Braderies en hraderijen in België en Frankrijk, Over ijsafzetting op vliegtuigen. BIJVOEGSEL VAN HAARLEM'S DAGBLAD Een Virtuoos. ZATERDAG 25 MET 1935 HAAREE M'S DA'GEEAB Volksfeesten van Vlaamschen oorsprong In Frankrijk en België begint op het oogen blik het seizoen van cie braderies weer aan t-c breken die kostelijke volksfeesten, die half reusachtige uitverkoopen in de open lucht, half kermissen zijn. en wier jolig charme al menig buitenlander dusdanig verrukt heeft, dat hij na de eerste kennismaking van zijn leven geen braderie meer voorbijliep, maar altija. als hij er even kans toe zag, een graan tje meepikte van de pret en vreugde, waardoor ze onveranderlijk gekenmerkt plegen te wor den. De gulle overgave aan feestvreugde en jolijt, die den Franschen en Belgen eigen is, en die bij dergelijke gelegenheden op zijn voor- deeligst pleegt uit te komen, is nu eenmaal den meesten Noorderlingen vreemd en aan gezien bijna ieder mensch behept is met de neiging juist datgene in anderen te bewonde ren, dat hij zelf niet bezit, hebben de Fransche „braderies'' en de Belgische „braderijen" al heel wat malen ook de geestdrift van Hollan ders gaande gemaakt. Of ze ermee in aanra king kwamen in het uiterste Noorden van België of in het uiterste Zuiden van Frank rijk tusschen die twee grenzen ligt het ge bied besloten, waarin in den zomer de „bra derie" oppermachtig heerscht een braderie is en blijft overal een braderie, en het „bra- deeren" is een kunst die men tot in alle uit hoeken van dat gebied in de puntjes verstaat zoodat het heelemaal geen wonder is dat die typische Fransche en Belgische volksfees ten tot ver buiten de grenzen van Frankrijk en België hun adepten tellen. Kinderoptocht bij een braderij in Brugge. Aan de Fransche Riviera pleegt zoo omtrent Maart of April, als men in de rest van de we reld nog slechts wintersche gedachten koes tert en men hoogstens in een stoutmoedig oogenblik berekent hoe ver de eerste echte zo- mersche dagen nog verwijderd zijn, het bra derieseizoen geopend te worden. Weliswaar ko men in overig Frankrijk en in België de bra deries pas omtrent Juni of Juli op gang. om dat bij een braderie nu eenmaal onherroepe lijk zon en zomer hoort maar de Riviera is op dat gebied een bevoorrecht oord, en ter wijl men elders nog de gedachte aan een bra derie niet in zijn hoofd zou durven halen, zet Menton, of Nice, of Cannes al vol fleur zijn eerste-van-het-jaar op touw, vol vertrouwen, dat het goede voorbeeld, als de tijd daar is, in tallooze steden van Frankrijk en België opge volgd zal worden. Geduld slechts, als de zomer maar eerst overal aangebroken is, dan vierer de braderies hoogtij! Een braderie in regen of kou dat staat als een paal boven water dat zou geen braderie zijn: pret maken, ter wijl men staat te klappertanden heeft altijd tot de onmogelijkheden behoord. En boven dien: de spil. waar alles bij een braderie om draait, is en blijft ten slotte de uitverkoop in de open lucht: hoe kan een goede huisvrouw behoorlijk gebruik maken van de fenomenale gelegenheidskoopjes, van de wonderbaarlijke „occasions", als ze van boven af belaagd wordt door hemelwater en van onderen af door mod der en plassen? Men mag er verkleedpartijen bij op touw zetten, men mag er alle mogelijke soorten van feestelijkheden en optochten bij organiseerenhet zijn de eindelooze rijen stalletjes langs de straten, waar de heele braderie om draait: en waarvoor, vooral in het Zuiden van Frankrijk, waar de braderies minder talrijk plegen te zijn dan in het Noor den en in België, de huisvrouwen van heinde en ver in stampvolle treinen en autobussen komen aanzetten. Voor dien uitverkoop wordt dagen van te voren koortsachtig gewerkt: alles wat in aan merking komt voor de „vente" moet opgezocht, gesorteerd