rr
ALS IEMAND VERRE
REIZEN DOET
Het Engelsche vliegtuigmoederschip „Hermes
voor de haven van Alexandrië als onderdeel
van de Engelsche vlootmacht, welke zich thans
in de Middellandsche Zee bevindt
De propagandakern „Amsterdam' van het Zuivelbureau opende Maandag in de hoofdstad
een tentoonstelling, waar gedurende vier weken demonstraties zullen worden gegeven.
dr. I. H. J. Vos, die de tentoonstelling opende, bekijkt de diverse uit zuivelproducten
bereide gerechten
Het s*5. .Rotterdam" van de Holland Amerika Lijn, dat nabij Marant Keys op
een rif geloopen is
De heer C. van der Voort
van Zijp, burgemeester van
Maartensdijk, is op 63-
jarigen leeftijd overleden
H K. H. Prinses Juliana heeft Maan
dagmiddag in Oud-Watergraafsrneer
de School tot opleiding van geleide
honden voor blinden officieel geopend,
waarna de hooge bezoekster met be
langstelling de demonstraties volgde
De fraaie Kathedraal te Como, dateerend uit 1700, is door een zwaren brand
geteisterd. Een kijkje tijdens het nachtelijk blusschingswerk
De bekende schrijver en biograaf Emil
Ludwig, die geruimen tijd in Abessynië
heeft gewoond, hield Maandagavond
in hel Amsterdarnsche Concertgebouw
een interessante voordracht over dit
land
H. M. de Koningin vertrok na haar verblijf van eenige dagen Maandagmiddag weer uit de hoofdstad.
De Koningin en de Prinses wuiven, gezeten in het statierijluig, de juichende menigte toe
FEUILLETON.
Een avontuurlijk verhaal van drie
studenten.
door ARNOLD BARTEL.
(Nadruk verbodenl.
Voor het station Antibes staat een ver
keersagent. Zij moeten een oogenblik stop
pen en Jean Martin maakt van deze gelegen
heid- gebruik den man te vragen, of er ook
een kleine roode auto van Duitsche nationali
teit voorbij is gekomen. De verkeersagent
knikt en wijst in de richting van Nizza
Nu zijn zij eindelijk op een vrij stillen weg,
zoodat zij alles uit den wagen kunnen halen.
De kilometerteller staat al spoedig op negen
tig vijf en negentig en tenslotte zelfs
op.honderd. Zoo razen zij langs den, over het
algemeen kaarsrechten weg, welke evenwijdig
met de kust loopt. Veel te genieten is hier
niet. Het wemelt er van schreeuwende recla
meborden, welke diverse badplaatsen, dranken
en bouwterreinen in de gunst van de pas
santen aanbevelen. Er zijn trouwens rechts
en links van hun duizenden vierkante meters
bouwterrein te koop. Men krijgt onwillekeurig
den indruk, dat hier vele eigenaars het slacht
offer van mislukte grondspeculaties geworden.
Voor Nizza stoppen plotseling alle auto's.
Twee politie-agentén staan midden op straat
en controleeren alle papieren der bestuurders.
Telegraaf en telefoon hebben hun werk reeds
gedaan; men zoekt de voortvluchtige juwee-
lehdieven.
Jean Martin werkt weer met zijn legimatie-
penning en informeert opnieuw naar den
kleinen, rooden wagen. Maar de beide agen
ten zijn pas eenige minuten geleden gealar
meerd en hebben niets gezien. Zij geven hem
den raad In de stad bij een verkeerspost te
vragen.
En voort gaat het weer in razende vaart
tot eindelijk de palmen langs de Promenade
des Anglais opduiken. De boulevard met zijn
vele luxueuze hotels is in dezen tijd van het
jaar vrijwel verlaten.
Aan het strand baden slechts enkele meis
jes en jongens uit de stad. Het is drukkend-
warm; in het westen paken zich dikke, don
kere wolken tezamen. Eenige arbeiders, die
aan het ouderwetsche, pronkerige casino repa
ratiewerkzaamheden verrichten, hangen loom
tegen een steiger en staren bedenkelijk naai
de lucht. Er is een onweer in aantocht.
