BIOSCOPEN.
Radiomuziek der week
ZATERDAG 8 JUNI 1935
HAAR i: E M'S D A G B E A D
9
REMBRANDT THEATER.
Martha Eggerth iri „Haar
Grootste Succes"
Martha Eggerth.
Voer het filmlievend publiek moet het
prettig zijn, dat Rembrandt Theater weer
eens met een film komt met Martha Eggerth.
Dit filmsterretje heeft zoo iets onzegbaar liefs
en charmants in haar gezichtje en haar ge-
heele wezen .dat ze tot een der meest geliefde
verschijningen op het witte doek behoort.
Daarbij is ze de gelukkige bezitster van een
heel mooie stem. zoodat dat dubbel gebenedij
de menschenkind wel tot de zeer bevoorrechte
schepselen behoort. Ze ziet er zoo lief en on
schuldig en kinderlijk uit. dat ze zelfs een
schatje is. als ze huilt. En dat is een prestatie,
denkt u maar aan het liedje van Louis Davids
waarin hij vertelt, datals je huilt, ben
je een stakker", en verder aanraadt, om „dan
maar eens voor den spiegel te gaan staan".
De film zelf zit vol leven en actie en geeft
de geschiedenis van een strijkstertje, dat
tooneelaspiraties heeft en via enkele strubbe
lingen er dan ook in betrekkelijk korten tijd
in slaagt met daverend succes de hoofdrol in
een belangrijk tooneelstuk te spelen.
De film biedt aan de hoofdpersonen gelegen
heid te over om hun kunnen te toornen. Op
enkele bijzonder goede momenten wil ik even
de aandacht vestigen. Let u bijvoorbeeld eens
op de uitdrukking van Martha's gezichtje, als
ze haar zangnummer met den 3den dirigent
nog eens doorneemt! De jonge man, die intens
geniet van haar zingen en haar bijzijn, wil
die repetitie zoo lang mogelijk doen duren,
dus vindt hij het niet direct goed, zooals zij
het zingt, en moet zij het een paar maal
over doen. Ze zégt niets, maar haar gezicht
spreekt boekdeel en. Verder haar grenzelooze
verbazing, als het tot haar doordringt, dat ze
met de postkoets op het tooneel is gereden,
dan dat heerlijk kinderlijk spontane, als ze
overgelukkig door haar succes haar vriend
en regisseur achter de coulissen in de armen
vliegt, Door de heele film is de acteur, dichter,
regisseur Leo Schlezak prachtig. Wat en hoe
hij ook doet, alles is af. Hij gaat door de film
heen als de goede genius van Martha, de
vaderlijke vriend, die trotsch is op zijn pupil.
Dat Theo Lingen ook uitstekend is, spreekt
bijna van zelf.
Behalve de journaals geeft het bijprogram
ma een aardige kleurenteekenfilm van Walt
Disney, getiteld Paaschhaasjes. De Lay Fun
Troupe vertoont ongelooflijke staaltjes van
lenigheid en stabiliteit. Onder het kijken naar
hun verrichtingen, zeg je telkens weer tegen
je zelf: „hoe is het mogelijk! Ze vouwen zich
zelf op, ze staan met één voet op het hoofd
van een collega en leggen het andere been
zoolang even om hun nek, of ze draaien en
wentelen om hun as, of, wat, als leek oor
deelend, wel het moeilijkste was, een der
jr/ige mannen drinkt, na zich eerste dubbel
te hebben gevouwen, met zijn hoofd naar
beneden een glaasje leeg, terwijl zijn voeten
alleen rusten op een paar standaardjes, die op
een tafeltje staan.
CINEMA PALACE.
De vier MüJIers.
oudste terecht, die hem helpt met geld in een
nieuwe zaak. De middelste Müller koopt de
electriciteit af, om den jongste te dupeeren,
wat hem echter mislukt. Er komt een liefdes
geschiedenis bij van een vrouwelijke dokter en
den zoon met als derde een dochter van een
oud-vriend-oplichter die den vader-Müller met
geld zou helpen. Het eind is goed en gelukkig:
de Müllers verzoenen zich. De zoon trouwt de
goede vrouw.
