UIT HET BUITENLAND
ZWEDEN ROUWT OVER
KONINGIN ASTRID.
THIJS IJS IN HET DAL DER NEVELS
ZATERDAG 31 AUGUSTUS 1935
HAAE1E M'S DAGB1AD
4
Zestig Itaiiaansche duikbooten naar Sicilië? Besluit, dat
a!s antwoord op de Britsche maatregelen in de Middel-
landsche Zee bedoeld zou zijn. Tegenspraak noch
bevestiging van Rome.
Italië.
Zestig duikbooten naar Sicilië.
De speciale correspondent van de „Matin"
bij de Itaiiaansche manoeuvres heeft verno
men, dat een zestigtal Itaiiaansche duikboo
ten order hebben ontvangen zich gereed te
houden voor vlootmanoeuvres en naar de basis
Augusta aan de zuidkust van Sicilië, nabij
Malta, te vertrekken.
Naar volgens Beu ter verluidt, worden ook
aanzienlijke hoeveelheden vliegtuigen gecon
centreerd aan de kusten van Sicilië.
Men beschouwt dit als een antwoord op het
zenden van Britsche oorlogsschepen naar de
Roode Zee.
Het bericht, dat een deel van de Itaiiaan
sche onderzee-vloot naar Sicilië zou zijn ge
zonden als antwoord op de versterking van
de Britsche vloot in de Roode Zee wordt te
Rome noch bevestigd, noch ontkend.
In verband hiermede wordt opgemerkt, dat
elke publicatie van legerberichten, welke niet
officieel zijn medegedeeld, verboden is. Indien
de Itaiiaansche regeering als antwoord op de
Britsche maatregelen een vloot-demonstratie
wilde houden, dan zou zij geen enkele reden
hebben deze vlootbeweging geheim te houden.
Het gerucht ging te Bolzano aan den voor
avond van den ministerraad; men zeide toen,
dat een aantal Itaiiaansche schepen naar den
ingang van het Suez-kanaal was gezonden.
Dit zou gepubliceerd worden in het commu
niqué van den ministerraad doch dit is niet
geschied en het communiqué, dat bedoeld was
om een einde te maken aan de Britsche
onrust, liet geen maatregel als de ge
noemde voorzien. Juist is evenwel dat
zoowel de vloot als de luchtvloot gereed
staan voor iedere mogelijkheid; vele vliegtui
gen zijn geconcentreerd op Sicilië, dat dient
als basis voor de vliegtuigen, welke naar Oost-
Af rika zullen vertrekken.
Niets wijst erop dat dit op iets anders be
trekking heeft dan op den veldtocht in Abes-
sinië.
Engeland.
Dienst in vreemde legers voor
Engelschen verboden.
Het departement van buitenlandsche za
ken heeft een verklaring gepubliceerd, waar
in de aandacht gevestigd wordt op de be
palingen van de wet van 1870 inzake het
dienst nemen in vreemde legers, waarin het
een vergrijp genoemd wordt zonder toestem
ming van den koning „eenigerlei officiers-
aanstelling of engagement te aanvaarden in
de militaire of vloot-dienst van een vreem
den staat, die in oorlog is met een anderen
vreemden staat, welke in vrede leeft met
Engeland". Voorts wordt in deze verklaring
de aandacht gevestigd op het Kóninkl. besluit
inzake Abessynië van 1934 waarin het een
vergrijp genoemd wordt voor ieder Britsch
onderdaan deel te nemen aan vijandelijk
heden in Abessynië. hetzij in dienst van de
Abessynische regeering dan wel tegen haar.
De verklaring is gepubliceerd met het oog
op de mogelijkheid, dat Britsche onderdanen
en onder Britsche bescherming staande per
sonen vooruitloopende op het uitbreken van
vijandelijkheiden tusschen Italië en Abessy
nië een dienst nemen zouden kunnen over
wegen bij de strijdkrachten van een dezer
beide landen.
Duitschland.
Duitschland's koloniale
verlangens.
De Voelkische Beobachter bevat een artikel,
waarin onder het opschrift: „Duitschland
heeft gebied noodig om te ademen" wordt ge
schreven. dat de Britsche regeering wel eens
de kwestie zou kunnen overwegen of het niet
voorzichtig zou zijn aan Duitschland gebied
over te dragen, dat zich thans onder haar
mandaat bevindt.
