Nieuwe Italiaansche opmarsch bij Adoea? THIJS IJS EN DE KONINGSKROON De mijnwerkersstaking in Zuid-Wales. ZATERDAG 19 OCTOBER 1933 HAARDE M'S DAGBtAD '4 BUITENLAND. Geïsoleerde Italiaansche colonne weet Ei/threa te bereiken. De berg Moesali in handen der Abessyniërs. Reuter meldt uit Rome: Volgens uit Eritrea komende be richten uit Italiaansche bron, staan de Italianen aan den vooravond van een nieuwen opmarsch, ten Zuiden van Adoea, in de richting van Ma- kalé. De chef van den staf, maarschalk Badoglio, is op het terrein der ope raties aangekomen. Wordt Makalé verdedigd? Overeenkomstig de bevelen van den keizer trekken naar ReuterA.NP. verneemt de troepen van Ras Seyoem terug, maar toch ver luidt hier, dat er een zeker aantal schermut selingen voorgevallen zijn, waarbij den Italia nen eenige verliezen zouden zijn toegebracht. Men weet hier nog niet. of de Abessynische troepen Makaié zullen verdedigen, maar men acht het vrijwel zeker, dat de Italianen vol gens hun tot dusverre gevolgde tactiek de beide vleugels van hun leger voorbij de stad zullen doen oprukken, teneinde te trachten de Abessynische troepen te omsingelen. Ras Seyoem zal ech.er vermoedelijk wei een veld slag uit den weg gaan en zich terug trekken. Het terrein ten Zuiden en Zuid-Westen van Makalé is zeer moeilijk voor troepen bewegin gen en de Italianen zullen daar zeker niet tot gevechten overgaan voordat zij een vrij lang durige voorbereiding hebben uitgevoerd. Het leger van Ras Kassa heeft naar men te Addis Abeba meent te weten het contact met de troepen van Ras Seyoem reeds tot stand gebracht, dan wel staat op het punt dit te doen. Intusschen blijven de wapen- en mu nitiezendingen Abessynië binnenkomen. In het iegerbericht dat gisteren door het ministerie van propaganda werd gepubliceerd verklaart generaal De Bono, dat van beide fronten niets nieuws is te melden. De lucht macht voert verkenningsvluchten uit en nog steeds bieden stamhoofden en religieuze lei ders hun onderwerping aan. Blijkens een Reuterbericht uit Dzjiboeti is het echter aan de grens van Somaliland tot heftige botsingen gekomen. Na hevige gevechten is de Italiaan sche kolonne, welke in de Ethiopische woestijn benoorden Fransch-Somali- land was geïsoleerd, erin geslaagd in Eritrea terug te keeren. De Italianen rekenden erop. dat Ras Jajoe de sultan van Aoesta niet in staat zou zijn hen tegen te houden, £ii ctaohteji de, Asyatsje te be reiken- en >1 fel' bij het wat'eir-een basis te ves tigen, doch zij- hebben nun doei niet bereikt. De Ethicpiërs houden den berg Moessali krachtig bezet, waardoor de vlakte van Aoessa wordt beschermd. De wilde Danakils vergiftigden de bronnen, zooaat het water voor de Italianen niet bruik baar was. Aangezien het mogelijk is, dat bij den strijd in de nabijheid van de Fransche grens vreem delingen op Fransch gebied komen, heeft kolonel Messègue te Dzjiboetie maatregelen genomen om de grenzen te beschermen. Voort durend patrouilleeren Fransche vliegtuigen langs de grens. De zoon van den afgezetten negus, Lidzj Jassoe, de kleinzoon van - Menelik, wordt te Tadzjoera streng bewaakt. Vergeefs heeft men enkele malen getracht hem te bevrijden. De schepen „Bougainville" en ..Dumont- durville" patrouilleeren in de Fransche wate ren. Het kwartier van de Fransche koloniale troepen te Diredaoea wordt door teekens be veiligd tegen een bombardement door Italiaan sche vliegtuigen. Anti-Italiaansche betoogers gegëeseld. Leden van den Wolamo-stam. die buiten de stad gelegerd is. hebben te Addis Abeba een betooging gehouden en een dreigende hou ding aangenomen tegen graaf Vinei nabij het paleis van Ras Desta, waar hij verblijf houdt. De keizerlijke garde moest worden ontboden om de politie te versterken. De Negus heeft order gegeven een vijf-en-twin tigtal betoogers te geeselen. De Duitsche en Britsche legatie werken