De exploitatie der spoorlijnen in de Haarlemmermeer NIEUWE STOFFEN ZATERDAG 14 SEPTEMBER 1935 HAARDE M'S DAGBLAD 5 Nog in het belang der streek te achten De geldelijke offers daartoe. Vrijdagavond had de Kamer van Koophan del en Fabrieken voor Haarlem en omstreken een vergadering belegd in hotel de Beurs te Hoofddorp, ter bespreking van de vraag of ex ploitatie van de spoorlijnen in de Haarlem mermeer en omgeving nog in het algemeen belang van de betrokken streek is te achten en of deze zich daartoe geldelijke offers be hoort te blijven getroosten. De Kamer had den heer Ir. J. G, Bijl, inge nieur van den Haarlemmermeerpolder en oud ingenieur der Hollandsche Electrische Spoor wegmaatschappij bereid gevonden deze be spreking in te leiden. De bijeenkomst die door ongeveer 150 personen werd bijgewoond werd geleid door den heer Th. G. C. Hooy, ondervoorzitter van de Kamer, die mededeelde, dat de voorzitter, de heer G. J. Droste, door verblijf buitenslands verhinderd was aanwezig te zijn. Hij heette de aanwezigen welkom, in het bijzonder de autoriteiten, waaronder vertegenwoordigers van den Minister van Waterstaat, van de Ne- derlandsche Spoorwegen, van den Directeur- Generaal der Posterijen, verder de burgemees ters en secretarissen van Haarlemmermeer, Aalsmeer, Boskoop, Alphen en Uithoorn, alsook bestuurders van verschillende organisaties op het gebied van tuinbouw, landbouw, bloemen en boomenteelt. Inleiding Ir. J. G. Bijl De heer Bijl begon met op te merken, dat de mededeeling van de directie der Nederland- sche Spoorwegen, dat met ingang van 1 Ja nuari a.s. de exploitatie van enkele der lijnen van het spoorwegnet in de Haarlemmerme.N gestaakt zullen worden, de Kamer heeft doen besluiten deze vergadering te beleggen. Hij herinnerde zich den f eestelij ken maaltijd op 2 Augustus 1912, gegeven ter eere van de opening der het eerst gereed gekomen gedeel ten van dit net, waardoor een groot landelijk, gebied bij het wereldverkeer werd aangeslo ten. Die herinnering wekt nu weemoedige ge dachten op. Wel berichtte de Spoorwegdirec tie, dat het in haar bedoeling lag zoo mogelijk maatregelen te treffen, waardoor de overige Haarlcmmermeerlijnen in exploitatie kunnen blijven, doch zij voegde daaraan toe öf en zoo ja tot welk bedrag op jaarlijksche bijdragen ter dekking van het exploitatie-tekort gere kend kon worden. Spreker meende niet mis te tasten wanneer hij zei, dat deze mededeeling der Spoorwegdi rectie als een uitvloeisel is te beschouwen van de bekende richtlijnen die de minister van Waterstaat 27 Februari in de Tweede Kamer heeft aangegeven, waarin hij als kern van de door het kabinet te volgen verkeerspolitiek ojn. een sterke beperking van onrendabele spoorlijnen noodzakelijk noemde. Hierop gaf spreker een korte historische schets van de ontwikkeling van het verkeers wezen, waaruit wij aanstippen, 'dat reeds in 1-864 een concessie-aanvraag bij de regeering is ingekomen voor spoorlijnen in de Haarlem mermeer. De heer S. A. Reitsma, die den laatsten tijd baanbrekende studies geschreven heeft over het verkeerswezen, waarvoor spreker groote waardeering heeft, liet als „Leitmotiv" hoo- ren: „Elk verkeer moet zijn eigen lasten dra gen". De vraag rijst evenwel of dergelijke simplistische regels wel voldoende zijn ter be paling en ter behartiging van het Staatsbe lang. Dezelfde vraagt dringt zich op wanneer de Alg. Nederlandsche Verkeers Federatie schrijft te allen tijde krachtig stelling te zul len nemen tegen maatregelen tot ordening van het verkeer, welke een economische nood zakelijke evolutie van het verkeersapparaat, te