UIT HET BUITENLAND
IMPRESSIES VAN PEKING.
A ZIE in 1935.
THIJS IJS IN HET DAL DER NEVELS
WE\TSnXG IT SEPTEMBER '193'
HA'AKCE M'S DAGBISD"
De Commissie van Vijf beraadslaagde. Vergeefsche
poging tot bemiddeling van De Madariaga. Revolution*
naire beweging in Portugal. Regeering bleef den
toestand meester.
Genève.
Vergeefsche bemiddelings
poging van De Madariaga.
Omtrent de jongste zitting van de
Commissie van Vijf verluidt, dat de
voorzitter der commissie, De Mada
riaga, rapport heeft uitgebracht van
zijn besprekingen met den Italiaan-
schen vertegenwoordiger baron Aloisi,
die slechts negatief resultaat hebben
gehad, zoodat de bemiddelingspogin
gen van den Spaanschen ambassa
deur als mislukt beschouwd kunnen
worden.
De commissie begint Donderdag met de uit
werking van het rapport, dat den Volken-
bondsraad zal worden overgelegd.
Aangezien de leden slechts zeer spaarzame
mededeelingen hebben gedaan over de zitting
van heden, doen weer tal van geruchten de
ronde over nieuwe voorstellen. De indruk, dat
De Madariaga's pogingen mislukt zijn is
echter algemeen.
Laval en Sir Samuel Hoare hebben hun
gedachtenwisseling gisteravond weer voort
gezet. De Britsche minister van Buitenland-
sche Zaken heeft het tegenover de pers
voorgesteld, alsof het verloop der besprekin
gen van 's morgens uiterst bevredigend was.
Laval verklaarde echter ironisch: „We zul
len niet over Abessynië spreken."
Portugal.
Regeering verhindert een
poging tot opstand.
Dinsdagmorgen woeg heeft men in
Portugal gepoogd, een revolutie te
ontketenen welke echter door het
krachtig optreden der regeering in
de kiem werd gesmoord. In het land
heerscht, naar Reuter meldt, thans
volkomen rust. In den namiddag
kwam de ministerraad bijeen. De zit
ting duurde tot laat in den avond.
De minister van binnenlandsche zaken
weigerde een verklaring van het ge
beurde te geven.
In den nacht op Dinsdag werd de regee
ring gewaarschuwd, dat er een revolutie
poging zou plaats hebben. Men deelde mede,
dal eenige leden der nationaal-syndicalisti-
sche groep zich onverwacht hadden aange
sloten bij communistische elementen, die op
hun beurt trachtten zekere persoonlijkheden
uit de linksche partijen mee te sleepen.
Zoo trachtte de vlootofficier Mendes Norton
op den kruiser „Bartolomae Dias" een op
stand te verwekken. Hij werd echter door den
commandant van den kruiser „Correia da'
Siiva" gearresteerd. Naar verluidt zijn voorts
nog verscheidene regeeringsvijandige elemen
ten gearresteerd, w.o. de bekende officier
Alameida.
Onmiddellijk zijn krachtige maatregelen
getroffen. Te Lissabon is de staat van beleg
afgekondigd. De citadel, waar de president
der republiek woont, de post- en telegraaf
kantoren, de radiostations, kazernes en open
bare gebouwen worden door de poiltie be
waakt. Vijftig arbeiders van het arsenaal zijn
in arrest gesteld.
Ook in verschillende plaatsen in de pro
vincie, o.a. te Coimbra, zijn soortgelijke voor
zorgsmaatregelen getroffen als in de hoofd
stad.
De minister van binnenlandsche zaken
heeft in den loop van den middag op verschil
lende punten het spoorwegnet onder bewa
king gesteld. Tal van nieuwe arrestaties wer
den verricht, met name onder het officieren
corps in de hoofdstad Lissabon.
Italië.
Voor het algemeene appèl der
fascisten.
De order van Mussolini in zake een binnen
kort te verwachten algemeen appèl in alle
steden en buurtschappen van Italië en de ko
loniën wordt op de eerste pagina's der bladen
gepubliceerd, meldt het A. N. P.
De bladen deelen mede, dat hier sprake is
van de meest uitgebreide fascistische mobili
satie, welke men ooit heeft beleefd sedert den
marsch van Rome. Er zullen tien millioen
Italianen aan deel nemen, terwijl 33 millioen
anderen met hun gedachten aanwezig zullen
zijn.