Ondanks den eenvoud van het gegeven had
men hiervan een behoorlijke film kunnen ma
ken. Echter heeft men 't noodig geoordeeld
de onvermijdelijke liedjes-aan-de-piano erin
te brengen met veel oogbeweeg en dergelijke,
een ontmoeting in een gramofoonzaak. waar
natuurlijk liedjes gezongen moeten worden en
en het resultaat is: een tooneelspel dat een
halve operette is, maar dan een heele slechte
operette.
Gelukkig is Johan Kaart er nog. die de rol
toebedeeld kreeg van den verren bloedverwant,
welke nieuwtjes moet overbrengen naar en
van de beide vijandelijke kampen. Hij is mees
terlijk: zijn komst veroorzaakt subiet een lach
in de zaal, zijn manier van doen, zijn gesjacher
en gefleem, het is alles even subliem Ook
Adolf Bouwmeester, de grootvader, die op zoo'n
prettige, rustige manier zijn kijk op het leven
kan vertellen, doet weldadig aan, uitgezonderd
wanneer hij dit kraakzingend doet boven een
vogelenkooi, terwijl hij het gefladderte op een
afwezige manier lekkers toestopt.
Letten we echter niet op het te veel aan
tooneel in deze film, doch vooral op den eenen
Muller en Schat, den verren bloedverwant, dan
valt er genoeg te waardeeren.
Het variéténummer is dit keer buitengewoon
goed in orde. „De mensch wil bedrogen wor
den" luidt 't gezegde. In Palace kan deze
mensch deze week zijn zin krijgen.... door
den goochelaar, die op vlotte wijze een keur-
collectie bijzondere eigenaardigheden laat
geschieden, waarvan de een meer, de ander
minder, uitermate treffend is. Hij heeft een
zeer rijk programma en na afloop verkeert
men in het twïjfelachtig-genoegelijke gevoel
volkomen bedrogen te zijn geworden, want wat
groen was werd rood, wat leeg was werd vol,
op geheimzinnige, bovennatuurlijke wijze. Deze
artist maakt een goede beurt op de lijst van
variéténummers
De kip in de teekenfilm maakte ook een
goeie beurt door in de eierenlegmatch in vijf
seconden twee eitjes kwijt te raken, zij het
dan met behulp van twee collega-kippen, die
de corsettouwtjes wat strakker moesten aan
halen. Wat is een teekenfilm? Een leuk idee.
goede rhythmische muziek, beestjes en
menschjes, tegenwoordig ook wat kleuren
ziedaar. Deze kip-ei-ren-match voldoet aan
alle eischen, vooral wat de eerste betreft.
Het wereldnieuws toont de feesten in Den
Helder, waar de Koningin heeft gesproken,
en het vertrek van de Normandie naar New
York. Een zevenjarig blaagje doet verschrik-
kelijk-mooie toeren op een motorfiets in
Frankrijk, het heele stadion loopt vol met
schooljochies. die in bewondering zijn en mo
torrijden natuurlijk als het hoogste, het on
bereikbare ideaal, zullen bescouwen.
De heeren musici, die in de bioscoop meestal
worden vergeten en zelden een applaus ont
vangen, verdienen eens met eere te worden
genoemd, voor hun keurig, maar ondankbaar
werk, beneden onder het doek.
LUXOR THEATER.
Imitation of Life.
Langs het leven.
