ROEST, ROMMEL, RUINES Indrukken van een toerist in Duitschland. fkVEKCHIÜ^iï dat is het autokerkhof. OM DAARNA ONTLEED TE WORDEN. VRIJDAG 16 AUGUSTUS 1935 HAARDEM'S DAGBL'AD II Waar de over leden benzine viervoeters ter ruste worden gelegd. De meneer achter het autostuur kreeg een vliegje in z'n oog. Toen kwam er een boom Zoo reed de meneer zijn wagen in poeier en hij treurde lang. De begrafenisondernemer kwam, hing het slachtoffer met een takel achter den lijk wagen, bracht de verongelukte naar het kerkhof en drukte den diepbedroefden eige naar een tientje in de hand. Voor de stoffe- I lijke resten. Zoo kwam deze heer met het autokerkhof in aanraking. Het autokerkhof, vinding der laatste jaren, rustplaats der snelle, glimmende viervoeters, bij leven gevoed met benzine, na hun dood echter Wat er na hun dood gebeurt? Gaat u maar eens mee naar Leen Bontekoe, die u ver tellen zal wat er met de overledenen ge schiedt. Het verhaal doet de ronde, (en indien de oudheid auto's had gekend zou 'k spreken van de sage of de legende), dat de Veluwe j de bakermat is der autokerkhoven, sinds een heer met een traan in den ooghoek zijn trouwe metgezel, een Ford op hooge pooten, achterliet, onverzorgd voor eeuwig. Het be- sluit had hem veel peinzens gekost, maar j het beestje vrat veel en liep allerakeligst I langzaam. Op een stillen Zondagavond reed hij steelsgewijze naar een verborgen plekje op de Veluwe, aaide voor de aller-allerlaatste maal de motorkap zachtkens en ging zonde- bewust henen. Toch kon hij zijn besten mak- i ker niet vergeten. Een jaar later sloop hij wederom naar het plekje, na eenig zoeken pas gevonden. Tot zijn groote ontzetting ontwaarde hijhonderd gammele Fordjes, alle eveneens verlaten in de Veluwsche rim- j boe! Het heet, maar voor de waarheid staat niemand in, dat aldus de eerste begraaf- I plaats der auto's is ontstaan. I Zelfs Leen Bontekoe, de eigenaar van het j kerkhof bij Diemen, wist niet of de. Veluwe de primeur heeft gehad. Wel weet hij wat er na den dood met de auto gebeurt. U moet me verontschuldigen: het is een lu- i guber onderwerp. Na den dood pleegt Leen Bontekoe lijkschennis, heb is waarachtig waar. Doodgewoon lijkenschennis. Hij neemt I een schroevendraaier, een hamer, een Engel- sche sleutel, Hij legt het haxt bloot en haalt den motor I eruit. Zijn assistenten, eveneens in vettige, j blauwe overalls, pakken hartkleppen, zuiger- veren, cylinder, benzineaderen, en bekij- 1 ken wat er nog goed is. Dat is meestal nog i heel wat. zoodat alles zorgvuldig wordt opge borgen. Wie weet Daar zit 'm de kneep. Wie weet wat je er nog eens mee kunt doen! Bontekoe wéét hei. wel: verkoopen natuurlijk. Meer dan eens I komt er een klant: „Bontekoe, ik heb een ontmoeting gehad, 'k Reed namelijk links in de bocht. Nu is mijn radiator gekraakt. Heb je niet een mooie, die bovendien past?" Bontekoe zoekt in de afdeeling radiatoren (achter de versplinterde Chrysler links af, tot je aan de omgevallen Buick komt) en vindt een pracht-exemplaar. Dan komt een beetje bieden en dingen, waarna beiden tevreden scheiden. Tot een volgende gelegenheid, als de patiënt soms weer prefereert in een draai van den weg links te houden. Als hij dan ten minste nog kan komen Zoo verschijnen de gegadigden om accu's, lampen, banden vliegwielen, ditjes, datjes en heel vaak kan Bontekoe hen helpen. Want hij heeft een ontzaglijke keuze en een immen- sen voorraad. In het lijkenhuisje, waar de geleerden met kommervolle gezichten rondloopen, gewapend met bouten