UIT HET BUITENLAND ZWEDEN ROUWT OVER KONINGIN ASTRID. THIJS IJS IN HET DAL DER NEVELS ZATERDAG 31 AUGUSTUS 1935 HAAE1E M'S DAGB1AD 4 Zestig Itaiiaansche duikbooten naar Sicilië? Besluit, dat a!s antwoord op de Britsche maatregelen in de Middel- landsche Zee bedoeld zou zijn. Tegenspraak noch bevestiging van Rome. Italië. Zestig duikbooten naar Sicilië. De speciale correspondent van de „Matin" bij de Itaiiaansche manoeuvres heeft verno men, dat een zestigtal Itaiiaansche duikboo ten order hebben ontvangen zich gereed te houden voor vlootmanoeuvres en naar de basis Augusta aan de zuidkust van Sicilië, nabij Malta, te vertrekken. Naar volgens Beu ter verluidt, worden ook aanzienlijke hoeveelheden vliegtuigen gecon centreerd aan de kusten van Sicilië. Men beschouwt dit als een antwoord op het zenden van Britsche oorlogsschepen naar de Roode Zee. Het bericht, dat een deel van de Itaiiaan sche onderzee-vloot naar Sicilië zou zijn ge zonden als antwoord op de versterking van de Britsche vloot in de Roode Zee wordt te Rome noch bevestigd, noch ontkend. In verband hiermede wordt opgemerkt, dat elke publicatie van legerberichten, welke niet officieel zijn medegedeeld, verboden is. Indien de Itaiiaansche regeering als antwoord op de Britsche maatregelen een vloot-demonstratie wilde houden, dan zou zij geen enkele reden hebben deze vlootbeweging geheim te houden. Het gerucht ging te Bolzano aan den voor avond van den ministerraad; men zeide toen, dat een aantal Itaiiaansche schepen naar den ingang van het Suez-kanaal was gezonden. Dit zou gepubliceerd worden in het commu niqué van den ministerraad doch dit is niet geschied en het communiqué, dat bedoeld was om een einde te maken aan de Britsche onrust, liet geen maatregel als de ge noemde voorzien. Juist is evenwel dat zoowel de vloot als de luchtvloot gereed staan voor iedere mogelijkheid; vele vliegtui gen zijn geconcentreerd op Sicilië, dat dient als basis voor de vliegtuigen, welke naar Oost- Af rika zullen vertrekken. Niets wijst erop dat dit op iets anders be trekking heeft dan op den veldtocht in Abes- sinië. Engeland. Dienst in vreemde legers voor Engelschen verboden. Het departement van buitenlandsche za ken heeft een verklaring gepubliceerd, waar in de aandacht gevestigd wordt op de be palingen van de wet van 1870 inzake het dienst nemen in vreemde legers, waarin het een vergrijp genoemd wordt zonder toestem ming van den koning „eenigerlei officiers- aanstelling of engagement te aanvaarden in de militaire of vloot-dienst van een vreem den staat, die in oorlog is met een anderen vreemden staat, welke in vrede leeft met Engeland". Voorts wordt in deze verklaring de aandacht gevestigd op het Kóninkl. besluit inzake Abessynië van 1934 waarin het een vergrijp genoemd wordt voor ieder Britsch onderdaan deel te nemen aan vijandelijk heden in Abessynië. hetzij in dienst van de Abessynische regeering dan wel tegen haar. De verklaring is gepubliceerd met het oog op de mogelijkheid, dat Britsche onderdanen en onder Britsche bescherming staande per sonen vooruitloopende op het uitbreken van vijandelijkheiden tusschen Italië en Abessy nië een dienst nemen zouden kunnen over wegen bij de strijdkrachten van een dezer beide landen. Duitschland. Duitschland's koloniale verlangens. De Voelkische Beobachter bevat een artikel, waarin onder het opschrift: „Duitschland heeft gebied noodig om te ademen" wordt ge schreven. dat de Britsche regeering wel eens de kwestie zou kunnen overwegen of het niet voorzichtig zou zijn aan Duitschland gebied over te dragen, dat zich thans onder haar mandaat bevindt. Sprekend over de