3
Ceen corruptie bij
Spoorhout.
De koning der
gevederde zangers.
Zeer felle brand te
Rotterdam.
DINSDAG 7 MEI 1935
HAARLEM'S DAGBLAD
Conclusies der commissie van
onderzoek
Er zijn wel bezwaren.
Verschenen is het zeer uitvoerige eerste ge
deelte van het verslag van de commissie tot
het instellen van een onderzoek naar de bij de
schriftelijke en mondelinge gedach ten wisse
ling over het IXde hoofdstuk der rïjksbegroo-
ting voor 1934 ter sprake gekomen feiten in
verband met de N.V. Spoorhout en het grind-
baggerbedrijf te Linne.
Dit eerste gedeelte bestaat uit een inleiding
en de behandeling van de kwestie Spoorhout
De commissie komt hierbij tot de volgende
conclusies:
1. dat verschillende der tot uiting gekomen
klachten feitslijken grondslag missen of be
trekking hebben op feiten of omstandighe
den. welke niet of slechts in zeer geringe mate
tot critiek aanleiding geven;
2. dat echter tegen het gevoerde beleid
naast bezwaren van minder belang ook ern
stige bedenkingen zijn aan te voeren;
3. dat zeer in het bijzonder tot ernstige cri
tiek aanleiding geven het sluiten door de
Spoorwegen van het contract-Noer en hun
medewerking aan de uitvoering van dat con
tract. welke medewerking:
ain belangrijke mate tot de vorming van
de te groote voorraden, met de daaraan ver
bonden. nadeelige gevolgen, heeft bijgedragen:
b. tot de besteding van onnoodig hooge
prijzen heeft geleid:
c. ernstig gevaar in het leven heeft ge
roepen voor de terugbetaling van het groot
ste deel van de door de Spoorwegen bij het
genoemd contract verstrekte geldleening van
f TOO.000;
4. dat de ter kennis van de commissie ge
komen aanwijzingen en geruchten omtrent
corruptieve handelingen van ambtenaren dei-
Spoorwegen geenerlei bevestiging hebben ge
vonden;
5. dat, hoezeer niet kan worden ontkend, dat
de betrekking, die bestaat tusschen de Spoor
wegen als afnemer en Spooi-hout als in- en
verkoopcombinatie, voor de Spoorwegen voor-
deelen kan opleveren en in bepaalde gevallen
ook opgeleverd heeft, aan den anderen kant
aan een zoodanige betrekking, althans bij den
huidigen opzet, gevaren van beteekenis zijn
verbonden, welke gevaren in hoofdzaak be
staan
a. in de bepaling, dat ten minste 80 pc-t. van
de behoefte bij de in- en verkoopcombinatie
moet worden gedekt, welke bepaling kan lei
den tot gemis aan voldoende vergelijkingsob
jecten bij de prijsbepaling;
b. in de bevoegdheid van die combinatie om
zelfstandig ook met anderen zaken te doen,
welke bevoegdheid, indien daarvan een ge
bruik zou worden gemaakt, dat tot meer of
minder aanzienlijke verliezen zou leiden, voor
de Spoorwegen ernstige financieele conse
quenties zou kunnen hebben;
c. in de volkomen vrijheid van den persoon,
die met de leiding van de meergenoemde com
binatie is belast, om, voorzoover dat niet.
dwarsliggers en aanverwante artikelen betreft
alle handelsdaden te verrichten, die hem goed
dunken en deel te nemen in alle ondernemin
gen, welke hij daarvoor geschikt acht, welke
vrijheid in bepaalde omstandigheden kan lei
den tot combinaties en verwikkelingen van
transacties, waardoor de belangen der Spoor
wegen niet, althans niet in de eerste plaats
en in hoofdzaak worden gediend;
6. dat de genoemde opzet- tevens door
dat hij er toe heeft geleid, dat de gestie van
de Spoorwegen en die van Spoorhout niet vol
doende uit elkaar zijn gehouden mede als
oorzaak is te beschouwen van verschillende
der in de praktijk gebleken bezwaren;
7. dat op grond van een en ander ernstig
behoort te worden overwogen, of niet de be
trekking tusschen de Spoorwegen en Spoor
hout dient te worden geliquideerd, dan wel de
bepalingen, waardoor die betrekking wordt be-
heerscht, aan een ingrijpende herziening die
nen te worden onderworpen.
