ALS IEMAND VERRE
REIZEN DOET
H. M. de Koningin en H. K. H. Prinses Juliana brachten tijdens haar verblijf in de hoofdstad Donderdagmiddag een bezoek
aan het Diaconie Weeshuis der Nederduitsch Hervormde Gemeente. De vorstelijke bezoeksters bij aankomst voor het gebouw
De minister van Sociale Zaken, mr. M. Slingenberg (x) bracht Donderdag Een folkloristisch spel, .De bruiloft van Dirk en Jantje", werd Donderdag ter gelegenheid De ontzaglijke brand in de rubberopslagplaatsen aan do
een bezoek aan de verschillende werkverschattingsobjecten in de omgeving den |andbollw.(eestd te Purmerend opgevoerd. Een aardig kijkje aan de bruiloftstafel Th*emS 'e Londec ZT'Ï rc°kkolomme" s,ii9e" "il hel
van Apeldoorn Drandende gebouw op
De wacht van bereden manschappen op den Dam t»
Amsterdam bij de komst van H. M. de Koningin en H. K. W.
Prinses Juliana
Voor het paleis op
den Dam te Am
sterdam. H. M de
Koningin en H. K.
H. Prinses Juliana
in het statierijtuig
bij aankomst voor
hetkoninklijk paleis
De laatste foto van den Keizer van
Abessynië. Merkwaardig is de hooge
hoed, welke door den Negus gedragen
wordt
FEUILLETON.
Een avontuurlijk verhaal van drie
studenten.
door ARNOLD BARTEL.
(Nadruk verboden).
25)
„Ik hoop van harte dat deze geschiedenis
niet zoo heel lang meer duurt. Anders kunnen
we ons als schoenpoetsers of kruiers verhuren
en lijkt me de mogelijkheid niet uitgesloten,
dat we Amsterdam wegens gebrek aan reisgeld
nooit meer terugzien"', meent Volkers.
„Ik geloof niet, dat het nog zoo heel lang
zal duren. Mijn notenkraker schijnt althans
al heel kort-an te zijn. In Marseille heeft hij
zijn hotelrekening niet voldaan. Het kan zijn,
dat hij daar een gewoonte van maakt, maar
in ieder geval heeft hij toch zijn horloge be
leend en dat lijkt me bedenkelijker".
Ook Diesel blijkt er zoo over te denken;
zijn aandacht is echter gericht op het ver
dachte trio. dat thans in druk gesprek ge
wikkeld is. Ze zitten te ver van hen verwijderd
om iets te kunnen verstaan, maar hun ge
baren zeggen genoeg. Mevrouw Manescu en
Slivcowitsch zijn voortdurend aan het woord
en schijnen zich alle moeite te geven Popo-
dotschi van het een of ander te overtuigen.
Deze haalt met een onverschillig gezicht steeds
maar weer de schouders op en tracht hen met
een enkele afwerende beweging van het nut-
telooze van hun aandringen te overtuigen.
Tenslotte echter haalt hij toch zijn porte
feuille te voorschijn en neemt door een bank
biljet uit, dat hij Slivkowitsch in de hand
drukt. Het blijkt niet yan harte te gaan, maar
Slivkowitsch schijnt nu toch eenigszins ge
rustgesteld.
Even onopgemerkt als zij gekomen zijn, ver
dwijnt daarop de een na den ander. En met
eiken verdachte vertrekt tevens diens scha
duw.
Juan-les-Pins is niet een van die Rivièra-
badplaatsen waar de rotsen in zee uitloopen
en de duizenden gelijkvormige vensters en
balcons der hotels het stadsbeeld beheerschen.
Daarentegen heeft het echter een bijzonder
fraai strand en pijnboomen, welke een waar
bosch vormen, bijna tot aan de zee groeien
en aan een zijde begrensd worden door het
Casino. Dit is een, in modernen stijl opgetrok
ken gebouw, waarin eveneens gespeeld wordt.
