VOOR DE VROUW STOOMEN VERVEN STOPPAGE ÏOTTGER!NG_ WEEKNIEUWS ABR. MEIJER BRIEVEN VAN DE HEI. NU DE VACANTIE NADERT... DONDERDAG 20 JUNI 1933 H A A R IJ E M'S DAGBE A D 7: ONS WEKELIJKSCH KNIPPATROON. Ditmaal zijn het een paar stukken lingerie, Waarvan we de patronen leveren. No. 553: keurig model voor een onderjurk. De rok bestaat uit vier banen, die naar onde ren toe iets klokkend uitloopen. Dit model is zeer aangesloten en kan onder de meest aansluitende japonnen gedra gen worden. Als materiaal kieze men crêpe de chine of batist. Benoodigd materiaal: 250 me ter van 70 centimeter breedte. No. 554: bijpassend nachthemd van het zelfde materiaal als de onderjurk. De coupe is gracieus en vrouwelijk, vooral door de b ree de kraag, de korte wijde mouwtjes en de gestrikte ceintuur. Benoodigd materiaal: 4.50 meter van 70 centimeter breedte. Deze patronen zijn tegen den prijs van 38 ets per stuk in alle maten te verkrijgen bij •het bureau van dit blad, bij dezen prijs wordt echter 6 ets. berekend voor portokosten. Den lezeressen wordt vriendelijk verzocht bij bestelling duidelijk het nummer van het verlangde patroonen tevens de gewenschte maat, d.w.z. boven- heup-, taillewijdte, enz. op te geven. Gelieve verder naam en adres zoo volledig mogelijk te vermelden; men voorkomt daar door onnoodige vertraging in de opsturing. CR. HOUTSTRAAT 5a TELE F. 10771 (Adv. Ingez. Med.) HET MENU VOOR DE HEELE WEEK. ZONDAG. Gem. koude groenten met mayonnaise Kalfsfricandeau Dorperwten Gek. aardappelen Citroenvla. MAANDAG. Blinde vinken van runderlappen Postelein Gek. aardappelen Ananas-beignets. DINSDAG. Geb. biefstuk Geb. aardappelen Sla van kropsla tomaten en komkommers Griesmeelschoteltje met amandelen. WOENSDAG. Saucijsjes in een vuurvaste schotel met een rand van aardappelenpuree Bloemkool met kaassaus Beschuit met aardbeien. DONDERDAG. Gebakken ham met eieren Spinazie met soldaatjes Gek. aardappelen Broodpudding m. vanillesaus. VRIJDAG. Gebakken tong Sla Nieuwe aardappelen Rijst in melk met abrikozensaus. ZATERDAG. Spinaziesoep Varkenscarbonade Nieuwe aardappelen Worteltjes Beschuit met kaas. EEN ZOMERREISJE. We hebben een plannetje gemaakt, we zijn er zelf meer dan verrukt mee, we gaan een fietstocht door ons land maken. Maar we hebben niet meer dan tien dagen tot onze beschikking trouwens, al konden we er langer over doen, onze geldmiddelen reiken niet verder, dus we moeten er wel te vreden mee zijn. We zijn met ons drieën vrien dinnen, we hebben alle drie een „baan" en we hebben den heelen winter voor dit reisje ge spaard, en afgesproken, dat ons reisplan niet eerder dan drie weken vóór de reis mocht wor den opgemaakt. Anders was de fleurigheid er al af, voordat het begon. Nu is de voorpret begonnen, en we overleg gen: een „ommetje" om het IJsselmeer maar we kennen alle drie de Afsluitdijk, en hoewel we nu wel tamelijk goed fietsen, vinden we dat toch een heele hap in eens plus de rest natuurlijk. Anders over Utrecht naar Brabant en de Moerdijk terug, 't volgend jaar kunnen we dat misschien niet meer varen. Maar vandaar af die lange „trap" over drukke wegen naai- huis, nee, ook dat bekoort niet. Nu goed, dan naar den Achterhoek, of anders naar Limburg, of door het Geldersche naar Drente mogelijkheden genoeg, en we has pelen zoo'n beetje als een groot deel van de voorpret met al die plannetjes door el kaar, en we weten tenslotte kop noch staart meer. Totdat we besluiten te rade te gaan bij een paar goede kennissen, die al heel wat hebben gefietst, en die ons zóó overstelpen met goede raadgevingen: dat het ons binnen een half uur duizelt: wat je kunt doen, wat mooi is, wat niet minder mooi is, wat je vast moet gaan zien, wat je vooral niet mag