'AKKERTJES
"12321
DINSDAGIOCTOBER 1935
HAARL'E M'S DAGBEAD
X
Arbeid voor werklooze
intellectueelen gevraagd.
Onderwerp ter jaarvergadering; van agenten
der arbeidsbemiddeling.
„Wat wordt er nu eigenlijk gedaan voor
de bestrijding der werkloosheid onder de in
tellectueelen?" aldus stelde de heer A. v. Gee-
len, directeur-generaal, hoofd der afdeeling
Werkverschaffing en Steunverleening van het
departement van Sociale Zaken, de vraag,
in de jaarvergeadering van agenten der ar
beidsbemiddeling in het district Haarlem.
Na een korte uiteenzetting wie men onder
intellectueelen moet verstaan, zeide de heer
Van^ Geelen dat men noch voor de intellec
tueelen, noch voor de jeugd, speciale oorzaken
voor de werkloosheid kan aanwijzen, die voor
de werkloosheid in het algemeen niet be
staan.
Echterde toeneming in de groep intel
lectueelen is soms zoo groot, dat ook zonder
crisis onder de intellectueelen werkloosheid
zou zijn ontstaan. Het groote aantal studen
ten aan de universiteiten geeft hiervan wel
blijk. Wel dalen deze cijfers hier en daar, doch
elders, zooals in Delft, stijgt het aantal. Doch
ook al dalen de cijfers der universiteiten, het
aantal studeerenden aan de universiteiten en
ook in het algemeen, hoeft daarmee nog geen
gelijken tred te houden en kan dus hooger
zijn.
Selectie voor de wetenschappelijke beroe
pen, hoogere eischen voor de toelatingsexa
mens en dergelijke maatregelen verdienen
meer dan simpele overweging.
Dan komt meteen: ..Voorlichting bij be-
roepskeuze" in de gedachte. Ook voor de
intellectueele beroepen. Uitstel kan alleen
schade aanrichten!
De gevolgen der werkloosheid onder de in
tellectueelen kwam voorts ter sprake.
Vroeger begon men meestal, evenals nu. op
een laag salaris. Het familiekapitaal was ech
ter groot genoeg om dit bezwaar niet. gevoelig
te doen zijn.
Tegenwoordig echter is ook onder de in
tellectueelen ..verdienen" vaak noodzaak.
Wanneer dit uitblijft, zijn niet alleen neer
slachtigheid en teleurstelling spoedig het
gevolg, doch ook de vakbekwaamheid komt
vaak op een lager plan te staan. En. aldus
vervolgde de spreker, het buitenland heeft
geleerd, dat de aldus in de verdrukking ge
komen intellectueelen tot extremisme kunnen
worden gedreven.
Enquêtes hebben uitgewezen dat onder
de intellectueele werkloozen naar verhouding
weinig of geen materieele nood wordt gele
den. Daarbij komt dat toch ook nu nog velen
worden gesteund en uit andere bronnen dan
hun intellectueelen arbeid inkomsten heb
ben.
Doch de nood der intellectueelen is nage
noeg uitsluitend een psychische. Deze is
ook wel zeer uitgebreid en algemeen en grijpt
buitengewoon diep in!
Bij de bestrijding dient men allereerst weer
te denken aan selectie en reglementeering.
Om onmiddellijk iets te bereiken moet een
anderen weg worden ingeslagen, die, zooais
nu begrijpelijk is, niet direct financieel zoo
belangrijk hoeft te wezen.
Voor de jonge, werklooze leeraren, denkt
de spreker aan hospiteeren na hun stu
dies aan de universiteit. Daarbij springt ook
direct de overvloed van uren die den werken
den leeraren is opgedrongen, in 't oog,
Dit systeem, al is het natuurlijk met spe
ciale wijzigingen, kan men zich ook indenken
voor vele andere beroepen, bezet door intel
lectueelen.
Vroegere pensioneering kan natuurlijk ook
hier weer worden overwogen.
Over de werking der .-Stichting voor Acade
misch gevormden" weidde de heer Van Geelen
even uit. Deze stichting bestaat uit verte
genwoordigers van departementen en uni
versiteiten. De stichting helpt academisch
gevormden op velerlei terrein verder.
In 1934 zijn honderd personen geholpen.
Door P. T. en T, wordt ook iets gedaan voor
de werklooze intellectueelen.
