Helga's weddenschap. De staking in Le Havre. Een kijkje op de kade, welke in verband met de gebeurtenissen der laatste dagen de plaats is van menig rumoerig tafreel De toegang tot de .Cam- plain aan de kade van Le Havre wordt door mari tieme politie bewaakt Een detail van het complex volkstuinen .Ons Lustoord aan den Zuidelijken Wandelweg te Amsterdam, dat door het uitbreidingsplan .Groot Amsterdam' bedreigd wordt. De bond van Volkstuinders hoopt dit complex door het maken van propaganda op deze plaats te kunnen behouden Campbell Black, de winnaar van de Melbourne-race, neemt op het vliegveld te Hatfield afscheid voor zijn nieuwe recordvlucht naar Kaapstad en terug H. K. H. Prinses Juliana tijdens een wandeling in gezelschap van een harer hofdames in de omgeving van St. Fillans (Schotland) De burgemeester van Albury, de heer Waugh, bracht Vrijdag met zijn echtgenoote een be zoek aan Volendam, waar hij al spoedig met de bevolking goede maatjes was De Amerikaansche athleten, die deelnemen aan de internationale athletiek- wedstrijden in het Stadion te Amsterdam, arriveerden Vrijdag uit Malmö per vliegtuig op Schiphol Het vacantieverblijf van H. M, de Koningin en H. K. H, Prinses Juliana te St. Fillans. - In gezelschap van jhr. De Jonge van Ellemeet, baronesse Van Heemstra en baronesse Van Heekeren maken de vorstelijke personen een wandeling in de omgeving. Het gezelschap op de brug over Loch Earn werd thans bevorderd tot afgedankt karre- paard, en ik was niet langer een kruising tusschen een slang en een ezel, maar een idioot tot de vijfde macht. Terwijl hij z:n ergsten toorn over ons liet woedend, werd hij opgebeld door den hoofd redacteur, en daarbij onderging zijn wezen een algeheele verandering. Hij stond te bui gen als een knipmes, z'n stem was vleiend: en honingzoet. Zeker, zeker, een heerlijke ochtend, meneer, men voelt zich als herbo ren, een nieuw en beter mensch, zeker, zeker. Maar hij had den hoorn nog niet op het toe stel elegd, of hij vloog me aan: Lacht u? Lacht u mij uit, vlak in m'n gezicht? Durft u hier te lachen in mijn huis? Brutaal ezels veulen. D'r uit. M'n huis uit! Lach ergens anders slangengebroed dat je bent, maar niet in mijn huis. Scheer je weg. Laat me je niet meer zien! Ik kon maar nauwelijks zelf aan het woord komen; maar iets wilde ik toch zeggen voor: ik me aan zên bevel hield: Aangezien het dagelijksche zoeken naar een idee u van uw verstand berooft, zei ik wil ik u hierbij een idee aan de hand doen, zoodat u een dag later aan een in richting voor zuwliiders kunt gaan. Wa-awaH- tastte de tafel af naar schalen en borden, om me die naar m'n hoofd te gooien; maar oik liet me niet van m'n stuk brengen. Schrijf es voor één keer een stuk met een tragische pointe; schrijf over den gees- tigsten man van de wereld, die het meest treurige thuis heeft; schrijf er over, op hoe veel de kostelijke grappen van dien geesti- gen man komen: een verdrukte, ongelukkige vrouw. verdrietige, stille gekoeionneerde kinderen 'Wordt vervolgd)'. FEUILLETON. l)it het Xoorsch door SIGRID BOO. 36) (Nadruk verboden). Het meidenkamertje zag er, als gewoonlijk, allerafgrijselijkst uit; alleen waren voor af wisseling' de muren hier galgroen en niet zalmkleurig, en het raam was aan den straat kant. In de buurt lag een park, en tusschen de huizen door zag ik de toppen van een groep boomen. Het deed me zoo denken aan (Vinger, dat ik besloot hier het verdere van den tijd te blijven. Het stond echter anders geschreven in de sterren. Toen ik den volgenden ochtend de schoe nen poetste van mijn nieuwen meester, die vreemd genoeg beslist onsympathiek waren, hoorde ik een ontzettend spektakel uit de slaapkamer van meneer en mevrouw. Het was een basstem, die met kracht steeds weer eenzelfde woord herhaalde, een heel merk waardig woord trouwens: Maerrajente. 