UIT HET BUITENLAND HOE JAPAN ZIJN MIKADO EERT. THIJS IJS EN HET GEHEIMZINNIGE EILAND. iW PENS D A G 24 JUEI 1935 HAARIE M'S D A" G BEAD 4 Italië keert zich tegen Engeland wegens den wapen- uitvoer naar Abessynië. Frankrijk en Engeland zijn het eens over hun gezamenlijke houding. De Volkenbond zal zich moeten uitspreken. De Duitsche overheid ontbindt bonden en vereenigingen. Italië. Italië laakt Engeland. „Wapenuitvoer is een daad van vijandschap". Het in de bladen gepubliceerde bericht uit Londen, volgens hetwelk de Engelsche re geering zou hebben besloten over te gaan tot opheffing van het embargo op wapenen naar Abessinië, is in Italië met verontwaardiging ontvangen en heeft een levendige ontstem ming gewekt. In de commentaren op dit be richt doen de bladen heftige aanvallen op Engeland. De „Giornale d' Italia" wijst er op, dat dit besluit een duidelijk bewijs geeft, dat er een actieve solidariteit bestaat tusschen Abes sinië en Engeland. Italië zal een zoodanige beslissing opvatten als een duidelijke daad van vijandschap van Engeland jegens Italië. Het zal daar reke ning mede houden voor nu en voor de toe komst. Het is volkomen nutteloos, dat men te Londen blijft- volhouden dat Groot-Brit- tannië onpartijdig wil zijn en slechts wil han delen voor het prestige van den Volkenbond en voor den algemeenen vrede en de recht vaardigheid. Hoe komt het dan, dat Engeland de gewapende invasie van Japan in China heeft aanvaard, ondanks de Chineesche pro testen te Genève en geen aanstoot heeft ge nomen aan de Japansche minachting voor de aanbevelingen en voorstellen voor een com promis, die de onderteekening droegen van Lord Lyt-ton, opgezag van den Volkenbond? Niemand in Italië gelooft aan de fabel van de Britsehe onpartijdigheid. Het Italiaansche volk zal in tegenstelling daarmede vernemen dat onder voorwendsel van den Volkenbond Engeland bandieten en slavenhandelaars in Abessinië bewapent tegen het Italiaansche volk en dat wanneer de beproeving, waartoe Italië gedreven wordt door de Abessijnsche brutaliteit harder zal zijn, zal dat zijn om dat Engeland er toe zal hebben bijgedragen. Hét blad besluit, dat Italië dit gebaar niet zal vergeten. Het groote Engeland maakt school. Italië zal niet nalaten ook deze les ter harte te nemen. De „Tribuna" schrijft, dat de Engelsche wapenfabrikanten achter deze affaire zitten, waarbij zij gebruik maken van de door hen gesteunde bladen. Die leege en gevaarlijke plutocratie lacht om Europeesche solidariteit en Europeesche beschaving en strijd tegen de slavernij. Haar interesseert alleen maar het afsluiten van een zaak. Engeland en Frankrijk trekken een lijn. De parlementaire redacteur van de ..Ti mes" schrijft dat- de Engeische ministers thans met meer vertrouwen verwachten, dat Frankrijk bij het samenkomen van den Vol kenbondsraad bereid zal zijn, Engeland ter zijde te staan bij zijn bemoeiingen om een vreedzame.regeling in het Italiaansch-Abes- smisch -conflict te bereiken. De ministers nemen aan, dat het Laval, evenals hunzelf, duidelijk zal zijn, dat geen verdragen meer als veilig beschouwd kunnen worden, wan neer wordt toegelaten, dat uit den tegen- woordigen toestand een oorlog voortvloeit. Zij blijven liopen, dat een oorlog door een gemeenschappelijk optreden vermeden kan worden. De redacteur voegt er aan toe, dat de ministers overtuigd zijn, dat ibij de bij eenkomst van den Volkenbondsraad het ge- heele conflict zal moeten worden behan deld en dat geen poging zal mogen worden, gedaan om het vraagstuk tot het incident van Oeal-Oeal te beperken. De Temps", de spreekbuis van het Fran- sche departement van buitenlandsche za ken. spreekt bij de behandeling van het Ita- liaansch-Abessinische geschil slechts in zeer verdekte woorden over de mogelijkheid van een uiteindelijken wereldoorlog, zulks in te genstelling met de overige Parijsche bladen. Te grondiger daarentegen behandelt het blad