PRUIMING
Als Dr. Jac. P. Thijsse zeventig jaar wordt,
IHlÖMMEKi
ZOMERSTOFFEN
Artegang 38-40
0+0
NI
1 ETSi
OXO
A 1
-LES
V R IJ D "AG 5 jun 1935
H A A RLE M'S D A" G B E A D
6
STADSNIEUWS
Denkt men aan zijn werk voor natuur en natuurbescherming.
De ééne stem in den
Amsterdamschen raad.
Dr. Jac. P. Thijsse.
Wanneer op den vijf en twintigsten
van deze maand de zeventigste ver
jaardag van Dr. Jac. P. Thijsse wordt
herdacht, moet deze herdenking meer
wezen dan één uit een serie jubilea.
Daarmee willen wij niet zeggen dat dit
jubileum grootscher, brillianter of
feestelijker moet wezen dan andere
data van herdenking, want dit zou
lijnrecht ingaan tegen de bedoelingen
van den jubilaris zelf. Neen; Thijsse's
verjaardag moet wezen een dag waar
op men zich rekenschap geeft van het
Nederlandsche natuurleven in den
ruimsten zin des woords en van het
werk der natuurbescherming, daarmee
onverbreeklijk verbonden. Dit is de
wensch van Dr. Thijsse en het is aan
hen, die hem waarlijk willen eeren, in
dezen geest te arbeiden.
„Jac. P.", zooals Dr. Thijsse in den kring
zijner kennissen wordt genoemd, spreekt
nooit over zichzelf of het moet ter wille van
de natuur zijn. Het moge eigenaardig klinken:
„ter wille van de natuur", doch zij die Thijs
se's leven kennen, weten wat dit zeggen wil,
weten dat elk woord over zichzelf bedoeld is
als een roep tot de menschen: ..gaat de na
tuur leeren en wordt rijk".
„Het is de sleutel tot alles", zegt Dr. Thijsse.
„Zij die leven voor wat groeit, bloeit, vliegt,
kruipt en ademt, moeten wel beter en rijker
worden. Krijgen belangstelling^-voor muziek,
schilderkunst, beeldhouwwerken,godsdienst.
Groeien zelf. Worden sterker":,
En wie aan de woorden van Jac. P. Thijsse
kan twijfelen, kan aan de eerlijk-eenvoudige
waarheid tornen.
Duizenden weten niet dat' zij' het aan Dr.
Thijsse hebben te danken dat zij nu reeds
rijkér zijn dan hun vaders op denzelfden
léeftijd waren. Want wie was het, die de na
tuur tot de duizenden bracht, om de duizen
den tot de natuur te brengen? Wie was het,
die 't eerst in een dagblad schreef over de
natuur? Wie was het die met eenvoudige boek
jes tot de menschen kwam? Wie was het, die
met albums groot en klein spelenderwijze met
groote dingen vertrouwd maakte? Wie was het,
die....? Steeds is het antwoord: Dr. Jac. P.
Thijsse.
Met Heimans schreef Dr. Thijsse verschei
dene kleine, populaire boekjes. Een ervan.
„Door het Vondelpark", dat weinig bekend is
geworden, wilde ae heer Thijsse door een ar
tikeltje wat meer bekendheid geven. Het was
Charles Boissevain. de toenmalige hoofdre
dacteur van het Handelsblad, die op het
origineele idee kwam. geregeld artikelen over
de natuur op te nemen. Dit was werkelijk een
sensatie, want zooiets was nieuw, ongewoon en-
viel op. En de natuur kwam tot het groote
publiek
Verkade. Zou er wel een Nederlander zijn
die de albums van Thijsse niet kent, uitgege
ven door Verkade? Zou er iemand wezen, die
ontkennen wilde welk een ontzettend belang
rijk werk hier is verricht? Dr. Thijsse zelf ziet
met groote voldoening terug op dezen arbeid,
met voldoening en dankbaarheid.
