UIT HET BUITENLAND THIJS IJS EN DE VERLOREN SLEUTEL XVÖEN'SDAG 3 J Ui: I 1935 H A A REE M'S D A GEE A D 4 HET BELANGRIJKSTE NIEUWS ITALIë. De verklaring van Eden èn de debatten in net Lagerhuis worden in een hoofdartikel in ae ..Giornale d'Italia" besproken onder het opschrift „Preciseeringen". Het blad schrijft, dat de spijt, die door Eden is geuit met betrekking tot de weige- ïinf..yan Mussolini, gelijk is aan de spijt van Italië wegens het onvoldoende begrip, dat Engeland toont voor de Italiaansche motie ven. Het blad geeft dan een korte opsomming van deze motieven en verdedigt het Ita liaansche recht op koloniale expansie, even als andere landen, met name Engeland, dit ■bezitten. .-De systematische tegenwerking door Abessynië van de vreedzame pogingen tot. commercieele expansie van Italië, de voortdurende vijandschap van Abessynië. zijn bewapeningen grensschendingen, aanvallen en tenslotte de noodzakelijkheid van Italië om zijn grenzen te verdedigen, houden met deze Italiaansche moeilijkheden de Engel- sche voorsteilen in het geheel geen rekening". Het blad gaat dan over tot een s$5temati- sche ontleding van de practische waarde dei- voorstellen zelf. waarover Eden niet heeft gesproken. De Britsche voorstellen bevatten niets, wat een duurzamen vrede aan de Italiaansch-Abessynische grenzen zou kun nen waarborgen en het conflict tusschen de twee landen zou daardoor niet worden op geheven. doch slechts verdaagd. De eenige, die er profijt van zou trekken, zou Abessynië zijn. dat met zijn agressieve geestesgesteld heid, na alle gepleegde en tot dusverre on gestrafte overtredingen met een uitgang naar zee de mogelijkheid zou verwerven zich vrije lijk te voorzien van wapenen en zelfs een zeemogendheid zou worden naast Italië. De uitweg over Zeila zou bovendien geheel in het voordeel van Engeland zijn en in het nadeel van Italië, aangezien hij in de plaats zou komen van den uitweg over Assab, door Italië in 1928 toegestaan. Wat Ogaden be treft, het gaat daarbij om het algemeen be kend, meest woestijnachtige gebied van Abessynië, waarvan de economische waarde volkomen nihil is. Italië zoekt geen onont- ginbare woestijnen. De Britsche voorstellen beantwoorden dus niet aan de tot uiting gebrachte Engelsche doeleinden, noch aan de Italiaansche be hoeften. aldus de conclusie van de „Giornale d'Italia". Het Italiaansche-Abessynische conflict. Verdediging van Italië's recht op expansie. Waarom het Britsche aanbod afgewezen werd. zijdsche betrekkingen te verdiepen. De Duitsche openbare meening juicht dit eerste Poolscbe staatsbezoek aan Berlijn te meer toe, daar zij daarin een nieuw bewijs ziet voor het resultaat en de duurzaamheid van de vredespolitiek en de politiek van toe nadering, welke de Duitsch-Poolsche ver houding sedert Januari 1934 kenmerkt. Indien het bezoek van den Poolschen gast aan Berlijn thans de mogelijkheid biedt van een eerste directe gedachtenwisseling met den Führer en Rijkskanselier, zal dit persoon lijk contact van twee staatslieden, die zich door de onbevooroordeelde wijze, waarop zij de problemen aanpakken, op een gemeenschap pelijke basis weten, derhalve ook leiden tot een wisseling van gedachten, over de wijze waarop langs dezen weg van practischen vredesarbeid zal kunnen worden voortgegaan. Frankrijk. Lavai's financieele en economische plannen. Dinsdag hebben de minister-president La- val en de minister van Financiën, Régnier, het woord gevoerd in de Kamercommissie voor Financieele Aangelegenheden. Minister-president Laval sprak over de po gingen der regeering de financiën weer op orde te brengen. Hij kondigde aan, dat van daag in het Journal Officiel twee de creten zullen worden gepubliceerd, één betrekking hebbende op de cu mulatie van functies, één op de be zuinigingen op de uitgaven van de ministeries voor leger, vloot en lucht vaart, terwijl later nog een