DE POSITIE VAN DE K. 18.
De K. 18 is in Durban aangekomen.
Behandeling van een N.S.B.-er
in een gasthuis.
De Officier van Justitie te Amsterdam heeft
aan de politie opdracht gegeven een onder
zoek in te stellen naar een uitvoerig artikel
van de hand van ds. A. G. H. van Hoogen-
huyze, dat in „Volk en Vaderland" is opge
nomen. De mogelijkheid bestaat, dat een ver
volging wegens beleediging wordt ingesteld.
De schrijver deed in het artikel verschillende
mededeelingen over een ergerlijke behandeling
welke een onlangs in de J. P. Heyestraat mis
handelden N. S. B.'er in het Wilhelmina-Gast-
huis zou hebben ondervonden van het verple
gend personeel en eenige medepatiënten.
In verband hiermede zal ook worden na
gegaan of de mededeelingen in bedoeld
artikel, die voornamelijk afkomstig zijn van
den patiënt, met de feiten overeenkomen.
Zeker is het. dat de mishandelde jongeman
eerst in het Wilhelmina Gasthuis werd ver
pleegd en later naar het Ned. Herv. Diaco-
nessenhuis is overgegaan.
Intusschen stelt de rechter-commissaris in
samenwerking met de politie pogingen in het
werk om bewijsmateriaal te krijgen tegen één
der vermoedelijke daders van dezen overval,
die op den N. S. B.'er is gepleegd.
Prof. Veraart verlaat het
politieke strijdperk.
Gevolg van den uitslag der Staten
verkiezingen.
Naar wij vernemen heeft prof. dr. J. A. Ver
aart besloten zich geheel uit het practische le
ven terug te trekken. De uitslag der verkie
zingen der Prov. Staten heeft hem ervan
overtuigd, dat langs den gekozen weg voor de
verwezenlijking van zijn politieke denkbeelden
niets is te bereiken.
Hij heeft dan ook aan het partijbestuur van
de Katholiek-Democratische Partij, onder
dankzegging voor de ondervonden medewer
king en het geschonken vertrouwen, bericht,
dat hij het voorzitterschap der partij neer
legt.
Twee boeken over twee
bekende Nederlanders.
Prof. Dr. Willem Mengelberg en
Johan Buziau beschreven.
Over twee bekende Nederlanders zijn twee
boeken verschenen. Het eene is aan Prof.
Dr. Willem Mengelberg gewijd, het andere
aan Buziau.
Edna Richolson Sollitt heeft Mengelberg
beschreven in deel V van De Muziek, uitge
geven bij J. Philip Kruseman in Den Haag.
Het heet ..Mengelberg spreekt".
In het eerste deel spreekt Mengelberg over
zijn werk. ,,De kunst van het dirigeeren is
tot een zeker punt repeteeren". zegt hij in
het begin van dit boekje en steeds weer blijkt
welk een waarde de dirigent aan nauwkeurig
heid hecht. Scherp in zijn oordeel over
fouten, veeleischend voor de musici, is hij
streng en veeleischend voor zichzelf. Iedere
beweging, iedere daad moet volkomen echt
en gemeend zijn, muziek moet behalve ge
hoord worden, ook gezien kunnen wor
den. de techniek moet bij hem volmaakt zijn.
wil de bezieling in de uitvoering komen en
de instrumenten moeten zuiver zijn gestemd.
Liever wacht hij bij een repetitie twintig
minuten, dan met onzuivere instrumenten te
werken. Dit zijn enkele karakteristieke eigen
schappen, die in het boekje over den wereld
vermaarden dirigent tot uiting komen.
