Oostenrijk en de Habsburgers. de Académie Frangaise. THIJS IJS EN DE VERLOREN SLEUTEL. Radio-Programma VRIJDAG 5 JUUT 193? H A A RUE M'S D A G B U A D BUITENLAND. Restauratiegeruchten duiken weer op. Starhemberg en Fey onverwacht resp. naar Italië en Hongarije vertrokken. Von BergerWaldenegg verklaart, dat geen maatregelen genomen zullen worden, die tot complicaties in Europa leiden. HET BELANGRIJKSTE NIEUWS OOSTENRIJK. De raad van state heeft in zijn gisteren ge houden zitting met algemeene stemmen het. wetsontwerp aangenomen, waarbij de uitzon deringswetten. die na den oorlog met betrek king tot de Habsburgers, waren uitgevaardigd, worden gewijzigd. De minister van buitenlandsche zaken Von Berger-Waidenegg zeiüe in een toelichting: „Met het herstel der monarchie heeft dit ont werp niets uitstaande. Het vraagstuk der res tauratie beschouwen wij niet als actueel. Het buitenland kan staat maken op de verklaring der Qostenrijksche regeering, dat zij geen enkele wet zal uitvaardigen, die tot compli caties in Europa zou kunnen leiden." Het ontwerp houdt naar volgens de Tel. in goedingelichte kringen wordt verklaard o.m. in, dat aan de leden van het huis Habs- burg Oostenrijksche passen verstrekt mogen worden, zonder dat hieruit voor hen ipso facto het recht voortvloeit, in Oostenrijk verblijf te houden. Voorts zal de nieuwe wet de mogelijkheid scheppen, aan de voormalige keizerlijke fa milie een bescheiden annuïteit toe te staan, die haar in staat zal stellen, in het buitenland behoorlijk te leven. Vandaag zullen de Oostenrijksche raad voor cuitureele aangelegenheden en de economische raad zich met' het wetsontwerp bezighouden. In journalistieke kringen te Weenen blijven hardnekkige geruchten de ronde doen, volgens welke ex-keizerin Zita en aartshertog Otto voornemens zouden zijn, naar Weenen te ko men. Sommigen meenen te weten, dat deze gebeurtenis reeds in den aanstaanden herfst zal plaats vinden. Prins Siarhemberg en majoor Fey zijn henen beiden onverwachts per vliegtuig uit-Weenen vertrokken, eerstgenoemde naar Venetië, laatstgenoemde naar Boedapest. Dit plotselinge en gelijktijdige vertrek der beide bewindslieden heeft aldus „United Press" nieuw voedsel gegeven aan de ge ruchten over een spoedig herstel der Habs burgers op den troon van Oostenrijk. Beweerd wordt, dat de bezoeken van Starhemberg en Fey ten doel hebben, met de Italiaansche en Hongaarsche staatslieden over de mogelijk heid van een restauratie van gedachten te wisselen. In kringen, die in nauwe relatie met Star hemberg staan, wordt evenwel aan genoemd persbureau verzekerd, dat Starhemberg zich per vliegtuig naar Venetië heeft begeven, ten einde daar herstel te vinden van een ziekte, waaraan hij sinds enkele dagen lijdt Majoor Fey's reis naar Boedapest zou ten doel hebben, de bijzettingsplechtigheden bij te wonen voor den laats ten chef van den generalen staf van het Oostenrijksch-Hon- gaarsche leger, generaal Arz. Bij die gelegen heid zal Fey echter in eik geval een ontmop- ting 'hebben met den r, vschen premier Gömbqs, wign hij, naar men aanneemt, cIp redenen zal uiteenzetten, die de Oosten- .rijksche ïëgëéring bn de indiening der Habs- burg-wet heeft gehad. De ..Temps" noemt het een verassing ah men in het besluit der Oostenrijksche re geering inzake de Habsburgwetten den eer sten stap tot het herstel van de monarchie in Oostenrijk zou zien. Wanneer men aldus het blad van mee rling is. dat. zoo het van den wil van het Oostenrijksche volk afhing aartshertog Otto waarschijnlijk reeds op den troon