Lavora Fascista noemt het decreet m zake
het algemeen appèl het „beste en meest ef
fectieve commentaar op de tegenwoordige
Internationale situatie op een oogenblik, dat
men een voorwendsel probeert te zoeken te
gen het fascisme en tegen de onbetwistbare
historische rechten der Italiaansche natie.
Het fascistische Italië heeft volgens het blad
slechts een wil, een dicipline en een bevel."
Dultschland.
De Rijkspartijdag begonnen.
Gistermiddag heeft de rijksperschef van de
N.S.D.A.P. dr. Dietrich, de vertegenwoordigers
van de binnen en buiteniandsche pers ont
vangen, bij welke gelegenheid hij een rede
voering uitsprak over „de beteekenis van
de nationaai-socialistische gedachte en haar
innerlijke dynamiek en geestelijke span
krachten".
De partij, aldus spr., is bestemd tot de
politieke leiding der natie. Haar leider is de
leider van het Duitsche Rijk.
De partij is de garant voor de hemogeni-
.teit van leiding en volk.
Wat de buiteniandsche politiek betreft,
zeide spr. o.a. dat de volkspolitieke staats-
gedachte de wereld tot bewustzijn brengt,
dat de macht der staten minder steunt, op
de bajonetten dan op de energie en de kracht
van het volk. Hiervan uitgaande kan de im
perialistische gedachte van binnen uit wor
den overwonnen en kan de onderlinge orde
iüer naties worden bepaald en kunnen haar
levensbehoeften en -belangen afgewogen
worden. Tegenover de politiek der z.g. collec
tiviteit der overwinnende staten in den
schaduw van Versailles plaatst het nationaal-
socialisme de samenwerking van vrije en
souvereine staten in het licht van de rechts
gelijkheid. Tegenover de resultaatlooze
reuzenconferenties aan den loopenden band
in Genève plaatsen de nationaal-socialisten
het principe van het directe contact van staat
tot staat.
In Moskou, zei spreker, is enkele weken
geleden het wereldcongres van de Komintern
bijeen gekomen, met de leuze de toorts van
den brand der bolsjewistische omwenteling
naar alle landen der aarde te dragen. In
Neurenberg is de N.S.D.A.P. bijeen gekomen
voor vruchtbare arbeid ten behoeve van het
Duitsche volk en voor het afleggen van ge
tuigenis van het herwinnen zijner vrijheid.
In Moskou is de generale staf van de Bolsje
wistische wereldrevolutie bijeen gekomen als
de incarnatie van afbrekende vernieling. In
Neurenberg komt de politieke generale staf
van het Duitsche volk bijeen als drager van
een opbouwend, den wereldvrede dienend
principe.
Hitier te Neurenberg
aangekomen.
Rijkskanselier Hitler is 's middags tengen
half vijf op het vliegterrein van Neurenberg
aangekomen, waar een zeer groote menigte
den leider verwelkomde. Rudolf Hess, de
plaatsvervanger van den leider, die des mor
gens met vele partijleiders was gearriveerd,
heeft Hitier namens de congresstad be
groet.
Vonnis van Brodsky wordt
onderzocht.
Op last van den gouverneur van den staat
New-York.
HET A. N. P. meldt uit Albany (New York).
10 September: De gouverneur van den staat
New York, Lehmann, heeft Dinsdag den rech
ter Jacob Gould Shurman Jr. verzocht hem
rapport uit te brengen over de verklaringen
van rechter Brodsky in het proces naar aan
leiding van de incidenten met de Bremen.
De gouverneur heeft verklaard het rapport
van rechter Shurman zonder commentaar te
zullen doorzenden aan staatssecretaris Huil.
ITALIAANSCHE OORLOGSSCHEPEN IN
GRIEKSCHE WATEREN.
ATHENE, 11 September IA.N.P.) Tot
groote verrassing van de Grieksche autori
teiten is gisteren zonder voorafgaande ken
nisgeving een aantal Italiaansche oorlogs
schepen in Grieksche wateren verschenen
De leerling, die doceerde.
Of hoe een Staatshoofd zijn prestige kan
verhoogen.
Frankrijk
Extra belasting op oorlogs
winsten.
Thans zijn, naar A.N.P. uit Parijs meldt, de
bepalingen gepubliceerd voor de toepassing
van de wet, waarbij een extra-belasting van
zal worden geheven op winsten, gemaakt
op de uitvoering van orders voor nationale
verdediging.