ItaliaanschEthiopische kwestie schrijft het blad, dat sir Samuel Hoare, Engeland's minister van buitenlandsche zaken, de noodzakelijkheid van expansie voor Italië heeft erkend: Duitschland heeft echter dezelfde behoefte. (Havas). Rusland. Komintern zal eventueel burgeroorlogen uitlokken. De „Prawda" publiceert de volgende reso luties van de Communistische Internationale: 1. Verwezenlijking in elk land van eenheid van actie, vervolgens van het eenheidsfront van arbeiders, daarna van het volks-eenheidsfront en ten slotte van de anti-fascistische re geering. 2. Op buitenlandsch gebied moet de strijd worden aangebonden tegen het Duitsche fascisme, dat aLs een ge vaarlijk element voor een tegen- revolutie wordt beschouwd, 3. Het is noodzakelijk het roode leger in China te versterken en het Ja- Menschelijke vogel vliegt meer dan 200 M. Geslaagd experiment in Duitschland. Het D.N.B. meldt uit Frankfurt am Mam: Op het vliegveld Rebstock is Donderdag de eerste vlucht met eigen menschelijke spierkracht gelukt. De vlieger Dünnbeil uit Frankfurt heeft in een door de ingenieurs Harlingen en Villin gen gebouwde machine, waarvan de schroef door gewone spierkracht in beweging wordt gebracht, 195 M. op een vlieghoogte van één meter afgelegd. Bij een op Vrijdagochtend herhaalde poging vloog hij nog verder, omstreeks 235 meter eveneens op een meter vlieghoogte. pansche Imperialisme te bestrijden. 4. Ingeval een imperialistische oorlog uitbreekt, moeten de communisten alles in het werk stellen, om een burgeroprlog uit te lokken. De resoluties besluiten aldus: Indien een contra-revolutionnaire oorlog aan de Sovjet- Unie wordt opgedrongen, indien het roode leger moet optrekken ter verdediging van het socialisme, dan zal het de plicht zijn van alle communisten om met alle middelen bij te dragen tot de overwinning van dit leger De dood van koningin Astrid. Bevolking defileert langs het stoffelijk overschot. Uit BRUSSEL, 30 Augustus. Koning Leopold was met baron Capelle op het sta tion Leopold uit den trein gestapt, waar mede het stoffelijk overschot van- zijn gelief de gemalin uit' Zwitserland werd overge bracht. Toen dé rouwstoet, welke aan de Noord statie Was aangekomen, langs dén haag mili tairen van de infanterie-regimenten uit de garnizoenen Mechelen en Namen, die een eere-haag Jangs den weg hadden, gevormd bij het Koninklijk Paleis aankwam, stonden op het bordes ter begroeting de koning en ver schillende hoogwaardigheidsbekleders., O.m. werden hier opgemerkt de aartsbisschop van Mechelen, kardinaal van Roey. de geestelijk heid van de St. Goedele, leden van het mili taire en civiele huis van den. koning, de voor zitter van de Kamer, minister-president van Zeeland, aan het hoofd van de leden der re geering. de gezant van Zweden en de meeste leden van het Corps Diplomatique, onder wie de gezant der Nederlanden. Jhr. mr. Tjarda van Starkenborgh Stachouwer. De lijkbaar werd bijgezet in- de zaal ,.Du Penseur", welke in een chapelle ardente was herschapen. De lijkkist werd versierd met een groot kruis en omringd door zes groote can- deiabres: rechts en links werden witte rozen en dahlia's neergelegd. Generaals betrokken de eere-wacht. Het stoffelijk overschot van Koningin As trid. is te Luzern gebalsemd. De Koning verlangde het nog eenmaal te zien en de autoriteiten werd verzocht de zaal eenige oogenblikken te willen verlaten, ten einde de Koning met het lijk van zijn bemin de gade nog eens alleen te laten. Buiten stond een dichte menigte met spanning te wachten op het oogenblik. dat haar vergund zou wor den te defileeren langs het stoffelijk over schot van de beminde