Sprekend over de ItaliaanschEthiopische
kwestie schrijft het blad, dat sir Samuel
Hoare, Engeland's minister van buitenlandsche
zaken, de noodzakelijkheid van expansie voor
Italië heeft erkend: Duitschland heeft echter
dezelfde behoefte. (Havas).
Rusland.
Komintern zal eventueel
burgeroorlogen uitlokken.
De „Prawda" publiceert de volgende reso
luties van de Communistische Internationale:
1. Verwezenlijking in elk land van
eenheid van actie, vervolgens van het
eenheidsfront van arbeiders, daarna
van het volks-eenheidsfront en ten
slotte van de anti-fascistische re
geering.
2. Op buitenlandsch gebied moet de
strijd worden aangebonden tegen het
Duitsche fascisme, dat aLs een ge
vaarlijk element voor een tegen-
revolutie wordt beschouwd,
3. Het is noodzakelijk het roode leger
in China te versterken en het Ja-
Menschelijke vogel vliegt meer
dan 200 M.
Geslaagd experiment in Duitschland.
Het D.N.B. meldt uit Frankfurt am Mam:
Op het vliegveld Rebstock is Donderdag
de eerste vlucht met eigen menschelijke
spierkracht gelukt.
De vlieger Dünnbeil uit Frankfurt heeft in
een door de ingenieurs Harlingen en Villin
gen gebouwde machine, waarvan de schroef
door gewone spierkracht in beweging wordt
gebracht, 195 M. op een vlieghoogte van één
meter afgelegd.
Bij een op Vrijdagochtend herhaalde poging
vloog hij nog verder, omstreeks 235 meter
eveneens op een meter vlieghoogte.
pansche Imperialisme te bestrijden.
4. Ingeval een imperialistische oorlog
uitbreekt, moeten de communisten
alles in het werk stellen, om een
burgeroprlog uit te lokken.
De resoluties besluiten aldus: Indien een
contra-revolutionnaire oorlog aan de Sovjet-
Unie wordt opgedrongen, indien het roode
leger moet optrekken ter verdediging van
het socialisme, dan zal het de plicht zijn van
alle communisten om met alle middelen bij
te dragen tot de overwinning van dit leger
De dood van koningin Astrid.
Bevolking defileert langs het stoffelijk
overschot.
Uit BRUSSEL, 30 Augustus. Koning
Leopold was met baron Capelle op het sta
tion Leopold uit den trein gestapt, waar
mede het stoffelijk overschot van- zijn gelief
de gemalin uit' Zwitserland werd overge
bracht.
Toen dé rouwstoet, welke aan de Noord
statie Was aangekomen, langs dén haag mili
tairen van de infanterie-regimenten uit de
garnizoenen Mechelen en Namen, die een
eere-haag Jangs den weg hadden, gevormd bij
het Koninklijk Paleis aankwam, stonden op
het bordes ter begroeting de koning en ver
schillende hoogwaardigheidsbekleders., O.m.
werden hier opgemerkt de aartsbisschop van
Mechelen, kardinaal van Roey. de geestelijk
heid van de St. Goedele, leden van het mili
taire en civiele huis van den. koning, de voor
zitter van de Kamer, minister-president van
Zeeland, aan het hoofd van de leden der re
geering. de gezant van Zweden en de meeste
leden van het Corps Diplomatique, onder wie
de gezant der Nederlanden. Jhr. mr. Tjarda
van Starkenborgh Stachouwer.
De lijkbaar werd bijgezet in- de zaal ,.Du
Penseur", welke in een chapelle ardente was
herschapen. De lijkkist werd versierd met een
groot kruis en omringd door zes groote can-
deiabres: rechts en links werden witte rozen
en dahlia's neergelegd.
Generaals betrokken de eere-wacht.
Het stoffelijk overschot van Koningin As
trid. is te Luzern gebalsemd.
De Koning verlangde het nog eenmaal te
zien en de autoriteiten werd verzocht de zaal
eenige oogenblikken te willen verlaten, ten
einde de Koning met het lijk van zijn bemin
de gade nog eens alleen te laten. Buiten stond
een dichte menigte met spanning te wachten
op het oogenblik. dat haar vergund zou wor
den te defileeren langs het stoffelijk over
schot van de beminde vorstin.