zou zitten dan is het toch evenzeer waar, dat de restau ratie der Habsburgers een internationale kwestie is, welke slechts kan worden opge lost in overeenstemming met de landen, die belang hebben bij het handhaven van den vrede in Midden-Europa. Een dergelijke overeenstemming is evenwel nog niet be reikt. De Oostenrijksche regeering en het Oos tenrijksche volk weten, dat een plotselinge restauratie ernstige internationalmoeilijk heden zou meebrengen. Zelfs indien sommigen gelooven. dat de aanwezigheid van 'de Habs burgers te Weenen zou kunnen bijdragen tot consolidatie van den Oostenrijkschen staat dan moet men. schrijft de Tmnos. toch reke ning houden, met do bezorgdheid van de na- bur'-'e staten. die hmi bestaan, of vergrooting van hun gebied te dmtpn hebben aan de in een ri nr fin g ven de dnbbpl-monarchie. Tenslotte zou een herstel van de Oosten- rijksc'i-Fone'aorrehe monarclue in het Do- naugebied door Italië niét zonder meer wor den toegelaten, DiaatscJilanid. Minister Beck's onderhoud met Hitier. Officieel wordt medegedeeld: Het bezoek van twee dagen van den Pool- schen minister van buitenlandsche zaken aan Berlijn heeft gelegenheid gegeven tot een diep-gaande gedachten wisseling met den Fuehrer en Rijkskanselier en de Duitsch rijks- regeering met den heer Beek. Bij deze ge- dachtcnwisseling. die op vrijmoedige wijze werd gehouden, zijn de speciaal Duitschland en Polen interesseerende problemen en ook de problemen der algemeene Europeesche politiek ter sprake gebracht. Er bleek een ver-gaande overeenstemming van opvattingen te bestaan. Met voldoening kon worden vastgesteld, dat de Duitsch-Poolsche verklaring van 26 Januari 1934 in ieder opzicht ten volle aan haar doel heeft beantwoord en wel niet slechts in de verhouding van de beide staten tot elkander, maar ook als constructief element bij de be veiliging van den vrede in Europa De heer Beck wees in dit verband er on. dat de verkla ring van den Fuehrer en Rijkskanselier over Polen in zijn redevoering van 21 Mei, in het bijzonder zijn wensch betreffende duurzaam heid van de Poolsch-Duitsche overeenkomst, in Polen een krachtiger, weerklank had ge vonden en dat ook van Poolsche zijde de op rechte wensch naar steeds grootere verdieping van de vriendschappelijke nabuurschapsbe trekkingen met Duitschland gevoeld wordt. De beide regeeringen zullen in overeenstem- reine met de naburige ligging van de beide volkeren ook in de toekomst in nauw contact bïij"en en al haar krachten wijden aan het wprk van den Europeeschen vrede. Beek heeft gistermiddag in het gebouw van de Poolsche ambassade de vertegenwoordi gers ontvangen van de Duitsche en de buiten- ïi-udsrhe dagbladen. vf «aj «tv ei ?x>ï\ov*cii «ar bewtst,. aldus minister Beek, dat zonder een samen werking vol begrip op het gebied van de open-, bare meeningsvormen moeilijk de volstrekt positieve resultaten te bereiken zouden zijn geweest, die in de laatste twee jaar tussehen Poien en Duitschland bereikt zijn. Deze woorden waren in het bijzonder tot ae Duit sche journalisten "gericht. Tot dit doel heb ben wij indertijd besloten tot specialè overeen komsten tussehen onze belde landen. Ik kan met genoegdoening constateer en,' dat wij sedert het. tot stand komen van de Duitsch- Pooische verklaring van 26 Januari 1934 op den weg van een wederzijdsch leeren-kennen en van begrijpen een groot stuk gevorderd zijn. Wat mij betreft, ik stel grooten prijs op het wederzijdsehe verzoeningsgezinde contact tus sehen de persvertegenwoordigers van onze landen". Verder zeide