en geprijsd worden. Dan komt liet vraagstuk hoe het best de aandacht der klan ten te trekken: een vraag waarop vele oplos singen passen. De oude. beproefde van het verkleeden doet gewoonlijk het meeste op geld voor wie durft is travesti een koste lijke uitvinding. Mannen in vrouwekleeren, en bij voorkeur met de groote bepluimde hoeden uit de negentiger jaren op, die ze Joost mag weten waar vandaan halen, of misschien wel van jaar tot jaar speciaal voor deze gelegen heden bewarenVrouwen, voor zoover ze den euvelen moed hebben, in mannekleeren en als ze die niet hebben, dan wil, vooral aan de Riviera, nog wel eens het geval, dat ze voor de gelegenheid de oude Provencaalsche costuums aantrekken, die ook daar overigens steeds meer in onbruik raken. Dan duiken weer de gestreepte rokken op. het zwarte schortje en vooral het kittige, schuin staande strooien hoedje bijna zonder bol en onge twijfeld is dat allesbehalve onhandig ingezien, want vooral die costuums vormen voor de vreemdelingen, niettegenstaande slechte tijden en crisis in \de oogen van de overige Riviera-bewoners nife steeds een aparte klas se van hyper-kapitaalkrachtige wezens vor men, een groote attractie, zoodat hun aanwe zigheid uit commercieel oogpunt toch wel zeer gewenscht is. Voor de pret heeft niemand ze noodig zoo ergens menschen met de meest primitieve hulpmiddelen de meest volmaakte jool weten te maken, dan zijn het die half Italiaansche Provencals, die daar wonen in de smalle, zonnige strook land tusschen de beschuttende Alpes Maritimes en de eeuwig blauwe Middellatidsche Zee. Het frappantst zijn aan de Riviera de bra deries als men ze meemaakt in steden, waar men zoo'n luidruchtige pretmakerij het aller minst zou verwachten. In Monte Carlo, in Nice, in Juan les Pins pleegt dat soort van stemming van April tot September te heer- schen sedert ook het zomerseizoen aan de Riviera steeds meer opgang begint te maken maar wie in het deftige, ingetogen, blanke Cannes of in het stille, rustige Menton een braderie tegen het lijf loopt de kans is niet zoo heel groot, want aan de Riviera ver- loopen er soms jaren voor een stad een bra derie houdt die mag van geluk spreken: door het onmetelijk contrast zijn die festij nen er tweemaal zoo aantrekkelijk. Bij die gelegenheden wordt, bij uitzondering, nu eens niet de toon aangegeven door vreemdelingen maar door de bevolking: een ongelooflijk la waai stijgt als een geweldige schater op naar de blauwe lucht, waarin de zon een twee maal zoo breeden grijns staat te lachen als anders; de straten zijn zoo vol, dat er geen doorkomen aan is, de klinkslagen en zotheden zijn niet van de lucht. En als het eenmaal avond is, en de kooplieden zijn hun waar kwijt en de koopers hebben hun inkoopen waarvan on herroepelijk de helft uit absoluut onnoodige dingen bestaat huiswaarts gebracht, dan schoppen ze, vereend van zin, de kraampjes ondersteboven en maken zich, gearmd in lange rijen, op om het feest onder het genot van een goeden .,boui-abaisso" en een flesch landwijn tot het glanspunt van het jaar te. maken. En in het overig deel van Frankrijk en in België worden in den zomer de braderies over al met even groote opgewektheid gevierd. Hoe Noordelijker men komt, hoe vaker in. hot jaar gaat men er aan het bradeeren: vierde men in Menton een paar jaar geleden voor het eerst sinds zeven jaar weer een braderie, in de Vlaamsche steden organiseert men er ieder jaar wel een paar. Iedere winkelstraat, of minstens iedere winkelbuurt acht het haar plicht er gedurende den zomer minstens één op touw te zetten; en het kan niet anders ge zegd worden, dan dat in dit geval de quantiteit de kwaliteit allerminst schaadt, want een Vlaamsche „braderij" doet in den regel niet onder voor een Fransche „braderie". Integen