vergeten, wat ieder goed Nederlander gezien móet hebben, waarvoor je moet oppassen om je krachten te sparen, enzoovoorts tot in het oneindige. Nu zijn we pas goed in de war, en we over leggen onthutst wat er nu gebeuren moet, want deze inlichtingen zijn meer afbrekend dan opbouwend, als we dat zoo zeggen mogen. En ih een onbewaakt oogenblik besluiten we om nog eens iets aan een ander te vragen, wat ons natuurlijk van de wal in de sloot brengt. Want deze inlichtingengever weet weer kwistig heel andere raadgevingen rond te strooien, zoodat we er nu pas goed geen touw meer aan kunnen vastknoopen. En omdat we nu vermoeden, dat elke volgen de raadgever ons nog meer in de war zal brengen, besluiten we er niemand meer bij te halen, en het zaakje zelf maar op te knappen, zoodat we vertrekken op een zelfgemaakt plan. Bij het thuiskomen vertellen we van ons we dervaren, en dan breekt het tegenovergestel de los: heb je dat niet gezien, en ben je daar niet geweest, en wat jammer dat je niet even daarheen bent overgewipt, je was er toch vlakbij, en als je daar even verder door was gegaan, had je het mooiste punt van de heele reis kunnen zien, en dergelijke. Zoodat we, na eenige van zulke bekenden gesproken te hebben, het gevoel hebben, dat we precies deverkeerde route, de verkeerde hotels en de verkeerde bezienswaardigheden hebben bezocht. Wat niet erg leuk is, wanneer j 'n plezierige reis achter den rug hebt, maar het heeft ons één ding geleerd voor een vol gend keer, namelijk om je niet zoo erg aan de meeningen van anderen te storen, omdat er altijd menschen zijn die het anders gedaan zouden hebben en die hun manier de eenige goede vinden. E. E. J.—P. OUD BROOD. We leven in een tijd, waarin niemand zich meer behoeft te schamen, voor het feit, dat hij of zij wel degelijk op de kleintjes moet pas sen om rond te kunnen komen van het veelal verminderde inkomen. Dat het meestal „zij" is, die op de kleintjes moet passen spreekt bijna wel vanzelf. In geen geval mogen we echter zoo bezuinigen dat de algemeene ge zondheidstoestand van de gezinsleden er on der lijdt. Maar dat is ook volstrekt niet noo- dig. Vele huisvrouwen hebben de gewoonte, brood dat een paar dagen oud is en niet meer gegeten wordt, eenvoudig op de schillen te leggen. Dat is heel verkeerd!! We kunnen dit oude brood nog in zeer vele gerechten verwerken. Niet alleen tot flensjes en broodpap en in gehakt; maar nog tot vele andere voedzame en smakelijke spijzen. Daarvoor moet men het brood in de gehakt molen fijnmalen, zoodat men een soort meel krijgt en dat kan men dan in allerlei vormen verwerken. Wilt u eenige van deze broodgerechten heb ben? Luister maar: pikante broodsoep met vleesch; pudding van rijst en brood, brood pudding met chocolade; omelette van brood; broodtaarten; augurken, gevuld met brood; enz. Dat zijn er eenige die ik bedacht heb en om dat ik zelf geen prima huisvrouw ben en toch al deze spijzen heb kunnen bedenken, weet ik zeker, waarde lezeres, dat u er nog veel meer zult kunnen samenstellen. De belooning voor de kleine moeite, die u zich er voor moet getroosten vindt u in het batig saldo in uw huishoudboekje en in de goedkeurende woorden van echtgenoot en kinderen. Groote Houtstraat 16 bericht U de ontvangst van een partij echt Weensche Tenni» en Zomer jurken Elegant en zeer voor- deelig (Adv. Inaez. Med.) Een eigenaardige kleeding. Toen in 1665 in Londen de pest woedde, droeg de dokter, die de pestlijders bezocht, een leeren pak; hij had een helm op met glazen voor de oogen. Aan dien helm zat een valsche neus, waar in kruiden smeulden, zoodat de lucht, die hij bij zijn patientenbezoek inademde, eerst die smeulende kruiden moest passeeren opdat ze geen besmetting zouden