BIOSCOPEN. Radiomuziek der week ZATERDAG 8 JUNI 1935 HAAR i: E M'S D A G B E A D 9 REMBRANDT THEATER. Martha Eggerth iri „Haar Grootste Succes" Martha Eggerth. Voer het filmlievend publiek moet het prettig zijn, dat Rembrandt Theater weer eens met een film komt met Martha Eggerth. Dit filmsterretje heeft zoo iets onzegbaar liefs en charmants in haar gezichtje en haar ge- heele wezen .dat ze tot een der meest geliefde verschijningen op het witte doek behoort. Daarbij is ze de gelukkige bezitster van een heel mooie stem. zoodat dat dubbel gebenedij de menschenkind wel tot de zeer bevoorrechte schepselen behoort. Ze ziet er zoo lief en on schuldig en kinderlijk uit. dat ze zelfs een schatje is. als ze huilt. En dat is een prestatie, denkt u maar aan het liedje van Louis Davids waarin hij vertelt, datals je huilt, ben je een stakker", en verder aanraadt, om „dan maar eens voor den spiegel te gaan staan". De film zelf zit vol leven en actie en geeft de geschiedenis van een strijkstertje, dat tooneelaspiraties heeft en via enkele strubbe lingen er dan ook in betrekkelijk korten tijd in slaagt met daverend succes de hoofdrol in een belangrijk tooneelstuk te spelen. De film biedt aan de hoofdpersonen gelegen heid te over om hun kunnen te toornen. Op enkele bijzonder goede momenten wil ik even de aandacht vestigen. Let u bijvoorbeeld eens op de uitdrukking van Martha's gezichtje, als ze haar zangnummer met den 3den dirigent nog eens doorneemt! De jonge man, die intens geniet van haar zingen en haar bijzijn, wil die repetitie zoo lang mogelijk doen duren, dus vindt hij het niet direct goed, zooals zij het zingt, en moet zij het een paar maal over doen. Ze zégt niets, maar haar gezicht spreekt boekdeel en. Verder haar grenzelooze verbazing, als het tot haar doordringt, dat ze met de postkoets op het tooneel is gereden, dan dat heerlijk kinderlijk spontane, als ze overgelukkig door haar succes haar vriend en regisseur achter de coulissen in de armen vliegt, Door de heele film is de acteur, dichter, regisseur Leo Schlezak prachtig. Wat en hoe hij ook doet, alles is af. Hij gaat door de film heen als de goede genius van Martha, de vaderlijke vriend, die trotsch is op zijn pupil. Dat Theo Lingen ook uitstekend is, spreekt bijna van zelf. Behalve de journaals geeft het bijprogram ma een aardige kleurenteekenfilm van Walt Disney, getiteld Paaschhaasjes. De Lay Fun Troupe vertoont ongelooflijke staaltjes van lenigheid en stabiliteit. Onder het kijken naar hun verrichtingen, zeg je telkens weer tegen je zelf: „hoe is het mogelijk! Ze vouwen zich zelf op, ze staan met één voet op het hoofd van een collega en leggen het andere been zoolang even om hun nek, of ze draaien en wentelen om hun as, of, wat, als leek oor deelend, wel het moeilijkste was, een der jr/ige mannen drinkt, na zich eerste dubbel te hebben gevouwen, met zijn hoofd naar beneden een glaasje leeg, terwijl zijn voeten alleen rusten op een paar standaardjes, die op een tafeltje staan. CINEMA PALACE. De vier MüJIers. oudste terecht, die hem helpt met geld in een nieuwe zaak. De middelste Müller koopt de electriciteit af, om den jongste te dupeeren, wat hem echter mislukt. Er komt een liefdes geschiedenis bij van een vrouwelijke dokter en den zoon met als derde een dochter van een oud-vriend-oplichter die den vader-Müller met geld zou helpen. Het eind is goed en gelukkig: de Müllers verzoenen zich. De zoon trouwt de goede vrouw. Ondanks den eenvoud van het gegeven had men hiervan een behoorlijke film kunnen ma ken. Echter heeft men 't noodig geoordeeld de onvermijdelijke liedjes-aan-de-piano erin te brengen met veel oogbeweeg en dergelijke, een ontmoeting in een gramofoonzaak. waar natuurlijk liedjes gezongen moeten worden en en het