„De negerinnen kwamen mij wel eens op
mijn kamer bezoeken om haar hart uit te
storten en mij een blik te gunnen in het
leed, dat zij te verduren hadden om haar
huidskleur. Op een van onze uitstapjes was
zoo'n negermeisje met ons meegegaan; wij.
gingen een ijssalon binnen, een. doodeen
voudige gelegenheid, maar men wilde ons
niet bedienen voordat het donkere meisje
afzonderlijk was gaan zitten. De eigenaar
van de zaak verontschuldigde zich: hij moest
dit doen, het was hem van hoogerhand voor
geschreven!"
Aldus lezen wij in het Juni-nummer van
De Vrouw en haar Huis, waarin een Hol-
landsch meisje haar ervaringen vertelt om-
tent een tijdelijk verblijf aan een Meisjes
college in Amerika. Het is goed, dat een der
gelijk citaat ons overtuigt, dat hetgeen de
film, welke het Luxor Theater ons deze week
vertoont, ons aanschouwelijk maakt, geen
fantasie is, maar op pure werkelijkheid be
rust. De hoofdpersoon van deze film is een
negermeisje, dat in dezelfde positie verkeert
en door de vernedering, welke zij ondergaat,
haar moeder verloochent en zelfs gaat haten,
zoodat deze, een goedhartige eenvoudige
sloof, van verdriet sterft.
Wij vergeten bij onze verontwaardiging over
rassenhaat in Europa wel eens, hoezeer en
in welke een onedelen vorm d-szelfde kwaal
in Amerika nog steeds voortleeft. Des te meer
eerbied krijgen wij voor hetgeen de Ameri-
kaansche film aan sociale kritiek het publiek
durft voorzetten en wij prijzen het als een
mannelijke trek In het Amerikaansche volk
dat het dergelijke openbare aanklachten aan
vaardt en niet onmiddellijk door censuur of
demonstraties den kop indrukt.
Welk een mooie film ware er van dit ge
geven te maken geweest! Het is jammer, dat
John M. Stahl, die ook in dit werk zich nog
maals als een knap en symoat'niek regisseur
doet kennen, zich niet op deze stof heeft ge
concentreerd. Wij weten niet, in hoever de
roman van Fanny Hurst welke hij hier heeft
verwerkt, hem aanleiding heeft gegeven tot
dit samenraapsel van verschillende motieven,
die elkaar in den weg staan. Want het
eigenlijke thema wordt geheel op den ach
tergrond gedrongen door een tweede verhaal
dat het eerste overwoekert en waarvan de
gelijktijdige liefde van moeder en dochter
voor één en denzelfden man het onderwerp
is. Doch ook dit tragische gegeven wordt
weer slechts even terloops uitgewerkt.
Imitation of Life is een film geworden
zonder stevige lijn, een werk. dat oo v~?'
meer dan twee gedachten hinkt en
van die gedachten in den steek laat voor
een volgende. Door gebrek aan beheersching
en concentratie duurt de vertooning veel te
lang: er is geen tempo, geen rhythme, maar
er zijn episoden en deze episoden zijn vrij
wel stuk voor stuk van de boventse plank.
Het sterkst trekken de scènes de aandacht,
waarin Louise Beavers, de negerin, als hoofd
persoon optreedt. Deze figuur is innig men-
schelijk en treft door haar in bescheiden
heid sterke plastiek. Vanaf het oogenblik. dat
zij op de advertentie afkomt om mevrouw
Pullmann te helpen totdat zij op haar sterf
bed instructies geeft voor haar begrafenis-
ontroert haar spel. Het negermeisje, welks
naam niet op het programma voorkomt, heeft
wel iets belangwekkends in haar physiono-
mie. maar blijkt een nog onvoldoend ge
routineerde actrice.
Claudette Colbert met haar weeke aan
minnigheid Warren William al ceen sym
pathieke jeune-premier en Ned. Sparks in
zijn Amerikaansche onverstoorbaarheid geven
aan de vertooning relief.
Het bijprogramma is bijzonder aardig. Be
halve een teekenfilm vroolijken Cohen en
Kelly als komische pleegvaders den avond
op. Bij het_ filmnieuws goede opnamen van
de feesten in Den Helder, de prestaties van
Willy den Ouden en de eerste vaart van de
NormanHië.
