De match Euwe-Aljechin om den wereldtitel
DONDERDAG 3 OCTOBER 1935
HAARDE M'S DA'GBEAD
9
De critiek van het voetbalpubliek en de spelregels; De
referee weet het meestal toch beter; Succes van het lersche
voetbal; League-teams en nationale ploegen; Een wed
strijd van Engelsche trainers tegen een Hollandsch club
elftal?; Het Belgische competitie-voetbal en wat er al zoo
mede samenhangt.
Is het u wel eens opgevallen, waarde lezer,
als ge u te midden der toeschouwers bij een
voetbalwedstrijd bevindt, hoe fel de critiek
is van hen, die zich spelkenner bij uitne
mendheid wanen en de omstanders vergas
ten op een serie daverende opmerkingen en
leerstellingen, waarnaar de trainer van het
Nederlandsch elftal met verbazing zou luiste
ren? En hebt u er dan wel eens over nage
dacht. dat velen van hen. die week aan week
de wedstrijden bezoeken en alle sportberich
ten nalezen, precies weten, hoe oud de spe
lers van „hun" club zijn, hoeveel doelpun
ten zij gemaakt hebben, maar van het spel
zelf maar weinig begrijpen, vooral omdat
zij slechts oogen hebben voor één der twee
elftallen?
Natuurlijk, ze weten allemaal, wat een
corner en een freekick is en sommigen brul
len heftig offside, als de tegenpartij een
doelpunt maakt, maar zelden weten zij de
fijnere puntjes van het spel te waardeeren,
eenvoudig, omdat ze het niet zien. Als Harry
een goal scoort, is Harry de held. doch
Piet, die de opening maakte en de verdedi
ging op een dwaalspoor bracht, diezelfde
Piet „most's wat harreder loope en ookkus
een kooltje fokke". En als ge dan op het bal-
con van cie tram staat om naar huis te gaan,
zijn er allicht twee heeren, die het oneens
zijn over het derde doelpunt, want de een
beweert, dat Nelis met zijn linkerbeen
schoot, terwijl de ander duidelijk gezien
heeft, dat ie den bal op zijn knie kreeg.
Dat zijn de ware voetbalkenners; zelden
komt het in hun gedachten op, dat de links
buiten slecht speelde doordat zijn binnenspe-
lers of de halfbacks hem niet de juiste bal
len gaven en evenmin hebben zij er op ge
let. dat de spil zoover achter bleef, omdat
zijn eigen backs den bal steeds weer met te
verre trappen (van die prachtige vuurpijlen)
naar de tegenpartij schoten, waardoor de
eigen voorhoede machteloos was en het le
der steeds weer terug kwam.
We behoeven daar nu niet verder over te
praten; het gaat tegenwoordig om de goals
en de punten; de manier om ze te krijgen,
is van minder belang.
Maar er zijn zoo van die gevallen, die tel
kens weer voorkomen en waar vaak de spe
lers zelf niet de j uiste uitlegging aan weten
te geven. Allereerst de buitenspelregel. Een
paar woorden Uit dezen regel worden steeds
over het hoofd gezien, ook nog wel eens door
de scheidsrechters. Het zijn deze: „op het
moment, dat de bal het laatst door een spe
ler der aanvallende partij gespeeld werd".
Dan staat men buitenspel, doch al kreeg een
aanvaller het leder op de goaliijn te pakken
en al stond er op 2;0 Meter afstand geen ver
dediger, behoeft die aanvaller niet offside te
staan, als op het' moment, dat de bal het
laatst door een partijgenoot - gespeeld werd,
slechts twee tegenstanders tusschen aanval
ler en doellijn stonden.
Een ander geval. Jan schiet en de bal zal
drie meter naast het doel gaan, als het leder
in zijn vlucht den scheidsrechter raakt en
in het net verdwijnt. Is dat een doelpunt?