bereiken door inkrimping van het oude en uitbreiding van het moderne vervoer, zullen bemoeilijken. In de memorie van antwoord der regeering Inzake het wetsontwerp tot instelling van een verkeersfonds wordt uitgestippeld „dat het nieuwe vervoer meteen het verlies goed zal maken dat de bestaande vervoermiddelen lij den, doordat het vervoer zich verschuiven zal". Daarmede trekt de regeering een richt lijn uit onze geschiedenis. Terecht acht het ministerie het noodzakelijk beschadiging of bevoorrechting van particuliere belangen zoo veel mogelijk te voorkomen. Diezelfde gedachtengang blijkt nog nadruk kelijker uit de rede die de minister van Wa terstaat Jhr. Ir. O. C. A. van Lidt de Jeude gehouden heeft bij de installatie van de com missie van advies en bijstand voor het ver keerswezen. Hij zei namelijk: „Rekening is te houden met de reeds van ouds bestaande ver keersmiddelen, die weliswaar dienen te wor den aangepast bij de zeer gewijzigde verhou dingen door het moderne verkeer te weeg ge bracht, doch die men niet terzijde kan stellen zonder ontzaggelijk kapitaalverlies en zonder groot nadeel en ongerief aan de gemeenschap en de betrokkenen te berokkenen". Als wij de lijn die de ontwikkeling van het verkeerswezen in het verleden aangeeft raadplegen, dan blijkt deze in overeenstem ming met het ook op ander terrein waar te nemen feit, dat uitvindingen van revolutio- neerende beteekenis, elkaar met toenemende snelheid hebben opgevolgd, Helaas werd deze eenvoudige waarheid bij het opstellen van rentabiliteitsberekeningen herhaaldelijk uit het oog verloren. De juiste werkwijze zou ge weest zijn bij den bouw van een openbaar werk eerst de economisch-sociale levensduur te schatten, daarna het afschrijvingspercen tage te bepalen dan met die gegevens ge wapend kunstwerken enz., te ontwerpen. Thans heeft, door den bouw der wegen, het motorwegverkeer voor concurrentie een kans gekregen. De Staat zal, als ondernemer der automobielwegen, daarvoor belastingen, tollen of retributies moeten heffen, waardoor de vervoerprijzen ongeveer de hoogte van die der spoorwegen krijgen. Wanneer thans de Alg. Ned. Verkeers Federatie betoogt, dat het motorwegverkeer voldoende voor de wegenverbetering bijdraagt zou daarmede bewezen zijn, dat de Staat als ondernemer der wegen-verbetering geen ver lies lijdt, doch daarmede zijn de commer- cieele beginselen, die het maken van zoo groot mogelijke winst beoogen, nog buiten beschouwing gebleven. A priori bestaat er ook geen reden een bepaalde bedrijfstak n.l. het vervoerwezen, uit te schakelen als belas tingobject en uit de algemeene middelen te steunen. Toch geschiedde dit laatste door den aanleg en bouw van onderscheiden open bare werken gedurende de laatste honderd jaar in hooge mate. Thans bij opstelling van exploitatiereke ningen voor de onderscheiden vervoermid delen, de juiste bedragen voor rente en af lossing der bouwkosten in de rekening op te nemen is niet alleen ondoenlijk, het is ook onnoodig. De uitgaven zijn gedaan, bijna geen enkele vervoersweg weiipt directe baten af, alle onttrekken gelden aan de openbare middelen. Het is zeer begrijpelijk, dat handel-, landbouw en industrie op lage vervoerkosten aandringen, doch uiteindelijk drukt iedere belasting op het bedrijfsleven en is het de vraag op welke wijze die druk op de minst nadeelige en de meest billijke wijze verdeeld kan worden. Zonder ons in dit probleem te verliezen, zij er op gewezen, dat de moderne belasting wetenschap zoowel de Staat als de belastingplichtigen in hooge mate gebaat acht, bij een sterk gedifferentieerd