Wij noemden slechts twee typische voor
beelden van de wijze waarop Dr. Thijsse aan
vankelijk de natuur aan de Nederlanders
heeft voorgesteld. Verder gaande zou men De
Levende Natuur kunnen noemen, van welk
tijdschrift Dr. Thijsse de oprichter is. En met
De Lévende Natuur alle andere periodieken
over de natuur, artikelen en uiteenzettingen,
waaraan hij heeft gewerkt.
Doch wie ijvert de menschen tot de natuur
te brengen, moet ook zorgen, dat er natuur
is en vooral b 1 ij ft: Hierin ligt opgesloten dat
Dr. Thijsse een voorstander is van natuurbe
scherming, hetgeen men verwachten kan van
den man die de eigenlijke oprichter is van de
Nederlandsche Vereeniging tot Behoud van
Natuurmonumenten. Het Naardermeer was er
de aanleiding toe.
Amsterdam wilde deze „waardelooze en on
vruchtbare plas" (Dr.'Thijsse wordt nóg boos
als hij deze kwalificatie hoort) koopen, om er
het vuil te kunnen storten. Er is heel wat
over te doen geweest in 1904 en later. De Am-
sterdamsche raad besloot, met één stem meer
derheid, het Naardermeer niet te koopen en
na, tallooze moeilijkheden kwam eindelijk de
groote vereeniging tot stand die het Naarder
meer, met steun van vele zijden, kon koopen.
Ook hier hebben velen weer opgekeken naar
het nieuwe en nog nimmer gehoorde: de aan
koop van stukken natuur om ze te laten zoo-
als ze zijn. Er waren menschen die van stond
af aan wilden meehelpen, doch er waren er
ook die aan Dr. Thijsse schreven dat zij zijn
idealisme, om door het bijeenzamelen van gel
den gronden te koopen, zeer op prijs stelden,
doch tevens meenden zij te moeten betwijfelen
of bet wel ooit zou lukken
Een opsomming van de bosschen. velden,
plassen, wadden, heidegronden en vennen die
de Vereeniging tot Behoud van Natuurmonu
menten heeft gered, zou te lang wezen. Bewe
zen is echter dat het kon en dat Dr. Thijsse,
wiens idealisme en optimisme tot nog toe ner
gens zijn overtroffen, 't aan het rechte eind
had.
Het zou verkeerd wezen wanneer wij ons
zelfvergenoegd op de borst zouden slaan en
beweren: „Wat gaat het toch goed in ons
landje!" Zeker, het gaat hier beter dan elders
in Europa. Maar.er dreigt ook veel gevaar
en vooral nu is het de groote moeilijkheid het
evenwicht te kunnen vinden tusschen de
noodzakelijkheid van natuurbescherming en
die van werkverschaffing, ontginning en be
bouwing. Nog zijn wij niet zoover dat het voor
iedereen duidelijk is dat natuurschoon een al
gemeen bezit is en niet het eigendom van den
grondeigenaar alleen. Nog zijn wij ook niet
zoover dat natuurbescherming wettelijk is ge
regeld, ofschoon dit laatste niet zeer verwij
derd schijnt te zijn. Er blijft arbeid, niet al
leen voor de Vereeniging tot Behoud van
Natuurmonumenten, doch ook voor andere or
ganisaties ^en staatsinstellingen, overheids-
commissies^en allen die weten dat de natuur
voor de menschen tegen de menschen in be
scherming moet worden genomen.
Wie „Thijsse" zegt, zegt „natuur" en „na
tuurbescherming". En met het komend jubi
leum wordt het vijf en twintig jarig bestaan
herdacht van De Levende Natuur, dat een
verrassingsnummer wordt voor zijn eigen re
dacteur, Dr. ThijsseOok wordt herdacht
het tienjarig bestaan van de Stichting Plan
ten- en Vogeltuin in het Bloemendaalsche
Bosch, die niemand kent. Maar onder den
naam Thijsse's Hof behoort iedereen te kennen
en te steunen het geschenk aan Dr. Thijsse op
zijn zestigsten verjaardag. Ook te steunen,
want het mag hem nu geen zorgen maken,
voor zoover Dr. Thijsse voor zorgen ontvanke
lijk is.
