De match Euwe-Aljechin om den wereldtitel DONDERDAG 3 OCTOBER 1935 HAARDE M'S DA'GBEAD 9 De critiek van het voetbalpubliek en de spelregels; De referee weet het meestal toch beter; Succes van het lersche voetbal; League-teams en nationale ploegen; Een wed strijd van Engelsche trainers tegen een Hollandsch club elftal?; Het Belgische competitie-voetbal en wat er al zoo mede samenhangt. Is het u wel eens opgevallen, waarde lezer, als ge u te midden der toeschouwers bij een voetbalwedstrijd bevindt, hoe fel de critiek is van hen, die zich spelkenner bij uitne mendheid wanen en de omstanders vergas ten op een serie daverende opmerkingen en leerstellingen, waarnaar de trainer van het Nederlandsch elftal met verbazing zou luiste ren? En hebt u er dan wel eens over nage dacht. dat velen van hen. die week aan week de wedstrijden bezoeken en alle sportberich ten nalezen, precies weten, hoe oud de spe lers van „hun" club zijn, hoeveel doelpun ten zij gemaakt hebben, maar van het spel zelf maar weinig begrijpen, vooral omdat zij slechts oogen hebben voor één der twee elftallen? Natuurlijk, ze weten allemaal, wat een corner en een freekick is en sommigen brul len heftig offside, als de tegenpartij een doelpunt maakt, maar zelden weten zij de fijnere puntjes van het spel te waardeeren, eenvoudig, omdat ze het niet zien. Als Harry een goal scoort, is Harry de held. doch Piet, die de opening maakte en de verdedi ging op een dwaalspoor bracht, diezelfde Piet „most's wat harreder loope en ookkus een kooltje fokke". En als ge dan op het bal- con van cie tram staat om naar huis te gaan, zijn er allicht twee heeren, die het oneens zijn over het derde doelpunt, want de een beweert, dat Nelis met zijn linkerbeen schoot, terwijl de ander duidelijk gezien heeft, dat ie den bal op zijn knie kreeg. Dat zijn de ware voetbalkenners; zelden komt het in hun gedachten op, dat de links buiten slecht speelde doordat zijn binnenspe- lers of de halfbacks hem niet de juiste bal len gaven en evenmin hebben zij er op ge let. dat de spil zoover achter bleef, omdat zijn eigen backs den bal steeds weer met te verre trappen (van die prachtige vuurpijlen) naar de tegenpartij schoten, waardoor de eigen voorhoede machteloos was en het le der steeds weer terug kwam. We behoeven daar nu niet verder over te praten; het gaat tegenwoordig om de goals en de punten; de manier om ze te krijgen, is van minder belang. Maar er zijn zoo van die gevallen, die tel kens weer voorkomen en waar vaak de spe lers zelf niet de j uiste uitlegging aan weten te geven. Allereerst de buitenspelregel. Een paar woorden Uit dezen regel worden steeds over het hoofd gezien, ook nog wel eens door de scheidsrechters. Het zijn deze: „op het moment, dat de bal het laatst door een spe ler der aanvallende partij gespeeld werd". Dan staat men buitenspel, doch al kreeg een aanvaller het leder op de goaliijn te pakken en al stond er op 2;0 Meter afstand geen ver dediger, behoeft die aanvaller niet offside te staan, als op het' moment, dat de bal het laatst door een partijgenoot - gespeeld werd, slechts twee tegenstanders tusschen aanval ler en doellijn stonden. Een ander geval. Jan schiet en de bal zal drie meter naast het doel gaan, als het leder in zijn vlucht den scheidsrechter raakt en in het net verdwijnt. Is dat een doelpunt? Nee,v zegt de een, de scheidsrechter moet „kophoog" geven; mis, beweert de ander, het wordt als achterbal gerekend. Maar van zelfsprekend is het een geldig doelpunt, im mers de referee neemt aan het spel geen deel en de bal wordt dus geacht vanzelf van richting te zijn veranderd. Hetgeen nog niet uitsluit, dat de arbiter na afloóp door de aanhangers der verliezende partij zelf als „speelbal" wordt gebruikt. Dan is er nog de vrije schop in het straf schopgebied, om nog een enkel, dikwijls voor komend geval te noemen. Deze kan worden