DE WANDELENDE HUT. TR TJ 0 A G IS OCT B F. K Ï93S H X A E r E SI'S 0 A iG E 0 A 0 9 AAN ALLEN! Onze tuintjes gaan er steeds minder mooi uitzien, maar laten we er nog van redden, wat er van te redden valt. Dahlia's, herfstasters en vuurpijlen staan er misschien nog mooi bij. Als we nu dagelijks de uitgebloeide bloemen wegknippen, kunnen we de heele October- maand daar nog plezier van hebben. Knip bij de dahlia's de zij knoppen maar af. Ze komen waarschijnlijk toch niet- tot bloei en nemen maar extra sappen weg. Dun de plan ten maar gerust uit, dan hebben de bloemen des te meer ruimte om zich te kunnen ont plooien. Nu moet je er wel voor zorgen, dat je wat losse zijtakken opbindt, anders knakken ze spfoetiig door. of waaien s*uk. Herfstasters moet je vooral van stokken voorzien. Je kunt er zulke mooie bouquetten van maken, maar denk eraan, dat ze veel wa ter vragen. Als je daar voor zorgt, kun je er zeker een week van genieten. Chrysanten moet je ook tijdig van stokken voorzien en de zijtakjes ook wat aanbinden, 't Staat mooier, als je meerdere stokken bij één plant plaatst, anders krijg je zoo'n stij ven kluwen. Herfstchrysanten kunnen nog wel een maand doorbloeien. Wil je er den heelen winter van genieten, neem dan eenige mooie planten die goed in knop zitten en doe ze met een flinken kluit aarde in een kistje dat je verder met fijn zand aanvult. Vooral zorgen, dat er geen holten overblijven, anders verdrogen de wortels. Na het oppotten giet je de aarde flink nat. Zoo lang het niet vriest, kun je de kist buiten laten staan. Gaat het vriezen, breng de kist dan binnen, maar niet in een verwarmd vertrek. Je kunt de planten natuurlijk ook in verschillende potten doen. Voor de nachtvorsten is het raadzaam, dat je ze 's nachts b.v. in den schuur zet, dan kun je ze overdag weer naar buiten brengen. Tot Nieuwjaar en soms nog wel langer kun je dan plezier vail je herfstchrysanten hebben. Wie bloembollen wil hebben voor zijn tuin tje, moet ze nu koopen, anders komen ze te laat in den grond. Je kunt zulke prachtige tul pensoorten krijgen voor weinig geld. b.v. Prins van Oostenrijk (oranje) Prinses Helène (wit) Wouwerman (purper). Artis (rood), Coche nille (rood) Is een dubbele tulp. Darwintulpen op haar lange stengels zijn altijd sierlijk. Een mooie darwintulp is City of Haarlem (rood) of Pride of Haarlem (zalmkleurig). Als je een perkje tulpen wilt hebben, moet je ze van één soort nemen. Plaats ze dan 10 a 12 c.M. van alkear. In groepjes staan ze ook heel mooi. Zet er dan b.v. 10 bij elkaar, maar soort bij soort. Heb je azalea's in je tuin, fuchsia's, clivïa's, aloë's? Doe die er dan vooral uit. Rei nigde, geef ze binnenshuis een goed piaatsje, maar vooral weer niet in een verwarmde kamer. Wat niet bloeit, geef je heel weinig water. Wat knoppen of bloemen heeft, moet dagelijks begoten worden. Fuchsia's en geraniums kun je best in den kelder overhouden, maar er moet. wel voor frissche lucht gezorgd worden. Als nu de nachtvorsten komen (en dat kan in October heel goed) snijdt dan je dahlia's af tot ongeveer 15 c.M. boven den grond. Graaf de knollen voorzichtig uit en leg ze b.v. onder een afdak te drogen. Als ze goed droog zijn, ont doe ze dan van de aarde en leg ze in een bak met turfstrooisel om ze verder op een vorst- vrije plek te laten overwinteren. Zoo doe je ook met knolbegonia's, gladiolen en canna's. Wil je de soorten uit elkaar houden, hang dan labellen aan de planten, want je moet al een- knap tuinman zijn, wil je de knollen uit elkaar kunnen houden. In de natuur is nu. ondanks haar kaalheid, nog zooveel moois waar te nemen. Er is veel wat verderf in zich houdt en dat toch interes sant is, b.v. de heksenbezems. Het zijn boom parasieten. In spiraalvorm slingeren ze zich om kale boomstammen en ze doen je werke lijk denken aan heibonders. Vooral eiken kunnen er mee bedekt zijn. Op den duur be zwijkt door hun toedoen, zelfs de sterkste boom. Een meer goedaardige boomzwam is de biefstukzwam. 