Haarlem's Kunstschatten. WOENSDAG 12 JUNI 1935 HAARDE M'S D A "G B D A D 3 Teraardebestelling Jac. Urlus Dinsdag heeft op de R.K. Begraafplaats aan den Gooweg te Noordwijk aan Zee de ter aardebestelling plaats gehad van het stoffe lijk overschot van den bekenden zanger Jac. Urlus. In de Parochiekerk van St. Jeroen hadden de plechtige uitvaartdiensten plaats. Opge dragen werd de H. Mis van Requiem door den Deken van Noordwijk. den Z.Eerw. heer J. W. Borsboom. geassisteerd door pastoor W. Bongers en kapelaan Heems kerk. Toen de kist uit de kerk werd gedragen, zong Louis van Tulder. met medewerking van het zangkoor „In Paradisum deducant Angeli (ten Paradijze geleiden U de Engelen Daarna ging de stoet naar de begraaf plaats. Achter de lijkkoets ging een wagen met kransen en bloemen, o.a. van dr. Willem Mengelberg, van het Bestuur van de Wagner- vereeniging, van het Utrechtsch Stedelijk Or kest, van het Toonkunstkoor uit Amsterdam en van vele vrienden en collega's. Op het kerkhof bevonden zich onder de groote schare belangstellenden o.a. de heer P. Visser, namens den Minister van Onder wijs, Kunsten en Wetenschappen, de loco burgemeester van Noordwijk. de heer E L. de Witt, Wethouder C. G. J. Alkemade en de ge meente-secretaris. de heer A. G. Deelen. Voorts merkten wij op Mr. E. Cornells, namens het Utrechtsch Stedelijk Orkest, den heer H. v. Bever, namens het Toonkunstkoor uit Am sterdam. verschillende bestuursleden van dit koor. Louis van Tulder. Tom Denijs. Thea Versteeg en Willem Ravelli. bestuursleden van de Concert- en Oratorium Zangers Vereeniging in Nederland, den heer B. Diamant, direc teur van de Koninklijke Oratorium Vereeni ging „Rotterdam", de doctoren Coenraad en Nederveen, die den overledene behandeld hebben, dr. Hermanides uit Noordwijk en den heer Botten heim, particulier secretaris van dr. Willem Mengelberg en vele anderen. Ds beaarding werd verricht door de gees telijken, die de Mis van Requiem hadden op gedragen. Aan het graf werd niet gesproken. Windhoos boven Loosdrecht en Dordrecht. Zes en twintig zeilbooten omgeslagen. Een halve eeuw geleden. Uit Haarlem's Dagblad van 1885. 12 Juni: De cholera te Madrid neemt toe. Een officiëele statistiek wordt niet gegeven, maar particuliere telegrammen melden dat gedurende Maandag en Dinsdag elt gevallen in de hospitalen voorgekomen zijn, waarvan vijf met doodelijken af loop en drie sterfgevallen in de stad. In de gendarmerie-kazerne kwamen vier gevallen voor, waarvan twee met doodelijken afloop. De kazerne is ont ruimd. Omtrent sporadische cholera en epidemie heerscht nog het gewone ver schil van gevoelen tusschen optimisti sche en pessimistische doctoren. Dr. Ferran heeft te Valencia zijn proe ven in het bijzijn van 40 doctoren her haald: alle ingeënte personen hebben binnen de 24 uren de voorspelde symp tomen ondervonden: geen enkel is door de cholera aangetast. De Spaansche regeering handelt weder op haar eigenaardige wijze. Gezond heidsmaatregelen worden weinig ge nomen: maar de directeuren der tele graafkantoren hebben bevel ontvangen, de dépeches welke de journalisten aan hun bladen afzenden, aan de censuur eener commissie te onderwerpen, welke ze dan wijzigt. Uit Valencia wordt in massa verhuisd: uit Madrid evenzoo. De express naar het Noorden moest men Maandagavond twee extra-treinen toe voegen, wegens het groot aantal reizi gers. 3 Door onze lens gesnapt. I Nederlandsche Handel Mij. Wenschen van aandeelhouders Directie van 4 op 3 leden teruggebracht. Werken van het Werkfonds. Plannen tot een bedrag van ongeveer 25 milliocn. Wie HAAS' mosterd eenmaal kent. Wil niet anders; is verwend! Adv. Ingez. Med..) Geen