Een Hondenleven
De gulden kan eindelijk uitblazen
ZATERDAG 28 'SEPTEMBER 1935
HAARDE M'S D A G B E A D"
3
Zijnde Fragmenten
uit het Dagboek
van een Teckel, den
Baas to egeblaft.
ttUfn vriend. James-.
Mijn vriend James is een Schotsche terrier,
een Aberdeen. Toen we elkaar voor het eerst
ontmoetten, bij een welvoorziene vuilnisbak,
was mijn eerste aanvechting hem te lijf te
gaan. Eigenlijk uit gewoonte. Maar bij nadere
beschouwing van zijn uiterlijk schoot ik in
den lach. Hij bekeek mij nauwkeurig en
lachte daarna even hartelijk. „Jij bent zeker
een teckel", zei hij. „Nooit tevoren een gezien.
Er zijn er hier geen in de buurt. Het schijnt
dat jullie niet in de mode zijn. Hoe is het
mogelijk, haha".
Ik heb al eens eerder opgemerkt, dat ons
ras zich volstrekt niet beleedigd voelt als
erom gelachen wordt. In de beste kynolo-
gische kringen wordt erkend dat wij een bron
van vroolijkheid voor het menschdom zijn,
en daar gaan wij prat op. Van dieren dulden
wij weliswaar geen grapjes, maar voor ras
honden maken we een uitzondering. In eigen
kring, nietwaar, gelden zekere codes. En hoe
wonderlijk hij er overigens ook uitzag ik
herkende hem dadelijk als een hond van den
blauwen bloede. Zulke dingen verloochenen
zich nimmer.
„Heb je nooit last dat je voorover valt, met
dien grooten kop?" vroeg ik.
„Neen", zei hij. „Dat vragen ze mij vaak,
maar Aberdeens zijn keurig uitgebalanceerd".
Ik liep om hem heen en berook hem zorg
vuldig. Een onmiskenbare aristocraat. Hij
berook mij even nauwkeurig en kwam blijk
baar tot dezelfde slotsom.
„Als je nou een harden wind mee hebt...."
vroeg ik twijfelend.
„Wat dan?"
„Val je dan nog niet voorover?"
„Neen neen", zei hij lachend. „Maak je niet
bezorgd. Mijn kop is trouwens niet zoo bar
groot; het meeste is haar".
Op dit moment verscheen plotseling de
foxbox. Ik zag hem niet bijtijds, en de laf
aard viel mij van achteren aan, maar meteen
beet James hem in zijn linker achterpoot en
hij hinkte huilend weg, nadat ik zijn halsband
stukgetrokken en zijn linkeroor wat uitgerekt
had.
Van dat oogenblik af waren wij vrienden.
James is geen ruziezoeker, evenmin als ik
trouwens, maar als er te duelleeren valt staat
hij zijn mannetje. Nooit zou je vermoeden
dat er zooveel kracht in zoo'n levenden kleer
borstel kan schuilen. Hij beweert trouwens
dat een groot hondenkenner den Aberdeen-
terrier „een Hercules in zakformaat" heeft
genoemd. Diezelfde hondenkenner, die Toe
poel heet, zou gezegd hebben: „Bij het groot
ste gevaar is hij als de aristocraat,
die volkomen onaandoenlijk zijn cigaret op
steekt met kalme, volmaakt rustige vingers".
Mogelijk schept James wat op, maar het is
waar, dat hij met een bewonderenswaardig-
hautain air dien foxbox in zijn poot beet.
„Ga eens mee naar Elise", stelde ik voor.
„Wie is dat?"
I „Onze kat. Ga mee en kijk haar weg".
„Volgaarne", zei hij rustig.
Ik heb mij zelden zoo goed vermaakt. Mid
den in de lathyrus zaten James en de kat el
kaar een kwartier lang aan te staren. Af en
toe streek hij met zijn poot langs zijn baard,
en snoof de bloemengeuren op. Elise keek ver
waand, maar hij móést het winnen. Ik heb nog
ai ooit zoo'n zelfingenomen snuit gezien. Toen hij
rustig den onderlingen afstand verkleind had
tot een meter hield zij het niet meer uit,
blies geweldig en nam de pooten. Ik had mij
zóo opgesteld dat het creatuur alleen het
tuinhek uit kon, en we hadden een pracht
van een ren er achteraan, de heele straat
door, eer zij langs de clematis in de dakgoot
van den dokter terechtkwam.