Nee,v zegt de een, de scheidsrechter moet
„kophoog" geven; mis, beweert de ander, het
wordt als achterbal gerekend. Maar van
zelfsprekend is het een geldig doelpunt, im
mers de referee neemt aan het spel geen
deel en de bal wordt dus geacht vanzelf van
richting te zijn veranderd. Hetgeen nog niet
uitsluit, dat de arbiter na afloóp door de
aanhangers der verliezende partij zelf als
„speelbal" wordt gebruikt.
Dan is er nog de vrije schop in het straf
schopgebied, om nog een enkel, dikwijls voor
komend geval te noemen. Deze kan worden
toegekend wegens gevaarlijk spel van een
der verdedigers (te hoog trappen, te laag
koppen) of voor het loopen met den bal dooi
den doelman. ..Maggie in eens?" vraagt de
schutter van het elftal. Dat mag niet en
wat meer zegt, de bal moet door toedoen van
een zijner teamgenooten een volledige om
wenteling hebben gemaakt, alvorens1 een
daarop volgend doeltreffend schot als goal
kan worden geldig verklaard.
Men ziet uit bovenstaande spel-onderdee-
len, dat de taak des scheidsrechters nog niet
zoo eenvoudig is en dat de toeschouwers goed
doen te bedenken, dat hij in den regel het
spel beter kan beoordeelen dan zij.
Maar voorloopig zal nog wel hoodzaak blij
ven, of Jan gemakkelijk kon doelpunten, of
dat de bal nog eerst de vingertoppen van
den doelman raakte. Hetgeen trouwens voor
den keeper in kwestie zeer belangrijk kan
zijn.
De. overwinning van het lersche League
team op het Engelsche dito te Blackpool
kwam als een volkomen verrassing, daar het
de eerste maal was sedert de instelling van
deze reeks wedstrijden in 1893, dat de Ieren
de zege behaalden.
Tot goed begrip van deze prestatie diene
het volgende: Jaarlijks worden er tusschen
de vertegenwoordigende elftallen van En
geland. Schotland Wales en Ierland z.g. in
ternationale matches in een halve competi
tie gespeeld, waardoor de landen elkaar dus
het eene jaar „thuis" en het volgende „uit"
bekampen. Daaraan voorafgaande spelen de
League-ploegen der twee betreffende landen
een wedstrijd op tegenovergesteld terrein.
Wanneer Engeland dus dit seizoen Schot
land op Wembley ontvangt, komt eenige we
ken tevoren het Engelsche League-elftal te
Glasgow tegen de Schotsche League uit.
Het is ook thans weer gebleken, dat men
in ons land nog steeds niet het juiste ver
schil tusschen beide matches begrijpt. Wel
nu, het vertegenwoordigend team van Schot
land, Wales of Ierland kan en mag worden
samengesteld uit spelers, die in dat land ge
boren zijn. ook al spelen zij voor een Engel
sche League-club. Ierland kan dus b.v.
Dunne van Arsenal opstellen en Schotland
keeper Jackson van Chelsea. Het Engelsche
elftal heeft dergelijke bepalingen niet noo-
dig, daar zij genoeg keus in eigen competi
ties heeft.
In de inter-League wedstrijden echter is
elk land verplicht met nationale spelers uit
te komen, die tevens ln de betreffende
League zijn ondergebracht en dit verklaart
ook de reden, waarom Wales aan dit laatste
soort wedstrijden niet mede doet. aangezien
het peil harer kleine competities eenige klas
sen onder dat der Engelsche derde divisie
ligt, Wanneer Wales er desondanks in slaagt,
zooals twee jaar geleden, om „internatio
naal" kampioen van Groot-Brittannië te
worden, dan bereikt zij dit resultaat met elf
in Wales geboren, doch in Engelsche clubs
uitkomende spelers. Bij deze matches kan
het dus voorkomen, dat spelers van één En
gelsche vereeniging in een match tusschen
Ierland en Wales tegen elkaar kampen, om
dat zij een verschillende nationaliteit heb
ben.