Van der Hoogt-prijs dit jaar. Eensgezindheid over de voordracht ontbreekt. Jaarvergadering van de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde. In het gebouw der Maatschappij tot Nut van 't Algemeen te Leiden is heden de jaar lij ksche vergadering gehouden van de Maat schappij der Nederlandsche Letterkunde. De voorzitter, de heer Dr. J. de Vries, opende de bijeenkomst met een toespraak, waarin hij allereerst de in het afgeloopen jaar gestorven leden herdacht. Vervolgens gaf hij een beschouwing over de plaats der maatschappij in het geestelijk leven van Nederland, hetgeen hem aanlei ding gaf te gewagen van de geringe waardee ring voor de litteratuur door ons volk en van ons zwakke historische besef dat niet verder terug gaat dan tot de gouden eeuw. De nood zakelijkheid van grootere activiteit werd be toogd en als een poging in deze richting wees spr op de voorstellen, die het bestuur aan de vergadering heeft voorgelegd. Daarna was het woord aan den secretaris, den heer H. T. Damsté, voor het uitbrengen van het verslag van den staat der maat schappij en van hare belangrijkste lotgeval len en handelingen gedurende het afgeloo pen jaar. Hierin werd 't overlijden van Prins Hendrik, buitengewoon eerelid der maat schappij herdacht. Op dit jaareinde telt de Maatschappij een eerelid, 655 gewone en 75 buitengewone le den. Namens het bestuur werd een mededee- ling gedaan omtrent den „C. W. van der Hoogt-prijs". Deze zal dit jaar niet worden uitgereikt, omdat het bestuur zich niet kan vereenigen met de voordracht van de com missie voor Schoone Letteren. Wat betreft den nieuwen tweejaarlijkschen „Dr. Wijnaendts Franckenprijs", groot 500 gulden, heeft de desbetreffende commissie voor de rubriek Biografie en Cultuurge schiedenis aanbevolen dezen prijs voor 1935 toe te kennen aan N. Japikse, voor zijn boek „Prins Willem III, stadhouder en koning" (Amsterdam 1930 en 1933 twee deelen). In haar rapport deelt de commissie mede, dat zeer zeker voor bekroning in aanmer king kwamen: Jan Romein, De lage landen bij de zee, Utrecht 1934, W. J. Kiihler, Geschiedenis der Nederland sche Doopsgezinden in de 16e eeuw, Haar lem 1932, J. Vloemans, Spinoza, 's-Gravenhage 1931 en N. Japikse, Prins Willem III, de stadhou der en koning. De vergelijking tussclien deze werken van verschillenden aard was een zeer moeilijke en van elk konden vele zeer goede kwalitei ten worden geapprecieerd. Tenslotte heeft de meerderheid der commissie gemeend het werk van dr. N. Japikse te moeten aanbe velen. Na de afhandeling van de overige punten der agenda heeft prof. dr. J. Huizinga een voordracht gehouden „Over Abaelard". sing welke een volgende generatie weer te herstellen kreeg. Een tijd van geldschaarschte en verminderde speculanten-belangstelling in kunst, pleegt die herstelling van de juiste verhoudingen op zich te nemen. Keeren wij nu tot onzen Van Hees terug, dan bezien wij dit schilderij al dadelijk met iets van vertrouwelijke sympathie: wij weten nu immers met een echten Van Hees en niet met een aan Ruysdael „toegeschreven" werk van doen te hebben. Al zouden wij nu niet dadelijk dezen Van Hees voor een Ruysdael hebben aangezien, het blijft altijd prettig een aardig kind bij zijn waren naam te kunnen noemen. En voor den leek, simpel schilderij vriend, kan het nooit genoeg gezegd zijn dat er van een mooi werk door een tweederangsmeester vaak meer genieting te beleven valt dan van een zwak of dubieus werk dat een voornaam etiket draagt. Wat dit schilderij voor ons zoo aantrekke lijk maakt, is de overeenstemming van ver- j houdingen die men er uit lezen kan, tusschen de geschilderde Hollandsche landschappen der