Oostenrijk en de Habsburgers.
de Académie Frangaise.
THIJS IJS EN DE VERLOREN SLEUTEL.
Radio-Programma
VRIJDAG 5 JUUT 193?
H A A RUE M'S D A G B U A D
BUITENLAND.
Restauratiegeruchten duiken weer op. Starhemberg en
Fey onverwacht resp. naar Italië en Hongarije vertrokken.
Von BergerWaldenegg verklaart, dat geen maatregelen
genomen zullen worden, die tot complicaties in Europa
leiden.
HET BELANGRIJKSTE NIEUWS
OOSTENRIJK.
De raad van state heeft in zijn gisteren ge
houden zitting met algemeene stemmen het.
wetsontwerp aangenomen, waarbij de uitzon
deringswetten. die na den oorlog met betrek
king tot de Habsburgers, waren uitgevaardigd,
worden gewijzigd.
De minister van buitenlandsche zaken Von
Berger-Waidenegg zeiüe in een toelichting:
„Met het herstel der monarchie heeft dit ont
werp niets uitstaande. Het vraagstuk der res
tauratie beschouwen wij niet als actueel. Het
buitenland kan staat maken op de verklaring
der Qostenrijksche regeering, dat zij geen
enkele wet zal uitvaardigen, die tot compli
caties in Europa zou kunnen leiden."
Het ontwerp houdt naar volgens de Tel.
in goedingelichte kringen wordt verklaard
o.m. in, dat aan de leden van het huis Habs-
burg Oostenrijksche passen verstrekt mogen
worden, zonder dat hieruit voor hen ipso facto
het recht voortvloeit, in Oostenrijk verblijf te
houden.
Voorts zal de nieuwe wet de mogelijkheid
scheppen, aan de voormalige keizerlijke fa
milie een bescheiden annuïteit toe te staan, die
haar in staat zal stellen, in het buitenland
behoorlijk te leven.
Vandaag zullen de Oostenrijksche raad voor
cuitureele aangelegenheden en de economische
raad zich met' het wetsontwerp bezighouden.
In journalistieke kringen te Weenen blijven
hardnekkige geruchten de ronde doen, volgens
welke ex-keizerin Zita en aartshertog Otto
voornemens zouden zijn, naar Weenen te ko
men. Sommigen meenen te weten, dat deze
gebeurtenis reeds in den aanstaanden herfst
zal plaats vinden.
Prins Siarhemberg en majoor Fey zijn henen
beiden onverwachts per vliegtuig uit-Weenen
vertrokken, eerstgenoemde naar Venetië,
laatstgenoemde naar Boedapest.
Dit plotselinge en gelijktijdige vertrek der
beide bewindslieden heeft aldus „United
Press" nieuw voedsel gegeven aan de ge
ruchten over een spoedig herstel der Habs
burgers op den troon van Oostenrijk. Beweerd
wordt, dat de bezoeken van Starhemberg en
Fey ten doel hebben, met de Italiaansche en
Hongaarsche staatslieden over de mogelijk
heid van een restauratie van gedachten te
wisselen.
In kringen, die in nauwe relatie met Star
hemberg staan, wordt evenwel aan genoemd
persbureau verzekerd, dat Starhemberg zich
per vliegtuig naar Venetië heeft begeven,
ten einde daar herstel te vinden van een
ziekte, waaraan hij sinds enkele dagen lijdt
Majoor Fey's reis naar Boedapest zou ten
doel hebben, de bijzettingsplechtigheden bij
te wonen voor den laats ten chef van den
generalen staf van het Oostenrijksch-Hon-
gaarsche leger, generaal Arz. Bij die gelegen
heid zal Fey echter in eik geval een ontmop-
ting 'hebben met den r, vschen premier
Gömbqs, wign hij, naar men aanneemt, cIp
redenen zal uiteenzetten, die de Oosten-
.rijksche ïëgëéring bn de indiening der Habs-
burg-wet heeft gehad.
De ..Temps" noemt het een verassing ah
men in het besluit der Oostenrijksche re
geering inzake de Habsburgwetten den eer
sten stap tot het herstel van de monarchie
in Oostenrijk zou zien.