Ongeveer zestig jonge ingenieurs en tech
nici kunnen er arbeiden, tegen een matige
toelage per maand. Slechts „buitengewoon"
werk wordt door deze werklooze intellec
tueelen verricht werk dat anders niet gedaan
zou wórden. Bovendien wordt hun zoo de kans
geboden in vasten dienst te komen.
In Den Haag heeft de Arbeidsbeurs plaat
sing gevonden voor tachtig werklooze intel
lectueelen van een groote groep, als boek
houders, e.d.
Ook Haarlem, Groningen, Amsterdam en
anderen zijn met voorstellen gekomen, die
werklooze hoofdarbeiders werk kunnen ge
ven.
Men denke eens aan het in kaart brengen
van vele onderwerpen, het maken van sta
tistieken over talrijke onderwerpen, die aar.
tientallen arbeid zouden kunnen geven, waar
bij men tevens vele belangrijke gegevens zou
ontvangen, die anders verborgen zouden blij
ven.
Doch helaas is de medewerking in som
mige gevallen van de zijde der werklooze in
tellectueelen niet altijd zeer enthousiast. Dat
bleek bij de aanmelding voor de werkkampen
der centrale voor werkloosheidszorg, welke
geringe aanmelding ongetwijfeld het gevolg
is geweest van een misverstand.
„Wij staan nog aan een vaag en sober begin
van de bestrijding der werkloosheid onder de
intellectueelen", zei de heer Van Geelen tot
slot, waarna eenige gedachten wisseling
volgde.
De vergadering, die onder leiding stond
van den heer Vader, werd ook bezocht dooi
den heer Van Lier, den vertegenwoordiger
van den directeur van den Rijksdienst der
werkloosheidsbestrijding, de Haarlemsehe
wethouders, de heeren W. J. B. van Liemt en
A. G. Boes en den burgemeester van Bloe-
mendaal, jhr. mr. C. J. A. den Tex.
KUNST ZIJ ONS DOEL.
Deze dagen vond in het Waaggebouw de al-
gemeene ledenvergadering plaats van het
schilder- en teekencollege „Kunst zij ons
Doel". Aan de beurt van aftreden waren de
heeren Alb. Arens en H. J. Wesseling. respec
tievelijk secretaris en zaalcommissaris, die
als zoodanig herkozen werden.
Uit het jaarverslag blijkt, dat de ver-
eeniging zich in een toenemende bloei ver
heugen mag.
Het aantal werkende leden is nog steeds
stijgende en heeft thans de honderd- en drie
bereikt.
Uitgaande van het hoofdcomité van Kunst
S. O. S." te Amsterdam zal ook hier te Haar
lem in de maand November een plaatselijke
tentoonstelling van de „Kunst S. O. S." ge
organiseerd worden, evenals thans reeds ge
houden wordt te Amsterdam en Den Haag.
De teekenavonden vangen weder aan Za
terdag 5 October a.s. des avonds om 7 uur.
Syndicalistische vereenigingen
Alb. de Jong en ds. N. J. C. Schermerhorn
spraken.
In het gebouw van den Nederlandschen
Protestantenbond was Maandagavond door
het Syndicalistisch Plaatselijk Arbeiders Se
cretariaat, de syndicalistische Vrouwenbewe
ging, Nieuwe Cultuur en de Vrije Socialisten
Vereeniging een vergadering belegd, waar als
sprekers optraden ds. N. J. C. Schermerhorn
en de heer Albert de Jong over het onderwerp
Italië-Abessynië".
Eerst sprak Albert de Jong.
„Het hedendaagsche conservatieve, natio
nalistische Italië wil veroveren", begon deze.
,Dit is echter geen bewijs van kracht. Een
krachtig land beheerscht zich". Dit waren de
woorden van den toenmaligen socialist Mus
solini, geschreven vóór den oorlog toen Italië
Lybië veroverde. Thans zet hij zelf een roof
tocht op touw.
En de wereld schijnt niet bij machte te
zijn die te verhinderen, hoewel duidelijk van
Italiaansche zijde wordt verklaard, dat het
land door een oorlog expansie wil verkrijgen.
„Moeten wij nu", vroeg spr., partij kiezen
voor Abessynië? Moeten wij, als arbeiders,
aandringen op sancties, toe te passen dooi
den Volkenbond, die door enkele landen, En
geland en Frankrijk, beheerscht wordt.
Moeten wij partij kiezen voor Abessynië? Deze
vraag wilde spr. eerst behandelen. Wij spreken
van Italië, doch er zijn meer Italië's. Er is een
Italië van het imperialisme en er is er een
van de onderdrukte niet-fascisten. Zoo is er
ook een Abessynië van de slaven, de onder-
worpenen en er is een Abessynië van den ab-
soluten heerscher in een feodalen staat, den
negus.