resultaat is: een tooneelspel dat een halve operette is, maar dan een heele slechte operette. Gelukkig is Johan Kaart er nog. die de rol toebedeeld kreeg van den verren bloedverwant, welke nieuwtjes moet overbrengen naar en van de beide vijandelijke kampen. Hij is mees terlijk: zijn komst veroorzaakt subiet een lach in de zaal, zijn manier van doen, zijn gesjacher en gefleem, het is alles even subliem Ook Adolf Bouwmeester, de grootvader, die op zoo'n prettige, rustige manier zijn kijk op het leven kan vertellen, doet weldadig aan, uitgezonderd wanneer hij dit kraakzingend doet boven een vogelenkooi, terwijl hij het gefladderte op een afwezige manier lekkers toestopt. Letten we echter niet op het te veel aan tooneel in deze film, doch vooral op den eenen Muller en Schat, den verren bloedverwant, dan valt er genoeg te waardeeren. Het variéténummer is dit keer buitengewoon goed in orde. „De mensch wil bedrogen wor den" luidt 't gezegde. In Palace kan deze mensch deze week zijn zin krijgen.... door den goochelaar, die op vlotte wijze een keur- collectie bijzondere eigenaardigheden laat geschieden, waarvan de een meer, de ander minder, uitermate treffend is. Hij heeft een zeer rijk programma en na afloop verkeert men in het twïjfelachtig-genoegelijke gevoel volkomen bedrogen te zijn geworden, want wat groen was werd rood, wat leeg was werd vol, op geheimzinnige, bovennatuurlijke wijze. Deze artist maakt een goede beurt op de lijst van variéténummers De kip in de teekenfilm maakte ook een goeie beurt door in de eierenlegmatch in vijf seconden twee eitjes kwijt te raken, zij het dan met behulp van twee collega-kippen, die de corsettouwtjes wat strakker moesten aan halen. Wat is een teekenfilm? Een leuk idee. goede rhythmische muziek, beestjes en menschjes, tegenwoordig ook wat kleuren ziedaar. Deze kip-ei-ren-match voldoet aan alle eischen, vooral wat de eerste betreft. Het wereldnieuws toont de feesten in Den Helder, waar de Koningin heeft gesproken, en het vertrek van de Normandie naar New York. Een zevenjarig blaagje doet verschrik- kelijk-mooie toeren op een motorfiets in Frankrijk, het heele stadion loopt vol met schooljochies. die in bewondering zijn en mo torrijden natuurlijk als het hoogste, het on bereikbare ideaal, zullen bescouwen. De heeren musici, die in de bioscoop meestal worden vergeten en zelden een applaus ont vangen, verdienen eens met eere te worden genoemd, voor hun keurig, maar ondankbaar werk, beneden onder het doek. LUXOR THEATER. Imitation of Life. Langs het leven. „De negerinnen kwamen mij wel eens op mijn kamer bezoeken om haar hart uit te storten en mij een blik te gunnen in het leed, dat zij te verduren hadden om haar huidskleur. Op een van onze uitstapjes was zoo'n negermeisje met ons meegegaan; wij. gingen een ijssalon binnen, een. doodeen voudige gelegenheid, maar men wilde ons niet bedienen voordat het donkere meisje afzonderlijk was gaan zitten. De eigenaar van de zaak verontschuldigde zich: hij moest dit doen, het was hem van hoogerhand voor geschreven!" Aldus lezen wij in het Juni-nummer van De Vrouw en haar Huis, waarin een Hol- landsch meisje haar ervaringen vertelt om- tent een tijdelijk verblijf aan een Meisjes college in Amerika. Het is goed, dat een der gelijk citaat ons overtuigt, dat hetgeen de film, welke het Luxor Theater ons deze week vertoont, ons aanschouwelijk maakt, geen fantasie is, maar op pure werkelijkheid be rust. De hoofdpersoon van deze film is een negermeisje, dat in dezelfde positie verkeert en door de vernedering, welke zij ondergaat, haar moeder verloochent en zelfs gaat haten, zoodat deze, een goedhartige eenvoudige sloof, van verdriet sterft. Wij vergeten bij onze verontwaardiging over rassenhaat in Europa wel