„Nou zal ik onzen ouwen kater omhoog-
sturen", zei James bedaard. „Die is heele-
maal kattenschuw geworden en wordt razend
als er een poes op ons dak zit. Hij is een
soortement vrouwenhater".
Nu, wij vonden den kater en joegen hem
samen de clematis in naar boven, en even
later barstte er een dusdanig gekrijsch op
het dak los, dat de vogels er wild van op
vlogen uit de boomen en James en ik, be
neden, onze buiken vasthielden van het
lachen.
Wij zijn ook al samen een nacht aan de
rol geweest. U zult zeggen dat dit waakhon
den niet past, en ik geef het toe, maar welke
hond is zonder zonden? James kwam in den
vroegen morgen makkelijk binnen, want de
dokter was 's nachts uitgeroepen en kwam
net thuis. Hij gromde wel wat, maar had ze
ker te veel slaap om het rietje te zoeken. Ik
moest rondslenteren tot Lotte, ons diestmeisje,
beneden kwam en toen die mij eindelijk open
had gedaan keerde ze een emmer water op
mij om. Gemeene streek. Daar heb je nou de
practijk, na al die sentimenteele kletspraat
over onze gemeenschappelijke Heimat. Ik
heb haar half doof geblaft, en toen waren
wij beiden heelemaal wakker. De familie trou
wens ook, en de Baas keerde uit zijn slaap
kamerraam volledigheidshalve nog een karaf
water boven mij om. Ik heb alleen maar ver
bijtend omhoog gekeken.
SCHEEPVAART DOOR PANAMA-KANAAL
GAAT ACHTERUIT.
Nadat het scheepvaartverkeer door het Pa-
tnamakanaal in Juni een kleine verbetering te
zien had gegeven, is in Juli opnieuw een ach
teruitgang ingetreden. In beide richtingen
passeerden in die maand het Kanaal 5162
schepen met een gezamenlijken inhoud van
2.035.873 netto-registerton. In Juli 1934 be
droegen deze cijfers resp. 5246 en 2.177.193.
Ook "door het Kanaal vervoerde lading liep
in Juli terug. n.l. ten opzichte van Juli 1934
met 1560.000 ton tot 1.780.000 ton.
Lijk aangespoeld op Texel.
Slachtoffer van een der jongste
scheepsrampen?
Vrijdagmiddag is te Oude Schild (Eil. Texel)
tusschen paal 1 en 2 het lijk aangespoeld van
een 25-jarig manspersoon, waarschijnlijk een
van ae slachtoffers van de scheepsongeluk-
ken, welke tijdens den jongsten storm heb
ben plaats gehad.
Het ontzielde lichaam vertoont een flink
pestuur, het heeft een lengte van 1.75 M. Het
slachtoffer heeft verder de volgende kenmer
ken: donkerblond haar, blauwe gogen, glad
geschoren gezicht, gave tanden, flink uiterlijk.
De kieeding bestaat uit drillen broek, bruin
achtig gestreept overhemd met liggenden
kraag, waarop de letters E. E., grijs vest,
grijze pullover, blauwe jas.
Op het lijk werd bevonden een ongemerkt
zwemvest. Op het lichaam waren geen
kenteekenen aanwezig.
JONGEN VERDRONKEN.
Dinsdag is de 16-jarige R. van der Waal.
werkzaam bij de uitbaggering van de vaar
geul voor de haven te Lemmer, tijdens het
vervoer van de bagger op het IJselmeer tus-
schen Lemmer en Tacozijl, van de baggerbak
geslagen en verdronken.
Bediende bestal zijn patroon.
Goederen meegenomen en in eigen winkel
verkocht.
Bij een zaak in behangersfournituren in het
centrum der hoofdstad is een belangrijke
fraude ontdekt, waaraan zich een magazijn
bediende gedurende langen tijd heeft schuldig
gemaakt.
Voor ongeveer drieduizend gulden aan goe
deren heeft deze bediende, ten nadeele dei-
zaak gestolen. De man stal van tijd tot tijd
allerlei goederen, welke hij naar zijn eigen
winkel te Hilversum overbracht en daar weer
trachtte te verkoopen. Een deel der gestolen
artikelen heeft de politie nog in het magazijn
van den ontrouwen bediende teruggevonden
en in beslag genomen.
De „Poolster" is vergaan.
Er is thans een einde gekomen aan
de onzekerheid omtrent het lot van
den motorschocner „Poolster". De
eigenaar van het schip, de heer R. J.
Kajuiter Sr., de vader van den 22-ja-
rigen schipper, heeft het wrak her
kend, als dat van de „Poolster". Zoo
als te begrijpen is, was de heer Ka
juiter diep onder den indruk van het
gebeurde.
