UIT HET BUITENLAND IMPRESSIES VAN PEKING. A ZIE in 1935. THIJS IJS IN HET DAL DER NEVELS WE\TSnXG IT SEPTEMBER '193' HA'AKCE M'S DAGBISD" De Commissie van Vijf beraadslaagde. Vergeefsche poging tot bemiddeling van De Madariaga. Revolution* naire beweging in Portugal. Regeering bleef den toestand meester. Genève. Vergeefsche bemiddelings poging van De Madariaga. Omtrent de jongste zitting van de Commissie van Vijf verluidt, dat de voorzitter der commissie, De Mada riaga, rapport heeft uitgebracht van zijn besprekingen met den Italiaan- schen vertegenwoordiger baron Aloisi, die slechts negatief resultaat hebben gehad, zoodat de bemiddelingspogin gen van den Spaanschen ambassa deur als mislukt beschouwd kunnen worden. De commissie begint Donderdag met de uit werking van het rapport, dat den Volken- bondsraad zal worden overgelegd. Aangezien de leden slechts zeer spaarzame mededeelingen hebben gedaan over de zitting van heden, doen weer tal van geruchten de ronde over nieuwe voorstellen. De indruk, dat De Madariaga's pogingen mislukt zijn is echter algemeen. Laval en Sir Samuel Hoare hebben hun gedachtenwisseling gisteravond weer voort gezet. De Britsche minister van Buitenland- sche Zaken heeft het tegenover de pers voorgesteld, alsof het verloop der besprekin gen van 's morgens uiterst bevredigend was. Laval verklaarde echter ironisch: „We zul len niet over Abessynië spreken." Portugal. Regeering verhindert een poging tot opstand. Dinsdagmorgen woeg heeft men in Portugal gepoogd, een revolutie te ontketenen welke echter door het krachtig optreden der regeering in de kiem werd gesmoord. In het land heerscht, naar Reuter meldt, thans volkomen rust. In den namiddag kwam de ministerraad bijeen. De zit ting duurde tot laat in den avond. De minister van binnenlandsche zaken weigerde een verklaring van het ge beurde te geven. In den nacht op Dinsdag werd de regee ring gewaarschuwd, dat er een revolutie poging zou plaats hebben. Men deelde mede, dal eenige leden der nationaal-syndicalisti- sche groep zich onverwacht hadden aange sloten bij communistische elementen, die op hun beurt trachtten zekere persoonlijkheden uit de linksche partijen mee te sleepen. Zoo trachtte de vlootofficier Mendes Norton op den kruiser „Bartolomae Dias" een op stand te verwekken. Hij werd echter door den commandant van den kruiser „Correia da' Siiva" gearresteerd. Naar verluidt zijn voorts nog verscheidene regeeringsvijandige elemen ten gearresteerd, w.o. de bekende officier Alameida. Onmiddellijk zijn krachtige maatregelen getroffen. Te Lissabon is de staat van beleg afgekondigd. De citadel, waar de president der republiek woont, de post- en telegraaf kantoren, de radiostations, kazernes en open bare gebouwen worden door de poiltie be waakt. Vijftig arbeiders van het arsenaal zijn in arrest gesteld. Ook in verschillende plaatsen in de pro vincie, o.a. te Coimbra, zijn soortgelijke voor zorgsmaatregelen getroffen als in de hoofd stad. De minister van binnenlandsche zaken heeft in den loop van den middag op verschil lende punten het spoorwegnet onder bewa king gesteld. Tal van nieuwe arrestaties wer den verricht, met name onder het officieren corps in de hoofdstad Lissabon. Italië. Voor het algemeene appèl der fascisten. De order van Mussolini in zake een binnen kort te verwachten algemeen appèl in alle steden en buurtschappen van Italië en de ko loniën wordt op de eerste pagina's der bladen gepubliceerd, meldt het A. N. P. De bladen deelen mede, dat hier sprake is van de meest uitgebreide fascistische mobili satie, welke men ooit heeft beleefd sedert den marsch van Rome. Er zullen tien millioen Italianen aan deel nemen, terwijl 33 millioen anderen met hun gedachten aanwezig zullen zijn. Lavora Fascista noemt het decreet m zake het