de vastgelegde procedure, die nu in Ge neva toegepast zal worden. De taak var den raad. aldus het blad. be staat allereer; -Heen daarin den toestand te onderzoeken, die door het mislukken van een vreedzame verzoening en een scheids rechterlijke oplossing is ontstaan. Hij moet bovendien alle mogelijkheden nagaan om de beide partijen binnen het kader van de pro cedure van den Volkenbond te houden. Op deze wijze kan men zich inspannen ten be hoeve van een vredelievende oplossing. De raad kan voorstellen den voor de verzoening en voor de arbitrage bepaalden termijn te verlengen. Hij kan helpen den vijfden ar biter te benoemen en hij kan de onderhan delingen ten behoeve van een directe over een ko mst verge makkelij ken Eerst wanneer het onmogelijk mocht blij ken voor 25 Augustus -deze procedure aan den gang te brengen, kan een principieele bespreking via Genève op grond van para graaf 15 van het Volkenbondshandvest ge schieden. Er bestaat dus nog een speelruim te voor een politiek van vreedzame oplos sing. Tot op dat oogenblik moeten alle be sprekingen er op gericht zijn de beide par tijen aanleiding te geven zich te houden aan den normalen weg der procedure. Onafhankelijk van de behandeling van de kwestie in Genève aldus de Temps" verder, zou zich het contact tusschen Rome, Parijs en Londen op grond van het verdrag van 1906 verder ontwikkelen, welk verdrag we- derzijdsche raadpleging vastlegt. Wanneer ook geen sprake is van het bijeenroepen van een eigenlijke conferentie is toch zeker, dat onderhandelingen in Rome tusschen de Ita liaansche regeering en de ambassadeurs van t Groot-Brittannië en Frankrijk op het pro gram staan om de basis voor een bevredi gende regeling te schetsen. Essentieel is echter, aldus het blad. dat Italië in Genève aanwezig is op den dag, dat het geheeïe probleem voor den Volkenbonds raad wordt opgeworpen. Want alleen aan de raadstafel in Genève kan Italië, met de beste kans gehoor te vinden, zijn rechtsaan spraken en zijn verwijten jegens Abessinië naar voren brengen, evenals de behoefte naar een Italiaansche expansie, welker bestaan niemand bestrijdt, doch die slechts kan wor den bevredigd binnen het kader van den Volkenbond. De Fransche en Engelsche regeeringen zou den zijn overeengekomen, dat de Volkenbonds raad de volgende week moet bijeenkomen. Litwinow, de tegenwoordige voorzitter, zal den datum bepalen. Aan dit besluit ging een bezoek vooraf van den Engelschen gezant, Sir George Clerk, bij Laval. Ook Avenol, de secr. generaal van den Volkenbond, is in Parijs aangekomen. Naar verluidt, zal de Volkenbond de geheele Abessynische kwestie behandelen op grond van art. 15 van het Volkenbondspact. Dit ar tikel voorziet in de regeling van geschillen tusschen de leden van den Volkenbond en wel zoodanig, dat elke partij het geval voor den raad kan brengen en dat deze, indien het ge schil niet kan worden bijgelegd, een rapport en aanbevelingen publiceert. Een beslissing o-p grond van dit artikel zou de andere leden vrij laten de noodige maatregelen te nemen. Italianen waren niet op den verjaardag van den Negus. Ter gelegenheid van den verjaardag van den Negus van Abessynië, keizer Hail Salassi, is het diplomatieke corps ten paleize ontvan gen om den Negus geluk te wenschen. De keizer zat op zijn troon in de groote ont vangzaal. Opvallend was, dat geen enkel lid der Italiaansche legatie aanwig is, wat groote ontstemming wekte bij de Ethiopische hoogwaardigheidsbekleeders en algemeen als een ernstige beleediging werd be schouwd, aangezien het geheele diploma tieke corps zonder uitzondering voor deze receptie was uitgenoodigd, evenals alle te Addis Abeba gevestigde consuls. De Belgische gezant Jansens hield een korte redevoering, waarin hij namens het geheele diplomatieke corps den keizer gelukwenschte. Voor het paleis had zich een groote menigte verzameld. Toen de Amerikaansche zaakge lastigde in zijn