„DE KLEINE KAPEL"
VRIJDAG
?Mm€£-Uiïued(>aGp'
ff
RESTANTEN
IHET
RESTANTEN
V
GIERSTRAAT 4-6
Badjassen
COUPONS
Baby
artikelen
Tricotages
PYJAMA'S
Het merk dat bieineven staat
waarborgt Neerlandsch fabricaat
Donderdag 4 twei 1935
HAARLE M'S DAGBCAD
NIEUWE HAARLEMSCHE
KUNSTKRING.
Het Tuinfeest op Meer-en-Berg.
Het tuinfeest op Meer-en-Berg te Heem
stede is een zeer groot succes geworden, zoo
wel voor den Nieuwen Haarlemsehen Kunst-
Kring, die het heeft georganiseerd, als voor
de executanten de R.O.V., het ballet Tilly
Sylon en de Spaerne-Sanghers die er aan
hebben meegewerkt.
Daar was allereerst het ouide. prachtige
landgoed, dat voor zoo'n tuinfeest een omge
ving bood, zooals men zich die niet mooier kon
wenschen. Jaren geleden hebben er eens plan
nen bestaan een opvoering van Midzomer-
nachtsdroom in de open lucht in de omstreken
van Haarlem te geven en ik herinner mij, dat
wij toen overal tevergeefs hebben gezocht naar
een voor een zoo sprookjesachtig stuk geschikt
plekje en zie, daar vonden wij gisteren onver
wachts een openluchttheater, waarin Shake
speare's blijspel zóó zou kunnen worden ge
speeld. Letterlijk alles is hier aanwezig: een
scena met een ideaal natuurdecor, een groote,
aan alle kanten afgesloten toeschouwersruimte
midden in het bosch. zoodat geen geluiden
van buiten er in kunnen doordringen en een
rustieke pastorale omgeving, welke geheel bij
een spoovkje tspel past. Een natuurtheater in
de onmiddellijke omgeving van Haarlem, zoo
als er misschien geen tweede in ons land ge
vonden wordt zou dit voor den heer Hooy-
kaas. die in Utrecht dezen zomer opvoeringen
van Mïdzomernachtsdroom in de open lucht
gaat geven, geen reden genoeg zijn ook hier
met medewerking van de H.O.V. een voor
stelling van Shakespeare's blijspel te organi
seren?
Wat van dit natuur-theater te maken is,
Yieeft de Nieuwe Haarlemsche Kunstkring ons
gisteravond laten zien. Dat deze jonge actieve
kunstorganisatie dit ideaal-plekje ontdekt
heeft, is op zich zelf reeds een vondst ge
weest. Maar niet alleen voor haar initiatief,
ook voor de organisatie van heel dezen kunst
avond verdient zij grooten lof. Alles was voor
treffelijk geregeld, niets was er letterlijk ver
geten en men was verrast over een zoo tot in
de finesses verzorgde openlucht-uitvoering
van een jonge vereeniging, die toch ook voor
heteerst een zoo riskante onderneming op
touw had gezet.
Nu heeft gisteren wel alles meegewerkt om
den avond te doen slagen. Daar was aller-
eerstt het ideale zomerweer. Een windstille
avond, niet te koud en niet te warm en een
omgeving, die het publiek reeds dadelijk in
de stemming bracht om ernstige kunst te ge
nieten. Maar met welk een kennis van zaken
heeft men ook met de kunstmiddelen gewerkt,
welke voor zoo'n openlucht-opvoering bij
avond toch noodzakelijk zijn. Daar was de ver
lichting met schijnwerpers van de scena en
met oranje-kleurige lampions van de toe
schouwersruimte. En hoe onfeilbaar klopte
alles, stond, toen de avond gevallen was, het
tooneel onder het schijnsel van het felle licht
en was de toeschouwersruimte in het donker
gezet, zoodva het ballet een aanvang nam,
gloeide de feeërieke verlichting a giorno weer
aan, 'Wanfiée'r 'he't dansnummer was afge-
loopen
Maar de grootste verrassing gaf nog de ver
lichting tijdens de dansen in de avondsche
mering Zoo groot was de illusie, dat het wel
leek, of de ondergaande zon de dansende
groepen bescheen, en dit gaf aan het geheel
een zoo wondere poëtische stemming, als men
in een schouwburgzaal nooit zal kunnen ver
krijgen. Men had de schijnwerpers zoodanig
opgesteld, dat men moeite had ze te ont
dekken.