decreet zou worden uitgevaardigd inzake onrechtmatige pensioenen. Nopens de positie van den franc ver klaarde Laval: wij zijn ons onze verantwoor delijkheid bewust en wij zullen het noodige wagen. Alles wat wij doen, zal slechts zijn in gegeven door de zorg naar krachten het open baar welzijn te dienen. De premier verklaarde te zullen streven naar een politiek van eco nomische samenwerking met andere landen. Te dien einde is spreker voornemens, onderhandelingen over nieuwe douaneverdragen aan te knoo- pen, om aldus geleidelijk tot afschaf fing van het stelsel der contingen- teeringen te geraken. Minister Regnier verklaarde, dat de schat kist de tot einde 1935 noodige 17 milliard franken zal kunnen betalen, wanneer men ge bruik zal kunnen m/.ken van de mogelijk heid de zes milliard, waartoe het parlement reeds zijn toestemming heeft gegeven, te lee- nen. Het deficit op de begrooting zal 7 tot 8 milliard franken bedragen, al naar gelang de ■belastingontvangsten. De Financieele Commissie van de Kamer zal nas weer bijeenkomen omstreeks midden September. Duitschland. Crediet verzocht aan Londen voor bewapening? De Londensche correspondent van „L'Infor- mation" meldt, dat Duitschland in financieele kringen in Londen nieuwe en krachtige po gingen in het werk stelt om credieten op te nemen. Deze pogingen zijn zeer koel ont vangen, maar zekere Britsche industrieelen zouden zich toch accoord kunnen verklaren met een credietverleening op langen termijn in den vorm van een grondstofcrediet, dat Duitschland in staat zou stellen zijn bewa pening op te bouwen. De publieke opinie in Engeland staat echter zeer afkeerig tegen over een dergelijk crediet in verband met de opgedane ervaring. Men vraagt zich overigens zelfs in finan cieele kringen te Londen af, of Duitschland den huidigen financieelen toestand nog lang meester zal kunnen blijven en men is over tuigd, dat zonder dr. Schacht aan het mi nisterie van financiën een nieuwe monetaire paniek in Duitschland voor de deur zou staan. (A.N.P.) Het bezoek van den Poolschen minister Beek. De Deutsche Diplomatische Politische Kor- respondenz schrijft naar aanleiding van het bezoek van den Poolschen minister van bui- tenlandsche zaken. Beek, aan Berlijn o.m.r Nadat de bezoeken van vooraanstaande leden der Duitsche regeering aan Polen reeds het persoonlijk contact met de Poolsche staatslieden hadden ingeleid, geeft dit bezoek van den Poolschen minister van Buitenland- sche Zaken opnieuw gelegenheid de weder- Opgewonden tooneelen te Regina. Politie-inspecteur bij stakingsonlusten gedood. Te Regina (Saskatchewan) is het tot ern stige botsingen gekomen tusschen politie en communisten. 3000 stakende arbeiders hadden hun werk plaatsen in Britsch Columbia veriaten. Zij wil den in de hoofdstad Ottawa demonstreeren. Politie-agenten te paard en te voet traden tegen de stakers op. De betoogers boden te genstand en gooiden met steenen. Een inspec teur van politie werd door de menigte aan gevallen en met stokslagen doodgeranseld. 50 personen werden gewond. Ten slotte hebben de bereden agenten de demonstranten uit eengejaagd, waarbij zij verscheidene perso nen arresteerden. Later kon de orde worden hersteld. Russisch vliegtuig vermist. Elf personen aan boord. Uit Chabarowsk, 2 Juli: Officieel wordt me degedeeld, dat het watervliegtuig L-840, dat reeds op 26 Juni van Alexandrowsk (op het eiland Sachalin) naar Chabarowsk was ver trokken, om daar op de Amoor te dalen, ver mist wordt. Aan boord van het vliegtuig be vonden zich, behalve de uit drie koppen be staande bemanning, acht passagiers. Vier vliegtuigen zijn uit Tatarensoeng op gestegen om het vermiste toestel te zoeken. Men gelqoft. dat de piloot van de L 840, Swja- togorow, een geroutineerde vlieger, tijdens een dichten mist een noodlanding heeft moeten uitvoeren. (A. N. P.) MEISJE DOOR HAAIEN VERSCHEURD. MILAAN 