auto het paleis naderde, werd hij door de menigte luide toegejucht en her haaldelijk hoorde men de kreet: „Leve Ame rika". Deze ovatie staat in verband met het feit, dat juist dezer dagen bekend werd ge maakt, dat de Amerikaansche regeering haar officieren, die zulks wenschten, toestemming heeft gegeven dienst in het Abessynische le ger te nemen, terwijl ook het Amerikaansche Roode Kruis hulp aan Abessynië heeft toege zegd. JDuitscMaind. Overheid ontbindt allerlei bonden en vereenigingen. Officieel wordt uit Karlsruhe medegedeeld: Sedert maanden moest worden geconstateerd, dat de buiten de staatsjeugd staande jeugd organisaties optraden op een wijze, welke in een geordend staatswezen op den duur niet kan worden geduld. Met het voorbij zien van hun taak en onder aanmatiging van eigen politieke, doelstellin gen stelden deze organisaties zich in min of meer bewuste tegenstelling met den staat en de nationaal socialistische beweging. Voorts bestreden zij de staatsjeugd het uit sluitend recht de opgroeiende generatie ir haar rijen op te nemen met het doel deze po litiek op te voeden. Daardoor brachten zij ten slotte de politieke eenheid van ons volk in de nationaal socialistische idee in gevaar. Door deze staat-svijandige houding vonden zij evenwel juist bij de beste elementen van onze jeugd geen gehoor, veeleer vereenigden zich met hen elementen die minder geïnteres seerd zijn bij vruchtdragenden arbeid. Zien- deroogen namen de excessen toe, in het bij zonder overvallen op individueele leden der Hitlerjeugd en van het „jonge volk", zoo dat de minister van Binnenlandsche Zaken van Bad-en zich eenige weken geleden genoodzaakt heeft gezien den leden der niet-nationaal so cialistische jeugdorganisaties te verbieden uniformen te dragen en in de open lucht op te treden, ten einde op die wijze preventief op te treden tegen de de veiligheid in gevaar brengende samenscholingen. In de eei-ste plaats waren daarbij betrok ken leden van de Deutsche Jugend Kracht, een organisatie, welke zich in hoofdzaak met, sport bezighield en er onder religieuse voor wendselen naar streefde de Hitlerjeugd af breuk te doen. Om deze misstanden uit den weg te ruimen heeft de minister van Binnenlandsche Zaken de organisatie Deutsche Jugendkraft, met al haar nevenorganisaties ontbonden en verbo den en tegelijkertijd hun vermogens in beslag jenomen. Voorts werd ter uitbreiding van de vroegere verordening den niet-nationaal socialistischen jeugdorganisaties en diegenen, die vertrouwd zijn met de'opvoeding van de jeugd, verboden op eenige wijze in de openlucht op te treden,' Eiseht BOOG Azijn Goedkoop, maar fijn! (Adv. Ingez. Med.) zoomede gymnastiek en sport in gesloten ruimten tc beoefenen. Op deze wijze wordt de taak van deze orga nisaties beperkt tot het gebied der religie, dei- cultuur en der weldadigheid. De rijksminister van binnenlandsche zaken heel't de ontbinding van den Rijksbond der Balticumstrijders (Vereeniging van voormali ge grensbeschermings- en vrijcorpsstrijders) en van alle dergelijke voormalige vrijcorps- strij ders-organisaties gelast. Door deze ontbinding aldus wordt mede gedeeld, worden de verdiensten der oude vrijcorps-strijders voor volk en rijk op gee nerlei wijze gekleineerd. Aangezien echter in den nationaal socialistischen staat naast de partij, haar geledingen, de bij haar aange sloten en door haar erkende bonden, aan an dere bonden van politieken aard geen afzon derlijk bestaan meer kan worden toegestaan, is ten slotte het verbod van deze organisaties noodzakelijk geworden, welke niet reeds zich zelf hadden ontbonden. De staatspolitie te Erfurt heeft het dragen van insignes of uniformkleeding, welke zou den wijzen op het lidmaatschap van de N. S. D. F. B. (Stahlheim) verboden. Tegelijkertijd zijn alle vergaderingen van den Stahlheim verboden, evenals het openlijk vertoonen van de Stahlhelmvlag. De officieels Pruisische persdienst