en beitels, staan slechte die wa gens, welke juist onder handen zijn. Maar op het kerkhof zelf staan de tientallen, die wach ten tot het hun beurt is geworden uit elkaar gereten te worden, om onderdeelen te leve ren voor zoekers, die op een koopje uit zijn, terwijl de onbruikbare resten naar den oud roest handelaar verdwijnen. Elk jaar sloopt Bontekoe ongeveer honderd vijftig verkreukelde auto's, opgevouwen wa gens, zooals hij het noemt. Die voor een tien tje of vier in hun geheel, of beter: niet in hun geheel, zijn eigendom zijn geworden. En per onderdeel worden ze verkocht, waaruit dan de winst moet komen. Af en toe gaat er vijf en twintig duizend kilogram rommel, die toch niet verkocht kan worden, naar den man, die oud metaal smelt. Ook dat levert nog een paar slordige kwartjes op, maar voor hetgrootste deel moet het komen van den lossen verkoop der al of niet verroeste stukjes auto loopig splijt Bontekoe nog autodeuren en klieft hij door dashborden heen. Op behendi ge wijze, om tenminste de onderdeelen te red den. Zooals ik u zei: het is een lugubere geschie denis. Soms verbeeldde ik me dat twee auto lampen als holle oogen me aanstaarden, als vroegen zij: „Had ik nu heusch geen twintig duizend kilometer meer mogen leven?" Toen heb ik een hamer genomen, een flin ke klap gegeven op die brutale kijkers, een schop gegeven tegen de motorfiets, die in de film „De Big van het Regiment" nog is opge treden en al dat oude roest laten weten dat een auto maar een auto is en niet langer dan de baas het wil. „Kan je niet meer rijden, nou, dan word je vermoord Het was een heerlijkheid; met een hamer op echte auto's te mogen slaan. Toch ben ik geen verwoed fietser, maar voor menig op gejaagd, weggetoeterd en in de knel gebracht pedalentrapper, zou een bezoekje aan een autokerkhof, met een hamer in de hand, een ware vacantie beteekenen W. SCH. De kindermishandeling te Roden. Het slachtoffertje overleden. Het 3-jarig zoontje van J. H. geboren B. uit Lieveren, gemeente Roden, dat met zware ver wondingen in het Academisch Ziekenhuis te Groningen was opgenomen, is Donderdag- namiddag aldaar aan de gevolgen overleden. Of hier sprake is van opzettelijke mishan deling door de moeder zal nog nader onder zocht worden. Dood'éïi. nietifrd%h dooden'... Een wandeling tusschen de graven. Op de begraafplaats zelf kwam ik een paard tegen. Een levend paard, (temidden der vele gestorven paardekrachten)dat vinnig ach teruit sloeg, deuken schopte in een verganen automobilisten-trots. Het paard behoorde, evenals zijn metgezel, de koe, aan een boer, die de autoresten als ankerpalen voor zijn vee gebruikte. Tegenover dit stilleven leunde een oude dikke Hupmobile, wien reeds één poot- was afgezet, tegen een amechtig Chevroletje, ge lijk een wilde liefdesverklaring. Vis-a-vis stond een onbekende doode, die een gapende wonde vertoonde, op de plaats waar eens de motor was. Ter verzachting, of om het gat niet zoo erg te laten schijnen, groeiden bloe men vroolijkjes omhoog, als een laatste eer In een bezweken autobus hadden vader en moeder lijster hun nestje, gebouwd. Een vroegere vrachtwagen herbergde een regiment muizen van het veld. Verderop lag slechts een in grillige bochten verwrongen metalen balk: ook een auto, na de botsing in brand gevlogen Lang niet alle overledenen kwamen echter door een droevig ongeluk om het leven. Het meerendeel was met voorbedachten rade naar dit abattoir gebracht, zooals een boer zijn varken er heen sleept. Lang niet alle eigenaars