MR. L. J. A. TRIP DOOR DE KONINGIN
ONTVANGEN.
De Koningin heeft Vrijdag ten Paleize te
Amsterdam in gehoor ontvangen mr. L. J. A.
Trip, president van de Nederlandsche Bank.
De Koningin bezocht Artis.
Slechts vergezeld van een hofdame heeft
de Koningin Vrijdag een bezoek gebracht aan
Artis. Aan den ingang van het Aquarium werd
de Koningin begroet door den heer F. J. Por-
tielje, inspecteur van de levende have, omdat
de directeur Dr. A. Sunier, in het buitenland
vertoeft. Dadelijk werd gewandeld naar de
roofdierengalerij, waar leeuwen, die H.M. ten
geschenke heeft ontvangen van den Negus
van Abéssinië, zijn gehuisvest. De dieren, die
zich den laatsten tijd prachtig ontwikkeld
hebben, werden door den heer Portielje uit
hun rust gewekt om zich door hun kooi te be
wegen. De Koningin sprak haar voldoening
uit over de verzorging van deze dieren. Nadat
nog andere roofdieren van deze galerij in
oogenschouw waren genomen, wandelde de
Koningin naar het Kerbert-terras, waar zoo
als men weet een prachtig stel Afrikaansche
leeuwen in vrijheid rondwandelen. Ook daar
wist de heer Portielje de leeuwen te bewegen
naar voren te komen. Hare Majesteit sprak
haar groote bewondering uit voor deze inrich
ting van een verblijfplaats van wilde dieren.
Langs den eendenvijver werd weer gewan
deld in de richting van het Aquarium om, na
eenige oogenblikken in den cacteeën-tuin te
hebben vertoefd, de vijf beroemde Wisents te
bezichtigen.
Lang heeft de Koningin deze zeldzame die
ren in hui? bewegingen gadegeslagen.
Tenslotte had nog de uilenruïne de belang
stelling van de Vorstin.
Bij den uitgang had zich inmiddels een tal
rijke menigte verzameld, die bij het wegrijden
de Koningin zeer hartelijk toejuichte.
„Brandaris" vindt een wrak.
Op de Eierlandsche gronden.
De „Brandaris" is Vrijdagavond om half
zeven in de haven van Terschelling terugge
keerd, na een onderzoek te hebben ingesteld
naar het wrak, dat in de Eierlandsche Gron
den was gesignaleerd. Inderdaad heeft men
daar de overblijfselen van een vergaan schip
aangetroffen. Boven water staken nog uit een
gebroken mast, een bovenstuk van een mast,
een giek en een gaffel. Dit is dus een vondst,
welke sterke overeenkomst vertoont met die
in de Wester-Eems. Men weet nog niet, welk
schip hier is gezonken. (A. N. P.)
DE AANLEG VAN EEN VLIEGVELD BIJ ELST.
Plannen nemen vaster en vorm aan.
De plannen voor den aanleg van een vlieg
veld bij Eist nemen thans een vasteren vorm
aan. Er is een stichting gevormd, waarvan de
Commissaris der Koningin in de Provincie Gel
derland, Mr. S. Baron van Heemstra, voorzit
ter is. Het totaal voor den aanleg benoodigde
bedrag is 550.000 gulden. Provinciale Staten
van Gelderland hebben reeds een bedrag van
135.000 gulden gevoteerd. Het bestuur dei-
stichting zal zich nu verder om steun wenden
tot een aantal gemeentebesturen, Kamers van
Koophandel, eenige industrieën, veilingsorga
nisaties en andere groepen van belanghebben
den.
Jongen door Duitsche grens
wacht doodgeschoten.
In de NederlandschDuitsche grensstreek
bij Arcen heeft zich een smokkeldrama af
gespeeld, waarvan een elfjarige jongen het
slachtoffer is geworden. Uit een op Neder
landsch gebied liggenden grenswinkel kwa
men de jongen en een knecht van zijn va-
der's boerderij. Zij wilden zich naar een in
de nabijheid op Duitsch gebied liggende boer
derjj begeven, toen zij werden aangeroepen
door een Duitschen grensbeambte. Toen zij
niet onmiddellijk stil stonden, viel er een
schot. De jongen viel. doodelijk getroffen,
neer. Zijn metgezel ging aan den haal. Het
bleek de eenige zoon te zijn van een landbou
wer wonende op een hoeve in de onmiddellijke
nabijheid van de grens, gelegen onder de ge
meente Walbeek. Het slachtoffer had sigaren
en een ons tabak bij zich voor zijn vader, die
jarig was.
door Piet van der Hem.