En hoe groot was ook de verrassing, toen
na de pauze de dansen in ouden stijl op de
muziek van Bach werden uitgevoerd onder
het felle licht der schijnwerpers. Was het
niet, of wij een avondfeest in Trianon bij
Versailles van Marie Antoinette bijwoonden,
al zal de verlichting in dien tijd dan ook niet
zoo perfect zijn geweest?
Ik sta bij dit alles zoo uitvoerig stil, om
dat juist hierin vooral de bekoring lag van
dit avondfeest in de openlucht en het zich
zoo onderscheidde van een opvoering in een
schouwburgzaal.
Zelden hebben wij van een ballet door de
feeërieke omgeving, zoo genoten als gister
avond.
Het moet voor Tilly Sylon en haar ensem
ble een vreugde zijn geweest onder deze om
standigheden en in dit milieu te dansen. Alles
was hier aanwezig om het experiment te
doen slagen.
Men had en ook dit was voor het
ballet uiterst voordeelig de H. O. V. on
zichtbaar opgesteld. Het is waar. dat de
muziek daardoor niet volkomen tot haar recht
kwam. dat de zachtere gedeelten wel eens in
de groote ruimte en boe was dit anders te
verwachten bij een symphonie-orkest? ver
loren gingen. In het bijzonder leed hieronder
de opvoering van de Polonaise van Mosz- 1
kowsky en de Buren van Le Falla! Maar zoo
iets is nu eenmaal bij een openluchtopvoerins
niet te vermijden. Het ballet heeft onder de
energieke kunstzinnige leiding van Tilly Sylon
gisteren uitstekend werk geleverd Veel was
er, wat wij ook vroeger in de schouwburgzaal
reeds hadden gezien zooals de zeer fraai
gedanste en gestileerde „Cortège et air de
danse", het Perpètuum mobile en de Ge-
schichten aus dem Wienerwald maar er
stonden ook eenige nieuwe nummers op het
programma die wij met genoegen gezien heb
ben.
Wel het allerbest was Krakowiak op mu
ziek van Moszkowsky, dat in kleurige cos-
tuums met slavisch élan en meeslepend en-
train werd gedanst. In dit nummer vooral
zagen we hoe groote vorderingen de kern van
dit ensemble ook technisch in den laatsten
tijd heeft gemaakt. Nieuw voor ons was ook
de krijgsdans op muziek van Grieg, uitgevoerd
door 4 'neeren, die in hun dansprestaties
hoe verdienstelijk ook nog heel wat bij de
dames ten achter bleven. En de premiere ge
noot eveneens een wals van Herman Nieland.
waarbij wij weer getroffen werden door de
fantasie van Tilly Sylon als ontwerpster van
groep-dansen. Hoe weet zij steeds de groepen
op logische wijze te vormen en te ontbin
den.
Voor de H.O.V. was dit openlucht-theater
evenmin als voor die Spaerne-Sanghers een
ideale gelegenheid. Het musiceeren komt
natuurlijk in een voorde accoustiek meer ge
schikte gesloten concertruimte beter tot zijn
recht. Dat Marinus Adam met de ouverture
Oberen begon, was uitstekend gezien. In onze
fantasie bevolkten wij bij deze muziek he*
bosch met faunen, boschgeesten en elfjes.
Oberon deed het in dat bosch het beste, maar
het kan cok zijn dat de verre afstand, waar
op ik na de pauze gezeten was, van invloed I
was op de accoustiek.
Die Spaerne-Sanghers zongen onder del
geestdriftige leiding van Lieven Duvosel voor
de pauze „Stille" van een onbekenden com
ponist een koorwerk, dat in deze omgeving
grooten indruk maakte het bekende fraaie
Het Hazegrauwt van Willem Landré. na de
pauze Le Moulin van Massenet en het toe
passelijke Sous les Tilleuls van Wormse. On-
noodig te zeggen.' dat ook het succes van Du-
vosel's mannen zeer groot was.