algemeen appèl het „beste en meest ef fectieve commentaar op de tegenwoordige Internationale situatie op een oogenblik, dat men een voorwendsel probeert te zoeken te gen het fascisme en tegen de onbetwistbare historische rechten der Italiaansche natie. Het fascistische Italië heeft volgens het blad slechts een wil, een dicipline en een bevel." Dultschland. De Rijkspartijdag begonnen. Gistermiddag heeft de rijksperschef van de N.S.D.A.P. dr. Dietrich, de vertegenwoordigers van de binnen en buiteniandsche pers ont vangen, bij welke gelegenheid hij een rede voering uitsprak over „de beteekenis van de nationaai-socialistische gedachte en haar innerlijke dynamiek en geestelijke span krachten". De partij, aldus spr., is bestemd tot de politieke leiding der natie. Haar leider is de leider van het Duitsche Rijk. De partij is de garant voor de hemogeni- .teit van leiding en volk. Wat de buiteniandsche politiek betreft, zeide spr. o.a. dat de volkspolitieke staats- gedachte de wereld tot bewustzijn brengt, dat de macht der staten minder steunt, op de bajonetten dan op de energie en de kracht van het volk. Hiervan uitgaande kan de im perialistische gedachte van binnen uit wor den overwonnen en kan de onderlinge orde iüer naties worden bepaald en kunnen haar levensbehoeften en -belangen afgewogen worden. Tegenover de politiek der z.g. collec tiviteit der overwinnende staten in den schaduw van Versailles plaatst het nationaal- socialisme de samenwerking van vrije en souvereine staten in het licht van de rechts gelijkheid. Tegenover de resultaatlooze reuzenconferenties aan den loopenden band in Genève plaatsen de nationaal-socialisten het principe van het directe contact van staat tot staat. In Moskou, zei spreker, is enkele weken geleden het wereldcongres van de Komintern bijeen gekomen, met de leuze de toorts van den brand der bolsjewistische omwenteling naar alle landen der aarde te dragen. In Neurenberg is de N.S.D.A.P. bijeen gekomen voor vruchtbare arbeid ten behoeve van het Duitsche volk en voor het afleggen van ge tuigenis van het herwinnen zijner vrijheid. In Moskou is de generale staf van de Bolsje wistische wereldrevolutie bijeen gekomen als de incarnatie van afbrekende vernieling. In Neurenberg komt de politieke generale staf van het Duitsche volk bijeen als drager van een opbouwend, den wereldvrede dienend principe. Hitier te Neurenberg aangekomen. Rijkskanselier Hitler is 's middags tengen half vijf op het vliegterrein van Neurenberg aangekomen, waar een zeer groote menigte den leider verwelkomde. Rudolf Hess, de plaatsvervanger van den leider, die des mor gens met vele partijleiders was gearriveerd, heeft Hitier namens de congresstad be groet. Vonnis van Brodsky wordt onderzocht. Op last van den gouverneur van den staat New-York. HET A. N. P. meldt uit Albany (New York). 10 September: De gouverneur van den staat New York, Lehmann, heeft Dinsdag den rech ter Jacob Gould Shurman Jr. verzocht hem rapport uit te brengen over de verklaringen van rechter Brodsky in het proces naar aan leiding van de incidenten met de Bremen. De gouverneur heeft verklaard het rapport van rechter Shurman zonder commentaar te zullen doorzenden aan staatssecretaris Huil. ITALIAANSCHE OORLOGSSCHEPEN IN GRIEKSCHE WATEREN. ATHENE, 11 September IA.N.P.) Tot groote verrassing van de Grieksche autori teiten is gisteren zonder voorafgaande ken nisgeving een aantal Italiaansche oorlogs schepen in Grieksche wateren verschenen De leerling, die doceerde. Of hoe een Staatshoofd zijn prestige kan verhoogen. Frankrijk Extra belasting op oorlogs winsten. Thans zijn, naar A.N.P. uit Parijs meldt, de bepalingen gepubliceerd voor de toepassing van de wet, waarbij een extra-belasting van zal worden geheven op winsten, gemaakt op de uitvoering van