Wanneer men nu weet, dat ook Ierland
meestal negen van de elf spelers voor haar
nationale ploeg uit Engelsche clubs betrekt,
dan is het duidelijk, dat haar keuze-com
missie in de eigen competitie niet over vol
doend geroutineerde krachten beschikt. Daar
thans een zuiver Iersch Leaguer elf tal de
Engelschen, op eigen grond nog wel, met
21 wist te overwinnen, heeft dit resultaat
in Ierland begrijpelijkerwijze groote voldoe
ning gewekt, omdat het op een grooten voor-?
uitgang in het spelpeil van de eigen com
petitie wijst. Het Engelsche League-team
immers kan men beschouwen als een proef-
elftal voor de komende in tenia tionale ont
moetingen, o.a. tegen Duitschland en het
was samengesteld uit spelers, die allen in
aanmerking komen voor een keuze in die
wedstrijden.
Ierland had daarentegen den 42-jarigen
ex-Liverpoolkeeper Elisha Scott in het doel.
die sedert enkele jaren in zijn geboorteland
als „speler-manager" optreedt en die als
steeds ook nu lauweren oogstte. In de voor
hoede speelde echter de 16-jarige Kernoghan
naar wien de oogen van de in grooten getale
aanwezige Engelsche clubmanagers met ver
langen uitgingen, doch die nog te jong is om
in Engeland een beroepscontract te teeke
nen.
Hoe deze groote vooruitgang van het ler
sche competitie-voetbal (niet te verwarren
met den Ierschen Vrijstaat, die veel zwakker
is) te verklaren? Het lijdt geen twijfel, of de
invloed van de thans in hun land als ma
nager werkzaam zijnde Ieren als Billy Gil
lespie, Scott en Sloan, die jarenlang een
vooraanstaande plaats als spelers van En-
gelschè clubs innamen, doet zich thans gel
den.
Scott keepte onafgebroken meer dan twin
tig jaar voor Liverpool, Gillespie was aan
voerder van Sheffield United in de glorieja-
ren van deze club en won o.m. èen beker
medaille, hetgeen Sloan met Cardiff City
hem nadeed. De waarde van ervaren
„coaches" wordt hiermede voldoende gede
monstreerd en ongetwijfeld zullen de Engel
sche managers thans grootere aandacht be
steden aan de mogelijkheid tot aankoop van
jonge lersche spelers.
Hoewel de Engelschen dus met 2—1 ver
loren, zal dit niet tot gevolg hebben, dat het
bij deze gelegenheid dienstdoende elftal in
zijn geheel wordt afgedankt. Men beoordeelt
daar een speler niet naar één enkele goede
of slechte prestatie, doch naar zijn gemid
delden vorm en naar het al of niet bezitten
van het „big match" temperament, het
geen een zeer voorname factor is. Spelers als
doelman Swift van Manchester City, de
halfbacks Barker (Derby County) en Crays-
ton (Arsenal) en, de Sunderland-voorwaarts
Carter zullen zeer zeker hun kans nog wel
krijgen.
Inmiddels is de oneenigheid tusschen de
Irish League en de Free State League, welke
destijds tot een totale vervreemding leidde,
nog steeds niet bijgelegd, zoodat het Neder
landsch Elftal, wanneer althans de aange
kondigde match op 8 December te Dublin
tegen den Ierschen Vrijstaat doorgaat, voor
loopig niet bezorgd behoeft te zijn voor een
extra-versterkten tegenstander. Ofschoon
het wellicht nog moeite genoeg zal kosten,
op het „groene eiland" de overwinning te
behalen, want de Ieren zijn echte vechters.
Wederom is een eertijds bekend Engelsch
speler naar ons land verhuisd. Ditmaal is
het de oud-Blackburn Rovers rechtshalf
Healless, die als trainer van Heracles in Al
melo is benoemd. Healless maakte deel uit
van de Rovers-ploeg, die in 1928 op verras
sende wijze de Cup-final tegen Hudders-
field Town met 31 won, in welke match
de middenvoor Roscamp van den aftrap af
een doelpunt maakte door den keeper der
tegenpartij met bal en al in het net te loo
pen.