Défilé langs de doode vorstin.
Gistermiddag omstreeks half vijf werd de
bevolking tot het paleis toegelaten. Een ont
zaglijke menigte trok voorbij het-stoffelijk
overschot, dat in de Salie du Penseur Op een
praalbed was gelegd. Een onafzienbare rij
défileerde langs de koninklijke doode en
bracht een laatsten groet aan haar, die een
zoo groote plaats in de harten harer onder
danen had weten te veroveren. Velen waren
hun ontroering niet meester.
Ondanks den feilen regen duurde het défilé
den geheelen avond door. totdat tegen tien
uur de deuren van het paleis gesloten
werden.
Teraardebestelling op Dins
dag bepaald.
Vrijdag zijn de leden der regeering op
nieuw bijeengekomen op het departement
van buitenlandsche zaken om verschillende
kwesties te regelen, welke in verband staan
met. de begrafenisplechtigheid van Koningin
Astrid.
De acte van overlijden is gistermiddag op
gemaakt. De overlijdensacte, welke de Zwit-
sersche autoriteiten hebben afgegeven, is
overhandigd aan den minister van justitie,
den heer Soudan.
De ministers hebben in overleg met Koning
Leopold de begrafenis definitief bepaald op
a,s. Dinsdag 3 September.
De film „Lentelied" verbrand.
Negatief kon gered worden. Brand in de
studio van Simon Koster.
De studio te Brussel van den heer Simon
Koster, die juist de laatste hand gelegd had
aan de montage van zijn film „Lentelied",
is door tot dusver onbekende oorzaak af
gebrand. De film „Lentelied" benevens drie
Fransche .films werden totaal vernietigd,
zoodat het moeizame montagewerk van
enkele maanden tevergeefs is geweest. Op 5
September zou de muziek opgenomen worden
Het negatief van de film heeft men naar
het Alg. Handelsblad mededeelt op het
laatste oogenblik nog uit het brandende huis
weten te redden, zoodat de film toch kan
worden afgemaakt, zij het met een vertra
ging van enkele maanden.
Berlijn's nieuwe bisschop
beëedigd.
Minister Kerrl over de moeilijkheden
tusschen Kerk en Staat.
De nieuwe bisschop van Berlijn, dr. Konrad
graaf von Preysing, is Vrijdagmiddag dooi
den Pruisischen en rijksminister voor ker
kelijke aangelegenheden, Kerrl in diens bu
reau beëedigd.
De nieuwe bisschop richtte een toespraak
tot minister Kerrl. Hij zeide o.m. ,.Ik ben
hierheen gekomen om den eed, die door het
tusschen de rijksregeering en den Heiligen
Stoel afgesloten concordaat voorgeschreven
is voor het aanvaarden van de bisschoppelijke
functie van het diocees Berlijn af te leggen.
De eed eischt van mij de belofte van trouw
aan het Duitsche Rijk en aan het land Prui
sen, eischt van mij de grondwettig gevormde
regeering te eerbiedigen en door mijn gees
telijken te doen eerbiedigen en bij de plicht
matige uitoefening van mijn functie te trach
ten schade te voorkomen, welke het Duitsche
staatswezen zou kunnen bedreigen. Deze ver
plichtingen, die ik bekracht-igen moet, vloeien
voor mij als katholiek bisschop voort uit de
zedelijke wet van mijn geloof. Ik bekrachtig
ze uitdrukkelijk door mijn eed".
Rijksminister Kerrl antwoordde o.m.:
„Verwijst Uw functie als bisschop der ka
tholieke kerk uwe werkzaamheid naar het
gebied van de zielszorg,, toch zijn de aan uw
geestelijke leiding toevertrouwde menschen
tegelijkertijd Duitsche volksgenooten en bur
gers van den nationaal socialistischen staat.