Beek o.m.: Mijn langdurige en diepgaande gedachtenwisseling van gisteren met den rijkskanselier had zoowel betrekking op de Duitsch-Poolsche betrekkingen als ook op de algemeene politieke problemen, die de beide regeeringen interesseeren. Deze gedach tenwisseling, die ik heb aangevuld in bespre kingen met de bevoegde rijksministers, zal zeker een positieve bijdrage vormen op den weg, dien de beide regeeringen zijn ingeslagen door de verklaring van 24 Januari 1934. Franschman versliep zich in den trein! Te ver doorgereden en in Duitschland gearresteerd. Uit Metz, 4 Juli. In het begin van Juni maakte men zich ernstig ongerust over een Hok uit een hotel te Saint Avoid, Auguste Falter, die op 7 Juni. j.l. zijn ouders te Her- bitzheim in den Elzas zpu gaan bezoeken doch sedertdien spoorloos verdwenen was. Deze dagen, k.wam .hij plotseling thuis- en deelde mede, dat hij in den avond van 7 Juni, toen hij op weg naar zijn ouders was. in den trein in slaap, was gevallen en pas te. Saarbrücken wakker werd. Hier werd hij door de Duitsche politie aangehouden omdat hij niet in het bezit van een paspoort was. en nadat een beschuldiging van spionnage niet bewezen kon worden werd hij wegens het betreden van Duitsch gebied zonder pas poort veroordeeld tot 3 weken gevangenis straf. Hij kreeg echter geen gelegenheid zijn familie te waarschuwen. (A.N.P.) BOOT MET 22 OPVARENDEN OP DEN NUL VERGAAN. Een bark met ruim 50 personen aan boord, die bi.i Luxor den Nijl wilde oversteken sloeg midden in den stroom om. Van de opvaren den konden 22 personen niet gered worden. BEKEND ALPINIST VERONGELUKT. In de StiermarkenscheAlpen is de bekende Oos tenrjiksche bergbeklimmer Kurt Reifschneider door 't breken van een touw van een hoogte van eenige honderden meters naar beneden gestort en gedood. Kurt Reifschneider heeft naam gemaakt door ziin verschillende bergbestijgingen, waarbij hij verscheidene malen de eerste was die er in slaagde bepaalde bergtoppen te be klimmen. Ópk in Azië heeft hij. vele berg tochten gemaakt en slaagde er o.a. in 1934 in de zesduizend meter hooge Demavent in. Iran te overwinnen. STEEDS MEER IT4Ï LV.NSCHE TROEPEN NAAR 4FRTKA. NAPELS. 3 Juli (Reuter). Het vertrek van de troepen vaar Afrika wordt in versneld tempo voortgezet. 560 artilleristen vertrokken. 1700 manschap pen van de genie en automobilisten zullen bin neukort vertrekken, terwijl twee bataljons mi^tie gereed staan 'ingescheept te worden. Het vliegtuig-moederschip Miraglis word' beladen met escadrilles bommenwerpers bestemd voor Massoea. De mshstcomer ..Pollensa" is met- troepen en materieel aan boord naar Cagliari ver trokken. Hier zullen'nog 550 man met muildieren worden ingescheept, waarna naar Massoea zal worden vertrokken. Leopold Woelfling overleden. Het derde eeuwfeest van De vroegere aartshertog Leopold van Oostenrijk. De \voormalige aartshertog Leopold van Oostenrijk, aartshertog van Toscana, die in 1902 uiifc het Oostenrijksch keizerlijk huis ge treden 'was en sindsdien onder den naam Leopold'vWoelfing leefde, is Donderdag in zijn woning fte Berlijn overleden. Hij had de laat ste jaren'in groote armoede geleefd. KAYSER TREEDT EVENEENS UIT DE RAD. SOC. PARTIJ Uit Parijs. De vice-voorzitter van de ra- dicaal-socialistïschie partij Kayser is uit de radicaal-socialistische partij getreden, omdat deze zijns inziens te veel contact zoekt met socialisten èii communisten. De doodslag op de Statendam. Gistermorgen is de Statendam te Rotterdam aangekomen en thans zijn nadere bijzonder heden bekend geworden