toegekend wegens gevaarlijk spel van een der verdedigers (te hoog trappen, te laag koppen) of voor het loopen met den bal dooi den doelman. ..Maggie in eens?" vraagt de schutter van het elftal. Dat mag niet en wat meer zegt, de bal moet door toedoen van een zijner teamgenooten een volledige om wenteling hebben gemaakt, alvorens1 een daarop volgend doeltreffend schot als goal kan worden geldig verklaard. Men ziet uit bovenstaande spel-onderdee- len, dat de taak des scheidsrechters nog niet zoo eenvoudig is en dat de toeschouwers goed doen te bedenken, dat hij in den regel het spel beter kan beoordeelen dan zij. Maar voorloopig zal nog wel hoodzaak blij ven, of Jan gemakkelijk kon doelpunten, of dat de bal nog eerst de vingertoppen van den doelman raakte. Hetgeen trouwens voor den keeper in kwestie zeer belangrijk kan zijn. De. overwinning van het lersche League team op het Engelsche dito te Blackpool kwam als een volkomen verrassing, daar het de eerste maal was sedert de instelling van deze reeks wedstrijden in 1893, dat de Ieren de zege behaalden. Tot goed begrip van deze prestatie diene het volgende: Jaarlijks worden er tusschen de vertegenwoordigende elftallen van En geland. Schotland Wales en Ierland z.g. in ternationale matches in een halve competi tie gespeeld, waardoor de landen elkaar dus het eene jaar „thuis" en het volgende „uit" bekampen. Daaraan voorafgaande spelen de League-ploegen der twee betreffende landen een wedstrijd op tegenovergesteld terrein. Wanneer Engeland dus dit seizoen Schot land op Wembley ontvangt, komt eenige we ken tevoren het Engelsche League-elftal te Glasgow tegen de Schotsche League uit. Het is ook thans weer gebleken, dat men in ons land nog steeds niet het juiste ver schil tusschen beide matches begrijpt. Wel nu, het vertegenwoordigend team van Schot land, Wales of Ierland kan en mag worden samengesteld uit spelers, die in dat land ge boren zijn. ook al spelen zij voor een Engel sche League-club. Ierland kan dus b.v. Dunne van Arsenal opstellen en Schotland keeper Jackson van Chelsea. Het Engelsche elftal heeft dergelijke bepalingen niet noo- dig, daar zij genoeg keus in eigen competi ties heeft. In de inter-League wedstrijden echter is elk land verplicht met nationale spelers uit te komen, die tevens ln de betreffende League zijn ondergebracht en dit verklaart ook de reden, waarom Wales aan dit laatste soort wedstrijden niet mede doet. aangezien het peil harer kleine competities eenige klas sen onder dat der Engelsche derde divisie ligt, Wanneer Wales er desondanks in slaagt, zooals twee jaar geleden, om „internatio naal" kampioen van Groot-Brittannië te worden, dan bereikt zij dit resultaat met elf in Wales geboren, doch in Engelsche clubs uitkomende spelers. Bij deze matches kan het dus voorkomen, dat spelers van één En gelsche vereeniging in een match tusschen Ierland en Wales tegen elkaar kampen, om dat zij een verschillende nationaliteit heb ben. Wanneer men nu weet, dat ook Ierland meestal negen van de elf spelers voor haar nationale ploeg uit Engelsche clubs betrekt, dan is het duidelijk, dat haar keuze-com missie in de eigen competitie niet over vol doend geroutineerde krachten beschikt. Daar thans een zuiver Iersch Leaguer elf tal de Engelschen, op eigen grond nog wel, met 21 wist te overwinnen, heeft dit resultaat in Ierland begrijpelijkerwijze groote voldoe ning gewekt, omdat het op een grooten voor-? uitgang in het spelpeil van de eigen com petitie wijst. Het Engelsche League-team immers kan men beschouwen als een proef- elftal voor de komende in tenia tionale ont moetingen, o.a. tegen Duitschland en het was samengesteld uit spelers, die allen in aanmerking komen voor een keuze in die wedstrijden. Ierland had daarentegen den 42-jarigen ex-Liverpoolkeeper Elisha Scott in het doel. die sedert enkele jaren in zijn geboorteland als „speler-manager" optreedt en die als steeds ook nu lauweren oogstte. In de voor hoede speelde echter de 16-jarige Kernoghan naar wien de oogen van de in grooten getale aanwezige Engelsche clubmanagers met ver langen uitgingen, doch die nog te jong is om in Engeland een beroepscontract te teeke nen. Hoe deze groote vooruitgang van het ler sche competitie-voetbal (niet te verwarren met den Ierschen Vrijstaat, die veel zwakker is) te verklaren? Het lijdt geen twijfel, of de invloed van de thans in hun land als ma nager werkzaam zijnde Ieren als Billy Gil lespie, Scott en Sloan, die jarenlang een vooraanstaande plaats als spelers van En- gelschè clubs innamen, doet zich thans gel den. Scott keepte onafgebroken meer dan twin tig jaar voor Liverpool, Gillespie was aan voerder van Sheffield United in de glorieja- ren van deze club en won o.m. èen beker medaille, hetgeen Sloan met Cardiff City hem nadeed. De waarde van ervaren „coaches" wordt hiermede voldoende gede monstreerd en ongetwijfeld zullen de Engel sche managers thans grootere aandacht be steden aan de mogelijkheid tot aankoop van jonge lersche spelers. Hoewel de Engelschen dus met 2—1 ver loren, zal dit niet tot gevolg hebben, dat het bij deze gelegenheid dienstdoende elftal in zijn geheel wordt afgedankt. Men beoordeelt daar een speler niet naar één enkele goede of slechte prestatie, doch naar zijn gemid delden vorm en naar het al of niet bezitten van het „big match" temperament, het geen een zeer voorname factor is. Spelers als doelman Swift van Manchester City, de halfbacks Barker (Derby County) en Crays- ton (Arsenal) en, de Sunderland-voorwaarts Carter zullen zeer zeker hun kans nog wel krijgen. Inmiddels is de oneenigheid tusschen de Irish League en de Free State League, welke destijds tot een totale vervreemding leidde, nog steeds niet bijgelegd, zoodat het Neder landsch Elftal, wanneer althans de aange kondigde match op 8 December te Dublin tegen den Ierschen Vrijstaat doorgaat, voor loopig niet bezorgd behoeft te zijn voor een extra-versterkten tegenstander. Ofschoon het wellicht nog moeite genoeg zal kosten, op het „groene eiland" de overwinning te behalen, want de Ieren zijn echte vechters. Wederom is een eertijds bekend Engelsch speler naar ons land verhuisd. Ditmaal is het de oud-Blackburn Rovers rechtshalf Healless, die als trainer van Heracles in Al melo is benoemd. Healless maakte deel uit van de Rovers-ploeg, die in 1928 op verras sende wijze de Cup-final tegen Hudders- field Town met 31 won, in welke match de middenvoor Roscamp van den aftrap af een doelpunt maakte door den keeper der tegenpartij met bal en al in het net te loo pen. Het moet zoo langzamerhand mogelijk zijn, een sterk team van in ons land werkzame Engelsche trainers samen te stellen, het geen overigens enkele jaren geleden al eens gebeurd is. Destijds werd tegen D.F.C. en het Groningsche Velocitas gespeeld, doch sindsdien is er wel het een en ander veran derd. Hoewel deze Britten natuurlijk niet meer geregeld in wedstrijden uitkomen, zou het toch niet onaardig zijn, eens een match tegen een elftal van hen te organiseeren, omdat men zoodoende zeer veel van de tech niek en tactiek van het spel in een werke- lijken wedstrijd zou kunnen zien en leeren. De H.F.C.-coach Billy Yates keepte vroeger voor Bolton Wanderers, Bob Glendenning won als halfback met Barnsley een beker medaille en kwam later eveneens voor Bol ton uit, Healless speelde voor Blackburn. Bol- lington voor Brighton, Pagnam was midden voor in Arsenal en Watford, Marsden (H.B.S.) halfback van Sheffield Wednesday en Engeland, Wadsworth trad als linksback voor Huddersfield en Engeland op. Dan wa ren, althans kort geleden, in ons land Sed- don, de bekende ex-Bolton-spil. Jefferson, de Swindon rechtsbuiten uit lang vervlogen da gen en Marshall. Vermoedelijk zijn er nog heel wat meer. Een lichtwedstrijd