Haarlem's Kunstschatten.
WOENSDAG 12 JUNI 1935
HAARDE M'S D A "G B D A D
3
Teraardebestelling Jac. Urlus
Dinsdag heeft op de R.K. Begraafplaats
aan den Gooweg te Noordwijk aan Zee de ter
aardebestelling plaats gehad van het stoffe
lijk overschot van den bekenden zanger Jac.
Urlus.
In de Parochiekerk van St. Jeroen hadden
de plechtige uitvaartdiensten plaats. Opge
dragen werd de H. Mis van Requiem
door den Deken van Noordwijk. den
Z.Eerw. heer J. W. Borsboom. geassisteerd
door pastoor W. Bongers en kapelaan Heems
kerk.
Toen de kist uit de kerk werd gedragen,
zong Louis van Tulder. met medewerking van
het zangkoor „In Paradisum deducant Angeli
(ten Paradijze geleiden U de Engelen
Daarna ging de stoet naar de begraaf
plaats. Achter de lijkkoets ging een wagen
met kransen en bloemen, o.a. van dr. Willem
Mengelberg, van het Bestuur van de Wagner-
vereeniging, van het Utrechtsch Stedelijk Or
kest, van het Toonkunstkoor uit Amsterdam
en van vele vrienden en collega's.
Op het kerkhof bevonden zich onder de
groote schare belangstellenden o.a. de heer
P. Visser, namens den Minister van Onder
wijs, Kunsten en Wetenschappen, de loco
burgemeester van Noordwijk. de heer E L. de
Witt, Wethouder C. G. J. Alkemade en de ge
meente-secretaris. de heer A. G. Deelen. Voorts
merkten wij op Mr. E. Cornells, namens het
Utrechtsch Stedelijk Orkest, den heer H. v.
Bever, namens het Toonkunstkoor uit Am
sterdam. verschillende bestuursleden van dit
koor. Louis van Tulder. Tom Denijs. Thea
Versteeg en Willem Ravelli. bestuursleden van
de Concert- en Oratorium Zangers Vereeniging
in Nederland, den heer B. Diamant, direc
teur van de Koninklijke Oratorium Vereeni
ging „Rotterdam", de doctoren Coenraad en
Nederveen, die den overledene behandeld
hebben, dr. Hermanides uit Noordwijk en den
heer Botten heim, particulier secretaris van
dr. Willem Mengelberg en vele anderen.
Ds beaarding werd verricht door de gees
telijken, die de Mis van Requiem hadden op
gedragen.
Aan het graf werd niet gesproken.
Windhoos boven Loosdrecht
en Dordrecht.
Zes en twintig zeilbooten omgeslagen.
Een halve eeuw geleden.
Uit Haarlem's Dagblad van 1885.
12 Juni:
De cholera te Madrid neemt toe. Een
officiëele statistiek wordt niet gegeven,
maar particuliere telegrammen melden
dat gedurende Maandag en Dinsdag elt
gevallen in de hospitalen voorgekomen
zijn, waarvan vijf met doodelijken af
loop en drie sterfgevallen in de stad.
In de gendarmerie-kazerne kwamen
vier gevallen voor, waarvan twee met
doodelijken afloop. De kazerne is ont
ruimd. Omtrent sporadische cholera en
epidemie heerscht nog het gewone ver
schil van gevoelen tusschen optimisti
sche en pessimistische doctoren.
Dr. Ferran heeft te Valencia zijn proe
ven in het bijzijn van 40 doctoren her
haald: alle ingeënte personen hebben
binnen de 24 uren de voorspelde symp
tomen ondervonden: geen enkel is door
de cholera aangetast.
De Spaansche regeering handelt weder
op haar eigenaardige wijze. Gezond
heidsmaatregelen worden weinig ge
nomen: maar de directeuren der tele
graafkantoren hebben bevel ontvangen,
de dépeches welke de journalisten aan
hun bladen afzenden, aan de censuur
eener commissie te onderwerpen, welke
ze dan wijzigt. Uit Valencia wordt in
massa verhuisd: uit Madrid evenzoo.
De express naar het Noorden moest men
Maandagavond twee extra-treinen toe
voegen, wegens het groot aantal reizi
gers.
3
Door onze lens gesnapt.
I Nederlandsche Handel Mij.
Wenschen van aandeelhouders
Directie van 4 op 3 leden teruggebracht.
