ALS IEMAND VERRE REIZEN DOET H M. de Koningin en H K. H. Prinses Juliana brachten Vrijdagmiddag een bezoek aan de Kweekschool voor de Zeevaart te Amsterdam. De vorstelijke personen verlaten de school, uitgeleide gedaan door bestuur en cadetten De opening van het oesterseizoen ging in Colchester (Eng.) met het gebruikelijk ceremonieel ge paard. De Lord Mayor luisterde met zijn tegenwoordigheid de plechtigheid op Het bezoek van H. M. de Koningin en H. K. H. Prinses Juliana aan de Kweek school voor de Zeevaart te Amsterdam. Jhr. van Lennep, voorzitter van het college van commissarissen richt het woord tot de vorstelijke personen De laatste voorbereidingen voor den start van een der lesvliegluigen van de Duitsche luchtvaartschool te Neuruppin, waar de militaire vliegers hun opleiding ontvangen Een sportvlucht van Indië naar Nederland vol bracht. De Chineesche aviateur Khouw Ke Hien, die met luitenant C. Terluin Vrijdagmiddag be houden op Schiphol landde, klimt het eerst uit de machine Belangrijke besprekingen. Politis, Vasconcellos, Hijmans en Benesj in gesprek in een der wandelgangen van het Volkenbondspaleis te Genève FEUILLETON. Een avontuurlijk verhaal van drie studenten. door ARNOLD BARTEL. (Nadruk verboden). 26) Dan duikt plotseling Madame Manescu op. Slechts een oogenblik kijkt zij naar het vech tende tweetal, maar reeds een seconde later bevindt zij zich voor de deur van Nini's ka mer. Noch Diesel noch Jean Martin heeft haar aanwezigheid bemerkt; zij hebben op het oogenblik genoeg met zichzelf te doen. Madame Manescu rukt de beide deuren van Nini's kamer open en roept met goed gespeelde ontzetting: „Juffrouw Collijn komt u vlug astublieft. Meneer Martin en die Hol- landsehe student, die zich zoo voor u interes seert, zijn aan 't vechten!' Deze woorden missen hun uitwerking niet. Terwijl madame Manescu met één blik de sieraden overziet, welke over de toilettafel verspreid liggen, vliegt Nini, die aan geen ju- weelen meer denkt, de deur uit. Haar ge dachten zijn nog slechts bij Diesel, die in ge vaar verkeert. Zij weet, hoe jaloersch hij op Jean Martin is en hoe gauw deze laatste naar de wapens pleegt te grijpen. Bij een vecht partij zal hij er zeker niet tegen op zien dien Holïandschen driftkop neer te schieten. Hier kan alleen zij helpen en opheldering geven. Zij snelt madame Manescu voorbij en een oogenblik later staat zij tegenover het vech tende tweetal. Jean Martin heeft intusschen om hulp ge roepen, een oud, tanig mannetje stormt met den liftboy de trap op, maar zij blijven op eerbiedigen afstand van de beide kemphanen en trachten dezen slechts met een stortvloed van woorden te kalmeeren. Ook een groote, gezette man met een breed geranden stroohoed op en een man vol pas gesneden bloemen aan den arm, komt de trap óp. Hij loopt in een groote boog om Diesel en den detective heen en begeeft zich daarna rechtstreeks naar Nini's kamer. Het meisje tracht nu tusschenbeide te treden. „Om 's hemelswil, meneer Diesel, wat doet u?" Deze paar woorden blijken voldoende om Diesel den strijd te doen staken. Als hij Nini plotseling volkomen ongedeerd voor zich ziet staan, wendt hij zich, een aanval van zijn tegenstander riskeerend, onmiddellijk tot haar, maar nog eer hij het woord kan nemen, vervolgtzij, hevig geagiteerd: „Meneer Martin is .inspecteur van de Belgische politie en speci aal belast met de bewaking van de juweelen!" Diesel is nog eenigszins buiten adem, maar hij blijkt toch in staat, zij het ook hakkelend een paar woorden uit te brengen, welke beoogen Nini's mededeeiingen te weer leggen. „BewakingHet zou wat....! Weet u, wie die man isEen beruchte internati onale juweelendief „Wie heeft u dat wijs gemaakt?" ..Iemand, die dezen Martin reeds gedurende de geheele reis in het oog heeft gehouden en mijn medewerking heeft ingeroepen om voor uw persoonlijke veiligheid te waken. Nini schudt, eenigszins meewarig het hoofd en kijkt Jean Martin vragend aan. Deze blijkt het korte gesprek zeer wel te hebben kunnen volgen. „Dat is klinkbare nonsens!" meent hij, ter wijl hij ijverig pogingen aanwendt om zijn min of meer verfromfaaide boord en zijn scheef getrokken das weer een behoorlijk aan zien te" geven. „Niets dan een smoesje van dien knaap om zich schoon te praten. Wij kennen die trucjes!" Intusschen zijn nog meer menschen samen gestroomd: de gérant, de hoteldetective, een paar kellners en eenige, lichtelijk ontstelde gasten. De bloemenman keert met zijn leege mand terug en passeert het opgewonden en hevig gesticuleerende groepje menschen zon der veel notitie van hen te nemen. Tenslotte is men zoover gekomen, dat Jean Martin zich voor de verzamelde menigte legi timeert en ook Diesel inzage geeft van zijn pas en zijn bewijs van lidmaatschap