van Haarlem teeen de Engelsche profshet lijkt ons een gang naar den Schoterweg wel waard. En wat meer zegt, het is eens iets anders! Naar aanleiding van het vertoonde spel door de Union St. Gilloise. de Belgische kam pioensclub. waarover wij vorige week het een en ander schreven, hadden we een gesprek met een ervaren Belgisch sportjournalist, die als zijn meening te kennen gaf. dat de ge deeltelijke invoering van het beroepsspel in zijn land het spelpeil niet in het minst ten goede is gekomen. Integendeel, volgens hem werd er in de dagen van Saeyg, Goetinck, Coppee, Swartenbroeokx beter en vooral met meer enthousiasme gevoetbald, dan thans. Nu zijn er veelbelovende spelers, die te jong tot professional gebombardeerd worden en daarna bevreesd zijn hun plaats in het elftal te verliezen, waaronder hun vorm en hun toekomstige loopbaan lijdt. Aan den ande ren kant zijn er onder de ouderen vaak nog amateurs, die de club niet wil missen, doch (Adv. Ingez. Med.) die onder deze omstandigheden niet meer de animo tentoon spreiden, waarmede zij vroe ger in het veld kwamen, toen zij nog min of meer voor hun genoegen konden voetballen. Op de vraag, waarom men dan dit halve professionalisme had ingevoerd, antwoordde onze zegsman, dat de Bond was gezwicht voor de clubbelangen, welke laatste rekening hielden met een aantal ontevredenen onder de spelers, die geen genoegen meer namen met de geschenken en baantjes, welke htm van tijd tot tijd werden toebedeeld. Thans is men van den regen in den drop gekomen en de eenige methode tot herstel was vol gens onzen Belgischen collega het laten mee spelen van buitenlandsche profs. Onnoodig te zeggen, dat daardoor, ter wille van de recettes, het clubleven vermoord wordt en het nationale karakter van het spel. hetgeen tenslotte in elk land weer ver schillend is en waaraan voetbal, ook voor het publiek, gedeeltelijk zijn charme ont leent, totaal zou verloren gaan. Evenmin als men de Hollanders op vol maakt Oostenrijksche wijze kan laten voet ballen. evenmin kan men van de Belgische jeugd verwachten, dat zij zich aan een men gelmoes van buitenlandsche stijlen op den duur met succes zal kunnen aanpassen. Waarbij nog komt, dat men zich moeilijk voor een vertegenwoordigend nationaal elf tal, waarin, gelijk in Frankrijk, enkele bui tenlanders spelen, nog warm kan maken, zoodat de propagandistische waarde van in terland-wedstrijden tot het nulpunt daalt. Maar daarmede was de Belgische collega het niet eens; volgens hem waren de clubs en hun belangen de hoofdzaak, want anders kon het publiek geen interessante wedstrij den meer bijwonen en zonder publiek geen recettes. Hetgeen natuurlijk ook een opvat ting is. waarbij echter vergeten wordt, dat het voetbalspel niet uitsluitend een publieke vermakelijkheid is, doch ook nog een sport, die door de jeugd en het mannelijk gedeelte der geheele bevolking voor hun genoegen beoefend moet kunnen worden, met de mo gelijkheid, er zich, mede door kameraad schap en clubliefde zoodanig in te bekwa men, dat men het tot de hoogste klasse en het eigen nationaal elftal kan brengen, zon der oneerlijke concurrentie van betaalde buitenlanders of heimelijk betaalde en met fraaie beloften naar een club gelokte land- genooten. En dat is nu ónze opvatting! Tentoonstelling Dierendag. GEM. CONCERTZAAL. VRIJDAG 4 OCTOBER, 's avonds 8—10 u. ZATERDAG 5 OCT. 2—10 uur, ZONDAG 6 OCT. 10—10 uur. TOEGANG VRIJ. (Adv. ingez. Med.) VOETBAL. De Duitsche voetballer Hoffmann overleden. Debuteerde in 1926 tegen het Nederlandsch Elftal. Uit München: De Duitsche voetbalwereld heeft een ernstig verlies geleden door het overlijden van een harer beste spelers. Woens dagmorgen vroeg is in een ziekenhuis alhier Ludwig Hoffmann gestorven aan hersenvlies ontsteking. Ongevier veertien dagen geleden had hij zich onder medische behandeling gesteld, doch de dokters stonden machteloos tegenover de reeds te ver gevorderde ziekte. Ludwig Hoffmann is slechts 35 jaar gewor den. Hij begon zijn voetballoopbaan bij de Münchener Club Bayern en debuteerde als internationaal in 1926 tegen Nederland. Sedertdien werd hij in 18 internationale wed strijden als linksbuiten opgesteld. R.C.H.