Op de Place Masséna doet zich een nieuwe
moeilijkheid voor. Hier splitst de weg in
drieën en al deze wegen leiden naar de grens.
Aan welke van de drie heeft Popodotschi met
zijn handlangers de voorkeur gegeven?
De verkeersagent, die hier geposteerd is. kan
zich niet herinneren een kleine, roode auto te
hebben gezien. Misschien is de wagen in 't
geheel niet hier gepasseerd, maar beneden
langs den haven gereden.
Wat nu? Jean Martin overlegt een oogen
blik de situatie en zegt bij zich zelf: voor
iemand, die ontkomen wil, is boven op de
Grande Corniche de kans het gunstigst.
En derhalve rijden zij. terwijl de eene blik-
semstraat de andere opvolgt, in de verte de
donder rommelt en groofe stofwolken elk uit
zicht belemmeren, waardoor zij gedwongen
worden hun vaart te verminderen, dwars door
de oude stad, langs de kazerne de Rue des
diables bleus op.
Boven op den heuvel vallen de eerste dikke
druppels. Diesel stopt en de dre anderen hel
pen hem de kap van den wagen op te zetten.
Eenige minuten later wordt de achtervol
ging voortgezet, ondanks het onweer, dat nu
In alle hevigheid losbarst.
Van het schitterende panorama, dat hier
te genieten zou zijn, is thans niet veel te be
speuren. De zee, voorzoover deze althans onder
de onheilspellende wolkenmassa te zien is,
heeft de kleur van inkt. De Zee-Alpen zijn
eveneens in wolken gehuld. Het wordt steeds
donkerder. In de dorpen beneden langs de
kust zijn hier en daar de vensters reeds ver
licht. Ook Diesel schakelt de koplampen van
den wagen in. De mogelijkheid, dat zij de
vluchtelingen zullen inhalen, wordt steeds
geringer. Het onweer maakt den dag tot
nacht. Het geratel van den donder wordt in
dë bergen honderdvoudig weerkaatst. De
regen klettert tegen de voorruit en valt in
stroomen op de, niet geheel waterdichte kap.
Felle bliksemstralen hullen van tijd tot tijd
het landschap in een spookachtig licht.
Maar even zoo snel als het onweer is op
gekomen, gaat het ook weer voorbij. De regen
wordt minder en langzamerhand neemt de
hemel weer zijn oorspronkelijke kleur aan.
De lucht is vochtig en bezwangerd door geu
ren.
Zij rijden voorbij La Turbie, vanwaar de
tandradbaan bergafwaarts naar Monte Carlo
leidt. Hier buigt de weg af naar Mentonre.
Plotseling roept Snavel: „Daar staan ze
Daar
Diesel remt zoo sterk, dat zij allen voor
over vallen en de wagen met een schok stil
staat. Aller oogên volgen de richting, welke
Snavel's vinger aanwijst. En waarlijk, daar
staat bij een benzinepomp de kleine, roode
wagen, dien zij achtervolgen. En kalm een
sigaar rookend, staat daar naast meneer
Gotlïeb Pirzel uit Chemnitz.
Jean Martin is het eerst uit de auto, maar
als hij ziet, dat de man naast den wagen
niemand anders dan Gotlieb Pirzel blijkt te
zijn, is hij ernstig teleurgesteld. Diesel meent
weliswaar nog steeds, dat ook deze in het
complot betrokken is en hij herinnert aan
den „tricotgraaf in harden schaal", maar
Jean Martin heeft reeds in Marseille van de
politie te Chemnitz langs telegrafischen weg
inlichtingen ontvangen en hij weet dus, dat
Pirzel werkelijk niemand anders is dan waar
voor hij zich uitgeeft.
Door bemiddeling van Snavel, die als tolk
optreedt, vraagt hij hem desondanks hoe
hij aan den wagen van meneer Spörcke hier
gekomen is.
