De exploitatie der spoorlijnen
in de Haarlemmermeer
NIEUWE STOFFEN
ZATERDAG 14 SEPTEMBER 1935
HAARDE M'S DAGBLAD
5
Nog in het belang der streek te achten
De geldelijke offers daartoe.
Vrijdagavond had de Kamer van Koophan
del en Fabrieken voor Haarlem en omstreken
een vergadering belegd in hotel de Beurs te
Hoofddorp, ter bespreking van de vraag of ex
ploitatie van de spoorlijnen in de Haarlem
mermeer en omgeving nog in het algemeen
belang van de betrokken streek is te achten
en of deze zich daartoe geldelijke offers be
hoort te blijven getroosten.
De Kamer had den heer Ir. J. G, Bijl, inge
nieur van den Haarlemmermeerpolder en oud
ingenieur der Hollandsche Electrische Spoor
wegmaatschappij bereid gevonden deze be
spreking in te leiden.
De bijeenkomst die door ongeveer 150
personen werd bijgewoond werd geleid door
den heer Th. G. C. Hooy, ondervoorzitter van
de Kamer, die mededeelde, dat de voorzitter,
de heer G. J. Droste, door verblijf buitenslands
verhinderd was aanwezig te zijn. Hij heette
de aanwezigen welkom, in het bijzonder de
autoriteiten, waaronder vertegenwoordigers
van den Minister van Waterstaat, van de Ne-
derlandsche Spoorwegen, van den Directeur-
Generaal der Posterijen, verder de burgemees
ters en secretarissen van Haarlemmermeer,
Aalsmeer, Boskoop, Alphen en Uithoorn, alsook
bestuurders van verschillende organisaties op
het gebied van tuinbouw, landbouw, bloemen
en boomenteelt.
Inleiding Ir. J. G. Bijl
De heer Bijl begon met op te merken, dat
de mededeeling van de directie der Nederland-
sche Spoorwegen, dat met ingang van 1 Ja
nuari a.s. de exploitatie van enkele der lijnen
van het spoorwegnet in de Haarlemmerme.N
gestaakt zullen worden, de Kamer heeft doen
besluiten deze vergadering te beleggen. Hij
herinnerde zich den f eestelij ken maaltijd op
2 Augustus 1912, gegeven ter eere van de
opening der het eerst gereed gekomen gedeel
ten van dit net, waardoor een groot landelijk,
gebied bij het wereldverkeer werd aangeslo
ten. Die herinnering wekt nu weemoedige ge
dachten op. Wel berichtte de Spoorwegdirec
tie, dat het in haar bedoeling lag zoo mogelijk
maatregelen te treffen, waardoor de overige
Haarlcmmermeerlijnen in exploitatie kunnen
blijven, doch zij voegde daaraan toe öf en zoo
ja tot welk bedrag op jaarlijksche bijdragen
ter dekking van het exploitatie-tekort gere
kend kon worden.
Spreker meende niet mis te tasten wanneer
hij zei, dat deze mededeeling der Spoorwegdi
rectie als een uitvloeisel is te beschouwen van
de bekende richtlijnen die de minister van
Waterstaat 27 Februari in de Tweede Kamer
heeft aangegeven, waarin hij als kern van de
door het kabinet te volgen verkeerspolitiek
ojn. een sterke beperking van onrendabele
spoorlijnen noodzakelijk noemde.
Hierop gaf spreker een korte historische
schets van de ontwikkeling van het verkeers
wezen, waaruit wij aanstippen, 'dat reeds in
1-864 een concessie-aanvraag bij de regeering
is ingekomen voor spoorlijnen in de Haarlem
mermeer.
De heer S. A. Reitsma, die den laatsten tijd
baanbrekende studies geschreven heeft over
het verkeerswezen, waarvoor spreker groote
waardeering heeft, liet als „Leitmotiv" hoo-
ren: „Elk verkeer moet zijn eigen lasten dra
gen". De vraag rijst evenwel of dergelijke
simplistische regels wel voldoende zijn ter be
paling en ter behartiging van het Staatsbe
lang. Dezelfde vraagt dringt zich op wanneer
de Alg. Nederlandsche Verkeers Federatie
schrijft te allen tijde krachtig stelling te zul
len nemen tegen maatregelen tot ordening
van het verkeer, welke een economische nood
zakelijke evolutie van het verkeersapparaat,
te bereiken door inkrimping van het oude en
uitbreiding van het moderne vervoer, zullen
bemoeilijken.
