Moll te be houden. De taak van de brandweer was bo vendien zeer moeilijk, omdat men het inge bouwde pand niet kon benaderen en een zeer dikke rookontwikkeling bovendien belemme rend werkte Het dak stortte in. Na eenigen tijd stortte het dak van het pand der firma Moll met donderend geraas in. Alle aandacht moest men toen eerst schenken aan de panden aan de Lange Waranda, de Wil lemsstraat en de Oosterstraat en de fabriek van de firma Lemm en Co. Aan de Lange Wa randa moest een groot aantal woningen ont ruimd worden. Eenige hiervan hebben brand schade bekomen, maar dank zij het krachtige optreden van de brandweer beperkte zich deze brandschade tot enkele uitgebrande kamers. Daarna liepen de woningen in de Ooster straat het grootste gevaar. Een handel in lompen moest worden leeggeruimd. Een pak huis. waarin veel tabak was opgeslagen, werd eveneens ontruimd en een aantal woonhuizen werd ook leeggehaald. Vier panden in deze Half April, tegelijk met den terugkeer van de zwaluw en de ooievaar, liet de nachtegaal zich weer hooren Nog maar al te veel is de meening verspreid, als zou men dezen vogei alleen maar 's nachts en dan nog alleen op bepaalde plaatsen kunnen hooren. Excursies worden uitgeschreven, waarbij men er en masse op uittrekt, en natuurlijk heelemaal niets hoort. Ja zelfs gaat men zoo ver, om het gezang van dezen vogel via de radio uit te zenden.. Aan dit alles moet toch wel een zeer bijzon dere schoonheid ten grondslag liggen, dat men er zooveel moeite voor over heeft. Nu is het lied van den nachtegaal onderdaad heel mooi. en men wordt niet spoedig moe, het te beluis teren. Dat de vogel alleen "s avonds zou zin gen. is een sprookje, dat echter eenigszins verklaarbaar is. In de eerste weken van Mei, als de nachtegaal wel het drukst zingt, is het aantal der gevederde zangers zoo groot, dat overdag het nachtegalenlied in het geheel op gaat. Het drukst zingen de vogels dan in de och tend- en avonduren. Doch zoodra is de zon als een gloeienden vuurbol in het Westen ver zonken, of de zangers steken den kop in de veeren en zwijgen. Dan is het. dat het krach tige lied van philomeel opvalt. Alle vogels zwijgen, behalve hij. Geen wonder dus. dat men ging denken, dat hij eerst dan begin' te zingen. Heeft men het nachtegalenlied echter 's avonds wanneer het met geen ander vogellied verward kan worden, goed leerer. kennen, dan kan men het ook overdag even vaak hooren als dot van merel en zanglijster. Natuurlijk zijn er in den loop der tijden vele theorieën opgebouwd, die de voorliefde- oor die nachtelijke serenades moesten ver klaren. De nachtegaal is een trekvogel, die ons in September verlaat, om pas half April weer uit het warmere Zuiden terug te kee- ren. Daarbij schijnt het, dat de mannetjes het eerst terugkomen, pas na een week of twee gevolgd door de wijfjes. Waar nu de meeste trekvogels 's nachts trekken, zouden de wijfjes er door middel van het nachtelijk gezang der mannetjes in slagen een partner te vinden, om ergens een huishoudentje te gaan opzetten. Of de wijfjes daarbij echter hun echtgenoot van het vorig jaar weer op zoeken weten wij nog niet. Dat is trouwens ook heel lastig te constateeren, natuurlijk. Heelemaal onwaarschijnlijk lijkt deze ver klaring van het nachtelijk gezang niet, al blijft het dan natuurlijk weer een open vraag, waarom de mannetjes ook overdag zingen. Een belangrijke oorzaak zal ook hier wel weel de handhaving van het broedgebied zijn, die in het leven der meeste vogels zoo'n belang rijken rol speelt en het ons mogelijk maakt.' verschillende schijnbaar raadselachtige ge beurtenissen in de vogelwereld te verklaren. Ik wil niet trachten, het lied van philomeel te beschrijven, dat reeds door zoo tallooze dichters bezongen werd. Men moet dat zelf hooren. En dan zou het kunnen zijn. dat ge u zeer teleurgesteld voeldet. Het is meer~een telkens onderbroken reeks van heel mooie ge luiden, dan een gesloten geheel. En tirades over zoetvloeiende melodieën zijn dan ook meer dan lichtelijk overdreven dichterlijke vrijheden. Waaraan bijkomstige omstandigheden als zoele Meinachten en zilveren maneschijn wel niet vreemd zullen zijn. Toch gaat er een bij zondere bekoring van dit lied uit, die heusch wel de moeite waard maakt er eens een stukje van den nachtrust aan op te offeren. Waar hij zich dan wel laat hooren? Och, bijna overal, waar de omgeving geschikt is. Dat is, waar we flink uitgegroeid struikgewas vinden, eikenhakhout, met een warrelige on derbegroeiing 'van brandnetels en andere kruidachtige gewassen, waartusschen we half Mei het nestje kunnen vinden, niet veel meer dan een halve meter boven den grond. De Hout, Groenendaal, Elswout en het Bloemendaalsche bosch herbergen elk tien tallen nachtegalen. Trouwens, de boschrijke omgeving van Haarlem maakt deze streek wel bij uitstek geschikt als broedgebied van dezen vogel. Gaat u 's avonds op een derge lijke plek wandelen, dan