eens, hoezeer en in welke een onedelen vorm d-szelfde kwaal in Amerika nog steeds voortleeft. Des te meer eerbied krijgen wij voor hetgeen de Ameri- kaansche film aan sociale kritiek het publiek durft voorzetten en wij prijzen het als een mannelijke trek In het Amerikaansche volk dat het dergelijke openbare aanklachten aan vaardt en niet onmiddellijk door censuur of demonstraties den kop indrukt. Welk een mooie film ware er van dit ge geven te maken geweest! Het is jammer, dat John M. Stahl, die ook in dit werk zich nog maals als een knap en symoat'niek regisseur doet kennen, zich niet op deze stof heeft ge concentreerd. Wij weten niet, in hoever de roman van Fanny Hurst welke hij hier heeft verwerkt, hem aanleiding heeft gegeven tot dit samenraapsel van verschillende motieven, die elkaar in den weg staan. Want het eigenlijke thema wordt geheel op den ach tergrond gedrongen door een tweede verhaal dat het eerste overwoekert en waarvan de gelijktijdige liefde van moeder en dochter voor één en denzelfden man het onderwerp is. Doch ook dit tragische gegeven wordt weer slechts even terloops uitgewerkt. Imitation of Life is een film geworden zonder stevige lijn, een werk. dat oo v~?' meer dan twee gedachten hinkt en van die gedachten in den steek laat voor een volgende. Door gebrek aan beheersching en concentratie duurt de vertooning veel te lang: er is geen tempo, geen rhythme, maar er zijn episoden en deze episoden zijn vrij wel stuk voor stuk van de boventse plank. Het sterkst trekken de scènes de aandacht, waarin Louise Beavers, de negerin, als hoofd persoon optreedt. Deze figuur is innig men- schelijk en treft door haar in bescheiden heid sterke plastiek. Vanaf het oogenblik. dat zij op de advertentie afkomt om mevrouw Pullmann te helpen totdat zij op haar sterf bed instructies geeft voor haar begrafenis- ontroert haar spel. Het negermeisje, welks naam niet op het programma voorkomt, heeft wel iets belangwekkends in haar physiono- mie. maar blijkt een nog onvoldoend ge routineerde actrice. Claudette Colbert met haar weeke aan minnigheid Warren William al ceen sym pathieke jeune-premier en Ned. Sparks in zijn Amerikaansche onverstoorbaarheid geven aan de vertooning relief. Het bijprogramma is bijzonder aardig. Be halve een teekenfilm vroolijken Cohen en Kelly als komische pleegvaders den avond op. Bij het_ filmnieuws goede opnamen van de feesten in Den Helder, de prestaties van Willy den Ouden en de eerste vaart van de NormanHië. H. G. CANNEGIETER. HAARLEM'S TOONEEL. In mijn tooneeloverzicht over het afgeloo- pen seizoen van verleden week, schreef ik. dat Haarlem's Tooneel alleen Veterman's De Wre kende God had gespeeld, waarmee het den beker van de Tooneelspiegel heeft gewonnen. Het bestuur van H. T. deelt mij thans mede. dat het in het begin van het seizoen ook nog ..De Klimgeit" van Broedelet opvoerde en la ter een avond van korte tooneelschetsen gaf. Hierbij redresseer ik dus deze fout. H. T. heeft thans voor het volgend seizoen in studie ge nomen Sancta Lucia van A. den Hertog met welk blijspel het aan den Beker-wedstrijd zal deelnemen. J. B. S. HET TOONEEL. FIENTJE DE LA MAR. DOKTER JOSEPHINE. Met Fientje de la Mar staan wij altijd voor verrassingen In het afgeloopen seizoen hebben wij haar enkel als ..nummer" gezien in het Rembrandt-Theater, waar zij liedjes zong en wij vreesden al, dat zij na haar succes als film-actrice het tooneel ontrouw zou worden, en zie. daar verschijnt zij op eens in den zomer, als de anderen rusten, weer op het tooneel en nog wel als directrice van een door haar gevormd nieuw ensemble. Wij kunnen er niet anders dan dankbaar voor zijn. want deze begaafde artiste, die let terlijk alles kan niet alleen, maar ook in alles uitmunt, hebben wij noode zoo