—AJAX. De belangstelling voor bovengenoemden wedstrijd is zóó groot, dat voorverkoop van toegangskaarten aan de bekende adressen noodzakelijk is. Op verzoek zijn 2000 kaarten naar Amsterdam verzonden. SCHOTEN—ZANDVOORT A.s. Zondagmiddag speelt Schoten op haar terrein aan den Vergierdeweg tegen Zand- voort. Het Scho ten-elf tal is als volgt: Boeser, Schotman, Van Putten, Steenbergen, Rootlieb, Van Roon. Oorthuis, Heijerman, Kedde, Cop, Philippo. BOKSEN DE WEDSTRIJD GODFREY- PIERRE CHARLES. Uit Brussel: In het Palais des Sports te Brussel had Woensdagavond een titelgevecht plaats tusschen den Amerikaanschen neger bokser George Godfrey en den Belgischen bok ser Pierre Charles. De wedstrijd werd na 15 ronden op punten gewonnen door den neger. WATERPOLO. „DE WATERRATTEN". Hedenavond begint bovengenoemde ver eeniging haar wintertraining in Stoop's Bad. De oefeningen zullen onder leiding staan van den heer G. Voogd van de zwemvereeniging „Het IJ", uit Amsterdam. DAMMEN. DAMCLUB HAARLEM. Uitslag van de op 2 October gespeelde par tijen voor den onderllngen wedstrijd om het clubkampioenschap: le Klasse: W. van Daalen—J. Lyckama 02 C. F. Visse—P. Mollema 20 F. A. BerkemeierW. Stroo 1i 2e Klasse: J. H. BurghoutH. J. Rozijn 20 F. MollemaA. Burghout 20 J. P. Exel Sr.B. Gabriël 1i J. H. BurghoutA. Burghout 02 J. Har telH. J. Rozijn i_i J. P. Exel Jr.— A. Burghout 2—0 P. Mollema Jr.J. H. Burghout 20 L. P. Huges—A. Russ 0—2 M. v. Leeuwen—G. P. Roet 0—2 SCHAKEN Openingsrede van minister Slotemaker de Bruine. De ..toss". Na vele maanden van voorberei ding staan wij dus thans aan het begin van een der grootste schaak evenementen uit den laatsten tijd: de match EuweAljechin met den titel van wereldkampioen als inzet. DR. EUWE. Het was zoo volkomen juist, toen de voor zitter van het Comité, Mr. M. Levenbach, Woensdagavond in zijn welkomstwoord ter gelegenheid van de officieele opening in het Carl ton-Hotel te Amsterdam sprak van een historisch moment. In de zaal heerschte een ondefinieerbare spanning van het onge wisse, van het onzekere omtrent den afloop van den komenden strijd, die fel zal worden gevoerd. Een heroïsche kamp van geest en genie zal in de komende maanden worden ge leverd: niemand durft maar met eenige ze kerheid te voorspellen, wie winnaar zal zijn. Nog sterker werd deze nerveuze onzeker heid gevoeld onder de aanwezigen, toen aan het einde van den avond ma*. A. Rueb, voor zitter van den Wereldschaakbond, den „toss" verrichtte. Naast den F.I.D E.-president stonden stil en onder den indruk van het moment Alje chin, de wereldkampioen, exx Euwe, de uit dager. Toen Aljechin „wit" had gekozen en dus Donderdagavond den eersten zet op het schaakbord zal doen, week de spanning in dé zaal. Drukke gesprekken volgden hoe in dit geval de opening van de eerste partij zou verloopen, waarop de beide meesters het antwoord niet schuldig zullen blijven. Inderdaad .mocht van een historisch mo ment worden gesproken. Achter de tafel za ten behalve de leden van het Euwe-Aljechin- Comité, de Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, Prof. Dr. G. J. Slotemaker de Bruine, de burgemeester van Amsterdam Dr. W. de Vlugt, verder de consul-generaal te Amsterdam van Frankrijk de heer Judas; Aljechin en Euwe, de president van den We reldschaakbond mi. A. Rueb, de voorzitter van dén Ned. Schaakbond de heer B. J. van Trotsenburg en nog enkele andere schaak autoriteiten. Aan den wand waren de Fransche en Ne- derlandsche vlaggen opgehangen met in het midden de kleuren van Amsterdam. Voorts merkten wij nog op de