Wanneer men aldus het blad van mee
rling is. dat. zoo het van den wil van het
Oostenrijksche volk afhing aartshertog Otto
waarschijnlijk reeds op den troon zou zitten
dan is het toch evenzeer waar, dat de restau
ratie der Habsburgers een internationale
kwestie is, welke slechts kan worden opge
lost in overeenstemming met de landen, die
belang hebben bij het handhaven van den
vrede in Midden-Europa. Een dergelijke
overeenstemming is evenwel nog niet be
reikt.
De Oostenrijksche regeering en het Oos
tenrijksche volk weten, dat een plotselinge
restauratie ernstige internationalmoeilijk
heden zou meebrengen. Zelfs indien sommigen
gelooven. dat de aanwezigheid van 'de Habs
burgers te Weenen zou kunnen bijdragen tot
consolidatie van den Oostenrijkschen staat
dan moet men. schrijft de Tmnos. toch reke
ning houden, met do bezorgdheid van de na-
bur'-'e staten. die hmi bestaan, of vergrooting
van hun gebied te dmtpn hebben aan de in
een ri nr fin g ven de dnbbpl-monarchie.
Tenslotte zou een herstel van de Oosten-
rijksc'i-Fone'aorrehe monarclue in het Do-
naugebied door Italië niét zonder meer wor
den toegelaten,
DiaatscJilanid.
Minister Beck's onderhoud
met Hitier.
Officieel wordt medegedeeld:
Het bezoek van twee dagen van den Pool-
schen minister van buitenlandsche zaken aan
Berlijn heeft gelegenheid gegeven tot een
diep-gaande gedachten wisseling met den
Fuehrer en Rijkskanselier en de Duitsch rijks-
regeering met den heer Beek. Bij deze ge-
dachtcnwisseling. die op vrijmoedige wijze
werd gehouden, zijn de speciaal Duitschland
en Polen interesseerende problemen en ook de
problemen der algemeene Europeesche politiek
ter sprake gebracht. Er bleek een ver-gaande
overeenstemming van opvattingen te bestaan.
Met voldoening kon worden vastgesteld, dat
de Duitsch-Poolsche verklaring van 26 Januari
1934 in ieder opzicht ten volle aan haar doel
heeft beantwoord en wel niet slechts in de
verhouding van de beide staten tot elkander,
maar ook als constructief element bij de be
veiliging van den vrede in Europa De heer
Beck wees in dit verband er on. dat de verkla
ring van den Fuehrer en Rijkskanselier over
Polen in zijn redevoering van 21 Mei, in het
bijzonder zijn wensch betreffende duurzaam
heid van de Poolsch-Duitsche overeenkomst,
in Polen een krachtiger, weerklank had ge
vonden en dat ook van Poolsche zijde de op
rechte wensch naar steeds grootere verdieping
van de vriendschappelijke nabuurschapsbe
trekkingen met Duitschland gevoeld wordt.
De beide regeeringen zullen in overeenstem-
reine met de naburige ligging van de beide
volkeren ook in de toekomst in nauw contact
bïij"en en al haar krachten wijden aan het
wprk van den Europeeschen vrede.
Beek heeft gistermiddag in het gebouw van
de Poolsche ambassade de vertegenwoordi
gers ontvangen van de Duitsche en de buiten-
ïi-udsrhe dagbladen.
vf «aj «tv ei ?x>ï\ov*cii «ar bewtst,.
aldus minister Beek, dat zonder een samen
werking vol begrip op het gebied van de open-,
bare meeningsvormen moeilijk de volstrekt
positieve resultaten te bereiken zouden zijn
geweest, die in de laatste twee jaar tussehen
Poien en Duitschland bereikt zijn. Deze
woorden waren in het bijzonder tot ae Duit
sche journalisten "gericht. Tot dit doel heb
ben wij indertijd besloten tot specialè overeen
komsten tussehen onze belde landen. Ik kan
met genoegdoening constateer en,' dat wij
sedert het. tot stand komen van de Duitsch-
Pooische verklaring van 26 Januari 1934 op den
weg van een wederzijdsch leeren-kennen en
van begrijpen een groot stuk gevorderd zijn.
Wat mij betreft, ik stel grooten prijs op het
wederzijdsehe verzoeningsgezinde contact tus
sehen de persvertegenwoordigers van onze
landen".