't Is net een lapje lever, die een boomholte opvult. Honingzwam is een boo menmoordenaar, die èn in den i«am èn in de wortels zetelt. Toch is dit alles zeer merk waardig om eens gade te slaan juist nu in de Octobermaand. W. B.—Z. Een nieuwe verkeersweg. Dat is de tun nel of liever de tunnels onder de Schelde door te Antwerpen. Men heeft hier een tunnel aan gelegd voor voetgangers en een voor 't ver keer. Deze laatste, die 2 kilometer lang en 6 3/4 Meter breed is kan 2000 voertuigen per uur verwerken, terwijl de voetgangerstunnel die 570 meter lang en 3 4/5 meter breed is, be rekend is op een verkeer van 16000 voetgan gers per uur. VERRASSING (Oplossing) Hier is het -jachttafereeltje. dat je krijgt, als je van ae opgave ieder hokje, waarin je een punt ziet staan, zwart maakt. Een echte ver rassing, vind je niet. onverricht erzake terug te keeren. Hij schoot zoo vlug op, dat hij na eenige uren reeds de open plaats had bereikt waar zijn vader de wandelende hut had gezien. Hij wilde juist doorloopen, toen .een wolk ver scheen, waaruit Baba-Jaga stapte, op haar be zem gezeten en vreeselijk om te zien. „Goedendag, moedertje", zij Iwan kalm. „het is mooi weer vandaag". En net doend, of hij de heks niet kende, ging hij verder: „Ik ben den weg kwijt. Over een paar uur is het donker en waar moet ik dan slapen?" Baba-Jaga lachte triomfantelijk. Ze had haar vijand in haar macht. ,.Ga maar mee," zei ze, terwijl ze haar grie zelige hand uitstak, „ik weet 'n goede slaap plaats voor je!" Iwan legde vastbesloten zijn hand in die van de heks en volgde haar. Ze waren er vlug; de boomen gingen opzij bij de nadering van Baba-Jaga en alles was kalm ge worden. Ze kwamen eindelijk bij een hoogen berg en Iwan slaakte bijna een kreet van ver rassing, toen hij daar de wandelende hut zag. Na een oogenblik zwijgen zei de heks: „Kom dat is mijn huis. Daar kun je uit rusten!" Toen: „Hutje lief hutje, open je deurtje!" Dadelijk ging de deur open en de heks ging naar binnen, Iwan achter zich aantrekkend. „Nu," zei ze „gaan we eten. Je zult wel honger hebben!" „Doe geen moeite voor mij, moedertje," zei Iwan, „ik.heb.alles, wat ik noodig heb bij mij,'. Baba-Jaga, die het booze plan had hem te vergiftigen, zw.eeg. „Maar je wilt toch wel iets drinken," zei ze, ten einde raad. Iwan nam dat voorstel aan, omdat hij het gevaarlijk vond opnieuw te weigeren. Maar hij hoedde zich er voor te drinken, voor hij wist of het goed was. Een reusachtige zwarte, kat liep door de hut. „Oh, wat een lieve kat; ik zal hem iets van mijn drinken geven!" Maar de heks hield hem tegen en gaf de kat iets uit haar eigen glas. „Hij neemt alleen maar voedsel en drinken van mij aan," zei ze toen. Iwan begreep, dat het met zijn drank niet pluis was en deed of hij het glas geheel vergat. „Ik heb u nog nooit op het dorp gezien," zei hij toen. „Jawel," zei Baba-Jaga, die plotseling van houding veranderde, „je hebt me gezien, toen ik Anoesjka meegenomen heb!" De heks gaf een tik tegen een tusschenwand en dadelijk hoorde men kinderen huilen. „Daar zijn ze allemaal." riep ze. ..Het zijn er veertig, juist het aantal, dat ik noodig heb om aan de booze Geest te geven, die er zijn knechtjes van maken zal. En jij zult me ook niet ontsnappen." Iwan zat nog altijd rustig op zijn stoel en bewoog zich niet. „Dus jij bent Baba-Jaga," zei hij toen met gespeelde verwondering. „Ja!" „Dan ben ik blij je te leeren kennen. Ik ben altijd vol bewondering geweest voor je too- verkunsten en daarom zal ik nu op je gezond-: heid drinken." Een wreede vreugde kwam op het gezicht van de heks. Plotseling gooide Iwan zijn rugzak in een hoek en toen de heks zich omkeerde verwisselde. hij gauw de glazen. „Laten we drinken," zei hij toen. Hij ledigde zijn glas; de toovenares deed hetzelfde. Toen werd ze vreeselijk om aan te zien: een vlam ontsnapte