hebben, pinkende een traan, gezegd: „Nou, tabé dan, mijn beste", Velen zeiden ook „Hè, hè, die ben ik kwijt. Wat een lamme ling was het den laatsten tijd. Maar nou heeft-ie zijn verdiende loon En voor alle bezitters leverde het afscheid een Judasgeldje Het afscheid van de Ford, zonder pedalen, zonder stuur. Het afscheid van de Opel, zon der ruiten, zonder deuren. Het afscheid van de Renault, zonder voorstuk, zonder wielen. Dag en nacht staan ze daar. Ook de verlief de Hupmobile. Tot Bontekoe Castor en Pol lux scheidt en hen in mooten hakt, als spi nazie of uitjes. Er is sprake van dat de overheid autokerk hoven verbieden zal, ter bescherming van het natuurschoon of om een andere reden. Voor- DR. J. B. SCHEPERS. Ter aanvulling van hetgeen wij gisteren reeds vermeldden betreffende de viering van Dr. Schepers' 70en verjaardag zij nog vermeld, dat Dr. Schepers een mooie bloemenmand ontving van Groep Nederland van het Alg. Ned. Verbond en een mand met Zaansche pro ducten van'de afd. Zaandam van genoemd Verbond. Voorts kwamen natuurlijk zeer velen den jubilaris persoonlijk gelukwenschen. DE HEER J. HERMES, CHEF VAN HET GOEDERENSTATION AFGETREDEX. De chef van het Haarlemsche goederen station is eervol ontslagen wegens het be reiken van den pensioengerechtigden leef tijd. De heer J. Hermes, die voor hij bij het goederenstation aan de Westergracht kwam, stationchef is geweest in verschillende plaatsen in Nederland, zoowel in onze om geving als elders, heeft ongeveer zeven jaar het toezicht gehad op de verzending der goederen. Vooral vroeger had hij hier een zeer om vangrijke taak, doch ook in den laatsten tijd werd er heel wat gevergd, vooral des nachts, bij het in elkaar zetten van goede rentreinen, die naar alle deelen des lands worden gezonden. Den heer Hermes wacht een welverdiende rust in zijn nieuwe woning te Heemstede. Zijn opvolger is de heer J, J. van Viegen, stationchef van het Haarlemsche personen- station, die nu beide ambten moet combi neeren, hetgeen tevens een bezuinigingsmaat regel is. PLAATJES DIE VERDWENEN. Naar aanleiding van het bericht in ons blad, onder het opschrift „Plaatjes die ver dwenen", waarin gemeld werd dat aan drie arbeiders hun rijwielplaatjes uit hun jassen ontstolen wax*en (het los di*agen van rijwiel- belastingmerken op de kleeding is tamelijk algemeen geworden), schrijft een rijwielhan delaar ons: zouden deze plaatjes ook gestolen zijn, indien zij voorzien waren geweest van naam en adres van den eigenaar? Zeer zeker niet. want zoo'n belastingplaatje met naam heeft toch heel weinig handelswaarde. koe en auto vredig samenleven. SYNAGOGEDIENSTEN. Ned. Isr. Gemeente. Sabbat-h: Vrijdagavonddienst bij den Ingang te 7.30 u. Ochtenddienst te 8 uur. Middagdienst te 1.30 uur. Avonddienst te 9.07 uur. Werkdagen Ochtenddiensten te 7 uur. Zondag te 7.30 u. Middag- en avonddiensten te 7.30 uur. Talmoed Torah: Sabbath te 12.45 uur. in het Gemeentege bouw L. Wijngaardstraat 14. Werkdagen te 7 uur 's avonds. De middag- en avonddiensten, alsmede Tal moed Torah op de werkdagen, worden ver richt in het Gemeentegebouw, Lange Wijn gaardstraat 14. Alle overige diensten vindén plaats ter Sy nagoge, Lange Begijnestraat' 11. Vijf jaar geleden was ik voor het laatst in Duitschland. Toen werden wij op onze Van- delingen nog geregeld begroet met „Guten Morgen!" of met „Grt'isz Gott!" en het „Heil Hitler!" was in dien tijd voor ons nog een onbekende klank. Dat Duitschland in deze jai*en een heel an der land is geworden, zie je onmiddellijk