overbrengen, want men meende toen, dat de besmetting werd overgebracht door de uitgeademde lucht. Nu weet mer. beter. HET EIGEN TUINTJE. Floris en ik leggen een border aan. „Vrouwen die een stukkie grond hebben" zegt mijn oude tuinman, „denken maar dade lijk dat ze dan zelf tuin-architect zijn ook" en hij kijkt een beetje argwanend naar de veer tien pakjes bloemzaad en het zwarte, netjes omgespitte stukje tuingrond. Ik kijk schuldbewust naar de hark en de schop, en het vergiet dat ik met een touwtje aan de waschtobbe gebonden heb, want deze maand kan er nog geen gieter op over schieten. Ik besef pijnlijk dat ik de zaak weer ver keerd heb aangepakt, en dat ik had moeten zeggen: ..Kijk. ik ga zaaien Floris" in plaats van: „Floris, kom eens gauw kijken! Ik ga zelf een border van snijbloemen aanleggen. Veertien verschillende soorten door elkaar, en binnenGelukkig maar, dat hij me toen in de rede viel, anders had ik ook nog 't geheim van de vier sla-plantjes, de rooae- en de witte kool, en het peterselie-zaad verklapt. „Nee" zei Floris toen weer, „dat je daar nou violen zet, is nog tot daarentoe, maar Oost- Indische kers in die hoek, dat deugt niet. Da's niks waard. Je ken d'r net zoo goed steenen planten. En van die artistiekerigheid zal ik maar zeggen, zul je later spijt krijgen. Zet ze in een rijtje langs het hek. Dat voldoet meer dan hier en daar een plekkie. En dan zit er tenminste aanleg in!" Het werd een moeilijk geval, ik had visioe nen van hooge gele zonnebloemen met blauwe riddersporen, er tusschen kleurige plekken papavers en slaapmutsjes, leeuwebekken, ane monen, violen en lathyrus, één zonnige bloei ende zomerweelde; snijbloemen, genoeg om er lederen dag alle vazen, potten en pullen in het heele huisje mee vol te zetten. En nou stond me daar die nare oude Floris. die pessi mist, en verkondigde dat er heelemaal niets van terecht zou komen. En dat alleen omdat ik veertien zakjes zaad op de markt had ge kocht, kriskras kuilen en greppels had gegra ven. en van alle zakjes een punt had afge scheurd, zoodat ik hier en daar wat zaad kon uitstrooien. Ik werd er verdrietig van. Gelukkig brak dit de koppige vasthoudendheid van Floris. „Nou" troostte hij, „vooruit dan maar. Ik zal je wel eens helpen". Hij trapte een paar kuiltjes dicht, trok met z'n hak halve manen en cir kels in den grond, en zei dan nog eens met na druk: „als je dan geen randjes en vierkantjes wil hebben, dan maken we er bochies van. En dan zal ik je meteen ook eens leeren zaaien." Hij maakte zwaaiende armbewegingen alsof m'n tuintje een bouwland van minstens twee H. A.. en m'n acht-cents zakje goudsbloemzaad een kilozak mais was. En omdat hij ook zei dat het beter was als ik de zakjes zaad leegstortte in bakjes, haalde ik m'n heele theeservies buiten, twaalf kopjes, het lekbakje van de zeef, en een botervlootje. Nu hadden we veertien „bakken" met zaad, en dat was overzichtelijk zei Flores. Het begin was moeilijk. Ik kon niet dadelijk dë zaai-zwaai te pakken krijgen, en de groot ste' helft van de nemesia zal vermoedelijk op de korenbloemenplek opkomen. Eindelijk, om twaalf uur, zaten er acht pak jes in den grond, en ging Floris naar huis om te eten. Ik ging naar binnen, ik was heelemaal stijf en alles deed me pijn. Maar 's middags ging ik op mijn eentje ver der. Ik maakte nog mooiere kronkels en boch ten, dan Floris had uitgeteekend, en toen alle veertien bakjes leeg waren ging ik naar binnen om de sla, de roode en de witte kool, en de pe terselie te halen. De sla en de kool heb ik ge plant, (zeer artistiek, niet op een rijtje). Maar het peterselieplan ging niet door. Er lag geen peterselie-zaad, alleen maar een pakje met struisveer-asters (gemengde kleuren). De