Werken van het Werkfonds.
Plannen tot een bedrag van ongeveer
25 milliocn.
Wie HAAS' mosterd eenmaal kent.
Wil niet anders; is verwend!
Adv. Ingez. Med..)
Geen Van der Hoogt-prijs dit
jaar.
Eensgezindheid over de
voordracht ontbreekt.
Jaarvergadering van de Maatschappij der
Nederlandsche Letterkunde.
In het gebouw der Maatschappij tot Nut
van 't Algemeen te Leiden is heden de jaar
lij ksche vergadering gehouden van de Maat
schappij der Nederlandsche Letterkunde.
De voorzitter, de heer Dr. J. de Vries,
opende de bijeenkomst met een toespraak,
waarin hij allereerst de in het afgeloopen
jaar gestorven leden herdacht.
Vervolgens gaf hij een beschouwing over
de plaats der maatschappij in het geestelijk
leven van Nederland, hetgeen hem aanlei
ding gaf te gewagen van de geringe waardee
ring voor de litteratuur door ons volk en van
ons zwakke historische besef dat niet verder
terug gaat dan tot de gouden eeuw. De nood
zakelijkheid van grootere activiteit werd be
toogd en als een poging in deze richting wees
spr op de voorstellen, die het bestuur aan
de vergadering heeft voorgelegd.
Daarna was het woord aan den secretaris,
den heer H. T. Damsté, voor het uitbrengen
van het verslag van den staat der maat
schappij en van hare belangrijkste lotgeval
len en handelingen gedurende het afgeloo
pen jaar. Hierin werd 't overlijden van Prins
Hendrik, buitengewoon eerelid der maat
schappij herdacht.
Op dit jaareinde telt de Maatschappij een
eerelid, 655 gewone en 75 buitengewone le
den.
Namens het bestuur werd een mededee-
ling gedaan omtrent den „C. W. van der
Hoogt-prijs". Deze zal dit jaar niet worden
uitgereikt, omdat het bestuur zich niet kan
vereenigen met de voordracht van de com
missie voor Schoone Letteren.
Wat betreft den nieuwen tweejaarlijkschen
„Dr. Wijnaendts Franckenprijs", groot 500
gulden, heeft de desbetreffende commissie
voor de rubriek Biografie en Cultuurge
schiedenis aanbevolen dezen prijs voor 1935
toe te kennen aan N. Japikse, voor zijn boek
„Prins Willem III, stadhouder en koning"
(Amsterdam 1930 en 1933 twee deelen).
In haar rapport deelt de commissie mede,
dat zeer zeker voor bekroning in aanmer
king kwamen:
Jan Romein, De lage landen bij de zee,
Utrecht 1934,
W. J. Kiihler, Geschiedenis der Nederland
sche Doopsgezinden in de 16e eeuw, Haar
lem 1932,
J. Vloemans, Spinoza, 's-Gravenhage 1931
en N. Japikse, Prins Willem III, de stadhou
der en koning.
De vergelijking tussclien deze werken van
verschillenden aard was een zeer moeilijke
en van elk konden vele zeer goede kwalitei
ten worden geapprecieerd. Tenslotte heeft de
meerderheid der commissie gemeend het
werk van dr. N. Japikse te moeten aanbe
velen.
Na de afhandeling van de overige punten
der agenda heeft prof. dr. J. Huizinga een
voordracht gehouden „Over Abaelard".
sing welke een volgende generatie weer te
herstellen kreeg. Een tijd van geldschaarschte
en verminderde speculanten-belangstelling
in kunst, pleegt die herstelling van de
juiste verhoudingen op zich te nemen.
Keeren wij nu tot onzen Van Hees terug, dan
bezien wij dit schilderij al dadelijk met iets
van vertrouwelijke sympathie: wij weten nu
immers met een echten Van Hees en niet met
een aan Ruysdael „toegeschreven" werk van
doen te hebben. Al zouden wij nu niet dadelijk
dezen Van Hees voor een Ruysdael hebben
aangezien, het blijft altijd prettig een aardig
kind bij zijn waren naam te kunnen noemen.
En voor den leek, simpel schilderij vriend, kan
het nooit genoeg gezegd zijn dat er van een
mooi werk door een tweederangsmeester vaak
meer genieting te beleven valt dan van een
zwak of dubieus werk dat een voornaam etiket
draagt.