Mengelberg als gastdirigent: ..Hij begint
het werk zonder haast, naar het schijnt, en
zijn eerste verbetering laat hij vergezeld gaan
van een opmerking over de schoonheid van
de passage ofwel hij morrelt een beetje
aan zijn lessenaar. Hij laat het voorkomen
of deze eerste verbetering een gewone zaak
is. waarmee hij onmiddellijk het pleit heeft
gewonnen. Van dit oogenblik af zijn de
ipelers musici, in plaats van nerveuze man
nen".
Mengelberg spreekt over Mahler en Beet.
boven, hij leeft in hun werelden mee. weet
hun werken te herscheppen, weet het orkest
te bezielen met denzelfden geest die hem be
zielt en slechts ingewijden kunnen beseffen
welk een meesterschap daarvoor nodoig is.
Als Edna Richolson Sollitt spreekt over het
karakter en de persoonlijkheid van Mengel
berg. lezen wij:
.Het is een van de zeldzaamste mensche-
lijke gaven logisch, constructief en eerlijk te
wenken. De wil om te denken, een zaak op
zichzelf, is eveneens zeldzaam. Daarom is
het een van de belangrijkste dingen die ik
over Mengelberg heb te zeggen: dat hij
denkt: in de eerste plaats dat hij kan den
ken. wat betreft zijn natuurlijke gaven, en
in de tweede plaats, dat hij wil denken, wat
betreft zijn karakter".
Het boekje is geïllustreerd met veel foto's
van den dirigent, ook uit zijn omgeving buiten
Nederland,
Hoe geheel anders is het andere boek:
„Buziau, historische levensfilm van den kun
stenaar van den lach". Schrijver van het
scenario: J. B. de Gou, Regie H. Hermans en
montage O. van Palland. Uitgave N.V. Roman-
boek- en kunsthandel te Amsterdam.
Het begint met Buziau's kinderjaren. Mis-
chien is het begin zelfs wel het aardigste,
interessantste, vermakelijkste deel van het
boek. Buziau, die als kind reeds het tooneel-
bloed in de anderen had, groeit op tot niks....
dacht men. Zijn grappige kwajongensstreken
vaak uitgevoerd in samenwerking met Nap
de la Mar, deden het ergste vermoeden, Zijn
eerste voorstellingen op zolder, met zelfge
maakte coulissen, van zelf gekocht materiaal
van zelf verdiende centen, zij zijn een histo
rische levensschets op zich zelf,
Och, die jeugd van Buziau.Wat was hij
reeds vroeg vol „rijpe" vindingen. In dit boek
wordt onthuld hoe het kwam dat de school
meester, die als gewoolijk zijn bolhoedje op
de kast legde, dit in het vrij-kwartier niet
meer van deze hoogverheven plaats kon
krijgen. Buziau, die nog net de klas kon uit.
hollen, was namelijk op het denkbeeld ge
komen de zaak met eenige kopspijkertjes vast
te zetten't Moest eens wegwaaien
Het zou veel te ver voeren het leven van
Buziau, zooals het in dit niet alleen geestige,
maar ook belangwekkende boek over den
werkelijken kunstenaar van den lach wordt
beschreven, geheel te volgen. Wij allen weten
van zijn stijgend succes in de latere jaren,
de waardeering die hem van alle zijden ge
werd en waarvan ook in dit boek talrijke uit
spraken voorkomen.
Foto's herinneren ons aan de mallle invalen
van Buziau in zijn verschillende revues: mid
den op het tooneel een hekje met een belletje
en telkens als Buziau op kwam of weg ging,
liep hij door het klingelende hekje, tot groote
hilariteit van het publiek....
Buziau's tijdgenooten komen ook ter sprake
een gedicht van Roeland van Ruyven gewijd
aan Buziau's dertig-jarig jubileum (nu reeds
ettelijke jaren gel eden 1.
Het heeft veel moeite gekost dit boek
samen te stellen. Dat is te wijten geweest
aan de oorspronkelijke bescheidenheid van
het slachtoffer, dat. met een zucht moet heb
ben gezegd, toen het eindelijk zoover was
gekomen: „Als 't dan niet anders kan.