Verder zeide Beek o.m.: Mijn langdurige en
diepgaande gedachtenwisseling van gisteren
met den rijkskanselier had zoowel betrekking
op de Duitsch-Poolsche betrekkingen als ook
op de algemeene politieke problemen, die de
beide regeeringen interesseeren. Deze gedach
tenwisseling, die ik heb aangevuld in bespre
kingen met de bevoegde rijksministers, zal
zeker een positieve bijdrage vormen op den
weg, dien de beide regeeringen zijn ingeslagen
door de verklaring van 24 Januari 1934.
Franschman versliep zich in
den trein!
Te ver doorgereden en in Duitschland
gearresteerd.
Uit Metz, 4 Juli. In het begin van Juni
maakte men zich ernstig ongerust over een
Hok uit een hotel te Saint Avoid, Auguste
Falter, die op 7 Juni. j.l. zijn ouders te Her-
bitzheim in den Elzas zpu gaan bezoeken
doch sedertdien spoorloos verdwenen was.
Deze dagen, k.wam .hij plotseling thuis- en
deelde mede, dat hij in den avond van 7
Juni, toen hij op weg naar zijn ouders was.
in den trein in slaap, was gevallen en pas
te. Saarbrücken wakker werd. Hier werd hij
door de Duitsche politie aangehouden omdat
hij niet in het bezit van een paspoort was.
en nadat een beschuldiging van spionnage
niet bewezen kon worden werd hij wegens
het betreden van Duitsch gebied zonder pas
poort veroordeeld tot 3 weken gevangenis
straf. Hij kreeg echter geen gelegenheid zijn
familie te waarschuwen. (A.N.P.)
BOOT MET 22 OPVARENDEN OP DEN
NUL VERGAAN.
Een bark met ruim 50 personen aan boord,
die bi.i Luxor den Nijl wilde oversteken sloeg
midden in den stroom om. Van de opvaren
den konden 22 personen niet gered worden.
BEKEND ALPINIST VERONGELUKT.
In de StiermarkenscheAlpen is de bekende Oos
tenrjiksche bergbeklimmer Kurt Reifschneider
door 't breken van een touw van een hoogte
van eenige honderden meters naar beneden
gestort en gedood.
Kurt Reifschneider heeft naam gemaakt
door ziin verschillende bergbestijgingen,
waarbij hij verscheidene malen de eerste was
die er in slaagde bepaalde bergtoppen te be
klimmen. Ópk in Azië heeft hij. vele berg
tochten gemaakt en slaagde er o.a. in 1934
in de zesduizend meter hooge Demavent in.
Iran te overwinnen.
STEEDS MEER IT4Ï LV.NSCHE TROEPEN
NAAR 4FRTKA.
NAPELS. 3 Juli (Reuter). Het vertrek
van de troepen vaar Afrika wordt in versneld
tempo voortgezet.
560 artilleristen vertrokken. 1700 manschap
pen van de genie en automobilisten zullen bin
neukort vertrekken, terwijl twee bataljons
mi^tie gereed staan 'ingescheept te worden.
Het vliegtuig-moederschip Miraglis word'
beladen met escadrilles bommenwerpers
bestemd voor Massoea.
De mshstcomer ..Pollensa" is met- troepen
en materieel aan boord naar Cagliari ver
trokken.
Hier zullen'nog 550 man met muildieren
worden ingescheept, waarna naar Massoea
zal worden vertrokken.
Leopold Woelfling overleden. Het derde eeuwfeest van
De vroegere aartshertog Leopold van
Oostenrijk.
De \voormalige aartshertog Leopold van
Oostenrijk, aartshertog van Toscana, die in
1902 uiifc het Oostenrijksch keizerlijk huis ge
treden 'was en sindsdien onder den naam
Leopold'vWoelfing leefde, is Donderdag in zijn
woning fte Berlijn overleden. Hij had de laat
ste jaren'in groote armoede geleefd.
KAYSER TREEDT EVENEENS UIT DE RAD.
SOC. PARTIJ
Uit Parijs. De vice-voorzitter van de ra-
dicaal-socialistïschie partij Kayser is uit de
radicaal-socialistische partij getreden, omdat
deze zijns inziens te veel contact zoekt met
socialisten èii communisten.
De doodslag op de Statendam.
Gistermorgen is de Statendam te Rotterdam
aangekomen en thans zijn nadere bijzonder
heden bekend geworden over de vechtpartij
met doodelijken afloop tussehen twee leden
der bemanning, welke zooals gemeld is, Dins
dag 25 Juni te New York op het schip plaats
had, De verslagene is de 41-jarige olieman P.