samen in verband met de vorming van een korps ter bescherming van de buitenland- sche kolonie. De effectieven der Fransche, Duitsche en Engelsche troepen, die thans dienst doen voor de bewaking der gezantschappen, zijn naar schatting 150 man sterk. Volgens een gesloten accoord, zou majoor Charters, de commandant van het detache ment Poendsjabi's, dat onlangs uit Poons hier aangekomen is voor bescherming der Britsche legatie, belast worden met het bevel over deze manschappen. Ziekte in het Italiaansche leger. De correspondent van Reuter-A.N.P. in de Suez-Kanaa'l-zone meldt nog, dat. behalve dat de Italianen moeilijkheden ondervinden met de watervoorziening, onder de Italiaan sche troepen een vorm van elephantiasis is uitgebroken. Deze ziekte wordt geken merkt door waterzucht onder in de beenen, maar kan gemakkelijk genezen worden. Ook komen talrijke gevallen van longontsteking voor en nieraandoeningen, hoewel het uiter aard de malaria is, die vooral overheerscht. Dezelfde correspondent maakt melding van een geval, waarin niet minder der. 35G00 genie-arbeiders, die gewapend zijn met ge weren en de strijdendei troepen volgen, een verzoek tot generaal de Bono gericht hebben om toestemming te vechten in plaats van wegen aan te leggen. Men heeft hun aan het verstand gebrachi. dat aan hun verzoek geen gevolg kon worden gegeven, aangezien hun werk van essentieel belang is voor de overwinning. Vertraging in de uitvoering der economische sancties? GENèVE. 18 October. In de economi sche subcommissie der coördinatiecomissie is m het eens geworden over den grondslag van een ontwerpresolutie, waardoor, naar het D.N.B. meldt, de officieele inwerking treding der economische sancties met min stens veertien dagen zou worden ver traagd. De subcommissie stelt voor, de maatregelen tegen den Ilaliaanschen invoer te verbinden met die welke ten doel hebben, de levering van grondstoffen voor oorlogsmateriaal aan Italië te verhinderen. De beide maatregelen zouden dan door de regeeringen zoo mogelijk tegelijkertijd in werking moeten worden gesteld. Te dien einde zal volgens het ontwerp de coördinatiecom missie de regeeringen vragen, of zij voor October het tijdstip willen mededeelen waar op zij de betreffende maatregelen willen ten uitvoer leggen. De regeeringen van België en Zuid-Slavië hebben medegedeeld, zij accoord gaan met het wapen-embargo. Bovendien hebben de staten, die lid zijn van de Kleine Entente en van de Balkan-entente, laten verklaren, dat door het verbod tot het verstrekken van crediet aan Italië tegelijkertijd zal worden afgekondigd op een nader overeen te komen datum. De besprekingen in de economische subcommissie In de zitting van Vrijdag der economische subsommissie heeft de Fransche gedelegeer de voorgesteld, dat den staten, die een uit voerverbod naar Italië afkondigen, zal wor den aangeraden, bijzondere maatregelen te nemen om te verhinderen, dat de verboden goederen langs een omweg toch in Italië komen. Dit voorstel is naar de redactiecom missie verwezen. De Britsche gedelegeerde legde er den na druk op, dat het verbod van uitvoer naar Italië en de boycot van Italiaansche waren op hetzelfde oogenblik van kracht moeten worden. Te dien einde moet de redactie commissie een definitief ontwerp uitwerken. Daarna werd de mogelijkheid onderzocht van uitbreiding van het uitvoerverbod tof andere dan minerale producten. Volgens de commissie komen hiervoor rubber en leven de dieren in aanmerking. Daarentegen zou eerst later moeten worden beslist over ver schillende voltooide producten zooals auto's, spoorwegmateriaal, vaartuigen, machines, enz. Óok over salpeter zou later moeten worden beslist. Van verschillende met het transito-verkeer samenhangende kwesties, zal de juridische zijde werden bestudeerd. De algemeene be sprekingen waren daarmee gesloten. Turkije. Complot tegen het leven van Kemal Ataturk. ISTANBOEL. 