Celd in petto.
moet U altijd
Bittere strijd om Adoea
verwacht.
Hst Behmmkde
53e Jaargang No. 16037
Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen
Vrijdag 4 October 1935
HAARLEM S DAGBLAD
Directie: P. W. PEEREBOOM
en ROBERT PEEREBOOM.
UITGAVE LOURENS COSTER MAATSCHAPPIJ VOOR
COURANT-UITGAVEN EN ALGEMEENE DRUKKERIJ N.V.
Hoofdredacteur: ROBERT PEEREBOOM.
ABONNEMENTENper week f 0.25, per maand 1.10, per 3 maanden
ƒ3.25, franco per post ƒ3.55, losse nrs. ƒ0.06. Geïllustreerd Zondagsblad:
per week 0.05, p. maand 0.22, p. 3 mnd. 0.65, franco p. post 0.72
Bureaux: Groote Houtstraat 93 Drukkerij: Zuider Buitenspaame 12
Telefoon Nos-: Directie 13082 Hoofdredactie 15054 Redactie 10600
Drukkerij: 10122, 12713 Administratie: 10724, 14825 Postgiro 38810
Bijkantoor: Soendaplein 37, Haarlem-Noord, Telefoon 12230.
ADVERTENTIëN 1—5 regels 1.75, elke regel meer f 0.35. Reclames
ƒ0.60 per regel. Tarieven regelabonnementen op aanvraag. Vraag ea
aanbod 14 regels 0.60. elke regel meer ƒ0.15. Onze Groentjes zie
hoofd rubriek.
Gratis Ongevallenverzekering voor betalende abonnés. Levenslange ongeschiktheid f 600.-, Overlijden 600.-, Verlies van Hand, Voet of Oog ƒ400.-. Duim ƒ250.-, Wijsvinger 150.-, Elke andere vinger 50.-, Arm- of Beenbreuk 30.—
Idem voor Abonnés op het Geïllustreerd Zondagsblad: Levenslange ongeschiktheid ƒ2000.-, Overlijden ƒ600.-. Verlies van Hand, Voet of Oog ƒ400 -, Verlies Duim f 75.-, Verlies Wijsvinger f 75.-, Verlies andere vinger ƒ30.-.
Alles indien het gevolg van een ongeval en volgens gratis ten kantore van dit blad verkrijgbare voorwaarden.
DIT NUMMER BESTAAT UIT
ZESTIEN BLADZIJDEN.
HAARLEM, 4 October.
Een Brief aan de Staatslieden.
Door driehonderd vijf tig doctoren, allen psy
chiaters en psychologen, is een adres gericht
tot de staatslieden der wereld. Wij hebben er
gisteren den tekst van gepubliceerd. Het toe
val heeft gewild dat het in de geheele wereld
juist gepubliceerd is op den dag, waarop Mus
solini zijn oorlog tegen Abessinië begon.
Deze ernstige waarschuwing tot de minis
ters van alle regeeringen gericht door een in
ternationale groep mannen-der-wetenschap,
die door hun studie en hun arbeid de meest-
deskundige beoordeelaars van de psychologi
sche zijde van het oorlogsvraagstuk zijn, kan
op dit oogenblik grooten en heilzamen invloed
doen gelden. Mén zegge niet: „weer een adres,
wat helpt het?" want een dergelijke brief kan,
mits hij op het juiste moment komt, de men-
schen-die-te-beslissen-hebben, nopen tot een
overpeinzing en zelfinkeer, die geweldige be-
teekenis kunnen hebben. Daarbij komt dat
dit adres geheel vrij is van eenig nationaal
eigenbelang. Het draagt de handteekeningen
van Nederlanders, Belgen, Franschen, Engel-
schen, Duitschers, Amerikanen, Scandina-
viërs, Zwitsers, Tsjechen, Polen enz., ja zelfs
van enkele Italianen. Vele professoren in de
psychiatrie, waaronder zulke corypheeën der
wetenschap als de Franschman Janet en de
Zwitser Bleuler, directeuren van krankzinni
gengestichten en sanatoria, zenuwartsen en
psychologen, hebben hun namen onder dit
document gezet.