echtgenoo- ten van beide schaakmeesters, vele bekende grootheden als Flohr, dr. Tartakower, Ma- roczy en Landau resp. secondanten van Euwe en Aljechin, dr. Seitz. Mieses enz. Mr. Levenbach deelde mede, dat de regee ring in de afgeloopen maanden van voorbe reiding tallooze malen van haar belangstel ling heeft doen blijken en op vele wijzen medewerking heeft verleend. In dit verband riep mr. Levenbach in het bijzonder den Minister van Onderwijs, Kunsten en Weten schappen het welkom toe. „Het schaakspel valt onder het onderwijs, want het moet wor den geleerd en bestudeerd, maar ook is het een kunst; het spel is een wetenschap". Woorden van hartelijken dank richtte mr. Levenbach tot den burgemeester van Am sterdam voor zijn tegenwoordigheid op dezen avond. Hierin zag spreker de bevestiging van de belangstelling, tot nu toe steeds onder vonden. Spreker memoreerde de medewer king, welke men had verkregen van den vroe- geren wethouder dr. Vos en den tegenwoor- digen wethouder Boekman. De Militiezaal, door het Gemeentebestuur ter beschikking gesteld, mocht als een der fraaiste speelge- legenheden gelden. Dat het gemeentebestuur onzen nationalen kampioen eenige maanden vrijaf had gegeven om hem in de gelegen heid te stellen zich ernstig voor te bereiden voor den komenden strijd, stelde spr. bij zonder op prijs, hetgeen door de aanwezigen met een hartelijk applaus onderstreept werd. Welkomstwoorden richtte mr. Levenbach nog tot den consul-generaal te Amsterdam van Frankrijk, den heer Judas, de hoofdper soon van het to urnooi: verder tot mevr. Al jechin en mevr. Euwe, die hij een kleine bloe menhulde aanbood, den president van den Wereldschaakbond mr. Rueb en den voor zitter van den Ned. Schaakbond den heer Van Trotsenburg, van wien zooveel steun was genoten. De Minister spreekt. De Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, Prof. Dr. G. J. Slotemaker de Bruine, richtte zich allereerst in het Fransch tot den heer Aljechin. wien hij het welkom in Nederland toeriep. Hij gaf hem de verzekering, dat Nederland het zich tot een voorrecht rekent den vreedzamen strijd om het wereldkampioenschap binnen zijn grenzen te zien. „In het wereldrijk van het schaakspel zijt gij Koning", zei de Minister; „de dynastie van Steinitz. Lasker en Capa- blanca hebt gij voortgezet". Spreker memoreerde, dat Aljechin bereid is het bezit van den titel te kampen met dengene, die gerechtvaardigde aanspraken kan doen gelden op een tegen- candidatuur. Niet veel Nederlanders heb ben durven hopen, dat binnen weinige ja ren na den vreedza men oefenkamp tus schen Aljechin en Euwe in 1926 een strijd om den wereld titel zou volgen. Euwe schreef zelf. dat de Prof. Dr. G. J. Slote- strijd toen geen inter- maker de Bruine. nationale beteekenis had, omdat tevoren vast stond, dat Aljechin de sterkste zou zijn en het er slechts om zou gaan, met welk cijferverschil deze zou win nen. „Een nederlaag van öVa tegen 4 1/2 was voor Euwe zeker eervol. Hét hoopvolle was, dat Euwe tijdens het tournooi voortdurend beter ging spelen. Sindsdien is hij nog steeds ln kracht blijven vooruitgaan en hebt u in de rij der grootmeesters weten te plaatsen, een resultaat, waarvoor ik te meer bewondering heb, omdat gij geen beroepsspeler zijt". De Minister dankte in het bijzonder dp heeren Levenbach, Van Dam, Van Harten, en Liket voor alles wat zij met hun toewij ding en doorzettingsvermogen hebben be reikt. „Toen de uitnoodiging tot mij kwam om de opening te verrichten, stond aanstonds voor mij vast, dat „openen" niet zou betee- kenen den eersten zet te plaatsen overtuigd als ik was, dat ik daardoor het komend spel siechts zou kunnen bederven. Overigens is het niet wonderlijk, dat de minister van On derwijs. van Kunsten en van Wetenschappen zijn belangstelling aan den dag legt. De le vensgang van beide spelers bewijst, dat we tenschap zich èn naast