uit haar mond en ze viel dood neer „Goed zoo," zei Iwan. Teen trapte hij met zijn voet de tusschen- muur door. Anoesjka het eerst. Zij lachten en huilden tegelijk van blijdschap. „St." zei Iwan plotseling. Hij hoorde lawaai buiten. De kinderen zwe gen en de jongen keek uit het raam. Daar zag, hij alle monsters uit het bosch, die verschrik kelijke kreten slaakten. Ze omringden de hut; geen ontkomen mogelijk. Toen kreeg Iwan eeiv 1 idee: „Hutje, lief hutje," „breng ons dadelijk naar het dorp!" En o geluk, de hut gehoorzaamde en rende uit alle macht door het bosch, de monsters er achter aan. „Vlugger hutje, vlugger lief hutje!" De boomen van het bosch, die dachten dat de heks er in zat, gingen opzij. Eindelijk kwamen ze bij het dorp: daar durfden de monsters niet te komen en ze bleven in het bosch Op bevel van Iwan opende de hut haar deur en de kinderen sprongen er uit. Onder het slaken van vreugdekreten holden ze naar hun ouders. Iwan zette Anoesjka op zijn schouders en ging naar huis. De vreugde daar was niet te beschrijven! 't Avonds was er groot feest in het dorp; alle menschen deden er aan mee; want ze wa ren nu niet bang meer voor de heks; want die was dood. En Iwan was natuurlijk de held van het dorp; hoeveel keeren hij omhelsd werd is niet te zeggen. En als hoogtepunt van den avond maakte men een groote brandstapel, waarop de wan delende hut, met alles wat er nog inzat, ver brand werd. LAM- 'T !S ZATERDAG EEN KLEIN BOERINNETJE. Jullie hebt allemaal wel eens op een boer derij de vogels zien voeren en dan weet je dus uit ondervinding, welk een aardig gezicht het is, als je de boerin of de meid omringd ziet door vogels. Maar nog veel aardiger was. wat ik vorigeni winter eens zag, toen ik een reisje maakte. Ik wandelde in een bosch en daar kwam ik plot seling bij een boschwachtershul'sje. Een aller aardigst schouwspel wachtte me daar. Er heerschte groote vrees in het dorpje. Als de avond gekomen was, ging iedereen naar huis en sloot de deuien en ramen met gren dels dicht, en men waagde het bijna niet naar buiten te kijken. Het was de kinderen streng verboden na zes uur op straat te gaan. Want er gebeurden verschrikkelijke dingen. Cm onbekende redenen spookte de gevreesde heks Baba-Jaga in het dorpje. Zij kwam, zoo vertelden de weinigen, die haar weieens gezien hadden, 's avonds op een bezemsteel gezeten en pakte alle kinderen mee, die ze maar krij gen kon. Men beweerde ook, dat een kleine hut, die kippepooten had, haar volgde en dat ze daar dan haar onschuldige slachtoffertjes insloot, die nooit meer terug werden gezien. beuren wat kwam, toen hij plotseling in het licht van de maan, op een open plek de hut op kippenpooten zag staan, Met een kloppend hart naderde Gregor, ieder geluid vermijdend. Eindelijk had hij het doel bereikt, waar naar hij streefde. In de hut scheen alles te slapen. Gregor kwam nader,„kwam nader.Plotseling begon de hut te sidderen en op zijn pooten te trillen. Voor Gregor de deur kon bereiken, was de hut op de loop gegaan. Iedere voorzichtig heid uit het oog verliezend begon de oude boer de achtervolging, terwijl hij allerlei be dreigingen uitte. Hij liep door doorns en prikkels; maar in zijn haast voelde hij ze niet. De strijd was ongelijk en toen de oude boer van vermoeidheid in elkaar zonk, zag hij met verbazing, dat hij aan den rand van het woud was. De wandelende hut was verdwenen. Voor hem zag hij een vlakte, een weg, die hij goed kende.... Daarginds lag een vredig dorpje. De ongelukkige slaakte een kreet van wan hoop. De hut had hem bij zijn uitgangspunt teruggebracht. Dat was zijn eigen dorp en daar ginds wachtte zijn vrouw in tranen op den terugkeer van de kleine Anoesjka. Hij dacht er nog even aan om weer terug te kee ren naar het woud; maar toen bedacht hij, dat het dwazenwerk zou zijn, in de uitgeput te toestand, waarin hij verkeerde Hij kwam thuis met tranen in de oogen en viel dadelijk