Het heeft maandenlange voorbereiding ge-
eischt. Een voorbereiding die alweer in Haar
lem geschied is, want de secretaris van de
Commissie voor Oorlogsprophylaxis der Ned.
Maatschappij tot Bevordering der Genees
kunst, dr. J. Roorda, is de drijvende kracht
dezer gansche actie geweest. De tekst van het
adres is het werk van Haarlemsehe psychia
ters. Die tekst moest aan de goedkeuring der
collega's onderworpen worden en leidde tot
een internationale briefwisseling, die de
Commissie voor Oorlogsprophylaxis behalve
350 onderteekeningen van het adres, een
schat van belangwekkende documentatie be
zorgd heeft. Dezer dagen is uit Haarlem het
adres over den ganschen aardbol uitgezon
den en werd tegelijkertijd via het Algemeen
Nederlandsch Persbureau aan de wereldpers
medegedeeld. Zooals gezegd, viel de publicatie
juist samen met Mussolini's aanval op Abes
sinië.
De pogingen van den Volkenbond hebben
dit begin van den oorlog in Oost-Afrika niet
kunnen verhinderen. Maar iedereen beseft
dat veel grooter gevaren de wereld bedreigen
tengevolge van Mussolini's dolle onderneming.
In dit verband zijn wel van zeer groote be-
teekenis de volgende woorden in het adres:
„Zal de oorlog vermeden worden, dan
moeten de volken en hun leiders zichzelf
in hun verhouding tot den oorlog leeren
kennen. Door zelfkennis kan een wereld
ramp voorkomen worden.
Daarop geeft de eerste paragraaf van de
toelichting deze commentaar;
„Er bestaat een schijnbare tegenstrij
digheid tusschen den bewusten indivi-
dueelen afkeer van den oorlog en de col
lectieve bereidheid om oorlog te voeren.
„De verklaring hiervan ligt in het feit
dat de mensch zich geheel anders ge
draagt, vóelt en denkt als zelfstandig in
dividu dan als onderdeel van een collec
tiviteit.
„In de cultuurmensch van de 20ste
eeuw leven nog krachtige, wilde en des
tructieve instincten, die niet of slechts
ten deele zijn gesublimeerd en deze kun
nen losbreken zoodra 'de gemeenschap
waartoe hij behoort zich in gevaar meent
te bevinden. Het onbewuste verlangen om
die primitieve instincten te kunnen bot
vieren, ongestraft, ja zelfs beloond, be
vordert in hooge mate de bereidheid tot
den krijg.
„De strijdinstincten, in goede banen ge
leid, leveren energie voor veel dat goed
en nuttig is, doch zij kunnen een chaos
veroorzaken indien zij ongeteugeld in actie
komen, gebruik makend van de groote
vindingen van het menschelijk intellect.
En de tweede leidt tot een onmiskenbaar
beroep op „de machtigste bondgenooten te
gen den oorlog:
De volken toonen een angstwekkend
gebrek aan realiteitsbesef. De populaire
ideeën over ooxiogvcering, zich symbo
lisch uitend in pai'ade uniformen en
militair vertoon passen in het geheel
niet meer bij den oorlog zooals hij in wer
kelijkheid is.
„Verwonderlijk is ook de apathie ten
opzichte van de schadelijke handelingen
en intriges der internationale wapen
industrie gezien de gevaren waarin deze
hen dreigt te voeren. Men moest be
seffen dat het dwaas is om te dulden dat
(Bij de Nedei'landsch-Duitsche
grens is dezer dagen door de
Duitsche douane een Duitsch
koopman aangehouden, die arg
waan wekte door het bijzonder
beleefd afnemen van zijn pet,
icaarin hij een flink bedrag aan
geld bleek te hebben verborgen.)
Met den hoed steeds in de hand.
Komt men door het gansche land,
Luidt een woord uit oude tijden:
Maar ook geldt hier voor den mensch,
Het begrip: er is een grens!
Soms moet je die overschrijden.
Toen die looze guit daar kwam
En beleefd zijn pet afnam.
Bleek men dat niet te vertrouwen;
De douaneambtenaar
Is door de ervaring klaar,
Je met achterdocht t' aanschouwen.