In de memorie van antwoord der regeering
Inzake het wetsontwerp tot instelling van een
verkeersfonds wordt uitgestippeld „dat het
nieuwe vervoer meteen het verlies goed zal
maken dat de bestaande vervoermiddelen lij
den, doordat het vervoer zich verschuiven
zal". Daarmede trekt de regeering een richt
lijn uit onze geschiedenis. Terecht acht het
ministerie het noodzakelijk beschadiging of
bevoorrechting van particuliere belangen zoo
veel mogelijk te voorkomen.
Diezelfde gedachtengang blijkt nog nadruk
kelijker uit de rede die de minister van Wa
terstaat Jhr. Ir. O. C. A. van Lidt de Jeude
gehouden heeft bij de installatie van de com
missie van advies en bijstand voor het ver
keerswezen. Hij zei namelijk: „Rekening is te
houden met de reeds van ouds bestaande ver
keersmiddelen, die weliswaar dienen te wor
den aangepast bij de zeer gewijzigde verhou
dingen door het moderne verkeer te weeg ge
bracht, doch die men niet terzijde kan stellen
zonder ontzaggelijk kapitaalverlies en zonder
groot nadeel en ongerief aan de gemeenschap
en de betrokkenen te berokkenen".
Als wij de lijn die de ontwikkeling van
het verkeerswezen in het verleden aangeeft
raadplegen, dan blijkt deze in overeenstem
ming met het ook op ander terrein waar te
nemen feit, dat uitvindingen van revolutio-
neerende beteekenis, elkaar met toenemende
snelheid hebben opgevolgd, Helaas werd deze
eenvoudige waarheid bij het opstellen van
rentabiliteitsberekeningen herhaaldelijk uit
het oog verloren. De juiste werkwijze zou ge
weest zijn bij den bouw van een openbaar
werk eerst de economisch-sociale levensduur
te schatten, daarna het afschrijvingspercen
tage te bepalen dan met die gegevens ge
wapend kunstwerken enz., te ontwerpen.
Thans heeft, door den bouw der wegen,
het motorwegverkeer voor concurrentie een
kans gekregen. De Staat zal, als ondernemer
der automobielwegen, daarvoor belastingen,
tollen of retributies moeten heffen, waardoor
de vervoerprijzen ongeveer de hoogte van die
der spoorwegen krijgen.
Wanneer thans de Alg. Ned. Verkeers
Federatie betoogt, dat het motorwegverkeer
voldoende voor de wegenverbetering bijdraagt
zou daarmede bewezen zijn, dat de Staat als
ondernemer der wegen-verbetering geen ver
lies lijdt, doch daarmede zijn de commer-
cieele beginselen, die het maken van zoo
groot mogelijke winst beoogen, nog buiten
beschouwing gebleven. A priori bestaat er
ook geen reden een bepaalde bedrijfstak n.l.
het vervoerwezen, uit te schakelen als belas
tingobject en uit de algemeene middelen te
steunen. Toch geschiedde dit laatste door
den aanleg en bouw van onderscheiden open
bare werken gedurende de laatste honderd
jaar in hooge mate.
Thans bij opstelling van exploitatiereke
ningen voor de onderscheiden vervoermid
delen, de juiste bedragen voor rente en af
lossing der bouwkosten in de rekening op te
nemen is niet alleen ondoenlijk, het is ook
onnoodig. De uitgaven zijn gedaan, bijna
geen enkele vervoersweg weiipt directe baten
af, alle onttrekken gelden aan de openbare
middelen. Het is zeer begrijpelijk, dat handel-,
landbouw en industrie op lage vervoerkosten
aandringen, doch uiteindelijk drukt iedere
belasting op het bedrijfsleven en is het de
vraag op welke wijze die druk op de minst
nadeelige en de meest billijke wijze verdeeld
kan worden. Zonder ons in dit probleem te
verliezen, zij er op gewezen, dat de moderne
belasting wetenschap zoowel de Staat als de
belastingplichtigen in hooge mate gebaat
acht, bij een sterk gedifferentieerd belasting
stelsel en daarom dient rekening te worden
gehouden met de mogelijkheid, dat de Staat
direct of indirect het vervoer zwaarder zal
gaan treffen, eventueel de mogelijkheid daar
toe voor lagere bestuursorganen zal openen.