pak jes waren klaarblijkelijk verwisseld, en de peterselie had ik dus 's morgens al gezaaid. En nu weet ik heusch niet meer of ik het tussc-hen de ranonkels of bij de korenbloe^ men in de border gezaaid heb. Misschien is ze als afscheiding van de riddersporen en de zonnebloemen terecht gekomen. Er zit niets anders op, dan dat ik de heele boel weer opgraaf, en dan morgen van voren af aan beginMaar dan stellig zonder Floris! H. v. D. VAN ALLES WAT, EEN CEZELLIC PRAATJE. De mode schijnt dit jaar een bijzondere voorkeur te hebben voor den rug van haar getrouwe onderdanen. De sluiting, die eenige jaren op zij of van voren zat, is al naar den rug verplaatst, evenals de verschillende gar- r.eeringen. Het meest moderne voor zomerjurken zijn op het oogenblik. die jurken, die overelkaar slaan. En daar alles wat nieuw en interessant is. zich op den rug bevindt, bevindt- ook deze overslag zich op den rug. De teekening toont u zoo'n jurk van fijn- gestreept linnen, die een overslag op den rug heeft. Deze overslag is bijzonder grappig. Op het bovenstuk is hij schuin genomen en wordt aan de bovenzijde met een groote knoop geslo ten. In de rok is de baan echter recht ge knipt; van uit de taille zijn er ongeveer 5 groote knoopen opgenaaid om als sluiting te fungeeren. Een niet te onderschatten voor deel van deze openslaande jurken is, dat ze zoo gemakkelijk gestreken kunnen worden. Voor vele vrouwen, die een beroep uitoefe nen, zijn de vacanties reeds begonnen, want op tal van kantoren, in verscheidene zaken, waar men met uitgebreid persoeel werkt, be gint men reeds vroeg met het verdeelen van den tijd, en de vrouw zonder gezin moet dan gewoonlijk haar vrije weken kiezen in de maanden, dat er geen schoolvacanties zijn, ten einde de huisvaders, die met hun gezin willen uitgaan, in staat te stellen te profitee- ren van Juli of Augustus. Het voorseizoen is dit jaar niet gunstig, wat het weer betreft, maar men kan het in Mei of Juni goed heb ben, terwijl het in Juli regent, ener is in voor- en naseizoen het voordeel, dat het rustiger is in hotels en pensions, wat alleen de zeer mondaine naturen zullen betreuren, maar wat voor uitrusten aanbeveling verdient, ter wijl de financiën er ook beter bij varen, om dat de prijzen lager zijn dan in het volle sei zoen. Vooral zij die zich de luxe kunnen ver oorloven naar het buitenland te reizen, hebben dan een goede kans, want in Juni kan het in Fransch Zwitserland of aan de Italiaansche meren tegenwoordig met de late koude, heer lijk warm zijn. Natuurlijk, we behooren in Nederland onze vacantie door te brengen, maar ons land is klein en men is er zoo gemakkelijk te berei ken! Dat is voor allen, die geestelijke opfris- sching noodig hebben, na een jaar ingespan nen werken, een niet gezochte verontschuldi ging, als zij wat zon gaan zoeken, waar die te vinden is. Wie lang vacantie heeft, kan het verdeelen en gedeeltelijk in eigen land, ge deeltelijk buitenslands den vrijen tijd door brengen. Wat niet beteekent. dat zij de va cantie zelf moeten versnipperen. Er zijn er, die het een bezwaar vinden vroeg vacantie te ne men, omdat zij dan later, voor anderen wer kend, al hun frischheid verliezen, dus gaarne in het naseizoen nog even vrij hebben om weer bij te komen. Dit is begrijpelijk, het is naar, als men vroeg eruit is geweest, den ge- heelen zomer voor anderen waar te nemen, en niets meer in het vooruitzicht te hebben. En toch staat daar tegenover, dat wie telkens slechts een paar dagen eruit gaan, nooit ge heel uitrusten. Dit is een persoonlijke quaestie en zal zeker afhangen van de mate van moe heid, waarmede men de vacantie begin. Wie heel kort vacantie heeft, zal echter zeker meer bijkomen, als zij achtereen