Het moet zoo langzamerhand mogelijk zijn,
een sterk team van in ons land werkzame
Engelsche trainers samen te stellen, het
geen overigens enkele jaren geleden al eens
gebeurd is. Destijds werd tegen D.F.C. en
het Groningsche Velocitas gespeeld, doch
sindsdien is er wel het een en ander veran
derd. Hoewel deze Britten natuurlijk niet
meer geregeld in wedstrijden uitkomen, zou
het toch niet onaardig zijn, eens een match
tegen een elftal van hen te organiseeren,
omdat men zoodoende zeer veel van de tech
niek en tactiek van het spel in een werke-
lijken wedstrijd zou kunnen zien en leeren.
De H.F.C.-coach Billy Yates keepte vroeger
voor Bolton Wanderers, Bob Glendenning
won als halfback met Barnsley een beker
medaille en kwam later eveneens voor Bol
ton uit, Healless speelde voor Blackburn. Bol-
lington voor Brighton, Pagnam was midden
voor in Arsenal en Watford, Marsden
(H.B.S.) halfback van Sheffield Wednesday
en Engeland, Wadsworth trad als linksback
voor Huddersfield en Engeland op. Dan wa
ren, althans kort geleden, in ons land Sed-
don, de bekende ex-Bolton-spil. Jefferson, de
Swindon rechtsbuiten uit lang vervlogen da
gen en Marshall. Vermoedelijk zijn er nog
heel wat meer.
Een lichtwedstrijd van Haarlem teeen de
Engelsche profshet lijkt ons een gang
naar den Schoterweg wel waard. En wat
meer zegt, het is eens iets anders!
Naar aanleiding van het vertoonde spel
door de Union St. Gilloise. de Belgische kam
pioensclub. waarover wij vorige week het een
en ander schreven, hadden we een gesprek
met een ervaren Belgisch sportjournalist, die
als zijn meening te kennen gaf. dat de ge
deeltelijke invoering van het beroepsspel in
zijn land het spelpeil niet in het minst ten
goede is gekomen. Integendeel, volgens hem
werd er in de dagen van Saeyg, Goetinck,
Coppee, Swartenbroeokx beter en vooral met
meer enthousiasme gevoetbald, dan thans.
Nu zijn er veelbelovende spelers, die te jong
tot professional gebombardeerd worden en
daarna bevreesd zijn hun plaats in het elftal
te verliezen, waaronder hun vorm en hun
toekomstige loopbaan lijdt. Aan den ande
ren kant zijn er onder de ouderen vaak nog
amateurs, die de club niet wil missen, doch
(Adv. Ingez. Med.)
die onder deze omstandigheden niet meer de
animo tentoon spreiden, waarmede zij vroe
ger in het veld kwamen, toen zij nog min of
meer voor hun genoegen konden voetballen.
Op de vraag, waarom men dan dit halve
professionalisme had ingevoerd, antwoordde
onze zegsman, dat de Bond was gezwicht
voor de clubbelangen, welke laatste rekening
hielden met een aantal ontevredenen onder
de spelers, die geen genoegen meer namen
met de geschenken en baantjes, welke htm
van tijd tot tijd werden toebedeeld. Thans
is men van den regen in den drop gekomen
en de eenige methode tot herstel was vol
gens onzen Belgischen collega het laten mee
spelen van buitenlandsche profs.
Onnoodig te zeggen, dat daardoor, ter wille
van de recettes, het clubleven vermoord
wordt en het nationale karakter van het
spel. hetgeen tenslotte in elk land weer ver
schillend is en waaraan voetbal, ook voor
het publiek, gedeeltelijk zijn charme ont
leent, totaal zou verloren gaan.
Evenmin als men de Hollanders op vol
maakt Oostenrijksche wijze kan laten voet
ballen. evenmin kan men van de Belgische
jeugd verwachten, dat zij zich aan een men
gelmoes van buitenlandsche stijlen op den
duur met succes zal kunnen aanpassen.
Waarbij nog komt, dat men zich moeilijk
voor een vertegenwoordigend nationaal elf
tal, waarin, gelijk in Frankrijk, enkele bui
tenlanders spelen, nog warm kan maken,
zoodat de propagandistische waarde van in
terland-wedstrijden tot het nulpunt daalt.