deel: ook daar komen er verkleedpartijen en in grooten getale de bij de Vlamingen uiterst geliefde valsche reuzenneuzen aan te pas, en bovendien organiseeren de Belgen bij hun braderij en gewoonlijk een aantal van die in België zoo uiterst geliefde feestelijkhe den: optochten van verkleede kinderen, uit voeringen van de plaatselijke gymnastiekver- eenigingen op de markt, zangconcoursen en wat dies meer zij. In België duurt bovendien een braderij nooit een enkelen dag. maar ge woonlijk neemt zij er drie in beslag en voor de Vlamingen is het maar kinderspel om ge durende die drie dagen de feestvreugde op een merkwaardig hoog peil te handhaven. De herkomst van die braderij en heeft nogal eens aanleiding gegeven tot gissingen, en dus natuurlijk ook tot verkeerde gissingen: dat komt vermoedelijk, omdat ze door een speling van het lot altijd op de één of andere manier aan de aandacht van de geleerden ontsnapt zijn. Wonderlijk genoeg bijvoorbeeld is het woord in geen enkele Fransche dictionnaire te vinden hoewel iedere Franschman het kent. Maar nog wonderlijker: slaat men er een Fransch handelswoordenboek op na, dan vindt men het evenmin. En last not least: wie het tenslotte in zijn wanhoop zoekt bij een lexicon, die wordt niet alleen nog maar heel oppervlakkig maar bovendien zeer waar schijnlijk verkeerd ingelicht: de Fransche bij voorbeeld geeft noch de herkomst van het woord, noch die van het begrip aan zij noemt bovendien slechts Noord-Frankrijk als het gebied waar braderies zouden voorkomen en geeft slechts, een vermoedelijk verouderden vorm van bradeeren op, dien men nergens meer aantreft, en waarbij eens in het jaar de oude kleeren van een heel jaar van de hand gedaan werden. In werkelijkheid zijn de braderies zeer ver moedelijk afkomstig uit Vlaanderen; ook het feit, dat zij na den oorlog, waarin ze totaal in onbruik geraakt waren, voor het eerst weer opdoken in West-Vlaanderen. pleit voor die conjectuur. Een straat in het oude gedeel te van Antwerpen, die de Braderijstraat neet. verschaft de oplossing, waarnaar al zoo veel gezocht is, en die tot zulke wonderlijke le zingen aanleiding heeft gegeven. In die straat bevond zich in de Middeleeuwen een „brade rij", waar de burgers eens of een paar maal per week hun vleesch konden laten braden. Met het oog op het brandgevaar in de groo- tendeels uit hout opgetrokken steden was het namelijk maar veiliger dat niet thuis te doen en zoo vond men in bijna iedere stad van beteekenis, dikwijls dicht bij het Vleeschhuis, een Braderij, waarheen zich op bepaalde dagen van de week de huisvrouwen met hun vleesch begaven. Een uitgezochte gelegenheid natuur lijk voor kooplui, die hun waar van de hand wilden doen! In minder dan geen tijd ontston den er oveial bij de Braderij en tijdelijke mark ten, en die markten werden de oorsprong vaii de tegenwoordig nog steeds bestaande Vlaam sche braderijen en Fransche braderies. Voor taalkundigen een geval, dat niet zonder be langwekkendheid is: een Fransch woord, dat kan bogen op een Vlaamschen oorsprong! Intusschen zou men het de braderies en braderijen alles behalve aanzien, dat ze op zoo'n eerbiedwaardigen ouderdom kunnen bo gen: ze spreiden eerder de onbekommerde en sprankelende vreugde van een zeer jeugdige schoone ten toon! Hetgeen een hoopvol ver schijnsel is want men zou er uit mogen concludeeren, dat aan die aantrekkelijke volksfeesten ook in de toekomst nog een lang en fleurig leven beschoren zal zijn..., WILLY VAN DER TAK Eenigen tijd geleden heeft de Fransche film ster Annabella een ongeluk gehad bij een filmopneming ze werd aangevallen door een beer. Thans filmt ze weer, doch de echte beer is vervangen door een mensch-in-beren- huid Het Roodborstje. 