Wat dit schilderij voor ons zoo aantrekke
lijk maakt, is de overeenstemming van ver- j
houdingen die men er uit lezen kan, tusschen
de geschilderde Hollandsche landschappen der
zeventiende en der negentiende eeuw.
Zooals Ruysdael een Jaap Maris kon ixnpo-
neeren beiden veelzijdige en bewogen gees
ten zoo verschijnt een Van Hees als een
directe voorvader van Gabriel of Roelofs. Zoo
als dat rechtsche deel op ons schilderij, de
plas met het visschertje, de boompartij waar
het torentje puntig boven uit steekt, een ge
liefd sujet uit Kortenhoef van Gabriel voor
spelt en de compositie der met riet bedekte
boerenbehuizingen de Drentsche werken van
hem en van Roelofs vooruitloopt, zoo kunt ge
direct de verhoudingen vaststellen die er tus
schen deze meesters van toen en later bestaan.
Wat typeerend voor den tijd is, dat is de
overvloedige „stoffaadje" bij Van Hees. Aan
Boven Loosdrecht heeft Dinsdag een korte,
hevige storm gewoed, waardoor plotseling 26
jollen en sharpies werden omgeworpen, zoo
dat alle zeilers te water geraakten.
Daar er juist een zeilwedstrijd werd ge
houden. waren er spoedig motorbooten en
grootere zeiljachten ter plaatse, welke de
bemanningen der omgeslagen scheepjes wis
ten te redden.
Dinsdagmiddag omstreeks half een trok
een windhoos over Dordrecht en omgeving,
die zoowel in de stad als daarbuiten vrij veel
schade aanrichtte.
Op het Hollandsch Diep veroorzaakte de
windhoos een ernstig ongeval waarbij ge
lukkig geen persoonlijke ongelukken te be
treuren vielen. Een groote heimachine, die
bo.ven een bouwput voor een der pijlers voor
de nieuwe verkeersbrug bij. den Moerdijk
was geplaats, werd omver geworpen, warbij
aanzienlijke materdeele schaden werd aange
richt.
Op het oogenblik, dat de windhoos over het
Hollandsch Diep trok, waren er toevallig
weinig schepen, zoodat scheepsongevallen
niet voorkwamen. Slechts een visschersboot
dreef met gescheurde zeilen hulpeloos op het
breede water, deze kon echter spoedig be
houden binnengebracht worden.
landschap, licht en lucht alleen had hij niet
genoeg voor zijn tijd en zijn menschen. Er
moest een verhaaltje bij, moest wat gebeuren.
Zetten Gabriel en zijn vrienden een enkel fi
guurtje in de compositie, om de wereld niet
als een verlaten oord voor te stellen, de zeven-
tiende-eeuwsche kunstvriend eischte buiten
de natuur nog der menschen bedrijvigheid.
Aan het geestig geprofileerde visschertje had
hij niet genoeg, links strompelt een ventje
over den weg: wat verder gaat een ruitertje
en converseert een oud man met een oud
vrouwtje dat takkenbossen op den rug heeft:
een knaapje luistert toe. Nog verder gaat wéér
een paard met begeleider, ja, zelfs boven het
onderdeurtje van de boerderij houdt de bewo
ner een praatje met een bezoeker. Hoe sterk
heeft een schilder als Van Hees de zuivere
grootschheid van natuur en landschap met
de knusse-kneuterigheid van het alledags-
gedoe der menschen verweven. In het begin
der vorige eeuw had men dat ook nog. dan, in
het midden komt de reactie die zuivering be
doelt: de natuur, zonder bijmengsel van het
verhalend element, komt als eerste en eenig
motief naar voren. Roelofs, Gabriel, Weissen-
bruch en hun geheele gevolg, zij leeren ons
weer aan het, ieder moment wisselende leven
der natuur genoeg te hebben; zij accentueer
den scherper, schiftten het een van het ander,
stelden zich van hun standpunt misschien
zuiverder tegenover de natuur als opgaaf
maar die natuur was per slot dezelfde die een
Van Hees en zijn vrienden zagen en zij allen
zagen haar met gelijke genegenheid.
En dat is het wat een goed schilderij van
een tweederangsmeester. van wien ik niets
anders weet dan dat hij in 1670 in Haarlem
stierf, ons altijd nog leeren kan.
J. H. DE BOIS.
Ds. A. M. Boeijinga.