lang op de planken gemist. Wat zij als tooneelspeel- ster waard is, hebben wij ook gisteren weer in Dokter Josephine van Ladislaus Fodor vol bewondering kunnen constateeren. Er zijn weinige actrices, die een enkelen zin, ja. een enkel woord zoo'n juist en warm accent en kleur vermogen te geven als Fientje de la Mar. In dit Hongaarsche blij spel is zij een vrouwelijke dokter, die in haar functie van arts bij het vriendinnetje van den rijken oeconoom Balini von Karsy geroepen, zooveel indruk op den jongen man maakt, dat hij onmiddellijk stapel verliefd op haar wordt. Maar zij beschouwt de liefde uitsluitend als 'n ..geval", dat zij tot nu toe alleen bij dé marmotjes bestudeerd heeft en zij ziet in von Karsy dan ook enkel den patiënt, totdat ook zij door de ziekte wordt aangetast en na bestudeering van deze voor haar geheel nieuwe „kwaal" er aan ten offer valt. Het gegeven is zeker niet onaardig en al heeft Ladislaus Fodor ook eenige kluchtige motieven er in verwerkt, waardoor het niet altijd op het niveau van de comedie blijft, hij heeft vooral in het tweede bedrijf in de tooneelen tusschen Josephine en von Karsy, waarin zij zich de liefde bewust wordt, in deze vrouwelijke doktor een geestig ge toe kende figuur gegeven. En Fientje de la Mar speelt deze rol met een zekerheid, die weer onmiddellijk ge tuigt van haar ongemeen talent. Zoy.ls zij, wanneer zij de diagnose van haar ..ziekte" ge steld heeft, met haar donker-getimibreerd. in- nig-warme stom zegt. dat het ..de liefde" is. kan zij het alleen. Welk een beteekenis dat woord op eens voor Josephine heeft, hoe zij plotseling van dokter vrouw wordt, wij hoo- ren dat in dat enkele woord ..liefde", zooals zij het koesterend uitspreekt. In zoo'n enkel moment, zoo'n enkel woord voelen wij de ras-artiste. Het is hei geheim van de zeer grooten, zooals ook mevrouw MannBouw meester dit herhaaldelijk aan ons openbaar de. Ook overigens speelt Fientje de la Mar deze rol bijzonder knap! Voortreffelijk be- heerscht in het begin als de gereserveerde vrouw, die van de liefde niets weten wil. en prachtig in haar overgang, wanneer zij in Von Karsy niet meer alleen den patiënt, maar ook den man gaat zien. Deze man is Jan van Ees en hij speelt hem vlot en met distinctie. Minny Erfmann was het „vriendinnetje". Haar spel blijft altijd wat aan den buiten kant, maar zij bracht voor deze rol toch veel mee. Heel goed was zij in de „scène', die zij in het eerste bedrijf met haar mjinnaar maakt en een lust voor de oogen waren de 4 met elegance gedragen costuums, waarin zij in 't eerste bedrijf in een tijdsverloop van een kwartier verscheen. Cor Hermus verzorgde met Marie Faassen, het meer kluchtige element. De rol van Her mus' een meneer, die in de liefde nooit ge- EEN VOORBESPREKING DOOR KAREL DE JONG Minnie Erfmann en Johan Heesters in De vier Müllers. Gelukkig is Johan Kaart er nog en Adolf Bouwmeester ook, want anders zou èn het komische èn het ernstige element in De vier Müllers zoek zijn geweest. Behalve enkele aar dige geluidsmontages bij wisseling van scène, en de kwaliteiten van deze twee is er weinig te bespeuren dat op een attractie kan gelijken. Men kent den inhoud: grootvader Müller heeft zich uit zaken teruggetrokken na ruzie met zijn zoon. De kleinzoon trekt zich terug uit dezelfde zaak na ruzie met zijn vader (de zoon dus van den grootvader!, komt bij den Telken jare kan men door vergelijking waar nemen. dat het Pinksterfeest veel minder zijn stempel op de muzikale programma's drukt dan de Paaschtijd. En dat is ook begrijpelijk als men het zooveel drastischer, dramatischer karakter van het Paaschgebeuren in aanmer king neemt. Doch van hem, die in de ideale uiting van de hoogste genialiteit ook een God delijke ingeving, een uitstorting van