1) - mae-ae-r-rajente. Tenminste, zoo klonk het mij in de ooren. Ik wist absoluut niet wat er aan de hand was, maar ik kwam ten laat ste tot de conclusie, dat hij z'n vrouw hardop een nieuw,geestig stukje voor de krant voor las. Ineens ging de deur van de slaapkamer open, en het warrige, kleine hoofdje van me vrouw keek om den hoek. U begrijpt toch wel, dat u antwoorden moet. als mijn man u roept, zei ze vermoeid Op hetzelfde oogen- blik verscheen achter haar rug een mans persoon en duwde haar opzij. Dat kon nie- uand anders wezen dan „Pontus zelf de geestigste man van de wereld. Zijn toilet bevond zich nog in een zeer vroeg stadium: misschien kwam het daardoor dat je kon zien, hoe z'n heele lichaam trilde van opwinding. De teenen in de grijze kou sevoeten gingen op en neer als de toetsen van een piano, en door de bretels, die aan den achterkant naar beneden hingen, liepen de ijselijkste stuiptrekkingen. Van boven be dekte een borstrok z'n eenigszins tonvormig lichaam ik kan me heel goed iets voor stellen, wat aesthetischer is dan een man 111 ochtendkleedij. Hoogstens kun je ze grappig vinden, lief; maar dan moet je ze kennen, en dolveel van ze houden. Pontus was af- schuw'lijk. Als ik z'n gezicht zal beschrijven, aarzel ik tusschen twee beelden: een razen de buldog en een dreigende onweerswolk, doch beide vergelijkingen zijn intusschen veel te zwak. Wanneer blikken konden doo- den, was er van mij al lang niets meer over. Na een stortvloed van minder mooie uitdruk kingen al brullend ten beste te hebben ge geven, vroeg hij, waarom ik niet antwoord de. Dit bezorgde me een kleinen schok, maar ik herstelde me tamelijk vlug. Het was me wel wat al te kras, dat ik zou moeten luiste ren naar den naam „maerrajente" 1). Daar om antwoordde ik bedaard: Meneer, mijn naam is Heiga. Ik zag mevrouw de oogen sluiten, alsof ze nu een catastrophe ver wachtte. Gelukkig bedacht hij zich. als je het tenminste zich bedenken kunt noemen, wanneer men met het geluidsvolume van een bazuin op den dag des oordeels, brult: Geef op m'n schoenen, brutale meid! Zoodra hij ze had, smeet hij de deur met zoo'n kracht toe, dat alles wat in de keuken aan den muur hing, kletterend opsprong. Mevrouw gleed de kamer uit en fluisterde: Hij is een beetje zenuwachtig vandaag, de stakker; het is 's morgens altijd het ergst. 1 Laat de kinderen bij u eten. dan hinderen ze hem niet. Het is dat ..dagelijksch ver haal" wat hem dwars zit, het is niet gemak kelijk. iets te vinden. Al vijf jaar lang heeft hij er iederen dag een geschreven. VQf jaar, dat is 5 maal 365 min de zon- en feestdagen. Ik voelde een vleugje medelijden en dacht er aan hem voor te stellen, te schrijven over den huistiran, ymaar zag er bij nader inzien van af. Waarschijnlijk had hij dat onderwerp al lang uitgebuit met een van z'n vrienden of buren als model. Den eersten dag reeds had ik in de gaten, dat het ontbijt het critieke moment van den dag was. Overleefde men dit. dan was men voor het verdere van den dag veilig. Ieder ooeenblik werd ik binnengeroepen om te recht te staan voor de verschillende eetwa ren. Het ei was te zacht gekookt, de koffie