„Jac. P." zou nooit over zichzelf hebben ge
praat, als het niet terwille van de natuur was,
want u kunt in een adem zeggen: „Thijsse,
natuur, natuurbescherming".
Voelt U iets voor Esperanto?
Over onderwerp en werkwoord in een zin.
Het hoofdbestanddeel van den zin is het
werkwoord. Een taalgeleerde vond dit woord
niet goed. want, zei hij, het drukt lang niet
altijd een werking uit en hij sprak hardnek
kig van een „openbaring van bestaan", maar
omdat ik vrees, dat men mij heelemaal niet
zou begrijpen, als ik van een openbaring van
bestaan repte, terwijl werkwoord nog al be-
Kend in de ooren klinkt, spreek ik van werk
woord, al moet ik den geleerden heer gelijk
geven.
Ik neem het werkwoord schrijven. Als ik
dit zeg, bedoel ik het teekenen van zekere
figuurtjes, die men letters noemt en het komt
er niet op aan of dit geschiedt per vliegma
chine m de lucht, met krijt op een muur of
met potlood op een stuk papier. Verder wordt
er .verondersteld, dat die letters in zoodanige
volgorde worden geplaatst, dat ze woorden
vormen.
Die kunstvaardigdheid noemen wij schrij
ven en in esperanto: skribi. Dat is dus ;het
algemeene begrip: in de taalkunde spreekt
men van infinitief of onbepaalde wijs.
Die onbepaalde wijs eindigt in het Hol
landsch altijd op een n, in esperanto op
een i.
Maar als ik nu spreek van een bepaalde
handeling, als ik b.v. zeg: Het schrijven was
afgeloopen, dan heeft het. Nederlandsch weer
datzelfde woord schrijven, ofschoon het een
ander, meer begrensd begrip uitdrukt.. Es
peranto heeft voor dit andere begrip een an
deren naam en zegt niet skribi maar la skri-
bado.
Bij een werkwoord behoort een onderwerp,
dus in dit geval iemand, die schijft, laten
we zeggen een oude dame en voorts, dat zij
dit doet door middel van een potlood op een
stuk papier. In Esperanto krijgen we dan den
zin:
La maljuna sinjorino skribas per krajono
sur papero.
Nu lezen we het woord skribas en dat zou
den we ook lezen, als inplaats van de oude
dame ik. gij. hij, wij of zij schreven.
Als we echter wilden vertellen, dat het
schrijven in een verleden tijd gebeurde, dan
zouden we moeten zeggen skribis en als het
nog zou moeten gebeuren skribos.
Nu kan men dit werkwoord door elk ander
vervangen, steeds zal men hebben as, is en os,
dus: ik zing: mi kantos, gij speeldet: vi ludis,
zij zullen drinken: ili trinkos. Verder i.s er nog
de uitgang us voor de voorwaardelijke wijs
ik zou drinken: mi trinkus-
Nu kan men dus alle werkwoorden ver
voegen, als men den infinitief kent, d.i. het
woord oo i (slapen - dormi; gaan - iri: zijn -
esti; hebben - havi enz.) Laten we nog even
den zin beschouwen.
Sinjorino is dame; het woord is afgeleid
van sinjoro - heer. In maakt het vrouwelijk
woord, zooals ook in 't Hollandsch: koning -
koningin, alleen komt de o van sinjoro er
achter, want alle zelfstandige naamwoorden
eindigen op een o.
Als men nu weet, dat knabo knaap is, patro
vader, onklo oom, dan kan men de woorden
knabino, patrino en onklino reeds vertalen.
Nu nog even het woord maljuna. Juna is
jong: maljuna is het tegenovergestelde, dus
oud. Vreemd is dit niet; in 't Fransch vindt
men dit ook. heureux (gelukkig), malheureux
(ongelukkig) maar terwijl het Fransch op
verschillende wijzen tegenstellingen vormt:
i n capable, i m possible, m content, dés
agréable, houdt esperanto één lijn: al is 't
dan mal, 't is heelemaal niet mal. In 't Hol
landsch zijn we ook zoo eenvoudig: wij zetten
er on voor, maar toch wint. esperanto het
van ons, aangezien wij nog weer dikwijls twee
woorden gebruiken: groot-kleine, oud-jong.