belasting stelsel en daarom dient rekening te worden gehouden met de mogelijkheid, dat de Staat direct of indirect het vervoer zwaarder zal gaan treffen, eventueel de mogelijkheid daar toe voor lagere bestuursorganen zal openen. Spreker gaf vervolgens een beschouwing over de theorieën van Prof. Ir. I. P. de Vooys over conjunctuur. Van belang is het vast te stellen of de exploitatie-uitkomsten van lo- caalspoorwegen verminderd zijn tengevolge van de wereldcrisis of door concurrentie van ande re vervoermiddelen. Spreker betoogde dat wereldcrisis geen invloed heeft gehaa op het totaal der uit de Haarlemmermeerpolder per trein afgevoerde goederen, maar dat de verschillen in het vervoer zijn te beschouwen als gevolgen der nieuwe uitvindingen op verkeersgebied. Wordt zoo vervolgde spre ker de door Prof. de Vooys aangegeven handelwijze ter beheersching van de con junctuur op dit locale vervoerwezen toege past, dan zou de verdere ontwikkeling van het motorverkeer geremd, dat der overige vervoersbedrijven gestimuleerd moeten wor den. Of de -leiders der bedrijven welke direct of indirect bij het motorverkeer geïnteresseerd zijn, met deze zienswijze instemmen, valt te betwijfelen. Zij moeten er evenwel rekening mede houden, dat historische, staatkundige en economische overwegingen den Staat kunnen en vermoedelijk zullen dwingen tot sterkere belasting van het motorwegverkeer. Eventueele calculaties van vervoerkosten kunnen zich daardoor in den toekomst sterk wijzigen en reeds daarom komt het onge- wenscht voor, dat een beslissing over het behoud of de opheffing van locaalspoorwegen genomen word aan de hand der bedrijfs resultaten van enkele voorafgaande jaren. Beschouwen wij in het bijzonder het ver voer der in de Meer geteelde volumineuze pi-oducten, stroo, vlas, aardappelen en sui kerbieten. Het betreffen hier massa-trans- .porten, welke, hoewel de spoorweg zich daartoe bij uitstek leent, slechts zeer ten deele door deze op de scheepvaart veroverd en daarna goeddeels aan de vrachtauto, ver loren werden. Door de „mogelijkheid" van spoorwegvervoer konden echter de Land bouwers van de omstandigheid blijven pro fiteered doordat bij verkoop nunner proauc- ten en aankoop Van kunstmeststoffen enz. concurreerende aanbiedingen aan afnemers of leveranciers konden uitgelokt worden. Het komt spreker daarom in de eerste plaats gewenscht voor. dat mocht het per sonenvervoer de exploitatie van de locaal spoorwegen niet meer loonend maken, deze zoo mogelijk voor het goederenvervoer be houden blijven. Doch ook wat het personenvervoer be treft. moge bedacht worden, dat verhooging der kosten van het automobielverkeer geens zins uitgesloten is, zoodat een uitsluitend be schouwen van het beeld dat de afgeloopen jaren ons voor oogen brengt, tot zeer een zijdige conclusies kan voeren. Als wij zoo vervolgde spreker in deze een ruimer gezichtveld wenschen. voelen wij pijnlijk het gemis aan een behoorlijk uitbrei dingsplan. een zoogenaamd streekplan voor dit gebied. Het Hollandsche poldergebied, in het bijzon der de droogmakerijen bieden mits de in vloed van kortzichtige grondexploitanten ge weerd wordt een uitgezochte gelegenheid tot het scheppen van tuindorpen en recreatie terreinen ten dienste van het dicht bevolkte westen des lands. Zoowel het in de Haarlemmermeer gelegen vliegveld Schiphol als de terreinen voor paar densport te Hoofddorp kunnen als recreatie- oorden voor Amsterdam en Haarlem be schouwd worden. De mogelijkheid, dat ons gebied door ves tiging van forensen, stichting van tuindorpen, als anderszins, op den duur tot