zeventiende en der negentiende eeuw. Zooals Ruysdael een Jaap Maris kon ixnpo- neeren beiden veelzijdige en bewogen gees ten zoo verschijnt een Van Hees als een directe voorvader van Gabriel of Roelofs. Zoo als dat rechtsche deel op ons schilderij, de plas met het visschertje, de boompartij waar het torentje puntig boven uit steekt, een ge liefd sujet uit Kortenhoef van Gabriel voor spelt en de compositie der met riet bedekte boerenbehuizingen de Drentsche werken van hem en van Roelofs vooruitloopt, zoo kunt ge direct de verhoudingen vaststellen die er tus schen deze meesters van toen en later bestaan. Wat typeerend voor den tijd is, dat is de overvloedige „stoffaadje" bij Van Hees. Aan Boven Loosdrecht heeft Dinsdag een korte, hevige storm gewoed, waardoor plotseling 26 jollen en sharpies werden omgeworpen, zoo dat alle zeilers te water geraakten. Daar er juist een zeilwedstrijd werd ge houden. waren er spoedig motorbooten en grootere zeiljachten ter plaatse, welke de bemanningen der omgeslagen scheepjes wis ten te redden. Dinsdagmiddag omstreeks half een trok een windhoos over Dordrecht en omgeving, die zoowel in de stad als daarbuiten vrij veel schade aanrichtte. Op het Hollandsch Diep veroorzaakte de windhoos een ernstig ongeval waarbij ge lukkig geen persoonlijke ongelukken te be treuren vielen. Een groote heimachine, die bo.ven een bouwput voor een der pijlers voor de nieuwe verkeersbrug bij. den Moerdijk was geplaats, werd omver geworpen, warbij aanzienlijke materdeele schaden werd aange richt. Op het oogenblik, dat de windhoos over het Hollandsch Diep trok, waren er toevallig weinig schepen, zoodat scheepsongevallen niet voorkwamen. Slechts een visschersboot dreef met gescheurde zeilen hulpeloos op het breede water, deze kon echter spoedig be houden binnengebracht worden. landschap, licht en lucht alleen had hij niet genoeg voor zijn tijd en zijn menschen. Er moest een verhaaltje bij, moest wat gebeuren. Zetten Gabriel en zijn vrienden een enkel fi guurtje in de compositie, om de wereld niet als een verlaten oord voor te stellen, de zeven- tiende-eeuwsche kunstvriend eischte buiten de natuur nog der menschen bedrijvigheid. Aan het geestig geprofileerde visschertje had hij niet genoeg, links strompelt een ventje over den weg: wat verder gaat een ruitertje en converseert een oud man met een oud vrouwtje dat takkenbossen op den rug heeft: een knaapje luistert toe. Nog verder gaat wéér een paard met begeleider, ja, zelfs boven het onderdeurtje van de boerderij houdt de bewo ner een praatje met een bezoeker. Hoe sterk heeft een schilder als Van Hees de zuivere grootschheid van natuur en landschap met de knusse-kneuterigheid van het alledags- gedoe der menschen verweven. In het begin der vorige eeuw had men dat ook nog. dan, in het midden komt de reactie die zuivering be doelt: de natuur, zonder bijmengsel van het verhalend element, komt als eerste en eenig motief naar voren. Roelofs, Gabriel, Weissen- bruch en hun geheele gevolg, zij leeren ons weer aan het, ieder moment wisselende leven der natuur genoeg te hebben; zij accentueer den scherper, schiftten het een van het ander, stelden zich van hun standpunt misschien zuiverder tegenover de natuur als opgaaf maar die natuur was per slot dezelfde die een Van Hees en zijn vrienden zagen en zij allen zagen haar met gelijke genegenheid. En dat is het wat een goed schilderij van een tweederangsmeester. van wien ik niets anders weet dan dat hij in 1670 in Haarlem stierf, ons altijd nog leeren kan. J. H. DE BOIS. Ds. A. M. Boeijinga. Ds. A, M. Boeijinga, predikant bij de Geref. Kerk alhier, werd in 1887 geboren te Noord- Scharwoude, waar