Wij stellen ons daarom naast het onder
drukte volk van Abessynië, maar tegenover
den negus, die de heerschersklasse vertegen
woordigt en die bereid was concessies te ver-
koopen aan buitenlanders als Rickett.
Onze strijd moet gaan tegen het feit, dat
millioenen nog steeds tegen elkaar kunnen
worden opgehitst.
Moeten wij partij kiezen voor de democrati
sche landen Engeland en Frankrijk? Com
munisten en socialisten zeggen ja, omdat fascis
me oorlog beteekent. Dit is zoo, zeide spr.,
maar de democratie, is die niet de oorlog?
Is er ooit een democratische staat geweest,
die zich tegen militairisme heeft verzet? De
heele koloniale geschiedenis van de demo
cratische landen berust op imperialisme.
Daarom zijn wij ook tegen Engeland en
Frankrijk en tegenover alle staten, omdat
aan de gedachte staat de idéé oorlog is ver
bonden. Dit wordt thans getoond, nu de af
zonderlijke staten, zooals Engeland, niet in
opdracht van den Volkenbond, bezig zijn te
mobiliseeren uit imperialistische overwegin
gen.
Aan de hand van citaten besprak spr. het
feit, dat het Italiaansch-Abessynische con
flict eigenlijk een kwestie tusschen Italië en
Engeland is.
Wie partij kiest voor sancties, kiest partij
voor den komenden impsrialistischen oorlog
en de godsvrede van de arbeidersbeweging
met de bourgeoisie. En die godsvrede wijzen
wij af. evenals het vragen naar sancties door
socialistén en communisten. Wie vandaag
achter den Volkenbond staat wat sancties be
treft. zegt morgen oorlog
,Ik ben vóór sancties", zeide spr.. „wanneer
die genomen worden door de arbeidersklasse,
die de oorlogsvoorbereiding moet verhinderen.
Zij moet op pogingen tot sancties antwoorden
met algemeene werkstaking, dienstweigering,
kortom door sociale revolutie. Pas op dat
oogenblik zal zij een factor in de wereld uit
maken. Alleen door te strijden tegen impe
rialisme en tegen eiken staat werken wij aan
de bevrijding van alle proletariaat.
Daarna sprak ds. Schermerhorn.
Ook deze spreker begon met een aanhaling
van een gezegde van Mussolini: ,De Volken
bond kan niet de rechtbank zijn waarvoor on
beschaafde volken groote naties kunnen dag
vaarden, die aan de wereld beschaving heb
ben gebracht".
,Wat hebben wij nu eigenlijk onder be
schaafde of onbeschaafde naties te verstaan
en wat onder beschaving. Er is uiterlijke en
innerlijke beschaving. Als we spreken over be
schaving, dan kijken wii allereerst naar uiter
lijke beschaving. Innerlijke beschaving voor
onderstelt eerliikheid, doch bovenal mensche-
lijke solidariteit. De mensch heeft een drang
naar zelfhandhaving, een stoffelijk begeeren.
Doch de menschr heeft ook in zich den drang
als geestelijke verschijning tot hooger peil te
komen. De zucht naar het zelfbehoud doet
den strijd van allen tegen allen ontstaan.
Zoodra de mensch zichzelf echter zedelijke
normen gaat stellen ontstaat het pijnlijke
levensconflict, dat liij van zijn moreele nor
men moet afwijken terwille van zijn
bestaan in de wereld. waarin de
menschen elkaar bevechten om een
stuk brood. Zij, die hun geestelijke normen
willen handhaven moeten, zoo zeide spr.,
noodzakelijkerwijs revolutionnairen worden,
dat wil zeggen, dat zij zich op een ander
economisch beginsel moeten instellen.
.Wanneer wij hechten aan beschaving, wij
zijn nog slechts vermiste barbaren, dan moe
ten wij strijden tegen het bestaande, zeide ds.
Schermerhorn. In het begin van onze jaar
telling kwam een jonge proletarische beweging
op, een nieuwe levensopvatting, het Christen
dom. waarvan de wereld zich uit-vrees heeft
meester gemaakt, om te verhinderen dat deze
levensopvatting zou worden doorgevoerd.
In schijn hebben zoo de groote naties de
zegen van het Christendom gebracht, in wer
kelijkheid de vloek ervan, omdat het eigen
denken stelselmatig in de volken werd ka
pot gemaakt. Dat is de beschaving, die ge
bracht is, een kuddegeest.