In de inleiding dezer wet, die geteekend is
door de ministers van oorlog, marine en
luchtvaart, wordt gezegd, dat het publiek
niet in staat is te begrijpen waarom de op
offeringen die de natie zich getroost voor de
nationale verdediging, leidt tot de verrijking
van zekere burgers. Daarom is deze extra
heffing van 20% ingesteld.
Onder deze heffing vallen contracten voor
het voorzien van het leger van graan, vee
voeder en brood, voor de fabricage van mili
taire uitrustingen, voor zoover zij grooter zijn
dan frs. 30.000.
Alle contracten zullen onderhevig zijn aan
de nieuwe belasting, indien het bedrag hooger
is dan frs. 300.000.
Albanië
Drieëntwintig revolutionnairen
ter dood veroordeeld.
Reuter verneemt uit Tirana: Drie
en twintig personen die er van be
schuldigd worden deel te hebben
genomen aan den opstand tegen
koning Zog, zijn ter dood veroor
deeld. Tien verdachten kregen levens
lange gevangenisstraf, twaalf 15 jaar
gevangenisstraf, terwijl 50 verdach
ten werden vrijgesproken.
Griekenland.
Premier Tsaldaris voor herstel
der monarchie.
De Grieksche premier Tsaldaris
heeft gisteren naar Reuter uit Athene
meldt een pr-oclamatie uitgevaardigd,
waarin, hij het volk opwekt, om zich
ter gelegenheid van het aanstaande
referendum uit te spreken ten gunste
van een herstel der monarchie.
Officieren werden handgemeen.
Over het gevecht, dat in den nacht gele
verd is tusschen republikeinsche en monar
chistische officieren der garde, meldt Reuter,
dat dit plaats vond op den drempel van het
vertrek, waar de ministers vergaderden.
De republikeinsche leider, generaal Pana-
jotakos werd door een bajonetsteek aan den
wang gewond; zijn broer, die Kamerlid is,
werd door een kogel aan de hand gekwetst.
Streicher's jongste product.
Lectuur, die alle perken te buiten gaat.
Gelijk reeds gemeld, is gisteren ter gelegen
heid van den aanvang van den Rijkspartijdag
een extra-editie uitgekomen van het anti-
semietische blad van Streicher de „Stürmer",
onder den titel „Moordenaars vanaf het be
gin". Het uitvoerige nummer aldus het
A. N. P. geeft een groot aantal verhalen
over moorden en martelingen die door Joden
vanaf de oudheid tot en met het optreden van
den Tsjeka in Rusland gepleegd zouden zijn.
Het nummer is geïllustreerd met prenten
waarin de slachtoffers van den „Joodschen
terreur" levend gevild worden. Zelfs is er een
illustratie die een handschoen vertoont die
gemaakt is uit menschenhuid. De slotpara
graaf van het blad verklaart: „De Joden zijn
een volk van moordenaars en hun misdaden
schreien ten hemel. Zoo zal het voortgaan tot
de tot bewustzijn gekomen niet-Joodsche we
reld zich aaneensluiten de doodstraf over
de Joden wordt uitgesproken en uitgevoerd."
DE BLUE BIRD TOCH NIET VERKOCHT?
Sir Malcolm Campbell heeft het bericht
tegengesproken dat hij zijn Blue Bird zou
hebben verkocht aan den Amerikaanschen
sportman Sanford. (A. N. P.
Eenigen tijd geleden bezocht de heer Al-
bert Lebrun de Brusselsche tentoonstelling,
schrijft G. de la Fouchardière in 1' Oeuvre.
Hij hield zich zeer lang' op in het Fransche
Paviljoen, wat. heel begrijpelijk isEn in
iedere zaal kreeg de president, die door een
indrukwekkenden -stoet van officieele per
sonen en journalisten gevolgd werd, van een
Bevoegdheid een uiteenzetting vr^i het tot
glorie der Fransche industrie geëxposeerde
materiaal.
Zoo ontving het staatshoofd, zonder een
andere reactie tot uiting te brengen dan een
sobere mimiek, die zijn groote aandacht en
levendige belangstelling weerspiegelde en
met een beminnelijke door langdurige
gewoonte verkregen gratie, lessen in werk
tuigkunde, bijouterie, meubelmakerij en sui-
kerfabrigae.
Men bereikte de afdeeling der chemische
producten. Op een tafel bevond zich een
kaart van de Eizas met aanwijzingen over de
productie van potasch.