Ds. A, M. Boeijinga, predikant bij de Geref.
Kerk alhier, werd in 1887 geboren te Noord-
Scharwoude, waar zijn vader predikant was.
Hij bezocht het gymnasium te Middelburg
en studeerde aan de Vrije Universiteit te Am
sterdam. Hij deed zijn candidaatsexamen in
de theologie in 1911 en zijn doctoraal in 1913.
Achtereenvolgens kreeg hij nu standplaat
sen in de Geref. Kerken: te Koog-Zaandijk
(19141919), Sassenheim (19191928) en
Haarlem (sinds 1928).
Ook buiten het kerkelijk leven vexwult Ds.
Boeijinga nog eenige functies, n.l. die van
lid der Gemeentelijke Landstormcommissie
„Kennemerland" en van lid der Plaatselijke
Commissie van Toezicht op het Middelbaar
Onderwijs.
BOND VOOR STAATSPENSIONNEERING.
De jaarlij ksche vergadering van den Bond
voor staatspensionneei'ing heeft gisteren te
Amsterdam plaats gehad onder voorzitter
schap van jhr. ir. R. ae Muralt. In zijn ope-
ningswooi'd wees de voorzitter er op dat de
bond het laatste jaar vooruitging met onge
veer 1000 leden en nu 65.000 leden telt.
De redacteur-secretaris ds. D. A. van
Kx-evelen en de algemeene penningmeester
ds. P. A. Vis. werden door den voorzitter
gehuldigd in verband met het feit dat zij 25
jaar een functie in het bestuur hebben ver
vuld.
Bij de besprekingen over het jaarverslag
werd besloten een groote demonstratie voor
Staatspensionneering te houden.
In verband met het voorstel alle Kamer
fracties uit te noodigen zoo spoedig mogelijk
te komen tot indiening van een voorstel dat
kan leiden tot invoering van premievrïj
staatspensioen, zei de voorzitter, dat het een
schande was dat de meeste Kamerleden zoo
weinig hebben gedaan en doen voor het be
reiken van staatspensioen.
Jaarverslagen en begrooting zijn goedge
keurd.
Dx\ D. van Embden. ds. G. Westmijse en
R. Sissing traden af als niet herkiesbare
hoofdbestuurders en in hun plaats werden
gekozen de heeren H. Visser (Assen), J. Js.
Spaargaren (Broek in Waterland) eri N. E.
van der Zee (Sneek).
De vergadering nam xia uitvoerige bespre
king een motie aan, waarin de regeerïng ver
zocht wordt werkloosheiduitkeering en ouder
domspensioen zoodanig aan elkaar te koppe
len. dat zooveel mogelijk aan overheids
machten vervroegd pensioen wordt verleend
en aan de overige manneix en vroxiwen op
nader te bepalen leeftijd pensioen van
staatswege wordt toegekend, waardoor ae
jongere krachten meer gelegenheid krijgen
aaxi den arbeid te gaan. (Applaus),
Dinsdag is de jaai'lijksche algemeene ver
gadering van aandeelhouders der Nederland
sche Handel Mij. gehouden, de eerste na de
reorganisatie.
Aanwezig of vertegenwoordigd waren
54.307 1/2 aandeelen recht hebbende op 217
stemmen.
Na goedkeuring van de notulen, vroeg een
der aaxideelhouders. de heer F. C. den Hartigh,
het woord, voor het doen vaxx een initiatief
voorstel om de geheele directie en commissa
rissen van de maatschappij ontslag te verlee-
nen.
Dit voorstel werd uitvoerig toegelicht. Op de
vergadering van 15 December zijn zeer ver
strekkende besluiten genomen inzake afschrij
ving van het kapitaal der aandeelhouders met
zeker nog geen half procent der werkelijke
aandeelhouders erbij. Hetresxxltaathiexwan is
dat voor altijd de kans op redres voor oude
aandeelhouders is verkeken. In het algemeen
zijn de aandeelhouders der Nederlandsche
Handel Mij. geen speculanten en hebben zij
getoond het volste vertrouwen te hebben in
de capaciteiten van de dixrectie. De publicatie
van de besluiten van 15 December was voor
hen dan ook een koixde douche, te meer omdat
zij in deze vergadering geen toegang hadden
aangezien zij hun aandeelen bezaten in be-
leenbare coupures n.l. in certificaten, wat op
dat tijdstip voor ongeveer 60 millioen. dus voor
driekwart van het aandeelenkapitaal gold. De
directie wenschte op deze vergadering echter
geen oppositie en dat heeft de oppositie doen
groeien.
