Helga's weddenschap. P. Rodius in actie tijdens de internationale tenniskampioenschappen van Nederland, welke Maandag te Noordwijk zijn begonnen De vierde Engelsche .Empire Trophy Race" te Weybridge is door den bekewdei» coureur Dixon gewonnen. Een moment tijdens de race De heer C. W. Luijendijk, burgemeester van Ameide en Tienhoven, is de eerste vliegende burgemeester van ons land. Maandag maakte hij zijn eerste solo-vlucht als leerling der Nationale Luchtvaartschool De Koning en de Koningin van België hebben met den kleinen Prins Albert een officieel bezoek aan Luik gebracht, bij welke gelegen heid de vorstelijke personen enthousiast ont vangen werden Ongeveer duizend Engelsche over levenden van de ernstige aardbevings ramp in Britsch Indië zijn aan boord van het s.s. „Karanja" te Southampton aangekomen A Een snapshot tijdens de finales van de zeilwedstrijden der Rotterdamsche zeilweek Toepasselijke versiering van de Karrenstraat te den Bosch bij het 750-jarig jubileum der stad De vierde étappe van den Tour de France werd door Jean Aerts ge wonnen. Aerts passeert de eind streep, onmiddellijk gevolgd door Daneels FEUILLETON. Uit het Noorsch door SIGRID BOO. (Nadruk verboden). 9) De keuken was in tweeën gedeeld, het middelste lag een paar voet hooger, en daar stond een lange eettafel met rood en wit geblokt wasdoek en een groot aantal stoelen er om heen. Een huisvrouw zou dit alles on getwijfeld meer hebben weten te waardeeren, maar met mijn ervaringen als dienende geest begon ik ook dit belangrijk onderdeel van het huis-organisme te apprecieeren. Ik kreeg koffie met boterhammen, en ter wijl ik zat te eten kwam de vrouw des huizes om mij in oogenschouw te nemen. Ik had me werkelijk onverstandig gekleed. Een ja pon, die vijf maanden loon van een kamer meisje kost, was bij deze gelegenheid geen aanbeveling voor me. Mevrouw Bech zag naar de japon alsof ze al de fijne plooitjes en stiksels omzette in geld. en vond me ge heimzinnig, mystiek. Mevrouw Bech was een „jonge oudere dame met henné geverfd haar en een slanke figuur. Haar wenkbrauwen waren als zwa luwvlerkjes. haar mond als een pas ontloken rozenknop, doch de oogen, de oogen hadden lang geleefd. Wat kan cosmetiek ook doen aan oogen? Een blik, welke verzadigd is van ervaringen, de stralende leegte terug te be zorgen, is wel een nog moeilijker taak dan het naar boven halen van de huid der kin. Mevrouw Bech had het soort oogen waarin men kon zien, dat de ondervindingen zich hadden verdicht tot een zekere intelligentie. Verder had ze dat zelfbewuste, wat typee rend is voor getrouwde vrouwen van mid delbaren leeftijd. Ze roemde het goede getuigschrift van mevrouw Lisby en vroeg, of ik ook nog er gens anders had gediend. O, niet? Ze vroeg, waar ik vandaan kwam. O, juist, van die plaats, daar was ze een keer langs gekomen met de kustboot. Een vriendelijk, klein stadje. Daarop zei ze schertsend, dat het niet mooi van me was, regenweer mee te brengen. Eindelijk verwees ze me naar Lau- rense, de keukenmeid, als degene, die me met het werk op de hoogte zou brengen en hiermede was de audiëntie afgeloopen. Even later kwamen de twee jongedames Bech in de keuken en liepen me met een hoofdknik voorbij. Wat zou hun moeder over me gezegd hebben, dat ze dadelijk het nieu we dier moesten zien? Ze waren allebei knap en hadden beschaafde, heldere, aristocrati sche stemmen. Daarna bracht Laurense me naar onze ge meenschappelijke slaapkamer, ..hoog onder het dak. waar de zwaluwen nestelen". Ze lag op de 2de verdieping, achter den zolder, met uitzicht op bosschen en velden en rivier en driekwart van den hemel. De meubileering was ook schitterend in orde. Volstrekt niet onmogelijk, dat het litsjumaux, waarvan nu aan iederen kant een bed stond onder het schuine dak. nog stamde uit de eerste en meer bescheiden huwelijksperiode van den landeigenaar: het imitatie-pitchpine deed dit vermoeden. Ik gaf op geestdriftige wijze uiting aan mijn ingenomenheid met de kamer en ook Laurense moest erkennen, dat deze gezel lig was. Maar, zei ze, en haar roode. ronde ge zicht drukte ernstig voorbehoud uit, me vrouw en de consul liggen hieronder. We moeten dus op onze kousen loopen en je kunt nooit van je leven es bezoek hebben. Nee, dan had Olga het aardiger en gemakkelijker, vond ze; die sliep in een van de bijgebouwen. Olga hielp in de keuken en was manusje van alles. Later op den avond maakte ik kennis met haar. Gelukkig hoefde ik dien eersten dag niet aan tafel te dienen, daar de familie, ook de dochters, naar de stad gingen. Inplaats daar van hielp ik Laurense. En nu begon de el lende. Een brutaliteit als de mijne kon im mers niet ongestraft blijven, dat zou in strijd zijn met de wetten van het leven. Klaar de koffie! beval Laurense. De koffie klaren? Ik had een flauw idee, iets dergelijks nog eens te hebben gehoord. Een oogenblik bleef ik stofstijf onbeweeg'lijk te vinden, wat het kon zijn. Tot m'n geluk staan, om met behulp van m'n verstand uit stond Olga zoo dicht bij het