vorstin. Défilé langs de doode vorstin. Gistermiddag omstreeks half vijf werd de bevolking tot het paleis toegelaten. Een ont zaglijke menigte trok voorbij het-stoffelijk overschot, dat in de Salie du Penseur Op een praalbed was gelegd. Een onafzienbare rij défileerde langs de koninklijke doode en bracht een laatsten groet aan haar, die een zoo groote plaats in de harten harer onder danen had weten te veroveren. Velen waren hun ontroering niet meester. Ondanks den feilen regen duurde het défilé den geheelen avond door. totdat tegen tien uur de deuren van het paleis gesloten werden. Teraardebestelling op Dins dag bepaald. Vrijdag zijn de leden der regeering op nieuw bijeengekomen op het departement van buitenlandsche zaken om verschillende kwesties te regelen, welke in verband staan met. de begrafenisplechtigheid van Koningin Astrid. De acte van overlijden is gistermiddag op gemaakt. De overlijdensacte, welke de Zwit- sersche autoriteiten hebben afgegeven, is overhandigd aan den minister van justitie, den heer Soudan. De ministers hebben in overleg met Koning Leopold de begrafenis definitief bepaald op a,s. Dinsdag 3 September. De film „Lentelied" verbrand. Negatief kon gered worden. Brand in de studio van Simon Koster. De studio te Brussel van den heer Simon Koster, die juist de laatste hand gelegd had aan de montage van zijn film „Lentelied", is door tot dusver onbekende oorzaak af gebrand. De film „Lentelied" benevens drie Fransche .films werden totaal vernietigd, zoodat het moeizame montagewerk van enkele maanden tevergeefs is geweest. Op 5 September zou de muziek opgenomen worden Het negatief van de film heeft men naar het Alg. Handelsblad mededeelt op het laatste oogenblik nog uit het brandende huis weten te redden, zoodat de film toch kan worden afgemaakt, zij het met een vertra ging van enkele maanden. Berlijn's nieuwe bisschop beëedigd. Minister Kerrl over de moeilijkheden tusschen Kerk en Staat. De nieuwe bisschop van Berlijn, dr. Konrad graaf von Preysing, is Vrijdagmiddag dooi den Pruisischen en rijksminister voor ker kelijke aangelegenheden, Kerrl in diens bu reau beëedigd. De nieuwe bisschop richtte een toespraak tot minister Kerrl. Hij zeide o.m. ,.Ik ben hierheen gekomen om den eed, die door het tusschen de rijksregeering en den Heiligen Stoel afgesloten concordaat voorgeschreven is voor het aanvaarden van de bisschoppelijke functie van het diocees Berlijn af te leggen. De eed eischt van mij de belofte van trouw aan het Duitsche Rijk en aan het land Prui sen, eischt van mij de grondwettig gevormde regeering te eerbiedigen en door mijn gees telijken te doen eerbiedigen en bij de plicht matige uitoefening van mijn functie te trach ten schade te voorkomen, welke het Duitsche staatswezen zou kunnen bedreigen. Deze ver plichtingen, die ik bekracht-igen moet, vloeien voor mij als katholiek bisschop voort uit de zedelijke wet van mijn geloof. Ik bekrachtig ze uitdrukkelijk door mijn eed". Rijksminister Kerrl antwoordde o.m.: „Verwijst Uw functie als bisschop der ka tholieke kerk uwe werkzaamheid naar het gebied van de zielszorg,, toch zijn de aan uw geestelijke leiding toevertrouwde menschen tegelijkertijd Duitsche volksgenooten en bur gers van den nationaal socialistischen staat. De betrekkingen die uit dit verband ont staan behoeven, mogen en behoofen niet met elkaar in tegenstelling te zijn. Wij willen rustig toegeven, dat desondanks zekere wrij vingen in de verhouding tusschen staat en kerk op het oogenblik bestaan. Een onder zoek van de vraag, waardoor zij zijn ont staan, is hier niet op zijn plaats, wel echter zou ik er den nadruk op