orders voor nationale verdediging. In de inleiding dezer wet, die geteekend is door de ministers van oorlog, marine en luchtvaart, wordt gezegd, dat het publiek niet in staat is te begrijpen waarom de op offeringen die de natie zich getroost voor de nationale verdediging, leidt tot de verrijking van zekere burgers. Daarom is deze extra heffing van 20% ingesteld. Onder deze heffing vallen contracten voor het voorzien van het leger van graan, vee voeder en brood, voor de fabricage van mili taire uitrustingen, voor zoover zij grooter zijn dan frs. 30.000. Alle contracten zullen onderhevig zijn aan de nieuwe belasting, indien het bedrag hooger is dan frs. 300.000. Albanië Drieëntwintig revolutionnairen ter dood veroordeeld. Reuter verneemt uit Tirana: Drie en twintig personen die er van be schuldigd worden deel te hebben genomen aan den opstand tegen koning Zog, zijn ter dood veroor deeld. Tien verdachten kregen levens lange gevangenisstraf, twaalf 15 jaar gevangenisstraf, terwijl 50 verdach ten werden vrijgesproken. Griekenland. Premier Tsaldaris voor herstel der monarchie. De Grieksche premier Tsaldaris heeft gisteren naar Reuter uit Athene meldt een pr-oclamatie uitgevaardigd, waarin, hij het volk opwekt, om zich ter gelegenheid van het aanstaande referendum uit te spreken ten gunste van een herstel der monarchie. Officieren werden handgemeen. Over het gevecht, dat in den nacht gele verd is tusschen republikeinsche en monar chistische officieren der garde, meldt Reuter, dat dit plaats vond op den drempel van het vertrek, waar de ministers vergaderden. De republikeinsche leider, generaal Pana- jotakos werd door een bajonetsteek aan den wang gewond; zijn broer, die Kamerlid is, werd door een kogel aan de hand gekwetst. Streicher's jongste product. Lectuur, die alle perken te buiten gaat. Gelijk reeds gemeld, is gisteren ter gelegen heid van den aanvang van den Rijkspartijdag een extra-editie uitgekomen van het anti- semietische blad van Streicher de „Stürmer", onder den titel „Moordenaars vanaf het be gin". Het uitvoerige nummer aldus het A. N. P. geeft een groot aantal verhalen over moorden en martelingen die door Joden vanaf de oudheid tot en met het optreden van den Tsjeka in Rusland gepleegd zouden zijn. Het nummer is geïllustreerd met prenten waarin de slachtoffers van den „Joodschen terreur" levend gevild worden. Zelfs is er een illustratie die een handschoen vertoont die gemaakt is uit menschenhuid. De slotpara graaf van het blad verklaart: „De Joden zijn een volk van moordenaars en hun misdaden schreien ten hemel. Zoo zal het voortgaan tot de tot bewustzijn gekomen niet-Joodsche we reld zich aaneensluiten de doodstraf over de Joden wordt uitgesproken en uitgevoerd." DE BLUE BIRD TOCH NIET VERKOCHT? Sir Malcolm Campbell heeft het bericht tegengesproken dat hij zijn Blue Bird zou hebben verkocht aan den Amerikaanschen sportman Sanford. (A. N. P. Eenigen tijd geleden bezocht de heer Al- bert Lebrun de Brusselsche tentoonstelling, schrijft G. de la Fouchardière in 1' Oeuvre. Hij hield zich zeer lang' op in het Fransche Paviljoen, wat. heel begrijpelijk isEn in iedere zaal kreeg de president, die door een indrukwekkenden -stoet van officieele per sonen en journalisten gevolgd werd, van een Bevoegdheid een uiteenzetting vr^i het tot glorie der Fransche industrie geëxposeerde materiaal. Zoo ontving het staatshoofd, zonder een andere reactie tot uiting te brengen dan een sobere mimiek, die zijn groote aandacht en levendige belangstelling weerspiegelde en met een beminnelijke door langdurige gewoonte verkregen gratie, lessen in werk tuigkunde, bijouterie, meubelmakerij en sui- kerfabrigae. Men bereikte de afdeeling der chemische producten. Op een tafel bevond zich een kaart van de Eizas met aanwijzingen