deelt me de: De Pruisische Ministerpresident heeft op grond van de verordening tot bescherming van volk en staat van 28 Februari 1933 den Rijksbond van Katholieke Frontstrijders met inbegrip van zijn onderaf deelingen ontbon den, omdat de vorming van confessioneele frentstrijdersbonden slechts geschikt is om tot- splijting van de volksgemeenschap te leiden en onder de frontstrijders confessioneele te genstellingen te brengen. Julius Streicher waarschuwt tegen„onbezonnenheden" Julius Streicher heeft een vertegenwoordi ger van den „Angriff" een interview toege staan, waarin hij o.m. te spreken kwam over het Joodsche vraagstuk in verband met de recente gebeurtenissen te Berlijn. Streicher verklaarde, dat hij de verontwaar diging van oude nationaal socialisten en strij ders volledig kon begrijpen. Onbezonnen heden moeten echter vermeden worden. De grootste discipline is het beste. Het Joodsche vraagstuk is zoo ernstig, dat alles moet worden nagelaten, wat tot verkeerde interpretaties aanleiding kan geven. Nergens voelen de Joden zich zoo veilig als in Neurenberg, aangezien men daar heeft in gezien, dat het Joodsche vraagstuk een we reldprobleem is, dat nooit door geweldmaat- regelen alleen kan worden opgelost. In Neu renberg zijn de Joden scherp gescheiden van de Duitschers. Zij hebben daar hun eigen bad inrichting en hun eigen café en zij zullen in de toekomst daar ook een eigen school heb ben. In Berlijn staan de zaken echter anders, vooral daar hier veel buitenlandsche Joden vertoeven. Daarom moet gewaarschuwd wor den voor onbezonnenheden. Allereerst moet bij de bevolking het bewustzijn gewekt worden van het aanwezig zijn van een Joodsch vraag stuk, opdat de wetten, die eenmaal moeten komen ook wortelen in het bewustzijn van het volk, Eerst wanneer ieder weet, dat het gaat om het behoud van het ras van het ge heele Duitsche volk, is het terrein voorbereid voor verder ernstig .werk. - Noodgedwongen moeten dan binnen afziehbaren tijd de wetten komen, die het Jodendom binnen de perken houdt, waarbinnen het behoort. Ierland, Politiek-godsdienstige onlusten breiden zich uit. De politiek-godsdienstige onlusten te Bel fast zijn overgeslagen naar den Ierschen Vrij staat. Te Clones en Limerick zouden de Katholie ken vele huizen van Protestanten hebben aan gevallen en groote verwoestngen hebben aan- ;ericht. Te Limerick richtte de opgewonden menigte zich tegen twee Vrijmetselaars-loges en vernielde de ruiten van een Protestantsch kerklokaal. Te Kilmallock (Limerick) is de toestand bijzonder gespannen. Een Protestantsche kerk werd in brand gestoken. Het gebouw brandde geheel af. Ook werden drie huizen van Pro testanten zwaar beschadigd. Te Glones is het gebouw der Vrijmetselaars geheel door brand vernield Te Trurn (graafschap Meat-h) trok de me nigte eveneens op naar een Protestantsche kerk en vernielde daar vele kostbare oude kerkvensters. Sedert Maandag patrouilleeren in Limerick soldaten met de bajonet op het geweer. ONZE DACELIJKSCHE KINDERVERTELLING. Al loopend kwamen zij in een havenstadje en Baard bleef voor een mooien schoener staan. „Kijk hier," sprak hij, „dit is mijn schip; daar heb ik heel wat mee gezeild maar nu sta ik machteloos, want mijn bemanning ging er stil vandoor. Ik zei aan de matrozen namelijk, dat ik weer naar het eiland wilde varen; eerst keken zij mij stom verwonderd aan, maar toen zei één „Kap'tein, het spijt ons, maar dat doen wij niet weer. Wij hebben genoeg van dat getoover!" Zonder bemanning kan ik niet varen dus sta ik hier werkeloos en wanhopig." „Kap'tein," zei Thijs, „neem dan toch andere matrozen en vaar hier snel vandaan; maar neem mij dan mee! Ik wil ook graag eens varen, dat is al jaren mijn verlangen en wie weet misschien kan ik U nog goede diensten bewijzen." „Wel ja," zei Arie Baard, „dat is goed ga maar mee!" AZIE in 1935. Door EMILE SCHREIBER Een keizerlijk tuinfeest voor zesduizend