Zoo beleefd was nooit beleefd,
Uit die overweging heeft
Men, toen hij was aangekomen;
Hem de afgenomen pet,
In den killen naam der wet
Nog een keertje afgenomen.
Blijkbaar had de man geloofd.
Met een geldprijs op zijn hoofd,
Niet zoo makkelijk te passeeren;
Maar wie liefst geen argwaan wekt.
Houdt zich maar het bestgedekt,
Dat heeft hij nu kunnen leeren.
P. GASUS.
enkelingen persoonlijk voordeel kunnen
hebben bfj den dood van millioenen
menschen.
„Wij raden u dringend den werkelijk
heidszin en de collectieve zucht tot zelf
behoud van de volken wakker te schud
den daar deze de machtigste bondgenoo
ten zijn tegen den oorlog.
Uit de derde paragraaf, tenslotte, licht ik de
volgende passages van bijzondere beteekenis:
„De suggestie, die ër van redevoeringen
van leidende staatslieden uitgaat is groot
en kan zeer gevaarlijk zijn. De oorlogs
geest, zoo gemakkelijk opgeroepen, is niet
meer te bezweren. Men herinnere zich het
parool van 1914„Het vaderland is in
gevaar" en zijn uitwerking op de volken.
„Volken kunnen, evenals individuen,
neurotisch worden; door angstvoorstellin
gen en waandenkbeelden meegesleurd
kunnen zij komen tot voor henzelf en
andere volken levensgevaarlijke avontu
ren. -
„Wij psychiaters verklaren dat onze
wetenschap zoover gevorderd is, dat zij
zeer goed in staat is om werkelijke, voor
gewende en onbewuste motieven te
onderscheiden, dus ook bij staatslieden.
„De geschiedenis zal over die staats
lieden oordeelen, die hun volken militair
drillen en daarbij steeds over vrede praten.
„Zij vooral- zullen de verantwoording
dragen voor de onafzienbare ellende, die
een nieuwe oorlog zou brengen.
Er zal van de Assemblée van den Volken
bond die Maandag te Genève bijeenkomt, ge
weldig veel afhangen. Koel inzicht, welover
wogen beleid, het besef van de noodlottige
machten, die een onvoorzichtige daad zou
kunnen ontketenen, moeten haar daarbij
leiden.
Ik hoop dat de Assemblée beïnvloed zal
worden door het internationale adres van de
350 psychiaters. Ik geloof dat zij zeer veel zou
kunnen doen om „de machtigste bondgenoo
ten tegen den oorlog" te hulp te roepen.
Op dit moment verschijnt dit adres der
psychiaters als een belangrijke en indrukwek
kende daad een waarschuwing op het cri-
tieke moment.
R. P.
een bril dragen?
KEIP
GROOTE MOUTSTR.V37 MAAST tUXOR
(Adv. Ingez. Med.)
Oplettende rechercheur.
Ai-resteert in Leiden een Haarlemmer.
Een Haarlemsehe rechercheur van politie
maakte gisteren van een vrijen dag gebruik
om met zijn vrouw naar Leiden te gaan,
waar de 3 Octoberfeesten gevierd werden.
Toen hij daar door de Steenstraat wandelde,
zag hij daar plotseling den 30-jarigen tim
merman Van L., wiens aanhouding door den
Haarlemschen commissaris van politie ver
zocht was, als verdacht betrokken te zijn bij
de inbraken, die den laatsten tijd te Haar
lem zijn gepleegd. De rechercheur had voor
de feestelijkheden geen interesse meer, maar
riep de hulp in van twee rijksveldwachters,
die in de buurt liepen, en arresteerde den
man. Deze werd eerst naar het politiebureau
te Leiden overgebracht, waarna hij naar
Haarlem op transport werd gesteld, waar hij
voor een nader onderzoek in bewaring wordt
gehouden. De man ontkent, iets met de in
braken uitstaande te hebben.
Bakfiets tusschen twee trams
gekraakt.
Bestuurder slechts licht gekwetst.