Esperanto spreekt van granda en malgranda
juna en -maljuna.
Als er nu twee schrijvende oude dames zijn,
wat niet tot de onmogelijkheden behoort, zal
men zeggen:
Du maljunaj sinjorinoj skribas.
Het werkwoord veranderdert niet ,maar
maljuna en sinjorino krijgen een j.
Per krajono beteekent: met een potlood.
Het lidwoord „een" wordt niet vertaald; dit
kent men in esperanto niet: het is overbodig:
het telwoord één in unu. Dit wordt dus alleen
gebruikt als men bepaald wil zeggen, dat er
sprake is van één en niet van meer, b.v.: De
man had één arm: La viro havis unu brakon
(over die n van brakon spreken we een vol
gende keer).
Met wordt alleen door per vertaald, als
het beteekent: door middel van (in 't Hol
landsch: hij reist per trein). In den zin: Hij
wandelt met zï.in vriend, vertaalt men meti
door kun. dus: Li promenas kun sia amiko.
Een volgendpn keer ook iets over de letters
in de uitspraak.
A. H. 1
O
oo
Buitengewoon
LAAG geprijsd.
van ALLE voorradige
Wij garandeeren
onze BEKENDE
prima kwaliteiten.
VOORDEELIGERI
'n UITVERKOOP in het
betere genre en toch....
(Adv. Ingez. Med.)
ARROND. RECHTBANK.
Diefstal in een station.
Een 23-jarig werkloos man stond terecht,
omdat hij op 27 April in het station Bloem-
wijk te Koog aan de Zaan, zou hebben inge
broken en een bedrag van f 1,65 ontvreemd.
Hij had zichzelf bij de politie aangemeld.
Ter terechtzitting bleek, dat de ver
dachte in groote armoede verkeerde en dat
dit hem tot- diefstal had gebracht. Overigens
stond hij niet ongunstig bekend.
De officier van justitie eischte een ge
vangenisstraf van 4 maanden voorwaardelijk
met onder toezichtstelling van het Leger des
Heils.
De verdediger Mr. Drilsma sloot zich hierbij
aan.
Uitspraak Zaterdag 13 Juli.
Rijwieldiefstallen.
Een 18-jarige jongen uit Haarlem stond
terecht voor diefstal van twee rijwielen,
welke hij van den openbaren weg had weg
genomen. De president merkte op, dat uit
de stukken bleek, dat verdachte nog bij
meer fietsdiefstallen betrokken is geweest,
hij behoorde tot een groep jongens, die zich
daarop toelegde.
De jongen erkende den diefstal van de twee
rijwielen, maar van andere diefstallen wist
hij niet veel af. Hij beloofde, de rijwielen in
den vervolge met rust te zullen laten.
De officier van justitie had een reclassee-
ringsrapport gevraagd, dat wel eenige moge
lijkheid" 'voor reclasseering open liet, maar
niet zoo gunstig was, dat alleen een voorwaar
delijke straf gevraagd kan worden. Daarom
eischte de officier 6 maanden onvoorwaarde
lijk en 4 maanden gevangenisstraf voorwaar
delijk.
Een Amsterdamsche jongen had zich te
verantwoorden voor diefstal van een rijwiel
te Zandvoort; hij zou dit op een boulevard
hebben weggenomen en was er te Haarlem
mee aangehouden. De jongen was reeds eer
der voor diefstal van een rijwiel veroordeeld.
Hij gaf een andere lezing aan de zaak en-
beweerde. dat toen hij zich te Zandvoort be
vond in gezelschap van een jongen, dien hij
in Amsterdam had: ontmoet,-maar waarvan
hij niets naders karn meedeelen, zij naar
Haarlem wilden terugkeeren, doch geen reis
geld hadden. Ze kwamen toen op het denk
beeld een fiets weg te nemen om er mee naar
Haarlem te rijden,; daar zouden ze de fiets
bij de Amsterdamsche poort neerzetten om
dan te probeeren als niet-betalende passa
giers met een auto in Amsterdam te ko
men.