willen leggen, dat ik juist daarin de taak zie van de verant woordelijke mannen in staat en kerk, deze wrijvingen door eerbiediging van wederzijd- sche overtuiging, door het vermijden van iedere onnoodige scherpte en door duidelijk begrijpen van de feitelijke omstandigheden te overwinnen. Wanneer gij. mijnheer de bis schop met volkomen ontvankelijkheid voor de eischen van den tegenwoordigen tijd de trouw jegens den nieuwen staat en den Fueh rer en de eerbiediging voor zijn autoriteit onder uwe priesters en uwe diocesanen hoedt, kunnen zij er verzekerd van zijn. dat de rijks- en staatsregeering iedere garantie op zich neemt voor de ongehinderde godsdienstuit oefening en volledig begrip to on en zal voor de kerkelijke behoeften. Uit een zoodanig door wederzijdsch begrip gedragen gemeen schappelijk optreden van staat en kerk moet voor de Duitsche volksgenooten rijke zegen voortspruiten". Nadat de bisschop den eed afgelegd had, had hij met den ^minister nog' een vrij lang durig onderhoud. Saneering Bloembollen. Bloembi^lencultuur vergadert. De 178e algemeene vergadering van de Alg. vereeniging voor Bloembollencultuur zal op Maandagmiddag 23 September te Haarlem gehouden worden. De volgende vragen zullen behandeld wor den 1. Acht de algemeene vergadering ophef fing van alle saneeringsmaatregelen na den verkoop van den oogst-1935 wenschelijk? 2. Zoo niet, is da algemeene vergadering van oordeel, dat maatregelen ter voorkoming van overmatige uitbreiding der teelt gehand haafd moeten word en,maar geen inlevering van surplus tegen vergoeding meer moet plaats hebben en geen binnen- en buitenlandsche minimum- of garantieprijzen meer moeten worden vastgesteld? 3. Zo.o niet, is de algemeene. vergadering dan van meening, dat de saneeringsmaat regelen ook voor het "plantjaar l'935/'36 in vollen omvang moeten gehandhaafd blijven? Het hoofdbestuur meent, dat de eerste en de derde vraag ontkennend beantwoord moe ten worden en de tweede bevestigend. .Welke bezwaren ook aan elke belemme ring van teelt en handel verbonden mogen zijn, een controle op den omvang der cultuur kan naar de meening van de meerderheid van het hoofdbestuur nog niet wordèh ge mist. Liet men de. teelt geheel vrij dan zou ongetwijfeld een hoogst ongewenschte uit breiding te vreezen zijn, omdat dan de bloembollenteelt de eenige bodemcultuur zou zijn, die niet aan beperkende overheids maatregelen gebonden was en waarop zich derhalve buitenstaanders, niet-bloembollen- kweeker-s zouden werpen. Bij de toepassing van dit toezicht op de teelt ter voorkoming van overmatige uitbreiding, ware het gewenscht, dat dit in eigen beheer door het vak kon worden uitgevoerd. met sancties van Re- geeringswege inplaats van voortzetting der teeltcontrole van Den Haag uit. Behoudens dit toezicht op den omvang van de teelt, zou het hoofdbestuur alle overige maatregelen na afloop van het plantjaar 1934 '35 wenschen te zien vervallen. Het hoofdbestuur acht het oogenblik ge komen om zoowel den binnenlandschen als den buitenlandschen handel niet meer te binden aan minimum- of garantieprijzen. De minimumprijzen hebben, ondanks de moei lijkheden verbonden aan hare handhaving, de prijsstabilisatie op een hooger niveau be vorderd dan zonder die prijzen mogelijk zou zijn geweest, maar nu de voortdurende teelt beperking den voorraad leverbaar meer in overeenstemming heeft gebracht met de af zetmogelijkheid, acht het hoofdbestuur de handhaving der minimumprijzen niet meer gewenscht, wegens de ernstige bezwaren die daaraan verbonden zijn. (Van onzen correspondent.) Stockholm. Donderdagavond. Opeens waren ze er aan de krantenstalle