UIT HET BUITENLAND
THIJS IJS EN DE VERLOREN SLEUTEL
XVÖEN'SDAG 3 J Ui: I 1935
H A A REE M'S D A GEE A D
4
HET BELANGRIJKSTE NIEUWS
ITALIë.
De verklaring van Eden èn de debatten in
net Lagerhuis worden in een hoofdartikel in
ae ..Giornale d'Italia" besproken onder het
opschrift „Preciseeringen".
Het blad schrijft, dat de spijt, die door
Eden is geuit met betrekking tot de weige-
ïinf..yan Mussolini, gelijk is aan de spijt van
Italië wegens het onvoldoende begrip, dat
Engeland toont voor de Italiaansche motie
ven.
Het blad geeft dan een korte opsomming
van deze motieven en verdedigt het Ita
liaansche recht op koloniale expansie, even
als andere landen, met name Engeland, dit
■bezitten. .-De systematische tegenwerking
door Abessynië van de vreedzame pogingen
tot. commercieele expansie van Italië, de
voortdurende vijandschap van Abessynië. zijn
bewapeningen grensschendingen, aanvallen
en tenslotte de noodzakelijkheid van Italië
om zijn grenzen te verdedigen, houden met
deze Italiaansche moeilijkheden de Engel-
sche voorsteilen in het geheel geen rekening".
Het blad gaat dan over tot een s$5temati-
sche ontleding van de practische waarde dei-
voorstellen zelf. waarover Eden niet heeft
gesproken. De Britsche voorstellen bevatten
niets, wat een duurzamen vrede aan de
Italiaansch-Abessynische grenzen zou kun
nen waarborgen en het conflict tusschen de
twee landen zou daardoor niet worden op
geheven. doch slechts verdaagd. De eenige,
die er profijt van zou trekken, zou Abessynië
zijn. dat met zijn agressieve geestesgesteld
heid, na alle gepleegde en tot dusverre on
gestrafte overtredingen met een uitgang naar
zee de mogelijkheid zou verwerven zich vrije
lijk te voorzien van wapenen en zelfs een
zeemogendheid zou worden naast Italië. De
uitweg over Zeila zou bovendien geheel in
het voordeel van Engeland zijn en in het
nadeel van Italië, aangezien hij in de plaats
zou komen van den uitweg over Assab, door
Italië in 1928 toegestaan. Wat Ogaden be
treft, het gaat daarbij om het algemeen be
kend, meest woestijnachtige gebied van
Abessynië, waarvan de economische waarde
volkomen nihil is. Italië zoekt geen onont-
ginbare woestijnen.
De Britsche voorstellen beantwoorden dus
niet aan de tot uiting gebrachte Engelsche
doeleinden, noch aan de Italiaansche be
hoeften. aldus de conclusie van de „Giornale
d'Italia".
Het Italiaansche-Abessynische conflict. Verdediging
van Italië's recht op expansie. Waarom het Britsche
aanbod afgewezen werd.
zijdsche betrekkingen te verdiepen.
De Duitsche openbare meening juicht dit
eerste Poolscbe staatsbezoek aan Berlijn te
meer toe, daar zij daarin een nieuw bewijs
ziet voor het resultaat en de duurzaamheid
van de vredespolitiek en de politiek van toe
nadering, welke de Duitsch-Poolsche ver
houding sedert Januari 1934 kenmerkt.
Indien het bezoek van den Poolschen gast
aan Berlijn thans de mogelijkheid biedt van
een eerste directe gedachtenwisseling met den
Führer en Rijkskanselier, zal dit persoon
lijk contact van twee staatslieden, die zich
door de onbevooroordeelde wijze, waarop zij de
problemen aanpakken, op een gemeenschap
pelijke basis weten, derhalve ook leiden tot
een wisseling van gedachten, over de wijze
waarop langs dezen weg van practischen
vredesarbeid zal kunnen worden voortgegaan.
