Het geheim van Lady Littenton FEUILLETON. door ELSA KAÏSER. 7) Het raadsel van haar geboorte joeg haar op. Twintig jaar lang had zij zich zelf als Alice Gordon gekend en nu op eens in een minuut had zij gehoord dat zij die niet was.In een minuut was zij niemand geworden, een naamlooze. Een groofce troosteloosheid ver vulde haar. zij was bang voor het onbekende. En toch vond zij dat zij goed gehandeld had. zij kon toch onmogelijk langer de weldaden aannemen van een man voor wien zij niets i was, te meer nog omdat zij zijn wensch niet I kón inwilligen, ais dat gekund had was het nog iets anders geweest. Claire had met haar vader en verloofde in den rooksalon gezeten maar verscheen nu ook aan dek. „Wij zijn zoo moe en willen daarom vroeg naar bed gaan Alice. Joan bedoel ik" zeide zij lachend. „Het valt. mij moeilijk aan je nieuwe naam te gewennen. Maar lieveling jij moet je ook nog aan veel meer gewennen. Ik vind het lam het je te moeten zeggen, maar omdat jezelf gevraagd hebt je niet te verra den wil ik je waarschuwen. Het gaat bijvoor beeld niet dat je eenvoudig weg zegt, dat je een beetje aan dek wilt gaan en alleen zijn als ik in den rooksalon wil zitten. Wat moeten papa en Arthur wel van je denken? Als je mijn dame de compagnie bent en je wilt jezelf niet verraden, moet je je rol ook doorspelen, daar is niets aan te doen." Alice was erg geschrokken. „Je hebt gelijk Claire, wees niet boos dat ik daar nog heele- maal niet aan gedacht heb. Alles komt mij nog zoo verward voor. ik weet heelemaal niet wat ik doe. Ik schaam mij vreeselijk, wat hebben de heer en gezjgd?" Claire lachte en trok Alice's arm door de hare. Arthur was een beetje verwonderd en maakte de opmerking dat je een erg zelfstan dige jongedame was, ik heb hem uitgelegd, dat dit bij ons in Amerika gewoonlijk zoo is. Pa vindt je zoo'n schat dat hij alles wat je doet. goed vindt. Hij betreurde 't enkel maar dat je niet bij hem was. Hij is smoorlijk verliefd op je geworden, pas maar op Alice plotseling vraagt hij je nog ten huwelijk." „Je moet geen gekheid maken over zulke dingen, Claire". De jonge meisjes hadden de luxe hut van Claire bereikt. „Ben je moe?" vroeg Claire. „Moe wel, maar veel te opgewonden om nog ie kunnen slapen. Mag ik nog een beetje bij je blijven Claire?" „Ja dat wilde ik jou juist vragen. Wij we ten eigenlijk nog zoo weinig van elkander, we moeten een beetje bijpraten. Vertel me van Emile Detroit en van zijn dood?" Alice vertelde: „Emile behoorde tot den kring van jonge- meisjes en jongemannen die steeds met el kander omgingen. Emile was de knapste, maar ook de meest geëxalteerde. Hij bezat al le mogelijke deugden, had niets te doen en besteedde al zijn tijd aan niij. Ik vond hem aardig en hield van hem, ik zou hem niet ge kozen hebben of moeite gedaan hebben om hem verliefd op mij te maken, maar zooals het nu eenmaal was, vond ik het wel prettig en heelemaal niet naar om zijn vrouw ie worden. Zijn stiefzuster Eline had zich een jaar te voren verloofd met een Pranschen markies en was ook met dezen getrouwd. Eline was vier maanden ouder dan ik en de meest extravagante van onzen kring, hoewel zij niet eens erg mooi was. Eerst was zij overdreven lief en hartelijk voor mij geweest, maar in eens werd zij jaloersch en probeerde Emile van mii af te houden zij dulde geen andere vrouw tusschen zich en haar stiefbroeder. Ik geloof dat Eline mij toen begon te haten. Emile en ik waren het eens, hij had