Maar daarmede was de Belgische collega
het niet eens; volgens hem waren de clubs
en hun belangen de hoofdzaak, want anders
kon het publiek geen interessante wedstrij
den meer bijwonen en zonder publiek geen
recettes. Hetgeen natuurlijk ook een opvat
ting is. waarbij echter vergeten wordt, dat
het voetbalspel niet uitsluitend een publieke
vermakelijkheid is, doch ook nog een sport,
die door de jeugd en het mannelijk gedeelte
der geheele bevolking voor hun genoegen
beoefend moet kunnen worden, met de mo
gelijkheid, er zich, mede door kameraad
schap en clubliefde zoodanig in te bekwa
men, dat men het tot de hoogste klasse en
het eigen nationaal elftal kan brengen, zon
der oneerlijke concurrentie van betaalde
buitenlanders of heimelijk betaalde en met
fraaie beloften naar een club gelokte land-
genooten. En dat is nu ónze opvatting!
Tentoonstelling Dierendag.
GEM. CONCERTZAAL.
VRIJDAG 4 OCTOBER, 's avonds 8—10 u.
ZATERDAG 5 OCT. 2—10 uur, ZONDAG
6 OCT. 10—10 uur.
TOEGANG VRIJ.
(Adv. ingez. Med.)
VOETBAL.
De Duitsche voetballer
Hoffmann overleden.
Debuteerde in 1926 tegen
het Nederlandsch Elftal.
Uit München: De Duitsche voetbalwereld
heeft een ernstig verlies geleden door het
overlijden van een harer beste spelers. Woens
dagmorgen vroeg is in een ziekenhuis alhier
Ludwig Hoffmann gestorven aan hersenvlies
ontsteking.
Ongevier veertien dagen geleden had hij
zich onder medische behandeling gesteld,
doch de dokters stonden machteloos tegenover
de reeds te ver gevorderde ziekte.
Ludwig Hoffmann is slechts 35 jaar gewor
den. Hij begon zijn voetballoopbaan bij de
Münchener Club Bayern en debuteerde als
internationaal in 1926 tegen Nederland.
Sedertdien werd hij in 18 internationale wed
strijden als linksbuiten opgesteld.
R.C.H.—AJAX.
De belangstelling voor bovengenoemden
wedstrijd is zóó groot, dat voorverkoop van
toegangskaarten aan de bekende adressen
noodzakelijk is. Op verzoek zijn 2000 kaarten
naar Amsterdam verzonden.
SCHOTEN—ZANDVOORT
A.s. Zondagmiddag speelt Schoten op haar
terrein aan den Vergierdeweg tegen Zand-
voort. Het Scho ten-elf tal is als volgt:
Boeser,
Schotman, Van Putten,
Steenbergen, Rootlieb, Van Roon.
Oorthuis, Heijerman, Kedde, Cop, Philippo.
BOKSEN
DE WEDSTRIJD GODFREY-
PIERRE CHARLES.
Uit Brussel: In het Palais des Sports te
Brussel had Woensdagavond een titelgevecht
plaats tusschen den Amerikaanschen neger
bokser George Godfrey en den Belgischen bok
ser Pierre Charles.
De wedstrijd werd na 15 ronden op punten
gewonnen door den neger.
WATERPOLO.
„DE WATERRATTEN".
Hedenavond begint bovengenoemde ver
eeniging haar wintertraining in Stoop's Bad.
De oefeningen zullen onder leiding staan van
den heer G. Voogd van de zwemvereeniging
„Het IJ", uit Amsterdam.
DAMMEN.
DAMCLUB HAARLEM.