van het studentencorps. Ongetwijfeld zijn alle papie ren volkomen in orde. Madame Manescu, die er plotseling ook bij staat, toont voor alles de grootste belangstelling. Nini wendt zich nogmaals met al haar overredingskracht tot Diesel. Monsieur Martin behoort inderdaad tot de bekendste Belgische speurders en het is haar werkelijk onbegrijpe lijk, hoe hij er bij komt dezen politiebeambte voor een beruchten juweelendief te verslijten. Wie heeft hem dat toch wijs gemaakt? Diesel ziet in, dat hij Jean Martin onrecht heeft gedaan. Ja, hij moet hem eigenlijk zelfs dankbaar zijn voor de goéde zorgen, Nini be toond. Dies steekt hij hem met een hartelijk gebaar de hand toe om daarna, zoo goed als zijn kennis van de Fransche taal dat toelaat, den detective zijn excuus aan te bieden. Nu is hij er wel van overtuigd, dat Alexander Po- podotschi hem weer eens een rad voor de oogen heeft gedraaid. Hij herinnert zich nu ook Nini's tot twee maal toe herhaalde vraag, wie hem heeft wijs gemaakt, dat Jean Martin het op haar diamanten voorzien zou hebben. En dicht op den detective toetredend want de omstanders behoeven dat niet te liooren fluistert hij aan diens oor den naam Popc- dotschi. Een oogenblik staart Jean Martin peinzend voor zich uit. Inderdaad die jongenman moet gelijk hebben. En het komt hem plotse ling voor, of hij de neus van dien meneer Po- podotschi al eens in een of ander politieblad of op een bevel tot aanhouding heeft gezien. Weliswaar heette de man, die destijds gezocht werd niet Popodotschi, maar dat zegt natuur lijk niets Als Nini tot haar voldoening bemerkt, dat- het zooeven nog vechtende tweetal vrede ge sloten heeft, herinnert zij zich plotseling, dat zij de juweelen onbeheerd op de toilettafel heeft laten liggen en dat zij in haar angst om Diesel verzuimd heeft de deur af te sluiten. Zij snelt naar haar kamer terug, vindt de deur op een kier en haar toilettafel vol bloe men. Maar als zij deze terzijde schuift, is er van de kostbare sieraden, welke hier lagen, niets meer te zien. Alexander Popodotschi heeft nog meer voor bereidingen getroffen. Hij vond, dat Snavel en Volkers, madame Manescu en Slivkowitsch bij het uitvoeren van zijn plannen leelijk in den weg stonden. En derhalve zond hij naar elk van de beide jongelieden een hotelboy met een dringende opdracht hun te zeggen, dat zij onmiddellijk naar het Casino moesten gaan, waar Diesel, die hun wat belangrijks had mee te deelen, op hen zou wachten. In dien hij nog niet aanwezig mocht zijn, moes ten zij nog wat geduld oefenen, daar hij niet vrij over zijn tijd kon beschikken. Hij zou echter beslist komen Geen van beiden twijfelden zij er een mo ment aan of deze boodschap kwam inder daad van Diesel en zoo gebeurfde het, dat zij op hetzelfde moment, waarop de scène tusschen Jean Martin en Diesel in hotel „Cöte d'Azur" is haar eerste stadium was, kort na elkaar het terras van het Casino betraden. Daar bestelden zij een ice cream soda en kortten zich den tijd door het gezellig strand leven gade te slaan. Monsieur de professeur Meunier geeft nu de jeugd onderricht in de edele kunst der gymnastiek en het is bepaald vermakelijk het jónge goedje over een plank en op een enor- men bal te zien balance eren. Er zijn niet veel kinderen hier in Juan-les- Pins en de weinigen, die er zijn, trekken slechts in zeer geringe mate de aandacht der ouderen. Terwijl in bijna alle andere bad plaatsen op het continent het kind in het middelpunt van het strandleven staat, zoekt men hier tevergeefs de, naarstig zand schep pende vaders en moeders en de bewonderende ooms en tantes. Men ligt hier in gemakke lijke strandstoelen onder bontgekleurde para sols, men leest, rookt en babbelt en enkele zwemmen naar de in zee verankerde spring planken en torens, de drijvende school van monsieur le professeur. Intusschen waken deze en diens echtgenoote over de lastige kinderschaar. Langzamerhand echter verliest ook dit bonte beeld voor Snavel en Volkers zijn be koring. Zij wachten nu reeds twee uur zonder dat Diesel zich heeft laten zien. De kinderen hebben hun spel gestaakt; de zon staat in het zenith. Het wordt steeds stiller aan het strand; alles ademt loomheid en rust. Een jacht, dat van de eilanden aan de overzijde langzaam nadert, heeft slappe zeilen en de schepen in de verte, waarvan men niet veel meer ziet dan de rookpluimen, die lang in de lucht blijven hangen, glijden als schimmen voorbij. Snavel vraagt zich onwillekeurig af, waar de „Ukami" zich nu wel zal bevinden en met haar Hilde Boersma, het onderwijzeresje, dat zich tot taak heeft gesteld de zwartjes in Afrika wat algemeene ontwikkeling bij te brengen. (Wordt vervolgd.),

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1935 | | pagina 18