2 Juli (Reuter). Aan het strand van Sus-sak aan de grens van Joego slavië bemerkten, baders gisteren plotseling twee greote haaien. Een Tsjechisch meisje kón zich niet snel genoeg in veiligheid stellen en werd door de dieren verscheurd. BRAND IN EEN LUNAPARK. NEW-YORK, 2 Juli (A.N.P.) In een groot Lunapark, het beroemde Palissade Park is brand uitgebroken. Een derde deel is vernield De schade bedraagt 75000 dollar. De brand is thans gebluscht. Een persoon werd gewond. NIEUW MIDDELTJE TEGEN KAAL HOOFDIGHEID? LOS ANGELOS, 1 Juli (A.N.P.) Een oud- Chineesch huismiddeltje: gemalen elands hoorn werd door een Japanschen geleerde gebezigd bij zijn proeven op een chimpansoe. Vandaag zou zijn komen vast te staan, dat dit middeltje doeltreffend zou zijn voor kaal- hoofdigen. Dit bericht zal zeker een hausse in elands hoorn ten gevolge hebben, maar het zal tqch vele kaalhoofdigen eenige verlichting in deze warme dagen geven, dat het middel niet eerder is herontdekt. Immers, dan zou den zij nu allen wel een zware haardos heb ben. SLEEPBOOTEIGENAREN GAAN SAMEN. In Hotel Carlton te 's Gravenhage hebben de afgevaardigden van alle Nederlandsche vereenigingen van sleepbooteigenaren verga derd. Overgegaan werd tot definitieve oprichting van het federatief verband van vereenigingen van particuliere sleepbooteigenaren in Neder land. ONTVOERDER TOT DEN ELECTRISCHEN STOEL VEROORDEELD. MUSKOGEE (Oklahoma) 2 Juli (Reuter) De eerste man. die onder de bepalingen van de federale „Lindbergh-wet" wegens ontvoe ring heeft terechtgestaan, is tot den electri- schen stoel veroordeeld. Het is Arthur Gooch, die door middel van wapengeweld twee po litiebeambten uit Parijs (Texas) heeft ont voerd. Het doodvonnis zal op 13 September worden voltrokken. Botsing tusschen Japansche schepen. Het A.N.P. verneemt uit Tokio: Men vreest dat 150 personen verdronken zijn na een botsing tusschen de stoomschepen Tenzan Maroe. dat 3123 ton meet, en Midori Maroe dat 1725 ton meet. Het stoomschip Midori Maroe, dat 253 pas sagiers en opvarenden aan boord had, is ge zonken. De botsing had tijdens een dikken mist plaats bij het eiland Shodo. 111 Indrukken van Delhi en Benares. Een onderhoud mef den onderkoning. DOOR EM1LE SCHREIBER Eenige uren sporen en we bevinden ons in het groote station van Delhi, dat wemelt van Inlandsche reizigers van allerlei rassen. Door de lange wegen van de stad voert de Hindoechauffeur ons naar het hotel, dat, zooals gewoonlijk in Indië ver van het cen trum en dus ver van de inboorlingen verwij derd is. Op de drukke kruis punten staan bruine politieagenten met roode tulbanden op en regelen het verkeer precies als in Londen of Parijs. De mouwen van hun kleeding zijn wit en recht boven hén is een machtige reflec tor aangebracht, die hen in het volle licht zet, gelijk een danse res in den schouwburg eenvoudige en prac tische gedachte. Ons hotel is een groot paleis. Er zijn er overigens verscheidene in Delhi en de afwe zigheid van winkels en Europeesch leven, uit gesloten natuurlijk in de luxueuze Engelsche clubs, is daarom nog des te opvallender. Het oogenblik om te dinee- ren is aangebroken, een elegante aanblik wordt ons geboden. De heeren in witte smo kings, de dames in dé colleté. Bij den eersten oog opslag voelen wij, dat we ons in de hoofdstad bevinden. Even voor. den oorlog werd Delhi de hoofdstad van Bi\- Indië in plaats van Calcutta. Officieel heeft men deze veran dering gemotiveerd met het feit, dat Delhi meer in het midden van het land is gelegen; inderdaad ligt Delhi in het knooppunt van alle spoorwegen, wat den on derkoning in staat stelt beter en op snellere wijze inlichtingen te ontvangen, terwijl boven dien de troepen gemakkelijker gezonden kun nen worden naar de plaatsen, waar ze noodig mochten zijn. Maar een andere en niet minder belangrijke reden is. dat Calcutta, stad van industrie