H. G. CANNEGIETER.
HAARLEM'S TOONEEL.
In mijn tooneeloverzicht over het afgeloo-
pen seizoen van verleden week, schreef ik. dat
Haarlem's Tooneel alleen Veterman's De Wre
kende God had gespeeld, waarmee het den
beker van de Tooneelspiegel heeft gewonnen.
Het bestuur van H. T. deelt mij thans mede.
dat het in het begin van het seizoen ook nog
..De Klimgeit" van Broedelet opvoerde en la
ter een avond van korte tooneelschetsen gaf.
Hierbij redresseer ik dus deze fout. H. T. heeft
thans voor het volgend seizoen in studie ge
nomen Sancta Lucia van A. den Hertog met
welk blijspel het aan den Beker-wedstrijd zal
deelnemen.
J. B. S.
HET TOONEEL.
FIENTJE DE LA MAR.
DOKTER JOSEPHINE.
Met Fientje de la Mar staan wij altijd
voor verrassingen In het afgeloopen seizoen
hebben wij haar enkel als ..nummer" gezien
in het Rembrandt-Theater, waar zij liedjes
zong en wij vreesden al, dat zij na haar
succes als film-actrice het tooneel ontrouw
zou worden, en zie. daar verschijnt zij op
eens in den zomer, als de anderen rusten,
weer op het tooneel en nog wel als directrice
van een door haar gevormd nieuw ensemble.
Wij kunnen er niet anders dan dankbaar
voor zijn. want deze begaafde artiste, die let
terlijk alles kan niet alleen, maar ook in
alles uitmunt, hebben wij noode zoo lang op
de planken gemist. Wat zij als tooneelspeel-
ster waard is, hebben wij ook gisteren weer
in Dokter Josephine van Ladislaus Fodor vol
bewondering kunnen constateeren.
Er zijn weinige actrices, die een enkelen
zin, ja. een enkel woord zoo'n juist en warm
accent en kleur vermogen te geven als
Fientje de la Mar. In dit Hongaarsche blij
spel is zij een vrouwelijke dokter, die in
haar functie van arts bij het vriendinnetje
van den rijken oeconoom Balini von Karsy
geroepen, zooveel indruk op den jongen man
maakt, dat hij onmiddellijk stapel verliefd
op haar wordt. Maar zij beschouwt de liefde
uitsluitend als 'n ..geval", dat zij tot nu toe
alleen bij dé marmotjes bestudeerd heeft
en zij ziet in von Karsy dan ook enkel den
patiënt, totdat ook zij door de ziekte wordt
aangetast en na bestudeering van deze voor
haar geheel nieuwe „kwaal" er aan ten
offer valt.
Het gegeven is zeker niet onaardig en al
heeft Ladislaus Fodor ook eenige kluchtige
motieven er in verwerkt, waardoor het niet
altijd op het niveau van de comedie blijft,
hij heeft vooral in het tweede bedrijf in de
tooneelen tusschen Josephine en von Karsy,
waarin zij zich de liefde bewust wordt, in
deze vrouwelijke doktor een geestig ge toe
kende figuur gegeven.
En Fientje de la Mar speelt deze rol met
een zekerheid, die weer onmiddellijk ge
tuigt van haar ongemeen talent. Zoy.ls zij,
wanneer zij de diagnose van haar ..ziekte" ge
steld heeft, met haar donker-getimibreerd. in-
nig-warme stom zegt. dat het ..de liefde" is.
kan zij het alleen. Welk een beteekenis dat
woord op eens voor Josephine heeft, hoe zij
plotseling van dokter vrouw wordt, wij hoo-
ren dat in dat enkele woord ..liefde", zooals
zij het koesterend uitspreekt. In zoo'n enkel
moment, zoo'n enkel woord voelen wij de
ras-artiste. Het is hei geheim van de zeer
grooten, zooals ook mevrouw MannBouw
meester dit herhaaldelijk aan ons openbaar
de.