Frankrijk.
Lavai's financieele en
economische plannen.
Dinsdag hebben de minister-president La-
val en de minister van Financiën, Régnier, het
woord gevoerd in de Kamercommissie voor
Financieele Aangelegenheden.
Minister-president Laval sprak over de po
gingen der regeering de financiën weer op
orde te brengen. Hij kondigde aan, dat van
daag in het Journal Officiel twee de
creten zullen worden gepubliceerd,
één betrekking hebbende op de cu
mulatie van functies, één op de be
zuinigingen op de uitgaven van de
ministeries voor leger, vloot en lucht
vaart, terwijl later nog een decreet
zou worden uitgevaardigd inzake
onrechtmatige pensioenen.
Nopens de positie van den franc ver
klaarde Laval: wij zijn ons onze verantwoor
delijkheid bewust en wij zullen het noodige
wagen. Alles wat wij doen, zal slechts zijn in
gegeven door de zorg naar krachten het open
baar welzijn te dienen.
De premier verklaarde te zullen
streven naar een politiek van eco
nomische samenwerking met andere
landen. Te dien einde is spreker
voornemens, onderhandelingen over
nieuwe douaneverdragen aan te knoo-
pen, om aldus geleidelijk tot afschaf
fing van het stelsel der contingen-
teeringen te geraken.
Minister Regnier verklaarde, dat de schat
kist de tot einde 1935 noodige 17 milliard
franken zal kunnen betalen, wanneer men ge
bruik zal kunnen m/.ken van de mogelijk
heid de zes milliard, waartoe het parlement
reeds zijn toestemming heeft gegeven, te lee-
nen. Het deficit op de begrooting zal 7 tot 8
milliard franken bedragen, al naar gelang de
■belastingontvangsten.
De Financieele Commissie van de Kamer zal
nas weer bijeenkomen omstreeks midden
September.
Duitschland.
Crediet verzocht aan Londen
voor bewapening?
De Londensche correspondent van „L'Infor-
mation" meldt, dat Duitschland in financieele
kringen in Londen nieuwe en krachtige po
gingen in het werk stelt om credieten op te
nemen. Deze pogingen zijn zeer koel ont
vangen, maar zekere Britsche industrieelen
zouden zich toch accoord kunnen verklaren
met een credietverleening op langen termijn
in den vorm van een grondstofcrediet, dat
Duitschland in staat zou stellen zijn bewa
pening op te bouwen. De publieke opinie in
Engeland staat echter zeer afkeerig tegen
over een dergelijk crediet in verband met de
opgedane ervaring.
Men vraagt zich overigens zelfs in finan
cieele kringen te Londen af, of Duitschland
den huidigen financieelen toestand nog lang
meester zal kunnen blijven en men is over
tuigd, dat zonder dr. Schacht aan het mi
nisterie van financiën een nieuwe monetaire
paniek in Duitschland voor de deur zou
staan. (A.N.P.)
Het bezoek van den Poolschen
minister Beek.
De Deutsche Diplomatische Politische Kor-
respondenz schrijft naar aanleiding van het
bezoek van den Poolschen minister van bui-
tenlandsche zaken. Beek, aan Berlijn o.m.r
Nadat de bezoeken van vooraanstaande
leden der Duitsche regeering aan Polen reeds
het persoonlijk contact met de Poolsche
staatslieden hadden ingeleid, geeft dit bezoek
van den Poolschen minister van Buitenland-
sche Zaken opnieuw gelegenheid de weder-
Opgewonden tooneelen te
Regina.
Politie-inspecteur bij stakingsonlusten
gedood.
Te Regina (Saskatchewan) is het tot ern
stige botsingen gekomen tusschen politie en
communisten.
3000 stakende arbeiders hadden hun werk
plaatsen in Britsch Columbia veriaten. Zij wil
den in de hoofdstad Ottawa demonstreeren.