gasten Legerparade buiten Tokio. Een moderne bioscoop in Tokio. Wij komen 's morgens in Tokio aan. Het station is vol met soldaten en politie. Vandaag vertrekt de keizer van Mandsjoekwo bij wien ik over eenigen tijd een bezoek ga afleg gen in zijn hoofdstad Hsingking uit Japan. De keizerlijke ontmoeting heeft hier een ge weldigen indruk gemaakt. Terwijl wij ons in een taxi naar een van de zeldzame Europee sche hotels, het Imperial Hotel, begeven, rij den we in de straten tusschen een enorme menschenmenigte door, die door de politie op eerbiedigen afstand wordt gehouden in de zij straten van die, waar straks de stoet door zal trekken. Wij sturen de auto weg en begeven ons in de menigte. Als de stoet langs komt is de stilte onder het publiek (in Japan een teeken van diepen eerbied) zoo groot, dat de keizer wer kelijk den indruk moet hebben door een doo- de stad te komen. Een paar nieuwsgierigen, die getracht heb ben vanuit hun vensters op de eerste verdie ping den keizer gade te slaan, krijgen een te rechtwijzing van de politie, want niemand mag van uit de hoogte naar den vorst kijken. Wij krijgen een indruk van groote orde, discipline en onderworpenheid van het Japansche volk. Wij vervolgen onzen weg naar het hotel en komen langs de zwarte, imposante muren, die midden in de stad het keizerlijke paleis met zijn geweldig groote tuinen omringen. Ook weer een bewijs van het groote aanzien dat de keizer geniet, want welke stad ter we reld zou thans nog zoo'n ontzaglijk groot stuk grond in haar centrum kunnen openhouden voor een vorst. Het terrein hier is ongeveer even uitgestrekt als dat wat men zou krijgen als men in Parijs het Louvre, de Tuilerieën, de Champs-Elysées en een deel van het Bois de Boulogne naast elkaar legde en het geheel met muren omringde en voor het publiek sloot. Nu ik den keizer van Mandsjoekwo heb ge zien, wil ik ook graag zijn keizerlijken gast heer, den keizer van Japan ontmoeten. „U kunt den mikado over twee dagen op het- tuinfeest ontmoeten, dat hij elk jaar geeft ter gelegenheid van het bloeien van de kersen- boomen in zijn park; u weet, dat de kersen boom de nationale boom in Japan is", vertel de mij de Fransche consul te Tokio. „Dat zal veel gemakkelijker voor u zijn dan een audiëntie aan te vragen, waarin de keizer u trouwens absoluut geen interview zou toestaan omdat geen enkele keizer van Japan ooit een verklaring tegenover een journalist, welken dan ook, heeft afgelegd". „Heeren in zwart jaquet en met hoogen hoed, dames in avondtoilet", staat er op de uitnoodigingen voor de garden-party. Als we aan den ingang van het park komen, nadat onze auto verschillende polïtie-afzet- tingen als wisselposten is gepasseerd, stappen we dan ook te midden van een elegante, bont gekleurde menigte uit, die zich te voet naar 't midden van het park begeeft, waar we Zijne Majesteit zullen ontmoeten. Er zijn ongeveer zesduizend gasten: hooge functionarissen, officieren van het leger of de marine, vergezeld van hun echtgenoote in zij den kimono en zonder hoed, diplomaten in gala-uniform, grootendeels Europeanen en Amerikanen, met hun min of meer elegante vrouw en eenige tientallen Westersche gasten, die via hun ambassade een vereerende uit- noodiging hebben gekregen. Wij volgen gedurende meer dan een kilome ter lanen, waarvan de meeste aan weerszijden beplant zijn met schitterende roode of witte dubbelbloemige kerseboomen. die in vollen bloei staan. Deze prachtige boomen geven geen eetbare vruchten. Zij zijn er alleen maar voor het aesthetisch gezicht'en zij leveren dan ook inderdaad een heel mooien aanblik. Helaas betrekt de lucht snel. Het is in dit Japansche klimaat, dat tamelijk veel lijkt op het onze, altijd een waag feesten in de open lucht te organiseeren. Wij zijn in het midden van het park, waar geen enkele schuilplaats is als het onweer losbi'eekt. De aanwezige heeren rennen weg, hun hoogen hoed houden