tjes en achter de ramen van sigarenwinkels en dagbladfilialen: de zwart-omrande bulle tins met de vreeselijke tijding van den tra- gischen dood van koningin Astrid. En de men schen, die na de lunch nog even een straatje om liepen voor ze weer naar kantoor zouden gaan, de winkelende vrouwen, de loopjongens bleven staan, lazen het korte bericht, dat men niet gelooven, niet direct verwerken kon. In de binnenstad stokte het verkeer, chauffeurs klauterden vanachter het stuur van hun vrachtauto's vandaan, mannen en vrouwen stapten uit de trams om zich bij de zwijgen de groepen voor de bulletins te voegen. Het werd vreemd rustig in de anders om dezen tijd van den dag zoo drukke straten. Maar nóg geloofde men het niet, dat „Varan Astrid", Onze Astrid. zooals men altijd nog zei, heen gegaan was, vóór op steeds meer gebouwen de vlaggen halfstok gingen, voor, wat later, de avondbladen kwamen met de eerste details over het ongeluk aan het Vierwoudsteden- meer. Dan zag men auto's met de CD-borden van het diplomatieke corps naar de woning van prins Carl, den vader van koningin Astrid haar het Koninklijk Paleis en naar de Belgi sche legatie rijden, waar registers van rouw beklag ter teekening lagen. En tegen den avond toen in heel de stad. op openbare ge bouwen en kantoren, aan magazijnen en wo ningen van particulieren, in de masten van zeeschepen en op de achterplicht van lichters de blauw-gele vlaggen halfstok wapperden, zoodat al die kleurigheid in 't gouden licht van de herfstzon je misschien vroolijk ge stemd zou hebben wanneer je niet te zeer on der den indruk was geweest, stonden er nog steeds groote groepen voor de krantebureaux, waar telkens nieuwe bulletins werden opge hangen. Men sprak niet veel, een enkele uitte hoofdschuddend die enkele woorden, die wel een ieder hier door zijn gedachten geflitst zijn: „Stackars Astrid". „Arme Astrid". En in een etalage stond dan reeds een portret van de jonge vorstin, die nu heengegaan is. Er flakkerde een lange witte kaars en een tak blanke lelies lag er op het zwarte fluweel. Over het portret hingen blauwe en gele en roode linten en een reep rouwfloers de derde kleur van de vlag van het zoo beproef de Belgische volk. De tijding van den dood van koningin As trid heeft hier in Zweden groote ontsteltenis en diepe droefenis gewekt. Velen voelen het heengaan van de Belgische koningin als een persoonlijk verlies, want zij was hier zoo al gemeen bemind als wel niemand anders, ook nu nog, .al is het dan reeds bijna negen jaar geleden, dat zij haar geboortestad verliet om den toenmaligen kroonprins Leopold naar ha§,r vaderland te volgen.. Iedereen, die haar leerde kennen, hield van haar,, om heel haar bekorende persoonlijkheid, maar vooral om haar natuurlijken eenvoud, haar zonnige gemoed en haar zonnigen glimlach. Op school was ze de lieveling van haar klas, niét omdat zij prinses was want de onder wijzeressen hadden van prinses Ingeborg con signe haar te behandelen als de andere leer lingen maar omdat zij nu eenmaal prinses Astrid was. Op Fridhem, het landgoed van prins Carl in de buurt van Nyköping. waar de prinsessen Margaretha, Martha en Astrid en hun eenige, jongere broer, prins Carl de zomers van hun jeugd doorbrachten, was er niemand, die prinses Astrid weigeren kon, te helpen bij het hooien of het melken of mee te rijden achter op een vrachtauto, die naar 't station moest, al schudde men dan soms wel het hoofd als een van de anderen dat ook wilde. En toen kroonprins Leopold, na heel den zomer van 1926 op Fridhem doorgebracht te hebben zonder dat één journalist het in de gaten kreeg, zich den 21sten September