Spreker gaf vervolgens een beschouwing
over de theorieën van Prof. Ir. I. P. de Vooys
over conjunctuur. Van belang is het vast te
stellen of de exploitatie-uitkomsten van lo-
caalspoorwegen verminderd zijn tengevolge van
de wereldcrisis of door concurrentie van ande
re vervoermiddelen. Spreker betoogde dat
wereldcrisis geen invloed heeft gehaa op het
totaal der uit de Haarlemmermeerpolder per
trein afgevoerde goederen, maar dat de
verschillen in het vervoer zijn te beschouwen
als gevolgen der nieuwe uitvindingen op
verkeersgebied. Wordt zoo vervolgde spre
ker de door Prof. de Vooys aangegeven
handelwijze ter beheersching van de con
junctuur op dit locale vervoerwezen toege
past, dan zou de verdere ontwikkeling van
het motorverkeer geremd, dat der overige
vervoersbedrijven gestimuleerd moeten wor
den.
Of de -leiders der bedrijven welke direct of
indirect bij het motorverkeer geïnteresseerd
zijn, met deze zienswijze instemmen, valt te
betwijfelen. Zij moeten er evenwel rekening
mede houden, dat historische, staatkundige en
economische overwegingen den Staat kunnen
en vermoedelijk zullen dwingen tot sterkere
belasting van het motorwegverkeer.
Eventueele calculaties van vervoerkosten
kunnen zich daardoor in den toekomst sterk
wijzigen en reeds daarom komt het onge-
wenscht voor, dat een beslissing over het
behoud of de opheffing van locaalspoorwegen
genomen word aan de hand der bedrijfs
resultaten van enkele voorafgaande jaren.
Beschouwen wij in het bijzonder het ver
voer der in de Meer geteelde volumineuze
pi-oducten, stroo, vlas, aardappelen en sui
kerbieten. Het betreffen hier massa-trans-
.porten, welke, hoewel de spoorweg zich
daartoe bij uitstek leent, slechts zeer ten
deele door deze op de scheepvaart veroverd
en daarna goeddeels aan de vrachtauto, ver
loren werden. Door de „mogelijkheid" van
spoorwegvervoer konden echter de Land
bouwers van de omstandigheid blijven pro
fiteered doordat bij verkoop nunner proauc-
ten en aankoop Van kunstmeststoffen enz.
concurreerende aanbiedingen aan afnemers
of leveranciers konden uitgelokt worden.
Het komt spreker daarom in de eerste
plaats gewenscht voor. dat mocht het per
sonenvervoer de exploitatie van de locaal
spoorwegen niet meer loonend maken, deze
zoo mogelijk voor het goederenvervoer be
houden blijven.
Doch ook wat het personenvervoer be
treft. moge bedacht worden, dat verhooging
der kosten van het automobielverkeer geens
zins uitgesloten is, zoodat een uitsluitend be
schouwen van het beeld dat de afgeloopen
jaren ons voor oogen brengt, tot zeer een
zijdige conclusies kan voeren.
Als wij zoo vervolgde spreker in deze
een ruimer gezichtveld wenschen. voelen wij
pijnlijk het gemis aan een behoorlijk uitbrei
dingsplan. een zoogenaamd streekplan voor
dit gebied.
Het Hollandsche poldergebied, in het bijzon
der de droogmakerijen bieden mits de in
vloed van kortzichtige grondexploitanten ge
weerd wordt een uitgezochte gelegenheid
tot het scheppen van tuindorpen en recreatie
terreinen ten dienste van het dicht bevolkte
westen des lands.
Zoowel het in de Haarlemmermeer gelegen
vliegveld Schiphol als de terreinen voor paar
densport te Hoofddorp kunnen als recreatie-
oorden voor Amsterdam en Haarlem be
schouwd worden.
De mogelijkheid, dat ons gebied door ves
tiging van forensen, stichting van tuindorpen,
als anderszins, op den duur tot grooter bloei
komt, moet niet onderschat worden, doch dan
is een eerste vereischte dat zeer vele personen
vrijwel gelijktijdig vervoerd kunnen worden.