grooter bloei komt, moet niet onderschat worden, doch dan is een eerste vereischte dat zeer vele personen vrijwel gelijktijdig vervoerd kunnen worden. De vraag der Spoorwegdirectie of de streek bereid is een jaarlijksche bijdrage tot dekking van het exploi tatietekort te verleenen, behoort, volgens spreker, bevestigend beant woord te worden. De beantwoording der vraag tot welk bedrag de stveek behoort bij te dragen is veel moeilij ker te beantwoorden. In plaats van zich op glad ijs te wagen vond spreker het beter in het vraagstuk der locaalspoorwegen algemeene richtsnoeren scherp te trekken. Het is bekend, dat somtijds verkoopingen of verpachtigen plaats vinden voor f 1. Het is aan te bevelen dat begonnen wordt ipet een prin cipieel standpunt in te nemen. Het spoorweg verkeer kan in dit gebied weer belangrijk groeien, zoowel ten gevolge van een stijgende conjunctuur als door maatregelen door de Spoorwegdirectie te treffen. De directeur van een der groote concerns op het gebied van kunstmest deelde spreker eens mede, dat het spoorwegvervoer van deze N V. G. A. y. d. STEUR'S KLEDERMAKERIJ KRUISSTRAAT 7 TEl. 10730 (Adv. Ingez. Med.) stoffen belangrijk kon toenemen, mits de Mij zich daar meer op toelegde. Daarenboven biedt de locaalspoorweg Haar lemAalsmeerNieuwersluis een gelegenheid tot vervoer rondom Amsterdam, welke van groote beteekenis kan zijn, zoolang de ontwor pen ringbaan bij Amsterdam niet voltooid is. Toch is het denkbaar dat de Spoorweg directie jaarlijksche bijdragen ad f 1 te gering acht om de exploitatie voort te zetten. Dan wordt het een zaak van goed koopmanschap voor partijen om elkaar te vinden in een re geling. die beiden bevredigt. Op de rede volgde applaus. De gedachtenwisselïng. Dc voorziter wees er op. dat het thans gaat over de vraag, of de officieele lichamen bereid zuilen zijn in de toekomst ook de Haar lemmermeerspoorlijnen te blijven steunen met, zoo noodig verhoogde, subsidies, om daardoor het bestaan van alle of een deel der lijnen mogelijk te maken. De heer P. A. C o 1 ij n, burgemeester van Alphen, was het met den inleider eens. dat niet de cijfers der laatste jaren mogen beslis sen over het voortbestaan van locaalspoor wegen, vooral niet als dit jaren van laagcon junctuur zijn. Ook mogen niet alle niet-ren- dabele spoorwegen opgeheven worden. Er is juist overheidsexploitatie gekomen om het algemeen belang te kunnen dienen. De Spoorwegen zijn feitelijk gelijk te stellen met overheidsexploitatie. Als de Spoorwegen alleen de rendabele lijnen willen behouden, doen zij niet veel anders dan particuliere exploitanten. Er is gezegd, dat de Haarlemmermeer-spoor wegen een tekort hebben van f 750.000. Hoe is dat evenwel berekend? Is ook rente berekend van het aandeelenkapitaal? Het zal niet gemakkelijk zijn de Spoorwegen in stand te houden door subsidies van provin cies, gemeenten, waterschappen, enz. Als alle die nu subsidieeren hun bijdragen zouden ver dubbelen. zou dit een bedrag opleveren van f 87.000. Maar daarmede overbrugt men geen tekort van iVz ton. Op een vraag van de Kamer van Koophan del van Rijnland of het tekort niet zou zijn te verminderen door een voordeeliger wijze van exploitatie, werd het antwoord ontvangen, dat het dan zou verminderen tot de helft. Als dat zoo is, waarom moet men dan met die dure wijze van exploitatie blijven zitten. Als de publiekrechterlijke lichamen zich zouden verklaren voor hoogere subsidies, zou als voorwaarde gesteld moeten worden, dat de lijnen beter geëxploiteerd zullen worden. Het verheugde spreker dat op deze verga ring niet gesproken is