De betrekkingen die uit dit verband ont
staan behoeven, mogen en behoofen niet met
elkaar in tegenstelling te zijn. Wij willen
rustig toegeven, dat desondanks zekere wrij
vingen in de verhouding tusschen staat en
kerk op het oogenblik bestaan. Een onder
zoek van de vraag, waardoor zij zijn ont
staan, is hier niet op zijn plaats, wel echter
zou ik er den nadruk op willen leggen, dat
ik juist daarin de taak zie van de verant
woordelijke mannen in staat en kerk, deze
wrijvingen door eerbiediging van wederzijd-
sche overtuiging, door het vermijden van
iedere onnoodige scherpte en door duidelijk
begrijpen van de feitelijke omstandigheden
te overwinnen. Wanneer gij. mijnheer de bis
schop met volkomen ontvankelijkheid voor
de eischen van den tegenwoordigen tijd de
trouw jegens den nieuwen staat en den Fueh
rer en de eerbiediging voor zijn autoriteit
onder uwe priesters en uwe diocesanen hoedt,
kunnen zij er verzekerd van zijn. dat de rijks-
en staatsregeering iedere garantie op zich
neemt voor de ongehinderde godsdienstuit
oefening en volledig begrip to on en zal voor
de kerkelijke behoeften. Uit een zoodanig
door wederzijdsch begrip gedragen gemeen
schappelijk optreden van staat en kerk moet
voor de Duitsche volksgenooten rijke zegen
voortspruiten".
Nadat de bisschop den eed afgelegd had,
had hij met den ^minister nog' een vrij lang
durig onderhoud.
Saneering Bloembollen.
Bloembi^lencultuur vergadert.
De 178e algemeene vergadering van de Alg.
vereeniging voor Bloembollencultuur zal op
Maandagmiddag 23 September te Haarlem
gehouden worden.
De volgende vragen zullen behandeld wor
den
1. Acht de algemeene vergadering ophef
fing van alle saneeringsmaatregelen na den
verkoop van den oogst-1935 wenschelijk?
2. Zoo niet, is da algemeene vergadering
van oordeel, dat maatregelen ter voorkoming
van overmatige uitbreiding der teelt gehand
haafd moeten word en,maar geen inlevering van
surplus tegen vergoeding meer moet plaats
hebben en geen binnen- en buitenlandsche
minimum- of garantieprijzen meer moeten
worden vastgesteld?
3. Zo.o niet, is de algemeene. vergadering
dan van meening, dat de saneeringsmaat
regelen ook voor het "plantjaar l'935/'36 in
vollen omvang moeten gehandhaafd blijven?
Het hoofdbestuur meent, dat de eerste en
de derde vraag ontkennend beantwoord moe
ten worden en de tweede bevestigend.
.Welke bezwaren ook aan elke belemme
ring van teelt en handel verbonden mogen
zijn, een controle op den omvang der cultuur
kan naar de meening van de meerderheid
van het hoofdbestuur nog niet wordèh ge
mist. Liet men de. teelt geheel vrij dan zou
ongetwijfeld een hoogst ongewenschte uit
breiding te vreezen zijn, omdat dan de
bloembollenteelt de eenige bodemcultuur zou
zijn, die niet aan beperkende overheids
maatregelen gebonden was en waarop zich
derhalve buitenstaanders, niet-bloembollen-
kweeker-s zouden werpen. Bij de toepassing
van dit toezicht op de teelt ter voorkoming van
overmatige uitbreiding, ware het gewenscht,
dat dit in eigen beheer door het vak kon
worden uitgevoerd. met sancties van Re-
geeringswege inplaats van voortzetting der
teeltcontrole van Den Haag uit.
Behoudens dit toezicht op den omvang
van de teelt, zou het hoofdbestuur alle overige
maatregelen na afloop van het plantjaar
1934 '35 wenschen te zien vervallen.
Het hoofdbestuur acht het oogenblik ge
komen om zoowel den binnenlandschen als
den buitenlandschen handel niet meer te
binden aan minimum- of garantieprijzen. De
minimumprijzen hebben, ondanks de moei
lijkheden verbonden aan hare handhaving,
de prijsstabilisatie op een hooger niveau be
vorderd dan zonder die prijzen mogelijk zou
zijn geweest, maar nu de voortdurende teelt
beperking den voorraad leverbaar meer in
overeenstemming heeft gebracht met de af
zetmogelijkheid, acht het hoofdbestuur de
handhaving der minimumprijzen niet meer
gewenscht, wegens de ernstige bezwaren die
daaraan verbonden zijn.
(Van onzen correspondent.)
Stockholm. Donderdagavond.
