Historische dagen te Genève. De zitting van den Volkenhondsraad. Een kinderfeest te Amsterdam. EENDELIJK THUIS. Generaal De Bono, de leider der Italiaansche troepen in Eritrea, be antwoordt de toejuichingen van zijn troepen, bij de opening van een nieuwe brug door de genietroepen daar ter plaatse gebouwd. Rechts de schoonzoon van Mussolini, graaf Ciano, die thans gewond is Italië door den Volkenbond als aanvaller verklaard. De vergadering van den Volkenbondsi aad betreffende de kwestie der sancties tegen Italië Achter de tafel onderscheidt men o.m. Laval en Eden Ter viering van den val van Adoua nam Mussolini Dinsdag op de Via del Impero te Rome de parade van tienduizend leden der Fascistische militie af. Deze foto werd langs telegrafischen weg overgebracht In de haven van Port Saïd wordt munitie uit een Italiaansch stoom schip geladen Rond de zitting van den Volkenbond. Dr. Jeze dicteert zijn vrouw het antwoord van den Ethiopischen gedelegeerde Tecle Hawariata, dien men links onderscheidt met zijn secretaris FEUILLETON Roman, door JOE LEDERER. Vertaling van ELSA KAISER. 5) „Op dezen avond gaf ik een feest", zelde Jeannine. Haar stem klonk beschroomd en kinderlijk Daar zat een jonge dame in een kostbaren bontmantel, zij was zes en twintig jaar oud en het leven had geen geheimen meer voro haar. Maar nu praatte zij met de zelfde beschroomde stem als het kleine meisje dat zij eens was geweest. „Het was het eerste feest dat ik heb ge geven en ik droeg de witzijden balschoe nen". „Jeannine!", riep Ha raid zacht. Hij had het gevoel haar te moeten wekken uit druk kende droomen. „Ja?", mompelde Jeannine. Hij boog voorover en nam haar hand, smal en stil, lag deze in de zijne. Een briljant spoot blauwe stralen. Harald was bang voor tranen, maar ter wille van haar hoopte hij dat zij nu zou huilen Maar zij hoorde niet tot de vrouwen die kunnen huilen. „Ik ben heelemaal rustig", zeide zij. Zij sloeg haar oogen op en probeerde te lachen. „Wer kelijk het is niets En plotseling zag Harald dat om haar mondhoeken twee fijne streepjes liepen, dun als met een naald getrokken, nauwelijks merkbaar, maar zij waren daar en niet meer weg te vegen. Een wanhoop steeg in hem op een mede lijden met haar stralend gezicht dat be stemd was om te verwelken Zijn hart deed pijn van liefde. Ach haar schonoheid, haar arme, sterfelijke schoonheid! s. Hij kon niet spreken. Hij zat daar en hield haar hand vast. „Dit feesteen paar dagen later kwamen de opwindingen en wij vertrokken in groote haast en naar verschillende windrichtin gen Harald knikte. „In jullie familie zijn er altijd opwindingen geweest. Julie konden niet rustig leven". Het gaslicht wierp bevende schaduwen. De vreemde man in de corridor stond bewegen- loos als een schildwacht. Jeannine's blikken hingen gedachtenloos aan zijn breede schou ders. „Neen, zeide zij zacht. ,.Je vergist je wij wilden zoo graag rustig leven". De trein stampte ratelend voort. „Wie staat je daarbij in den weg?" ..Andy', zeide Jeannine Andy Maran had als tienjarigen jongen zijn ouders verloren en werd in het huis van zijn oom Kari opgevoed Het woord „opgevoed" is misschien niet heelemaal juist. In ieder ge val groeide hij in de Weensche cottage villa op. ging dikwijls naar school en reisde met Kari dwars door Europa. Twee mooie on rustige trekvogels, zoo vlogen zij door ae werefd. zonder oponthoud en zonder doel. Dat er een leeftijdsverschil van zestien jaar lus- schen hen was, kwam nooit bij hen op. Zij waren de twee laatste Marans en zij be hoorden bij elkaar. Ook toen Kari trouwde werd deze vriendschap niet verstoord. Dit huwelijk was te kort en te 'glansloos geweest, dan dat het ook maar eenige veranderingen had kunnen brengen. Kari, die toen reeds midden in de dertig was. had in Parijs het jonge meLsje Lucüle de Garet leeren kennen, dat in hem een plotselingen en hevigen liefde wekte. Lucille was een zacht en welopgevoed meisje, maar zij werd zoo grenzeloos verliefd op Kari dat zij alle bedenkingen vergat en Kari gedwon gen was om haar hand te vragen. De bankier de Garet gaf zijn toestemming. Maar hij vergaf zijn dochter nooit en zij kreeg slechts een verplichte bruidschat De brieven die hij haar later schreef, slechts weinige, waren vreemd en beleefd. Het was hem bekend dat de zoons uit het geslacht Maran hun vermogen nooit door werk han den verkregen, maar dat elk van hen er den voorkeur aan had gegeven, rijke vrouwen te trouwen Mijnheer de Garet lachte verachtelijk als hij over zijn schoonzoon sprak: Maar Kari, had noch aan huwelijk, noch aan geld gedacht. Ja, hij deed een vorstelijk huwelijk maar dat was zijn verdienste niet. Men vertrok naar Weenen en woonde met z'n drieën in het huis in Cottage. Nog was Kari gevangen door Lucille's zachte liefelijk heid, nog hield de kleine vreemdelinge zijn hart vast. Maar reeds na enkele weken werd hij onrustig. De eerste tijd was bekoorlijk en vol geluk geweest. Maar nu had Kari ver langen naar gesprekken met