zijn vader predikant was. Hij bezocht het gymnasium te Middelburg en studeerde aan de Vrije Universiteit te Am sterdam. Hij deed zijn candidaatsexamen in de theologie in 1911 en zijn doctoraal in 1913. Achtereenvolgens kreeg hij nu standplaat sen in de Geref. Kerken: te Koog-Zaandijk (19141919), Sassenheim (19191928) en Haarlem (sinds 1928). Ook buiten het kerkelijk leven vexwult Ds. Boeijinga nog eenige functies, n.l. die van lid der Gemeentelijke Landstormcommissie „Kennemerland" en van lid der Plaatselijke Commissie van Toezicht op het Middelbaar Onderwijs. BOND VOOR STAATSPENSIONNEERING. De jaarlij ksche vergadering van den Bond voor staatspensionneei'ing heeft gisteren te Amsterdam plaats gehad onder voorzitter schap van jhr. ir. R. ae Muralt. In zijn ope- ningswooi'd wees de voorzitter er op dat de bond het laatste jaar vooruitging met onge veer 1000 leden en nu 65.000 leden telt. De redacteur-secretaris ds. D. A. van Kx-evelen en de algemeene penningmeester ds. P. A. Vis. werden door den voorzitter gehuldigd in verband met het feit dat zij 25 jaar een functie in het bestuur hebben ver vuld. Bij de besprekingen over het jaarverslag werd besloten een groote demonstratie voor Staatspensionneering te houden. In verband met het voorstel alle Kamer fracties uit te noodigen zoo spoedig mogelijk te komen tot indiening van een voorstel dat kan leiden tot invoering van premievrïj staatspensioen, zei de voorzitter, dat het een schande was dat de meeste Kamerleden zoo weinig hebben gedaan en doen voor het be reiken van staatspensioen. Jaarverslagen en begrooting zijn goedge keurd. Dx\ D. van Embden. ds. G. Westmijse en R. Sissing traden af als niet herkiesbare hoofdbestuurders en in hun plaats werden gekozen de heeren H. Visser (Assen), J. Js. Spaargaren (Broek in Waterland) eri N. E. van der Zee (Sneek). De vergadering nam xia uitvoerige bespre king een motie aan, waarin de regeerïng ver zocht wordt werkloosheiduitkeering en ouder domspensioen zoodanig aan elkaar te koppe len. dat zooveel mogelijk aan overheids machten vervroegd pensioen wordt verleend en aan de overige manneix en vroxiwen op nader te bepalen leeftijd pensioen van staatswege wordt toegekend, waardoor ae jongere krachten meer gelegenheid krijgen aaxi den arbeid te gaan. (Applaus), Dinsdag is de jaai'lijksche algemeene ver gadering van aandeelhouders der Nederland sche Handel Mij. gehouden, de eerste na de reorganisatie. Aanwezig of vertegenwoordigd waren 54.307 1/2 aandeelen recht hebbende op 217 stemmen. Na goedkeuring van de notulen, vroeg een der aaxideelhouders. de heer F. C. den Hartigh, het woord, voor het doen vaxx een initiatief voorstel om de geheele directie en commissa rissen van de maatschappij ontslag te verlee- nen. Dit voorstel werd uitvoerig toegelicht. Op de vergadering van 15 December zijn zeer ver strekkende besluiten genomen inzake afschrij ving van het kapitaal der aandeelhouders met zeker nog geen half procent der werkelijke aandeelhouders erbij. Hetresxxltaathiexwan is dat voor altijd de kans op redres voor oude aandeelhouders is verkeken. In het algemeen zijn de aandeelhouders der Nederlandsche Handel Mij. geen speculanten en hebben zij getoond het volste vertrouwen te hebben in de capaciteiten van de dixrectie. De publicatie van de besluiten van 15 December was voor hen dan ook een koixde douche, te meer omdat zij in deze vergadering geen toegang hadden aangezien zij hun aandeelen bezaten in be- leenbare coupures n.l. in certificaten, wat op dat tijdstip voor ongeveer 60 millioen. dus voor driekwart van het aandeelenkapitaal gold. De directie wenschte op deze vergadering echter