Heeft men alle lotgevallen van Nederland's
lachkunstenaar echter vernomen, zal men
zeker met de samenstellers zeggen aan het
einde van deze levensbeschrijving:
..Wij heben bewondering voor Grock. wij
waardeeren veel in de Fratellini's, wij gunnen
Frankrijk van harte Mistinguette
Geef ons Buus maar!"
TSJALJAPIN BUITEN GEVAAR.
Volgens het laatste bulletin is de toestand
van den operazanger Tsjaljapin verbeterd en
is elk direct gevaar verdwenen.
Een halve eeuw geleden.
Uit Haarlem's Dagblad van 1885.
7 Mei
Jongstleden Dinsdag vond op de
„Kurfiirsten-Allee" te Berlijn, een
proefrit met het stoomrijluig van Rovau
plaats, die zóó goed slaagde, dat men
met zekerheid verwacht, dat het weldra
voorgoed voor het verkeer zal worden
in gebruik genomen. De proefneming
werd door verscheidene ingenieurs,
afgevaardigden en belangstellenden bij
gewoond.
Er is in het rijtuig, dat drie compar
timenten heeft, plaats voor dertig
personen; de voorste af deeling, die ver
warmd kan worden, is voor zestien
personen; de achterste, die gedeeltelijk
open is, telt acht zitplaatsen en het
balkon heeft ruimte voor zes reizigers.
De machine, die 25 paardekrachlen
sterk is en anderhalf kilogram cokes
per kilometer verbruikt, bevindt zich aan
het voorgedeelte van het rijtuig; één
persoon is voldoende om die te bedienen.
Stoom wordt niet zichtbaar, aangezien
die gecondenseerd wordt; het rijtuig is
derwijze ingericht, dat het de scherpste
bochten kan maken en de beweging
er van veel gemakkelijker en rustiger
dan op gewone spoorwegen het gevaf is.
Het rijtuig, dat 6450 kilogram weegt
reed met een snelheid van vijftien kilo
meter in het uur. In Denemarken wor
den stoomr ij tuigen reeds sedert een jaar
op de openbare wegen gebruikt, zonder
dat er tot nog toe ooit eenig ongeval
mede is voorgekomen.
Geheel complex verwoest.
Tal van perceelen liepen gevaar.
Maandagmiddag om even drie uur
is in het Oostelijk gedeelte van de
Rptterdamsche binnenstad een uiterst
zware en gevaarlijke brand uitgebro
ken. De brand woedde in de wagen-
remises en opslagplaatsen voor in
boedels van de firma W. Moll, welke
firma haar hoofdingang heeft aan de
Lange Waranda 3034.
De remises en opslagplaatsen waren een
grillig gebouwencomplex met steenen muren
en verder hoofdzakelijk van hout opgetrok
ken en dit complex werd ingesloten door de
huizen van de Lange Waranda, van de Wil
lemsstraat en van de Oosterstraat en aan
den achterkant door de suikerfabriek van de
firma Lemm en Co.
De oorzaak van den brand is onbekend. Be
neden in een der remises moet hij zijn be
gonnen en daarna met groote snelheid zijn
uitgebreid door de remises en verder naar de
opslagzolders daarboven. Alle huizen in de
omgeving liepen groot gevaar. Een tractor
kon men nog net bijtijds naar buiten brengen,
maar andere verhuiswagens, waarvan er drie
geladen waren, waren reeds geheel door het
vuur aangetast. De inboedels daarvan waren
niet verzekerd. Op de verschillende bergzol
ders bevond zich een groot aantal opgeslagen
inboedels. In dit alles vond het vuur gretig
voedsel.
Het geheele complex, remises en opslag
plaatsen, is ingestort en platgebrand. De
schade wordt door verzekering gedekt, doch
is niet op te geven, want alle papieren en be
scheiden betreffende de opgeslagen inboedels
zijn verloren gegaan, zoodat op het oogenblik
ook niet valt op te maken, hoeveel inboedels
er verbrand zijn. Vaststaat, dat het een groot
aantal is geweest.