Technisch hebben de groote naties wonde
ren gebracht. Is daardoor de mensche ook
maar iets gestegen in moreel opzicht? Wan
neer we de technische volmaaktheid van het
oorlogstuig bezien twijfelen we toch aan de
beschaving. Voor het uiterlijk wordt een
hooge moreel beleden, doch innerlijk leeft
men in de immoraliteit van het kapitalistische
productiesysteem. Is de opleving van het
nationalisme een uiting van de mënschelijke
solidariteit? Ds. Schermerhorn ontkende dit.
terwijl hij wees op geestelijk gevaar van het
nationaal-socialisme.
Wij leven nu in een groote internationale
spanning. Een oorlog kari uitbreken. Dit zou
niet mogelijk zijn als niet nog de kuddegeest-
met de bewustzïjnsvereeniging van het natio
nalisme bestond. Dan spreekt men nog van
beschaving brengen aan onbeschaafde vol
ken. 'Dan komt de slachting door en van
volken, die zich Christenen noemen en die
zich op universeel menschelijke gevoelens be
roepen.
Wat moeten wij doen? vroeg spreker. Het
is onze taak, eindigde hij. om de menschen
te laten voelen, dat ze wanneer zij willen
ook kunnen verhinderen dat er oorlog komt
Zij moeten weten, dat het alleen gaat om
verdrijven die HOOFDPIJN.
Wanneer Gij aan hoofdpijn lijdt, probeer
dan eens een "AKKERTJE". In minder dan
10 minuten is Uw arm hoofd dat Ge dacht
dat barsten zou, volkomen vrij en Ge kunt
weer met lust Uw bezigheden hervatten.
"AKKERTJES" bevatten een bijzonder
poeder, zeer werkzaam en toch onschadelijk
voor de gezondheid zij tasten maag, hart
noch nieren aan. De cachet-vorm heeft
het groote voordeel, dat men niets proeft.
Het zijn vlugge afdoende pijnstillers in
gevallen van Hoofdpijn, Migraine, Kies
pijn, Spierpijn, Zenuwpijn, Neuralgie,
Vrouwenpijn en Rheumatische pijnen.
Waarom toch langer lijden dan noodig!
Overal verkrijgbaar. Per 12 stuks 52 cent.
Volgens recept van Apotheker Dumonf
(Adv. Ingez. Med.)
de belangen van enkelingen, die zich macht
willen veroveren. De groote volken hebben de
taak te strijden tegen militarisme en de lust
te wekken tot strijd tegen het kapitalisme.
De menschheid moet leeren streven naar
een groote harmonie. Hierna was er gelegen
heid tot het stellen van vragen.
DS. D. v. d. MOST VAN SPIJK.
Morgen viert onze oud-stadgenoot Ds. D.
v. d. Most van Spijk, Ned. Herv. predikant te
Assen, zijn zilveren ambtsjubileum.
Dirk v. d. Most van Spijk werd 31 Augustus
1883 te Haarlem geboren. Hij studeerde aan
het gymnasium alhier en aan de Rijksuniver
siteit te Utrecht, om in 1909 candidaat te
worden in Overijsel. 2 October 1910 bevestigde
Ds. J. A. van Selms van Nijmegen hem te O.
en W. Graftdijk in zijn eerste gemeente. In
1917 vertrok Ds. v. d. Most v. Spijk naar de
Rijp, welke standplaats hij in 1919 met Gees
teren verwisselde. 26 April 1931 werd hij
door Ds. G. Visser van Assen aldaar bevestigd.
JUBILEUM BIJ DE N.Z.H.T.M.
Heden, Dinsdag was het 25 jaar geleden dat
de heer A. Willemsen, wegwerker, bij de
N.Z.H.T.M. in dienst trad.
Hij had den dag vrij en ontving te zijnen
huize bezoek van den Chef van Exploitatie,
Ir. B. Nugteren, die hem namens de directie
de gebruikelijke enveloppe overhandigde.
Een deputatie van het Jubileumfonds kwam
hem gelukwenschen en namens dat Fonds een
geschenk aanbieden.
VREDESLANDDAG VROUWEN VREDEBOND.
In het verslag van bovengenoemden Vredes-
landöag in ons vorig nummer werd abusieve
lijk medegedeeld dat de bijeenkomst geopend
werd door Mevr. KoolPierson. Dit moet zijn
mejuffrouw H. de Kruijff.