Pirzel is oprecht verbaasd en kijkt van den
een naar den ander. Wat willen die menschen
eigenlijk van hem? En hij deelt zeer bereid
willig mede. dat Spörcke zijn wagen aan me
neer Popodotschi heeft afgestaan om een
tochtje in de omgeving te kunnen maken. Po
podotschi was ook in het bezit van het
sleuteltje voor het contact en hij heeft hem,
Pirzel, die in Chemnitz een dergelijk wagen
tje in zijn garage heeft staan, vriendelijk ver
zocht als chauffeur te willen optreden.
Maar dan roepen zij plotseling alle vier
tegelijk: „Waar is Popodotschi?"
Gotlieb Pirzel begint de zaak hoe langer
hoe raadselachtiger te vinden.
„Meneer Popodotschi is, toen wij plotseling
door het onweer werden overvallen, terwille
van mevrouw Manescu, met deze in La Turbie
uitgestapt en met de tandradbaan naar Monte
Carlo gegaan. Daar zullen zij elkaar over een
uur voor de speelzalen ontmoeten".
Als Snavel deze mededeeling voor Jean
Martin vertaald heeft, merkt deze slechts
spottend op: „Oh, le pauvre monsieur Pirzel!
Hij zal da ai- zeker tevergeefs op hen wach
ten
Op dit oogenblik beleefd Pirzel opnieuw
een verrassing. Als hij aanstalten maakt de
ingenomen benzine te betalen, blijkt zijn por
tefeuille verdwenen te zijnGejaagd
zoekt hij alle zakken na, kijkt op den vloer en
tusschen de bekleeding van den wagen, maar
alles tevergeefs. Zijn portefeuille is weg
En hij weet toch zeker, dat hij haar onderweg
nog gehad heeft.
Lou Volkers, die hem met mevrouw Manes
cu, van Marseille af steeds in het oog heeft
gehouden, werpt hem een medelijdende blik
toe.
„U kunt dat zoeken wel staken, meneer
Pirzel", zegt hij. „Uw portefeuille zal wel den
zelfden weg zijn gegaan als de juweelen van
meneer Van Berquem. Ik vermoed echter, dat
u er wel wat goedkooper bent afgekomen"'.
En als Gotlieb Pirzel hem vragend-wan
trouwend aanstaart, vertelt hij hem de ge
schiedenis van de gestolen juweelen In Juan-
les-Pins.
Nu vallen den „tricotgraaf" plotseling de
schellen van de oogen. Wat hij anders zeker
nooit aan iemand zou hebben verteld, moet
hem nu van het hart. Hij heeft er niet alleen
zijn portefeuille bij ingeschoten. Reeds aan
boord van de Ukami heeft madame Manescu
een belangrijk bedrag van hem geleend, om
dat, naar zij beweerde, het telegrafisch door
haar opgevraagde geld, in Southampton niet
was aangekomen. Door een tot dusver onop-
gehelderden samenloop van omstandigheden
lag het geld ook niet in Marseille, zooals zij
verwacht had en derhalve had hij zich ge
noodzaakt gezien zelf naar zijn bankier in
Chemnitz te telegrafeeren. Tot op den huidi-
gen dag had hij bovendien alles voor haar
betaald, omdat zij toch niet geheel zonder
geld op zak kon loopen. Naar adem snakkend
noemt hij een bedrag, hetwelk zoo hoog is,
dat de anderen daaruit gevoeglijk meenen te
mogen concludeeren, dat hij niet alleen me
vrouw Manescu heeft vrij gehouden, maar,
zonder het te weten, de geheele coup van
dit duistere trio heeft gefinancierd.
Maar als zij hem dat onder het oog bren
gen, is hem dat nog niet zoo pijnlijk als het
feit. dat hij zijn moeder reeds van de kennis
making met de allercharmantste madame
Manescu in kennis heeft gesteld en daarbij
heeft gezinspeld op een binnenkort te ver
wachten verloving. Als dat alles in 's hemels
naam maar niet in de krant komt!
Gotlieb Pirzel koestert, sinds hij aan de
Saksisch-Boheemsche grens voor een smok
kelaar werd aangezien, een nacht in het
cachot moest doorbrengen en zijn naam aan
deze geschiedenis verbonden, in alle kranten
prijkte, een hevige vrees voor de pers. Hij is
en blijft nu eenmaal een pechvogel...,!
(Wordt vervolgd)'.