over de vechtpartij met doodelijken afloop tussehen twee leden der bemanning, welke zooals gemeld is, Dins dag 25 Juni te New York op het schip plaats had, De verslagene is de 41-jarige olieman P. G. te Rotterdam. De dader is de stoker S. K„ eveneéns te Rotterdam. Vlak voor het vertrek van het schip is er in een schepelingenlogies tussehen beide mannen ruzie ontstaan. G. viel K. aan. Er ontstond een vechtpartij, waarbij K. plotseling een mes trok en G. in de milt trof. De kapitein, die juist druk bezig was met de voorbereiding van de afvaart, werd terstond gewaarschuwd, die de politie van het voorval ïn kennis stelde. Zwaar gewond werd G. naar het St. Mary's Hospital te New York vervoerd, waar hij kört na aankomst overleed. De politie'nam K. in arrest en haalde even eens vier mannen van boord, die getuigen wa ren geweest van het voorval. Dezen zullen yoorloopig te New York moeten blijven. De dader blijft, in afwachting van de berechtin; van deze zaak te New York in arrest. Zoowel dader als slachtoffer stonden bij de Holland-Amerika lijn goed aangeschreven. Het nieuwe Museum Boymans. Wordt Zaterdag te Rotterdam geopend. Zaterdag wordt te Rotterdam het nieuwe museum Boymans op luisterrijke wijze ge opend. Bouwmeester er van is de heer Ir. A. v. d. Steur, gemeente-architect te Rotterdam Het Museum staat aan de verlengde Mathe- nesserlaan op het vroegere Hobokenland. Achter het museum is een Museumpark aan gelegd, eveneens, volgens ontwerp van ir. v. d. Steur, welk park aansluit op het park Ho- boker.. Het voormalige land Hoboken. ook Dijkzigt. genaamd, wordt meer en meer een cultureel centrum van de Maasstad. Tegen over het nieuwe Böymans-muséum is juist dezer dagen het Natuurhistorisch Museum ge opend. Voorts zullen' in de toekomst in clezj omgeving het nieuwe gymnasium en dp nieuwe Academie voor Beeldende Kunst komen. Er bevindt zrch het gebouw van de Volksuniversiteit .en. het in aanleg zijnde openluchttheater. Bovendien sluit de stads wijk waarin Diïkzigt ligt, direct aan bij de gieter de Hoochweg. waar zich ae Handels- boogeschool én de Zeevaarschool bevinden. De stijl, waarin het nieuwe Boymansmu- ?eum is ongetrokken is zeer eenvoudig. Het. mterieur- is bijzonder doelmatig en daarbii van een .voorname soberheid. In een vleugel van het gebouw, bereikbaar vla een fraaie binnenplaats bevindt zich een voordrachts zaal. die aan 240 bezoekers plaats biedt. Dit zeer aantrekkelijke zaaltje is voorzien van film-installatie, Alles is bii den bouw gedaan, om het, ver moeiende element dat museumbezoek zoo bik wills met zich bréngt, te vermijden. Veel trapoenklimmen is onnoodig en onmogelijk en alles is in erootere en kleinere zalen zoo geëxposeerd, dat een logische volgorde is verkregen. Het nraqfcische en het kunstzinnige vormen bovendien eén -sterke eenheid. Be halve door pen prachtige ruimtewerking, wordt' men ook getroffen door de kleur, die de architect- enkel en: alleen verkregen heeft boor nuances in wit en dank zij het partij' ■TPkken van licht en schaduwwerking. De kimstverlichting, die indirect is, mag even eens zeer geslaagd worden genoemd. Bij een bezoek kan men twee wegen vol- °en. Besunuénde bij de oude lrunst. om te eindigen bii de moderne; of omgekeerd. Ter zijde van -den hoofdingang is een groote zaal gebouwd, vor tijdelijke exposities. ONZE DACELIJKSCHE KINDERVERTELLING Maar het zal niet zoo gemakkelijk gaan als Thijs verwacht, want de toovenaar heeft heel wat macht tot zijn beschikking. In het begin was hij wel erg benauwd en daarom nam hij ook zoo