kan het niet missen, of u zult onzen „koning der gevederde zan gers" hooren. Dat hij zich aan drukte en lawaai weini<_ stoort, blijkt wel uit het feit, dat er vlak naast de rijwielstalling op de Flora een nachtegaal eiken avond het hoogste lied zingt, zonder zich aan de tentoonstelllingsdrukte te storen. Van het weer trekken ze zich ook weinig aan, al zingen ze bij koud. guur weer minder uitbundig. Het drukst zingen ze wel op een zachten Meiavond, kort na een malsch regen buitje. Trouwens dan werken alle factoren ook mee om het geheel tot een lente-idylle te maken, zooals Jan van Nijlen zoo mooi in de volgende regels teekende Ik weet zoo goed hoe straks de duisternis Weer klaar wordt van het lied der nachtegalen. Hoe dan de nacht één lieve luister isi KO ZWEERES. Haarlem. Mei 1935. Door onze lens gesnapt. straat kregen een betrekkelijk lichte brand schade. De fabriek van de firma Lemm heeft men tegen het vuur weten te beschermen. De pan den in de Willemstraat, die ook ontruimd werden, hebben slechts lichte brandschade gekregen en bleven verder gespaard. De nablussching van den brand werd nog uren voortgezet. Tijdens den brand zijn enkele brandweerlieden licht gewond. Behalve brandschade in de genoemde stra ten hebben vrijwel alle huizen zeer groote waterschade opgeloopen. Dr. E. A. M. Droog. Dr. E. A. M. Droog werd geboren te Schip luiden op 9 Maart 1866. Hij studeerde aan het gymnasium te Rolduc en daarna, in de medi cijnen, aan de universiteit te Amsterdam. Na voltooiing zijner studiën, werd hij assistent aan „Calvariënberg" te Maastricht, om zich later als geneesheer te Heemstede te vestigen. Een zijner eerste daden was de oprichting der K.S.A. voor Haarlem en Omstreken. Ook de Boerenleenbank" richtte hij te Heemstede op, waarvan hij nu nog de functie van Presi dent van den Raad van Toezicht vervult. Den 25sten Juni 1907 werd hij als raadslid gekozen. Dr. Droog was een der medeoprichters van de Vereenigingen: „Het Witte Kruis", de „Wijkverpleging" en de „Huisverzorging". Op zijn initiatief werd ook de woningvereeniging „Berkenrode", in 1909, opgericht. Door het heele land hield hij lezingen om de noodzake lijkheid van het stichten van menschwaardige arbeiderswoningen aan te toonen en het bou wen van moderne arbeiderswoningen te be vorderen. Later werd de Heemsteedsche Wo ningvereeniging uitgebreid met de stichting van „Op eigen Wieken". Hij stichtte te Heemstede een zwemvijver en een Volksbaclhuis, welke overal in den lande en daarbuiten tot voorbeeld gesteld werden. Reeds jarenlang is Dr. Droog lid van den Raad van beroep voor bijzondere scholen en van de Radboutstichting. Ten einde zich geheel aan de gejneentebe- langen te wijden, legde hij in 1920 zijn drukke particuliere- en fondspraktijk neer. In dat zelfde jaar (op 9 Sept.) werd hij tot Wethou der van Openbare Werken benoemd en nam o.a. het initiatief tot den aanleg van ruime straten en pleinen, een centrale rioleering, stichting van een gebouw voor Openbare Wer ken en slaagde er in het vraagstuk der ver ontreiniging en stankverspreiding van de Bleekersvaart op te Lossen. In 1923 werd hij lid der Provinciale Staten van Noord-Holland en ook besturend lid van het Prov. Krankzin nigengesticht nabij Santpoort. Dr. Droog schreef verschillende rapporten en artikelen op medisch en hygiënisch gebied, hield verschillende voordrachten voor de Kath. Wetenschappelijke Vereeniging en werkte mede aan het tijdschrift: „R.K. Ge meente-Politiek" en het „R.K. Artsenblad", waarin o.a. belangrijke verhandelingen van zijn hand voorkomen betreffende den stand der gemeentelijke schooltandverzorging in Nederland en de krankzinnigenverpleging buiten de gestichten. Door zijn onvermoeid pogen is Heemstede de eerste dorpsgemeente, waar die schooltand verzorging werd ingevoerd en een Consultatie- Bureau voor Zuigelingen- en Kleuterzorg werd opgericht. Het drukke bezoek aan die bureaux inspireerde hem tot de stichting van een „Ge meentelijk Gezondheidshuis", waarin ook an dere geneeskundige methoden als hoogtezon en Diathermie konden worden toegepast, (1932). Als voorzitter der Commissie voor de ma- laxia-bestrijding in het District Heemstede en Omstreken, schreef hij een veel verspreide brochure over „Malariabestrijding", terwijl hij als lid der Commissie van Voorbereiding voor behartiging der belangen van zenuw- en zielszieken en het misdeelde kind, in Heem stede een zelfstandig onderzoek instelde en den toestand aldaar op dit gebied beschreef. Ten slotte zij nog vermeld, dat Dr. Droog een der medewerkers was aan de nieuwe R.K. Encyclopaedic, voor de rubriek „Algemeene Hygiëne". MINISTER DE GRAEFF HERVAT ZIJ^ AMBTSBEZIGHEDEN. De minister van buitenlandsche zaken, die tien dagen licht ongesteld is geweest, is thans volkomen hersteld en heeft zijn werkzaam heden ten departemente hervat.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1935 | | pagina 5