De brandweer heeft al dadelijk na het uit
breken van den brand groot alarm gemaakt
in verband met het groote gevaar, dat de ge
heele omgeving liep. Behalve een groot aantal
slangenwagens verschenen op het terrein van
den brand zes motorspuiten, en de machinale
ladder, die alle aan de blussching deelnamen.
Er werd na eenigen tijd gewerkt met een der
tigtal stralen, waarvan 14 van de motor
spuiten.
Al dadelijk was gebleken, dat het onmoge
lijk was het pand van de firma Moll te be
houden. De taak van de brandweer was bo
vendien zeer moeilijk, omdat men het inge
bouwde pand niet kon benaderen en een zeer
dikke rookontwikkeling bovendien belemme
rend werkte
Het dak stortte in.
Na eenigen tijd stortte het dak van het pand
der firma Moll met donderend geraas in. Alle
aandacht moest men toen eerst schenken aan
de panden aan de Lange Waranda, de Wil
lemsstraat en de Oosterstraat en de fabriek
van de firma Lemm en Co. Aan de Lange Wa
randa moest een groot aantal woningen ont
ruimd worden. Eenige hiervan hebben brand
schade bekomen, maar dank zij het krachtige
optreden van de brandweer beperkte zich deze
brandschade tot enkele uitgebrande kamers.
Daarna liepen de woningen in de Ooster
straat het grootste gevaar. Een handel in
lompen moest worden leeggeruimd. Een pak
huis. waarin veel tabak was opgeslagen, werd
eveneens ontruimd en een aantal woonhuizen
werd ook leeggehaald. Vier panden in deze
Half April, tegelijk met den terugkeer van
de zwaluw en de ooievaar, liet de nachtegaal
zich weer hooren Nog maar al te veel is de
meening verspreid, als zou men dezen vogei
alleen maar 's nachts en dan nog alleen op
bepaalde plaatsen kunnen hooren. Excursies
worden uitgeschreven, waarbij men er en
masse op uittrekt, en natuurlijk heelemaal
niets hoort. Ja zelfs gaat men zoo ver, om het
gezang van dezen vogel via de radio uit te
zenden..
Aan dit alles moet toch wel een zeer bijzon
dere schoonheid ten grondslag liggen, dat men
er zooveel moeite voor over heeft. Nu is het
lied van den nachtegaal onderdaad heel mooi.
en men wordt niet spoedig moe, het te beluis
teren. Dat de vogel alleen "s avonds zou zin
gen. is een sprookje, dat echter eenigszins
verklaarbaar is. In de eerste weken van Mei,
als de nachtegaal wel het drukst zingt, is het
aantal der gevederde zangers zoo groot, dat
overdag het nachtegalenlied in het geheel op
gaat.
Het drukst zingen de vogels dan in de och
tend- en avonduren. Doch zoodra is de zon
als een gloeienden vuurbol in het Westen ver
zonken, of de zangers steken den kop in de
veeren en zwijgen. Dan is het. dat het krach
tige lied van philomeel opvalt. Alle vogels
zwijgen, behalve hij. Geen wonder dus.
dat men ging denken, dat hij eerst dan begin'
te zingen. Heeft men het nachtegalenlied
echter 's avonds wanneer het met geen ander
vogellied verward kan worden, goed leerer.
kennen, dan kan men het ook overdag even
vaak hooren als dot van merel en zanglijster.
Natuurlijk zijn er in den loop der tijden
vele theorieën opgebouwd, die de voorliefde-
oor die nachtelijke serenades moesten ver
klaren. De nachtegaal is een trekvogel, die
ons in September verlaat, om pas half April
weer uit het warmere Zuiden terug te kee-
ren. Daarbij schijnt het, dat de mannetjes
het eerst terugkomen, pas na een week of
twee gevolgd door de wijfjes. Waar nu de
meeste trekvogels 's nachts trekken, zouden
de wijfjes er door middel van het nachtelijk
gezang der mannetjes in slagen een partner
te vinden, om ergens een huishoudentje te
gaan opzetten. Of de wijfjes daarbij echter
hun echtgenoot van het vorig jaar weer op
zoeken weten wij nog niet. Dat is trouwens
ook heel lastig te constateeren, natuurlijk.