Colijn en Aalberse Dus wij zijn het met elkaar, eens, dat wij hem met rust moeten laten
De heer A. M. Duylshoff
De heer A. M. Duytshoff werd 15 Augustus
1881 te Arnhem geboren, waar hij de M.U.L.O.
school bezocht. Vervolgens ging hij in het
hotelbedrijf. waarin hij alle rangen doorliep.
In 1916 werd hij eigenaar van Hotel Lion
d'Or alhier, dat in 1921 een N.V. werd met
den heer Duytshoff als directeur.
De heer Duytshoff. die zich ook gaarne met
maatschappelijk werk bezig houdt, is sedert
5 jaar penningmeester van het comité voor
het organiseeren van autotochten voor ouden
van dagen. Voorts is hij lid van het dage-
lijksch bestuur der Ned. Zeemans-Centrale en
gedelegeerde van het Huis te Rotterdam dier
Centrale.
M AI SON
VAN OIRSCHOT
HASSELAERSPLEIN 7,
TELEFOON 14781.
Ter aanpassing
aan de tijdsom
standigheden prima
afgewerkte Japonnen
en Mantels naar maat,
tegen prijzen van
GOEDE CONFECTIE.
ELEGANTE FR ANSCHE COUPE.
STOFFEN VAN TOONAANGEVENDE
HUIZEN.
(Adv. Ingez. Med.)
Weer terug naar De Vries en
Te Winkel?
De heer Thyssen informeert bij de regeering.
Het Tweede Kamerlid Thijssen heeft den
minister van onderwijs, kunsten en weten
schappen de volgende vragen gesteld:
1. is het den minister bekend, dat een deel
van de kleine minderheid der scholen, die nog
niet overgingen tot het invoeren van de o.a.
voor de onderwijzersopleiding voorgeschreven
vereenvoudigde spelling, van die toepassing
wordt weerhouden door geruchten, als zou
ten departemente een wijziging der voorschrif
ten worden voorbereid, welke neerkomt op een
terugkeer tot de spelling-De Vries .en Te
Winkel?
2. Wil Zijne Excellentie mededeelen, of in
derdaad zoodanige wijziging der voorschriften
in overweging of in voorbereiding is?
ACHT INBRAKEN VIJF GULDEN BUIT
In den Z.O.-Beemster aan den Volgerweg is
op acht plaatsen een poging tot inbraak ge
daan. Slechts eenmaal hadden de inbrekers
succes, n.l. in de woning van een chauffeur
van ae N. A. C. O., waar zij het wisselgeld van
dezen, een bedrag van vijf gulden, hebben ge
stolen. Toen de inbrekers bij een ander huis
een lucifer aanstaken om te zien, hoe de ven
sters waren gesloten, werd een der bewoners
wakker, waarop de bende op de vlucht sloeg.
Inmiddels werd de Rijksveldwachter gewaar
schuwd, die onmiddellijk een onderzoek in
stelde. Tot dusverre heeft men nog geen spoor
van de dieven kunnen vinden.Eveneens is dezer
dagen ingebroken bij de familie D. in de Ber
nard Nieuwentijtstraat te Punnerend. Men
heeft zich toegang tot de woning verschaft
door het verbreken van een raampje in de
voordeur. Vermist worden dertig gulden en
eenige papieren. De inbraak geschiedde, toen
de bewoners hun dagelijksche wandeling
maakten, een omstandigheid, waarvan de in
brekers op de hoogte bleken te zijn. De daders
zijn nog niet bekend, doch men hoopt ze dezer
dagen aan te houden.
Landbouwcrisisfonds Heeft
vijf millioen tekort.
In verband met verschillende berichten,
welke in de pers zijn gepubliceerd, als zou het
Landbouw-Crisisfonds voor het dienstjaar
1935 vermoedelijk een tekort van meer dan
30 millioen gulden hebben, wordt ons van be
voegde zijde medegedeeld, dat deze berichten
onjuist zijn. Het tekort voor het jaar 1935
wordt geschat op niet meer dan 5 millioen
gulden. Nagegaan wordt of het mogelijk is dit
tekort alsnog te verminderen.
Ten aanzien van de begrooting van het
Landbouw Crisisfonds voor het jaar 1936 mag
vertrouwd worden dat maatregelen genomen
zijn, waardoor het tekort waarmede het jaar
1936 wellicht zal worden begonnen, over dat
jaar niet meer zal aangroeien.