Politie-agenten te paard en te voet traden
tegen de stakers op. De betoogers boden te
genstand en gooiden met steenen. Een inspec
teur van politie werd door de menigte aan
gevallen en met stokslagen doodgeranseld. 50
personen werden gewond. Ten slotte hebben
de bereden agenten de demonstranten uit
eengejaagd, waarbij zij verscheidene perso
nen arresteerden. Later kon de orde worden
hersteld.
Russisch vliegtuig vermist.
Elf personen aan boord.
Uit Chabarowsk, 2 Juli: Officieel wordt me
degedeeld, dat het watervliegtuig L-840, dat
reeds op 26 Juni van Alexandrowsk (op het
eiland Sachalin) naar Chabarowsk was ver
trokken, om daar op de Amoor te dalen, ver
mist wordt. Aan boord van het vliegtuig be
vonden zich, behalve de uit drie koppen be
staande bemanning, acht passagiers.
Vier vliegtuigen zijn uit Tatarensoeng op
gestegen om het vermiste toestel te zoeken.
Men gelqoft. dat de piloot van de L 840, Swja-
togorow, een geroutineerde vlieger, tijdens een
dichten mist een noodlanding heeft moeten
uitvoeren. (A. N. P.)
MEISJE DOOR HAAIEN VERSCHEURD.
MILAAN 2 Juli (Reuter). Aan het
strand van Sus-sak aan de grens van Joego
slavië bemerkten, baders gisteren plotseling
twee greote haaien.
Een Tsjechisch meisje kón zich niet snel
genoeg in veiligheid stellen en werd door de
dieren verscheurd.
BRAND IN EEN LUNAPARK.
NEW-YORK, 2 Juli (A.N.P.) In een groot
Lunapark, het beroemde Palissade Park is
brand uitgebroken. Een derde deel is vernield
De schade bedraagt 75000 dollar. De brand is
thans gebluscht. Een persoon werd gewond.
NIEUW MIDDELTJE TEGEN KAAL
HOOFDIGHEID?
LOS ANGELOS, 1 Juli (A.N.P.) Een oud-
Chineesch huismiddeltje: gemalen elands
hoorn werd door een Japanschen geleerde
gebezigd bij zijn proeven op een chimpansoe.
Vandaag zou zijn komen vast te staan, dat
dit middeltje doeltreffend zou zijn voor kaal-
hoofdigen.
Dit bericht zal zeker een hausse in elands
hoorn ten gevolge hebben, maar het zal tqch
vele kaalhoofdigen eenige verlichting in
deze warme dagen geven, dat het middel
niet eerder is herontdekt. Immers, dan zou
den zij nu allen wel een zware haardos heb
ben.
SLEEPBOOTEIGENAREN GAAN
SAMEN.
In Hotel Carlton te 's Gravenhage hebben
de afgevaardigden van alle Nederlandsche
vereenigingen van sleepbooteigenaren verga
derd.
Overgegaan werd tot definitieve oprichting
van het federatief verband van vereenigingen
van particuliere sleepbooteigenaren in Neder
land.
ONTVOERDER TOT DEN ELECTRISCHEN
STOEL VEROORDEELD.
MUSKOGEE (Oklahoma) 2 Juli (Reuter)
De eerste man. die onder de bepalingen van
de federale „Lindbergh-wet" wegens ontvoe
ring heeft terechtgestaan, is tot den electri-
schen stoel veroordeeld. Het is Arthur Gooch,
die door middel van wapengeweld twee po
litiebeambten uit Parijs (Texas) heeft ont
voerd.
Het doodvonnis zal op 13 September worden
voltrokken.
Botsing tusschen Japansche
schepen.
Het A.N.P. verneemt uit Tokio: Men vreest
dat 150 personen verdronken zijn na een
botsing tusschen de stoomschepen Tenzan
Maroe. dat 3123 ton meet, en Midori Maroe
dat 1725 ton meet.