over een actie voor het behoud van één of meer bepaalde lijnen, maar aangedrongen is op een actie voor het behoud van alle lijnen. Het beste zal zijn daarvoor uit deze vergadering een algemeen comité van actie te benoemen. De heer Ir. W. J. Burgersdijk. directeur der N.Z.H.T.M., lid der Kamer van Koophandel, besprak de belangen van het personenvervoer. Personen die meenen dat het rail-vervoer zijn tijd gehad heeft oordeelen niet juist. Men moet evenwel letten op verbetering van het rail- vervoer, electrificatie, betere rijtuigen, enz. De Nederlandsche Spoorwegen zijn niet in staat gebleken om het tempo der aanpassing voor het uitgebreide net toe te passen. De moeilijkheden met de Dieseltractie moeten betreurd worden. Was die tegenslag niet. ge komen, dan zou veler oordeel over het rail- vervoer misschien anders zijn. Aanpassing aan ae moderne eischen van het railverkeer zal voor de Spoorwegen geboden zijn. Dat moet zoo spoedig mogelijk geschieden. Het is onverantwoord de verkeersbelangen van groote streken over te laten aan het brooze bestaan van autobusmaatschappijen. De heer Ir. Lagerwey, bestuurslid der Verkeers Federatie, betoogde, dat de exploi tatie-mogelijkheden van de Haarlemmermeer- spoorwegen zeer slecht zijn. Personen en goe derenvervoer is respectievelijk met veel meer dan 50 en 40 pet, gedaald. De algemeene daling bij de Spoorwegen in ons land is slechts 18 pet. De grens der exploitatie onmogelijkheid is bereikt. Er is slechts in de eerste 4 jaar met winst gewerkt, maar toen zijn de tekorten ge komen. Sinds 1930 is van de Haarlemmermeer lijnen een verlies van f 1.300.000 overgeschre ven op de Nederlandsche Spoorwegen. Het kapitaal van 11.000.000 gulden, dat in de Haarlemmermeerspoorwegen is gestoken, is vrijwel geheel als verloren te beschouwen. Daarom kan het wel niet anders dan dat de lijnen zoo spoedig mogelijk opgeheven worden. De voorzitter zei, dat de Kamer het eens is met den heer Colijn, dat het nu het beste is, dat een commissie wordt benoemd om de actie voor het behoud der lijnen op zich te nemen. Die commissie kan dan bewerken, dat publiekrechterlijke lichamen overleg plegen over het antwoord dat aan de Spoorwegen gegeven zal worden over een eventueel hoogere subsidie. Spreker betreurde het, dat het gemeentebe stuur van Haarlem reeds zonder overleg met andere belanghebbenden op het verzoek der Spoorwegen heeft geantwoord. De voorzitter stelde voor in dit comité te benoemen de heeren P. A. Colijn, burgemeester van Alphen. J. C. Reynders Folmer, dijkgraaf van den Haarlemmermeerpolder, Mr. A. Slob, burgemeester van Haarlemmermeer, J, Kaste lein, burgemeester van Aalsmeer en J. Koot. burgemeester van Uithoorn. Als secretaris zal dan optreden Jhr. Dr. J. C. Mollerus, secre taris der Kamer van Koophandel. De vergadering vereenigde zich hiermede. De voorzitter dankte tenslotte den inleider en de debaters. PERSONALIA. Bij de examens voor het politie-diploma van den Algemeenen Nederlandschen Politiebond, werd het diploma verworven door: T. P. van Tongeren, Haarlem; C. G. F. van Vliet, Haar lem. Voor Haarlem's Politierechter. 