Een avond dus, die volkomen geslaagd is en
een prachtige reclame werd voor den nieuwen
Haarlemschen Kunstkring. De eenige opmer
king, die ik op het programma zou willen
maken, is, dat het wat te overladen en lang
was.
Voor den aanvang van het tuinfeest heeft
de voorzitter van den Nieuwen Haarlemschen
Kunstkring, de heer A. Rauwerda, de talrijke
aanwezigen met een hartelijk woord welkom
geheeten en daarbij medegedeeld, dat het aan
tal leden van den kring reeds de 1000 nadert.
Wij mogen van deze jonge vereeniging in de
toekomst nog heel wat verwachten.
J. B. SCHUIL.
MUZIEK.
KERKCONCERT.
In de door haar acoustiek uitnemend voor
muziekuitvoeringen geschikte Bakenesser-
kerk werd Woensdagavond een concert ge
geven door den organist der kerk Hendrik
Lasschuit met medewerking van onze emi
nente altzangeres Annie Woud. Op het eer
ste concert, dat na de restauratie van het
kerkgebouw er in gegeven werd, in den
herfst van het vorige jaar. zong Jo Vincent,
en dus hebben zich in de Bakenesserkerk
binnen weinige maanden tijds de twee groot
ste onzer Nederlandsche zangeressen doen
hooren, en we zouden het op beide avonden
geschonken kunstgenot gelijkwaardig kun
nen noemen, indien ook de partners onder
ling aequivalent waren geweest. Doch dit
laatste was niet het geval. Met Jo Vincent
werkte Anthon van der Horst samen; Annie
Woud werd begeleid door een jongen orga
nist. die onder bekwame leiding zijn studies
volbrengt maar nog lang niet het hoogte
punt van technische en artistieke ontwikke
ling bereikt heeft. Zoowel in zijn solovoor
drachten als in zijn begeleidingen waren te
kortkomingen merkbaar: men hoorde tech
nische abuizen, men gevoelde ook dat de
graad van zijn beheersching der stof hem
nog geen gelegenheid gaf tot die vrijheid van
interpretatie, die voor boeiende voordracht
noodig is. Daardoor klonk zijn orgelspel nog
eenigszins droog en schoolsch. en zijn be
geleidingen schenen me meerendeels wat te
sterk geregistreerd, zoodat stemmen van on
dergeschikt belang vaak te veel op den voor
grond kwamen. Het spelen van orgelbegelei
dingen uit een klavierpartii. die in het geval
van oratoria, cantates en dgl. op haar beurt
weer een bewerking eener orkestpartij is,
brengt eigenaardige moeilijkheden ten op
zichte der klankverhoudingen met zich en
slechts betrekkelijk weinige organisten we
ten die moeilijkheden geheel bevredigend op
te lossen.
Volgzaam toonde de begeleider zich door
gaans wel; de rythmische en metrische
nauwkeurigheid liet enkele malen, zooals in
de aria uit ..Sant Elena al calvario" van
Hasse, nog iets te wenschen over. De jonge
organist Lasschuit late zich echter door deze
opmerkingen niet ontmoedigen: het zal wel
zelden voorkomen, dat een proefstuk tevens
een meesterstuk beteekent en er was genoeg
goeds in zijn spel om het vertrouwen te ves
tigen dat hij bij voortgezette studie en meer
dere ervaring zich een waardige plaats on
der de Haarlemsche organisten zal weten te
verwerven. Wat de keuze zijner solostukken
betreft hadden m.i. de weinig interessante
deelen uit het eerste orgelconcert wel kun
nen wegblijven en had ik in plaats van de
schreeuwerige „Marche triomphale" van
Karg-Elert. liever iets anders gehoord. Zijn
eerste uitvoering der Fuga in d kl. t. van
Bruckner toonde een prijzenswaardig stre
ven om ook eens van de veelbetreden paden
af te wijken.