en ..proletariërs", veel oproerige elementen telt. In Delhi waar geen in dustrie is leeft de bevolking in volkomen rust. Wij bezichtigen het paleis van den onder koning. Aan twee zijden van het paleis'loopt loodrecht op het gebouw een breede laan, waaraan zich het gebouw van het civiele be stuur bevindt, terwijl zich tegenover het pa leis het gebouw van de militaire macht be vindt. Aan het eind van de laan verheft zich nog een paleis, dat door zijn omvang en ronden vorm eenigszins aan het Colloseum van Rome herinnert; hier komt het Hindoe congres op geregelde tijden bijeen. De afmetingen der regeermgsgebouwen zijn enorm: zij doen ons aan die van de nieuwe ministeries van Washington denken. De architectuur is zeer modern; als materiaal werd de rose steen van het land gebruikt. Als wij des Zondagsmorgens per auto om de ge bouwen heen rijden, zijn wij niet zoo heel erg verbaasd hier alles verlaten te vinden, want het is een rustdag. Maar als we er den volgenden morgen te- rugkeeren, bespeuren wij er nog steeds geen leven. Hoe groot Indië ook moge zijn, men ONZE DACELIJKSCHE KINDERVERTELLING Prins Koenboud slaakte luid een blijde kreet, toen hij eindelijk het slot kon omdraaien en de prinses maakte snel de deur open „Kom aan," dacht Thijs, „ik denk dat ik nu maar een eindje om ga loopen. Ik moet toch eens zien of ik dien toovenaar niet te pakken kan krijgen." BENARES. Het heilige bad aan de oevers van den Ganges. r schijnt er niet in geslaagd te zijn, de enorme gebouwen geheel en al te benutten; Engeland heeft er zijn macht in tot uiting willen bren gen, maar hun omvang schijnt die der ad ministratieve aangelegenheden te overtref fen. Wij keeren naar het regeeringspaleis terug in de hoop door den onderkoning te worden ontvangen. Feitelijk achten wij ons zelfs, als reizigers, die in snel tempo door Indië trokken niet belangrijke genoeg om een zoo hooge persoonlijkheid te kunnen derangeeren. Maar wij hadden juist in de bladen van Delhi gelezen, dat er onlusten in Karachi uitgebroken waren. Een troep .Engelsche mili tairen had op de menigte geschoten. Bijna tachtig dooden en meer dan twee maal zoo veel gewonden. Deze gebeurtenissen spoorden ons aan om een audiëntie bij den onderkoning aan te vragen. Maar zou het mogelijk zijn hem te bezoeken, voordat wij dezen middag Delhi verlieten? De Engelschen zijn rustig. De secretaris van den onderkoning antwoordde ons glimlachend op onze vragen. „De voor vallen, waarvan u spreekt, gaan den gouver neur van Karachi aan en niet den onderko ning, Bovendien zijn het geen politieke ge beurtenissen, maar betreft het hier onlusten van godsdienstigen aard, welke zoo veelvuldig in dit la.nd voorkomen. Eenigen tijd geleden heeft -een fanatieke Arabier een Hindoe ver moord. Hij werd ter dood veroordeeld en dezer dagen terecht gesteld. Een groote menigte Muzelmannen verzamelde zich bij zijn graf en wilde naar Karachi optrekken om de Hin does aan te vallen. Wat. konden wij anders doen, dan wat wij daden om een nog veel grooter aantal slachtoffers te voorkomen?" Dit is een zeer heldere stelling, ofschoon de kwaaddenkende elementen onder de Hindoes beweren, dat Engelschen de religieuze geschil len zorgvuldig in het leven houden, omdat zij ze noodig hebben voor hun devies: „Ver deel en heersch". Omdat de onderkoning- zich niet bezighield met de onlusten in Karachi, besloten wij ons terug te trekken, maar onze bemiddelaar stond er op den vice-koning van onze aan wezigheid te verwittigen en even later kwam hij terug met de boodschap: „De onderkoning verzoekt u en mevrouw Schreiber te willen terugkomen, wanneer zijn audiënties afge- loopen zijn". Een geheel in het wit gekleede adjudant brengt ons op het afgesproken uur in het groote bureau van den onderkoning van Britsch-Indië. De heer FreemanThomas, die zijn car rière in Indië en Canada maakte en in den adelstand