Opeens waren ze er aan de krantenstalle
tjes en achter de ramen van sigarenwinkels
en dagbladfilialen: de zwart-omrande bulle
tins met de vreeselijke tijding van den tra-
gischen dood van koningin Astrid. En de men
schen, die na de lunch nog even een straatje
om liepen voor ze weer naar kantoor zouden
gaan, de winkelende vrouwen, de loopjongens
bleven staan, lazen het korte bericht, dat men
niet gelooven, niet direct verwerken kon. In
de binnenstad stokte het verkeer, chauffeurs
klauterden vanachter het stuur van hun
vrachtauto's vandaan, mannen en vrouwen
stapten uit de trams om zich bij de zwijgen
de groepen voor de bulletins te voegen. Het
werd vreemd rustig in de anders om dezen
tijd van den dag zoo drukke straten. Maar nóg
geloofde men het niet, dat „Varan Astrid",
Onze Astrid. zooals men altijd nog zei, heen
gegaan was, vóór op steeds meer gebouwen de
vlaggen halfstok gingen, voor, wat later, de
avondbladen kwamen met de eerste details
over het ongeluk aan het Vierwoudsteden-
meer. Dan zag men auto's met de CD-borden
van het diplomatieke corps naar de woning
van prins Carl, den vader van koningin Astrid
haar het Koninklijk Paleis en naar de Belgi
sche legatie rijden, waar registers van rouw
beklag ter teekening lagen. En tegen den
avond toen in heel de stad. op openbare ge
bouwen en kantoren, aan magazijnen en wo
ningen van particulieren, in de masten van
zeeschepen en op de achterplicht van lichters
de blauw-gele vlaggen halfstok wapperden,
zoodat al die kleurigheid in 't gouden licht
van de herfstzon je misschien vroolijk ge
stemd zou hebben wanneer je niet te zeer on
der den indruk was geweest, stonden er nog
steeds groote groepen voor de krantebureaux,
waar telkens nieuwe bulletins werden opge
hangen. Men sprak niet veel, een enkele uitte
hoofdschuddend die enkele woorden, die wel
een ieder hier door zijn gedachten geflitst
zijn: „Stackars Astrid". „Arme Astrid". En in
een etalage stond dan reeds een portret van
de jonge vorstin, die nu heengegaan is. Er
flakkerde een lange witte kaars en een tak
blanke lelies lag er op het zwarte fluweel.
Over het portret hingen blauwe en gele en
roode linten en een reep rouwfloers de
derde kleur van de vlag van het zoo beproef
de Belgische volk.
De tijding van den dood van koningin As
trid heeft hier in Zweden groote ontsteltenis
en diepe droefenis gewekt. Velen voelen het
heengaan van de Belgische koningin als een
persoonlijk verlies, want zij was hier zoo al
gemeen bemind als wel niemand anders, ook
nu nog, .al is het dan reeds bijna negen jaar
geleden, dat zij haar geboortestad verliet om
den toenmaligen kroonprins Leopold naar
ha§,r vaderland te volgen.. Iedereen,
die haar leerde kennen, hield van haar,, om
heel haar bekorende persoonlijkheid, maar
vooral om haar natuurlijken eenvoud, haar
zonnige gemoed en haar zonnigen glimlach.
Op school was ze de lieveling van haar klas,
niét omdat zij prinses was want de onder
wijzeressen hadden van prinses Ingeborg con
signe haar te behandelen als de andere leer
lingen maar omdat zij nu eenmaal prinses
Astrid was.
Op Fridhem, het landgoed van prins Carl in
de buurt van Nyköping. waar de prinsessen
Margaretha, Martha en Astrid en hun eenige,
jongere broer, prins Carl de zomers van hun
jeugd doorbrachten, was er niemand, die
prinses Astrid weigeren kon, te helpen bij het
hooien of het melken of mee te rijden achter
op een vrachtauto, die naar 't station moest,
al schudde men dan soms wel het hoofd als
een van de anderen dat ook wilde. En toen
kroonprins Leopold, na heel den zomer van
1926 op Fridhem doorgebracht te hebben
zonder dat één journalist het in de gaten
kreeg, zich den 21sten September van dat
jaar met prinses Astrid verloofde, legden de
kaaisjouwers van Blasieholmen hun koffie-
centen bij elkaar om een grooten ruiker naar
prinses Astrid te sturen, want de jonge prin
ses, die eiken dag haast daar langs de kade
vlak bij haar ouderlijk huis gewandeld kwam,
die altijd met een' glimlach de zwoegende man
nen groette, had ook in hun harten een ruime
plaats veroverd en zij werd nog meer geliefd
toen zij in den middag tusschen de officieele
bezoeken nog even tijd wist te vinden om met
ONZE DACELIJKSCHE KINDERVERTELLING.