Toen, tot algemeene verbazing, nam de
president van de republiek het woord:
„Mijne heer en", zei hij tot zijn toeschouwers,
,,„U ziet deze bergen, die gescheiden zijn
door een diepe valleiEenmaal bevond
zich op die plaats een bergketen, die in
stortte en het ontstaan van een dal tenge
volge had, waar de zee binnendrong. Toen
de golven zich terugtrokken, lieten zij de
bestanddeelen van de potasch achter. U hebt
het bewijs van de verdwijning van den mid
delsten keten, wanneer u de overeenkomstige
lagen aan beiden zijden van de vallei ver
gelijkt. U zult zien, dat ze identiek zijn".
Aldus ontwaakte de docent Lebrun uit een
langen slaap. Drie en dertig jaar in het ver
leden teruggevoerd bewees hij de colleges,
die zijn leerlingen van de handelshoogeschool
van hem ontvingen,, nog niet vergeten te
zijn.
En zijn leeraren vaxi de Brusselsche expo
sitie keken elkaar verrast aan.... de leer
ling Albert Lebrun kénde dus iets!
Met deze zeldzame uiting doet de heer
Albert Lebrun zijn vak eer aan. Wij zouden
ons gelukkig prijzen, wanneer hij zijn geste
in Frankrijk zou willen herhalen
De schrijver herinnert er dan aan, dat de
president dikwijls de wedrennen bezoekt en
vervolgt:
De heer Lebrun is een ruiter; hij houdt
van het paard en kent hetWat een
prestige en wat een populariteit zou hij op
de renbaan verwerven, wanneer zou blijken
dat zijn belangstelling voor het paardenras
in het geheel niet geveinsd was....
Hij zou bijvoorbeeld bij den favoriet, die het
hoofdnummer vormt, een korte uiteenzetting
kunnen geven.
„Precies het model van zijn vader Bland-
ford.Misschien wat recht op de voor-
beenen, maar toch niet te veel om hem bij
het neerkomen te hinderen.... Hij heeft
groote voeten, dat is een voordeel bij zijn ge
wicht en het heeft overigens een mooi uiter
lijk nog nooit schade gedaan. (Tot iemand
uit zijn gevolg:) Pas op z'n hoefEen
paard is niet zooals een hond, van voren ge
vaarlijk, het is juist aan den achterkant, dat
hij z'n verontwaardiging te kennen geeft,
wanneer iemand hem ergert".
Aldus zouden de menigten van de renbaan,
die totnogtoe onverschillig tegenover het
presidentieels prestige hebben gestaan, in
bewondering tegen elkaar zeggen:
„We hebben toch maar een president, die
verstand van de dingen heeft!"
Iedere Chinees is koopman. Het opiumvraagstuk.
De winkelstraten, die dikwijls een spe
ciaal karakter dragen B-loemenstraat, Lan
taarnstraat, Koperstraat, Jadestraat, zien er
altijd kleurig uit en men treft in deze zeer
amusante winkels wonderen van smaak en
vernuft aan tegen zoo lage prijzen, dat de
nieuw aangekomene altijd aan vergissin
gen denkt. Het is in de volkswijken, vooral,
waar de kleine neringdoenden zich dikwijls
cp straat geïnstalleerd hebben of in winkels
zonder voorgevels en die altijd geopend blij
ven, dat men zich rekenschap van de enorme
werkkracht en de geringe behoefen van den
Chinees uit het volk geeft. Zoo'tu winkel, die
zoo primitief en zoo slecht onderhouden- is,
dient tegelijkertijd als woning voor de fa
milie. Om beurten houden de man, de vrouw
en de oudsten der kinderen de wacht om de
klanten te bedienen, terwijl de rest van het
gezin, overdag zoowel als 's nachts op banken
en dikwijls zelfs op den grond slaapt.
De rondtrekkende barbier, een typische
verschijning in Peking.