Een ongeluk, dat Donderdagavond half elf in
de Groote Houtstraat ter hoogte van het Pro
veniershuis plaats had. is wel zeldzaam goed
afgeloopen. Uit de richting van de Groote
Houtbrug reed de 42-j. H. met een driewielige
bakfiets. Toen achter hem een tram naderde,
moest hij naar links uitwijken om de tram te
laten passeeren. Juist toen die voorbij reed,
kwam uit de Gierstraat een andere tram; die
met een flinke snelheid reed. Uitwijken was
voor H. niet meer mogelijk. Zijn bakfiets raak
te bekneld tusschen de trams, die door krach
tig remmen tot stilstand werden gebracht. Het
wagentje werd totaal vernield, De voorbij
gangers vreesden natuurlijk, dat de bestuur
der er erg aan toe zou zijn, maar wonderlijk
genoeg werd hij slechts licht gekwetst. Hij
kreeg een wond aan den rechter wijsvinger
en schaafwonden aan rechterarm en linker
onderbeen. De wonden waren niet ernstig. Zij
werden door een polit-iegeant verbonden, waar
na H. loopende naar huis kon gaan. Tegen
den bestuurder van de tram, die uit de Gier
straat kwam. werd proces-verbaal opgemaakt
wegens overtreding van art. 59 I van het
Tra mwegreglement.
De Julianalaan.
Het bruggetje verdwijnt.
De Julianalaan, loopende van den Zijlweg
naar Stoop's bad, kwam na de annexatie in
1927 in beheer bij de gemeente Haarlem. De
toen aan beide zijden van <ien weg loopende
rijwielpaden zijn sedert bij den rijweg ge
voegd. zoodat deze flink verbreed werd.
Thans is Openbare Werken bezig het smalle
bruggetje in die laan over het doodloopende
vaartje bij de Regentesselaan op te ruimen
en te vervangen door een dam met een groo
ten duiker er onder, waardoor het water van
de vaart kan afvloeien.
Voor het verkeer is dit een goede verbete
ring. Het smalle bruggetje diende eigenlijk
nergens voor, zoodat opruiming te verkiezen
was boven het vernieuwen en verbroeden
van de brug.
Een merkwaardig document is ongetwijfeld deze foto uit 1924, toen Italië en
Abessynië nog de beste betrekkingen met elkaar onderhielden. Men ziet hier
Haile Selassi (toen nog Ras Tafari) en koning Victor Emanuel bij een
troepeninspectie te Rome.
40 a 50.000 Abessynische soldaten
in de stad en omgeving
geconcen treerd.
Moeilijk terrein voor Italiaanschen
opmarsch.
In aansluiting op de berichten over den
Italiaanschen opmarsch in Abessynië en het
bombardement welke men op pag. 4 aantreft,
ontvingen wij in den loop van den morgen
de volgende telegrammen:
LONDEN, 4 October (A.N.P.) De speciale
correspondent van de ..Daily Mail" meldt uit
Asmara: Donderdag bij het aanbreken van
den dag gaf de Italiaansche generaal de
Bono het bevel tot den opmarsch. Een uur
later om half zeven stegen omstreeks 20
reusachtige bommenwerpers op om te gaan
vliegen boven samengetrokken Abessynische
troepen.
Men gelooft niet dat Adoea zon
der bitteren strijd' zal vallen. Vol
gens de laatste berichten liggen 49
tot 50.000 Abessynische soldaten in
de stad en de omgeving. Aan de over
zijde van de rivier de Mareb zijn geen
wegen meer in Europeesche betee
kenis en de Italiaansche troepen
zullen over een afstand van 16 Iv.M.
langs bergpaden tot een hoogte van
1000 Meter moeten klimmen.
De Italianen beschikken over tallooze
muildieren en groote hoeveelheden munitie.
Bij iedere divisie zijn groote afdeelingen
bergauto's ingedeeld.
Mussolini's zoons ver
kenden het terrein.
ROME. 4 October. Volgens alhier uit Eri
trea ontvangen berichten hebben de Ita
liaansche troepen Donderdagmorgen vroeg
de rivier de Mareb overschreden, waar de
rivier veertig jaar geleden de grens vormde
tusschen Eritrea en Abessynië.
Aan het hoofd van de oprukkende troepen
bevonden zich afdeelingen inlanders.
Talrijke vliegtuigen verkenden tijdens den
opmarsch het terrein. In de eerste linie be
vonden zich de zoons van Mussolini in door
henzelf bestuurde vliegtuigen. De troepen
zijn Donderdag opgerukt tot de hoogten van
Saro Taclo, dus ongeveer 20 K.M. Van hier
tot aan Adoea is nog een afstand van even
eens 20 K.M.