De vraag der Spoorwegdirectie of
de streek bereid is een jaarlijksche
bijdrage tot dekking van het exploi
tatietekort te verleenen, behoort,
volgens spreker, bevestigend beant
woord te worden.
De beantwoording der vraag tot welk bedrag
de stveek behoort bij te dragen is veel moeilij
ker te beantwoorden. In plaats van zich op
glad ijs te wagen vond spreker het beter in
het vraagstuk der locaalspoorwegen algemeene
richtsnoeren scherp te trekken. Het is bekend,
dat somtijds verkoopingen of verpachtigen
plaats vinden voor f 1. Het is aan te
bevelen dat begonnen wordt ipet een prin
cipieel standpunt in te nemen. Het spoorweg
verkeer kan in dit gebied weer belangrijk
groeien, zoowel ten gevolge van een stijgende
conjunctuur als door maatregelen door de
Spoorwegdirectie te treffen.
De directeur van een der groote concerns
op het gebied van kunstmest deelde spreker
eens mede, dat het spoorwegvervoer van deze
N V. G. A. y. d. STEUR'S
KLEDERMAKERIJ
KRUISSTRAAT 7 TEl. 10730
(Adv. Ingez. Med.)
stoffen belangrijk kon toenemen, mits de Mij
zich daar meer op toelegde.
Daarenboven biedt de locaalspoorweg Haar
lemAalsmeerNieuwersluis een gelegenheid
tot vervoer rondom Amsterdam, welke van
groote beteekenis kan zijn, zoolang de ontwor
pen ringbaan bij Amsterdam niet voltooid is.
Toch is het denkbaar dat de Spoorweg
directie jaarlijksche bijdragen ad f 1 te gering
acht om de exploitatie voort te zetten. Dan
wordt het een zaak van goed koopmanschap
voor partijen om elkaar te vinden in een re
geling. die beiden bevredigt.
Op de rede volgde applaus.
De gedachtenwisselïng.
Dc voorziter wees er op. dat het thans
gaat over de vraag, of de officieele lichamen
bereid zuilen zijn in de toekomst ook de Haar
lemmermeerspoorlijnen te blijven steunen met,
zoo noodig verhoogde, subsidies, om daardoor
het bestaan van alle of een deel der lijnen
mogelijk te maken.
De heer P. A. C o 1 ij n, burgemeester van
Alphen, was het met den inleider eens. dat
niet de cijfers der laatste jaren mogen beslis
sen over het voortbestaan van locaalspoor
wegen, vooral niet als dit jaren van laagcon
junctuur zijn. Ook mogen niet alle niet-ren-
dabele spoorwegen opgeheven worden. Er is
juist overheidsexploitatie gekomen om het
algemeen belang te kunnen dienen. De
Spoorwegen zijn feitelijk gelijk te stellen met
overheidsexploitatie. Als de Spoorwegen alleen
de rendabele lijnen willen behouden, doen zij
niet veel anders dan particuliere exploitanten.
Er is gezegd, dat de Haarlemmermeer-spoor
wegen een tekort hebben van f 750.000. Hoe is
dat evenwel berekend? Is ook rente berekend
van het aandeelenkapitaal?
Het zal niet gemakkelijk zijn de Spoorwegen
in stand te houden door subsidies van provin
cies, gemeenten, waterschappen, enz. Als alle
die nu subsidieeren hun bijdragen zouden ver
dubbelen. zou dit een bedrag opleveren van
f 87.000. Maar daarmede overbrugt men geen
tekort van iVz ton.
Op een vraag van de Kamer van Koophan
del van Rijnland of het tekort niet zou zijn te
verminderen door een voordeeliger wijze van
exploitatie, werd het antwoord ontvangen,
dat het dan zou verminderen tot de helft.
Als dat zoo is, waarom moet men dan met die
dure wijze van exploitatie blijven zitten.
Als de publiekrechterlijke lichamen zich
zouden verklaren voor hoogere subsidies, zou
als voorwaarde gesteld moeten worden, dat de
lijnen beter geëxploiteerd zullen worden.