in een diepe slaap, waaruit niets hem wek ken kon. Toen hij den volgenden ochtend wakker werd, zag hij Iwan de Onwijze zich meester maken van zijn rugzak en zijn stok. „Vader," zei hij. „laat mij Anoesjka zoeken". „Nee. want ze zullen jé pakken!" „Laat mij alstublieft gaan!" Men begrijpt dus de angst, die er in het dorp heerschte. En niemand had tot nu toe gewaagd de heks aan te vallen. Dien avond verzamelde de oude boer Gre gor zijn gezinsleden om zich hen: zijn vrouw zijn kleine dochtertje en zijn negentienjarige zoon Iwan, die men in het dorp Iwan de On wijze noemde en die door iedere.en mishan deld werd. Hij was altijd treurig en zwijgend; maar soms ook zong hij luidruchtige liedjes, die geen begin en geen eind hadden. Dan legde zijn vader hem met een harden klap het zwijgen op. Anoesjka speelde met een rooden bal; zij gooide hem tegen den muur en ving hem dan weer op en haar vroolijke lachen ver vulde het vertrek. Alleen Gregor was angstig en keek van tijd tot tijd bezorgd naar buiten. Babe-Jaga was dien avond weer gezien. Het was nu al acht dagen, dat ze iederen avond het dorp onveilig maakte en ze had nog niemand kunnen vangen; want de boeren waren uiterst voorzichtig. Iwan de Onwijze had zich reeds te bed begeven en snurkte als een os. Zijn ouders waren juist van plan ook te bed te gaantoen met groot lawaai de deur opengegooid werd en Baba-Jaga op haar bezemsteel in het vertrek verscheen. Haar groene haren fladderden achter haar aan; haar oogen fonkelden en boosaardig stak ze haar tong uit. Anoesjka gaf een gil en wilde zich achter haar verschrikten vader verbergen. Maar de skeletachtige hand van de heks had haar al bij haar jurk gegrepen en trok haar naar zich toe. Gregor wilde tus- schenbeide komen, maar Baba-Jaga spuwde hem in het gezicht, zoodat hij niets kon zien. Iwan de Onwijze, die uit zijn slaap gewekt was onderging hetzelfde lot terwijl de wan hopige moeder hartverscheurende kreten uitte. Een oogenblik later was de heks met het kind verdwenen. Gregor veegde zijn gezicht af en rende naar buiten. Hij zag hoe Baba-Jaga zoo vlug ze kon wegvloog, terwijl ze gevolgd werd door het hutje op de kippenpooten. De arme vader probeerde haar te achterhalen; maar tevergeefs De heks haastte zich naar het donkere woud, dat vlak achter het huis lag en verdween daarin; de arme boer durfde haar daarin niet te volgen, want hij was niet gewapend. Hij ging langzaam terug, terwijl groote tranen in zijn witte baard druppelden. Iwan de Onwijze wachtte hem op aan de deur. „Anoesjka?" vroeg hij met gesmoorde stem. Gregor maakte een vertwijfeld gebaar en ging naar binnen. Maar na eenige minuten kwam zijn moed terug. „Ah," schreeuwde hij. „maar dat gaat zoo maar niet! Morgen ga ik mijn dochtertje zoe ken". „Ik ga met u mee, vader," zei Iwan. „Wat heb ik aan jou? Je zou me last be zorgen!" De arme Iwan zweeg. Zijn vader ging niet meer slapen; maar zette zich in een stoel bij het vuur en begon van een boomtak een ste vige stok te snijden. Toen de dageraad aan brak was zijn werk beëindigd. Hij omhelsde vrouw en zoon en begaf zich op weg. Hij kwam aan het donkere woud, waar de heks den vorigen avond in verdwenen was en liep er moedig in. De boomen stonden heel dicht tegen elkaar en het gras groeide er zoo dicht, dat hij er haast niet door kon komen. Dan gebruikte hij zijn stok. Hij had zich ten doel gesteld de heks te dooden, zijn kind mee naar huis te nemen en de andere kleine slacht offertjes, wier aantal ontelbaar was, te wre ken. Uren gingen voorbij en onvermoeibaar stapte de oude boer voort. De zon ging reeds onder, toen hij er eindelijk aan dacht eens uit te rusten. Hij ging tegen een boomstam zitten en opende zijn rugzak. Maar dadelijk strek ten de takken zich als grijparmen naar hem uit. Verschrikt sprong hij op. Hij begreep, dat, wanneer hij zich te slapen zou leggen in dit betooverde woud het met hem gedaan zou zijn. Dus