een week rust, dan als zij twee maal vier dagen vacantie neemt, telkens het weekend erbij aansluitend. En toch zijn er velen, die op die manier zoo veel mogelijk denken te maken van den vrijen tijd. en dan later ziekteverlof noodig hebben, om weer op te knappen, met de schaduwzijde, dat zij de statistieken over vrouwenarbeid helpen bederven. Onverstandig vacantie door brengen is wezenlijk een der factoren, waar door enkele vrouwen den indruk vestigen, dat de vrouw te zwak is voor sommigen arbeid op geestelijk gebied. Er zijn werkende vrouwen die vergeten, dat haar vacantie er is. om haar later weer beter geschikt te maken voor haar taak en niet, om zooveel mogelijk te genieten van alle mondain genot, dat de tegenwoordige wereld biedt. Er zijn er, die de helft van haar vacantie in den winter nemen, om dan' mee te doen aan de wintersport in Zwitserland, Tirol óf Noorwegen en de andere helft in den zo mer. om dan haar deel te hebben aan het bergtoerisme. En in beide te korte tijdperken vermoeien zij zich zoozeer, dat ze wel verbrand maar niet uitgerust terugkeeren. Er zijn er anderen, die. goedhartig, den va- cantietijd uitzoeken, om een vriendin of bloed verwant te helpen en zich verbeelden, dat zij door verandering van taak toch ook rust heb ben. Ook zij bereiken niet het doel van haar vrijen tijd. En er zijn er, die uit zuinigheids overwegingen thuis blijven, maar op haar toilet niet bezuinigen. Ook zij vergeten, dat zij in één week, uit haar dagelij ksche omge ving, andere lucht ademend, andere indruk ken verzamelend, meer opfrisschen dan veer tien dagen of langer thuis. Natuurlijk hangt alles van de omstandig heden af en van het beroep dat men uit oefent. Bij de een heeft het lichaam rust noo dig, bij de ander de geest, maar voor allen is het wenschelijk te begrijpen, dat de vacantie er is als ontspanning, om lichaam en geest te sterken voor de wintercampagne. Dit is een verantwoordelijkheid ten opzichte van den werkgever en het werk, waarvan niet allen voldoende doordrongen zijn. En nu de categorie der huisvrouwen. Het begrip begint door te dringen, dat ook zij va cantie behoeven, dat er voor haar ook moet worden gezorgd. De Ned. Ver. van Huisvrou wen heeft haar Jacobafonds, waaruit zij fi- nancieele hulp verstrekt aan die huisvrouwen, die deze behoeven, om tijdelijk in een rusthuis te vertoeven of om tijdens haar rustperiode haar gezin door een tijdelijke vervangster haar gemis minder te doen gevoelen, wat ook rust voor de huismoeder beteekent, want wie kan weggaan, als zij weet, dat haar huishouden in de war loopt? Maar de huisvrouw, die naar een rusthuis gaat, heeft reeds te lang rondge- loopen. zonder zich rust te gunnen, zij had eerder vacantie moeten nemen, liefst alleen, zonder man en kinderen, eveneens in een an dere omgeving, waar zij niet dagelijks wordt herinnerd aan de zorgen van de huishouding en de moeilijkheden van ieder der huisge- nooten. Het is zeker een quaestie van geld en van goeden wil, bij de huisvrouw zelf zoowel als bij de leden van het gezin, maar onmogelijk is het niet. Waarom bezuinigt zij wel. om voor haar kinderen alles zoo tc regelen dat ze een prettige vacantie hebben, waarom weet zij voor allen een plannetje te bedenken en niet voor zichzelf? Eenvoudig omdat zij niet doordrongen is van de noodzakelijkheid, dat zij zelf ook rust, omdat zij in een kleinen kring leeft en niet vooruitziet naar het oogenblik, dat zij onder den last bezwijkt en er raad moet geschaft en een veel duurder en langer rustperiode moet worden genomen, dan die zij zichzelf kan geven, alles schikkend, zooals zij het zelf het best acht en niet overgeleverd aan de be schikkingen van vreemden die plotseling moe ten ingrijpen, als