EINDELIJK THUIS.
Reddingsoefeningen aan boord van het Italiaansche tro.epentransportschip „Ganges" tijdens een der reizen van Italië naaf
Oost Afrika
De laatste keuring voor de Wereldpluimveetentoonstelling
welke te Brussel geopend is
De krokodillen in Ouwehand's Dierenpark te Rhenen, wier aantal duizend bedraagt, zijn
Vrijdag naar hun winterverblijf overgebracht. Het vangen der beesten geschiedde met de
noodige omzichtigheid
Griekenland terug naar de monarchie. In de kazernes te
Athene en andere plaatsen prijkt weer het portret van
Koning George
De opritten naar
de Willemsbrug
over de Maas te
Rotterdam, die op
verschillende
plaatsen begonnen
te scheuren, wor
den thans gerepa
reerd. Een kijkje
op het werk
De zoon van den Soesoehoenan van
Djokja aan het stuur tijdens den wegen-
zoekrit in den Gelderschen Achterhoek,
door de auto- en motorclub van het
Wageningsch Studentencorps gehouden
Louis Davids als melkventer in de revue „Hoe maller*
hoe mooier", welke thans te Amsterdam gaat
FEUILLETON
Roman, door JOE LEDERER.
Vertaling van ELSA KAISER.
J3)
Mathieu zette zich op den rand van het
bed en bekeek Harald met het oog van een
vakman.
„Je moet koude compressen nemen".
„Wat nog meer?", knorde Harald verachte
lijk. „Hebt u al ontbeten?"
„Ja, dank u, allang".
Harald schonk een kop thee in. Natuurlijk
was zij weer te slap, de lui hier hebben geen
idee wat thee is. Maar het spek was croquant
Naast het broodmandje lag een wit couvert
met een blauwen opdruk in den hoek: „Hotel
e Pensione Bel Vista". Vervelende gewoonte
om rekeningen tegelijk met het ontbijt te
serveeren.
Harald kauwde en slikte. Waarom staarde
deze man hem zoo opmerkzaam aan? En zette
daarbij een gezicht als zeven dagen zon. Het
brood is bepaald van gisteren, een huishouden,
dit pensionWaarom is hij eigenlijk ge
komen?
Harald hield op met kauwen en dacht na.
zou hij vx-agen waarom zij gevochten hadden?
Neen, liever niet!
Volgende portie thee, een stuk suiker,
klaar.
„Is madame al wakker?", informeerde Ha
rald.
Mathieu werp hem een verwarden blik
toe.
„Wat?", vroeg hij. Hij dacht dat hij het
niét goed verstaan had. „Weet u het dan
piet?"
Harald zette zijn kopje neer.
„Wat is er dan?"
Hij werd plotseling ondragelijk warm. Wat
was er met Jeannine gebeurd, kon die kerel
zijn mond niet opendoen?
„Het spijt mijCorodi bekeek de neuzen
van zijn schoenen. „Als ik geweten had...."
„Vooruit!", stiet Harald uit.
„Zij is weg. Vertrokken. Om half zes".
Harald bewoog zich niet.
„Hoor eens, ik wilde nietik dacht, u
wist het natuurlijk".
Harald greep naar het zoutvaatje en zette
het dadelijk weer neer. Daarna kneep hij zijn
servet in elkaar.
Ah, juist", zeide hij enkel.
Zij zwegen beiden. Buiten loeide de wind
om het huis.
Mathieu voelde zich onbehagelijk. Daar
was hij in een mooi parket geraakt! Hij had
Harald opgezocht, om als het mogelijk was,
te hooren waarom zij vertrokken was. En nu
zat de ongelukkige daar, had geen vermoeden
Zij was eenvoudig weggeloopen.
Mathieu stond op.
„U behoeft mij niet zoo gemeen aan te
kijken. Het doet mij heelemaal geen plezier
dat u het door mij moest hooren. Maar als
u mij gelooven wit danHij mompelde:
„Dan gelooft u voor mijn part wat u wilt.
In ieder geval kunt u iets zeggen".
Harald bekeek hem knipoogend.
„Geef mij een sigaret", zeide hij.
Een poosje rookten zij zwijgend. Het bed
kraakte toen Mathieu weer op zijn vorige
plaats ging zitten.
„Eigenlijk hebt u het verdiend", zei hij eens
klaps.
Harald keek op.
„Wat heb ik
.Men moet u uw rust benijden. Zu*k een
vrouw laat u alleen, enAls ik in uw
plaats was, als ik.
„U hebt een buitengewoon talent u in een
indermans zaken in te denken".
Mathieu trok de wenkbrauwen op.
*En u hebt het talent, bekentenissen over
uw privé-aangelegenheden af te leggen. Ik
weet werkelijk niet waarom u mij gisteren
met uw biecht wilde vereeren".
.Hallo!", riep Harald. „Ga verder, nu in
teresseert het mij. Welke biecht?"
Mathieu keek verdrietig voor zich uit.
„Over uw betrekkingen tot madame".
„Wat beteekent dat?" Maar voordat Mathieu
verder sprak, begreep Harald.
„Betrekkingen. U neemt aan, ik
„Zij is mijn vriendinis het u duidelijk.
sedert vele jaren mijn vriendin".
„Ik citeer", zei u gisteravond. „Misschien
waren wij gistei'en allebei een beetje dron
ken. maar ook als ik nuchter ben, staat
het mij tegen op dezen toon over een vrouw
te hooren spreken".