Dat zelfde, streven kwam in de zangnum
mers nog veel sterker tot uiting: vijf van
de zes waren „eerste uitvoeringen". Daar
was het machtige ,.Ich will den Hernn loben"
van Heinrich Schütz (15851672). dat on
danks zijn ouderdom evenmin iets van zijn
oerkracht ingeboet heeft als b.v. de oud-Ne-
derlandsche zangen; daar waren de beide
aria's uit oratoria van J. A. Hasse (1699
1783). muziek, die een overgang tusschen
den stijl van Bach's en dien van Mozart's
tijd schijnt te vormen; daar waren ook de in
hun eenvoud prachtige zangen van Reger en
Bruckner.
Annie Woud zong dat alles met de klank
schoonheid en het vuur die we van haar
kennen. Weliswaar kwamen een paar malen
iets te lage intonaties voor. doch die konden
den totaalindruk nauwelijks schaden En we
hebben niet alleen de buitengewone schoon
heid en kracht van haar stem weer bewon
derd maar ook den glans der figuraties in
Schütz' werk en de geweldige diepte in
Bruckner's „Ave Maria". En toen zij de aria
uit. de cantate „O ewiges Feuer" van Bac'n
'zong, drong zich de gedaohte op. hoe jammer
het is. dat het „Feuer" van haar zang niet
..ewig" kan blijven: maar ook de troost, dat
in onzen tijd tenminste de gramofoonplaat
alaeheele vergankelijkheid verhoeden kan.
Vuur vergankelijkheid: we vinden beide
gecombineerd in de levensbeschrijving van
Johan Adolf Hasse. van wien een menigte
manuscripten voorgoed verloren gingen, toen
zijn bibliotheek bij het bombardement van
de stad Dresden in 1760 een prooi der vlam
men werd. Troje, Leuven: zet er nog maar
eenig etientallen, of honderdtallen stedena
men tusschen, of mettertijd na; dat „Feuer"
schijnt „ewig" te zijn. En de vermelding
dat Hasse. in 1763 uit bezuinigingsoverwegin
gen zonder pensioen ontslagen werd. klinkt
in onze dagen ook al zeer gewoon. In zoo
verre brachten deze „eerste uitvoeringen"
niets nieuws.
Maar de brandbommetjes wofden nog wel
geperfectionneerd. Er zijn nog bibliotheken
en musea en architectonische monumenten
genoeg, door welker vernieling „luchthel-
den" zich een onvergankelijk monument
kunnen stichten!
K. DE JONG.
UIT DE DRANKBESTRIJDING.
Woensdagavond hield de A.N.G.O.B, de
gewone huishoudelijke vergadering. Drie
leden zullen de afdeeling vertegenwoordigen
op het congres. Zondag 28 Juli zullen vele
ïeden per fiets naar Alkmaar trekken om
-ien tweeden dag van het congres bij te
•"'men.
Zondag 7 Juli wordt in het Burgemeeester
Rijkenspark te Santpoort een famili°dag ge
houden14 Juli is een groote meeting te
Beverwijk in het park Rooswijk. Soreker is
de bondsvoorzitter van de A.N.G.O.B. de heer
A. Martinus uit Den Haag,
Over luchtaanvallen.
Lezing op de tentoonstelling voor
luchtbescherming.
De le luit. waarnemer Sa J. Molenaar sprak
over het onderwerp: Luchtaanvallen, ter ge
legenheid van de tentoonstelling voor burger
lijke luchtbescherming aan de Krocht.
De spreker begon met de historische ont
wikkeling van de vliegtuigen bestemd voor ge>
bruïk in den modernen oorlog.
In het begin van 1914 werden de vliegtuigen
alleen gebruikt voor verkennings doeleinden.
Hun snelheid bedroeg 80120 K.M. per uur. Bij
het begin van den stellingoorlog in het einde
van 1914 sprong het nut dezer verkenners wel
zeer sterk in het oog en was de cavalerie ge>
heel op den achtergrond geraakt.
Tijdens den slag aan de Marne werd het eerst
een aanval door vliegtuigen ondernomen op
den terugtrekken den vijand. De ontwikkelin;
gaat dan steeds verder.
De bombardementsaanvallen richten zich
vooral op kwetsbare punten, zooals stations,
spoorlijnen, bases der vliegdiensten. Het be
stoken dezer punten is bij den aanval en bij
het terugtrekken der troepen van groot be
lang. Van de bemanning dezer vliegtuigen
wordt zeer veel geëischt.