Het verheugde spreker dat op deze verga
ring niet gesproken is over een actie voor het
behoud van één of meer bepaalde lijnen, maar
aangedrongen is op een actie voor het behoud
van alle lijnen. Het beste zal zijn daarvoor uit
deze vergadering een algemeen comité van
actie te benoemen.
De heer Ir. W. J. Burgersdijk. directeur der
N.Z.H.T.M., lid der Kamer van Koophandel,
besprak de belangen van het personenvervoer.
Personen die meenen dat het rail-vervoer zijn
tijd gehad heeft oordeelen niet juist. Men moet
evenwel letten op verbetering van het rail-
vervoer, electrificatie, betere rijtuigen, enz.
De Nederlandsche Spoorwegen zijn niet in
staat gebleken om het tempo der aanpassing
voor het uitgebreide net toe te passen. De
moeilijkheden met de Dieseltractie moeten
betreurd worden. Was die tegenslag niet. ge
komen, dan zou veler oordeel over het rail-
vervoer misschien anders zijn. Aanpassing
aan ae moderne eischen van het railverkeer
zal voor de Spoorwegen geboden zijn. Dat
moet zoo spoedig mogelijk geschieden. Het is
onverantwoord de verkeersbelangen van
groote streken over te laten aan het brooze
bestaan van autobusmaatschappijen.
De heer Ir. Lagerwey, bestuurslid der
Verkeers Federatie, betoogde, dat de exploi
tatie-mogelijkheden van de Haarlemmermeer-
spoorwegen zeer slecht zijn. Personen en goe
derenvervoer is respectievelijk met veel meer
dan 50 en 40 pet, gedaald. De algemeene daling
bij de Spoorwegen in ons land is slechts 18
pet. De grens der exploitatie onmogelijkheid
is bereikt. Er is slechts in de eerste 4 jaar met
winst gewerkt, maar toen zijn de tekorten ge
komen. Sinds 1930 is van de Haarlemmermeer
lijnen een verlies van f 1.300.000 overgeschre
ven op de Nederlandsche Spoorwegen. Het
kapitaal van 11.000.000 gulden, dat in de
Haarlemmermeerspoorwegen is gestoken, is
vrijwel geheel als verloren te beschouwen.
Daarom kan het wel niet anders dan dat de
lijnen zoo spoedig mogelijk opgeheven worden.
De voorzitter zei, dat de Kamer het
eens is met den heer Colijn, dat het
nu het beste is, dat een commissie
wordt benoemd om de actie voor het
behoud der lijnen op zich te nemen.
Die commissie kan dan bewerken, dat
publiekrechterlijke lichamen overleg
plegen over het antwoord dat aan de
Spoorwegen gegeven zal worden over
een eventueel hoogere subsidie.
Spreker betreurde het, dat het gemeentebe
stuur van Haarlem reeds zonder overleg met
andere belanghebbenden op het verzoek der
Spoorwegen heeft geantwoord.
De voorzitter stelde voor in dit comité te
benoemen de heeren P. A. Colijn, burgemeester
van Alphen. J. C. Reynders Folmer, dijkgraaf
van den Haarlemmermeerpolder, Mr. A. Slob,
burgemeester van Haarlemmermeer, J, Kaste
lein, burgemeester van Aalsmeer en J. Koot.
burgemeester van Uithoorn. Als secretaris zal
dan optreden Jhr. Dr. J. C. Mollerus, secre
taris der Kamer van Koophandel.
De vergadering vereenigde zich hiermede.
De voorzitter dankte tenslotte den inleider
en de debaters.
PERSONALIA.
Bij de examens voor het politie-diploma van
den Algemeenen Nederlandschen Politiebond,
werd het diploma verworven door: T. P. van
Tongeren, Haarlem; C. G. F. van Vliet, Haar
lem.
Voor Haarlem's Politierechter.
's Nachts na het bal.
Er was een feestje van een voetbalver-
eeniging in Dreefzicht te Heemstede en het
ging daar gezellig toe. zoodat men den tijd
vergat en het drie uur was toen de feest
vierenden besloten huiswaarts te gaan. Er
waren ook eenige dames bij en die stelden
zich onder de hoede van een paar heeren,
omdat andere heeren tijdens het feest be
halve vroolijkheid ook een bijzondere atten
tie ten opzichte van de dames hadden ge
toond. waarop dezen niet gesteld waren. Zij
vreesden, dat de attenties buiten het
feestlokaal wat hinderlijk zouden worden,
vandaar dat zij zich onder manlijke bescher
ming stelden.