Uitslag van de op 2 October gespeelde par
tijen voor den onderllngen wedstrijd om
het clubkampioenschap:
le Klasse:
W. van Daalen—J. Lyckama 02
C. F. Visse—P. Mollema 20
F. A. BerkemeierW. Stroo 1i
2e Klasse:
J. H. BurghoutH. J. Rozijn 20
F. MollemaA. Burghout 20
J. P. Exel Sr.B. Gabriël 1i
J. H. BurghoutA. Burghout 02
J. Har telH. J. Rozijn i_i
J. P. Exel Jr.— A. Burghout 2—0
P. Mollema Jr.J. H. Burghout 20
L. P. Huges—A. Russ 0—2
M. v. Leeuwen—G. P. Roet 0—2
SCHAKEN
Openingsrede van minister Slotemaker
de Bruine. De ..toss".
Na vele maanden van voorberei
ding staan wij dus thans aan het
begin van een der grootste schaak
evenementen uit den laatsten tijd:
de match EuweAljechin met den
titel van wereldkampioen als inzet.
DR. EUWE.
Het was zoo volkomen juist, toen de voor
zitter van het Comité, Mr. M. Levenbach,
Woensdagavond in zijn welkomstwoord ter
gelegenheid van de officieele opening in het
Carl ton-Hotel te Amsterdam sprak van een
historisch moment. In de zaal heerschte een
ondefinieerbare spanning van het onge
wisse, van het onzekere omtrent den afloop
van den komenden strijd, die fel zal worden
gevoerd.
Een heroïsche kamp van geest en genie
zal in de komende maanden worden ge
leverd: niemand durft maar met eenige ze
kerheid te voorspellen, wie winnaar zal zijn.
Nog sterker werd deze nerveuze onzeker
heid gevoeld onder de aanwezigen, toen aan
het einde van den avond ma*. A. Rueb, voor
zitter van den Wereldschaakbond, den „toss"
verrichtte.
Naast den F.I.D E.-president stonden stil
en onder den indruk van het moment Alje
chin, de wereldkampioen, exx Euwe, de uit
dager.
Toen Aljechin „wit" had gekozen en dus
Donderdagavond den eersten zet op het
schaakbord zal doen, week de spanning in
dé zaal. Drukke gesprekken volgden hoe in
dit geval de opening van de eerste partij zou
verloopen, waarop de beide meesters het
antwoord niet schuldig zullen blijven.
Inderdaad .mocht van een historisch mo
ment worden gesproken. Achter de tafel za
ten behalve de leden van het Euwe-Aljechin-
Comité, de Minister van Onderwijs, Kunsten
en Wetenschappen, Prof. Dr. G. J. Slotemaker
de Bruine, de burgemeester van Amsterdam
Dr. W. de Vlugt, verder de consul-generaal
te Amsterdam van Frankrijk de heer Judas;
Aljechin en Euwe, de president van den We
reldschaakbond mi. A. Rueb, de voorzitter
van dén Ned. Schaakbond de heer B. J. van
Trotsenburg en nog enkele andere schaak
autoriteiten.
Aan den wand waren de Fransche en Ne-
derlandsche vlaggen opgehangen met in het
midden de kleuren van Amsterdam.
Voorts merkten wij nog op de echtgenoo-
ten van beide schaakmeesters, vele bekende
grootheden als Flohr, dr. Tartakower, Ma-
roczy en Landau resp. secondanten van
Euwe en Aljechin, dr. Seitz. Mieses enz.
Mr. Levenbach deelde mede, dat de regee
ring in de afgeloopen maanden van voorbe
reiding tallooze malen van haar belangstel
ling heeft doen blijken en op vele wijzen
medewerking heeft verleend. In dit verband
riep mr. Levenbach in het bijzonder den
Minister van Onderwijs, Kunsten en Weten
schappen het welkom toe. „Het schaakspel
valt onder het onderwijs, want het moet wor
den geleerd en bestudeerd, maar ook is het
een kunst; het spel is een wetenschap".
Woorden van hartelijken dank richtte mr.