liep hij weer door, onderweg at hij een stuk zwart brood op. Het werd donker. Gregor ging voorzichtig verder, zijn stok klaar om te slaan. Om zich heen hoorde hij griezelig geritsel en gekraak en soms zag hij groene oogen. die naar hem loerden. Hij voel de zich door allerlei gevaren omringd en alleen de gedachte aan zijn kleine Anoesjka gaf hem moed. Hoe lang zou deze verschrikkelijke tocht nog .'u'/n? Hij wist het niet! Zijn beenen waren lood; maar hij durfde niet ie gaan zitten, uit angst aangevallen te worden. Te moe om zich verder te verzetten, wilde hij maar laten ge door W. B.—Z. 't Is Zaterdag, 'k Ga moeder helpen. Het wordt vandaag een groote beurt. Ik trek een schort aan van de werkster, Daar heb ik heel lang om gezeurd. 't Is Zaterdag. 'k Ga 't straatje vegen. Het ligt vol stof en ook vol zand. Ik neem die heele lange veger En veeg het vuil maar naar den kant. 't Is Zaterdag, Alles moet schoon zijn. Straks lap ik ook ae ramen maar, En als ce werkster wil beginnen. Dan is het alles kant en klaar. 't Is Zaterdag. Het werk is af hoor. Ik ben alleen een beetje nat. Dat hindert niets, moes weet het toch al, Ik word straks lekker schoon in "t bad. Een klein meisje van een jaar of zeven, acht was bezig de vogels te voeren. Roodborst jes, meezen en musschen zaten op den grond in een kring om haar heen en pikten ijverig de broodkruimels en rijstkorrels op. die ze strooide. Een duif was zelfs zoo moedig, dat ze op de hand van het kleine ding vloog om zoo nog meer te krijgen. Het beeld bleef een langen tijd in mijn ge dachten en ook nu nog moet ik er soms aan denken. Dat bracht me op een idee. om eens te probeeren het op hout te teekenen, uit te zagen en te verven. Het resultaat zien jullie op de nevenstaande afbeelding. Aardig niet? Zouden jullie geen zin hebben om het ook na te maken? Dat is heel gemakkelijk. Op dun triplex oi stevig carton teeken je eerst de verschillende deelen. Voor je ze nu uit gaat zagen, kleur of verf je ze eerst. Je moet de volgende tinten gebruiken: geel-wit voor het gezicht, bruir. voor het haar; de hoofddoek is rood. Het schort is blauw-rood geruit en het jurkje, dat er on der uit komt. is geel. Bruine kousen en geel witte klompjes voltooien het geheel. De vo gels worden grijs. Wil je er roodborstjes van maken, dan krijgen ze natuurlijk eer. rood rood borstje. Als je daarmee klaar bent en alles is goed droog, zaag je de deelen uit met een figuurzaag. Rest nog het in elkaar maken Ook dat is een kleine kunst. Op de teekening zie je, waar je gaatjes moet boren en daar zet je de dee len met een klein spijkertje in elkaar. Maar zoo, dat alles beweeglijk bi^:. OOM KEES. J „Pas maar oppas maar op!" Zijn stok in het rond slaande, ging hij verder. Voor hem vluchtten kleine monsters, padden met een visschenkop, gevleugelde kikkers, vogels met twee koppen en sprinkha nen op hooge plooten, die zoo hard als hazen liepen. Zonder eenige verbazing te toonen, liep Iwan verder, luidkeels een vreemd lied zin gend! Niets kon hem tegenhouden, zijn zusje Anoesjka terug te vinden, was een eerezaak voor hem geworden. Jong en sterk was hij besloten tot iederen prijs te slagen, "liever dan WIE ZOEKT ER MEE? „Hemri, waar is mijn mctgcz.i? Zoeven zag •x hem nog. Als hij maar geen ongeluk ge kregen heeft!" Zien jullie den metgezel van dezen man? De oude boer haalde de schouders op, on danks zichzelf geroerd. „Ga dan," zei hij, na zijn zoon omhelsd te hebben! Iwan begaf zich op weg. Nauwelijks was hij in het bosch, of hij ontmoette dezelfde moeilijkheden als zijn vader. Maar met zijn stok sloeg hij de takken af. die hem probeer den tegen te houden en toen hij* onder een boom ging zitten om zijn boterhammen op te eten, hakte hij eerst alle takken af. Dadelijk weerklonken er verschrikkelijke kreten om hem heen en Iwan meende de woorden te verslaan:

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1935 | | pagina 13