Over het algemeen echter wordt hier de rou
lette meer beschouwd als een gezelschapspel
letje. De laagste inzet is eenige franken en
de meeste spelers vinden dat hoog genoeg.
In een aangrenzende, groote zaal wordt ge
danst. Daar zal vandaag, blijkens de aanplak
biljetten het feest der diamanten worden ge
houden.
Alexander Popodotschi heeft zijn groote dag.
Ook hij heeft de noodige voorbereidingen
getroffen en daartoe behoort o.m. een oogen-
schijnlijk toevallige ontmoeting met Jean
Martin in de vestibule van het hotel.
„Vandaag zal er heel wat van uw aan
dacht gevergd worden, meneer Martin", zegt
hij met een suikerzoet lachje. „Als ik als oude
globetrotter, die al heel wat merkwaardige
dingen beleefd heeft, u een goeden raad mag
geven, let u aan eens een beetje op dat Hol-
landsche jongmensen dat zich blijkbaar bij
zonder tot juffrouw Collijn aangetrokken voelt.
Het zou mij niet verwonderen, wanneer hij in
werkelijk iets geheel anders dan een student
bleek te zijn!"
„Maakt u zich maar niet ongerust, meneer
Popodotschi!" Het kost den detective eenige
moeite dezen naam uit te spreken En het
valt hem evenmin gemakkelijk zijn ergernis
te verbergen over de aanmatigende wijzeL
waarop deze man zijn neus overal insteekt.
Maar desondanks meent hij toch nog te moe
ten opmerken: „Dat is mij zelf ook al opge
vallenwaarbij hij zich ernstig voor
neemt dezen Hollandschen „student" vandaag
eens goed op de vingers te kijken.
Popodotschi is met deze toezegging vol
komen tevreden. Hij neemt minzaam afscheid
van den Belgischen detective en wrijft zich
vergenoegd in de handen.
Jean Martin staat nu in Hotel „Cöte d'Azur"
als wachtpost voor een vleugel op de eerste
étage. Alle zich hier bevindende appartemen
ten heeft Hendrik van Berquem voor zich laten
reserveeren. Hier hebben slecht hij, Nini Col-
lijn. Jean Martin en, sinds gisteren ook vier
Parijsch mannequins, die bij haar schitterende
toilette als even kostbare juweelen zullen
dragen, hun intrek genomen.
De geheimzinnige cassette is van de safe
van het hotel naar Nini's kamer gebracht.
In den loop van den middag zal hier een soort
generale repetitie worden gehouden. De ver
schillende sieraden dienen te passen bij de
toiletten en haar draagsters. Het vertegen
woordigt een heel kapitaal, wat hier voor
Nini is uitgestald.
Ook Alexander Popodotschi zit nog midden
in zijn voorbereidingen. Hij heeft zich met de
lift naar zevende étage laten brengen en
klopt bescheiden op de deur van Harry Die
sel's kamer.
„U zult eenigszins verwonderd zijn mij hier
te zien", zegt hij, als deze de deur opent. „Maar
misschien zult u zich nog meer verbazen, als
ik u vertel, wie ik eigenlijk ben".
„Ik geloof niet, dat ik zoo buitengewoon
verrast zal zijn, meneer Popodotsch", zegt
Diesel kalm.
„Waarschijnlijk toch welPopodotschi
haalt een pennning uit de zak. duwt Diesel
deze onder de neus en zegt: „Ik ben inspetceur
van de Fransche recherche en belast met
het toezicht op het transport der zeer kost
bare juweelen van meneer Van Berquem."
Hij slaat daarbij een zeer energieke toon
aan, welke Diesel volkomen vreemd is en deze
staat dan ook inderdaad een oogenblik per
plex.