overhaast de vlucht; maar toen het gevaar wat geweken was, heeft hij besloten wraak te nemen. O, wat is die man toch slecht! Hij is tussehen de rotsen op de loer gaan liggen en ziet met valsche grijnslach hoe Thijs op de speurtocht is gegaan. Het is maar goed, dat Thijs hem niet hoort dreigen: „Jij, leelijkerd, .ik zal yt wel een toontje lager laten zingen!" Tentoonstelling van het verleden van de Academie in de Bibliotheque Natio nale, en van het heden in de Librairie Vendöme. Dezen zomer viert dat merkwaardige insti tuut, de Académie Frangaise zijn derde eeuw feest: driehonderd jaar geleden immers, in Juni 1635, richtte minister Richelieu haar op, en sindsdien hebben er op deze aarde en onder deze menschheid, die toch sterfelijk heet te zijn, altijd veertig Onsterfelïjken rondgewan- derd de leden namelijk van de Fransche Academie, die zich kort na haar oprichting en blijkbaar allesbehalve in een bui van zelf- onderschatting de volgende woorden tot devies koos: „A l'immortalité". De feestelijkheden ter eere van dit „Tricenténaire" zijn geopend met een plechtige zitting, waaraan alle leden en tallooze illustere genoodigden, waaronder pre sident Lebrun, deelnamen, om gansch Frankrijk ervan mee te kunnen doen genieten werden voor het eerst in de historie van d-e Académie filmoperateurs in de zittingzaal toe gelaten en den volgenden dag vertoonden de bioscopen in hun journaals de unieke plechtigheid van de entree van M. Lebrun en de Académiciens waaronder Francois Mau- riac, onbewogen en uitgestreken als altijd, Georges Lecomte, met een vriendelijken glim lach rond zijn witten baard, en Henri Bor deaux, joviaal wuivend in de richting van de lens tot aan de plechtige herdenkingsrede toe, die overigens moeilijk verstaanbaar was. tenminste voor gewone stervelingen. Mogelijk dat de Onsterfelijken meer ingesteld zijn op onverstaanbare redevoeringen. Met die plechtige zitting werd een reeks van festiviteiten geopend, die niet voor de poes was: een tuinfeest in Chant-illy, een ten toonstelling in de Bibliothéque Nationale, een plechtige ontvangst van maarschalk Franchet d'Espérey, die een lofrede hield op den vel leden jaar overleden maarschalk Lyautey, die eveneens lid van de Academie wis. En tot hier in Holland zal men teekenen hebben kunnen bespeuren van dit derde eeuwfeest van het oudste literaire instituut, dat Frankrijk bezit, want de posterijen gaven een tweetal herden kingspostzegels uit, waarop de beeltenis van den illusteren stichter, Richelieu, pronkt. Van die festijnen is tot nu toe de tentoon stelling in de Bibliothéque Nationale in de Rue de Richelieu wel de interessantste geweest.Tal- looze musea in Frankrijk en het buitenland hebben er deelen van hun bezit voor afgestaan, tientallen particulieren dolven er voor in hun collecties, en uit de archieven :van de Acadé mie zelf heeft men eên eindeloozen voorraad belangwekkende oude manuscripten, brieven, acten en boeken gehaald, die met elkaar wel een bijzonder interessanten kijk geven op het „vie intime" van een instelling als de Aca démie. Want men mag dan, vooral onder de jongere literatoren in Frankrijk, weinig eer bied hebben voor de eerwaardige Académie, en het mag dan waar zijn, dat inderdaad de Aca démie de fout aankleeft van de meeste van .dergelijke instituten, namelijk dat het haar al te zeer ontbreekt aan jong en frisch bloed verreweg het grootste gedeelte van de on sterfelijke „veertig" zijn om en bij de zestig maar ze heeft niettemin een respectabele carrière achter den rug, en verrichtte en ver