De andere jongen nam een fiets van den
boulevard en met hun tweeën reden ze daar
mee naar Haarlem, waar hij verdween, toen
er een agent aan kwam.
De officier van j'ustitie eischte tegen den
jongen 6 maanden gevangenisstraf, waarvan
2 voorwaardelijk.
Een man bestal zijn grootouders.
Iemand, te Amsterdam woonachtig, bezocht
nu en dan de te Oostzaan wonende groot
ouders zijner vrouw en wist tijdens die be
zoeken een gedeelte van de spaarpennmgen
dier oude lieden te bemachtigen, voor welk
feit hij thans terecht stond.
Hij erkende het in zooverre, dat hij zei hon
derdvijftig gulden te hebben weggenomen,
doch de benadeelden zeiden wel f 600 te ver
missen. Hij zou dit geld in zijn gezin gebruikt
hebben, doch had bij ontdekking f 100 teiug-
gegeven.
De officier van justitie vond het een erger
lijk feit om iemand te bestelen bij wien men
als vriend en familielid over huis komt. Het
reclasseeringsrapport is ook niet onverdeeld
gunstig en daarom eischte de officier 10
maanden gevangenisstraf met aftrek van het
voorarrest
Diefstal met opensluiting.
Een bewoner van de Bankastraat alhier had
op Hemelvaartsdag reeds vroeg in gezelschap
van zijn gezin zijn woning verlaten en was
er eerst 's avonds teruggekeerd. Bij zijn
thuiskomst ontdekte hij niets bijzonders,
maar den volgenden dag zag hij, dat uit een
geldkistje, dat op een bovenkamer was gebor-
sen f 300 was verdwenen.
Bij onderzoek door de politie bleek, dat een
bewoonster van de Bankastraat en haar lo-
jarige dochter op Hemelvaartsdag om halt
acht 's morgens een persoon de deur van be
doelden bewoner hadden zien opensluiten en
binnengaan: die man droeg een bolhoed en
een grijs jasje, terwijl hij een fiets bij zich
had.
De juffrouw had den man slechts op eten
ru" gezien, maar het meisje had hem even
later weer het huis zien uitkomen en zoo
doende zijn gezicht gezien.
Als verdacht van den diefstal was daaiop
aangehouden een persoon, die wel bij den be
nadeelde - kwam, want deze had een
loterij kantoor en de ander was daar agent
van geweest. Zoodoende wist de aangehoude
ne. waar de benadeelde zijn geld borg en bo
vendien zou deze aan verdachte hebben ge
zegd, dat hij van plan was met Hemelvaarts
dag uit te gaan.
Bij huiszoeking bleek verdachte m het bezit
van een bolhoed, een grijs jasje en een looper
te zijn.
Thans stond de man als verdacht van dief
stal terecht.
Het meisje uit de Bankastraat herkende m
hem den persoon, dien zij de deur had zien
opensluiten en haar moeder zei. dat hij er
in alle opzichten op geleek. Het had haar
aandacht getrokken, dat iemand zoo vröeg
het huis aan den overkant binnenging.
Andere bewoonsters uit de Bankastraat had
den in den vroegen ochtend van Hemelvaarts
dag een persoon, in wien zij verdachte her
kenden. met de fiets in de hand op den hoek
van Deli- en Bankastraat zien staan," kijkende
in de richting van de woning, waar later ge
stolen werd.
Verd. ontkende dne diefstal, ontkende in 't
bedoelde huis geweest te zijn en op het vroege
tijdstip met zijn fiets in de Bankastraat te
hebben gestaan. Wel was hij daar geweest,
maar veel later. Wat hij daar in de buurt te
maken had, zei hij niet.
De officier van justitie achtte de aanwijzin
gen sterk genoeg om een veroordeeling te
vragen tot een gevangenisstraf voor den tijd
van een jaar.