geen oppositie en dat heeft de oppositie doen groeien. Spr. critiseerde scherp de geste der directie, die van een maatschappij van standing niet verwacht werd. Vele aandeelhouders, weduwen en weezen, beschikten niet over het geld om op de nieuwe aandeelen in te schrijven evenmin over het noodige vertrouwen in de directie, die in den loop van vier jaar onge veer 150 procent van het aandeelenkapitaal dus ongeveer 120 millioen gulden uit de ac tiva wist af te voeren. De aandeelhouders wenschen weer baas in eigen huis te worden en wenschen dat de vaste lasten worden ver laagd door goede reorganisatie en door ver huur van overbodige gebouwen. Men had ver wacht dat de salarissen van de directie zou den worden teruggebracht tot een tiende van de tegenwoordige hoogte, zooals b.v. het sala ris van den factoriehouder te Batavia, dat naar spr. meent te weten 38.000 gulden be draagt. Op die manier kan de post van 6 mil liocn gulden kantooronkosten teruggebracht worden tot 6 ton en kunnen de aandeelhouders zes procent dividend krijgen. Wenschen de directeuren bij een dergelijk salaris te vertrek ken dan kunnen de aandeelhouders deze hee ren zeer wel missen, die aan hem&lhooge sala rissen krijgen uitgekeerd wat de aandeelhou ders in vol vertrouwen in de directie hebben bespaard. Na ook nog critiek op de balans te hebben uitgeoefend stelde spr. voor het ver trouwen in deze directie op te zeggen en haar in haar geheel samen met alle commissarissen onmiddellijk ontslag te verleenen zonder decharge voor het gevoex-de beheer. De voorzitter, mr. D. Crena de Iongh wees er op dat de korte periode, gedurende welke de mogelijkheid bestond, tot inwisseling dei- certificaten, buiten de bevoegdheid der maat schappij lag, daar het administratiekantoor een aparte onderneming is met eigen statu ten. De vergadering kreeg een rumoerig karakter daar verschillende aandeelhouders uit de sta tuten lazexx, dat zij het recht hebben directie exx commissarissexi onmiddellijk te oxitslaan, waarna van de bestuurstafel, de juridische beteekenis vaxi de desbetreffende bepaling- werd uiteengezet, welke uiteenzetting eenige malen door interrupties werd onderbroken. Het bestuur stelde een motie voor om de voorstellen van den heer Den Hartigh niet aan te nemen, welke motie met 204 tegen 13 stemmen werd goedgekeurd. Een der aandeelhouders zeide, dat er één millioen gulden in het pensioenfonds is ge stort, terwijl er geen pexisioenfonds is, waarop de voorzitter antwoordde, dat er irxderdaad geen pexisioenfonds is, doch een ondersteu ningsfonds, dat geexi rechtspersoonlijkheid heeft. Men overweegt, dit fonds in een afzon derlijke onderneming onder te brengen. De balans en winst- en verliesrekening als mede de toelichting werden vervolgens aange nomen met 192 tegen 11 stemmen en 14 blanco. Met algemeene stemmen werd besloten het aaxital directeuren te verminderen vaxi 4 tot 3. Het volgende punt, om de winstverdeeling te veranderen gaf aanleiding tot de vraag of het noodzakelijk is thans te komen met een verandering in de statuten betrekking heb bende op de winstverdeeling, terwijl er op het oogenblik geen winst is. De voorzitter achtte het noodzakelijk, nu het aantal directeuren was verminderd, dat ook de tantième-uitkee- ring aan de directie werd teruggebracht, ter wijl dat voor aandeelhouders werd verlaagd. Dit punt werd na eenig debat zonder stemming aangenomen. In de bestaande vacatures werden herkozen als commissarissen de heeren J. H. Hummel, C. de Monchy en H. L. van Eeghen. Uit de vergadering werd gevraagd waarvoor het noodig is het aantal commissarissen uit te breiden, in antwoord waarop wordt medege deeld. dat de