richt nog steeds werk, dat niet gemakkelijk dcor anderen gedaan zou kunnen worden. Twee zalen van de Bibliothéque Nationale zijn gewijd aan deze tentoonstelling bij den Ingang van de eerste prijkt het meer ourieuzé dan mooie schilderij, van André Devambez, waarop alle veertig leden van de Académie voorkomen, benevens het officieels costuum van de Onsterfelijken, dat gewoonlijk ten on rechte met den naam „habit vert" wordt aan- .geduid, want zoowel het costuum als de steek zijn zwart en slechts langs de revers be vindt zich de groene broderie, die zoo goed en zoo kwaad als het gaat de palmtakken moeten voorstellen, die nu eenmaal bij onsterfelijken hooren, zij het dan dat dit veertigtal ze blijk baar liever op de jas draagt dan ze in de hand te houden en er van tijd tot tijd vrien delijk mee te wuiven zooals ik me voorstel dat de ware onsterfelijken het eigenlijk zou den moeten doen. Liefhebbers van oude manuscripten, van oude boeken, en van al die toch altijd min of meer ontroerende curiositeiten, die de voor werpen zijn, die béhoorden tot het persoonlijk bezit van groote mannen, kunnen zoowel in de benedenzaal als de bovenzaal hun hart op halen. Men vindt er de inktpot, die Hervieu zijn heele leven lang gebruikt heeft zestien briefjes, op speelkaarten geschreven, van Vol taire aan Madame d'Epinay teekeningen en aquarellen door Edmond Rostand en Alfred de Musset een brief, die Meilhac tijdens de commune aan een vriend schreef, met veel uitroepteekens en veel „Ouf" 's op een vodjé j papier, en verder niets dan de vraag of zij el kaar ooit nog zullen zien brieven van La Fontaine aan zijn oom Jannart een ge schiedenisopstel gemaakt door den „Grand Dauphin", den jong gestorven zoon van Lode- wijlc XIV, toen Bossuet zijn gouverneur was, in een zorgvuldig kinderhandje, met verbete ringen van Bossuet in de kantlijn een kinderportret van Alfred de Vigny, geteekend door zijn moeder de wandelstok, baret, por tefeuille, tabakszak, penhouder en inktpot van Victorien Sardou en duizend van die dingen meer, die grootendeels al die mannen met beroemde namen van hun gewonen hui- selijken, of als men wil, menschelijken kant laten zien. De oude manuscripten, de tallooze oude boe ken, waaronder veel eerste uitgaven, toonen dan weer de andere zijde van die beroemd heden de „keerzijde van de medaille'' als men wil, want inderdaad hebben velen van hen als mensch zwaar moeten boeten voor het feit, dat, zij behoorden tot de „uitverkorenen" waarvan het bekende gezegde spreekt: „Velen voelen zich geroepen, maar weinigen zijn uit verkoren". Hoeveel malen hebben een Alfred de Musset, een Victor Hugo, een Gérard de Nerval in hun leven gewenscht, dat ze toch maar als „gewone" menschen geboren waren? En van de meeste manuscripten, die hier lig gen, zal de menschheid vermoedelijk nooit be seffen wat hun tot stand komen in de meeste gevallen gekost heeftEr liggen er tien tallen bijeengegaard uit alle bibliotheken en archieven van Frankrijk, afgestaan door na bestaanden of vrienden: van Anatole France, Sainte Beuve, Prosper Mérimée. Maurice Bar- rès, Voltaire. Chateaubriand, Théophile Gau- tier, en anderen, te veel om op te noemen. Van de werkzaamheden van de Académie zelf toont de tentoonstelling natuurlijk ook het noodige. Tot de voornaamste daarvan be hoort de Fransche Dictionnaire en in de eer ste plaats prijkt dan ook in een speciale vitri ne het privilege tot het drukken daarvan, dat haar in 1674 door Lodewijk XIV en zijn minis ter Colbert geschonken werd. De eerste uit gave van die