Haast geen onkosten, zelfs geen persoon
lijke uitgaven, alleen die voor de noodzakelijke
voeding. Heel weinig behoeften, eigenlijk al
leen het verlangen om onafhankelijk in den
menschelijken mierenhoop te kunnen leven-
De Chinees is vermoedelijk de hartstochte-
lijkste koopman van de wereld. Zelfs als hij
een ander beroep uitoefent verlangt hij er
naar deelgenoot te worden in de zaken van
anderen: men zou haast kunnen zeggen, dat
in het hart van iederen Chinees een koopman
sluimert. De piccolo van het hotel, die ons het
adres van een antiquair of een kleermaker
geeft, de chauffeur, die ons er heen brengt,
zelfs de man, die er ons in zijn „handwagen
tje" naar toe rijdt vergeten aan het einde
van den dag niet bij den betreffenden win
kel aan te kloppen om provisie te vragen of te
eischen. Deze bescheiden tusschen-personen
aarzelen niet ons te vragen, voor hoeveel wij
in den win-kel besteed hebben om er zeker van
te zijn, dat zij niet te koi't zullen komen.
Het bedrag, dat hun ten deel valt is dikwijls
niet meer dan enkele stuivers, m-aar met een
paar stuivers kan een Chinees een dag leven,
soms zelfs verscheidene dagen
Het leven is hier rustig als nergens anders
ter wereld. Zelfs de wagentjes, die ons ko
men afhalen, telkens als wij het Grand
Hotel te Peking een prachtig, door Fran-
schen geëxploiteerd paleis verlaten, dra
gen door hun soepelen en onhoorbaren gang
ONZE DACELIJKSCHE KINDERVERTELLINC.
Thijs heeft nauwelijks begrepen, dat hij een gevangene is, of daar
begint het spook al uitvoering aan zijn plan te geven. Het nevel
lichaam wikkelt zich om Thijs heensteeds vaster voelt deze zich
geboeid en op het laatst kan hij geen vin meer verroeren! „Het geeft
toch niet, of je tegenstribbelt," zegt het spook, „er is nog nooit
iemand in geslaagd uit ons nevelsnoer los te komen."
„Wat gaat er met me gebeuren?" vraagt Thijs angstig.
„Dat zul je wel zien." krijgt hij ten antwoord. „Voordat ik je bij
mijn meester gebracht heb, mag je daar nog niets van weten."
En zoo moet Thijs zich, zonder dat hij een kans tot ontvluchten
krijgt, laten meenemen.
Door EMILE SCHREIBER
tot dien indruk van volledige kalmte bij. In
de binnenhuizen treft ons de ingetogen be
diening van voortreffelijk getrainde „valets",
die over de Oostersehe tapijten schijnen te
glijden en men herinnert zich ineens weer
den goeden ouden tijd, toen de menschheid
nog niet zoo gehaast was, toen rijkdom en
vormen de illusie gaven van een welvaart
en een superioriteit,, die door geen evolutie
scheen te kunnen worden getroffen.
Maar de groote gebeurtenissen en de so
ciale omwenteling-en hebben ook de Onveran
derlijke Hoofdstad bereikt. Twintig jaar ge
leden werd de jonge keizer verjaagd uit de
stad, waar al zijn voor-vaderen -hun zetel had
den gehad. In het keizerlijke paleis met het
roode dak, dat schittert in de zon, bezichti
gen wij de prachtige vertrekken, waar de
Chineesche heerschers zich -met hun vrou
wen of concubines plachten op te houden. Wij
zien de laatste kunstvoorwerpen, die, welke
bij de verschillende plunderingen op hun
plaats zijn gebleven en bovendien wat nog
ontroerender is de familiestukken en het
speelgoed van den laatsten, jeugdigen keizer,
die ons eenige dagen later in audiëntie zou
ontvangen te Hsingking, de nieuwe hoofd
stad van Mandsjoelcwo. Het zijn looden sol
daatjes. Een baby-Pathé, ongetwijfeld één der
eersten, die gefabriceerd werd, een gramofoon
met een enormen koperen hoorn, een fietsje
en een portret van generaal Joffre uit het be
gin van den oorlog.
Van het zomerpaleis zijn de mooiste gedeel
ten veranderd in populaire restaurants en de
bevolking kan thans vrij rondloopen in deze
prachtige paleizen, waar twintig jaar geleden,
de toegang verboden was.
Andere paleizen zijn veranderd in tentoon
stellingsgebouwen, waar industrieelen en han
delaars hun artikelen exposeeren. Men zou
kunnen spreken van een soort jaarmarkt, waar
van alles verkocht wordt; van papieren kin-
derspeelgoeod af tot machtige textielmachi-
nes toe.