G. te Rotterdam. De dader is de stoker S. K„
eveneéns te Rotterdam. Vlak voor het vertrek
van het schip is er in een schepelingenlogies
tussehen beide mannen ruzie ontstaan. G. viel
K. aan. Er ontstond een vechtpartij, waarbij
K. plotseling een mes trok en G. in de milt
trof. De kapitein, die juist druk bezig was met
de voorbereiding van de afvaart, werd terstond
gewaarschuwd, die de politie van het voorval
ïn kennis stelde. Zwaar gewond werd G. naar
het St. Mary's Hospital te New York vervoerd,
waar hij kört na aankomst overleed.
De politie'nam K. in arrest en haalde even
eens vier mannen van boord, die getuigen wa
ren geweest van het voorval. Dezen zullen
yoorloopig te New York moeten blijven. De
dader blijft, in afwachting van de berechtin;
van deze zaak te New York in arrest.
Zoowel dader als slachtoffer stonden bij de
Holland-Amerika lijn goed aangeschreven.
Het nieuwe Museum Boymans.
Wordt Zaterdag te Rotterdam geopend.
Zaterdag wordt te Rotterdam het nieuwe
museum Boymans op luisterrijke wijze ge
opend. Bouwmeester er van is de heer Ir. A.
v. d. Steur, gemeente-architect te Rotterdam
Het Museum staat aan de verlengde Mathe-
nesserlaan op het vroegere Hobokenland.
Achter het museum is een Museumpark aan
gelegd, eveneens, volgens ontwerp van ir. v.
d. Steur, welk park aansluit op het park Ho-
boker.. Het voormalige land Hoboken. ook
Dijkzigt. genaamd, wordt meer en meer een
cultureel centrum van de Maasstad. Tegen
over het nieuwe Böymans-muséum is juist
dezer dagen het Natuurhistorisch Museum ge
opend. Voorts zullen' in de toekomst in clezj
omgeving het nieuwe gymnasium en dp
nieuwe Academie voor Beeldende Kunst
komen. Er bevindt zrch het gebouw van de
Volksuniversiteit .en. het in aanleg zijnde
openluchttheater. Bovendien sluit de stads
wijk waarin Diïkzigt ligt, direct aan bij de
gieter de Hoochweg. waar zich ae Handels-
boogeschool én de Zeevaarschool bevinden.
De stijl, waarin het nieuwe Boymansmu-
?eum is ongetrokken is zeer eenvoudig. Het.
mterieur- is bijzonder doelmatig en daarbii
van een .voorname soberheid. In een vleugel
van het gebouw, bereikbaar vla een fraaie
binnenplaats bevindt zich een voordrachts
zaal. die aan 240 bezoekers plaats biedt.
Dit zeer aantrekkelijke zaaltje is voorzien van
film-installatie,
Alles is bii den bouw gedaan, om het, ver
moeiende element dat museumbezoek zoo
bik wills met zich bréngt, te vermijden. Veel
trapoenklimmen is onnoodig en onmogelijk
en alles is in erootere en kleinere zalen zoo
geëxposeerd, dat een logische volgorde is
verkregen. Het nraqfcische en het kunstzinnige
vormen bovendien eén -sterke eenheid. Be
halve door pen prachtige ruimtewerking,
wordt' men ook getroffen door de kleur, die de
architect- enkel en: alleen verkregen heeft
boor nuances in wit en dank zij het partij'
■TPkken van licht en schaduwwerking. De
kimstverlichting, die indirect is, mag even
eens zeer geslaagd worden genoemd.
Bij een bezoek kan men twee wegen vol-
°en. Besunuénde bij de oude lrunst. om te
eindigen bii de moderne; of omgekeerd. Ter
zijde van -den hoofdingang is een groote zaal
gebouwd, vor tijdelijke exposities.
ONZE DACELIJKSCHE KINDERVERTELLING
Maar het zal niet zoo gemakkelijk gaan als Thijs verwacht, want
de toovenaar heeft heel wat macht tot zijn beschikking.
In het begin was hij wel erg benauwd en daarom nam hij ook zoo
overhaast de vlucht; maar toen het gevaar wat geweken was, heeft
hij besloten wraak te nemen.
O, wat is die man toch slecht! Hij is tussehen de rotsen op de loer
gaan liggen en ziet met valsche grijnslach hoe Thijs op de speurtocht
is gegaan.