't Was in 't begin van April, toen de avond wind ging liggen en wij naar den Bioemen- daalschen weg gingen, waar de roodborstjes zich al eenige dagen druk oefenden in hun lenteliedje. .,Ts'ik, tsik, tsikketsikketsik!" Die korte scherpe geluidjes verrieden de aanwezigheid van de lieve zangertjes met hun sierlijke houding, hun kleurige pluimage en hun ver trouwelijkheid. Even wachten tegenover Bloemenheuvel. Daar kwam het liedje, zacht, schuchter en fijn. Je kunt het stemmetje maar hooren het ruischt, murmelt, vloeit als een beekje over een kiezelig bed. Rustig en vredig vallen de toontjes uit het trillende keeltje. Mooi, nietwaar? Half April kwamen we er weer. Toen viel 't ons dadelijk op, dat het gezang in kracht had gewonnen en voller was gewor den. Nog wel een inleiding van fijne hooge gedragen tonen, maar gevolgd door andere, luider en krachtiger; dan een trillerweer hooge fluittonen en aan 't eind een paar korte noten. Volgde een pauzedan een herhaling van 't heele liedje, toch weer anders, inniger vol smeltende tonengroepjes. als 't ware aan eengeregen met een fijnen zilverdraad. Tot in Mei bleef 't liedje hetzelfde. Toch elke week vuriger. Nu het fijne loof den bosch- en duinrand in een doorzichtig gordijn van groen neteldoek heeft gehuld, heeft het rood- borstlied zijn hoogsten graad van heftigheid bereikt. Nu is er een wedstrijd in t zingen, waarbij ieder mannetje zijn rivalen in wel luidendheid, kracht en innigheid tracht te overtreffen. Dat duurt tot in den avond. Eerst als de zanglijster zich op een hoogen top laat wiegen, in den avondwind om de zon den af scheidsgroet van den dag te brengen, verstom men allengs de zangen der roodborstjes. Het roodborstje bouwt gewoonlijk aan den walkant, in een houtmijt, in klimop of in de ruigte aan den boschzoom. Kieskeurig is 't niet. want het neemt ook wel een blikje, een omgekeerden bloempot met een scherf er uit, een kapotte kruik of een gescheurde hekpost tot zijn gerief. Maar wat dunkt u van het volgende? In een wagon van de Rheingold-expres die eenigen tijd te Bazel in reparatie had gestaan, had een roodborstpaar een nest gebouwd, waarin drie jongen waren uitgekomen. Toen de wagon weer in dienst werd gesteld, gingen de oude vogels een eind mee, maar raakten op den voederzoek het voertuig kwijt. De jon gen werden door het personeel met gekookte eitjes gevoerd, en deden eenige keer en de reis AmsterdamLuzern vice versa, tot ze einde lijk konden uitvliegen. Nog interessanter is een geval dat ik op de lijn DoetinchemEnschede mocht waarnemen. In een goederenwagon van een dagelij._s op en neergaanden trein had een roodborstpaar een nest met jongen. Op den voederzoek ble ven de oude vogels het boemelende treintje volgen en hadden na een paar weken hun kleintjes zoover, dat deze het nest konden ver laten. Den heelen winter door hadden we dagelijks bezoek van een roodborstje, 't Kon een na- blijvertje zijn, want verreweg de meeste onzer vaderlandsche roodborstjes gaan op trek naar Noord-Afrika. Maar 't kon er ook een uit het Noorden wezen die de plaats van een Neder- landsche soortgenoot had ingenomen. Balti- sche roodborstjes komen graag hier de voed- selschaarschte en de nijpende kou van hur. vaderland ontwijken. Zij zoeken naar kever tjes. larven, poppen en bessen maar vooral naar de roode vierkante zaden der kardinaals mutsjes. Daar zijn ze verzot op. Overveen, Mei. KERST ZWART. Hoe die ontstaat en wat er tegen te doen is. Een van de onderwerpen welke vooral in den laatsten tijd de aandacht vraagt van lede ren belangstellende in de luchtvaart,, is wel dat van de ijsafzetting aan vleugels en schroef van een vliegtuig. Veel is reeds hierover ge schreven. en vele deskundigen in het buiten land hebben hun oordeel over dit verschijnsel neergeschreven. Doch al deze uitgebreide en interessante uiteenzettingen hebben tot nu toe nog niet kunnen bewerken dat het probleem van de ijsafzetting als opgelost kan worden be schouwd. Wij mogen dan al tot de wetenschap zijn gekomen waardoor de ijsafzetting ont staat, doch de vele detailpunten, welke nog niet verklaard kunnen worden, maken dat het vraagstuk als geheel nog blijft bestaan. Een der theorieën omtrent het ontstaan van ij.