Spr. critiseerde scherp de geste der directie,
die van een maatschappij van standing niet
verwacht werd. Vele aandeelhouders, weduwen
en weezen, beschikten niet over het geld om
op de nieuwe aandeelen in te schrijven
evenmin over het noodige vertrouwen in de
directie, die in den loop van vier jaar onge
veer 150 procent van het aandeelenkapitaal
dus ongeveer 120 millioen gulden uit de ac
tiva wist af te voeren. De aandeelhouders
wenschen weer baas in eigen huis te worden
en wenschen dat de vaste lasten worden ver
laagd door goede reorganisatie en door ver
huur van overbodige gebouwen. Men had ver
wacht dat de salarissen van de directie zou
den worden teruggebracht tot een tiende van
de tegenwoordige hoogte, zooals b.v. het sala
ris van den factoriehouder te Batavia, dat
naar spr. meent te weten 38.000 gulden be
draagt. Op die manier kan de post van 6 mil
liocn gulden kantooronkosten teruggebracht
worden tot 6 ton en kunnen de aandeelhouders
zes procent dividend krijgen. Wenschen de
directeuren bij een dergelijk salaris te vertrek
ken dan kunnen de aandeelhouders deze hee
ren zeer wel missen, die aan hem&lhooge sala
rissen krijgen uitgekeerd wat de aandeelhou
ders in vol vertrouwen in de directie hebben
bespaard. Na ook nog critiek op de balans te
hebben uitgeoefend stelde spr. voor het ver
trouwen in deze directie op te zeggen en haar
in haar geheel samen met alle commissarissen
onmiddellijk ontslag te verleenen zonder
decharge voor het gevoex-de beheer.
De voorzitter, mr. D. Crena de Iongh wees
er op dat de korte periode, gedurende welke
de mogelijkheid bestond, tot inwisseling dei-
certificaten, buiten de bevoegdheid der maat
schappij lag, daar het administratiekantoor
een aparte onderneming is met eigen statu
ten.
De vergadering kreeg een rumoerig karakter
daar verschillende aandeelhouders uit de sta
tuten lazexx, dat zij het recht hebben directie
exx commissarissexi onmiddellijk te oxitslaan,
waarna van de bestuurstafel, de juridische
beteekenis vaxi de desbetreffende bepaling-
werd uiteengezet, welke uiteenzetting eenige
malen door interrupties werd onderbroken.
Het bestuur stelde een motie voor om de
voorstellen van den heer Den Hartigh niet
aan te nemen, welke motie met 204 tegen 13
stemmen werd goedgekeurd.
Een der aandeelhouders zeide, dat er één
millioen gulden in het pensioenfonds is ge
stort, terwijl er geen pexisioenfonds is, waarop
de voorzitter antwoordde, dat er irxderdaad
geen pexisioenfonds is, doch een ondersteu
ningsfonds, dat geexi rechtspersoonlijkheid
heeft. Men overweegt, dit fonds in een afzon
derlijke onderneming onder te brengen.
De balans en winst- en verliesrekening als
mede de toelichting werden vervolgens aange
nomen met 192 tegen 11 stemmen en 14 blanco.
Met algemeene stemmen werd besloten het
aaxital directeuren te verminderen vaxi 4 tot 3.
Het volgende punt, om de winstverdeeling
te veranderen gaf aanleiding tot de vraag of
het noodzakelijk is thans te komen met een
verandering in de statuten betrekking heb
bende op de winstverdeeling, terwijl er op het
oogenblik geen winst is. De voorzitter achtte
het noodzakelijk, nu het aantal directeuren
was verminderd, dat ook de tantième-uitkee-
ring aan de directie werd teruggebracht, ter
wijl dat voor aandeelhouders werd verlaagd.
Dit punt werd na eenig debat zonder stemming
aangenomen.