's Nachts na het bal. Er was een feestje van een voetbalver- eeniging in Dreefzicht te Heemstede en het ging daar gezellig toe. zoodat men den tijd vergat en het drie uur was toen de feest vierenden besloten huiswaarts te gaan. Er waren ook eenige dames bij en die stelden zich onder de hoede van een paar heeren, omdat andere heeren tijdens het feest be halve vroolijkheid ook een bijzondere atten tie ten opzichte van de dames hadden ge toond. waarop dezen niet gesteld waren. Zij vreesden, dat de attenties buiten het feestlokaal wat hinderlijk zouden worden, vandaar dat zij zich onder manlijke bescher ming stelden. Haar vrees bleek niet ongegrond, want op straat gekomen drongen de jongeheeren van de attenties hun gezelschap aan de meisjes op doch aanvankelijk droeg dit geen laak baar karakter, want zij boden gracieus den meisjes bloemen aan. Zeg het met bloemen, dachten zij, maar de meisjes wilden zich niets gezegd hebben en wezen de bloemen af. Toen meende een der jongens, dat hij zijn bedoeling duidelijker moest uitdrukken en hij viel een der meisjes om den hals. De beschermers achtten dit niet oorbaar en een hunner verzocht den verliefden jon geman zich van die liefdesbetuigingen te onthouden. Maar dat was olie in het vuur en als antwoord kreeg de geleider een slag op het gezicht, waardoor hij bloedend werd ver wond. wat onder voetballers toch zeker niet geoorloofd is. De niet verschenen klappengever kreeg daarvoor van den politierechter f 25.boete, conform den eisch. De driftige pensionhouder. Een heer was in pension en voldeed aan zijn verplichtingen, hetzelfde kan van den kostbaas gezegd worden, zoodat men opper vlakkig zou denken, dat het tusschen beiden botertje tot den boom zou geweest zijn. Toch was dat niet zoo en de pensionhouder, die zich voor den politierechter had te verant woorden, gaf als verklaring, dat zijn gast treiterig was. Toen hij dit moest motiveeren, vertelde hij, dat de gast, als het etenstijd was, niet verscheen, ja, dat hij Zondags al heel sterk tegen de regels van het huis zon digde en om half acht thuis kwam, wanneer het om zes uur dinertijd was. De gast zei. dat hij wou vertrekken, maar nu wilde de gastheer weer den opzeggings termijn van een maand in aanmerking ge nomen zien en zoodoende bleef de gast en bleef er een onweers wolk hangen. Tenslotte was het uur van scheiden aangebroken en toen stond de gast er op. dat getuigen zouden constateeren, dat hij niets aan het meubi lair had beschadigd en dat spijkers zoeken op laag water leidde tot een woordenwisseling tusschen den gast en de kostvrouw. waarbij naar de kostbaas mede deelde, de gast zijn vrouw het woord slet had toegevoegd. De commensaal zei. dat er over bed en niet over slet was gesproken, maar de kostbaas had slet verstaan en opkomende voor de eer zijner vrouw, gaf hij den huurder een slas op het gezicht, waardoor diens kunstgebit gebroken werd en het gezicht pijnlijk aange daan. De politierechter vond dit geen behoorlijk optreden van een pensionhouder en gaf f 30 boete conform den eisch van den officier, terwijl de kostheer ook de reparatiekosten aan het gebit, zijnde f 7.50 moet betalen. Zenuwen. Ben man had op de Amsterdamsche Vaart een paar ruiten ingeslagen en weet dit aan zijn zenuwen. De politierechter wist echter, dat de man ook borrels had gedronken en de ze gaf dat toe, maar dat was eigenlijk ook ai weer vanwege de zenuwen. Hij had welliclv gehoopt, dat door jenever de zenuwen tot be daren zouden worden gebracht, doch had zich misrekend, want nu gingen ze zoo spoken, dat zijn armen als molenwieken gingen zwaaien en al zwaaiende een paar ruiten ver brijzelden, waarbij een der zwaaiende handen danig werd gekwetst en de man het zieken huis in zwaaide. Hier kwamen de zenuwen tol rust en de hand weer zoo'n beetje in 't fat soen en toen de man daar van zijn vrouw ver nam dat hij ruiten had vernield, zag hij ter stond de billijkheid in om die schade te ver goeden. Niettemin moest hij zich voor de vernieling verantwoorden, doch de gekwetste hand .en de schadevergoeding waren in zijn voordeel en schoon de officier nog f 30 boete eischte kwam de man er met f 15 af. De Eerste Internationale Focus-Fotosalon te Amsterdam Fotosalon te Amsterdam. DR. VAN DER SLEEN WEER NAAR NEDERLAND. Met een der eerstvolgende toestellen der K. L. M. zal Dr van der Sleen naar het vader land terugkeeren. Ditmaal was het voor naamste doel van zijn reis de nieuwe moge lijkheden voor het toerisme in het verband met den dubbelen Indiëdienst rustig te bekijken. Want de K. L. M.