Haar vrees bleek niet ongegrond, want op
straat gekomen drongen de jongeheeren van
de attenties hun gezelschap aan de meisjes
op doch aanvankelijk droeg dit geen laak
baar karakter, want zij boden gracieus den
meisjes bloemen aan. Zeg het met bloemen,
dachten zij, maar de meisjes wilden zich
niets gezegd hebben en wezen de bloemen
af. Toen meende een der jongens, dat hij
zijn bedoeling duidelijker moest uitdrukken
en hij viel een der meisjes om den hals.
De beschermers achtten dit niet oorbaar
en een hunner verzocht den verliefden jon
geman zich van die liefdesbetuigingen te
onthouden. Maar dat was olie in het vuur en
als antwoord kreeg de geleider een slag op
het gezicht, waardoor hij bloedend werd ver
wond. wat onder voetballers toch zeker niet
geoorloofd is.
De niet verschenen klappengever kreeg
daarvoor van den politierechter f 25.boete,
conform den eisch.
De driftige
pensionhouder.
Een heer was in pension en voldeed aan
zijn verplichtingen, hetzelfde kan van den
kostbaas gezegd worden, zoodat men opper
vlakkig zou denken, dat het tusschen beiden
botertje tot den boom zou geweest zijn. Toch
was dat niet zoo en de pensionhouder, die
zich voor den politierechter had te verant
woorden, gaf als verklaring, dat zijn gast
treiterig was. Toen hij dit moest motiveeren,
vertelde hij, dat de gast, als het etenstijd
was, niet verscheen, ja, dat hij Zondags al
heel sterk tegen de regels van het huis zon
digde en om half acht thuis kwam, wanneer
het om zes uur dinertijd was.
De gast zei. dat hij wou vertrekken, maar
nu wilde de gastheer weer den opzeggings
termijn van een maand in aanmerking ge
nomen zien en zoodoende bleef de gast en
bleef er een onweers wolk hangen. Tenslotte
was het uur van scheiden aangebroken en
toen stond de gast er op. dat getuigen zouden
constateeren, dat hij niets aan het meubi
lair had beschadigd en dat spijkers zoeken
op laag water leidde tot een woordenwisseling
tusschen den gast en de kostvrouw. waarbij
naar de kostbaas mede deelde, de gast zijn
vrouw het woord slet had toegevoegd.
De commensaal zei. dat er over bed en niet
over slet was gesproken, maar de kostbaas
had slet verstaan en opkomende voor de eer
zijner vrouw, gaf hij den huurder een slas
op het gezicht, waardoor diens kunstgebit
gebroken werd en het gezicht pijnlijk aange
daan.
De politierechter vond dit geen behoorlijk
optreden van een pensionhouder en gaf f 30
boete conform den eisch van den officier,
terwijl de kostheer ook de reparatiekosten
aan het gebit, zijnde f 7.50 moet betalen.
Zenuwen.
Ben man had op de Amsterdamsche Vaart
een paar ruiten ingeslagen en weet dit aan
zijn zenuwen. De politierechter wist echter,
dat de man ook borrels had gedronken en de
ze gaf dat toe, maar dat was eigenlijk ook ai
weer vanwege de zenuwen. Hij had welliclv
gehoopt, dat door jenever de zenuwen tot be
daren zouden worden gebracht, doch had zich
misrekend, want nu gingen ze zoo spoken,
dat zijn armen als molenwieken gingen
zwaaien en al zwaaiende een paar ruiten ver
brijzelden, waarbij een der zwaaiende handen
danig werd gekwetst en de man het zieken
huis in zwaaide. Hier kwamen de zenuwen tol
rust en de hand weer zoo'n beetje in 't fat
soen en toen de man daar van zijn vrouw ver
nam dat hij ruiten had vernield, zag hij ter
stond de billijkheid in om die schade te ver
goeden.
Niettemin moest hij zich voor de vernieling
verantwoorden, doch de gekwetste hand .en
de schadevergoeding waren in zijn voordeel
en schoon de officier nog f 30 boete eischte
kwam de man er met f 15 af.