den Hei ligen Geest wil erkennen, mag een werk als Beethoven's Kwartet op. 127 voor den Pink- ter-Zondag wèlgekozen schijnen. Voor mijn gevoel vertegenwoordigt dit wellicht het hoog- ste, het meest volmaakte naar vorm en in- j houd, wat door instrumenten te verklanken is. Daar zingt een menschenziel in blijheid, die wel bijwijlen vertroebeld wordt, maar tel kens weer de overhand behoudt; daar is in nigheid en warmte en levenskracht en speelschheid en in de finale lost zich dat alles op en neemt een vlucht tot trancendentaie hoogten. Dan ziet men alleen nog een azuren hemel, waarin engelenstemmen schijnen te roepen en te lokken en pas bij de slotaccoor- den komen we met onze verbeelding op de aarde terug. „Terug", mag ik zeggen. Want de aanvang staat als metr twee beenen op den grond. Forsche accoorden zijn het, die in het verloop van het eerste Allegro nog twee maal terugkeeren. Maar telkens maakt de re solute stemming spoedig plaats voor een wis selende; de tweedeelige maat gaat over in een driedeelige. En dan volgt een tonenspel, dat als een oneindige melodie opbloeit uit één enkel gegeven, zich ontwikkelt, stijgt en daalt, maar nimmer zijn afkomst verloochent. In weinig andere werken heeft Beethoven zich zóó haast onafgebroken vasthouden aan dezelfde grondgedachte als in dit Allegro het geval is, en als hij het besluiten moet, schijnt het alsof hij er zich niet van kan losmaken. Telkens weer hooren we dat thema, nu in de eene, dan weer in de andere stem; tot de laat ste noot toe behoudt het de heerschappij. En nu het Adagio. Een lage toon klopt geheim zinnig tweemaal aan, een tweede, een derde voegen zich er bij tot een liggende harmonie ontstaat. Het is als staan we op het punt het allerheiligste te betreden, waar het Mys terie ons zal worden geopenbaard. En dan begint de opperpriester te spreken: een rede, een gebed, een gezang, zoo innig, rein en ver heven als men alleen nog uit het Benedictus der Mcssa Solemnis en uit het Adagio der 9de Symphonie kent. De andere stemmen blijven eerst schuchter op den achtergrond; dan nemen zij een werkzaam deel aan de zin gende bede. En zonder dat we het aanstonds bemerken heeft zich een liedachtige melodie gevormd, die in nauwelijks naspeurbare sub tiliteit en schier onbegrensde verscheiden heid van rythme. klank en stemming verder geweven en ontwikkeld zal worden, een thema met variaties van ideale schoonheid zooals alleen Beethoven ons heeft kunnen schen ken. Men beluistere het dringende, verlan gende van de eerste metamorphose, de zachte, verre trommelrythmus van de tweede, die als een heldenschemering aandoet, de diep religieuze contemplatie der derde, die de oor spronkelijke melodie in vereenvoudigde wen ding („variation simplifiée") geeft, de combi natie van de factoren der eerste en der tweede variatie in de vierde. d:e in een wissel spel een breed stroomende mslodie met een markante begeleidingsfiguur vereenigt. En dan de wonderbare overgang naar de vijfde, waarin de verwantschap met het Adagio .der 9de Symphonie het duidelijkst aan den dag treedt en die in hemelsche harmonie uitklinkt. In het Scherzo is de humor aan het woord. De overgeleverde vorm. tweedeelige met een al ternatief (Trio in de mineurtoonsoort is be waard. evenals de hoofdvorm der sonate in eerste en laatste hoofddeel, maar hij is ge weldig uitgebreid, zoodat dit Scherzo een der langste geworden is, die Beethoven geschre ven heeft. Merkwaardig zijn de plotselinge onderbrekingen van maat en rythme in het tweede gedeelte! het voortjagende Trio. waar in de tot het uiterste doorgevoerde polyphonie van het voorafgegane eensklaps door enkel voudige melodie-voering vervangen wordt: de terugleiding naar het hoofdgedeelte. Nog even keert een brokje van het Trio