Het stoomschip Midori Maroe, dat 253 pas
sagiers en opvarenden aan boord had, is ge
zonken. De botsing had tijdens een dikken
mist plaats bij het eiland Shodo.
111
Indrukken van Delhi en Benares.
Een onderhoud mef den onderkoning.
DOOR EM1LE SCHREIBER
Eenige uren sporen
en we bevinden ons in
het groote station van
Delhi, dat wemelt van
Inlandsche reizigers
van allerlei rassen.
Door de lange wegen
van de stad voert de
Hindoechauffeur ons
naar het hotel, dat,
zooals gewoonlijk in
Indië ver van het cen
trum en dus ver van de
inboorlingen verwij
derd is.
Op de drukke kruis
punten staan bruine
politieagenten met
roode tulbanden op en
regelen het verkeer
precies als in Londen
of Parijs. De mouwen
van hun kleeding zijn
wit en recht boven hén
is een machtige reflec
tor aangebracht, die
hen in het volle licht
zet, gelijk een danse
res in den schouwburg
eenvoudige en prac
tische gedachte.
Ons hotel is een
groot paleis. Er zijn er
overigens verscheidene
in Delhi en de afwe
zigheid van winkels en
Europeesch leven, uit
gesloten natuurlijk in
de luxueuze Engelsche
clubs, is daarom nog
des te opvallender. Het
oogenblik om te dinee-
ren is aangebroken,
een elegante aanblik
wordt ons geboden. De
heeren in witte smo
kings, de dames in dé
colleté.
Bij den eersten oog
opslag voelen wij, dat
we ons in de hoofdstad
bevinden. Even voor.
den oorlog werd Delhi
de hoofdstad van Bi\-
Indië in plaats van
Calcutta. Officieel
heeft men deze veran
dering gemotiveerd met
het feit, dat Delhi meer
in het midden van het
land is gelegen; inderdaad ligt Delhi in het
knooppunt van alle spoorwegen, wat den on
derkoning in staat stelt beter en op snellere
wijze inlichtingen te ontvangen, terwijl boven
dien de troepen gemakkelijker gezonden kun
nen worden naar de plaatsen, waar ze noodig
mochten zijn. Maar een andere en niet
minder belangrijke reden is. dat Calcutta, stad
van industrie en ..proletariërs", veel oproerige
elementen telt. In Delhi waar geen in
dustrie is leeft de bevolking in volkomen
rust.
Wij bezichtigen het paleis van den onder
koning. Aan twee zijden van het paleis'loopt
loodrecht op het gebouw een breede laan,
waaraan zich het gebouw van het civiele be
stuur bevindt, terwijl zich tegenover het pa
leis het gebouw van de militaire macht be
vindt. Aan het eind van de laan verheft zich
nog een paleis, dat door zijn omvang en
ronden vorm eenigszins aan het Colloseum
van Rome herinnert; hier komt het Hindoe
congres op geregelde tijden bijeen.
De afmetingen der regeermgsgebouwen
zijn enorm: zij doen ons aan die van de
nieuwe ministeries van Washington denken.
De architectuur is zeer modern; als materiaal
werd de rose steen van het land gebruikt. Als
wij des Zondagsmorgens per auto om de ge
bouwen heen rijden, zijn wij niet zoo heel erg
verbaasd hier alles verlaten te vinden, want
het is een rustdag.
Maar als we er den volgenden morgen te-
rugkeeren, bespeuren wij er nog steeds geen
leven. Hoe groot Indië ook moge zijn, men
ONZE DACELIJKSCHE KINDERVERTELLING
Prins Koenboud slaakte luid een blijde kreet, toen hij eindelijk het
slot kon omdraaien en de prinses maakte snel de deur open
„Kom aan," dacht Thijs, „ik denk dat ik nu maar een eindje om ga
loopen. Ik moet toch eens zien of ik dien toovenaar niet te pakken
kan krijgen."