mannen, naar whisky en naar nachtclubs en vóór alles naar vrijheid. Lucille was een stil en schuw kind. dat het niet gegeven was zich te verzetten. Zij ging door het groote huis als een gast. Tijdens de eerste soiree die zij gaf, fluister de zij haar buurman toe: ik moet naar huis. Zij ging werkelijk. Pas toen zij in de hall haar mantel vroeg, kwam haar het gezicht van den bediende merkwaardig bekend voor en zij bezon zich dat zij nu in haar eigen huis was. Het moet gezegd worden dat Kari nog van Lucille hield, hoewel hij nooit tijd voor haar had. Want er waren duizende dingen die zoo gewichtig waren, de Derby, de porceleinver- zameling, écarté en boeken, Lucille moest toch begrijpen, hoe vel hij te doen had en hoe graag hij zich aan haar zou hebben gewijd. Kort voor de geboorte van het kind begon hij Lucille met geschenken te overstroomen. Maar briljanten armbanden en gouden speel- doozen schenen haar niet gelukkig te maken. Waarmee kon hij haar gelukkig maken? Een paarlcollier misschien, een paard,, een landr huis? Maar toen hij bij haar aandrong hem toch haar grootsten wensch te vertellen, ver langde zij enkel dat hij haar weer naar Parijs liet gaan. „Het was zoo mooi, daarginds...." stamel de zij. Zij stierf in het kraambed, nog geen zeven tien jaar oud. Kari was na Lucille's dood, gedrukt en ver ward. Hij vroeg zich onophoudelijk af waar om zij niet gelukkig was geweest. Hij keek in haar juweelenkistje, in har kleerkasten - was er niet alles geweest wat een hart vreugde kon geven? Had zij er Andy zelfs niet toege bracht samen met hen te leven, deze wonder lijke Andy die altijd voor verstrooiing en vroolijkheid zorgde? Kari dacht over den tijd van zijn huwelijk na en zeide bij zich zelf dat iedere dag mooi was geweest. Waarom had Lucille geen deel aan dit geluk genomen? Maar dit hulpelooze tobben hielp niets Lucille was van hem weggegaan, met grooten haast was zij gegaan en zijn vragen bereikten haar niet meer. Als hij aan het kind dacht, steeg een blinde, dwaze woede in hem op. Dit kind, Jeannine was de schuld van Lucille's dood dat hij niet meer goed kon maken wat hij misschien verkeerd had gedaan. Hij kon zich niet dwingen met het kind onder één dak tc wonen. Met de Italiaansche min werd nog haastig een rentmeester geëngageerd, toen begon hij met Andy een wereldreis. „De herinneringen ontvluchten...." klaag de Kari. Hij wilde vergeten en het gelukte hem spoedig en gemakkelijk. De trein tuimelde door den avond. Het had opgehouden met regenen en de ramen waren wit beslagen. „Ik heb geen gelukkige jeugd gehad", zeide Jeannine. „Het eerste wat ik mij herinner is Emilia. Zij staat voor mijn bed, klein, bruin ep b,eejug, Zij... had pogen, als kolen, Emillia, roept: „Stil, anders haalt de duivel je". Emilia was mijn min geweest en bleef tot mijn zesde jaar in ons huis. Als iemand mij gehaat heeft dan is het Emilia! Zij had macht gekregen, begrijp je, een leven lang vernederd en getrapt, was zij plotseling een „macht" geworden. De rentmeester die papa geëngageerd had, was haar minnaar gewor den zij was hem, noch een huiseigenaar, die reeds jaren weg was, verantwoording schul dig. Zij was de eigenares. Nu moest men voor haar beven zooals zij eens voor de luimen van vreemden had moeten beven. Nu zou men voor haar buigen, zooals Emilia eens gebogen had voordat de zon van haar geluk was op gegaan. Emilia dreef achter mij als 'n speur hond achter een haas Jeannine vertelde, maar haar stem klonk alsof zij slechts een geschiedenis herhaalde die zij eens gehoord had en die niets met haarzelf had te maken. Een schepsel, dat Jeannine Maran heette, was twintig jaar ge leden geslagen en in donkere kamers opge sloten. was opgegroeid zonder liefde en teederheid, verloren als een blad in den wind. Zij leerde veel in die eerste 2es jaren van haar leven. Zij leerde zich te buigen, te liegen, veel te verdragen en vóór alles, te zwijgen. Zij zweeg als zij haar maaltijden staande moest eten, omdat Emilia niet toe stond dat zij in haar tegenwoordigheid zat. Zij zweeg als de advocaat haar vertelde dat haar vader haar liet groeten. Iedere maand verscheen deze mijnheer, een zenuwachtig, knipoogend mannetje, dat door Kari met de controle over de verwaarloosde huishou ding was belast. In stormpas liep hij door de kamers, krabbelde zijn naam onder de ge tallen die de rentmeester hem voorlegde en klopte Jeannine op den mageren schouder. Na tien minuten was hij weer weg. Als dit bezoek aangekondigd werd, kreeg Jeannine een bont- zijden jukje aan en Emilia wreef roode poeder op haar wangen. AWordt yervolcd*^ De begrafenis van den Franschen diplomaat Henri de Jouvenel te Varetz. Het stoffelijk overschot wordt grafwaarts aedraoen Een beker chocolade smaakte uitstekend bij het kinderfeest, dat Woensdag in het stadion te Amsterdam gegeven werd in verband met de Zuivel-propaganda, welke deze maand te Amsterdam wordt gehouden

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1935 | | pagina 9