-^- afzetting is wel dat deze plaats grijpt wanneer onderafgekoelde waterdruppels in aanraking komen met een vliegtuig dat zelf een tempe ratuur heeft beneden het vriespunt. Nu kan de ijsafzetting onder verschillende vormen plaats vinden, en wel als, rijp. ruige vorst of ijzel. De afzetting van rijp geschiedt op de vleu gels en den schroef in den vorm van heel fijne kristalvormige naalden Deze afzetting kan men waarnemen bij heldere lucht of wel bij zeer lichten nevel. De temperatuur moet hier voor evenwel bedragen —10 graden C. Dit ver schijnsel welke op zich zelf een aardig gezicht oplevert behoeft den bestuurder evenwel geen vrees in te boezemen. Hij zal in de besturing van zijn toestel niets merken van die duizen- de fijne naaldjes die als 't ware overal in het vliegtuig zijn gestoken. De ruige vorst, die wij op den grond wel kennen, indien druppels, die een temperatuur bezitten van vele graden onder het vriespunt, door den wind worden voortgedreven en bij aanraking van voorwerpen oogenblikkelijk beginnen te stollen, is reeds een toestand wel ke voor den bestuurder al minder aangenaam begint te worden. De vlieger, voor wien het niet altijd mogelijk is om zoo'n nevelgebied met zulk een groote dichtheid te vermijden, zal in dit geval merken dat de ruige vorst zich heeft afgezet aan den voorkant van de vleugels. Behalve een gewichtsvermeerdcrmg heeft deze afzetting nog ten gevolge dat hel profiel van de vleugels ook veranderd is. En deze profielverandering kan leiden tot een sterken achteruitgang van de aërodynamische eigenschappen van den vleugel, daar deze niet meer voldoende zal „dragen". En komt hier nog bij dat ook de schroef met zoo'n ijslaag is dekt, dan zal, door het verminderde schroefrendement, de trekkracht ook niet meer voldoende kunnen blijken te zijn om het vliegtuig nog met de gewenschte snelheid door de lucht te bewegen. IJzel ontstaat bij temperaturen die volgens enkele onderzoekers zijn gelegen tusschen 0 graden en —18 graden, terwijl anderen deze grenzen aannemen tusschen 4 graden en 12 graden C. De ondergekoelde druppels moeten dan van zoodanige grootte zijn dat zij nog kunnen samenvloeien, alvorens te bevrie zen. Ook dezen vorm kennen wij in den win ter, indien n.l. overafgekoelde regen op den grond valt, of wel bij invallende dooi de war mere regen in aanraking komt met den grond, die nog enkele graden beneden het vriespunt is. De straten worden dan bedekt met een gladde ijslaag. Deze vorm van ijsafzetting is voor het vliegtuig misschien wel als het ergste te beschouwen, aangezien zij zich afzet over het geheele toestel en dus ook de stuurorganen kunnen blokkeeren. De ijslaag op de vleugels, en vooral aan de voorzijde hiervan, verande ren het vleugelprofiel in nog sterkere mate dan bij de ruige vorst het geval is. Door deze verandering zal de opheffingskracht van den vleugel sterk vex-minderen zoo niet geheel verdwijnen. Deze ijsvox-mingen, in al hare ver schillende combinaties kunnen voor de be manning en passagiers minder gunstige ge volgen en in het ergste geval zelfs een cata- strophaa.1 einde beteekenen. Wij hebben gezien dat onderaf koeling en oververzadiging van den waterdamp een groote rol schijnen te spelen bij de ijsafzetting. Andere onderzoekers op dit gebied schijnen de noodzaak van de oververzadiging niet te er kennen. Deze willen liever de spanning van den