over de productie van potasch. Toen, tot algemeene verbazing, nam de president van de republiek het woord: „Mijne heer en", zei hij tot zijn toeschouwers, ,,„U ziet deze bergen, die gescheiden zijn door een diepe valleiEenmaal bevond zich op die plaats een bergketen, die in stortte en het ontstaan van een dal tenge volge had, waar de zee binnendrong. Toen de golven zich terugtrokken, lieten zij de bestanddeelen van de potasch achter. U hebt het bewijs van de verdwijning van den mid delsten keten, wanneer u de overeenkomstige lagen aan beiden zijden van de vallei ver gelijkt. U zult zien, dat ze identiek zijn". Aldus ontwaakte de docent Lebrun uit een langen slaap. Drie en dertig jaar in het ver leden teruggevoerd bewees hij de colleges, die zijn leerlingen van de handelshoogeschool van hem ontvingen,, nog niet vergeten te zijn. En zijn leeraren vaxi de Brusselsche expo sitie keken elkaar verrast aan.... de leer ling Albert Lebrun kénde dus iets! Met deze zeldzame uiting doet de heer Albert Lebrun zijn vak eer aan. Wij zouden ons gelukkig prijzen, wanneer hij zijn geste in Frankrijk zou willen herhalen De schrijver herinnert er dan aan, dat de president dikwijls de wedrennen bezoekt en vervolgt: De heer Lebrun is een ruiter; hij houdt van het paard en kent hetWat een prestige en wat een populariteit zou hij op de renbaan verwerven, wanneer zou blijken dat zijn belangstelling voor het paardenras in het geheel niet geveinsd was.... Hij zou bijvoorbeeld bij den favoriet, die het hoofdnummer vormt, een korte uiteenzetting kunnen geven. „Precies het model van zijn vader Bland- ford.Misschien wat recht op de voor- beenen, maar toch niet te veel om hem bij het neerkomen te hinderen.... Hij heeft groote voeten, dat is een voordeel bij zijn ge wicht en het heeft overigens een mooi uiter lijk nog nooit schade gedaan. (Tot iemand uit zijn gevolg:) Pas op z'n hoefEen paard is niet zooals een hond, van voren ge vaarlijk, het is juist aan den achterkant, dat hij z'n verontwaardiging te kennen geeft, wanneer iemand hem ergert". Aldus zouden de menigten van de renbaan, die totnogtoe onverschillig tegenover het presidentieels prestige hebben gestaan, in bewondering tegen elkaar zeggen: „We hebben toch maar een president, die verstand van de dingen heeft!" Iedere Chinees is koopman. Het opiumvraagstuk. De winkelstraten, die dikwijls een spe ciaal karakter dragen B-loemenstraat, Lan taarnstraat, Koperstraat, Jadestraat, zien er altijd kleurig uit en men treft in deze zeer amusante winkels wonderen van smaak en vernuft aan tegen zoo lage prijzen, dat de nieuw aangekomene altijd aan vergissin gen denkt. Het is in de volkswijken, vooral, waar de kleine neringdoenden zich dikwijls cp straat geïnstalleerd hebben of in winkels zonder voorgevels en die altijd geopend blij ven, dat men zich rekenschap van de enorme werkkracht en de geringe behoefen van den Chinees uit het volk geeft. Zoo'tu winkel, die zoo primitief en zoo slecht onderhouden- is, dient tegelijkertijd als woning voor de fa milie. Om beurten houden de man, de vrouw en de oudsten der kinderen de wacht om de klanten te bedienen, terwijl de rest van het gezin, overdag zoowel als 's nachts op banken en dikwijls zelfs op den grond slaapt. De rondtrekkende barbier, een typische verschijning in Peking. Haast geen onkosten, zelfs geen persoon lijke uitgaven, alleen die voor de noodzakelijke voeding. Heel weinig behoeften, eigenlijk al leen het verlangen om onafhankelijk in den menschelijken mierenhoop te kunnen leven- De Chinees is vermoedelijk de hartstochte- lijkste koopman van de wereld. Zelfs als hij een ander beroep uitoefent verlangt hij er naar deelgenoot te worden in de zaken van anderen: men zou haast kunnen zeggen, dat in het hart van iederen Chinees een koopman