kringen, waaruit deze commis sarissen komen, de maatschappij ten goede zullen komen. Het desbetreffende voorstel werd met 192 stemmen tegen 15 stemmen aan genomen. Als commissarissen werden gekozen de heeren Jhr. Mr. F. Beelaerts van Blokland, Mr. A. Baron van Haersolte en Jhr. Mr. B. C. de Savornin Lohman. Bij de rondvraag drong een der aandeelhou ders aan op een gelijkschakeling der prefe rente aandeelen, die niet gedevalueerd zijn. Het bestuur zeide, dat een dergelijke stap van haar niet te verwachten was, waartegen de aandeelhouders protesteerden. De vergadering werd daarop gesloten. Oss wordt grondig gezuiverd. Weer drie man in arrest. In totaal reeds 54 personen achter slot en grendel. Door de Koninklijke Marechaussee van de brigade Oss werd Dinsdag overgegaan tot arrestatie van zekeren M. van O. en C. de B. terwijl door den Rijksveldwachter in Bleis wij k (Z.H.) werd gearresteerd en op transport naar Oss gesteld een broer van C. de B., A. de B. Deze mannen worden ervan verdacht, in het vorig jaar Juli, in samenwex-king met den verd. Ceelen een roofoverval te hebben gepleegd op den bejaarden heer K. W. te Heeswijk onder de gemeente Dinther, waar een bedrag van ruim 300 gulden en eenige gouden sieraden werden buitgemaakt. Alle drie gearresteex-den zijn Dinsdagmid dag op transport gesteld naar Heeswijk voor confrontatie. Naar het Volk meldt zijn in de laatste weken e Oss in totaal 54 arrestaties ver richt. Wij ontvingen de volgende gegevens met betrekkixig tot de Openbare Werken, die met behulp van het Werkfonds worden gefinan cierd. Van deze werken zijn: I. Drie en dertig plannen uigevoerd en in uitvoering tot een bedrag van f 5.923.293.85; H. -60 plannen toegestaan tot een bedrag van f 18.925.922.35. Totaal 93 plannen tot een bedrag van f 24.849.216.20. Het aantal man- weken op de bouwplaats voor deze werken bedraagt ruw geschat 360.000 d.i. circa 7000 manjax-en. Een gelijk aantal ai'beidsweken wordt bovendien buiten de bouwplaats ver leend zoodat men kan zeggen, dat ongeveer 14.000 man gedurende een jaar door boven genoemd Werkfonds-werken te werk worden gesteld. Bovendien vinden ongeveer 55000 man werk in de door het Rijk gesubsidieerde werkverschaffing. Voorts is voor 45 in- dustx-ieele projecten van het Wex'kfonds een totaalbedrag toegestaan van f 1.983.064 en moeten enkele millioenen gereserveerd wor den voor een nog in overweging zijnd werk. Het aantal manweken voor deze projecten is uiteraard moeilijk in cijfers uit te druk ken. W. Westerman. t Oud-prcsident-directeur der Robaver. Te 's-Gravenhage is op ruim 70- jarigen leeftijd overleden de heer W. Westerman. oud-president directeur van de Rotterdamsche Bankvereeni- De heer Westerman werd 14 November 1864 geboren. Na de H.B.S. te Amsterdam gevolgd te hebben was hij vervolgens in 1831 bediende bij Vermeer en Co. aldaar, in 1889 procuratiehouder bij Evert en Schmidt, in 1892 hoofdboekhouder der Ned. Asahan Ta bakmij in Ned.-Indië. in 1899 kwam hij te rug in Nederland en werd hij alg. procura tiehouder bij de Incassobank, in 1902 secre taris der Rottex-d. Bankvereeniging. in 1904 dix-ecteur en in 1908 px-esident-dix-ecteur van genoemde bank. Deze laatste functie be kleedde hij tot 1924. Als leider der Robaver heeft hij den moei lijksten tijd uit het leven dier bank meege maakt. Op de ongekende vlucht, die het bankbedrijf tijdens den oox-log nam, volgde een tex-uggang. waarvan de meeste groote banken zich ten slotte door eigen kracht wis ten te herstellen. Alleen de Robaver maakte hierop een uitzondering; zooals achteraf bleek kon zij zich slechts met regeeringssteun staande houden. Toen in 1924 het grootste gevaar voor dfc Bank geweken was, trad hij als president-directeur af, doch bleef door zijn benoeming tot president-commissaris met haar in nauwe relatie. De heer Westêiman heeft tal van publi caties het licht doen zien. Thans was hij nog voorzitter van den Raad van Commissaris sen van de HollandAmerika lijn, van het dagelijksch bestuur der Ned.