In de bestaande vacatures werden herkozen
als commissarissen de heeren J. H. Hummel,
C. de Monchy en H. L. van Eeghen.
Uit de vergadering werd gevraagd waarvoor
het noodig is het aantal commissarissen uit te
breiden, in antwoord waarop wordt medege
deeld. dat de kringen, waaruit deze commis
sarissen komen, de maatschappij ten goede
zullen komen. Het desbetreffende voorstel
werd met 192 stemmen tegen 15 stemmen aan
genomen. Als commissarissen werden gekozen
de heeren Jhr. Mr. F. Beelaerts van Blokland,
Mr. A. Baron van Haersolte en Jhr. Mr. B. C.
de Savornin Lohman.
Bij de rondvraag drong een der aandeelhou
ders aan op een gelijkschakeling der prefe
rente aandeelen, die niet gedevalueerd zijn.
Het bestuur zeide, dat een dergelijke stap van
haar niet te verwachten was, waartegen de
aandeelhouders protesteerden.
De vergadering werd daarop gesloten.
Oss wordt grondig gezuiverd.
Weer drie man in arrest.
In totaal reeds 54 personen achter slot en
grendel.
Door de Koninklijke Marechaussee van de
brigade Oss werd Dinsdag overgegaan tot
arrestatie van zekeren M. van O. en C. de B.
terwijl door den Rijksveldwachter in Bleis
wij k (Z.H.) werd gearresteerd en op transport
naar Oss gesteld een broer van C. de B., A.
de B.
Deze mannen worden ervan verdacht, in
het vorig jaar Juli, in samenwex-king met
den verd. Ceelen een roofoverval te hebben
gepleegd op den bejaarden heer K. W. te
Heeswijk onder de gemeente Dinther, waar
een bedrag van ruim 300 gulden en eenige
gouden sieraden werden buitgemaakt.
Alle drie gearresteex-den zijn Dinsdagmid
dag op transport gesteld naar Heeswijk voor
confrontatie.
Naar het Volk meldt zijn in de laatste
weken e Oss in totaal 54 arrestaties ver
richt.
Wij ontvingen de volgende gegevens met
betrekkixig tot de Openbare Werken, die met
behulp van het Werkfonds worden gefinan
cierd.
Van deze werken zijn:
I. Drie en dertig plannen uigevoerd en in
uitvoering tot een bedrag van f 5.923.293.85;
H. -60 plannen toegestaan tot een bedrag
van f 18.925.922.35. Totaal 93 plannen tot een
bedrag van f 24.849.216.20. Het aantal man-
weken op de bouwplaats voor deze werken
bedraagt ruw geschat 360.000 d.i. circa 7000
manjax-en. Een gelijk aantal ai'beidsweken
wordt bovendien buiten de bouwplaats ver
leend zoodat men kan zeggen, dat ongeveer
14.000 man gedurende een jaar door boven
genoemd Werkfonds-werken te werk worden
gesteld. Bovendien vinden ongeveer 55000
man werk in de door het Rijk gesubsidieerde
werkverschaffing. Voorts is voor 45 in-
dustx-ieele projecten van het Wex'kfonds een
totaalbedrag toegestaan van f 1.983.064 en
moeten enkele millioenen gereserveerd wor
den voor een nog in overweging zijnd werk.
Het aantal manweken voor deze projecten
is uiteraard moeilijk in cijfers uit te druk
ken.
W. Westerman. t
Oud-prcsident-directeur der Robaver.
Te 's-Gravenhage is op ruim 70-
jarigen leeftijd overleden de heer W.
Westerman. oud-president directeur
van de Rotterdamsche Bankvereeni-
De heer Westerman werd 14 November
1864 geboren. Na de H.B.S. te Amsterdam
gevolgd te hebben was hij vervolgens in 1831
bediende bij Vermeer en Co. aldaar, in 1889
procuratiehouder bij Evert en Schmidt, in
1892 hoofdboekhouder der Ned. Asahan Ta
bakmij in Ned.-Indië. in 1899 kwam hij te
rug in Nederland en werd hij alg. procura
tiehouder bij de Incassobank, in 1902 secre
taris der Rottex-d. Bankvereeniging. in 1904
dix-ecteur en in 1908 px-esident-dix-ecteur van
genoemde bank. Deze laatste functie be
kleedde hij tot 1924.
Als leider der Robaver heeft hij den moei
lijksten tijd uit het leven dier bank meege
maakt. Op de ongekende vlucht, die het
bankbedrijf tijdens den oox-log nam, volgde
een tex-uggang. waarvan de meeste groote
banken zich ten slotte door eigen kracht wis
ten te herstellen. Alleen de Robaver maakte
hierop een uitzondering; zooals achteraf
bleek kon zij zich slechts met regeeringssteun
staande houden. Toen in 1924 het grootste
gevaar voor dfc Bank geweken was, trad hij
als president-directeur af, doch bleef door
zijn benoeming tot president-commissaris
met haar in nauwe relatie.