Ook overigens speelt Fientje de la Mar
deze rol bijzonder knap! Voortreffelijk be-
heerscht in het begin als de gereserveerde
vrouw, die van de liefde niets weten wil. en
prachtig in haar overgang, wanneer zij in
Von Karsy niet meer alleen den patiënt, maar
ook den man gaat zien. Deze man is Jan van
Ees en hij speelt hem vlot en met distinctie.
Minny Erfmann was het „vriendinnetje".
Haar spel blijft altijd wat aan den buiten
kant, maar zij bracht voor deze rol toch veel
mee. Heel goed was zij in de „scène', die zij
in het eerste bedrijf met haar mjinnaar maakt
en een lust voor de oogen waren de 4 met
elegance gedragen costuums, waarin zij in 't
eerste bedrijf in een tijdsverloop van een
kwartier verscheen.
Cor Hermus verzorgde met Marie Faassen,
het meer kluchtige element. De rol van Her
mus' een meneer, die in de liefde nooit ge-
EEN VOORBESPREKING
DOOR KAREL DE JONG
Minnie Erfmann en Johan Heesters in
De vier Müllers.
Gelukkig is Johan Kaart er nog en Adolf
Bouwmeester ook, want anders zou èn het
komische èn het ernstige element in De vier
Müllers zoek zijn geweest. Behalve enkele aar
dige geluidsmontages bij wisseling van scène,
en de kwaliteiten van deze twee is er weinig
te bespeuren dat op een attractie kan gelijken.
Men kent den inhoud: grootvader Müller
heeft zich uit zaken teruggetrokken na ruzie
met zijn zoon. De kleinzoon trekt zich terug
uit dezelfde zaak na ruzie met zijn vader (de
zoon dus van den grootvader!, komt bij den
Telken jare kan men door vergelijking waar
nemen. dat het Pinksterfeest veel minder zijn
stempel op de muzikale programma's drukt
dan de Paaschtijd. En dat is ook begrijpelijk
als men het zooveel drastischer, dramatischer
karakter van het Paaschgebeuren in aanmer
king neemt. Doch van hem, die in de ideale
uiting van de hoogste genialiteit ook een God
delijke ingeving, een uitstorting van den Hei
ligen Geest wil erkennen, mag een werk als
Beethoven's Kwartet op. 127 voor den Pink-
ter-Zondag wèlgekozen schijnen. Voor mijn
gevoel vertegenwoordigt dit wellicht het hoog-
ste, het meest volmaakte naar vorm en in-
j houd, wat door instrumenten te verklanken
is. Daar zingt een menschenziel in blijheid,
die wel bijwijlen vertroebeld wordt, maar tel
kens weer de overhand behoudt; daar is in
nigheid en warmte en levenskracht en
speelschheid en in de finale lost zich dat alles
op en neemt een vlucht tot trancendentaie
hoogten. Dan ziet men alleen nog een azuren
hemel, waarin engelenstemmen schijnen te
roepen en te lokken en pas bij de slotaccoor-
den komen we met onze verbeelding op de
aarde terug. „Terug", mag ik zeggen. Want
de aanvang staat als metr twee beenen op
den grond. Forsche accoorden zijn het, die in
het verloop van het eerste Allegro nog twee
maal terugkeeren. Maar telkens maakt de re
solute stemming spoedig plaats voor een wis
selende; de tweedeelige maat gaat over in
een driedeelige. En dan volgt een tonenspel,
dat als een oneindige melodie opbloeit uit één
enkel gegeven, zich ontwikkelt, stijgt en daalt,
maar nimmer zijn afkomst verloochent. In
weinig andere werken heeft Beethoven zich
zóó haast onafgebroken vasthouden aan
dezelfde grondgedachte als in dit Allegro het
geval is, en als hij het besluiten moet, schijnt
het alsof hij er zich niet van kan losmaken.