Levenbach tot den burgemeester van Am
sterdam voor zijn tegenwoordigheid op dezen
avond. Hierin zag spreker de bevestiging van
de belangstelling, tot nu toe steeds onder
vonden. Spreker memoreerde de medewer
king, welke men had verkregen van den vroe-
geren wethouder dr. Vos en den tegenwoor-
digen wethouder Boekman. De Militiezaal,
door het Gemeentebestuur ter beschikking
gesteld, mocht als een der fraaiste speelge-
legenheden gelden. Dat het gemeentebestuur
onzen nationalen kampioen eenige maanden
vrijaf had gegeven om hem in de gelegen
heid te stellen zich ernstig voor te bereiden
voor den komenden strijd, stelde spr. bij
zonder op prijs, hetgeen door de aanwezigen
met een hartelijk applaus onderstreept werd.
Welkomstwoorden richtte mr. Levenbach
nog tot den consul-generaal te Amsterdam
van Frankrijk, den heer Judas, de hoofdper
soon van het to urnooi: verder tot mevr. Al
jechin en mevr. Euwe, die hij een kleine bloe
menhulde aanbood, den president van den
Wereldschaakbond mr. Rueb en den voor
zitter van den Ned. Schaakbond den heer
Van Trotsenburg, van wien zooveel steun was
genoten.
De Minister spreekt.
De Minister van Onderwijs, Kunsten en
Wetenschappen, Prof. Dr. G. J. Slotemaker
de Bruine, richtte zich allereerst in het
Fransch tot den heer Aljechin. wien hij het
welkom in Nederland toeriep. Hij gaf hem
de verzekering, dat Nederland het zich tot
een voorrecht rekent den vreedzamen strijd
om het wereldkampioenschap binnen zijn
grenzen te zien. „In het wereldrijk van het
schaakspel zijt gij Koning", zei de Minister;
„de dynastie van Steinitz. Lasker en Capa-
blanca hebt gij voortgezet".
Spreker memoreerde, dat Aljechin bereid
is het bezit van den titel te
kampen met dengene,
die gerechtvaardigde
aanspraken kan doen
gelden op een tegen-
candidatuur. Niet veel
Nederlanders heb
ben durven hopen,
dat binnen weinige ja
ren na den vreedza
men oefenkamp tus
schen Aljechin en
Euwe in 1926 een
strijd om den wereld
titel zou volgen. Euwe
schreef zelf. dat de
Prof. Dr. G. J. Slote- strijd toen geen inter-
maker de Bruine. nationale beteekenis
had, omdat tevoren vast stond, dat Aljechin
de sterkste zou zijn en het er slechts om zou
gaan, met welk cijferverschil deze zou win
nen. „Een nederlaag van öVa tegen 4 1/2 was
voor Euwe zeker eervol. Hét hoopvolle was,
dat Euwe tijdens het tournooi voortdurend
beter ging spelen. Sindsdien is hij nog steeds
ln kracht blijven vooruitgaan en hebt u in de
rij der grootmeesters weten te plaatsen, een
resultaat, waarvoor ik te meer bewondering
heb, omdat gij geen beroepsspeler zijt".
De Minister dankte in het bijzonder dp
heeren Levenbach, Van Dam, Van Harten,
en Liket voor alles wat zij met hun toewij
ding en doorzettingsvermogen hebben be
reikt.
„Toen de uitnoodiging tot mij kwam om
de opening te verrichten, stond aanstonds
voor mij vast, dat „openen" niet zou betee-
kenen den eersten zet te plaatsen overtuigd
als ik was, dat ik daardoor het komend spel
siechts zou kunnen bederven. Overigens is
het niet wonderlijk, dat de minister van On
derwijs. van Kunsten en van Wetenschappen
zijn belangstelling aan den dag legt. De le
vensgang van beide spelers bewijst, dat we
tenschap zich èn naast én in het schaakspel
doet gelden. Dat kunst in fijnen zin zich
hier aanmeldt, is voor ieder duidelijk en wan
neer onder onderwijs mede opvoeding en ka
raktervorming mag worden verstaan, dan is
het zeer ter plaatse, waar intuïtie, volharding
DR. ALJECHIN.
tactisch en strategisch inzicht, zelfbeheer-
sching onmisbaar zijn en tot ontplooiing ko
men. Wie den strijd winnen zal? De wetten
der gastvrijheid, die vooral jegens den vreem
deling gelden, zouden mij den wensch op de
Upper, moeten leggen, dat Aljechin zijn titel
behouden. Maar mijn Nederlandsch hart klopt
warm voor den landgenoot. Daarom eindig ik,
met niet te spreken van een overwinnaar en
een niet-overwinnaar, maar van de eer, die
het voor beiden inhoudt in dezen kamp
elkanders medearbeiders te mogen zijn. La
séance est ouverte!"