fornuis, dat zij het zonder meer voor mij deed. Het scheen niet moeilijk te zijn, je moest alleen een klein scheutje in een kopje gieten. Waar dat eigenlijk voor diende, was me een raadsel. Kijk eens, zei Laurense, maak die sneeuwhoenders even voor me schoon. Daar zat ik. Als ik maar wist. aan welken kant ik de zaak aanpakken moest. Het Laui-ense te vragen, scheen me op dat oogenblik nogal compromitteer end. daar het uithalen van gevogelte wel tot het a. b. c. van de keuken zou behooren. Dus stak ik m'n hand naar binnen, aan het einde, dat er het meest aanlokkelijk uitzag, zoodat ze diep en zacht verzonk in onzichtbare af- grijs'lijkheden. Een hevig gevoel van onpas selijkheid deed me bliksemsnel m'n hand terugtrekken. Ik stond even stil om wat op m'n verhaal te komen. In de eerste plaats was het noo- dig. regelmatig adem te halen, wilde ik een catastrophe vermijden. Ik beet de tanden opeen, sloot de oogen en wierp me met ware doodsverachting op de uitgraverij; en toen ik na verloop van een tijdje m'n oogen open de, kon ik de zon en de maan zien. dwars door m'n sneeuwhoen heen. Mijn wanhoop sloeg meteen om in trots. Een goed begin is het halve werk. Al gauw ging het spe lenderwijs; maar zien naar wat ik deed, durfde ik niet. Toen ik na m'n laatste sneeuwhoen de oogen opende, merkte ik dat er op me gelet werd. De chauffeur was binnen gekomen en zat half verborgen achter een krant op het keuken-podium en beschouwde me met koele, vorschende blikken. Een feit is het, lieve Grete, dat hij me ook mystiek vond. Mystiek wel, dat was hij zelf. Zat hij daar niet aan tafel en hanteerde mes en vork of hij regelrecht van het koninklijke slot kwam? Dat deden de overigen namelijk niet, al hadden ze misschien weer andere goede eigenschappen. Laat me je mogen voorstellen aan mijn tafelgenooten. Laurense ken je al. Olga is de prima donna in onzen exclusieven kring, klein, kwiek en slank en zoo coquet, dat haar oogen dansen in haar hoofd. Een ander ken merk is, dat ze met buitengewone handig heid haar tong door haar mond beweegt, om al zuigend haar kiezen schoon te maken. Onze cavaliers zijn de chauffeur, die ver der Frigaard heet en de twee tuinjongens Andreas en Ola. Andreas is een bijzonder groot formaat heer. z'n neus alleen al is een prachtige skihelling. Hij lacht veel en zon der eenige voorafgaande waarschuwing, met een geluid als van een bergstorting. die de gansche lucht vervult; en bijna altijd is het Ola, iets wat Ola zegt of iets wat Ola doet. dat de bergstorting veroorzaakt. Ola is hier degeen, die de vroolijkheid er in brengt. Hij heeft ook chance bij de dames, zonder dat hij eigenlijk iets aantrekkelijks heeft: klein, donker, scheel, met o-beenen. Bij iederen maaltijd lacht Olga zoo buitensporig om Ola's grappen, dat het eten haar in het ver keerde keelgat schiet en ze haar op den rug moeten kloppen. Dit is altijd Andreas' werk. Frigaard, die aan den anderen kant naast haar zit, steekt geen vinger uit. Wat is die Frigaard eigenlijk voor iemand? vraag ik Laurense in alle vertrou welijkheid, als we op onze kamer zijn. O, hij is een goeie jongen, zegt Lau rense met overtuiging. Maar heeft die verklaring eigenlijk eenige waarde? Ik heb haar sedert hoqren zeggen, dat Ola en Andreas goeie jongens waren; en je zult me niet gelooven, maar een paar da gen geleden zei ze van den landeigenaar, die met glimmend kalen schedel en krom ran de jicht langs het keukenraam strompelde: Och hij is toch zoon goeie jongen! Misschien zijn alle jongens en mannen goed in Laurense's oogen. Laurense is een heel geschikt iemand om de kamer mee te deelen; ik lach in ieder geval dikwijls. Laurense kan maar niet be grijpen, waarover ik lach. Het ergste van alles is dat ik, als ik 's nachts wakker word en aan haar gezicht moet denken, zulke wanhopige lachstuipen krijg, dat ik m'n de ken en een punt van m'n kussen in m'n mond moet stoppen om de baas en z'n vrouw beneden ons niet wakker te maken. Als Laurense 's avonds, hijgend van de vele trappen, op onze kamer komt, is het eerste wat ze doet, zich bevrijden van alle" banden. Haar schoenen schopt ze,ieder naar een kant. haar japon knoopt ze los en haar corset trekt ze uit. Dan blaast ze als een, walvisch. blij en opgelucht. Na van dezen, zaligen toestand eenige minuten te hebben genoten, bonst ze op kousevoeten over den vloer om haar gitaar te krijgen, als tenmin ste de Bech's nog niet boven zijn. Dan ver kwikken we ons een poosje, zij met te spe len en te zingen, ik met te luisteren. De meeste liedjes, die ze kent. zijn sentimenteel. ..Aurora ging treurende", en ..Karl, o Karl, waar ben je nu?" en verder nog een aantal, die eindigen met dood of andere narigheid. Over het geheel genomen heb ik het lang niet kwaad, met uitzondering van de hope- looze momenten, dat ik me niet opgewassen voel tegen m'n taak. Zooals laatst, toen Lau rense me vroeg, de kool stoofklaar te maken. Weet jij, wat dat is, iets stoofklaar maken? (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1935 | | pagina 9