terug, waajma het aanvangsmotief van het Scherzo de afsluiting tot stand brengt. De Fmaie ademt een gelukzalige beha gelijkheid, waarin geen „irdisch Getümmel" meer doorklinkt. Een aan Haydn herinnerende opgewektheid komt ons hier tegemoet. Geen dwang schijnt hier meer te heerschen; zelfs het Tempo is niet voorgeschreven. Een profetische schilde ring van een heilstaat, communistisch of fascistisch of wat-dan-ook-isch. al naar be lieven. en dat in een tijd toen er nog geen heilstaten bestonden! Men lette op den uni- sono-aanvangde eerste noten spelen verder op nog een rol. Met lette voorts op den bouw van het hoofdthema, wélks acht maten men vier aan vier dient te groepeeren: in schijn beeft men met 3 plus 5 maten te doen. De thematische combinaties en permutaties zijn vooral in de doorwerking schier onbegrensd en de klankwerkingen, die daardoor ontstaan zijn veelal van een magische schoonheid. De opmerkzame hoorder en opmerkzaamheid is hier geboden, wil men in het labyrinth den draad niet verliezen valt hier van de eene verrassing in de andere. Maar de grootste ver rassingen heeft Beethoven als naar gewoonte voor het slot bewaard. Na hetzelfde ..lokken de" motief, dat de doorwerking inleidde, en dat de tweede maal door een lachende triller vergezeld wordt, schijnt alles chaotisch door een te loopen. Tempo. maat. rythme en toon soort worden overhoop gegooid. Maar in al die warreling doet zich het thema hooren. in zesachtste maat overgebracht. Het verschijnt nu hier, dan daar in den draaikolk, het wint in kracht, terwijl de hoofdtoonsoort Es gr. t. terugkeert, het zwelt aan tot een machtige hymne, die het geweldige werk in grandioze pracht beëindigt. München kondigt deze uitzending vc Zondagavond aan. lukkig is en zich altijd toch weer met den moed der wanhoop in het nieuwe avontuur stort had de dankbaarste rol Man de twee en er dan ook het meeste succes in. Het is vooral om Fientje de la Mar met haar warm en innig talent, dat ik een bezook aan dokter Josephine in de Pinksterdagen in het Rika Hopper-T'neater kan aanbe*elen. Het publiek heeft de talentvolle actrice oij dit eerste optreden na twee jaar met waïmte ontvangen. Er waren bloemen en er was veel en hartelijk applaus. J. B. SCHUIL. SCHOOLFEEST HAARLEMSCHE HUISHOUD EN INDUSTRIESCHOOL. Men schrijft ons: Donderdagavond heeft in den Stadsschouw burg het schoolfeest plaats gehad van de leer lingen der Haarlemsche Huishoud- en In dustrieschool. Dit werd gegeven ter eere van de heropening van de vernieuwde school. Alle klassen hebben ertoe bijgedragen, den avond tot een welgeslaagden feestavond te maken, die nog lar.g in de herinnering van allen zal blijven voortleven. Van het eerste tot het laatste oogenblik zat de feeststemming erin, die onwillekeurig oversloeg op degenen, die op het tooneel waren: want aardig, vrijmoe dig. opgewekt, en met zichtbaar genoegen hebben allen aan het slagen van dezen feest avond meegewerkt. Niet minder dan twaalf nummers stonden on het programma vermeld en zelfs twee nummers werden ernog inge- lascht. Eén lof was er over de frissche ver zorgde aankleeding van de opvoerenaen. Alles was door de leerlingen zelf gemaakt, en heel wat arbeid en voorbereiding zal er noodig geweest zijn, om tot dit buitengewone resul taat te zijn gekomen. De leeraressen. die had den meegeholpen kregen allen bloemen: een goede band vulde de nummers aan en de leerlingen hebben rijkelijk kunnen genieten van de aangeboden tractaties. Aan het einde der avond heeft de Presidente der school, mejuffrouw Brusse alle medewer kenden hartelijk dank gezegd, en bood me juffrouw Kam. als Presidente van de feest commissie bloemen aan. (Adv. Ingez. Med.) ERNSTIGE BEZWAREN TEGEN HET BE- ZUINIGINGS-ONTWEKP VAN DE CHR. SCHOOLORGANISATIES. De Schoolraad voor de Scholen met den Bijbel (als zoodanig vertegenwoordigend de Ver. voor Chr. Nat. Schoolonderwijs, het Geref. Schoolverband, de Unie „Een School met den Bijbel" en de Ver. van Christ. On derwijzers enz.