De wegen zouden zich in betrekkelijk goe
den toestand bevinden. De troepen volgen
grootendeels een goed begaanbaar muildier
pad.
Geruchten over Italiaansche
nederlaag.
PARIJS, 4 October. (A.N.P.) De speciale
correspondent van het agentschap Havas
meldt uit Addis Abeba, dat het gerucht de
ronde doet. dat de Abessyniërs de Italianen
in de provincie Agame tusschen Adoea en
Adrigrat hebben teruggeslagen. Het slechte
weer zou den Italiaanschen opmarsch rem
men. Vliegtuigen, die waren opgestegen om
naar Addis Abeba te gaan, zouden tenge
volge van het slechte weer hebben moeten
terugkeeren. De Abessynische regeering heeft
bij het radiostation en op de strategisch be
langrijke punten van Addis Abeba luchtaf-
weermachinegeweren doen opstellen.
De huizen van de Italiaansche onderdanen
worden door troepen beschermd. De Ita
liaansche gezant en de Italiaansche mili
taire attaché werden bij een wandeling door
de stad door een escorte begeleid.
Uit Addis Abeba ontving het A.N.P. een
telegram volgens hetwelk het ministerie van
oorlog nog geen berichten omtrent een over
winning der Etiopiërs op de Italianen, die
uit Italiaansch-Somaiiland optrekken, heeft
ontvangen. De berichten hieromtrent wor
den betwijfeld.
Niet de stad, maar het fort zou
zij gebombardeerd.
ROME, 4 October. (Havas). In officieuze
Italiaansche kringen geeft men de volgende
„rechtzetting der berichten uit Adoea en om
geving".
Den tweeden October werd 1 t fort Adoea
door Italiaansche vliegtuigen onder de vol
gende omstandigheden gebombardeerd:
Het eskader, onder bevel van graaf Ciano,
deed een verkenningsvlucht, waarbij het vlug
schriften in het. grensgebied liet vallen, toen
het met geweren en mitrailleurs werd bescho
ten, waarbij echter geen slachtoffers vielen.
Het eskader zette vervolgens koers naar
Adoea en liet op het fort bommen vallen. Een
ander eskader, namelijk dat waartoe de beide
zoons van Mussolini behooren, dat bemerkte
dat het eerste werd aangevallen, steeg even
eens op en verdween in de richting van Adri
grat. dat het bombardeerde.
Men wijst er hier op, dat de tegenspraak
van Woensdag en Donderdag van het bericht
van het bombardement van Adoea nog steeds
juist is, aangezien niet de stad doch het fort
werd gebombardeerd.
De Italiaansche regeering heeft den Vol
kenbond een telegram gezonden, waarin
wordt gezegd, dat een bericht van een nieuw
bombardement door vliegtuigen van de hos
pitalen van het Roode Kruis te Adoea van el-
ken grond ontbloot is.
Uit Addis Abeba ontvangt het A. N. P. nog
het volgende bericht:
In Adoea ontstonden tijdens het
luchtbombardement en cok later hart-
De Italiaansche troepen rukken vertier op. Bij
liet bombardement van Adoea zouden 1700
tlooden gevallen zijn. Er wordt een bittere
strijd om de stad verwacht.
pag. 1 en 4
De Volkenbondsraad komt morgen bijeen om
over den toestand te beraa:. lagen.
pag. 4
De nieuwe Spaansche regeering behaalde in
de Cortes een groote meerderheid.
pag. 4
Als de electrische treinen gaan rijden, wordt
de rijtijd op liet traject AmsterdamZand-
voort S minuten bekort.
pag. 3
De regeering overweegt noch bereidt een wij
ziging van de voorschriften der nieuwe spel
ling voor.
pag. 3
Bij een zwaren brand in een meubelfabriek te
Almelo is groote schade aangericht.
pag. 3
Euwe heeft zijn eerste partij tegen den wereld
kampioen Aljechin verloren.
pag. 11
Verslag van de zitting der Arrondissements
rechtbank.
pag. 6
Laatste berichten.
pag. 13
ARTIKELEN, ENZ.