van dat jaar met prinses Astrid verloofde, legden de kaaisjouwers van Blasieholmen hun koffie- centen bij elkaar om een grooten ruiker naar prinses Astrid te sturen, want de jonge prin ses, die eiken dag haast daar langs de kade vlak bij haar ouderlijk huis gewandeld kwam, die altijd met een' glimlach de zwoegende man nen groette, had ook in hun harten een ruime plaats veroverd en zij werd nog meer geliefd toen zij in den middag tusschen de officieele bezoeken nog even tijd wist te vinden om met ONZE DACELIJKSCHE KINDERVERTELLING. Het schip, waarmee Thijs het wonderlijke avontuur met de booze kabouters beleefd heeft, zet nu weer koers naar huis. Eens op een avond, als Thijs na het eten rustig in zijn hutje zit, komt kapitein Arie Baard een praatje met hem maken. „Morgen zijn we weer bij dat geheimzinnige eiland Alikas, waar we op de heenreis langs gevaren zijn," zegt hij. Thijs spitst natuurlijk zijn ooren, want hij herinnert zich ineens weer het verhaal, dat de kapitein hem verteld heeft. Zeelieden,- die er 's nachts voorbijvaren, zien er vreemde gedaanten ronddolen, nevelige figuren, die er vreeselijk griezelig uitzien. Dien nachtjdoet Thijs geen oog dicht. Hij peiiist aj maar over het eiland Alikas en is vast besloten den schipper te vragen, óf hij er niet eens een kijkje mag n§pien. Want zij was ons waarlijk zéér lief". (Aartsbisschop Eidem). kroonprins Leopold de kaaisjouwers te gaan bedanken. En dat de liefde van de Stockholmers voor hun prinses Astrid niet verminderd is sedert zij Zweden verliet om haar leven aan het Bel gische volk te wijden, is duidelijk gebleken in Meimaand van dit jaar, toen het Belgische ko ninklijke paar ter gelegenheid van het huwe lijk van prinses Ingrid en kroonprins Frederik van Denemarken zijn eerste officieele bezoek aan Stockholm bracht en van het Station tot het Koninklijk Paleis tienduizenden langs de straten geschaard stonden om koningin Astrid weer te zien en toe te juichen, al stroomde de regen ook neer. En in de volgen de dagen, toen het portret van koningin Astrid naast dat van het bruidspaar in de etalages stond en de politie de grootste moeite had om de straten afgezet te houden, wanneer koningin Astrid ergens verscheen, móést men wel constateeren, dat de Belgische vorstin in haar geboortestad nog even populair was als in vroeger jaren. En nu is de jonge koningin Astrid op zoo tragische wijze heengegaan. Het Zweedsclie volk rouwt, ook al is dan behalve voor het hof geen officieele rouw afgekondigd. De radio dienst heeft de middaguitzending afgebroken en vanavond een herdenkingsstond gegeven, waarin aartsbisschop Eidem een korte, aan grijpende rede uitsprak, een rede waarin hij ook gewaagde van de diepe deernis die het Zweedsche volk gevoelt met het Belgische volk, met koning Leopold en zijn drie jeugdige kin deren en met de ouders van koningin Astrid, prins Carl en prinses Ingeborg. Prins Carl ontving de doodstijding van zijn jongste dochter terwijl hij zooals gewoonlijk op het bureau van het Roode Kruis zat te wer ken om met den middagtrein naar Fridhem te reizen, waar prinses Ingeborg sedert eenige dagen vertoefde. Hij was zeer ontdaan en zei dan tot een der heeren van het hoofdbestuur: „Mijn leven is steeds zoo gelukkig geweest. Ik ben voor groot persoonlijk leed gespaard ge bleven. maar het heeft dan zoo moeten zijn, dat het eens toch kwamEen uur later reisde hij naar Fridhem. naar het landgoed waar koningin Astrid zoo'n zonnige gelukkige jeugd heeft gehad en waar haar heengaan, in 't groote witte huis maar ook in de roode houten hoeven tusschen de akkers en bos- schen, wel heel smartelijk gevoeld