Heelemaal onwaarschijnlijk lijkt deze ver
klaring van het nachtelijk gezang niet, al
blijft het dan natuurlijk weer een open vraag,
waarom de mannetjes ook overdag zingen.
Een belangrijke oorzaak zal ook hier wel weel
de handhaving van het broedgebied zijn, die
in het leven der meeste vogels zoo'n belang
rijken rol speelt en het ons mogelijk maakt.'
verschillende schijnbaar raadselachtige ge
beurtenissen in de vogelwereld te verklaren.
Ik wil niet trachten, het lied van philomeel
te beschrijven, dat reeds door zoo tallooze
dichters bezongen werd. Men moet dat zelf
hooren. En dan zou het kunnen zijn. dat ge u
zeer teleurgesteld voeldet. Het is meer~een
telkens onderbroken reeks van heel mooie ge
luiden, dan een gesloten geheel. En tirades
over zoetvloeiende melodieën zijn dan ook
meer dan lichtelijk overdreven dichterlijke
vrijheden.
Waaraan bijkomstige omstandigheden als
zoele Meinachten en zilveren maneschijn wel
niet vreemd zullen zijn. Toch gaat er een bij
zondere bekoring van dit lied uit, die heusch
wel de moeite waard maakt er eens een stukje
van den nachtrust aan op te offeren.
Waar hij zich dan wel laat hooren? Och,
bijna overal, waar de omgeving geschikt is.
Dat is, waar we flink uitgegroeid struikgewas
vinden, eikenhakhout, met een warrelige on
derbegroeiing 'van brandnetels en andere
kruidachtige gewassen, waartusschen we half
Mei het nestje kunnen vinden, niet veel meer
dan een halve meter boven den grond.
De Hout, Groenendaal, Elswout en het
Bloemendaalsche bosch herbergen elk tien
tallen nachtegalen. Trouwens, de boschrijke
omgeving van Haarlem maakt deze streek
wel bij uitstek geschikt als broedgebied van
dezen vogel. Gaat u 's avonds op een derge
lijke plek wandelen, dan kan het niet missen,
of u zult onzen „koning der gevederde zan
gers" hooren.
Dat hij zich aan drukte en lawaai weini<_
stoort, blijkt wel uit het feit, dat er vlak naast
de rijwielstalling op de Flora een nachtegaal
eiken avond het hoogste lied zingt, zonder
zich aan de tentoonstelllingsdrukte te storen.
Van het weer trekken ze zich ook weinig
aan, al zingen ze bij koud. guur weer minder
uitbundig. Het drukst zingen ze wel op een
zachten Meiavond, kort na een malsch regen
buitje. Trouwens dan werken alle factoren
ook mee om het geheel tot een lente-idylle te
maken, zooals Jan van Nijlen zoo mooi in de
volgende regels teekende
Ik weet zoo goed hoe straks de duisternis
Weer klaar wordt van het lied der
nachtegalen.
Hoe dan de nacht één lieve luister isi
KO ZWEERES.
Haarlem. Mei 1935.
Door onze lens gesnapt.
straat kregen een betrekkelijk lichte brand
schade.
De fabriek van de firma Lemm heeft men
tegen het vuur weten te beschermen. De pan
den in de Willemstraat, die ook ontruimd
werden, hebben slechts lichte brandschade
gekregen en bleven verder gespaard.
De nablussching van den brand werd nog
uren voortgezet. Tijdens den brand zijn enkele
brandweerlieden licht gewond.
Behalve brandschade in de genoemde stra
ten hebben vrijwel alle huizen zeer groote
waterschade opgeloopen.
Dr. E. A. M. Droog.
Dr. E. A. M. Droog werd geboren te Schip
luiden op 9 Maart 1866. Hij studeerde aan het
gymnasium te Rolduc en daarna, in de medi
cijnen, aan de universiteit te Amsterdam. Na
voltooiing zijner studiën, werd hij assistent
aan „Calvariënberg" te Maastricht, om zich
later als geneesheer te Heemstede te vestigen.