sluimert. De piccolo van het hotel, die ons het adres van een antiquair of een kleermaker geeft, de chauffeur, die ons er heen brengt, zelfs de man, die er ons in zijn „handwagen tje" naar toe rijdt vergeten aan het einde van den dag niet bij den betreffenden win kel aan te kloppen om provisie te vragen of te eischen. Deze bescheiden tusschen-personen aarzelen niet ons te vragen, voor hoeveel wij in den win-kel besteed hebben om er zeker van te zijn, dat zij niet te koi't zullen komen. Het bedrag, dat hun ten deel valt is dikwijls niet meer dan enkele stuivers, m-aar met een paar stuivers kan een Chinees een dag leven, soms zelfs verscheidene dagen Het leven is hier rustig als nergens anders ter wereld. Zelfs de wagentjes, die ons ko men afhalen, telkens als wij het Grand Hotel te Peking een prachtig, door Fran- schen geëxploiteerd paleis verlaten, dra gen door hun soepelen en onhoorbaren gang ONZE DACELIJKSCHE KINDERVERTELLINC. Thijs heeft nauwelijks begrepen, dat hij een gevangene is, of daar begint het spook al uitvoering aan zijn plan te geven. Het nevel lichaam wikkelt zich om Thijs heensteeds vaster voelt deze zich geboeid en op het laatst kan hij geen vin meer verroeren! „Het geeft toch niet, of je tegenstribbelt," zegt het spook, „er is nog nooit iemand in geslaagd uit ons nevelsnoer los te komen." „Wat gaat er met me gebeuren?" vraagt Thijs angstig. „Dat zul je wel zien." krijgt hij ten antwoord. „Voordat ik je bij mijn meester gebracht heb, mag je daar nog niets van weten." En zoo moet Thijs zich, zonder dat hij een kans tot ontvluchten krijgt, laten meenemen. Door EMILE SCHREIBER tot dien indruk van volledige kalmte bij. In de binnenhuizen treft ons de ingetogen be diening van voortreffelijk getrainde „valets", die over de Oostersehe tapijten schijnen te glijden en men herinnert zich ineens weer den goeden ouden tijd, toen de menschheid nog niet zoo gehaast was, toen rijkdom en vormen de illusie gaven van een welvaart en een superioriteit,, die door geen evolutie scheen te kunnen worden getroffen. Maar de groote gebeurtenissen en de so ciale omwenteling-en hebben ook de Onveran derlijke Hoofdstad bereikt. Twintig jaar ge leden werd de jonge keizer verjaagd uit de stad, waar al zijn voor-vaderen -hun zetel had den gehad. In het keizerlijke paleis met het roode dak, dat schittert in de zon, bezichti gen wij de prachtige vertrekken, waar de Chineesche heerschers zich -met hun vrou wen of concubines plachten op te houden. Wij zien de laatste kunstvoorwerpen, die, welke bij de verschillende plunderingen op hun plaats zijn gebleven en bovendien wat nog ontroerender is de familiestukken en het speelgoed van den laatsten, jeugdigen keizer, die ons eenige dagen later in audiëntie zou ontvangen te Hsingking, de nieuwe hoofd stad van Mandsjoelcwo. Het zijn looden sol daatjes. Een baby-Pathé, ongetwijfeld één der eersten, die gefabriceerd werd, een gramofoon met een enormen koperen hoorn, een fietsje en een portret van generaal Joffre uit het be gin van den oorlog. Van het zomerpaleis zijn de mooiste gedeel ten veranderd in populaire restaurants en de bevolking kan thans vrij rondloopen in deze prachtige paleizen, waar twintig jaar geleden, de toegang verboden was. Andere paleizen zijn veranderd in tentoon stellingsgebouwen, waar industrieelen en han delaars hun artikelen exposeeren. Men zou kunnen spreken van een soort jaarmarkt, waar van alles verkocht wordt; van papieren kin- derspeelgoeod af tot machtige textielmachi- nes toe. De Chinees van tegenwoordig is erg- trotsch op de producten, die op het oogenblik in eigen land vervaardigd worden; maar men hoeft slechts een wandeling langs de stands te maken om tot de conclusie te komen, dat de geëxposeerde artikelen of de machines, die voor de vervaardiging