ook als gewoon toerist; de geel-zwarte vlaggen toch al nooit bijzonder populair bij onze Oos terburen zijn verdwenen, de roode vlag met het swastika-teeken is er voor in de plaats gekomen. Nergens wordt zoo veel gevlagd als in het tegenwoordige Duitschland. In Italië toch ook een land, waar men trotsch is op het fascisme zag ik maar enkele vlaggen, in Duitschland leek het overal feest. Heidel- berg was één en al vlag en zelfs in de armoe digste wijken hing huis aan huis de nazi-vlag uit ter eere van het Reichs-Bühnen-Festspiel in het- Heidelberger Slot, dat onder de ..hooge bescherming" stond van minister Goebbels in eigen persoon. Of men in de arbeiderswijken de cultureele beteekenis van dit tooneelfeest zoo hoog aansloeg, dat men algemeen behoef te gevoelde daarvoor de vlag uit te steken, be twijfel ik wel eenigszins en ik vermoed dan ook, dat een stille dwang aan deze straat-ver siering niet vreemd zal zijn geweest. Wie als toerist door Duitschland reist, zal van de gezindheid van het Duitsche volk wei nig of niets te weten komen. Hij zal eerder den indruk krijgen, dat de Duitschers alge meen het nieuwe systeem vurig aanhangen dan het tegendeel. De nationaal-soclaüsten toch verheerlijken in de meest warme en op dringerige bewoordingen. Hitier en zijn dic tatuur. Zij willen u dadelijk er van overtui gen, dat net tegenwoordige Duitschland door Hitier uit zijn toestand van vernedering is gered en dat de „Welt-Juden" de schuld heb ben aan Duitschland's ellende in den na- oorlogstijd en aan de tegenwoordige wereld crisis. De anderen, die redenen hebben met 't Derde Rijk minder te dwepen, zullen zich wel wachten zich hierover tegen een vreem deling uit te laten, vooral wanneer zij kans hebben door anderen gehoord te worden, en de inlichtingen, die men krijgt, zijn dan ook uit den aard der zaak heel eenzijdig. Ik zou dan ook niet gaarne durven beweren, dat ik uit mijn gesprekken met Duitschers op mijn reis een gefundeerden indruk omtrent de ware geestesgesteldheid in Duitschland heb gekregen. Slechte eenmaal zag ik twee ar beiders tegen elkaar een veelzeggend min achtend gebaar maken bij het passeeren van een groep vaderlandsche liederen zin gende Hitier-Jugend. Dat was het eenige teeken van stil protest, dat ik heb opgemerkt. In een land, waar een dictator heerscht en de Gestapo een ongebreidelde macht bezit, ziet een toerist alles louter van den buiten kant. en hij. behoeft zich niet de illusie te maken iets wijzer uit Duitschland terug te komen. Wanneer hij jonge mannen na de keuring voor den krijgsdienst met kleurige linten behangen in luidruchtige, brooddronken stemming in met sparrengroen versierde wa gens, .ziet rondrijden. zooals ik in. een.ige steden zag dan zal hij daaruit nóg niet de conclusie behoeven te trekken, dat die jongelieden nu ook allen zoo innig gelukkig -zijn, omdat zij zooals op vergulde op de schouders gedragen schilden te lezen staat bij de' infanterie, de pioniers, de cavalerie of de artillerie zijn ingedeeld. Wij herinne ren ons de brooddronkenheid der lotelingen in ons eigen land en wij weten te goed, wat dit beteekende. Toch zou ik ook weer niet graag willen be weren, dat er helaas niet opnieuw een militaire geest in Duitschland is gevaren. Dat ziet men in de houding van de S.A.