De Chinees van tegenwoordig is erg-
trotsch op de producten, die op het oogenblik
in eigen land vervaardigd worden; maar men
hoeft slechts een wandeling langs de stands
te maken om tot de conclusie te komen, dat
de geëxposeerde artikelen of de machines, die
voor de vervaardiging daarvan dienen, tech
nisch en kwalitatief van heel wat geringer
waarde zijn dan die, welke wij in Japan gezien
hebben.
De opiumkitten,
In den avond -brengen wij een bezoek aaiï
een aantal opiumkitten. Deze bestaan in. aller
lei categorieën. Voor de gegoede burgers zijn
er clubs met aparte kamertjes voor een of
twee opiumschuivers. Minder welgestelde lie
den maken gebruik van zaaltjes voor tien
„schuivers", de zindelijkheid laat hier heel
wat meer te wensohen over.
Maar het merkwaardigste zijn toch de opium
kitten voor de koelies, waar de opiumschui
vers bij vijftig tegelijk op banken liggen.
Iedere opiumschuiver besteedt ongeveer een
halven franc per pijp.
De lucht, die in deze kamers hangt en het
ellendige schouwspel, dat men te zien krijgt
vormen een schril contrast met het vooruit
strevende, hygiënische pragram, dat door de
Japanners voor de noordelijke provincies is
opgesteld.
De opiumkwestie blijft levendige debatten
tusschen de Japansche en de Chineesche pers
veroorzaken. De Ghineezen beschuldigen de
Japanners er van het opiumgebruik aan te
moedigen in plaats van te belemmeren; de
Japanners verzekex-en echter, dat zij voor de
oixderdrukking van het euvel ijveren, maar dat
deze, ook in het belang van de gezondheid der
opiumschuivers, slechts langs den weg der ge
leidelijkheid kan geschieden.
In werkelijkheid heeft Japan den opium-
handel gemonopoliseerd.
Waar men aan den eenen kaxxt, vooral in
de scholen, met kwistige hand biljetten ver
spreidt, waarin op de schadelijke gevolgen
van het opiumgebruik gewezen wordt, gaat men
er niettemin anderzijds mee door jaarlijks
de tientallen millioenen op te strijken, die de
exploitatie afwerpt.
De naaste toekomst zal leeren of de Japan
sche regeering al öf niet haar beloften zal xxa-
komen inzake het beëindigen van dezen be-
tx-eurenswaardigen handel in alle groote ste
den van Mandsjoekwo, waar dit thans op z'n
minst nog getolereerd wordt.
Tooneel in Peking.
Het tooneel is onveranderd gebleven. Het is
voor het verstand van dexi Europeescherx toe
schouwer volkomen onbegrijpelijk.
Op een gordijnloos tooneel, dat tot bijna in
de voorste fauteuils vooruitspringt, declamee-
ren de acteurs met schelle stem exi in lang
zaam tempo slepende melodieën.
Om den toeschouwer wakker te houden
slaan de musici met kracht en oogenschijnlijk
zonder x'hytme op bekkens en tamboerijnen.
Telkens als een zanger, die met zijn korte ge
baren wel eexx automaat lijkt, zijn couplet be
ëindigd heeft, komt een in het blauw geklee-
de bediende op het tooneel om hem een kop
thee ixx te schexxken. Deze indringer doet xxiet
de mixxste pogixxg het vreemde effect van zijn
interventie eerxigszins te verminderexx. De
„jeune première", die er dikwijls aardig uit
ziet, verliest veel vaxi haar charme door tus
schen de coupletten door ongegeneerd op de
tapijten te spuwen.
Het publiek draagt een zeer gemengd ka-
x'akter het varieert tusschen den rijkerx
koopman en den koelie en zit op een reeks
versleten fauteuils, die zoo maar op den vloer
gezet zijn. Slordig uitziende bedienden loopen
rond en bieden, zonder zich oxxx de opvoerixig
te bekonxmerexi met schel stemgeluid en ver
staanbaar voor hen, die de taal machtig zijn,
koppen thee aan en schotels met zonnebloe
men, die door de toeschouwei's gekauwd en
vervolgens willekeurig in het rond uitgespuwd
worden. De onaangename lucht in de zaal en
het oorverdoovend lawaai van de muziek ma
ken, dat een noi-male Europeaan het hier niet
lang kan uithouden.
Zoo is het hedendaagsche Peking, dat mis
schien vandaag of morgen onder invloed van
Japan een verandering kan ondergaan.
In het Verre Oosten kan men minder dan
elders voorspellen, wat de volgende dag bren
gen zal.
(Nadruk verboden),