Mr. Van Dam. de verdediger wees er op, dat
men met herkenningen zeer voorzichtig moet
zijn. Voorts zei hij, dat de vrouw van den be
stolene had verklaard bij hun vertrek de
straatdeur op nachtslot te hebben gedaan en
met den looper van verdachte, een ding, zooals
bijna ieder heeft, kan men een deur op het
nachtslot niet openmaken.
Verder vroeg pleiter zich met verbazing af,
wat den verdachte bewogen zou kunnen heb
ben om te gaan stelen. Hij verdient als typo
graaf een behoorlijk loon, leidt een regelmatig
leven en heeft een goed gezin. Al mag de
schijn tegen hem wezen, dat mag geen reden
tot veroordeeling zijn. Pleiter meent op vrij
spraak te moeten aandringen.
De aanrijding in de Kennemerstraat.
Voortgezet werd de behandeling van de zaak
tegen een autobestuurder, die in de Kenne
merstraat in botsing is gekomen met een mo
tor met zijspan van de politie, bij welke bot
sing een der agenten een hersenschudding op
liep.
Als getuige werd nog gehoord een heer, die
verklaarde het ongeluk te hebben gezien. Hij
had, zei hij' onmiddellijk achter den verdachte
gereden op den Schcterweg bij de Kenne
merstraat en was van plan den verdachte
voorbij te rijden, toen hij zag, dat deze zijn
richtingaanwijzer uit had staan. Dat was, zei
getuige al zoo op den Schoterweg en de rich
tingaanwijzer is blijven uitstaan tot de bot
sing.
Getuige zei, dat. toen hij achter verdachte
reed, hij werd voorbijgereden door de motor
politie en toen dacht: Dat loopt mis. Immers,
omdat hij den richtingaanwijzer zag staan,
concludeerde hij, dat de autobestuurder de
Vroomstraat in wilde, dus linksaf en als hij
dit deed moest de motorpolitie bot tegen hem
oprijden, wat dan ook gebeurde. Getuige denkt
dat de motoragenten, die blijkbaar iemand
inzaten,'niet,.op den richtingaanwijzer heb
ben gelet.
De verklaring der agenten is met 'deze ge
tuigenis lijnrecht in. strijd, want zij zeggen,
dat getuige niet achter verdachte reed in de
Kennemerstraat en dat verdachte den aan
wijzer niet op den Schoterweg heeft uitge
stoken maar eerst vlak voor de Vroomstraat.
De officier hield zich aan de verklaring
der agenten en achtte het rijden van ver
dachte hoogst roekeloos. Iemand die de Vroom
straat wil inrijden, wat bijna nooit gebeurt en
waarop dus niemand rekent, moet terdege
uitkijken of de weg vrij is. Het uitsteken van
een aanwijzer op korten afstand is beslist
onvoldoende. Overigens wilde spr. rekening
houden met de omstandigheid, dat verdachte
niet woest had gereden en niet slecht bekend
staat, waarom hij een geldboete vroeg van
100.
Uitspraak in alle zaken op Zaterdag 13 Juli.
Provinciale meeting voor
geheelonthouding te Velsen.
„Verkeer en Maatschappij Alcoholvrij".
Het Meeting-Comité der neutrale geheelont
houders-organisaties 'ih Noordholland (A. N.
G. O. B„ I. O. G. T„ N. V. en S. O. T.) houdt
Zondag 14 Juli 's middags te 2 uur, in het park
„Rooswijk" te Velsé'n-NOofd een provinciale
meeting voor geheelonthouding, onder de leuze
„Verkeer en Maatschrpnü Alcoholvrij".
De meeting wordt v - afgegaan door een
optocht met muziek, i 'olooide banieren en
propaganda wagen, De optocht wordt in de
Meester van Lingenlaan te Beverwijk om half
één n.m. opgesteld én vertrekt te één uur pre
cies.
Op de meeting zal de heer A. Martinus (Den
Haag)voorzitter van den Algemeenen Neder-
landschen Geheel-Onthouders Bond het woord
voeren. De Geheelonthouders Zangvereeniging
„D. O. V." te Beverwijk zal eenige nummers ten
gehoore brengen. De toegang tot het meeting
terrein is vrij.