Een zijner eerste daden was de oprichting
der K.S.A. voor Haarlem en Omstreken. Ook de
Boerenleenbank" richtte hij te Heemstede
op, waarvan hij nu nog de functie van Presi
dent van den Raad van Toezicht vervult.
Den 25sten Juni 1907 werd hij als raadslid
gekozen.
Dr. Droog was een der medeoprichters van
de Vereenigingen: „Het Witte Kruis", de
„Wijkverpleging" en de „Huisverzorging". Op
zijn initiatief werd ook de woningvereeniging
„Berkenrode", in 1909, opgericht. Door het
heele land hield hij lezingen om de noodzake
lijkheid van het stichten van menschwaardige
arbeiderswoningen aan te toonen en het bou
wen van moderne arbeiderswoningen te be
vorderen. Later werd de Heemsteedsche Wo
ningvereeniging uitgebreid met de stichting
van „Op eigen Wieken".
Hij stichtte te Heemstede een zwemvijver en
een Volksbaclhuis, welke overal in den lande en
daarbuiten tot voorbeeld gesteld werden.
Reeds jarenlang is Dr. Droog lid van den
Raad van beroep voor bijzondere scholen en
van de Radboutstichting.
Ten einde zich geheel aan de gejneentebe-
langen te wijden, legde hij in 1920 zijn drukke
particuliere- en fondspraktijk neer. In dat
zelfde jaar (op 9 Sept.) werd hij tot Wethou
der van Openbare Werken benoemd en nam
o.a. het initiatief tot den aanleg van ruime
straten en pleinen, een centrale rioleering,
stichting van een gebouw voor Openbare Wer
ken en slaagde er in het vraagstuk der ver
ontreiniging en stankverspreiding van de
Bleekersvaart op te Lossen. In 1923 werd hij
lid der Provinciale Staten van Noord-Holland
en ook besturend lid van het Prov. Krankzin
nigengesticht nabij Santpoort.
Dr. Droog schreef verschillende rapporten
en artikelen op medisch en hygiënisch gebied,
hield verschillende voordrachten voor de
Kath. Wetenschappelijke Vereeniging en
werkte mede aan het tijdschrift: „R.K. Ge
meente-Politiek" en het „R.K. Artsenblad",
waarin o.a. belangrijke verhandelingen van
zijn hand voorkomen betreffende den stand
der gemeentelijke schooltandverzorging in
Nederland en de krankzinnigenverpleging
buiten de gestichten.
Door zijn onvermoeid pogen is Heemstede de
eerste dorpsgemeente, waar die schooltand
verzorging werd ingevoerd en een Consultatie-
Bureau voor Zuigelingen- en Kleuterzorg werd
opgericht. Het drukke bezoek aan die bureaux
inspireerde hem tot de stichting van een „Ge
meentelijk Gezondheidshuis", waarin ook an
dere geneeskundige methoden als hoogtezon
en Diathermie konden worden toegepast,
(1932).
Als voorzitter der Commissie voor de ma-
laxia-bestrijding in het District Heemstede en
Omstreken, schreef hij een veel verspreide
brochure over „Malariabestrijding", terwijl hij
als lid der Commissie van Voorbereiding voor
behartiging der belangen van zenuw- en
zielszieken en het misdeelde kind, in Heem
stede een zelfstandig onderzoek instelde en
den toestand aldaar op dit gebied beschreef.
Ten slotte zij nog vermeld, dat Dr. Droog
een der medewerkers was aan de nieuwe R.K.
Encyclopaedic, voor de rubriek „Algemeene
Hygiëne".
MINISTER DE GRAEFF HERVAT ZIJ^
AMBTSBEZIGHEDEN.
De minister van buitenlandsche zaken, die
tien dagen licht ongesteld is geweest, is thans
volkomen hersteld en heeft zijn werkzaam
heden ten departemente hervat.