Eeix oogenblik gaf Harald heelemaal geen
antwoord. Hij vertrok zijn lippen en gaf zich
niet de minste moeite om zijn vroolijkheid
te onderdrukken. Kijk hem nu eens aan, die
planken-ridder, die om de eer van een vreem
de vrouw vecht, deze roofzuchtige Don
Quichotte.
Ik dank je", zeide Harald. „Ik zal het nooit
vex-geten dat u in staat bent geweest mij op
dezen morgen weer aan het lachen te maken".
Mathieu stond beleedigd op.
„Als u wist hoe onverschillig mij uw humeur
is".
„Ik ben de goedheid zelf", vei-klaarde Harald
Daarom wil ik u bij uitzondering vertellen
dat ik Jeannine Ma ran al kende toen zij
zes jaar was. Wij hebben samen lezen en
schrijven geleerd en Indiaantje gespeeld. En
toen wij volwassen waren is er niets in deze
vriendschap veranderd".
Harald zag dat de andere bleek werd. Hij
bewoog de lippen maar kon geen woord uit
brengen.
Het was pijnlijk. Harald boog zich gewichtig
over het ontbijtblad om den planenridder tijd
te laten. Als er iets was dat hij niet verdra
gen kon, dat was het wel deze idiote zwak
heid waaraan sommige ernstige mannen leden
als hun hart sprak.Natuurlijk hun hart!
Toen Hax-ald eer. stukje toast wilde nemen
viel zijn oog op de witte enveloppe. Mecha
nisch greep hij ernaar. Mathieu begon te
lachen, maar het klonk zenuwachtig en on
zeker.
„Mijn hemel, wat een dwaas was ik! Ko
mieke geschiedenis, wat?"
„Zeer komiek", zeide Harald.
Hij scheurde de enveloppe open exi haalde
er het opgevouwen blad papier uit. Het was
geen rekening. Het was een brief, neerge
krabbeld in haast en teederheid.
„Lieveling, ik wilde hier blijven, maar het
gaat xxiet meer. Niet waar. je begrijpt.
Mijn adres is Bex-lijn. Hotel Imperial".
Harald las den brief driemaal achter el
kander. Ja, hij begreep, het adres was Berlijn,
Andy Maran.
Van Parijs naar Florence, van Florence naar
Massa-rossa, dat alles waren slechts stations
op den weg naar Axidy geweest. Maar des
ondanks was dit plotselinge vertrek merk
waardig.
„Ik wilde hier blijven, maar het gaat niet
meer
Harald ging rechtop zitten en keek Corodi
aan alsof hij hem nu pas zag. Een neus als
duizenden, lichtbruin, glad, glanzend haar.
Een mooi gevormd hoofd met mooie oogen.
Was dit gezicht iets bijzonders? „Ik wilde
blijven maar
Ach, onzin!
Mathieu glimlachte opgewonden.
„Nu?"
„Ik ga met den volgenden trein naar Ber-
ijn", zeide Harald.
Jeannine was onderweg om Andy te ont
moeten. Hij was bang om haar. Hij kon haar
niet beschermen en haar niet helpen. Alles
vat hij kon doen was, haar niet alleen laten!
„Ik ga met u mee", zeide Mathieu na een
poosje. „Ik heb weliswaar nog maar drie
iagen vacantie, maar
Harald glimlachte een beetje.
„Veel succes", zeide hij.
Mathieu liep onrustig de kamer op en neer.
Daarna tam hij naar het bed toe en keek
Harald hxxlpeloos aan.
„Wat u daarstraks hebt gezegd: kinder
vriendschapis dat alles? De geheele waar
heid.
„Ja", zeide Harald zacht.
Er was eensklaps een groote leegte in hem.
Jeannine was de wonderbare kameraad
van zijn leven geweest en zij zou altijd kame-
x-aad blijven, zijn leven zou daarmee voorbij
gaan. Dat was alles! Dat was de geheele
waarheid.
De volgende trein ging pas 's middags;
veel te laat om den D-trein RomeBerlijn
te halen, die over Pistoia, Bologna naar het
Noorden rolde.
Het was zeker dat Jeannine in den D-trein
was overgestapt.
„Misschien kunnen wij haar toch nog in
halen", meende Harald. „Wij nemen een
autoof niet?"
Pasquale kreeg het voor elkaar om een
auto te vinden, een kort-ademige oude Fiat
kwam aangewankeld, maar de chauffeur
vertelde vroolijk: „De kleine loopt als een
haas. Wij pakken dexi trein, Signori".
De chauffeur was een eerzuchtige jongen,
en de wagen een knorrige veteraaxx. Het was
een paar dat evengoed wantrouwen als ver
trouwen kon inboezemen. Maar omdat er geen
andere taxi was. besloten Harald en Mathieu
vertrouwen te hebben. En zij beleefden geen
teleurstelling. Het werd zelfs wat men een
onvex-getelijken tocht noemt, in ieder ge
val hij bleef hexi nog lang in de herinne
ring. Hun gewrichten deden pijn van de
koude. De wagen suisde en slingerde over de
bevroren straten, maakte sprongen als een
dronken acrobaat.
„Het is heusch een pleziertje", herhaalde de
chauffeur.
(Wox-dt vervolgd).