Ned. Natuurhistorische
Vereeniging.
Men- schrijft ons:
Zaterdag was de af. Haarlem der Ned. Na
tuurhistorische Vereeniging in de gelegen
heid gesteld om, o.l.v. den heer G, Gerbranda,
houtvester bij het Siaatsboschbeheer, een
bezoek te brengen aan het landgoed „Voge
lenzang" van Jhr. Barnaart.
De mycologen konden al dadelijk hun hart
ophalen: gele Russula, heksenboleet, kas-
tanjeboleet, mooie Cantharellen, grofplaat
Russula, gr. Parasolzwam, grijze ridderzwam.
Decoratief staan de porceleinzwammsn op
de beukenstammen, maar het is tegelijk een
trieste aanblik, als men weet, dat door de
aanwezigheid van deze fraaie zwammen de
boom onherroepelijk ten doode is opgeschre
ven.
De heer Gerbranda vestigde onze aandacht
op het mooie oude geboomte, de hoogop-
gaande stammen van den groven den, flinke
exemplaren van de lijsterbes, groote esch-
doorns (Acer pseudoplatanus). We zagen
mooie oude eiken en een prachtig oud exem
plaar van de zilverden (Abies poctinata).
't Was een genot, hier rond te wandelen op
dezen milden najaarsmiddag, waarop de zon
zich zelfs weer eens liet zien.
Mevr. Barnaart, die met haar dochter de
wandeling had medegemaakt, was zoo
vriendelijk, het gezelschap uit te noodigen
een kopje thee in het huis te komen drin
ken, welke uitnoodiging bijzonder op prijs
werd gesteld. De voorzitter, de heer G. A. van
Schaik, dankte namens de deelnemers mevr.
Barnaart zeer hartelijk voor de aan de ver
eeniging geboden gelegenheid het fraaie
landschap te bezichtigen cn voor de buiten
gewoon aardige ontvangst.
Zondag stond een bezoek aan de Tuin
bouwschool voor Meisjes „Huis te Lande" in
Rijswijk op het programma. Gelukkig hield
het weer zich in den voormiddag goed. Bij
Huis te Lande werd het gezelschap gesplitst;
de directrice der school leidde het gezelschap
buiten rond. de leider van het practisch werk
in de kassen nam dit onderdeel voor zijn
rekening. Wat was er veel te zien en wat
kwamen er veel vragen los. Vooral ook in de
kassen met de vele kamerplanten. Varens,
w.o. Asplenium viviparum, Poli-podium
aureum (zoo genoemd naar de kleur van de
sporenhoopjes). nestvaren, hertshoornvaren.
Mooi rood is de bloem van Impatiens Pro
metheus. Er was een groote collectie Bro-
maelia's. Ook de succulentenkas was de
moeite waard. O.a. zagen we daar de blader
cactus (Pereskia aculeata).
En buiten was ook al weer zoo veel te zien:
Aronia nigra, de Christusdoorn (Gleditschia
sinensis!. Malus floribuhda, Liquadambar. de
Amberboom waarvan de bladen in den herfst
zoo mooi rood gekleurd worden. Tsuga. Moe-
rascypres. Ginkgo biloba. Mooi waren de zil-
verglanzende pluimen van het pampaegras
(Gynerium argenteum).
De school bezit ook een kruiden-tuin met
pepermunt, kruizemunt, ijskruid, citroen-
kruid. wijnruit en vele andere. Ook groenten
en vruchten worden gekweekt.
OPENING VAN DEN WASSCHERIJCURSUS
AAN DE M. T. S.
Maandag was de officieele opening van den
door de beide bonden in de wasehindustrie
georganiseeraen wasscherijcursus in mecha
nica, werktuigkunge. natuurkunde, beginse
len scheikunde en materialenkennis, machi
ne-teekenen. algemeene kennis van machi
nes en bedrijfsadministratie in de M. T. S. te
Haarlem. Deze cursus heeft een vervolg-cur-
sus bij den Rijksvezeldienst te Delft in
wasch- en bleekmiddelen, water, vezelstoffen
en kleurstoffen, practisch wasschen, enz. Na
mens beide bonden dankte de heer Kamer
beek den directeur van den Rijksvezeldienst
te Delft en in het bijzonder dr. de Gelder, di
recteur van de M. T. S. die huisvesting ver
leend heeft en tevens de leeraren van de M,
T. S. bereid gevonden heeft het onderwijs te
geven.