Het is maar goed, dat Thijs hem niet hoort dreigen: „Jij, leelijkerd,
.ik zal yt wel een toontje lager laten zingen!"
Tentoonstelling van het verleden van
de Academie in de Bibliotheque Natio
nale, en van het heden in de Librairie
Vendöme.
Dezen zomer viert dat merkwaardige insti
tuut, de Académie Frangaise zijn derde eeuw
feest: driehonderd jaar geleden immers, in
Juni 1635, richtte minister Richelieu haar op,
en sindsdien hebben er op deze aarde en onder
deze menschheid, die toch sterfelijk heet te
zijn, altijd veertig Onsterfelïjken rondgewan-
derd de leden namelijk van de Fransche
Academie, die zich kort na haar oprichting en
blijkbaar allesbehalve in een bui van zelf-
onderschatting de volgende woorden tot devies
koos: „A l'immortalité". De feestelijkheden ter
eere van dit „Tricenténaire" zijn geopend met
een plechtige zitting, waaraan alle leden en
tallooze illustere genoodigden, waaronder pre
sident Lebrun, deelnamen, om gansch
Frankrijk ervan mee te kunnen doen genieten
werden voor het eerst in de historie van d-e
Académie filmoperateurs in de zittingzaal toe
gelaten en den volgenden dag vertoonden
de bioscopen in hun journaals de unieke
plechtigheid van de entree van M. Lebrun en
de Académiciens waaronder Francois Mau-
riac, onbewogen en uitgestreken als altijd,
Georges Lecomte, met een vriendelijken glim
lach rond zijn witten baard, en Henri Bor
deaux, joviaal wuivend in de richting van de
lens tot aan de plechtige herdenkingsrede
toe, die overigens moeilijk verstaanbaar was.
tenminste voor gewone stervelingen. Mogelijk
dat de Onsterfelijken meer ingesteld zijn op
onverstaanbare redevoeringen.
Met die plechtige zitting werd een reeks
van festiviteiten geopend, die niet voor de
poes was: een tuinfeest in Chant-illy, een ten
toonstelling in de Bibliothéque Nationale, een
plechtige ontvangst van maarschalk Franchet
d'Espérey, die een lofrede hield op den vel
leden jaar overleden maarschalk Lyautey, die
eveneens lid van de Academie wis. En tot hier
in Holland zal men teekenen hebben kunnen
bespeuren van dit derde eeuwfeest van het
oudste literaire instituut, dat Frankrijk bezit,
want de posterijen gaven een tweetal herden
kingspostzegels uit, waarop de beeltenis van
den illusteren stichter, Richelieu, pronkt.
Van die festijnen is tot nu toe de tentoon
stelling in de Bibliothéque Nationale in de Rue
de Richelieu wel de interessantste geweest.Tal-
looze musea in Frankrijk en het buitenland
hebben er deelen van hun bezit voor afgestaan,
tientallen particulieren dolven er voor in hun
collecties, en uit de archieven :van de Acadé
mie zelf heeft men eên eindeloozen voorraad
belangwekkende oude manuscripten, brieven,
acten en boeken gehaald, die met elkaar wel
een bijzonder interessanten kijk geven op het
„vie intime" van een instelling als de Aca
démie. Want men mag dan, vooral onder de
jongere literatoren in Frankrijk, weinig eer
bied hebben voor de eerwaardige Académie, en
het mag dan waar zijn, dat inderdaad de Aca
démie de fout aankleeft van de meeste van
.dergelijke instituten, namelijk dat het haar
al te zeer ontbreekt aan jong en frisch bloed
verreweg het grootste gedeelte van de on
sterfelijke „veertig" zijn om en bij de zestig
maar ze heeft niettemin een respectabele
carrière achter den rug, en verrichtte en ver
richt nog steeds werk, dat niet gemakkelijk
dcor anderen gedaan zou kunnen worden.