Telkens weer hooren we dat thema, nu in de
eene, dan weer in de andere stem; tot de laat
ste noot toe behoudt het de heerschappij. En
nu het Adagio. Een lage toon klopt geheim
zinnig tweemaal aan, een tweede, een derde
voegen zich er bij tot een liggende harmonie
ontstaat. Het is als staan we op het punt
het allerheiligste te betreden, waar het Mys
terie ons zal worden geopenbaard. En dan
begint de opperpriester te spreken: een rede,
een gebed, een gezang, zoo innig, rein en ver
heven als men alleen nog uit het Benedictus
der Mcssa Solemnis en uit het Adagio der
9de Symphonie kent. De andere stemmen
blijven eerst schuchter op den achtergrond;
dan nemen zij een werkzaam deel aan de zin
gende bede. En zonder dat we het aanstonds
bemerken heeft zich een liedachtige melodie
gevormd, die in nauwelijks naspeurbare sub
tiliteit en schier onbegrensde verscheiden
heid van rythme. klank en stemming verder
geweven en ontwikkeld zal worden, een thema
met variaties van ideale schoonheid zooals
alleen Beethoven ons heeft kunnen schen
ken. Men beluistere het dringende, verlan
gende van de eerste metamorphose, de zachte,
verre trommelrythmus van de tweede, die
als een heldenschemering aandoet, de diep
religieuze contemplatie der derde, die de oor
spronkelijke melodie in vereenvoudigde wen
ding („variation simplifiée") geeft, de combi
natie van de factoren der eerste en der
tweede variatie in de vierde. d:e in een wissel
spel een breed stroomende mslodie met een
markante begeleidingsfiguur vereenigt. En
dan de wonderbare overgang naar de vijfde,
waarin de verwantschap met het Adagio .der
9de Symphonie het duidelijkst aan den dag
treedt en die in hemelsche harmonie uitklinkt.
In het Scherzo is de humor aan het woord. De
overgeleverde vorm. tweedeelige met een al
ternatief (Trio in de mineurtoonsoort is be
waard. evenals de hoofdvorm der sonate in
eerste en laatste hoofddeel, maar hij is ge
weldig uitgebreid, zoodat dit Scherzo een der
langste geworden is, die Beethoven geschre
ven heeft. Merkwaardig zijn de plotselinge
onderbrekingen van maat en rythme in het
tweede gedeelte! het voortjagende Trio. waar
in de tot het uiterste doorgevoerde polyphonie
van het voorafgegane eensklaps door enkel
voudige melodie-voering vervangen wordt: de
terugleiding naar het hoofdgedeelte. Nog
even keert een brokje van het Trio terug,
waajma het aanvangsmotief van het Scherzo
de afsluiting tot stand brengt. De Fmaie
ademt een gelukzalige beha gelijkheid, waarin
geen „irdisch Getümmel" meer doorklinkt.
Een aan Haydn herinnerende opgewektheid
komt ons hier tegemoet. Geen dwang schijnt
hier meer te heerschen; zelfs het Tempo is
niet voorgeschreven. Een profetische schilde
ring van een heilstaat, communistisch of
fascistisch of wat-dan-ook-isch. al naar be
lieven. en dat in een tijd toen er nog geen
heilstaten bestonden! Men lette op den uni-
sono-aanvangde eerste noten spelen verder
op nog een rol. Met lette voorts op den bouw
van het hoofdthema, wélks acht maten men
vier aan vier dient te groepeeren: in schijn
beeft men met 3 plus 5 maten te doen. De
thematische combinaties en permutaties zijn
vooral in de doorwerking schier onbegrensd
en de klankwerkingen, die daardoor ontstaan
zijn veelal van een magische schoonheid. De
opmerkzame hoorder en opmerkzaamheid
is hier geboden, wil men in het labyrinth den
draad niet verliezen valt hier van de eene
verrassing in de andere. Maar de grootste ver
rassingen heeft Beethoven als naar gewoonte
voor het slot bewaard. Na hetzelfde ..lokken
de" motief, dat de doorwerking inleidde, en
dat de tweede maal door een lachende triller
vergezeld wordt, schijnt alles chaotisch door
een te loopen. Tempo. maat. rythme en toon
soort worden overhoop gegooid. Maar in al
die warreling doet zich het thema hooren. in
zesachtste maat overgebracht. Het verschijnt
nu hier, dan daar in den draaikolk, het wint
in kracht, terwijl de hoofdtoonsoort Es gr. t.