Dr. de Gelder zette o.m. in zijn zakelijke en
leerzame uiteenzetting uiteen wat de prac-
tische gevolgen zijn van dezen cursus voor
eigen wasscherij en wasehindustrie.
CONCOURSSUCCES.
Bij het ter gelegenheid van het gouden
jubileum van „Crescendo" georganiseerde
zangconcours in het Kurhaus te Scheveningen
behaalde het dames-zahgkoor „Sine nomine"
uit Haarlem een tweeden prijs.
OPMERKINGEN VAN LEZERS
HOE KUNNEN ONGELUKKEN VOORKOMEN
WORDEN?
Een abonné schrijft ons, dat veel ongeluk
ken op den weg zeker niet zouden voor
komen als alle automobilisten zich onthielden
van alcoholgebruik, gedurende den tijd. dat
zij een auto moeten besturen. Verder wordt er
veel te hard en veel te veel links van den weg
gereden.
Inzender klaagt voorts over het lawaai, dat
de knalpotten maken: op de Kampervest is
het, zegt hij, tot laat in den avond een leven
als een oordeel.
Aanvanq seizoen 1935/36
J.5 October
SPREEKUUR en
INSCHRIJVING
dagelijks van 25 en 79 uur.
Schagchelstraat 29. Tel. 10806
(Adv. Ingez. Med.)
LETTEREN EN KUNST
HET TOONEEL.
HERMAN HEIJERMANS.
VAN OUDS DE MORCENSTER.
Het dubbeltooneel kroeg en huiskamer
zag er goed uit en de kroegscènes gelukten het
best, wanneer er niet louter gefigureerd be
hoefde te worden. De uiterlijke typeering der
klanten liet weinig te wenschen over en éen
der best geslaagde scènes van de opvoering
was wel het slot van I, de vechtpartij, die voor
al van het oogenblik af, dat Simon ging mee
doen, een goed stuk samenspel te zien gaf.
Het leek mij toe. dat ook gisteren het. stuk
nu en dan het publiek lang viel en er was na
elk bedrijf ook niet het warme, enthousiaste
applaus, dat wij anders bij een opvoering van
een werk van Heyermans gewend zijn. De
schrijver heeft in Van Ouds de Morgenster de
menschen „doodgepraat" en dit komt in een
vertooning van liefhebbers zooals gisteren nog
sterker uit dan in een goede voorstelling van
artisten. Toch heeft Heijermans zich ook in dit
spel herhaaldelijk de geboren tooneelschryver
getoond ik denk hier bijvoorbeeld aan dat
navrante tooneel, wanneer Moeke haar zoon
moet tegenhouden om uit de kroeg jenever te
halen en het waren die looneelen, welke
ook gisteren het meeste indruk maakten.
Haar goede gewoonte getrouw, zal Heyer
mans Donderdagavond in den Schouwburg
aan den Jansweg de opvoering van Van Ouds
de Morgenster voor de werkloozen herhalen.
J. B. SCHUIL.
HET TOONEEL
Het Hollandsch Tooneel.
Kinderen van één Vader.
De Arbeiderstooneelvereeniging Herman
Heijermans blijft haar gewoonte trouw
elk seizoen een stuk brengen van den schrij
ver, wiens naam zij heeft aangenomen. Gis
teren was het „Van Ouds de Morgenster",
dat in dit milieu tot opvoering kwam.
Met „Van Ouds de Morgenster" heeft
Heijermans zijn dramatisch oeuvre afgeslo
ten, maar het is niet een van zijn beste stuk
ken geworden. Bij het beroepstooneel heeft
dit tendens-drama dan ook nooit succes ge
had, wat grootendeels wel te wijten zal zijn
geweest aan de langdradigheid van den
auteur in dit spel. En ook aan het bijna
totaal gebrek aan humor. Heijermans heeft
in tegenstelling met zijn andere stukken
in Van Ouds de Morgenster bijna geen
plaats gegeven aan den lach. En dit heeft
zich gewroken.
Zoo nu en dan zien wij dit triestige spel
op het dilettanten-tooneel terug, en ik her
inner mij zelfs er een voor liefhebbers bij
zondere goede vertooning van Nieuw Leven
van. De vereeniging Heijermans beschikt niet
over de krachten om het stuk zóó te bezetten
en moest daar dus wel bij achter blijven.