Twee zalen van de Bibliothéque Nationale
zijn gewijd aan deze tentoonstelling bij den
Ingang van de eerste prijkt het meer ourieuzé
dan mooie schilderij, van André Devambez,
waarop alle veertig leden van de Académie
voorkomen, benevens het officieels costuum
van de Onsterfelijken, dat gewoonlijk ten on
rechte met den naam „habit vert" wordt aan-
.geduid, want zoowel het costuum als de
steek zijn zwart en slechts langs de revers be
vindt zich de groene broderie, die zoo goed en
zoo kwaad als het gaat de palmtakken moeten
voorstellen, die nu eenmaal bij onsterfelijken
hooren, zij het dan dat dit veertigtal ze blijk
baar liever op de jas draagt dan ze in de
hand te houden en er van tijd tot tijd vrien
delijk mee te wuiven zooals ik me voorstel
dat de ware onsterfelijken het eigenlijk zou
den moeten doen.
Liefhebbers van oude manuscripten, van
oude boeken, en van al die toch altijd min of
meer ontroerende curiositeiten, die de voor
werpen zijn, die béhoorden tot het persoonlijk
bezit van groote mannen, kunnen zoowel in
de benedenzaal als de bovenzaal hun hart op
halen. Men vindt er de inktpot, die Hervieu
zijn heele leven lang gebruikt heeft zestien
briefjes, op speelkaarten geschreven, van Vol
taire aan Madame d'Epinay teekeningen en
aquarellen door Edmond Rostand en Alfred
de Musset een brief, die Meilhac tijdens de
commune aan een vriend schreef, met veel
uitroepteekens en veel „Ouf" 's op een vodjé j
papier, en verder niets dan de vraag of zij el
kaar ooit nog zullen zien brieven van La
Fontaine aan zijn oom Jannart een ge
schiedenisopstel gemaakt door den „Grand
Dauphin", den jong gestorven zoon van Lode-
wijlc XIV, toen Bossuet zijn gouverneur was,
in een zorgvuldig kinderhandje, met verbete
ringen van Bossuet in de kantlijn een
kinderportret van Alfred de Vigny, geteekend
door zijn moeder de wandelstok, baret, por
tefeuille, tabakszak, penhouder en inktpot
van Victorien Sardou en duizend van die
dingen meer, die grootendeels al die mannen
met beroemde namen van hun gewonen hui-
selijken, of als men wil, menschelijken kant
laten zien.
De oude manuscripten, de tallooze oude boe
ken, waaronder veel eerste uitgaven, toonen
dan weer de andere zijde van die beroemd
heden de „keerzijde van de medaille'' als
men wil, want inderdaad hebben velen van
hen als mensch zwaar moeten boeten voor het
feit, dat, zij behoorden tot de „uitverkorenen"
waarvan het bekende gezegde spreekt: „Velen
voelen zich geroepen, maar weinigen zijn uit
verkoren". Hoeveel malen hebben een Alfred
de Musset, een Victor Hugo, een Gérard de
Nerval in hun leven gewenscht, dat ze toch
maar als „gewone" menschen geboren waren?
En van de meeste manuscripten, die hier lig
gen, zal de menschheid vermoedelijk nooit be
seffen wat hun tot stand komen in de meeste
gevallen gekost heeftEr liggen er tien
tallen bijeengegaard uit alle bibliotheken en
archieven van Frankrijk, afgestaan door na
bestaanden of vrienden: van Anatole France,
Sainte Beuve, Prosper Mérimée. Maurice Bar-
rès, Voltaire. Chateaubriand, Théophile Gau-
tier, en anderen, te veel om op te noemen.
Van de werkzaamheden van de Académie
zelf toont de tentoonstelling natuurlijk ook
het noodige. Tot de voornaamste daarvan be
hoort de Fransche Dictionnaire en in de eer
ste plaats prijkt dan ook in een speciale vitri
ne het privilege tot het drukken daarvan, dat
haar in 1674 door Lodewijk XIV en zijn minis
ter Colbert geschonken werd. De eerste uit
gave van die dictionnaire had indertijd heel
wat te verduren; een onmetelijk aantal spot
schriften hoonden haar en het feit dat de
Académiciens nogal wat tijd noodig gehad
hadden om haar samen te stellen en een in
1696 in den Haag gedrukt boekje heeft als
motto de volgende sarcastische dichtregels.
Je suis ce gros dictionnaire J
Qui fut un demi-siècle au ventre de 111a
mère- - I
Hollanders zal het op het oogenblik vooral
interesseeren, dat de in 1893 door de Académie
tot stand gebrachte spelling-verandering al
lesbehalve met bewondering begroet werd en
een nummer van ,,Le Chat Noir", het humo
ristische blad dat toentertijd door Rodolphe
Senlis en zijn vrienden werd uitgegeven, be
spot de nieuwe spelling op kostelijke wijze:
„Numéro du „Samdi 25 févrié 1893" composé
en rhonneur de la „Reform de Lortograf'.