Het doel der luchtaanvallen is steeds een
militair doel. Hieronder vallen echter ook oor
logsindustrieën, opslagplaatsen van materieel
enz. Deze lïggen dikwijls in dicht bevolkte
centra. Zelfs de geoefendste bommenwerper
gooit wel eens mis.
In het bovenbedoelde ontwikkelings stadium
waren in 1918 de jagers ver in de meerder
heid, zoodat de bombardeurs het zwaar te ver
duren hadden. In den loop der jaren is de ver
houding zeer gewijzigd ten gunste der bom
bardeurs. Niet alleen procentgewijs, doch ook
verbetering van materiaal, verhooging dei-
snelheid en betere afweer tegen de jagers. De
groote oorlog hééft ons doen zien, dat het van
de Duitschers een psychologische fout is ge
weest om de burgerbevolking in de lucht
aanvallen te betrekken. Evenals de onbeperkte
duikbootoorlog heeft dit.in zeer sterke mate
het volk de oogen geopend voor de gevaren
waaraan zij bloot stonden en hen des te vas
ter doen besluiten om zich met alle macht en
kracht tegen den vijand te verzetten. Juist als
reactie daarop ging in Engeland de vliegtuig
industrie met groote sprongen vooruit.
Spreker had het over de verbeteringen aan
de bombardeurs. Het is natuurlijk duidelijk,
dat ook de jagers beter werden. Een verhoo
ging van de snelheid van den een, had auto
matisch ook een hoogere snelheid van den
ander tot gevolg. Zoo bleef het verschil in
snelheid dus 50 K.M. Toch kwam de bombar-
deur hierbij in een gunstiger positie Een bom-
bardeur komende uit het vijandelijke land,
kan een 60 K.M. voorsprong hebben op den
jager van het eigen land. Dus alle objecten die
zich binnen 60 K.M. afstand van de lucht-
wachtposten bevinden zijn op deze wijze
moeilijk verdedigbaar. Gelukkig zijn er nog
andere afweermiddelen mogelijk.
Vervolgens noemt spreker de verschillende
soorten en grootten der bommen en aan welke
soorten men de voorkeur geeft.
In de laatste jaren hebben Engeland, Frank
rijk, België en de Scandinavische landen zeer
veel bombardeurs aan hun luchtvloten toe
gevoegd. Men ziet duidelijk in dat zij een
veelzijdige strategische beteekenis hebben.
Hun gevechtswaarde reikt tot ver achter het
front der grondtroepen. De luchtstrijdkrach
ten kunnen namelijk zelfstandig en onafhan
kelijk van de operatie's op den grond belang
rijke centra aanvallen. De strijdwijze om
daarbij ook de burgerbevolking aan te vallen
is een tweesnijdend zwaard. Doch het blijft
mogelijk. Daarom moet men dit ook onder
het oog zien en zoonoodig over de middelen
kunnen beschikken om zelf tot een dergelijke
aanval over te gaan.
Ér is noodig: een zeer sterke luchtverdedi
ging (militair), en een grondig voorbereide
luchtbescherming burgerlijk)
Lt. Molenaar stelde zich beschikbaar om
vragen van het publiek te beantwoorden,
waarvan een dankbaar gebruik gemaakt werd.
Na afloop vereenigden zich velen in de ge
zellig ingerichte Theeschenker ij.
Het programma der lezingen is: Donderdag
Kapt. der Inf. A. den Hertog over Lucht
wachtdienst. Vrijdag Kapt. v. d. Generalen
Staf J. H. van Rieisen, over Luchtverdediging.
Demonstratie met -race-booten
Voorbereiding- voor de Motorbootwedstrijden
voor de K. N. M. C.
Teneinde de beteekenis van de motorboot-
sport eens te kunnen uiteenzetten, heeft het
bestuur der Kon. Ned. Motorboot-club een
pers-conferentie belegd, waarvoor de consul
van de K. N. M. C. te Weesp, de heer A. Ham
stra, het motorjacht „Lydianna" beschikbaar
had gesteld. Om ruim 11 uur werd afgevaren,
om de wedstrijdbaan voor den a.s. Zondag te
houden Nationale Motorboot-wedstrijden om
het Nederlandsch kampioenschap in oogen-
schouw te nemen.