werd verheven door den koning, die hem den titel van graaf Willingdon verleende, is van bescheiden afkomst, wat niet verhin dert, dat hij liet uitgesproken type van den Engelschen aristocraat is, groat, elegant, bij zonder beschaafd en van een beminnelijkheid, waarover heel Indië spreekt. De onderkoning verlaat zijn schrijftafel en komt bij ons zitten in een zwaren leuning stoel van Engelschen stijl. Wij spreken te hooi en te gras over de meest verscheiden onder werpen en natuurlijk ook over den toestand in Indië. Graaf Willingdon gebruikt tegenover mij op een buitengewoon charmante wijze de zelfde methoden, die president Roosevelt pleegt te volgen tegenover de bij hem ge accrediteerde journalisten. „Als ge wilt zal ik in volkomen openhartig heid met u spreken. Ik sta u geen interview toe, ik weiger u er evenmin een. U hebt ge noeg ervaring om te weten, dat ge datgene uit ons gesprek kunt weergeven, dat niet kan leiden tot benadeeling van de positie die ik in neem. Er is dus tusschen u en mij een gentlemen s agreement. Ik vraag u zelfs niet mij het geschrevene voor de publicatie voor te leggen. Want ik heb volledig vertrouwen in u." Wat kan ik, aldus gekneveld, zeggen? Op zijn hoogst dit; dat ik den onderkoning bij zonder rustig en optimistisch aangetroffen heb, zeer verschillend van het beeld, dat wij ons in Frankrijk vormen van den man, die de zorg heeft aan de voortdurend dreigende onlusten het hoofd te bieden. Daar ik zin speelde op „het ontwaken van Azië, waarover men in Europa zooveel spreekt en op de min of meer verwijderde mogelijkheid van een re volutie, gericht op het verjagen van de Euro peanen, antwoordde de onderkoning: „Wij werken reeds verscheidene eeuwen met de Hindoes samen en ik heb niet den indruk, dat we op de helft aangekomen zijn van den weg, dien wij tezamen afleggen", rk druk mijn verbazing uit over het feit, dat we in Indië zoo weinig Engelschen en zelfs Engel sche ondernemingen zien. „U ziet dus", zegt de onderkoning met nadruk, „hoe wij hoe lan ger hoe meer de Hindoes hun eigen leven la ten leven". Wat de economische situatie betreft, deze omschrijft de onderkoning als volgt: „De crisis doet zich hier minder dan elders ge voelen, de geringe behoeften van de bevol king, die zich niet in die mate als de Europea nen heeft moeten inkrimpen. Sinds tWee jaar klimmen we de helling weer geleidelijk op en onze toestand baart geen zorg, omdat de In dische begrooting steeds in evenwicht is." Welk land in Europa of Amerika zou hetzelf de kunnen zeggen? De werkloosheid bedraagt hier, in zooverre zij berekend kan worden, enkele honderdduizend man, dat weinig is op een bevolking, die de driehonderd millioen zielen overschrijdt. Wij staan op om afscheid te nemen, maar graaf Wellingdon stelt er prijs op ons eerst nog zijn nieuwe paleis te laten zien. Wij loo pen door een aantal ruime salons, de eetzaal en de privé-vertrekken. De inrichting is zeer luxueus en getuigt van goeden smaak, maar is specifiek Engelsch. Wij kunnen ons voor stellen een weelderig buitenverblijf in de om geving van Londen te zijn binnengetreden. Ik herinner mij een overeenkomstige rond wandeling in 1923 met maarschalk Lyautey te Rabat. Zijn paleis in die stad en zijn overige residenties zijn gemeubileerd en versierd in zuiver Marokkaanschen stijl. Ziedaar het es sentieel verschil tusschen twee methoden van kolonisatie. De Engelschman leeft in Engel sche omgeving, overal, waar hij zich in de wereld vestigt, de Franschman richt zich naar de Inlandsche beschaving, beschermt haar en helpt haar verder ontplooien. Wij hebben voor het vertrek uit Delhi nog slechts tijd het fort te bezoeken en de palei zen der groot-mogols. die hier tot Britsche kazernes verbouwd zijn. Reeds sporen we toe op Benares, de heilige stad, waar we morgen met den dageraad aankomen na een nieuwen nacht van hitte en