daarvan dienen, tech nisch en kwalitatief van heel wat geringer waarde zijn dan die, welke wij in Japan gezien hebben. De opiumkitten, In den avond -brengen wij een bezoek aaiï een aantal opiumkitten. Deze bestaan in. aller lei categorieën. Voor de gegoede burgers zijn er clubs met aparte kamertjes voor een of twee opiumschuivers. Minder welgestelde lie den maken gebruik van zaaltjes voor tien „schuivers", de zindelijkheid laat hier heel wat meer te wensohen over. Maar het merkwaardigste zijn toch de opium kitten voor de koelies, waar de opiumschui vers bij vijftig tegelijk op banken liggen. Iedere opiumschuiver besteedt ongeveer een halven franc per pijp. De lucht, die in deze kamers hangt en het ellendige schouwspel, dat men te zien krijgt vormen een schril contrast met het vooruit strevende, hygiënische pragram, dat door de Japanners voor de noordelijke provincies is opgesteld. De opiumkwestie blijft levendige debatten tusschen de Japansche en de Chineesche pers veroorzaken. De Ghineezen beschuldigen de Japanners er van het opiumgebruik aan te moedigen in plaats van te belemmeren; de Japanners verzekex-en echter, dat zij voor de oixderdrukking van het euvel ijveren, maar dat deze, ook in het belang van de gezondheid der opiumschuivers, slechts langs den weg der ge leidelijkheid kan geschieden. In werkelijkheid heeft Japan den opium- handel gemonopoliseerd. Waar men aan den eenen kaxxt, vooral in de scholen, met kwistige hand biljetten ver spreidt, waarin op de schadelijke gevolgen van het opiumgebruik gewezen wordt, gaat men er niettemin anderzijds mee door jaarlijks de tientallen millioenen op te strijken, die de exploitatie afwerpt. De naaste toekomst zal leeren of de Japan sche regeering al öf niet haar beloften zal xxa- komen inzake het beëindigen van dezen be- tx-eurenswaardigen handel in alle groote ste den van Mandsjoekwo, waar dit thans op z'n minst nog getolereerd wordt. Tooneel in Peking. Het tooneel is onveranderd gebleven. Het is voor het verstand van dexi Europeescherx toe schouwer volkomen onbegrijpelijk. Op een gordijnloos tooneel, dat tot bijna in de voorste fauteuils vooruitspringt, declamee- ren de acteurs met schelle stem exi in lang zaam tempo slepende melodieën. Om den toeschouwer wakker te houden slaan de musici met kracht en oogenschijnlijk zonder x'hytme op bekkens en tamboerijnen. Telkens als een zanger, die met zijn korte ge baren wel eexx automaat lijkt, zijn couplet be ëindigd heeft, komt een in het blauw geklee- de bediende op het tooneel om hem een kop thee ixx te schexxken. Deze indringer doet xxiet de mixxste pogixxg het vreemde effect van zijn interventie eerxigszins te verminderexx. De „jeune première", die er dikwijls aardig uit ziet, verliest veel vaxi haar charme door tus schen de coupletten door ongegeneerd op de tapijten te spuwen. Het publiek draagt een zeer gemengd ka- x'akter het varieert tusschen den rijkerx koopman en den koelie en zit op een reeks versleten fauteuils, die zoo maar op den vloer gezet zijn. Slordig uitziende bedienden loopen rond en bieden, zonder zich oxxx de opvoerixig te bekonxmerexi met schel stemgeluid en ver staanbaar voor hen, die de taal machtig zijn, koppen thee aan en schotels met zonnebloe men, die door de toeschouwei's gekauwd en vervolgens willekeurig in het rond uitgespuwd worden. De onaangename lucht in de zaal en het oorverdoovend lawaai van de muziek ma ken, dat een noi-male Europeaan het hier niet lang kan uithouden. Zoo is het hedendaagsche Peking, dat mis schien vandaag of morgen onder invloed van Japan een verandering kan ondergaan. In het Verre Oosten kan men minder dan elders voorspellen, wat de volgende dag bren gen zal. (Nadruk verboden),

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1935 | | pagina 6