waterdamp als belangrijke factor aanne men. Een verschil van dampspanning zal n.l. bij een sterke ventilatie, een snelle verdam ping van het water mogelijk maken. Hierbij wordt dan aan het water zooveel warmte ont trokken. dat een groot deel van het water be vriest. Nu speelt de bevriezingstijd nog een voorname rol bij den aard der ijsafzetting. Is deze tijd groot, dan zullen de verschillende druppels nog tijd hebben samen te vloeien. Door de snelheid van het vliegtuig bestaat dan de goede kans dat deze voor een deel van het toestel afwaaien. De ijsafzetting zal in dit geval minimaal zijn. Bij een korteren bevrie zingstijd evenwel zal bij het bevriezen van een druppel, de volgende druppel reeds weer het toestel treffen, waardoor hij ook oogenblikke lijk stolt. De ijsafzetting vindt in dit geval tot een maximum plaats. Deze bevriezingstijd kan dus oorzaak zijn dat bij horizontale vlucht de ijsafzetting in zeer korten tijd kan plaats vinden. Komt het vliegtuig n.l. uit eeix ïxeve'.laag welke een tem- pex'atuur heeft beneden het vriespunt met tevens een zeer hoog vochtigheidsgehalte, in een laag met een geringer vochtigheidsgehal te, dan zal door het verschil in dampspanning de bevriezing van de druppels ook binnen zeer korten tijd mogelijk zijn. Veelvuldige proefnemingen, waarbij tevens nauwkeurig worden opgeteekend de weers omstandigheden waaronder gevlogen wordt, zullen ten slotte kunnen leiden tot het ver krijgen van een beter inzicht omtrent de interessante uiteenzettingen hebbij tot nu toe kansen waarbij ijsafzetting kan worden ver wacht. De voorgestelde maatregelen tot het tegen gaan van ijsafzetting zijn vrij uiteenloopend en vanzelfsprekend niet alle afdoend te ach ten omdat zij uit een vliegtechnisch oogpunt niet zijn aan te bevelen. Volgens de verschenen berichten zou de K. L. M. met haar nieuwe Douglastoestellen proeven nemen met hc aanbrengen van een rubberlaag, die nauwkeu rig volgens de ronding aan de voorzijde van den vleugel wordt aangebracht en waardoor vanuit de bestuurdei-szitplaats lucht kan wor den gepompt. Bij ijsafzetting zou men dan op deze wijze de dunne ijslaag kunnen breken en de ijsdeeltjes van den vleugel kunnen doen af waaien. De praktijk zal nu moeten uitwijzen of deze methode op den duur ook afdoende zal blijken. Doch welke middelen men ook voor dit doel zal willen aanwenden, toch zal naar mijn meening in de toekomst de weerberich- tendienst, mits internationaal nauwkeurig ge organiseerd, haar ontzaggelijke waarde too- nen. door het geven van belangrijke gegevens tot het vermijden van gebieden, waar ijsaf zetting kan worden verwacht. Het nemen van een iets grootere hoogte kan soms reeds vol doende zijn om dit gevaarlijke gebied te ont wijken. zooals eenigen tijd geleden in Soester- berg bij proefnemingen op dit gebi«_c; rs ge bleken. Uit de verkregen meteorologische ge gevens bleek n.l. een „Cumulus"-laag van 50U- 300 M. hoogte kansen voor ijsafzetting op te leveren. Doch tevens bleek dat de temperatuur boven 800 M. vrij sterk gestegen was. Een vlieger werd nu omhoog gestuurd, teneinde iets onder de 300 M. eenigen tijd te vliegen tot hij de verschijnselen van ijsafzetting waar nam. Op dit oogenblik moest hij 1<i M. hoo- ger gaan, waardoor de warmere omgeving haar gunstige werking kon doen gelden. De werkelijkheid was geheel volgens de ver wachting. Inderdaad bemerkte de vlieger na enkele oogenblikken ijsafzetting, waarvan hij zich door het geven van een weinig hoog teroer, reeds zeer spoedig kon bevrijden. Vele zijn nog de moeilijkheden welke cie mensch bij de verovering van het. luchtruim zal tegenkomen, doch een nauwgezet en tevens bedachtzaam onderzoek van deze duisterhe den zal hem ten slotte in zijn energiek stre ven doen slagen, hierbij nog krachtig