-lijn voert langs plaatsen en over gebieden, waar men anders niet zoo gemakkelijk komt. Dr. van der Sleen brengt prachtige foto's Agfasmalfilmopna- men mee van Siam, meer speciaal rond de hoofdstad Bangkok, maar ook van de groote tempelruïnen bij Angkar in Indo-China. waar van de studie zoo buitengewoon belangrijk is voor het beter begrijpen der Hindoe-Javaan- sche en Balineesche kunstuitingen. Verder be zocht hij Benares, de heiligste stad der Hin- doe's, waar ook de Boeddha zijn openbaring ontving, het schilderachtige Jodhpur, het aan oude kuituur zoo rijke Bagdad en Babyion. Maar ook onze Oost werd niet vergeten, berg tochten op Java, lijkverbranding op Bali, een verkenningstocht over Sumatra's snelle rivie ren tot aan de bronnen van de Bahary Hari. Dr. van der Sleen heeft weer stof voor vele voordrachten en velen zullen weer door den bril van den natuur- en schoonheidszoeker kunnen meegenieten van het vele interessan te dat de aarde biedt. In de zalen van Arti et Amicltiae aan het Rokin te Amsterdam wordt hedenmiddag bo vengenoemde fototentoonstelling geopend. Wij waren in de gelegenheid vooraf de ten toongestelde werken rustig te bekijkien en zoo doende een indruk te krijgen van hetgeen in het buitenland op fotogebied gepresteerd wordt. Onwillekeurig is men geneigd vergelijkin gen te maken met de resultaten van onze Hollandsche vooraanstaande fotografen en dan komt men vanzelf tot de conclusie dat het buitenland niet beter, doch in vele geval len anders werkt dan Holland. Het onderwerp is, als wij de portretfotografie uitschakelen, ook vaak een geheel ander dan men bij ons gemeenlijk kiest. Landen die binnen hun grenzen groote, massieve berggevaarten tel len met. wit-besneeuwde toppen en vaak som bere wolkgevaarten, kunnen nu eenmaal qua onderwerp niet vergeleken worden met de vlakke landen aan de zee. Alleen daar waar het onderwerp van gerin gen omvang is, of bij het portret, is het uit wegen van bijzonderheden mogelijk, terwijl de z.g. edelprocedés als accentuatie van een be paald gegeven slechts als bijkomstige omstan digheden aangemerkt kunnen worden. De wakkere heeren Boer. de samenstellers van dezen salon, hebben er goed aan gedaan zelf voor het opzetten der foto's te zorgen, er is daardoor eenheid ontstaan, die het ver gelijken gemakkelijk maakt en het geheel in een rustige sfeer stelt. Zooals men begrijpen zal is het moeilijk uit een totaal van 340 foto's een aantal speciaal te vermelden. Bekroningen zijn niet uitge reikt. het zou ook wel zeer lastig geweest zijn deze zoozeer verschillende foto's binnen de enge begrenzing van een puntenaantal te brengen. Toch kan men niet nalaten enkele namen te noemen. Daar is bijv. Missone, de bekende Belgische broomverfdrukker. die dadelijk aan zijn speciale, ietwat zoete, genre te herkennen is. Jan van der Pant, de Hollander in Canada, nog bekend door de tentoonstelling in onze tijdingzaal. hangt er vier maal,, zijn werken vermogen dezen keer niet den vïoegeren in druk van kracht te versterken. Uit Duitsch- land trekken Hugo Erfurth en Georg Karger de aandacht. Alfred Person is er ook met