De heer Westêiman heeft tal van publi
caties het licht doen zien. Thans was hij nog
voorzitter van den Raad van Commissaris
sen van de HollandAmerika lijn, van het
dagelijksch bestuur der Ned.-Amerikaansche
Kamer van Koophandel en" van de Neder-
laiidsch-Amerikaanschë fundatie, lid van den
Raad van Bestuur der Hollandsche Bank
Unie en van de Kon. Luchtvaart Mij. voor
Nederland en Koloniën. En in 1926 zag hij
zich benoemd tot lid der Commissie van des
kundigen, die advies uitbracht aan de econo
mische commissie van den Volkenbond over
de bezwaren, die de handel ondervond van
de verschillen in het wissel- en chèquerec'ht
in diverse landen,
Een landschap
door Gerrit van Hees in
het Frans Halsmuseum.
Behalve in een paar Fransche musea zijn
er van dezen zeldzamen schilder niet v^el
voluit gesigneerde en gedateerde schilderijen
te vinden. Ons Haarlemsch schildex-ij, met pen
complete en gave signatuur en het jaartal
1650, behoort tot die weinige. Het ligt natuur
lijk voor de hand, dat een schilder die tot zoo
iets knaps als dit „landschap aan den woui-
zoom" in staat was, in zijn leven meer dan een
enkel dozijn werken geproduceerd heeft. Men
neemt dan ook gemeenlijk aan dat een deei
van Van Hees' oeuvx-e, dat hij ongesigneerd de
wereld zou hebben ingestuurd, later door de
„eleerden aan Ruysdael zou zijn toegeschre
ven en als Ruysdael's hun bezitters zou heb
ben gelukkig gemaakt. Gezien de gelijkenis die
er*1 tusschen het vroege wex-k van Ruysdael en
de erkende werken van Van Hees bestaat, lijkt
die mogelijkheid volstrekt niet buitengesloten.
Man kan daarbij dan weliswaar weer de vraag
opperen wat ter wereld zoo iemand als Van
Hees toch kan bewogen hebben een gx-oot deel
van zijn werk niet te signeex-en. En iemand
die wantrouwend van aard is zou kunnen vra
gen of die signatuur misschien ook later wel
eens verwijderd zou kunnen zijn om een toe
schrijving aan Ruysdael mogelijk te maken.
Die laatste mogelijkheid erkennende, moet
men evenwel niet voox-bijzien dat aan de sig
natuur in de zeventiende eeuw niet die betee
kenis gehecht werd die er later aan werd toe
gekend. In oude inventarissen worden vaak de
namen der makers van de schilderstukken die
men in opkamer, sijdelcamer of saai vond,
niet eens vermeld. Men noteerde eenvoudig,
zóóveel landschapjes, zóóveel tronietjes, zóó
veel beeldtjens, zóóveel fruitstukjens, enz. enz.
En het moest al een heele Piet wezen als in
een gemengde inventaris de artistennaam er
aan te pas kwam.
Dat alles maakte de in de negentiende eeuw
opgekomen kunstwetenschap tot zoo iets heel
aparts, amusants en onderhoudends. Want als
de eerste generatie van geleerden er mee klaar
was een aantal ongemerkte kunstwerken aar-
schilder X toe te schrijven en men kwam lang
zamerhand tot de ontdekking dat die meneer
meer geschilderd had, dan in een normaal
menschenleven mogelijk was, dan kon een
tweede geleerden generatie op even weten
schappelijke wijze het werk van X weer gaan
.zuiveren" en de dubiosa op rekening van
kunstenaar Z. of een ander zetten. Vrachtwa-
ens belezenheid, scherpzinnigheid en com
binatievermogen zijn aan die bezigheden ge
spendeerd en alles zou pour le rnieux dans le
meilleur des mondes geweest zijn als die acti
viteit niet zulk een invloed op de geldswaarde
van het kunstwerk had uitgeoefend, waardoor,
te onzaliger uur. het kunstwerk op de twepde
en de toeschrijving op de eerste plaats was ko
men te staan. Dat is natuurlijk een vergis-,