De Eerste Internationale
Focus-Fotosalon te Amsterdam
Fotosalon te Amsterdam.
DR. VAN DER SLEEN WEER NAAR
NEDERLAND.
Met een der eerstvolgende toestellen der K.
L. M. zal Dr van der Sleen naar het vader
land terugkeeren. Ditmaal was het voor
naamste doel van zijn reis de nieuwe moge
lijkheden voor het toerisme in het verband
met den dubbelen Indiëdienst rustig te
bekijken. Want de K. L. M.-lijn voert langs
plaatsen en over gebieden, waar men anders
niet zoo gemakkelijk komt. Dr. van der Sleen
brengt prachtige foto's Agfasmalfilmopna-
men mee van Siam, meer speciaal rond de
hoofdstad Bangkok, maar ook van de groote
tempelruïnen bij Angkar in Indo-China. waar
van de studie zoo buitengewoon belangrijk is
voor het beter begrijpen der Hindoe-Javaan-
sche en Balineesche kunstuitingen. Verder be
zocht hij Benares, de heiligste stad der Hin-
doe's, waar ook de Boeddha zijn openbaring
ontving, het schilderachtige Jodhpur, het aan
oude kuituur zoo rijke Bagdad en Babyion.
Maar ook onze Oost werd niet vergeten, berg
tochten op Java, lijkverbranding op Bali, een
verkenningstocht over Sumatra's snelle rivie
ren tot aan de bronnen van de Bahary Hari.
Dr. van der Sleen heeft weer stof voor vele
voordrachten en velen zullen weer door den
bril van den natuur- en schoonheidszoeker
kunnen meegenieten van het vele interessan
te dat de aarde biedt.
In de zalen van Arti et Amicltiae aan het
Rokin te Amsterdam wordt hedenmiddag bo
vengenoemde fototentoonstelling geopend.
Wij waren in de gelegenheid vooraf de ten
toongestelde werken rustig te bekijkien en zoo
doende een indruk te krijgen van hetgeen in
het buitenland op fotogebied gepresteerd
wordt.
Onwillekeurig is men geneigd vergelijkin
gen te maken met de resultaten van onze
Hollandsche vooraanstaande fotografen en
dan komt men vanzelf tot de conclusie dat
het buitenland niet beter, doch in vele geval
len anders werkt dan Holland. Het onderwerp
is, als wij de portretfotografie uitschakelen,
ook vaak een geheel ander dan men bij ons
gemeenlijk kiest. Landen die binnen hun
grenzen groote, massieve berggevaarten tel
len met. wit-besneeuwde toppen en vaak som
bere wolkgevaarten, kunnen nu eenmaal qua
onderwerp niet vergeleken worden met de
vlakke landen aan de zee.
Alleen daar waar het onderwerp van gerin
gen omvang is, of bij het portret, is het uit
wegen van bijzonderheden mogelijk, terwijl de
z.g. edelprocedés als accentuatie van een be
paald gegeven slechts als bijkomstige omstan
digheden aangemerkt kunnen worden.
De wakkere heeren Boer. de samenstellers
van dezen salon, hebben er goed aan gedaan
zelf voor het opzetten der foto's te zorgen, er
is daardoor eenheid ontstaan, die het ver
gelijken gemakkelijk maakt en het geheel
in een rustige sfeer stelt.
Zooals men begrijpen zal is het moeilijk uit
een totaal van 340 foto's een aantal speciaal
te vermelden. Bekroningen zijn niet uitge
reikt. het zou ook wel zeer lastig geweest zijn
deze zoozeer verschillende foto's binnen de
enge begrenzing van een puntenaantal te
brengen.
Toch kan men niet nalaten enkele namen
te noemen. Daar is bijv. Missone, de bekende
Belgische broomverfdrukker. die dadelijk aan
zijn speciale, ietwat zoete, genre te herkennen
is. Jan van der Pant, de Hollander in Canada,
nog bekend door de tentoonstelling in onze
tijdingzaal. hangt er vier maal,, zijn werken
vermogen dezen keer niet den vïoegeren in
druk van kracht te versterken. Uit Duitsch-
land trekken Hugo Erfurth en Georg Karger
de aandacht. Alfred Person is er ook met zijn
zeer fraaie, langs specialen weg vervaardigde
dubbeldrukbromides. Bij de Engclsche in
zending treffen ons de werken van Keigley
en de bekende John. M. Whitehead (men lette
vooral op Song of the nigt).