én in het schaakspel doet gelden. Dat kunst in fijnen zin zich hier aanmeldt, is voor ieder duidelijk en wan neer onder onderwijs mede opvoeding en ka raktervorming mag worden verstaan, dan is het zeer ter plaatse, waar intuïtie, volharding DR. ALJECHIN. tactisch en strategisch inzicht, zelfbeheer- sching onmisbaar zijn en tot ontplooiing ko men. Wie den strijd winnen zal? De wetten der gastvrijheid, die vooral jegens den vreem deling gelden, zouden mij den wensch op de Upper, moeten leggen, dat Aljechin zijn titel behouden. Maar mijn Nederlandsch hart klopt warm voor den landgenoot. Daarom eindig ik, met niet te spreken van een overwinnaar en een niet-overwinnaar, maar van de eer, die het voor beiden inhoudt in dezen kamp elkanders medearbeiders te mogen zijn. La séance est ouverte!" De muziek zette de Marseillaise in en daar na volgde het Wilhelmus. Andere sprekers. De Consul-generaal van Frankrijk te Am sterdam, de heer Judas, sprak woorden van welkom tot Aljechin; hij verheugde zich op het feit, dat te Amsterdam een groot deel van deze match zou plaats hebben. Namens zijn land dankte spr. voor de ontvangst. Mr. A. Rueb wees op den geestelijken kant van den komenden strijd, welke ln de eerste plaats een persoonlijk karakter droeg. Ook hij heette Aljechin welkom en herinnerde aan diens match, een jaar geleden met Bogolju- bow. Mr. Rueb sprak de hoop uit, dat de beste, dat de sterkste moge winnen. De voorzitter van den Ned. Schaakbond de heer B. J. van Trotsenburg, gaf een over zicht van de geschiedenis van het wereldkam pioenschap. meer in het bijzonder wat de or ganisatie betrof. Hij hoopte, dat in de toe komst een definitieve regeling ten deze tot stand zou komen en achtte hier een taak weggelegd voor den Wereldschaakbond. Daarna voerden nog het woord de heer Van Dien. eere-voorzitter van het V.A.S., De Bruin, voorzitter van den Amsterdamschen Schaakbond; de heer Kuiper namens den Noord-Hollandschen Schaakbond alsmede voor het A. S. C. en de heer Van den Bosch voor den Haagschen Schaakbond. De laatste sprekers waren Aljechin en Euwe, Dr. Aljechin dankte de leden van het Co mité voor de organisatie van de match. Om trent den afloop van de match was niets te bepalen: hij hoopte dat de beste zou mogen winnen. Spr. achtte Euwe een speler van groote klasse en schatte hem als vertegen woordiger van zijn*land "bijzonder hoog. Hij dankte alle sprekers voor de vriendelijke woorden, in het bijzonder den heer Judas, waarbij hij memoreerde, dat hij reeds vier jaar voor Frankrijk als vertegenwoordiger in in den Wereldschaakbond optrad. Dr. Euwe zei, dat het niet in de bedoeling had gelegen om de spelers op dezen openings avond aan het woord te laten. Toch kan en wil hij niet nalaten, zijn buitengewone waar deering uit te spreken voor de overgroote belangstelling, in de afgeloopen maanden en ook thans weer ondervonden. „Ik kan niet beloven dat ik zal winnen, maar ik zal mijn uiterste best doen. Ik zal elke partij, eiken zet behandelen of mijn leven er van afhangt en in de komende maan den al mijn energie wijden aan den kamp." Euwe eindigde met woorden van dank tot zijn tegenstander. Daarna had de „toss" plaats. De eerste partij begint heden Donderdag avond half zes in het Carlton Hotel. PAARDENSPORT. VEREENIGING „DE HAARLEMSCHE MANEGE" A.s. Zaterdagavond word in de Haarlemsche Manége als onderdeel van den samenge- stelden wedstrijd om de wisselbekers de dressuurproef gehouden. DRAVERIJ TE LISSE. Op de korte grasbaan te Lisse is Woensdag een draverij gehouden, waarvan het resultaat luidde; Draverij van meet: Voor binnenlandsche paarden afstand 300 M. voor buitenlandsche 310 M.: 1. Xut'nus, eigenaar W. Geersen. 2. Uniform, eigenaar J. Borst. 3. Sister Patrick, eigenaar J. Klarenbeek. 4. Fanfare, eigenaar Gebrs. Knijnenburg.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1935 | | pagina 13