Nog geen speeltuinvereeniging
in „Rozenpriëel".
Oprichtingsvergadering ging niet door.
In gebouw „Concordia" in de Kamperstraat
was Donderdagavond een vergadering belegd,
teneinde te komen tot oprichting van een
speeltuinvereeniging in „Rozenprieel".
De opkomst der buurtbewoners was zeer
gering. De heer Oosterbroek, die de vergade
ring leidde, sprak dan ook in zijn openings
woord er zijn spijt over uit, dat men in zoo
kleinen getale aanwezig was. „Wanneer men
een speeltuinvereeniging wil oprichten, dan
zijn er zeker meer menschen noodig dan nu.
Indien we tot oprichting zouden overgaan,
zeide de heer Oosterbroek, zouden anderen
zich gepasseerd voelen."
Spr. wees op de gevaren, die het kind be
dreigen, wanneer het niet op een veilige
plaats kan spelen. Een speeltuin is vereischt en
bij een dergelijke belangrijke zaak kan men
niet overijld handelen.
De heer Oosterbroek adviseerde daarom de
vergadering tot een volgend maal te schorsen.
Hij ürong aan op actie onder de bewoners van
..Rozenpriëel", opdat een volgende bijeenkomst
drukker bezocht mocht zijn
De heer W. Klaren, die evenals de heer F. H.
W. Vliegen uitgenoodigd was komen te spre-
k-en, zeide nog eenige woorden in. denzelfden
geest, waarna de vergadering werd gesloten.
Coöperaties en vakbonden zijn
het nog niet eens.
De meening der vakbonden over het conflict
met „Vooruitgang" en „De Eendracht".
Het conflict tusschen de besturen van de
coöperaties „Vooruitgang" en „De Eendracht"
te Haarlem en de vakbonden, de Algemeene
Nederlandsche Bond van Arbeid(stlers in het
Bakkers-, Chocolade- en Suikerbewerkingbe-
drijf, de Nederlandsch Roomsch-Katholieke
Bond van Bakkers en Cacao-, Chocolade- en
Suikersbewerkers en de Nederlandsche Cen
trale Bond van Christelijke Arbeid(st)ers in
de Voedings- en Genotmiddelenbedrijven, is in
een nieuw stadium getreden.
De vakbonden, gesteund door de personee-
len der beide coöperaties, hebben het voor
stel van den rijksbemiddelaar verworpen. Zij
deden dit, omdat:
le. de besturen der coöperaties onjuist heb
ben gehandeld door den rijksbemiddelaar in
den arm te nemen, terwijl er een instantie in
de coöperatieve beweging bestaat, nl. de co-
operatie-raad, die werkzaam is onder een re
glement, met goedkeuring ook van bovenge
noemde coöperatiebesturen tot stand gebracht,
waarin (art. 3, sub f) is omschreven: „het be
vorderen van het bijleggen van geschillen
tusschen verbruikscoöperaties en moderne vak
bonden"
2de. de, in het schrijven van 29 Mei vervatte
eisch evenmin mocht worden gesteld als de
door den rijksbemiddelaar gedane uitspraak
van de zijde der arbeiders mag worden aan
vaard op grond van het feit, dat bij practische
toepassing de besturen der coöperaties niet
meer voldoen aan een door het internationaal
congres van Kopenhagen bij resolutie opge
legde plicht, „dat de loon- en arbeidsverhou
dingen van de in de coöperatie werkzamen in
overeenstemming met de vakbonden geregeld
worden."
De besturen van de vakbonden hebben in
een Woensdag gehouden vergadering van de
personeelen der beide coöperaties als hun
meening kenbaar gemaakt, dat het conflict
met de coöperaties is ontstaan doordat op on
behoorlijke wijze gelegenheid is gegeven tot
overleg over de door de besturci. voorgestelde
loonsverlagingen en dat dientengevolge van
de zijde der vakbonden geheel is nagelaten,
eigen wenschen kenbaar te maken.