terugkeert, het zwelt aan tot een machtige
hymne, die het geweldige werk in grandioze
pracht beëindigt.
München kondigt deze uitzending vc
Zondagavond aan.
lukkig is en zich altijd toch weer met den
moed der wanhoop in het nieuwe avontuur
stort had de dankbaarste rol Man de twee
en er dan ook het meeste succes in.
Het is vooral om Fientje de la Mar met
haar warm en innig talent, dat ik een bezook
aan dokter Josephine in de Pinksterdagen in
het Rika Hopper-T'neater kan aanbe*elen.
Het publiek heeft de talentvolle actrice oij
dit eerste optreden na twee jaar met waïmte
ontvangen. Er waren bloemen en er was veel
en hartelijk applaus.
J. B. SCHUIL.
SCHOOLFEEST HAARLEMSCHE HUISHOUD
EN INDUSTRIESCHOOL.
Men schrijft ons:
Donderdagavond heeft in den Stadsschouw
burg het schoolfeest plaats gehad van de leer
lingen der Haarlemsche Huishoud- en In
dustrieschool. Dit werd gegeven ter eere van
de heropening van de vernieuwde school. Alle
klassen hebben ertoe bijgedragen, den avond
tot een welgeslaagden feestavond te maken,
die nog lar.g in de herinnering van allen zal
blijven voortleven. Van het eerste tot het
laatste oogenblik zat de feeststemming erin,
die onwillekeurig oversloeg op degenen, die
op het tooneel waren: want aardig, vrijmoe
dig. opgewekt, en met zichtbaar genoegen
hebben allen aan het slagen van dezen feest
avond meegewerkt. Niet minder dan twaalf
nummers stonden on het programma vermeld
en zelfs twee nummers werden ernog inge-
lascht. Eén lof was er over de frissche ver
zorgde aankleeding van de opvoerenaen. Alles
was door de leerlingen zelf gemaakt, en heel
wat arbeid en voorbereiding zal er noodig
geweest zijn, om tot dit buitengewone resul
taat te zijn gekomen. De leeraressen. die had
den meegeholpen kregen allen bloemen: een
goede band vulde de nummers aan en de
leerlingen hebben rijkelijk kunnen genieten
van de aangeboden tractaties.
Aan het einde der avond heeft de Presidente
der school, mejuffrouw Brusse alle medewer
kenden hartelijk dank gezegd, en bood me
juffrouw Kam. als Presidente van de feest
commissie bloemen aan.
(Adv. Ingez. Med.)
ERNSTIGE BEZWAREN TEGEN HET BE-
ZUINIGINGS-ONTWEKP VAN DE CHR.
SCHOOLORGANISATIES.