naar nie- mands oogen om te zien. Daar, plotseling stierf zijn oom in Engeland, dat was de broer van zijn werkelijken vader. Hij herin nerde zich zijn vader niet, zijn moeder was weer getrouwd toen hij een baby was en zijn stiefvader had hem later geadopteerd. Hij had van dezen tweeden vader erg veel ge houden en daardoor ook erg veel van Eline gehouden totdat ik kwam. De erfeniskwestie riep hem naar Engeland. Toen sprak hij voor het eerst over jouw aanstaanden man, Claire en zeide dat het eenige prettige van zijn reis was om zijn vriend Arthur Littenton weer te zien." „Heeft hij je verteld dat hij Arthur's leven gered heeft, Alice?" „Neen, dat wist ik niet." Ja, Emile heeft zijn opvoeding gedeelte lijk in Engeland gehad. Dat wilde zijn eigen vader zoo, die als jongmensch uit Engeland vertrokken was. „Bij een zwemwedstrijd waaraan Emile en Arthur meededen kreeg Arthur vlak voor de finish een krampaanval en zonk. Emile was vlak bij hem, de andere jongens kwamen een eind achter hen. Emile zou als winnaar aan gekomen zijn als hij Arthur niet geholpen had. Hoewel zij elkander nauwelijks kenden, greep Emile hem en redde hem. Natuurlijk verloor hij toen den wedstrijd. Sedert dien zijn zij trouwe, vrienden gebleven. Arthur heeft deze daad nooit vergeten. Hij had zóó gehoopt hem terug te zien en was ontzettend geschokt door zijn tragischen dood", vertelde Claire en vervolgde ernstig „Ik vertelde je toch dat Arthur alleen naar New-York kwam om iets naders van Emile's dood te weten te komen. Toen jij hem niet ontvangen kon ging hij natuurlijk naar Eline en hoorde de ergste dwingen over jouw, het scheen zog erg te zijn wat zij vertelde, dat hij het opgaf kennis met jou te willen maken. Alice. Trouwens hij had al het één en ander van de tweede verloving gehoord en hij was boos dat je den armen Emile zoo gauw vergeten kon. Hij is een beetje zwaartillend moet je weten, en hij verlangt van anderen ook diepe gevoelens, natuurlijk wordt hij dan vaak teleurgesteld. Maar deze Eline schijnt hem werkelijk heel veel kwaad van jou verteld te hebben, niet dat hij dit ge zegd heeft, maar hij gaf zoo'n paar wenken en toen begreep ik 't wel. Hij is te veel gentleman like om tegen mij leelijke dingen van een vriendin te vertellen, maar ik begreep er alles van. Nu vertel verder, Alice, hoe ging het met Emile's dood?" „Zijn dood is absoluut een raadsel voor mij, Claire. Hij scheef mij van uit Engeland de teederste brieven en toonde daarbij een on geduld om terug te komen, waaruit ik be greep dat hij heel erg veel van mij moest houden. Maar plotseling bleven de brieven weg. dat gebeurde kort voor zijn terugkomst in New-York. Hij woonde toen bij de Litten- tons. Ik hoorde niets meer van hem. tot ik hem terug zag. Hij was buitengewoon veran derd, wel sprak hij over zijn liefde en zijn verlangen, maar geen woord meer over onze afgesproken verloving. Het was net alsof hij mij iets zeggen wilde waartoe hij niet komen kon. Hij probeerde een paar maal te spreken, maar het- bleven voor mij onbegrijpelijke woorden en aanduidingen. Alles was erg vreemd en maakte mij angstig en ongerust. Den volgenden dag zag ik hem nog een keer, hij deed nog vreemder en geslotener. Hij kus te mij zooals hij mij nog nooit gekust had en ik voelde hoe zeer hij mij liefhad. Toch kon ik hem niet tot praten brengen Hij ging plot seling weg zonder naar mij te luisteren. Ik was een beetje boos en wilde hem den ande ren dag opbellen