Aangezien deze tentoonstelling een herden
kingstentoonstelling was en dus gewijd aan
het verleden van de Académie en aan zijn ge
storven leden, heeft een ondernemende boek
handel op de Place Vendöme een soort van
aanvullingstentoonstelling ingericht, die
blijkbaar in de eerste plaats dienen moet om
de tegenwoordige veertig Onsterfelijken een
beetje te troosten over hun achterafzetting,
maar die in de tweede vooral heel interessant
is voor hen, die zich interesse eren voor de
moderne Fransche literatuur. Van de veertig
Onsterfelijken hebben er twee en dertig ver
schillende manuscripten ingezonden, waar
onder ook de drie nieuwbenoemden Jacquesi
Bainville, Bellesort en Claude Farrère. Van
Pierre Benoit ziet men er het handschrift van
één van zijn eerste werken, „Souvenirs Galants
de M.-M.", van Léon Bérard dat van zijn boek
over Maurice Barrès, van Abel Bonnard het
met groote, steile letters geschrevèn ma
nuscript van één van zijn romans, die hij op
een zeereis naar Zuid-Amerïka schreef. Maar
liet merkwaardigste handschrift van alles is
wel dat van Francois Mauria's roman „Le
Désert de l'amour", waarvoor hij een gewoon
schoolschrift gebruikt heeft, en dat aan alle
kanten volgekrabbeld is met op-, aan- en be
merkingen en correcties van den auteur zelf,
die dan ook de reputatie heeft van bijna even
zorgvuldig te werken als Flaubert het inder
tijd deed.
Zoo staat op het oogenblik heel Parijs in het
teeken van het derde Eeuwfeest van de Aca
démie Francaise en het moet gezegd wor
den, dat de Parijzenaars hun Académie en hun
Académiens de noodige belangstelling bewijzen
en dat de gewoonlijk nogal venijnige spot,
waarmee de evoluties van die laatsten maar
al te dikwijls begroet worden, zich voor deze
gelegenheid verzacht heeft tot een serie aller
vriendelijkste grapjes over al die eerwaardige
oude heeren, die tuinfeesten vieren en aan
diners champêtre doen, alsof ze jongelingen
van twintig waren
WILLY VAN DER TAK
FILM VERBODEN, OMDAT DE PRODUCER
EEN JOOD IS.
De nieuwe Paula Wessely-film, „Episode",
waarvan op 8 Juli a.s. in het Gloria Palast te
Berlijn 'de première zou loopen, is naar de Tel.
verneemt In Duitschland verboden. Dit ge
schiedde in weerwil van het feit. dat alvorens
de film te Weenen werd vervaardigd, 't draai
boek, de acteurs, producers en technici door
het ministerie van Propaganda te Berlijn wa
ren goedgekeurd.
Het verbod is uitgevaardigd, omdat de pro
ducer Walther Reisch een Jood is..
Deze maatregel beteekent een zware slag
voor de Oostenrijksche filmindustrie.
OOK ARCHITECTEN STELLEN VRAGEN
OVER LUCHTBESCHERMING.
Na de 135 predikanten en 54 medici hebben
zich thans ook 34 architecten tot de Zomer
vergadering der Nederlandsche Chemische
Vereeniging, van 17 tot 19 Juli a.s. te Gronin
gen, gewend met het volgend schrijven:
De onderg.eteekenden verzoeken, in verband
met de zeer uiteenloopende meeningeiï, dié ten
aanzien van het vraagstuk der „luchtbescher
ming" bestaan, de volgende vragen ter beant
woording aan de orde te willen stellen:
a) Is uw vereeniging bereid, het Nederland
sche volk een overzicht te verschaffen van.
datgene, wat omtrent de middelen van de
chemische oorlogvoering momenteel bekend is?
b) Acht uw vereeniging het technisch en
economisch mogelijk, het Nederlandsche volk
zoo te organiseeren en van zoodanige hulpmid
delen te voorzien, dat de groote massa der
burgerbevolking beveiligd zou zijn tegen een
aanval met chemische strijdmiddelen?
c) Acht uw vereeniging het mogelijk, dat er
chemische strijdmiddelen bestaan, welke niet
zijn gepubliceerd, of dat er in de toekomst
nieuwe chemische strijdmiddelen zullen wor
den samengesteld, waartegen de thans in ge
bruik zijnde gasmaskers geen beveiliging
zullen bieden?