zal worden. C. G. B. Afwikkeling achterstallige Duitsche handelsvorderingen. In de week van 26 tot en met 30 Augustus 1935 is door De Nederlandsche Bank in totaal een bedrag van omstreeks RM 300.000 van de op haar Sonderkonto bij de Deutsche Ver- rechnungskasse uitstaande vorderingen met de begunstigden afgerekend. De nummers van deze posten liepen van 7936879515. Het totale bedrag van.de op het Sonderkonto uitstaande posten, die nog niet tot uitbetaling zijn gekomen, beloopt op het oogenblik om streeks RM. 41.3 millioen. De Sonderkonto- posten waarvoor koersfixeering is verkregen, zijn hieronder begrepen. Aan Treuhanderkonto-posten is door De Nederlandsche Bank gedurende dezelfde pe riode een totaal bedrag van ongeveer RM. 200.000 met de begunstigden afgerekend. Het hoogste afgerekende volgordenummer was 16403. Het totale bedrag van de op het Treu- handerkonto Niederlande uitstaande vorde ringen die nog niet tot uitbetaling zijn ge komen, beloopt op het oogenblik omstreeks RM. 15.9 millioen. De Treuhanderkonto-posten waarvoor koersfixeering is verkregen, zijn hieronder begrepen. AANSLAG OP POLITIE-INSPECTEUR TE ZWOLLE OPGEHELDERD? In verband met den aanslag, gepleegd in den nacht van 11 op 12 Augustus j.l., op de Melk markt te Zwolle door een aantal kermisgasten op den aldaar dienstdoenden inspecteur van politie H. W. G. Bannink en den brigadier rechercheur H. Bosch, waarbij genoemde in specteur bewusteloos tegen den grond werd geslagen en een bloedende verwonding aan het hoofd heeft bekomen, zijn thans op de kermis te Alkmaar aangehouden en naar Zwolle overgebracht J. C. S.. oud 22 jaar uit Eindhoven en de 28-jarige H. W. P. uit Gin- neken, beiden verdacht schuldig te zijn aan dezen aanslag. BELANGRIJKE LINNAEUSTENTOONSTEL LING IN ARTIS. Gedurende de eerste week van September wordt ter gelegenheid van het te Amsterdam te houden Botanisch Congres in Artis een ten toonstelling gehouden van schilderijen, por tretten, boeken en alles wat op Linnaeus be trekking hebbend, in Nederlandsch bezit aan wezig is. Behalve uit de zoo bekende en be langrijke boekerij van Dr. Mac Gillavry, kwa men inzendingen van alle zijden binnen. De families die achtereenvolgens de Hartekamp bewoond hebben, het huis bij Bennebroèk, waar Dr. G. Clifford aan Linnaeus zoo langen tijd gastvrijheid verleende, zonden het hunne: men vindt er het origineele geschilderde por tret van Linnaeus, in Laplandsch costuum, dat nog aan de familie Clifford behoort, alsmede inzendingen van de familie Smidt van Gelder en van Mevr. von Pannwitz. De heer Leonard A. Springer zonder een plattegrond van de Hartekamp uit Linné's tijd. Alle groote bi bliotheken in ons land zonden boeken of ori gineele brieven. De kern echter van de ten toonstelling wordt gevormd door de collectie Linnaeana, die de zoo rijke bibliotheek van Artis zelf bezit; een bijna volledige collectie portretten, een aantal Linnaeus-médailles, zijn boeken, waaronder zijn kostbare disser tatie, de eerste editie van zijn Systema Na turae, een copie van de laatste editie, waar van slechts twee exemplaren ter wereld be kend zijn, een volledige collectie der disser taties van Linné's leerlingen enz. Daarnaast stelde Dr. Hunger zijn beroemde en zeldzame kruidkundige incunabula ten toon. terwijl verschillende bibliotheken mede werkten om met de Artis collecties tezamen een serie oude kruidboeken ten toon te stel len. De tentoonstelling, die van Zondagmiddag 1 Sept. tot en met Zaterdagmiddag 7 Sept. gehouden wordt, is gratis toegankelijk voor alle bezoekers van Artis.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1935 | | pagina 6