Het passeeren van den coöperatie-raad en
het niet voldoen aan den eisch dat met de
vakbonden overeenstemming over de loonen,
etc. etc. moet worden gezocht, konden de be
sturen der vakbonden niet laten gaan. Fouten,
die in het verleden zijn gemaakt, dienen te
worden hersteld en conflicten moeten in de
toekomst worden voorkomen.
Wanneer de besturen van de coöperaties
een en ander onderschrijven, dan was langs
minnelijken weg de oplossing verkregen.
Nu deze weg niet bewandeld kon worden,
werden de zaken op de spits gedreven en zou
een voor de coöperaties scherp en schadelijk
conflict kunnen uitbarsten.
De bestuuren van de vakbonden hebben dit
voorkomen door een uitspraak van den coöpe
ratie-raad te vragen.
De personeelen hebben het vertrouwen, dat
de coöperaties de interventie van den coöpe-
ratieraad zullen aanvaarden. Mocht dit niet
het geval zijn, dan zijn de onaangename ge
volgen niet te voorzien
WANT HET
tS VAN LIEBIG
(Adv. Ingez. Med.)
Bloembollenteelt.
Verzoek om aanvulling sanceringsplan 1935.
Het Hollandsch Bloembollenkweekers Ge
nootschap heeft het volgende schrijven ge
richt aan den heer Regeeringscommissaris
voor den Tuinbouw en aan het bestuur van
de Ned. Sierteeltcentrale:
„Het Hollandsch Bloembollenkweekers Ge
nootschap, kennis genomen hebbende van hei,
Bloembollensaneeringsplan 1935, brengt het
volgende onder uw aandacht betreffende dsn
15 pet. aftrek van alle kweekers-nota's cok
van die soorten welke ver boven den bin-
nenlandschen minimumprijs zijn en worden
verkocht.
De billijkheid vordert, dat de korting, welke
zal plaats hebben op de afgeleverde bloem
bollen van den kweeker op dezelfde basis der
binnenlandsche minimumprijzen zaU geschie
den als de storting plaats heeft op de basis
van "10 pet. van de buitenlandsche minimum
prijzen.
Op andere wijze zal steeds een onrechtvaar
digheid worden gepleegd ten opzichte van
den bloembollenkweeker! Het H. B. G. acht de
basis van 15 pet. korting op de binnenland
sche minimumprijzen tegenover storting op
basis van 10 pet. van de binnenlandsche mi
nimumprijzen aanvaardbaar.
Het H.B.G. verzoekt in het gepubliceerde
bloembollensaneeringsplan 1935 bij de kor
ting van 15 pet. op de kweekersnota's toe te
voegen: herrekend tegen binnenlandsche mi
nimumprijzen, zooals bij de storting van ae
10 pet. op basis van de buitenlandsche mini
mumprijs is gepubliceerd.
Wij vertrouwen, dat u met alle u ten dienste
staande middelen zult bevorderen, dat hier
van een spoedige publicatie voor het bloem-
bollenbedrijf zal geschieden."
Een deputatie uit het bestuur, bestaande
uit de heeren Chr. Eggink. Nic. Roozen Jaczn
en A. Raaphorst Hzn., heeft bovenstaand ver
zoek toegelicht aan het bestuur van de Ned.
Sierteeltcentrale
NATIONALE BAKKERIJ TENTOONSTELLING
„HABAT".
Uitslag vakwedstrijden.
De volgende bekroning werd nog aan een
deelnemer uit Haarlem toegekend:
Groep B (Bakkerszonen en Gezellen) Klasse
23 (Luxe kleinbrood): Vijfde prijs (diploma)
J. Kunders, 2e Hoogew. dwarsstraat 14 Haar
lem.
PERSONALIA.
Mej. C. van der Sluys en Tineke Vos,-beide
leerlingen der Nuts-Kweekschool te Arnhem,
maar afkomstig uit Haarlem en Aerdenhout,
zijn geslaagd voor de akte onderwijzeres en
hardwerken.
Geslaagd is aan de Handelshoogeschool te
Rotterdam voor doctoraal-examen Handels
wetenschappen. staatkundig-economische
richting R. H. Haentjens te Haarlem.