Het schip, waarmee Thijs het wonderlijke avontuur met de booze
kabouters beleefd heeft, zet nu weer koers naar huis.
Eens op een avond, als Thijs na het eten rustig in zijn hutje zit,
komt kapitein Arie Baard een praatje met hem maken.
„Morgen zijn we weer bij dat geheimzinnige eiland Alikas, waar we
op de heenreis langs gevaren zijn," zegt hij. Thijs spitst natuurlijk
zijn ooren, want hij herinnert zich ineens weer het verhaal, dat de
kapitein hem verteld heeft. Zeelieden,- die er 's nachts voorbijvaren,
zien er vreemde gedaanten ronddolen, nevelige figuren, die er
vreeselijk griezelig uitzien.
Dien nachtjdoet Thijs geen oog dicht. Hij peiiist aj maar over het
eiland Alikas en is vast besloten den schipper te vragen, óf hij er niet
eens een kijkje mag n§pien.
Want zij was ons waarlijk
zéér lief". (Aartsbisschop Eidem).
kroonprins Leopold de kaaisjouwers te gaan
bedanken.
En dat de liefde van de Stockholmers voor
hun prinses Astrid niet verminderd is sedert
zij Zweden verliet om haar leven aan het Bel
gische volk te wijden, is duidelijk gebleken in
Meimaand van dit jaar, toen het Belgische ko
ninklijke paar ter gelegenheid van het huwe
lijk van prinses Ingrid en kroonprins Frederik
van Denemarken zijn eerste officieele bezoek
aan Stockholm bracht en van het Station tot
het Koninklijk Paleis tienduizenden langs de
straten geschaard stonden om koningin
Astrid weer te zien en toe te juichen, al
stroomde de regen ook neer. En in de volgen
de dagen, toen het portret van koningin
Astrid naast dat van het bruidspaar in de
etalages stond en de politie de grootste moeite
had om de straten afgezet te houden, wanneer
koningin Astrid ergens verscheen, móést men
wel constateeren, dat de Belgische vorstin in
haar geboortestad nog even populair was als
in vroeger jaren.
En nu is de jonge koningin Astrid op zoo
tragische wijze heengegaan. Het Zweedsclie
volk rouwt, ook al is dan behalve voor het hof
geen officieele rouw afgekondigd. De radio
dienst heeft de middaguitzending afgebroken
en vanavond een herdenkingsstond gegeven,
waarin aartsbisschop Eidem een korte, aan
grijpende rede uitsprak, een rede waarin hij
ook gewaagde van de diepe deernis die het
Zweedsche volk gevoelt met het Belgische volk,
met koning Leopold en zijn drie jeugdige kin
deren en met de ouders van koningin Astrid,
prins Carl en prinses Ingeborg.
Prins Carl ontving de doodstijding van zijn
jongste dochter terwijl hij zooals gewoonlijk
op het bureau van het Roode Kruis zat te wer
ken om met den middagtrein naar Fridhem
te reizen, waar prinses Ingeborg sedert eenige
dagen vertoefde. Hij was zeer ontdaan en zei
dan tot een der heeren van het hoofdbestuur:
„Mijn leven is steeds zoo gelukkig geweest. Ik
ben voor groot persoonlijk leed gespaard ge
bleven. maar het heeft dan zoo moeten zijn,
dat het eens toch kwamEen uur later
reisde hij naar Fridhem. naar het landgoed
waar koningin Astrid zoo'n zonnige gelukkige
jeugd heeft gehad en waar haar heengaan,
in 't groote witte huis maar ook in de roode
houten hoeven tusschen de akkers en bos-
schen, wel heel smartelijk gevoeld zal worden.
C. G. B.
Afwikkeling achterstallige
Duitsche handelsvorderingen.