BENARES. Het heilige bad aan de oevers van den Ganges.
r schijnt er niet in geslaagd te zijn, de enorme
gebouwen geheel en al te benutten; Engeland
heeft er zijn macht in tot uiting willen bren
gen, maar hun omvang schijnt die der ad
ministratieve aangelegenheden te overtref
fen.
Wij keeren naar het regeeringspaleis terug
in de hoop door den onderkoning te worden
ontvangen. Feitelijk achten wij ons zelfs, als
reizigers, die in snel tempo door Indië trokken
niet belangrijke genoeg om een zoo hooge
persoonlijkheid te kunnen derangeeren.
Maar wij hadden juist in de bladen van
Delhi gelezen, dat er onlusten in Karachi
uitgebroken waren. Een troep .Engelsche mili
tairen had op de menigte geschoten. Bijna
tachtig dooden en meer dan twee maal zoo
veel gewonden. Deze gebeurtenissen spoorden
ons aan om een audiëntie bij den onderkoning
aan te vragen. Maar zou het mogelijk zijn
hem te bezoeken, voordat wij dezen middag
Delhi verlieten? De Engelschen zijn rustig. De
secretaris van den onderkoning antwoordde
ons glimlachend op onze vragen. „De voor
vallen, waarvan u spreekt, gaan den gouver
neur van Karachi aan en niet den onderko
ning, Bovendien zijn het geen politieke ge
beurtenissen, maar betreft het hier onlusten
van godsdienstigen aard, welke zoo veelvuldig
in dit la.nd voorkomen. Eenigen tijd geleden
heeft -een fanatieke Arabier een Hindoe ver
moord. Hij werd ter dood veroordeeld en dezer
dagen terecht gesteld. Een groote menigte
Muzelmannen verzamelde zich bij zijn graf
en wilde naar Karachi optrekken om de Hin
does aan te vallen. Wat. konden wij anders
doen, dan wat wij daden om een nog veel
grooter aantal slachtoffers te voorkomen?"
Dit is een zeer heldere stelling, ofschoon de
kwaaddenkende elementen onder de Hindoes
beweren, dat Engelschen de religieuze geschil
len zorgvuldig in het leven houden, omdat
zij ze noodig hebben voor hun devies: „Ver
deel en heersch".
Omdat de onderkoning- zich niet bezighield
met de onlusten in Karachi, besloten wij ons
terug te trekken, maar onze bemiddelaar
stond er op den vice-koning van onze aan
wezigheid te verwittigen en even later kwam
hij terug met de boodschap: „De onderkoning
verzoekt u en mevrouw Schreiber te willen
terugkomen, wanneer zijn audiënties afge-
loopen zijn".
Een geheel in het wit gekleede adjudant
brengt ons op het afgesproken uur in het
groote bureau van den onderkoning van
Britsch-Indië.
De heer FreemanThomas, die zijn car
rière in Indië en Canada maakte en in den
adelstand werd verheven door den koning, die
hem den titel van graaf Willingdon verleende,
is van bescheiden afkomst, wat niet verhin
dert, dat hij liet uitgesproken type van den
Engelschen aristocraat is, groat, elegant, bij
zonder beschaafd en van een beminnelijkheid,
waarover heel Indië spreekt.
De onderkoning verlaat zijn schrijftafel en
komt bij ons zitten in een zwaren leuning
stoel van Engelschen stijl. Wij spreken te hooi
en te gras over de meest verscheiden onder
werpen en natuurlijk ook over den toestand
in Indië.
Graaf Willingdon gebruikt tegenover mij
op een buitengewoon charmante wijze de
zelfde methoden, die president Roosevelt
pleegt te volgen tegenover de bij hem ge
accrediteerde journalisten.