dictionnaire had indertijd heel wat te verduren; een onmetelijk aantal spot schriften hoonden haar en het feit dat de Académiciens nogal wat tijd noodig gehad hadden om haar samen te stellen en een in 1696 in den Haag gedrukt boekje heeft als motto de volgende sarcastische dichtregels. Je suis ce gros dictionnaire J Qui fut un demi-siècle au ventre de 111a mère- - I Hollanders zal het op het oogenblik vooral interesseeren, dat de in 1893 door de Académie tot stand gebrachte spelling-verandering al lesbehalve met bewondering begroet werd en een nummer van ,,Le Chat Noir", het humo ristische blad dat toentertijd door Rodolphe Senlis en zijn vrienden werd uitgegeven, be spot de nieuwe spelling op kostelijke wijze: „Numéro du „Samdi 25 févrié 1893" composé en rhonneur de la „Reform de Lortograf'. Aangezien deze tentoonstelling een herden kingstentoonstelling was en dus gewijd aan het verleden van de Académie en aan zijn ge storven leden, heeft een ondernemende boek handel op de Place Vendöme een soort van aanvullingstentoonstelling ingericht, die blijkbaar in de eerste plaats dienen moet om de tegenwoordige veertig Onsterfelijken een beetje te troosten over hun achterafzetting, maar die in de tweede vooral heel interessant is voor hen, die zich interesse eren voor de moderne Fransche literatuur. Van de veertig Onsterfelijken hebben er twee en dertig ver schillende manuscripten ingezonden, waar onder ook de drie nieuwbenoemden Jacquesi Bainville, Bellesort en Claude Farrère. Van Pierre Benoit ziet men er het handschrift van één van zijn eerste werken, „Souvenirs Galants de M.-M.", van Léon Bérard dat van zijn boek over Maurice Barrès, van Abel Bonnard het met groote, steile letters geschrevèn ma nuscript van één van zijn romans, die hij op een zeereis naar Zuid-Amerïka schreef. Maar liet merkwaardigste handschrift van alles is wel dat van Francois Mauria's roman „Le Désert de l'amour", waarvoor hij een gewoon schoolschrift gebruikt heeft, en dat aan alle kanten volgekrabbeld is met op-, aan- en be merkingen en correcties van den auteur zelf, die dan ook de reputatie heeft van bijna even zorgvuldig te werken als Flaubert het inder tijd deed. Zoo staat op het oogenblik heel Parijs in het teeken van het derde Eeuwfeest van de Aca démie Francaise en het moet gezegd wor den, dat de Parijzenaars hun Académie en hun Académiens de noodige belangstelling bewijzen en dat de gewoonlijk nogal venijnige spot, waarmee de evoluties van die laatsten maar al te dikwijls begroet worden, zich voor deze gelegenheid verzacht heeft tot een serie aller vriendelijkste grapjes over al die eerwaardige oude heeren, die tuinfeesten vieren en aan diners champêtre doen, alsof ze jongelingen van twintig waren WILLY VAN DER TAK FILM VERBODEN, OMDAT DE PRODUCER EEN JOOD IS. De nieuwe Paula Wessely-film, „Episode", waarvan op 8 Juli a.s. in het Gloria Palast te Berlijn 'de première zou loopen, is naar de Tel. verneemt In Duitschland verboden. Dit ge schiedde in weerwil van het feit. dat alvorens de film te Weenen werd vervaardigd, 't draai boek, de acteurs, producers en technici door het ministerie van Propaganda te Berlijn wa ren goedgekeurd. Het verbod is uitgevaardigd, omdat de pro ducer Walther Reisch een Jood is.. Deze maatregel beteekent een zware slag voor de Oostenrijksche filmindustrie. OOK ARCHITECTEN STELLEN VRAGEN OVER LUCHTBESCHERMING. Na de 135 predikanten en 54 medici hebben zich thans ook 34 architecten tot de Zomer vergadering der Nederlandsche Chemische Vereeniging, van 17 tot 19 