zijn zeer fraaie, langs specialen weg vervaardigde dubbeldrukbromides. Bij de Engclsche in zending treffen ons de werken van Keigley en de bekende John. M. Whitehead (men lette vooral op Song of the nigt). Hongarije neemt een speciale plaats in door het groote aantal genrebeelden. bijna alle 30 x 49 en op glanzend papier afgedrukt, In deze klasse kunnen de Hollanders nog wel wat leeren. De hoogbekroonde foto „Ganse" van Ernö Vadas is ook aanwezig. Bij de Oostenrijkers valt Albert Karplus op door de beelden ..Fischer" en ..Studie", de laatste een sterk doorgroefd vrouwengelaat, dat alleen al door de uitstekend weergege ven stemming opvalt. Rusland kan ons slechts matig bekoren, doch is bezienswaardig om de krachtige weergaaf van een interieur ..Sonne in der Werkstatte". een zeer moeilijke opgaaf van contrast-overbrugging is uitstekend opgelost en prijst den maker. Een ..rare" chinees. Chin-San Long. strooi de goud over z'n vrij matige bromide, en t werd niet eens mooi. tenminste naar Hol- landsch inzicht. Tenslotte dient Italië vermeld te worden om de mooie, groengckleurde chloor-«bromides van Giulio Paritis, meer nog om Emilio Som- mariva met een 4-tal onverbeterlijke kool- drukken. Denemarken, Egypte. Engelsch-Indie, Frankrijk. Japan. Ned.-O-Indië. Noorwegen, Rpanie. Tsjecho-Slowakije. Zuid-Afrika, Zwe den en Zwitserland leverden fraaie fotos zonder speciaal op te vallen. Eenige kleurenfoto's volgens het dnekleu- ren-carbre procédé zullen wel veler aan dacht te trekken. Madame Yevonde uit Lon den is ae maakster en op deze tentoonstelling zonder concurrentie. We kunnen niet nalaten onze fotografee- re"de en andere kunstminnende lezers aan te raden dezen belangrijken fotosalon te be zoeken. Men zal er veel kunnen genieten. v. O. Nieuwe zaak van Radio, Electra enz. De heer S. Groenhuijzen heeft hedenmiddag in het perceel Zijlstraat 96a, waarin vroeger vele jaren een meubelzaak gevestigd is ge weest. een zaak geopend in radio, electra, rij wielen. onderdeelen, verlichting, enz. In den winkel, die ongeveer dertig meter diep is. zijn alle artikelen zeer overzichtelijk uitgestald. Behalve de genoemde artikelen zagen we ook waschmachines. gasfornuizen en een voor raad van niet minder dan vijfhonderd luid sprekers, in deze dagen, nu hier weldra radio distributie beginnen zal, een zeer gewild artikel. De menschen, die hier dus een ruime keus- hebben, zullen ook wel bewondering krijgen voor de fraaie betimmering, die de heer Groenhuijzen in de tijd van 'n paar weken zelf gemaakt en smaakvol gebeitst heeft. Ook de etalage is flink en ruim en van vele arti kelen voorzien. Achter den winkel en op de bovenverdieping zijn pakhuizen en magazij nen, zoodat hij zich wel goed geïnstalleerd heeft. We wenschen hem veel succes toe. Bloembollen-saneering. Vergadering van het Hollandsche Bloem- bollenkweekersgenootschap. Het Hollandsch bloembollenkweekers Ge nootschap houdt een vergadering op Maandag 30 September te Haarlem om de vraag te be handelen of voortzetting van de saneering gewenscht is. Een groote meerderheid in het hoofdbestuur meent, dat handhaving, zij het ook dat op onderdeelen verbetering gewenscht is, moet -orden aanbevolen. BOTERPOSITIE VERBETERD. Wegens de wijzigingen die ten aanzien van de boterpositie zijn ingetreden is bepaald dat met ingang van Maandag 16 Sept. het mengper- centage van boter in margarine wordt terug gebracht van 25 op 10%. Verder is de heffing op de boter voor de productie van 15 September af verlaagd tot 95 cent per K.G.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1935 | | pagina 9