„Als ge wilt zal ik in volkomen openhartig
heid met u spreken. Ik sta u geen interview
toe, ik weiger u er evenmin een. U hebt ge
noeg ervaring om te weten, dat ge datgene
uit ons gesprek kunt weergeven, dat niet kan
leiden tot benadeeling van de positie die ik in
neem. Er is dus tusschen u en mij een
gentlemen s agreement. Ik vraag u zelfs niet
mij het geschrevene voor de publicatie voor te
leggen. Want ik heb volledig vertrouwen in
u."
Wat kan ik, aldus gekneveld, zeggen? Op
zijn hoogst dit; dat ik den onderkoning bij
zonder rustig en optimistisch aangetroffen
heb, zeer verschillend van het beeld, dat wij
ons in Frankrijk vormen van den man, die
de zorg heeft aan de voortdurend dreigende
onlusten het hoofd te bieden. Daar ik zin
speelde op „het ontwaken van Azië, waarover
men in Europa zooveel spreekt en op de min
of meer verwijderde mogelijkheid van een re
volutie, gericht op het verjagen van de Euro
peanen, antwoordde de onderkoning: „Wij
werken reeds verscheidene eeuwen met de
Hindoes samen en ik heb niet den indruk,
dat we op de helft aangekomen zijn van den
weg, dien wij tezamen afleggen", rk druk
mijn verbazing uit over het feit, dat we in
Indië zoo weinig Engelschen en zelfs Engel
sche ondernemingen zien. „U ziet dus", zegt
de onderkoning met nadruk, „hoe wij hoe lan
ger hoe meer de Hindoes hun eigen leven la
ten leven".
Wat de economische situatie betreft, deze
omschrijft de onderkoning als volgt: „De
crisis doet zich hier minder dan elders ge
voelen, de geringe behoeften van de bevol
king, die zich niet in die mate als de Europea
nen heeft moeten inkrimpen. Sinds tWee jaar
klimmen we de helling weer geleidelijk op en
onze toestand baart geen zorg, omdat de In
dische begrooting steeds in evenwicht is."
Welk land in Europa of Amerika zou hetzelf
de kunnen zeggen? De werkloosheid bedraagt
hier, in zooverre zij berekend kan worden,
enkele honderdduizend man, dat weinig is op
een bevolking, die de driehonderd millioen
zielen overschrijdt.
Wij staan op om afscheid te nemen, maar
graaf Wellingdon stelt er prijs op ons eerst
nog zijn nieuwe paleis te laten zien. Wij loo
pen door een aantal ruime salons, de eetzaal
en de privé-vertrekken. De inrichting is zeer
luxueus en getuigt van goeden smaak, maar
is specifiek Engelsch. Wij kunnen ons voor
stellen een weelderig buitenverblijf in de om
geving van Londen te zijn binnengetreden.
Ik herinner mij een overeenkomstige rond
wandeling in 1923 met maarschalk Lyautey te
Rabat. Zijn paleis in die stad en zijn overige
residenties zijn gemeubileerd en versierd in
zuiver Marokkaanschen stijl. Ziedaar het es
sentieel verschil tusschen twee methoden van
kolonisatie. De Engelschman leeft in Engel
sche omgeving, overal, waar hij zich in de
wereld vestigt, de Franschman richt zich naar
de Inlandsche beschaving, beschermt haar en
helpt haar verder ontplooien.
Wij hebben voor het vertrek uit Delhi nog
slechts tijd het fort te bezoeken en de palei
zen der groot-mogols. die hier tot Britsche
kazernes verbouwd zijn. Reeds sporen we toe
op Benares, de heilige stad, waar we morgen
met den dageraad aankomen na een nieuwen
nacht van hitte en stof.
Benares.
Gelukkig komen wij er vroegtijdig aan, want
bij het krieken van den dag kan men van
het baden in den Ganges getuige zijn. Een
klein vaartuigje met donkere, bijna naakte
roeiers en waarin men op ons verzoek een
paar houten leuningstoelen had geplaatst,
dient ons tot drijvend „observatorium" en van
hieruit zien we de gebruinde menigte mannen
en vrouwen, die ter vervuiling van haar
godsdienstige plichten begint met een weinig
water uit den stroom te drinken om er zich
tenslotte tot aan den hals in te begeven.