R. P.: Een brief aan de Staatslieden.
pag. 1
A. A. Matris: Studentenstudiën.
pag. 3
Van onzen Londenschen correspondent: Over
economische sancties.
pag. 4
E. E. J.P.: Mode-show Wisbrun en Liffmann
pag. 6
J. H. V.: De vreedzame'strijd.
pag. 11
Bekende Haarlemmers: de heer J. C. van der
Plaat.
pag. 3
H. D. Vertelling: C. Z. In de stilte.
pag. 6
verscheurende tooneelen. Vrouwen en
kinderen van vele soldaten werden
gedood, terwijl de mannen buiten de
stad waren gelegen. De vliegtuigen
vlogen laag. Luchtafweergeschut trad
niet in werking. Gemeld wordt dat de
leden van het gezantschap Addis Abe
ba in den loop van den nacht zou
den verlaten. Verder zou de Egyptische
consul instructies hebben gekregen
alle Egyptenaren op te roepen onmid
dellijk uit Abessynië te vertrekken.
ROME. 4 October. Naar het agentschap
Stefani uit Asmara meldt, heeft de opper
bevelhebber van de Italiaansche troepen in
Oost-Afrika. generaal de Bono, in een oproep
aan de bevolking medegedeeld, dat hij den
troepen bevel heeft gegeven den Mareb over
te trekken om de gebieden en onderdanen van
Italië te beschermen tegen oorlogsschade en
om de bevolking van Tigre en andere gebie
den, die gevraagd hebben om het ingrijpen
van Italië, hulp te brengen.
Italiaansche pers contra „leugen-
berichten".
ROME, 4 Oct. (A.N.P.) De Italiaansche
bladen keeren zich tegen de anti-Italiaan-
sche en anti-fascistische insinuaties, waardoor
Italië wordt beschuldigd van het gebruiken
van onmenschelijke middelen. De bladen wij
zen erop dat dergelijke leugenberichten een
oud propagandamiddel vormen van typisch-
Engelschen oorsprong, die ten doel hebben den
toestand door legendes nog moeilijker te ma
ken, waarbij niemand belang heeft.
„Dooden zullen jubelend opstaan"
In de berichten in de Italiaansche dagbla
den wordt herinnerd aan den oorlog met
Abessynië van 1S'95;96 en aan de plaatsen,
waar vele Italianen in bloedige veldslagen hun
leven hebben moeten laten en die thans door
de Italiaansche troepen opnieuw bezet moe
ten worden,. De fouten, die toentertijd ge
maakt zijn. aangezien Italië in dien tijd nog
geen doorslaggevende kracht bezat, ook niet
ten opzichte van het naar de gedachte door
zetten van zijn levensnoodzakelijkheden, zul
len thans niet herhaald worden. Zoo wordt in
de bladen van vandaag in het bijzonder critiek
uitgeoefend op het feit., dat het Italiaansche
opper-commando aestijds niet het bevel heeft
gegeven den opmar-sch tot Addis Abeba voort
te zetten, maar teruggetrokken, is. Verklaard
wordt, dat de dooden van de slagvelden van
Abba Carina, van Macalle en de martelaren
van Dankalia „jubelend zullen opstaan en de
onweerstaanbare voorhoede van het Italiaan
sche leger in Oost-Afrika voor zullen gaan."
GENcVE, 4 Oct. (A. N. P.) Vanmorgen is
door het Volkenbondssecrelariaat het volgen
de telegram uit Rome ontvangen:
Ik heb de eer te verwijzen naar een tele
gram van de Abessynische regering aan den
Volkenbond van 2 October. Volgens dit tele
gram zouden de Italiaansche troepen op dien
dag in het sultanaat Aoessa de grens hebben
overschreden. De Italiaansche regeering heeft
de eer in dit verband mede te deelen, dat. af
gezien van het feit. dat in het aangegeven
gebied de grens tusschen Eritrea en het sulta
naat van Acessa nog niet is vastgesteld, geen
militaire beweging van Italiaansche troepen-
af dcelingen in deze streek heeft plaats ge
vonden. Het bericht is dus volkomen onge
grond. Het telegram was door Suvich onder
teekend.