^iiiiiniiiiii'''||ll|||',iiiiiiiiiiiiiiiiini''|||ll|||''iiiiiiiiiiiiiniiiii'',l'il|''''iiiiiiiiiiiiiiiiiiii1"1"li'11
ZATERDAG 6 JULI 1935.
HILVERSUM, 1875 M. VARA-uitzending.
8.00 Gram.pl. 10.00 Morgenwijding VPRO.
10.15 Voor arb. i. d. continubedr.: Negeruitzen
ding (gir.pl.), Strijkorkest o.l.v. E. Walis, en
XX-ensemble o.l.v. C. Steyn. 12.00 Gram.pl.
1215 Orvitropia o.l.v. J. v. d. Horst. 12.45 De
Zonnekloppers o.l.v. C. Steyn. 1.151.45 De
Flierefluiters o.l.v. E. Walis. 2.00 Hoe de Toon
kunst groeide. 2.20 Filmpraatje M. Sluyser.
2.35 „Beoefening der huismuziek" door P. Tig-
gers. 3.15 Causerie over de Werkloozenkampen
op de Paaschheuvel. 3.45 Gram.pl. 4.00 Zen
derwisseling, 4.15 Causerie A. F. Muller, voorz.
v .d. Ned. Arb. Sportbond. 4.30 Orgelspel C.
Steyn. 5.00 Zang L. Runge (tenor)! 5.15 De
Nolenkrakers o.l.v. D. Wins, 5.40 Literaire cau
serie A. M. de Jong. 6.00 E. Walis en zijn or
kest. 6,30 Esperanto-uitzending. 7.00 VRO. 8.00
SOS-berichten. 8.05 Persberichten. 8.09 „Vei
lig verkeer". 8.10 VARA-varia. 8.13 Wij vragen
uw aandacht voor8.15 Gram.pl. 8.30 Or
gelspel J. Jong, met zang van A. de Booy. 9.00
„The Sevenaders". 9.20 VARA-orkest o.l.v. H.
de Groot. 10.00 Prof. Barendini en zoon. 10.05
Gram.pl. Vervolg orkestconcert. 11.00 J. Jong
(piano) en gramofoonmuziek.
HUIZEN, 301 M.
KRO-uitzcnding. 4.00—5.00 HIRO.
8.00 Gram.pl. 9.15 Reportage TT-races. 9.45
Gram.pl. 10.30 Reportage TT-races. 10.50
Gram.pl. 11.00 Godsd. halfuur. 11.30 Gram.pl.
11.50 Reportage TT-races. 12.25 Orkestconcert
en gram.pl. 1.45 Reportage TT-races. 2.30 Kin
deruur. 3.30 Reportage TT-races. 4.00 HIRO.
5.00 Reportage TT-races. 5.30 Voor de jeugd.
6.00 Schlagermuziek. lezingen. 7.35 Gram.pl.
(om 8.00 persber.) 8.15 Revue-uitzending. 10.10
Gram.pl. 10.30 persber. 10.3512.00 Gramo
foonmuziek.
DROITWICH, 1500 M.
10.3510.50 Morgenwijding. 11.20 Gram.pl.
11.50 BBC-Northern orkest o.l.v. Morrison. 12.50
Gram.pl. 1.20 Commodore Grand-orkest o.l.v.
Davidson. 2.20 Gram.pl. 2.40 Inspectie van de
Royal Air Force door Z. M. den Koning. 3.20
Verslag v. d. Eng. TenniskampioenschaDpen.
5.35 Ambrose en zijn Band. 6.20 Berichten. *6.50
Sportpraatje. 7.05 Pianorecital door M. Nicho
las. 7.25 Studentenliederen. 7.45 Theater-
nieuws. 8.05 Zang door Turner Layton. 8.20
Pianorecital Ivan Phillippowsky. 8.50 „Sir
Thomas" Moore", spel van Bridson. 9.50 Be
richten. 10.20 BBC-Theater-órkest o.l.v: S.
Robinson m.m.v. D. O'Neil (tenor). 11.20—
12.20 BBC-dansorkest o.l.v. H. Hall.