zij niet meer kan. De ouderwetsche huisvrouw nam geen va cantie, maar zij leefde in een anderen, min der drukken, minder gejaugden tijd, toen va cantie nog weelde beteekende. Nu is vacantie een volstrekte noodzakelijkheid voor ieder die door de zorgen en bezwaren van het leven, door het snelle tempo opraakt. Voordat zij in eenzakt, moet de huisvrouw zichzelf een va cantie organiseeren, voor zichzelf een planne tje maken, in het bewustzijn dat zij daardoor voor haar gezin voorkomt een latere onge- wenschte vervanging op het oogenblik dat zij niet kan kiezen, en dat het meest ongelegene kan zijn. En haar gezin wint erb'j als zij op gewekt terugkeert, na eens uit de sleur te zijn gerukt! EMMY J. B. Als de temperatuur het toelaat, zal men dezen zomer weer veel dames .zonder kousen zien. In dit verband willen we graag op een smakeloosheid wijzen, die we in ons land maar al te veel zien. Dat is het dragen van sokjes in de schoenen, als we een min of meer gekleede jurk aan hebben. Sokjes hooren we bij ten nisschoenen te dragen; bij een sportieve witte tennisjurk. Bij gewone wandelschoenen hoo ren geen sokjes; willen we dus geen kousen dragen, dan gaan we met de bloote voeten zoo in de schoenen. Dat staat veel meer, vooral als we onze beenen een beetje bruin hebben la ten branden. Een andere smakeloosheid, die we veel zien, is de te lange rok. Een rok heeft altijd een sportief idee; als we deze dus tot op de enkel dragen, dan maken we de fout twee stijlen door elkaar te dragen. Een rok moet ongeveer half op het been vallen; dat is de juiste lengte voor een sportief kleedingstuk. De meeste vrouwen geven er de voorkeur aan in den zomer schoenen met lage hakken te dragen. Het meest practische zijn de witte schoenen met halfhooge of .lage halkken, die bij alle jurken gedragen kunnen worden. Wit is trouwens toch een kleur, d'e dezen zomer sterk favoriet is. Wit zijn de schoenen, de tas- schen, de hoeden, de handschoenen, de cein tuurs. PLATINABLOND IS NIET MEER MODERN. Uit Engeland komt een alanneerend be richt. Het kortgeknipte haar blijft; maar de kortgeknipte gladde of in lokken het hoofdje bedekkende haren, mogen niet meer platina blond zijn. Een zware slag voor de prominente voor rechters van deze haarkleur; vooral wanneer zij op tooneel of voor de film hun beroep uit oefenen. Wat zal er bijvoorbeeld met Jean Harlow gebeuren, om slechts een van de meest bekende filmsterren met platina-blond haar te noemen? Zal ze vlug of langzamer hand donkerder haar krijgen? En wat zal het publiek er wel van zeggen, wanneer zijn lievelingen niet meer lichtgele, maar bruine of zwarte lokkenkopjes schudden? Maar er is een troost; de mode, die altijd medelijden met ons vrouwen heeft, heeft een interessante plaatsvervanger voor het pla tinablond gevonden. De platinablondines zul len verdwenen zijn: maar inplaats daarvan zullen we vrouwen zien met een nieuwe kleur haar: het brons-bruin, een aangename meng- kleur der brunettes van vroegere generaties en het koperrood, dat eveneens een tijdlang zeer modern was. Een gewichtig woord bij deze mode-ver andering hebben natuurlijk ook de kappers te zeggen, die het verdwijnen van het pla tinablond met één nat en een droog oog zul len begroeten. Als de platinablonde vrouw brons-bruin wordt, dan zal ze niet zoo vaak naar den kapper moeten, dan toen heur haar nog blond was, en ze 't minstens éénmaal per week moest laten behandelen wilde ze tenminste niet, dat haar kapsel er uitzag als het palet van een schilder. Daar iedere kapper echter een kunstenaar is, zullen zij een kleine troost inden in het feit dat zij de „uitvinders" zijn van de nieuwe kleur.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1935 | | pagina 11