-Amerikaansche Kamer van Koophandel en" van de Neder- laiidsch-Amerikaanschë fundatie, lid van den Raad van Bestuur der Hollandsche Bank Unie en van de Kon. Luchtvaart Mij. voor Nederland en Koloniën. En in 1926 zag hij zich benoemd tot lid der Commissie van des kundigen, die advies uitbracht aan de econo mische commissie van den Volkenbond over de bezwaren, die de handel ondervond van de verschillen in het wissel- en chèquerec'ht in diverse landen, Een landschap door Gerrit van Hees in het Frans Halsmuseum. Behalve in een paar Fransche musea zijn er van dezen zeldzamen schilder niet v^el voluit gesigneerde en gedateerde schilderijen te vinden. Ons Haarlemsch schildex-ij, met pen complete en gave signatuur en het jaartal 1650, behoort tot die weinige. Het ligt natuur lijk voor de hand, dat een schilder die tot zoo iets knaps als dit „landschap aan den woui- zoom" in staat was, in zijn leven meer dan een enkel dozijn werken geproduceerd heeft. Men neemt dan ook gemeenlijk aan dat een deei van Van Hees' oeuvx-e, dat hij ongesigneerd de wereld zou hebben ingestuurd, later door de „eleerden aan Ruysdael zou zijn toegeschre ven en als Ruysdael's hun bezitters zou heb ben gelukkig gemaakt. Gezien de gelijkenis die er*1 tusschen het vroege wex-k van Ruysdael en de erkende werken van Van Hees bestaat, lijkt die mogelijkheid volstrekt niet buitengesloten. Man kan daarbij dan weliswaar weer de vraag opperen wat ter wereld zoo iemand als Van Hees toch kan bewogen hebben een gx-oot deel van zijn werk niet te signeex-en. En iemand die wantrouwend van aard is zou kunnen vra gen of die signatuur misschien ook later wel eens verwijderd zou kunnen zijn om een toe schrijving aan Ruysdael mogelijk te maken. Die laatste mogelijkheid erkennende, moet men evenwel niet voox-bijzien dat aan de sig natuur in de zeventiende eeuw niet die betee kenis gehecht werd die er later aan werd toe gekend. In oude inventarissen worden vaak de namen der makers van de schilderstukken die men in opkamer, sijdelcamer of saai vond, niet eens vermeld. Men noteerde eenvoudig, zóóveel landschapjes, zóóveel tronietjes, zóó veel beeldtjens, zóóveel fruitstukjens, enz. enz. En het moest al een heele Piet wezen als in een gemengde inventaris de artistennaam er aan te pas kwam. Dat alles maakte de in de negentiende eeuw opgekomen kunstwetenschap tot zoo iets heel aparts, amusants en onderhoudends. Want als de eerste generatie van geleerden er mee klaar was een aantal ongemerkte kunstwerken aar- schilder X toe te schrijven en men kwam lang zamerhand tot de ontdekking dat die meneer meer geschilderd had, dan in een normaal menschenleven mogelijk was, dan kon een tweede geleerden generatie op even weten schappelijke wijze het werk van X weer gaan .zuiveren" en de dubiosa op rekening van kunstenaar Z. of een ander zetten. Vrachtwa- ens belezenheid, scherpzinnigheid en com binatievermogen zijn aan die bezigheden ge spendeerd en alles zou pour le rnieux dans le meilleur des mondes geweest zijn als die acti viteit niet zulk een invloed op de geldswaarde van het kunstwerk had uitgeoefend, waardoor, te onzaliger uur. het kunstwerk op de twepde en de toeschrijving op de eerste plaats was ko men te staan. Dat is natuurlijk een vergis-,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1935 | | pagina 5