zij ter bescherming tegen den regen onder hun jaquet; de dames, die een parasol hebben, gebruiken die om zich tegen de dikke drup pels, die hun toiletten bedreigen, te beveiligen. Daar de stortbui toeneemt komen allen onder de groote boomen schuilen. Enkelen, waaron der ook wij, boffen door een ambulancetent te vinden, die na eenige oogenblikken meer dan tweehonderd personen tot schuilplaats dient. Door de naden van het tentdoek zien we de lakeien in Louis XV-costuum, scharla ken en met goud versierd, onbewogen in den plasregen staan. Eindelijk houdt het op te regenen en men gaat verder. Dan komen we bij grasperk no. 12, dat op de uitnoodiging is aangegeven en waar de tafel staat, waar wij heel democratisch een en ander kunnen.nuttigen en waar elke gast een aardig Japansch houten doosje krijgt dat gebakjes met het keizerlijke merk bevat, die de ouders mogen meenemen om ze des avonds aan hun kinderen te geven als herin nering aan de receptie van hun vorst. Wij zitten aan de zelfde tafel als eenige hooge Japansche ambtenaren en een van hen, die Engelsch spreekt, vertelt een nieuwtje dat ons eenigszins verrast. Wegens het onweer hebben Hunne Keizerlijke Hoogheden beslo ten niet op de garden-party te komen. De Westerlingen zijn zeer teleurgesteld en; laten blijken dat zij het besluit werkelijk be treuren, maar de Japanners zouden zulke lage gevoelens niet onder woorden kunnen brengen, en ongetwijfeld ook niet kunnen on dervinden: alles wat de keizer beslist is recht vaardig en juist en ieder kan zich er slechts over verheugen dat hij veilig voor den regen is. Wij zullen eenige dagen later (het leven is vol toevalligheden en contrasten) onder to taal tegengestelde omstandigheden den keizer geruimen tijd in een regenbui zonder eind stoïcijns te paard kunnen zien zitten, terwijl wij schuilen. Op dien dag, zijn verjaardag, laat de keizer als elk jaar de troepen van het garnizoen van Tokio voor zich défileeren. Op een groot excer- citieterrein, dat eenige kilometers buiten dé stad ligt, zitten wij (wij zijn speciaal door den persdienst van het ministerie van oorlog uit genoodigd) op de tribune naast die der di plomaten, midden tusschen de officieren van den Japanschengeneralen staf. Takahashi, Japansch minister van financiën. Zij dragen heden ten dage nog steeds de roode broek en de kepi met een witte pluim van de Fransche Saint-Cyriens. Toen het Ja pansche leger even voor 1870 werd „ge-Euro- peaniseerd" is deze uniform, die door de Fran sche instructeurs was voorgesteld, ingevoerd. Van Duitschland heeft het de typische parade pas overgenomen, die hier echter iets min der mechanisch is. In die nas mareheeren nu de infanterietroepen, die voor Zijne Majesteit, gezeten op zijn witte paard, en voor onze tri bunes langs trekken. 15000 manschappen van alle wapens, maar vooral van de infanterie, nemen deel aan dit défilé. Ik merk tegen mijn buurman, een Japansch officier op, dat er zoo weinig ge schut met motortractie en tanks zijn en dat men ons zoo weinig modern materiaal laat zien. „Dat komt", legt hij mij uit, „omdat die nieuwe wapenen over tamelijk ver van Tokio verwijderde garnizoenen zijn verdeeld. En omdat ze pas een paar dagen geleden naar de hoofdstad zijn gebracht voor de groote troe penrevue, die ter eere van den keizer van Mandsjoekwo is gehouden, vindt de Japansche generale staf het beter ze vandaag niet weer te verplaatsen". Het valt mij op dat de omgang met de Ja pansche militaire^ chefs, waarvan ik tijdens mijn verblijf eenigen heb ontmoet, voor den Europeaan, die hier verschillende dingen on derzoekt. buitengewoon aangenaam is. Terwijl vele officieele of niet-officieele Japansche personen vaak wantrouwend en nogal kari°- met hun woorden zijn. praten de militairen zeer gemakkelijk en openhartig, wat hen zeer sympathiek maakt. (Nadruk verboden)!

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1935 | | pagina 6