In de week van 26 tot en met 30 Augustus
1935 is door De Nederlandsche Bank in totaal
een bedrag van omstreeks RM 300.000 van de
op haar Sonderkonto bij de Deutsche Ver-
rechnungskasse uitstaande vorderingen met
de begunstigden afgerekend. De nummers
van deze posten liepen van 7936879515.
Het totale bedrag van.de op het Sonderkonto
uitstaande posten, die nog niet tot uitbetaling
zijn gekomen, beloopt op het oogenblik om
streeks RM. 41.3 millioen. De Sonderkonto-
posten waarvoor koersfixeering is verkregen,
zijn hieronder begrepen.
Aan Treuhanderkonto-posten is door De
Nederlandsche Bank gedurende dezelfde pe
riode een totaal bedrag van ongeveer
RM. 200.000 met de begunstigden afgerekend.
Het hoogste afgerekende volgordenummer
was 16403.
Het totale bedrag van de op het Treu-
handerkonto Niederlande uitstaande vorde
ringen die nog niet tot uitbetaling zijn ge
komen, beloopt op het oogenblik omstreeks
RM. 15.9 millioen. De Treuhanderkonto-posten
waarvoor koersfixeering is verkregen, zijn
hieronder begrepen.
AANSLAG OP POLITIE-INSPECTEUR TE
ZWOLLE OPGEHELDERD?
In verband met den aanslag, gepleegd in den
nacht van 11 op 12 Augustus j.l., op de Melk
markt te Zwolle door een aantal kermisgasten
op den aldaar dienstdoenden inspecteur van
politie H. W. G. Bannink en den brigadier
rechercheur H. Bosch, waarbij genoemde in
specteur bewusteloos tegen den grond werd
geslagen en een bloedende verwonding aan
het hoofd heeft bekomen, zijn thans op de
kermis te Alkmaar aangehouden en naar
Zwolle overgebracht J. C. S.. oud 22 jaar uit
Eindhoven en de 28-jarige H. W. P. uit Gin-
neken, beiden verdacht schuldig te zijn aan
dezen aanslag.
BELANGRIJKE LINNAEUSTENTOONSTEL
LING IN ARTIS.
Gedurende de eerste week van September
wordt ter gelegenheid van het te Amsterdam
te houden Botanisch Congres in Artis een ten
toonstelling gehouden van schilderijen, por
tretten, boeken en alles wat op Linnaeus be
trekking hebbend, in Nederlandsch bezit aan
wezig is. Behalve uit de zoo bekende en be
langrijke boekerij van Dr. Mac Gillavry, kwa
men inzendingen van alle zijden binnen. De
families die achtereenvolgens de Hartekamp
bewoond hebben, het huis bij Bennebroèk,
waar Dr. G. Clifford aan Linnaeus zoo langen
tijd gastvrijheid verleende, zonden het hunne:
men vindt er het origineele geschilderde por
tret van Linnaeus, in Laplandsch costuum, dat
nog aan de familie Clifford behoort, alsmede
inzendingen van de familie Smidt van Gelder
en van Mevr. von Pannwitz. De heer Leonard
A. Springer zonder een plattegrond van de
Hartekamp uit Linné's tijd. Alle groote bi
bliotheken in ons land zonden boeken of ori
gineele brieven. De kern echter van de ten
toonstelling wordt gevormd door de collectie
Linnaeana, die de zoo rijke bibliotheek van
Artis zelf bezit; een bijna volledige collectie
portretten, een aantal Linnaeus-médailles,
zijn boeken, waaronder zijn kostbare disser
tatie, de eerste editie van zijn Systema Na
turae, een copie van de laatste editie, waar
van slechts twee exemplaren ter wereld be
kend zijn, een volledige collectie der disser
taties van Linné's leerlingen enz.
Daarnaast stelde Dr. Hunger zijn beroemde
en zeldzame kruidkundige incunabula ten
toon. terwijl verschillende bibliotheken mede
werkten om met de Artis collecties tezamen
een serie oude kruidboeken ten toon te stel
len.
De tentoonstelling, die van Zondagmiddag
1 Sept. tot en met Zaterdagmiddag 7 Sept.
gehouden wordt, is gratis toegankelijk voor
alle bezoekers van Artis.