-mannen en de exercities van het Arbeidersfront, welke laatsten ik o.a. in compagniesformatie, vol komen militairement. met de schop als geweer over den schouder, onder tromgeroffel een kazerne, waarvoor schildwachten ook al weer met een schop over den schouder op post stonden, zag binnenmarcheeren. Wanneer men deze geüniformeerde jonge mannen voorbij ziet trekken, behoeft men geen oogen- blik meer aan de ware bedoeling van deze ar beidersformaties te twijfelen. Dat ook de Hitier-Jugend volkomen in het militaire gareel loopt, daarvan zag ik eveneens het bewijs, toen in een stadje in het Schwarz- wald een troep in bruine uniform gestoken kleine jongens zingend voorbij ons marcheer de, zoo gedrild en 'fanatiek als in Holland niet mogelijk zou zijn. Wie nog iets van den sluier, die voor den vreemdeling over Duitschland hangt, wil op lichten, doet het best de Duitsche kranten critisch en nauwkeurig te lezen. En dan niet de nationaal-socialistische partijbladen alleen, maar ook en vooral de kranten, die vroe ger liberaal, katholiek of Duitsch-nationaal waren. Want al heet de pers „gelijkgescha keld", er is nog wel degelijk een groot verschil tusschen de felle partijbladen en de laten wij zeggen meer neutrale bladen in Duitsch land. Kranten als bijvoorbeeld het-Berliner Tageblatt, de Frankfurter Zeitung. de Kölni- sche Zeitung en de Germania moeten wel alles pubïiceeren, wat de algemeene Pressedienst verlangt en eenige critiek op de regeering is natuurlijk uitgesloten, maar men zal er bijna niets in vinden van de „Hetzerei" tegen de Joden, het Katholiek politicisme en de Stahl- helm. Die bekende oud-burgerlijke kranten oud-Marxistische bladen vindt men er niet meer maken nog steeds den meest fatsoen lijken indruk. Bladen echter als Der Völkische Beobach- ter. Der Angriff en de zeer vele provinciale nazi-kranten zijn nog steeds hevig tenden tieus en bij den critischen lezer komt onwil lekeurig nu en dan de vraag boven, of het systeem in Duitschland wel werkelijk zoo al gemeen populair is als men van hoogerhand wil doen voorkomen, wanneer een dergelijk felle en beleedigende toon tegen de „binnen- landsche vijanden" blijkbaar nog steeds noodzakelijk wordt geacht. Men gaat bij 't lezen van de nazi-bladen onwillekeurig twij felen aan de door de nationaal-socialisten zoo veel geroemde eenheid van het Duitsche volk. Eiken dag weer verschijnen er in de nazi bladen en in deze eigenlijk alleen felle hartstochtelijke artikelen, meestal onde". in rood gedrukte groote „headlines" tegen de Joden, de Katholieken en de Stahlhelm. De bedoeling is duidelijk: stemming maken tegen deze drie categoriën van de bevolking in Duitschland. En dat gebeurt in termen en in stijl, zooals vroeger alleen in die bladen gebruikelijk was tegen socialisten en commu nisten. Het- ergste maakt het wel Julius Streicher in Der Stürmer, het bei*uchte anti-semietische weekblad. De toon en de persoonlijke aan- i"vallen-Van dit blad'doen denken aan het vroegere schendblaadje As'modee én zijn zoo weerzinwekkend, dat het bloed een onpartij dig lezer van verontwaardiging telkens naar de wangen stijgt. En het gevaarlijkste is, dat de invloed van dit met foto's „ver sierde" schendblad want anders kan men „Der Stürmer" niet noemen bij een groot deel van het eenvoudige Duitsche volk zeer groot is. Men behoeft er maar op te letten, hoe vele menschen en vooral jonge lieden ziCh voor de kastjes, waarin Der Stürmer is opgehangen en men vindt die kastjes in Duitsche steden en dorpen bijna overal verdringen om ze te lezen. Een blad als Der Stürmer vergiftigt een deel van het Duitsche volk en een individu als Streicher stuurt volgens mij bewust af op pogroms in Duitschland. Hoe groot en verderfelijk de invloed van dit Hetz-blad