Vooral in het eerste bedrijf, toen de rolken-
nis heel wat te wenschen over liet, werd de
grootste zwakheid van het drama zijn
langdradigheid wel heel sterk geaccen
tueerd. Met een zoo langzaam tempo moest
de belangstellng wel zakken. Gelukkig werd
dit in n dank zij den heer Monny Cohen
beter. De heer Cohen kende zijn rol als zijn
naam en bracht tenminste vaart in de ver
tooning. De tooneelen tusschen Simon en
Moeke Bruigom mevrouw Rensen be
hoorden dan ook tot de beste deelen van den
avond.
Mevrouw Rensen is in de jaren, dat ik haar
zie spelen, zeer vooruitgegaan, maar om een
rol als Moeke Bruigom te dragen, daartoe rei
ken haar krachten toch nog niet. Er was in
haar spel veel verdienstelijks, vooral wanneer
zij tegenover Simon stond en zij de „moeder"
mocht zijn, maar de rol eischt meer nuance,
meer tegenstellingen vooral tusschen de vrouw
van de kroeg en die van het gezin. De tegen
stellingen nu kwamen niet genoeg tot haar
recht. Mevrouw Rensen had gerust wat scher
per en resoluter kunnen zijn in haar optre
den tegenover de klanten.
Monny Cohen speelde met volle overgave en
gaf zich geheel aan zijn rol. Hij wist in zijn
scènes ook het tempo steeds op te voeren, wat
waardeering verdiende, maar hij ontkwam
niet aan de fout van te veel pathos, waarvan
de rol toch reeds onnoodig vol is. En de regie
mag vooral in de tooneelen tusschen Moeke
en Simon de spelers wel eens opmerkzaam
maken op het belang der rusten" en pauzes.
Van stil spel was weinig of nooit sprake, men
holde maar door, zeer ten nadeele van den in
druk van het spel.
Van „hollen" was bij den heer Rensen geen
sprake. Daarvoor zat hij niet alleen aan zijn
stoel maar ook te veel aan zijn tekst vast. En
in zijn driftbuien schoot hij telkens voor
een verlamde, een zieke dus te heftig uit.
Hier zou wat tempering niet geschaad heb
ben Het pastoorskleec is den heer Poppe op
het tooneel niet vreemd. De geestelijke in Van
Ouds de Morgenster is door Heyermans wel
sympathiek maar toch wat heel slap getee-
kend en het gelukte den heer Poppe niet om
deze fout weg te spelen. Mevrouw Van Schagen
was een wel lieve Meta, maar haar spel bleef'
wat te mat om veel relief aan de rol te geven.
Wanneer Erckmann éh Chatrian nog geleefd
hadden, dan zouden zij de oorlogsidylle „La
MaLson du Bon Dieu", welke Louis de Vries
thans onder den titel „Kinderen van één.
Vader" op zijn repertoire heeft genomen,
hebben kunnen schrijven. De pastoor, dominé
en rabbijn, die met hun drieën in een en het
zelfde huis in den Eizas achter het front als
aalmoezeniers zijn ingekwartierd en daar bij
een fijn gebakken tongetje en onder het genot
van een goed glas muskaatwijn in milde ver
draagzaamheid aebatteeren over de vraag
stukken van den Godsdienst en gezamenlijk
een jongen onderwijzer tot het Geloof trach
ten te brengen en ondanks zijn onverzettelijk
heid in de geloofskwestie, aan een Katholiek
verpleegstertje willen koppelen, zijn uit den
zelfden geest geboren als rebbe Sichel. Zij
hebben alle gemoedelijkheid en gastronomi
sche eigenschappen overgeërfd van Vriend
Frits. Wanneer de Elzasser schoolkindertjes
onder aanvoering van Ben-Omar, een Ma-
rokaansch soldaat, hun patriottische liedjes
zingen voor het huis van Mevrouw Brion en
de pastoor, de dominé en de rabbijn ieder
uit zijn eigen raam glimlachend en hoofd-
knikkend staan toe te luisteren, zien wij in
gedachten Erckmann—Chatrian tevreden uit
den hooge deze landelijke idylle aanschou
wen en -hooren wij hem zeggen: „Braaf zoo,
Edmond Fleg, zoo zouden wij het ook hebben
gedaan!"
Maar de tijd van Erckmann-Chatrian is al
lang voorbij en wij verwonderen ons wel 'n
beetje, dat er 20 jaar na den grooten oorlog
nog zulke vriendelijke idylles, zich afspelend
vlak achter het front, worden geschreven.