was bocht, het brood rook naar den vorm, de boter leek ouwe likdoornzalf, de worst smaakte naar afgetrapte schoenzolen, zelf zag ik er uit als een kruising van een slang en een ezel. Toen hij tot de ontdekking kwam dat de kinderen In de keuken aten, sprong hij vrijwel uit zijn vel. Ja, dat was schitte rend, de kinderen in de keuken bij de meid, om van haar te leer en vreten als een var ken. Oogenblikkelijk binnen komen, aan ta fel. Maar stuk voor stuk kwamen ze terug, huilend, weggestuurd door een woedenden vader om hun slechte manieren. Mevrouw durfde zich niet te vertoonen. Ik hield het niet langer uit. de voorvallen tijdens het ontbijt gade te slaan, maar ging den salon in om de meubelen een beurt met den stofzuiger te geven. Het was Vrijdag. Ik was nog niet eens goed begonnen, voor Pon tus, de schuifdeuren opensmeet en me toe- siste: Zeg es ben je van plan me te ver moorden? Nu was ik ook kwaad, en antwoordde dat het dan in dit geval uit zelfverdediging zou zijn. Wa-awa-wa? stamelde hij en kon. van woede en drift niet uit z'n woorden ko men. Ik was er zeker van, dat hij een be roerte zou krijgen. Maar wonderlijk genoeg kwam er niets meer, later zou ik te we ten komen waarom, hij had een idee gekre gen. Het dagelijksch verhaal was een juweel van het zuiverste water, een kostelijke satire op de moderne dienstbode: ik weet zeker, dat je het gelezen hebt en innige sympathie- gevoelde voor den goedigen, een gemoedelij ken verteller, die overgeleverd was aan de willekeur van zoo'n brutaal mirakel. Na zijn vertrek genoten we van de stilte na den storm. Uit de een of andere geheime schuilplaats kwam mevrouw voor den dag en de kinderen durfden nu wat te zeggen. Te gen het middageten echter werd iedereen opnieuw zenuwachtig. Pontus zou biefstuk hebben en frambozen met room; wij kregen makreel en bessenvla. Mevrouw was bleek van angst, dat de biefstuk niet malsch zou zijn, en we behandelden hem als een pas geboren kind, toen ie op tafel gezet werd. Beiden tuurden we angstig naar de deur, toen de heer des huizes binnentrad, en ont dekten tot onze opluchting, dat de orkaan in kracht afgenomen was. Zoo stormachtig als he ontbijt was het middagmaal dus niet; maar toch was het dreigend en somber. Eerst na z'n middagdutje begon hij te pra ten als een gewoon mensch. Toen hij tegen den avond in de keuken kwam om een doos je lucifers, was hij zoover bijgedraaid, dat hij zei, „hm, juffrouw", terwijl hij langs me liep. Na het avondeten verliet hij de huise lijke arke en wierp zich neurieënd in het volle leven met openhangende demi en een sigaar in den mond. De kinderen gingen naar bed. Mevrouw haalde haar stopmand voor den dag. Ze leek een verlepte anjer: waarom juist een anjer weet ik heusch niet. Zelfs zat ik aan het raam van mijn kamertje en pro beerde een vreemde, innerlijke onrust te on derdrukken, die me den laatsten tijd heeft aangegrepen. Maar geen Amerikaansche leefregel hielp me. gee,n daverende leuzen, geen koel verstand, geen heldere logica. Het was een warme Juli-avond; in lichte japon- nejjes wandelden de dames op straat, ge armd met hun vriend, en ginds in het park stonden stil de boomen met hun machtige kronen onder een opaalkleurigen hemel. De volgende ochtend geleek den eersten, behalve dan dat Pontus een heel andere col lectie scheldwoorden bezigde. Zijn vrouw, die den dag tevoren een ouwe suffert was, 1). Een scheldwoord voor meisje.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1935 | | pagina 12