De muziek zette de Marseillaise in en daar
na volgde het Wilhelmus.
Andere sprekers.
De Consul-generaal van Frankrijk te Am
sterdam, de heer Judas, sprak woorden van
welkom tot Aljechin; hij verheugde zich op
het feit, dat te Amsterdam een groot deel van
deze match zou plaats hebben. Namens zijn
land dankte spr. voor de ontvangst.
Mr. A. Rueb wees op den geestelijken kant
van den komenden strijd, welke ln de eerste
plaats een persoonlijk karakter droeg. Ook hij
heette Aljechin welkom en herinnerde aan
diens match, een jaar geleden met Bogolju-
bow. Mr. Rueb sprak de hoop uit, dat de
beste, dat de sterkste moge winnen.
De voorzitter van den Ned. Schaakbond
de heer B. J. van Trotsenburg, gaf een over
zicht van de geschiedenis van het wereldkam
pioenschap. meer in het bijzonder wat de or
ganisatie betrof. Hij hoopte, dat in de toe
komst een definitieve regeling ten deze tot
stand zou komen en achtte hier een taak
weggelegd voor den Wereldschaakbond.
Daarna voerden nog het woord de heer
Van Dien. eere-voorzitter van het V.A.S., De
Bruin, voorzitter van den Amsterdamschen
Schaakbond; de heer Kuiper namens den
Noord-Hollandschen Schaakbond alsmede
voor het A. S. C. en de heer Van den Bosch
voor den Haagschen Schaakbond.
De laatste sprekers waren Aljechin en Euwe,
Dr. Aljechin dankte de leden van het Co
mité voor de organisatie van de match. Om
trent den afloop van de match was niets te
bepalen: hij hoopte dat de beste zou mogen
winnen. Spr. achtte Euwe een speler van
groote klasse en schatte hem als vertegen
woordiger van zijn*land "bijzonder hoog. Hij
dankte alle sprekers voor de vriendelijke
woorden, in het bijzonder den heer Judas,
waarbij hij memoreerde, dat hij reeds vier
jaar voor Frankrijk als vertegenwoordiger in
in den Wereldschaakbond optrad.
Dr. Euwe zei, dat het niet in de bedoeling
had gelegen om de spelers op dezen openings
avond aan het woord te laten. Toch kan en
wil hij niet nalaten, zijn buitengewone waar
deering uit te spreken voor de overgroote
belangstelling, in de afgeloopen maanden en
ook thans weer ondervonden.
„Ik kan niet beloven dat ik zal winnen,
maar ik zal mijn uiterste best doen. Ik zal
elke partij, eiken zet behandelen of mijn
leven er van afhangt en in de komende maan
den al mijn energie wijden aan den kamp."
Euwe eindigde met woorden van dank tot
zijn tegenstander.
Daarna had de „toss" plaats.
De eerste partij begint heden Donderdag
avond half zes in het Carlton Hotel.
PAARDENSPORT.
VEREENIGING „DE HAARLEMSCHE
MANEGE"
A.s. Zaterdagavond word in de Haarlemsche
Manége als onderdeel van den samenge-
stelden wedstrijd om de wisselbekers de
dressuurproef gehouden.
DRAVERIJ TE LISSE.
Op de korte grasbaan te Lisse is Woensdag
een draverij gehouden, waarvan het resultaat
luidde;
Draverij van meet: Voor binnenlandsche
paarden afstand 300 M. voor buitenlandsche
310 M.: 1. Xut'nus, eigenaar W. Geersen. 2.
Uniform, eigenaar J. Borst. 3. Sister Patrick,
eigenaar J. Klarenbeek. 4. Fanfare, eigenaar
Gebrs. Knijnenburg.