ï en de Ver. voor Chr. Volks onderwijs hebben gemeenschappelijk een adres gezonden aan de leden der Eerste en der Tweede Kamer waarin zij naar aanlei ding van Afd. 3 van het aanhangig Wets ontwerp ter verlaging van de openbare uit gaven verschillende bezwaren en disederata tor kennis der volksvertegenwoordiging brengen met verzoek die wel te willen over wegen Adressanten ontwikkelen bezwaren tegen paragraaf 19 (uitsluiting van Ulo-scholen met meer dan vier leerjaren van het recht op de vergoedingen); als ook tegen art. 2. sub 3 (voor toelating van iederen leerling tot de Uulo-school uitdrukkelijke of stilzwij gende goedkeuring van den inspecteur)te gen paragraaf 20 (de positie van den kwee- keling met acte die blijvend verslechterd wordt): tegen paragraaf 21 (de regeling der schoolgeldheffing, waarin zij de deur open ziet voor willekeur)tegen paragraaf 25 (die voor het bijzonder onderwijs uiterst ge wichtig is en die het recht op vergoedingen wil laten afhangen van een arbitraire be slissing van den Minister of van de Kroon) welke paragraaf adressanten onaannemelijk achten: tegen paragraaf 26 (die de positie der kweekscholen regelen wil en die naar het oordeel van adressanten een toestand van complete onzekerheid schept en waarbij het kennelijk slechts schijn is de regeling als een voorloopige voor te stellen en welke para graaf de vrije opleiding (staatsexamen) wil afschaffen, waar tegen adressanten zich even eens verzetten, alsook tegen paragraaf 27 (die de pension neer ing op 60-jarigen leeftijd wil stellen) wi.il adressant de voorkeur geeft aan een facultatieve regeling en daarin ook wil zien geregeld de positie van het perso neel bij het Buitengewoon L. O. INGEZONDEN Voor den inhoud dezer rubriek stelt de Redactie zich niet verantwoordelijk. Van ingezonden stukken, geplaatst of niet geplaatst, wordt de kopij den inzender niet teruggegeven. Waarom eerst vredesgangen? In een ingezonden stukje wijst de heer P. ons op een nieuwe taak: nl. de gezond m a- king van ons volk. Ik geloof dat wij die ge rust mogen afwentelen op de medici. Wij heb ben groote eerbied voor deze ernstige „strij ders van net leven". Maar wij vrouwen wij vragen óók aan hen: ..weet ge dat ge voor niets hebt gewerkt zoo er weer oorlog komt? Oorlog vernietigt alles." En daar oorlog men- schenwerk is. kan hij slechts door menschen worden uitgebannen. Daarom houden we onze Vredesgangen. En de resultaten hiervan zou den ..nihil" zijn? In onzen eersten Vredes gang beleden plusminus 2500 vrouwen haar ernstigèn wil tot vrede, in de tweede pijn. 8000!! Ik heb eens iemand hooren zeggen: De vrouw is altijd een actief element tot den oorlog geweest; in haar leeft de zucht tot heldenvereerlng en de bekoring voor de uni form. Dat moet anders worden. Wij vrouwen moeten worden een actief element voor den vrede en daarom houden we onze Vredesgan gen en mogen wij met vreugde constateeren. dat ons werk vordert. Oogensc'nijnlijk mag het voorkomen dat het niets geeft, ieder die dezen Vredesgang eens mci?maakte. weet, dat zij iets gewonnen heeft. Iets dat niemand haar kan ontnemen nl. de versterking van de innerlijke kracht om te blijven werken voor ons mooie doel: de vrouwen te winnen voor ons werk, opdat wij een éénheid zullen vor men. die als een onwrikbare muur zal staan tusschen oorlogsdreiging en onze kinderen. Een lid van den Int. Vrouwen bond voor Vrede en Vrijheid. Peer. v. Hogendorpstraat 3, Haarlem. Rus- cenburgerweg 8, Bloemendaal.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1935 | | pagina 15