toen ik het vreeselijke hoorde. Toen men hem gevonden had, zag men ook mijn groote portret naast zijn bed staan er lag een briefje naast en daarop had hij ge schreven „Ik hotid van je, Alice". „Anders niets, geen aanwijzing, geen be kentenis?" vroeg Claire huiverend. „Neen, niets". „Arme Alice, arm kind, wat zul je veel ge leden hebben." „Ja, Claire het was ontzettend, maar wat daarna kwam was nog veel erger. Eline. die dol op haar broer was geweest, gaf in haar droefheid mij de schuld van zijn dood en zij sprak er met iedereen over. Zij vertelde rond, dat ik met hem gespeeld had, dat ik ca- pricieus was en niets voor hem gevoeld had, ik had hem eerst half gek gemaakt en hem toen verlaten. Als ik haar dit alles vroeg en verweet, loochende zij het en beweerde dat zij nooit een woord van mij gezegd had, maar ik weet dat zij het was die mijn naam te grabbe len heeft gegooid." „En je hebt niet eens moeite gedaan de waarheid te zeggen, je liet eenvoudig alles over je kant gaan, je liet zóó maar toe dat men je terzijde schoof en brandmerkte als een slecht meisje, neen, dat begrijp ik niet, dan zou ik een andere geweest zijn," riep Claire hartstochtelijk uit. „Ik zal je vertellen wat er toen verder ge beurde", nam Alice weder het woord. „Ik heb wel het domste gedaan wat ik doen kon, maar alles kwam ook bij elkaar. Eerst werd moeder ziek, zij had een poosje gesuk keld maar door de opwinding en het gerucht van Emile's vreeselijken dood" werd zij plotse ling vee] erger. Kort daarna stierf zij dan ook. Nu stond ik alleen. Ik voelde dat ik door dit alles veranderd was. Niets interesseerde mij meer, ik haatte alles en wilde weg, maar wist- niet waarheen. De paar vrienden die mij nog wilden kennen begrepen er niets van, zij von den mij onuitstaanbaar geworden en kwamen tenslotte ook niet meer terug. In het eerst was ik daar blij om, maar toen ik beter werd kwam ook de belangstelling voor het leven weer terug, wat gebeurd was, was vreeselijk, maar ik was toch zonder schuld? (Wordt vervolgd.) Donald Wills Douglas, de bekende Amerikaansche vliegtulgfabrikant, Is In ons land aangekomen De bezoeker, tweede van raehts, verlaat het hoofdkantoor der KLM. te den Haag in gezelschap van de heeren Guilonard, Paul May en Plesman De Amerikaansche ruiterofficier Swards (links) in gesprek met Duitsche officieren die deelnemen aan de groote internationale dressuurproeven te Hannover Het stoffelijk overschot van den schrijver mr. J. van Schevichaven is Donderdag te den Haag ter aarde besteld Het gezelschap Cor Ruys is Don derdag voor een tournee naar Ned. Indië vertrokken. Een foto op het station te Utrecht. Voor den trein v.l.n.r.Henri Duiveman, Anton Ruys, Herman Kosterlitz, Cor Ruys, Fie Carelsen en Pierre Myin. Uit het raam, links: Wyna Ruys, daar naast Francis May In tegenwoordigheid der ingenieurs van Rijkswaterstaat Is Donderdag de eerste proefpaal geslagen voor de groote verkeersbrug over de Maas te Hedel. De 14 meter lange paal wordt ingeheid Ex-kroonprins Wilhelm van Duitschland en ex-kroonprinses Cecile arriveerden Woens dag in Stockholm voor de bijwoning van het vorstelijk huwelijk. De hooge gasten verlaten het Centraal Station Prinses Ingrid van Zweden en Kroonprins Frederik van Denemarken woonden Woensdag irf het stadhuis te Stockholm de offlcieele receptie der vorstelijk» gasten bij. De aankomst van het bruidspaar

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1935 | | pagina 9