Men hoort veel over Benares vertellen, over
de langs den oever opgerichte paleizen, ge
bouwd door rijke maharadjas om er eenmaal
in heilig gebied te sterven (want ieder die aan
dien oever van den Ganges sterft is zeker van
zijn plaats in het paradijs), over de fanatieke
menigten, over zijn lijkverbrandingen, over
zijn fakirs en de eenzamen, die aan den oever
sterven, na zich den mond met modder uit
den stroom bestreken te hebben. Men vertelt
er inderdaad heel veel van en ik wil het niet
herhalen; maar waar men nog niet genoeg
over verteld heeft, dat is de ongelooflijke vuil
heid van de stad, die in dit opzicht alle mo
gelijke records slaat.
De vuilheid heb ik niet aangetroffen daar,
waar ik haar verwacht had. De verbranding
der lijken, die niet in een kist gelegd worden
maar op een draagbaar en gewikkeld in een
laken, heeft niets stootends. De asch, of dik
wijls ook, wanneer de familie niet voldoende
geld heeft om zich een fraai opvlammende
brandstapel te verschaffen, de stukken kalk,
worden in den Ganges geworpen. Ook schijnt
men er de lijken van pasgeboren kinderen te
werpen. Vóór ons heeft eien groepje geloovigen
juist het zware en met bloemenslingers ver
sierde kadaver van een heilige koe in de rivier
gegooid.
Van ver af lijkt dat alles verschrikkelijk,
vooral wanneer men bedenkt, dat de geloovigen
zich in dat water baden en er van drinken;
maar van dichtbij constateert men, dat de
Ganges een zoo breede, krachtige en diepe
stroom is, dat alles, wat er zich in bevindt,
eigenlijk nihil is in vergelijking met de enorme
hoeveel water. Feitelijk beschouwd is het met
de zwem bassins in het vuile Seinewater nog
slechter gesteld.
Neen, de vuilheid van Benares zal men niet
daar aantreffen, maar wel op de oevers, waar
lijders aan besmettelijke ziekten op sterven,
liggen, in de straten, waar wolken stof en
vliegen de naar den Ganges vervoerde kada
vers begeleiden en vooral bij de ingangen van
de tempels van Ciwa, Visjnoe en andere Hin-
d'oegodheden.
In tegenstelling met onze kerken en kathe
dralen, die zich doorgaans in het midden
van een open plein bevinden, liggen de Hin
doetempels achter in heele nauwe gangen of
steegjes. Overal in die steegjes ontmoet men
kooplui met religieuze voorwerpen, voorts on
ooglijke bedelaars, en tenslotte een groot
aantal gebrekkigen, verminkten en zelfs idio
ten, die uit alle hoeken van Indië naar de
heilige stad gekomen zijn. Men kan zich voor
stellen, hoe hun aantal en hun uiterlijk is in
in een land. waar bijwijze van spreken geen
openbare hulp bestaat en deze ongelukkigen,
die niet in ziekenhuizen, hospitalen, en
krankzinnigengestichten opgenomen worden,
vrij rondloopen. Voeg daaraan toe, dat de
steegjes bedekt zijn met uitwerpselen en over
blijfselen van vruchten en bloemen, die aan
de goden zijn aangeboden en ge kunt een
vaag idee maken van hun aspect, hun stank
en hun atmosfeer bij eeri temperatuur, die
op dit oogenblik 40 graden in den schaduw
bereikt.
Moet ik er aan toevoegen, dat geèn enkele
beschaafde Brit in Benares woont, dat zelfs
de hotelhouder Inlander is. dat ziin keuken
aan de algemeene omgeving herinnert en
het vertrek uit de heilige stad met evenveel
ongeduld door ons verbeid wordt als de
vreugde van den aankomst door den geloo-
vige?
(Nadruk verboden).