Wij gelooven niet erg aan ai die gemoede
lijkheid in den Elzas zoo vlak bij het vijande
lijk vuur en het geheel maakt wel 'n weinig
zoetclijken indruk, zooals ook Vriend Frits het
in dezen tijd zou doen. Wij hebben geleerd
den oorlog anders te zien dan in deze Idyllische
sfeer van landelijkheid en rust. Maar het was
Edmond Fleg blijkbaar te doen om deze drie
geestelijken van verschillend Geloof te zamen
te brengen en de verdraagzaamheid der Gods
diensten te prediken. „De oorlog heeft ons
nader tot elkander gebracht", zegt de pastoor.
„Ik heb in de loopgraven een Protestant in
zijn laatste oogenblikken bijgestaan. U, domi
né hebt een Jood zijn stervensuur verlicht en
U. rabbijn, hebt een stervenden Katholiek voor.
zijn dood het crucifix op de lippen gedrukt!"
Zoo zijn ze in hun verdraagzaamheid één. En
hier. in hun gemeenschappelijk kwartier spe
len zij gezamenlijk met het Katholieke ver
pleegstertje in volkomen harmonie een kwar
tet van Mozart.
Maar er zijn ook oogenblikken, waarop het
bloed kruipt, waar het niet gaan kan. Dan
komen zij in optsand tegen elkaar, zijn zij
geheel gescheiden en is de harmonie totaal
verdwenen. Maar dan is het de rabbijn die
in zijn gemoedelijkheid hen weer te zameil
brengt en voorstelt- opnieuw één van zin het
menuet van Mozart te spelen.
Och, als de oorlog waarlijk eens zulk een
idylle was en de menschen zoo tot elkander
bracht! Men moet er Erckmann-Chatrian of
Edmond Fleg voor zijn, om ons de menschen
zoo in opperste verdraagzaamheid bij een
gebakken tongetje en een lekker glas mus
kaatwijn voor oogen te tooveren. Dit tooneel -
spel doet eigenlijk als geheel wat anachro
nistisch aan, en wij kunnen moeilijk aan.
dien oorlog gelooven. ook al hooren wij nu
en dan het donderen van het kanon en al
zien wij zelfs de lichtflikkeringen van het
los brandend geschut. Maar het was Edmond
Fleg zooals gezegd om de drie geeste
lijken te doen en "wij zouden bijna mede
verteederd zijn. wanneer wij hen in de ge
daante van Folkert Kramer, Oscar Tour-
niaire en Louis de Vries zoo gemoedelijk en
verdraagzaam te zamen zien.
Het blijft een idylle, zoo als zij ons deze drie
geestelijke voorgangers geven. Folkert Kramer
zacht en vriendelijk als de pastoor, Oscar
Toumiaire, wat robuster en krachtiger als de
dominé. die zendeling bij de negers is geweest
en Louis de Vries, een en al gemoedelijkheid
als de rabbijn. En het versterkt ons in onze
opvatting, dat Louis de Vries een voortreffe
lijk blijspelspeler zou kunnen zijn. Want hij
speelde dezen rabbijn ook al was hij
even als de anderen nog niet geheel ze
ker van zijn tekst met tal van fijne trekjes
en maakte er een zeer sympathiek mensch van.
De dames hebben in dit gemoedelijke stuk
minder te- doen. Annie Verhulst is er een El-
zasserin in, die, gedrukt onder den oorlog, in
stilte lijdt. Ik vermoed zoo, dat zijner erg naar
verlangt om hem weer eens hevig van katoen
te kunnen geven, zooals in den tijd, toen zij
bij Bouber speelde.
Annie Follender was het verpleegstertje, dat
naar den naam van „Zonnestraaltje" luisterde.
Deze benaming past geheel bij de idylle en zegt
genoeg hoe de rol gespeeld moet worden. An
nie Follender was dan ook de liefheid in per
soon. En Julia Cuypers verscheen in Elzasser
dracht als Gredel. de oude dienstbode en voel
de zich geheel thuis in dat milieu van La
Maison du Bon Dieu.
Alex Faassen was de onderwijzer-soldaat, die
ondanks de pogingen van pastoor, dominé en
rabbijn niet tot het Geloof kor. komen. En
Bob van Leer sum was een Marokaansch sol
daat. die ons deed denken aan den in de heele
wereld reeds bekenden langen tamboer-ma
joor van den Negus van Abessynië.
De gemoedelijke idylle vond een vriendelijk
onthaal bij het publiek, dat ook bij deze tweede
voorstelling, welke ik bijwoonde, in goeden ge
tale was opgekomen.
8. B. SCHUIL.