De Schoolraad voor de Scholen met den
Bijbel (als zoodanig vertegenwoordigend de
Ver. voor Chr. Nat. Schoolonderwijs, het
Geref. Schoolverband, de Unie „Een School
met den Bijbel" en de Ver. van Christ. On
derwijzers enz.ï en de Ver. voor Chr. Volks
onderwijs hebben gemeenschappelijk een
adres gezonden aan de leden der Eerste en
der Tweede Kamer waarin zij naar aanlei
ding van Afd. 3 van het aanhangig Wets
ontwerp ter verlaging van de openbare uit
gaven verschillende bezwaren en disederata
tor kennis der volksvertegenwoordiging
brengen met verzoek die wel te willen over
wegen
Adressanten ontwikkelen bezwaren tegen
paragraaf 19 (uitsluiting van Ulo-scholen
met meer dan vier leerjaren van het recht
op de vergoedingen); als ook tegen art. 2.
sub 3 (voor toelating van iederen leerling
tot de Uulo-school uitdrukkelijke of stilzwij
gende goedkeuring van den inspecteur)te
gen paragraaf 20 (de positie van den kwee-
keling met acte die blijvend verslechterd
wordt): tegen paragraaf 21 (de regeling der
schoolgeldheffing, waarin zij de deur open
ziet voor willekeur)tegen paragraaf 25
(die voor het bijzonder onderwijs uiterst ge
wichtig is en die het recht op vergoedingen
wil laten afhangen van een arbitraire be
slissing van den Minister of van de Kroon)
welke paragraaf adressanten onaannemelijk
achten: tegen paragraaf 26 (die de positie
der kweekscholen regelen wil en die naar het
oordeel van adressanten een toestand van
complete onzekerheid schept en waarbij het
kennelijk slechts schijn is de regeling als een
voorloopige voor te stellen en welke para
graaf de vrije opleiding (staatsexamen) wil
afschaffen, waar tegen adressanten zich even
eens verzetten, alsook tegen paragraaf 27
(die de pension neer ing op 60-jarigen leeftijd
wil stellen) wi.il adressant de voorkeur geeft
aan een facultatieve regeling en daarin ook
wil zien geregeld de positie van het perso
neel bij het Buitengewoon L. O.
INGEZONDEN
Voor den inhoud dezer rubriek stelt de
Redactie zich niet verantwoordelijk.
Van ingezonden stukken, geplaatst of niet
geplaatst, wordt de kopij den inzender niet
teruggegeven.
Waarom eerst vredesgangen?
In een ingezonden stukje wijst de heer P.
ons op een nieuwe taak: nl. de gezond m a-
king van ons volk. Ik geloof dat wij die ge
rust mogen afwentelen op de medici. Wij heb
ben groote eerbied voor deze ernstige „strij
ders van net leven". Maar wij vrouwen wij
vragen óók aan hen: ..weet ge dat ge voor
niets hebt gewerkt zoo er weer oorlog komt?
Oorlog vernietigt alles." En daar oorlog men-
schenwerk is. kan hij slechts door menschen
worden uitgebannen. Daarom houden we onze
Vredesgangen. En de resultaten hiervan zou
den ..nihil" zijn? In onzen eersten Vredes
gang beleden plusminus 2500 vrouwen haar
ernstigèn wil tot vrede, in de tweede pijn.
8000!!
Ik heb eens iemand hooren zeggen: De
vrouw is altijd een actief element tot den
oorlog geweest; in haar leeft de zucht tot
heldenvereerlng en de bekoring voor de uni
form. Dat moet anders worden. Wij vrouwen
moeten worden een actief element voor den
vrede en daarom houden we onze Vredesgan
gen en mogen wij met vreugde constateeren.
dat ons werk vordert. Oogensc'nijnlijk mag
het voorkomen dat het niets geeft, ieder die
dezen Vredesgang eens mci?maakte. weet, dat
zij iets gewonnen heeft. Iets dat niemand
haar kan ontnemen nl. de versterking van de
innerlijke kracht om te blijven werken voor
ons mooie doel: de vrouwen te winnen voor
ons werk, opdat wij een éénheid zullen vor
men. die als een onwrikbare muur zal staan
tusschen oorlogsdreiging en onze kinderen.
Een lid van den Int. Vrouwen
bond voor Vrede en Vrijheid.
Peer. v. Hogendorpstraat 3, Haarlem. Rus-
cenburgerweg 8, Bloemendaal.