Juli a.s. te Gronin gen, gewend met het volgend schrijven: De onderg.eteekenden verzoeken, in verband met de zeer uiteenloopende meeningeiï, dié ten aanzien van het vraagstuk der „luchtbescher ming" bestaan, de volgende vragen ter beant woording aan de orde te willen stellen: a) Is uw vereeniging bereid, het Nederland sche volk een overzicht te verschaffen van. datgene, wat omtrent de middelen van de chemische oorlogvoering momenteel bekend is? b) Acht uw vereeniging het technisch en economisch mogelijk, het Nederlandsche volk zoo te organiseeren en van zoodanige hulpmid delen te voorzien, dat de groote massa der burgerbevolking beveiligd zou zijn tegen een aanval met chemische strijdmiddelen? c) Acht uw vereeniging het mogelijk, dat er chemische strijdmiddelen bestaan, welke niet zijn gepubliceerd, of dat er in de toekomst nieuwe chemische strijdmiddelen zullen wor den samengesteld, waartegen de thans in ge bruik zijnde gasmaskers geen beveiliging zullen bieden? ^iiiiiniiiiii'''||ll|||',iiiiiiiiiiiiiiiiini''|||ll|||''iiiiiiiiiiiiiniiiii'',l'il|''''iiiiiiiiiiiiiiiiiiii1"1"li'11 ZATERDAG 6 JULI 1935. HILVERSUM, 1875 M. VARA-uitzending. 8.00 Gram.pl. 10.00 Morgenwijding VPRO. 10.15 Voor arb. i. d. continubedr.: Negeruitzen ding (gir.pl.), Strijkorkest o.l.v. E. Walis, en XX-ensemble o.l.v. C. Steyn. 12.00 Gram.pl. 1215 Orvitropia o.l.v. J. v. d. Horst. 12.45 De Zonnekloppers o.l.v. C. Steyn. 1.151.45 De Flierefluiters o.l.v. E. Walis. 2.00 Hoe de Toon kunst groeide. 2.20 Filmpraatje M. Sluyser. 2.35 „Beoefening der huismuziek" door P. Tig- gers. 3.15 Causerie over de Werkloozenkampen op de Paaschheuvel. 3.45 Gram.pl. 4.00 Zen derwisseling, 4.15 Causerie A. F. Muller, voorz. v .d. Ned. Arb. Sportbond. 4.30 Orgelspel C. Steyn. 5.00 Zang L. Runge (tenor)! 5.15 De Nolenkrakers o.l.v. D. Wins, 5.40 Literaire cau serie A. M. de Jong. 6.00 E. Walis en zijn or kest. 6,30 Esperanto-uitzending. 7.00 VRO. 8.00 SOS-berichten. 8.05 Persberichten. 8.09 „Vei lig verkeer". 8.10 VARA-varia. 8.13 Wij vragen uw aandacht voor8.15 Gram.pl. 8.30 Or gelspel J. Jong, met zang van A. de Booy. 9.00 „The Sevenaders". 9.20 VARA-orkest o.l.v. H. de Groot. 10.00 Prof. Barendini en zoon. 10.05 Gram.pl. Vervolg orkestconcert. 11.00 J. Jong (piano) en gramofoonmuziek. HUIZEN, 301 M. KRO-uitzcnding. 4.00—5.00 HIRO. 8.00 Gram.pl. 9.15 Reportage TT-races. 9.45 Gram.pl. 10.30 Reportage TT-races. 10.50 Gram.pl. 11.00 Godsd. halfuur. 11.30 Gram.pl. 11.50 Reportage TT-races. 12.25 Orkestconcert en gram.pl. 1.45 Reportage TT-races. 2.30 Kin deruur. 3.30 Reportage TT-races. 4.00 HIRO. 5.00 Reportage TT-races. 5.30 Voor de jeugd. 6.00 Schlagermuziek. lezingen. 7.35 Gram.pl. (om 8.00 persber.) 8.15 Revue-uitzending. 10.10 Gram.pl. 10.30 persber. 10.3512.00 Gramo foonmuziek. DROITWICH, 1500 M. 10.3510.50 Morgenwijding. 11.20 Gram.pl. 11.50 BBC-Northern orkest o.l.v. Morrison. 12.50 Gram.pl. 1.20 Commodore Grand-orkest o.l.v. Davidson. 2.20 Gram.pl. 2.40 Inspectie van de Royal Air Force door Z. M. den Koning. 3.20 Verslag v. d. Eng. TenniskampioenschaDpen. 5.35 Ambrose en zijn Band. 6.20 Berichten. *6.50 Sportpraatje. 7.05 Pianorecital door M. Nicho las. 7.25 Studentenliederen. 7.45 Theater- nieuws. 8.05 Zang door Turner Layton. 8.20 Pianorecital Ivan Phillippowsky. 8.50 „Sir Thomas" Moore", spel van Bridson. 9.50 Be richten. 10.20 BBC-Theater-órkest o.l.v: S. Robinson m.m.v. D. O'Neil (tenor). 11.20— 12.20 BBC-dansorkest o.l.v. H. Hall.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1935 | | pagina 6