gesteund door den vooruitgang van de techniek. A. STEUP Kapt. vl. STUDIO-SNUFJES. Claudette Colbert zal voor Warner Bros haar eerste film maken. „Romance in a Glass House" is de naam van deze film, waaiwan het scenario door Julius Epstein en Jerroy Wald wordt verzorgd. Dolores del Rio en Warren William zijn aangezocht hoofdrollen te vertolken in ..Not on your Life", een film, die thans in productie gaat naar een origineel verhaal van Isabel Dawn eix Boyce Degaw. Regie Robert Florey. Paul Muni's nieuwste film „Doctor Socra tes" is thans bij de Burbanlc Studio's in pro ductie gegaan. Het scenario is gebaseerd op een dramatisch gegeven van W. R. Burnett, de schrijver van „Little Caesar" en „Dark Hazai-d". William Keighley zal de regie voeren. Hollywood meld dat een nieuwe Tarzanfilm in voorbereiding is „Tarzan and the vam pires", wederom met Johnny Weissmuller; en wederom zal Maui-een O'SulIivan zijn partner zijn! De jongste Epstein-kwestie. Drie Beelden en Zuid-Kliodcsia. (Van onzen correspondent) LONDEN. 22 Mei. In het jaar 1908 lief. het Britsch Genees kundig Verbond een gebouw oprichten in The Strand om er zijn hoofdkwartier te vestigen. Tot op heden is het het eenige architectonisch belangwekkende gebouw in deze slordige straat gebleven. Een belangwekkend kenmerk van het gebouw is een rij beelden, hoog tegen de kroonlijst. Het zijn werken van Epstein, voorstellende Moederschap. Primaire Kracht en Vorm rijzend uit Chaos. Ze zijn er geplaatst in overleg met de architecten van het gebouw en zijn deel van een organisch geheel. De beel den waren, lang geleden, de eerste aanleiding tot artistiek gekwebbel en hoogloopende ruzie over Epstein in Londen. Er zijn sedert veel van die ïnzies geweest, zooveel dat ze aan kracht en beteekenis ook veel hebben vei'loren. Het gebouw is dezer dagen gekocht door de regee ring van Zuid-Rhodesia om er haar Londen- sche kantoor in te vestigen. Ze wil de beelden verwijderen. Dat is niet mogelijk zonder ze ernstig te beschadigen. Maai- dat schijnt het bestuur van Zuid-Rhodesia en dat schijnt zijn ai-chitecten niet te deren. Hun redeneering is dat de beelden zeer geschikt waren op een gebouw van het Geneeskundig Verbond maar dat ze geheel misplaatst zijn op een overheids gebouw. Epstein zelf vindt dat de houding van de nieuwe eigenaars van Agar House (dat is de naam van het gebouw) alle perken te buiten gaat. Hij ziet er een nieuwe poging in aan Londen zijn smaak in beeldhouwwerk voor te schrijven. Een kwarteeuw geleden heb ben de beelden van Agar House het gewonnen van de Philistijnen van den tijd. Moet men nu aan de Philistijnen van een afgelegen hoek van het Empire de overwinning geven? vraagt Epstein. De artistieke meeningen zijn; als steeds waar het Epstein en zijn werk geldt, verdeeld. Eenigen leggen uit dat de beelden onafschei delijk zijn van de architectuur van het gebouw en dat barbax-en van den onbeschaafder, zelf kant van het Rijk het recht niet heboen. ook maar een vinger naar deze meesterwerken uit te steken. Andei-en mcenen dat de figuren furore zouden maken in een carnavalsoptocht, maar dat ze op een Londensch gebouw niet kunnen worden geduld. De regeering van Zuid- Rhodesia kan uiteraard met het door haar gekochte gebouw en zijn attributen doen wat zij verkiest, althans rechtens. Ze schijnt ech ter niet ongevoelig te zijn voor den moreelen druk, welke de kampioenen van Epstein's kunst op haar uitoefenen. Personen van eminent ar- ■icj-ioic gezi-r be'-t-en in de «- --~d 'en de i e.i zot 'erdwy- nen. En de vei-maarde kunstschilder Richard Sickert heeft in de passieve houding van het bestuur der Royal Academy of Arts aanleiding gevonden als lid van dit genootschap af tö treden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1935 | | pagina 13