Hongarije neemt een speciale plaats in door
het groote aantal genrebeelden. bijna alle
30 x 49 en op glanzend papier afgedrukt, In
deze klasse kunnen de Hollanders nog wel wat
leeren. De hoogbekroonde foto „Ganse" van
Ernö Vadas is ook aanwezig.
Bij de Oostenrijkers valt Albert Karplus op
door de beelden ..Fischer" en ..Studie", de
laatste een sterk doorgroefd vrouwengelaat,
dat alleen al door de uitstekend weergege
ven stemming opvalt.
Rusland kan ons slechts matig bekoren,
doch is bezienswaardig om de krachtige
weergaaf van een interieur ..Sonne in der
Werkstatte". een zeer moeilijke opgaaf van
contrast-overbrugging is uitstekend opgelost
en prijst den maker.
Een ..rare" chinees. Chin-San Long. strooi
de goud over z'n vrij matige bromide, en t
werd niet eens mooi. tenminste naar Hol-
landsch inzicht.
Tenslotte dient Italië vermeld te worden om
de mooie, groengckleurde chloor-«bromides
van Giulio Paritis, meer nog om Emilio Som-
mariva met een 4-tal onverbeterlijke kool-
drukken.
Denemarken, Egypte. Engelsch-Indie,
Frankrijk. Japan. Ned.-O-Indië. Noorwegen,
Rpanie. Tsjecho-Slowakije. Zuid-Afrika, Zwe
den en Zwitserland leverden fraaie fotos
zonder speciaal op te vallen.
Eenige kleurenfoto's volgens het dnekleu-
ren-carbre procédé zullen wel veler aan
dacht te trekken. Madame Yevonde uit Lon
den is ae maakster en op deze tentoonstelling
zonder concurrentie.
We kunnen niet nalaten onze fotografee-
re"de en andere kunstminnende lezers aan
te raden dezen belangrijken fotosalon te be
zoeken. Men zal er veel kunnen genieten.
v. O.
Nieuwe zaak van Radio,
Electra enz.
De heer S. Groenhuijzen heeft hedenmiddag
in het perceel Zijlstraat 96a, waarin vroeger
vele jaren een meubelzaak gevestigd is ge
weest. een zaak geopend in radio, electra, rij
wielen. onderdeelen, verlichting, enz. In den
winkel, die ongeveer dertig meter diep is. zijn
alle artikelen zeer overzichtelijk uitgestald.
Behalve de genoemde artikelen zagen we ook
waschmachines. gasfornuizen en een voor
raad van niet minder dan vijfhonderd luid
sprekers, in deze dagen, nu hier weldra radio
distributie beginnen zal, een zeer gewild
artikel. De menschen, die hier dus een ruime
keus- hebben, zullen ook wel bewondering
krijgen voor de fraaie betimmering, die de
heer Groenhuijzen in de tijd van 'n paar weken
zelf gemaakt en smaakvol gebeitst heeft. Ook
de etalage is flink en ruim en van vele arti
kelen voorzien. Achter den winkel en op de
bovenverdieping zijn pakhuizen en magazij
nen, zoodat hij zich wel goed geïnstalleerd
heeft. We wenschen hem veel succes toe.
Bloembollen-saneering.
Vergadering van het Hollandsche Bloem-
bollenkweekersgenootschap.
Het Hollandsch bloembollenkweekers Ge
nootschap houdt een vergadering op Maandag
30 September te Haarlem om de vraag te be
handelen of voortzetting van de saneering
gewenscht is. Een groote meerderheid in het
hoofdbestuur meent, dat handhaving, zij het
ook dat op onderdeelen verbetering gewenscht
is, moet -orden aanbevolen.
BOTERPOSITIE VERBETERD.
Wegens de wijzigingen die ten aanzien van
de boterpositie zijn ingetreden is bepaald dat
met ingang van Maandag 16 Sept. het mengper-
centage van boter in margarine wordt terug
gebracht van 25 op 10%.
Verder is de heffing op de boter voor de
productie van 15 September af verlaagd tot
95 cent per K.G.