Popodotschi weet van deze omstandigheid
handig te profiteeren. Zonder een antwoord
af te wachten, vervolgt hij: „Ik weet, dat u
zich bijzonder voor juffrouw Collijn interes
seert en dat gaf mij aanleiding u eens even
te komen bezoeken. Ook ik ben van meening,
dat juffrouw Collijn in gevaar verkeert. Het
Is de politie bekend, dat die meneer Jean
Martin, die nu als secretaris van meneer Van
Berquem optreedt, niet veel anders is dan
een internationale juweelendief. Helaas
Is hij er tot dusver nog steeds in geslaagd
uit de handen der justitie te blijven. Het is
een zeldzaam sluw en geraffineerd heerschap
en de wijze, waarop hij te werk gaat, maakt
het voor ons uiterst moeilijk om in te grijpen.
Ditmaal echter moet het ons gelukken de
hand op hem te leggen en ik ben zoo vrij daar
bij uw medewerking in te roepen!"
Diesel is nog steeds niet geheel van zijn
verbazing bekomen. Eigenlijk heeft hij aller
lei bedenkingen; vóór alles zou hij meneer
Popodotschi wel eens willen vragen of mada
me Manescu en meneer Sivlcowitsch ook tot
de Fransche recherche behooren.
Maar Popodotschi laat hem niet eens aan
het woord komen. Hij werpt een haastigen
blik op zijn horloge en zegt: „Het wordt nu
hoog tijd, dat u naar beneden gaat om u in
de nabijheid van juffrouw Collijn op te stellen,
als u werkelijk iets voor haar over hebt. Mocht
iemand u dat willen beletten en ik denk
daarbij in de eerste plaats aan dien ureneer
Jean Martin dan laat u zich dat niet wel
gevallen. Als het niet anders kan, gebruikt
u geweld!"
„Maar loopt Nini dan werkelijk gevaar?"
vraagt Diesel, nog steeds min of meer on
zeker.
„Of zij gevaar loopt?" herhaalt Popodot
schi met een zoo bedenkelijk gezicht, dat
Diesel het angstzweet uitbreekt. „M'n lieve
man, als u Jean Martin kende, zoudt u dat
niet vragen. Juweelendieven van dat soort
komt het op een menschenleven meer of min
der niet aan! Ik heb
Maar Diesel wil niet eens meer weten, wat
de man, dien hij aanvankelijk zoo wantrouwde
en die nu een detective blijkt te zijn, nog meer
heeft. Hij rent naar de deur en stormt de trap
af. Op de eerste verdieping botst hij tegen
Jean Martin aan, maar als hij deze een
voudig opzij wil schuiven om zich toegang te
verschaffen tot Nini's kamer, stelt de detective
zich heftig te weer.
„Wat hebt u daar te zoeken?" voegt hij hem
op een toon van gezag in het Fransch toe.
„Dat gaat u niets aan!" geeft Diesel in het
Nederlandsch ten antwoord. „U denkt toch
zeker niet, dat ik mij door u laat tegenhou
den!"
Maar Jean Martin heeft zijn eigen meening
over het geval. Zonder een woord te spreken,
pakt hij Diesel bij beide armen, maar deze
rukt zich los en tracht den detective met een
stomp in de maagstreek buiten gevecht te
stellen. Hetgeen hem nochtans niet gelukt,
want handig springt Jean Martin ter zijde
en het volgende oogenblik doet hij een gi'eep
naar zijn achterzak, waar zich zijn revolver
bevindt. Diesel ontgaat deze beweging niet
en hij belet den detective zijn plan ten uit
voer te brengen door hem bliksemsnel bij den
rechterpols te vatten en deze een kwart slag
om te draaien. En nu ontstaat er een ware
bokspartij, welke zeker de belangstelling zou
hebben getrokken van'menigen boksliefhebber,
en waarbij, met volkomen veronachtzaming
van de internationale regels, rake klappen
worden uitgedeeld. Maar het publiek is voor
alsnog ver te zoeken. De dikke Smyrna loo-
pers in de gang dempen elk geluid en de dub
bele deuren der kamers laten geen enkele ge
rucht door. Voorloopig blijft Diesel in den
aanval, maar de detective weet menigen slag
keurig te pareeren..
(Wordt vervolgd.)