stof. Benares. Gelukkig komen wij er vroegtijdig aan, want bij het krieken van den dag kan men van het baden in den Ganges getuige zijn. Een klein vaartuigje met donkere, bijna naakte roeiers en waarin men op ons verzoek een paar houten leuningstoelen had geplaatst, dient ons tot drijvend „observatorium" en van hieruit zien we de gebruinde menigte mannen en vrouwen, die ter vervuiling van haar godsdienstige plichten begint met een weinig water uit den stroom te drinken om er zich tenslotte tot aan den hals in te begeven. Men hoort veel over Benares vertellen, over de langs den oever opgerichte paleizen, ge bouwd door rijke maharadjas om er eenmaal in heilig gebied te sterven (want ieder die aan dien oever van den Ganges sterft is zeker van zijn plaats in het paradijs), over de fanatieke menigten, over zijn lijkverbrandingen, over zijn fakirs en de eenzamen, die aan den oever sterven, na zich den mond met modder uit den stroom bestreken te hebben. Men vertelt er inderdaad heel veel van en ik wil het niet herhalen; maar waar men nog niet genoeg over verteld heeft, dat is de ongelooflijke vuil heid van de stad, die in dit opzicht alle mo gelijke records slaat. De vuilheid heb ik niet aangetroffen daar, waar ik haar verwacht had. De verbranding der lijken, die niet in een kist gelegd worden maar op een draagbaar en gewikkeld in een laken, heeft niets stootends. De asch, of dik wijls ook, wanneer de familie niet voldoende geld heeft om zich een fraai opvlammende brandstapel te verschaffen, de stukken kalk, worden in den Ganges geworpen. Ook schijnt men er de lijken van pasgeboren kinderen te werpen. Vóór ons heeft eien groepje geloovigen juist het zware en met bloemenslingers ver sierde kadaver van een heilige koe in de rivier gegooid. Van ver af lijkt dat alles verschrikkelijk, vooral wanneer men bedenkt, dat de geloovigen zich in dat water baden en er van drinken; maar van dichtbij constateert men, dat de Ganges een zoo breede, krachtige en diepe stroom is, dat alles, wat er zich in bevindt, eigenlijk nihil is in vergelijking met de enorme hoeveel water. Feitelijk beschouwd is het met de zwem bassins in het vuile Seinewater nog slechter gesteld. Neen, de vuilheid van Benares zal men niet daar aantreffen, maar wel op de oevers, waar lijders aan besmettelijke ziekten op sterven, liggen, in de straten, waar wolken stof en vliegen de naar den Ganges vervoerde kada vers begeleiden en vooral bij de ingangen van de tempels van Ciwa, Visjnoe en andere Hin- d'oegodheden. In tegenstelling met onze kerken en kathe dralen, die zich doorgaans in het midden van een open plein bevinden, liggen de Hin doetempels achter in heele nauwe gangen of steegjes. Overal in die steegjes ontmoet men kooplui met religieuze voorwerpen, voorts on ooglijke bedelaars, en tenslotte een groot aantal gebrekkigen, verminkten en zelfs idio ten, die uit alle hoeken van Indië naar de heilige stad gekomen zijn. Men kan zich voor stellen, hoe hun aantal en hun uiterlijk is in in een land. waar bijwijze van spreken geen openbare hulp bestaat en deze ongelukkigen, die niet in ziekenhuizen, hospitalen, en krankzinnigengestichten opgenomen worden, vrij rondloopen. Voeg daaraan toe, dat de steegjes bedekt zijn met uitwerpselen en over blijfselen van vruchten en bloemen, die aan de goden zijn aangeboden en ge kunt een vaag idee maken van hun aspect, hun stank en hun atmosfeer bij eeri temperatuur, die op dit oogenblik 40 graden in den schaduw bereikt. Moet ik er aan toevoegen, dat geèn enkele beschaafde Brit in Benares woont, dat zelfs de hotelhouder Inlander is. dat ziin keuken aan de algemeene omgeving herinnert en het vertrek uit de heilige stad met evenveel ongeduld door ons verbeid wordt als de vreugde van den aankomst door den geloo- vige? (Nadruk verboden).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1935 | | pagina 6