is. is mij wel duidelijk gebleken uit gesprekken, die ik met Duitschers heb ge voerd. Telkens weer waren het de Joden, die de schuld kregen van alles, vooral van de zoo genaamde ..gruwelverhalen" in het buitenland over Duitschland. De nationaal-socialistische partijbladen doen over het algemeen niet zoo heel veel onder voor Der Stürmer in hun actie tegen de Joden, al doen zij het dan ook wat minder persoonlijk en fel. De toestand der Joden wordt in Duitschland daardoor op den duur geheel onhoudbaar. Maar een krant als Der Völkische Beobachter richt zich niet alleen tegen de Joden; zij gaat bijna even heftig te keer tegen de Katholieken en de Stahlhelm. En deze krant publiceerde een reeks artike len over Oostenrijk, zoo vol venijn en vijan dig, dat men er niet aan behoeft te twijfelen of de nazi's in Oostenrijk nog niet steeds op den steun van hun partijgenooten in Duitsch land kunnen rekenen. Opmerkelijk was het ook, hoe de nazi-bladen en ook alleen weer de nazi-bladen hun lezers er telkens weer van willen overtuigen, hoe ideaal de toestand in Duitschland is in vergelijking met het buitenland. De lezers moeten blijkbaar dagelijks dankbaar gestemd worden, omdat er in Duitschland onder het tegenwoordige regime rust heerscht in tegen stelling van andere landen. Aan de oproeren te Brest en Toulon en de anti-katholieke op stootjes te Belfast werden kolommen meest al in vette letters en met tendentieuze op schriften gewijd, ja zelfs een onbeteeke nend communistisch relletje in Amsterdam werd in een heele kolom uitgebuit en kreeg in de nazi-bladen een nadruk, die ver over de ware beteekenis heenging. De geregelde bestudeering van de nazi- en andere Duitsche bladen geeft den critischen lezer meer licht omtrent den werkelijken toestand in Duitschland dan gesprekken met enkele Duitschers. Hij zal er uit leeren, dat het nog niet alles volkomen pais en vrede is in het Derde Rijk, zooals de regeerders ons willen doen gelooven. Tenslotte nog iets over de houding der Duit schers tegenover de vreemdelingen, die hun land bezoeken. Die is althans wanneer men zich van openbare kritiek onthoudt in alle opzichten uiterst correct en beleefd. Ik ondervond op'mijn reis, zo'otvel aan de grens ik kwam van Oostenrijk Duitsch land binnen als in het binnenland steeds de meest vriendelijke medewerking, vooral van ambtenaren. Het is dan ook duidelijk, dat de Duitschers alles doen om een zoo goed mo gelijken indruk op de buitenlanders te ma ken. J. B. SCHUIL. Na langdurig lijden ging heden tot de eeuwige rust In Gerardus Hubertus Galenus von Brucken Fock MARIE VON BRUCKEN FOCK—POM PE VAN MEERDERVOOUT Heemstede, 15 Aug. 1935 Amaryllislaan 14 De eerste dagen liefst geen bezoek De teraardebestelling zal geschieden ter Algemeene Begraafplaats te Bloemen- daal (Bergweg) op Maan dag 19 Augustus te half drie. Volstrekt eenige en alge meene kennisgeving Heden overleed te Heem stede, na een langdurig lij den onze beste Zwager en Broeder, de Heer G. H. G. von Brucken Fock in den ouderdom van V5 jaar. Zoutelande (Walch.) F. E. VON BRUCKEN FOCK-BOOGAERT S. A. C. VON BRUCKEN FOCK-PICKê A, E. VON BRUCKEN FOCK Aerdenhout 15 Augustus 'S5 Bezoeken kunnen niet worden afgewacht Wollen Dekens door ons gestoomd, zien er steeds KEURIG HELDER uit en worden weer wollig en warm. De behandeling in onze fabrie ken is iets bijzonders! Voor Whiskies -Gins-Cocktails W ij nhandel W. JAGER GERLINGS Spaarne 86 Tel. 10112

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1935 | | pagina 3