Behalve de gastheeren, de heeren A. en R.
Hamstra, bevonden zich aan boord de voor
zitter en secretaris van de K. N. M. C„ de
heeren C. Antheunissen en Mr. A. J. G.
Maclaine Pont, J. Broer, wedstrijdcommissa
rissen. ir. T. B. Granpré Molière, lid der rege
lingscommissie voor de komende wedstrijden.
Tijdens de vaart langs de Vecht gaf de heer
C. Antheunissen een uiteenzetting over de
evolutie, welke zich geleidelijk in de motor-
bootsport heeft voltrokken. Wij werden ver
plaatst naar den tijd, toen er van motorbooten
met een behoorlijke. lij.n nog geen sprake was,
en het als een enorme prestatie werd aange
merkt, wanneer men met een motorvaartuig
het traject Amsterdam-Den Haag of Den
Haag-Rotterdam heen en terug had volbracht
zonder defect aan den motor.
'Verbetering kwam geleidelijk. Gestreefd
werd naar constructie van motorbooten, welke
zoo min mogelijk lawaai veroorzaakten en Dij
het varen de minste golving in het water de
den ontstaan. Gedurende de laatste 15 a 20
jaren is te dien opzichte een enorme verbete
ring bereikt. Dit is temeer van groot belang,
omdat door vele waterschapsbesturen eertijds
krachtig geageerd werd tegen de motorboot-
sport, omdat door de groote golving de oevers
beschadigd werden. Thans worden booten
met 60 en 70 K.M. snelheid (en méér) steeds
in grootere mate aangebouwd.
Terwijl de heer Antheunissen zijn causerie
hield, waren de heeren André J. H. Ceurvorst
en Th. A. H. Alofs met hun snelle motorbooten
„Beatrix I" en „Edith II" op de Vecht geko
men. Vooral viel nu duidelijk op. hoe weinig
olving er veroorzaakt werd, zoodat de oevers
inderdaad niet te lijden kunnen hebben. Ook
blijkt nu, dat de Vecht zeker breed genoeg is
voor de te houden wedstrijden.
Mr. A. J. G. Maclaine Pont liet uitkomen,
welke mogelijkheden door de snelvarende mo
torbooten bereikt kunnen worden. In dat ver
band werd de naam genoemd van den uitne-
menden ontwerper van booten, den heer H. W.
de Voogt. Ook vernamen wij, hoe de K. N. M. C.
een record heeft ingesteld, om den „blauwen
wimpel van de Zuiderzee". Er zijn verschillen
de klassen n.l. gewone kajuit jachten voor de
bedrijfsvaart, zeiljachten met hulpmotoren en
de snelste planeerende booten. Men wil pogen
het traject-Oranjesluizen—de Lemmer, een af
stand van circa 70 K.M., in één uur af te leg
gen. 1
LAKENS
Prima Grasl. 150 cm br. 1,76
le kwaliteit 150cmbr. 2,02
2 X Ajour 150cmbr. 2,34
Feston 150 cm breed 2,34
SLOOPEN
Zeer sterk met overslag -,69
Met 2 X Ajour 1,12
Met Feston 1,49
TAFELLAKENS
Aardig dessin 130X160 2,15
130 X 190
2,60
HALF LINNEN
120 X 150
2,25
120 X 180
2,85
SERVETTEN
Zeer Solide
-,38
Halflinnen
-,63
BADDOEKEN
Effen met rand -,54
Effen met gekt. streepen-,53
Geheel gekleurd, rood,
bleu, oranje -,S1
Zware kwaliteit, rood,
geruit 1,26
TOILET DOEKJES
Rood geruit -,05Js
HELP UZELF
op reis naar Duitschl.. Engel, me'
eenige pract. lessen. Zeer aan gen
Meth. Of frisch uw taalkennis op
Privaatles 1.10. 2 pers. 1.75
NELLY H. GEOOTENBOER
Spaarne 5 rood, Telef. 17093 I