18 October. Het blad „Tan"' meldt uit Ankara dat een samen zwering tegen het leven van den presi dent van Turkije, Kamal Ata kurk, is ontdekt. Het was reeds verscheidene dagen bekend, dat eenige personen die onbevoegd de Zuidelijke grenzen hadden overschreden, gearresteerd waren, daar de verdenking bestond, dat zij met voor den staat gevaarlijke bedoelingen wareh gekomen. De „Tan" meldt nu, dat de gearresteerden naar Ankara zijn overgebracht en daar aan een uitgebreid verhoor zijn on derworpen. De leider van de bende, die uit vier of vijf man bestaat, heet Yahya. Hij is een vertrouw de van Cerkes Etem, die als hoogverrader be kend staat, omdat hij gedurende den oorlog een duistere rol speelde en naar den vijand overliep. Hij behoort tot de 150 bannelingen, die vervallen zijn verklaard van de Turksche nationaliteit en die zich sedert dien op ver schillende plaatsen in het buitenland op houden. Aan den hand van omvangrijke bekente nissen is, aldus de „Tan" komen vast te staan, dat de bende een aanslag op het leven van den president in den zin had. Men verwacht dan ook, dat reeds de volgende week te Ankara de bendeleden wegens hoogverraad terecht zullen staan. Verder is in den loop van het verhoor ook de naam genoemd van een af gevaardigde uit de provincie Oerfa, Oersavas, zoodat de regeering de nationale vergadering verzocht heeft, de immuniteit van deze af gevaardigde op te heffen. Duitschland. De Staatsbanken onder Rijkstoezicht. Het rijkskabinet heeft in zijn eerste zitting na het zomerreces een wet aangenomen op de staatsbanken, waarbij de laatste hand wordt gelegd aan het tot stand brengen van een uniform bestuur der crediet- en kapitaal- marktpolitiek. Het toezicht op de Staatsban ken gaat van de landen op het Rijk over. De rijksminister van economische zaken kan vol gens deze wet ook die maatregelen nemen, die noodig zijn voor een doelmatige regeling der organisaties der staatsbanken. De uit voering van deze wet zal, voor zoo ver de staatsfinanciën betrokken zijn, in overleg geschieden met den rijksminister van finan ciën. Voorts werd een wet aangenomen tot be scherming van de erfelijke gezondheid van het Duitsche volk. Hierin wordt bepaald, dat de staat het gezin een bijzondere bescherming doet geworden door een reeks van huwelijks verboden ter verhindering van het sluiten van voor de gezondheid ongewenschte huwe lijken. Een wet over het afstaan van ambtenaars- tractementen met het doel schulden van ambtenaren af te lossen geeft den rijksbond van de Duitsche ambtenaren en den bond van nat. soc. Duitsche juristen de taak buiten hun schuld in een noodtoestand geraakte ambte naren in betere economische toestanden te brengen. (A.N.P.) Oostenrijk. Opmarsch der Heimwehren in Weenen. Vrijdagavond heeft te Weenen een betoo ging plaats gevonden van de vaderlandsche organisaties voor de bonds kanselarij en op den Heldenplatz. De plechtigheid begon met een toespraak van den bondscommissaris voor den Heimate dienst, overste Adam, die de on wrikbare trouw van het Vaderlandsche Front jegens de regeering tot uitdrukking bracht. Vervolgens defileerden de 10.000 Hsimwehr- mannen. die 's morgens uit Neder-Oostenrijk en Burgenland in Weenen aangekomen waren, met stalen helmen en het geweer aan den schouder langs de bondskanselarij. De Weensche Heimwehr. die onder leiding staat van majoor Fey, heeft geen deel geno men aan den opmarsch in gesloten formatie. Eenige leden van de Weensche Heimatschutz hebben zich zonder wapenen aangesloten bij den fakkeloptocht. In aansluiting op den op marsch werd e.en fakkeloptocht gehouden van de civiele organisaties van het Vaderlandsche Front. Na 21 jaren uit de krijgs gevangenschap teruggekeerd. Onze Weensche correspondent schrijft ons d.d. October 16: Gisteren is op het hoofdbureau van politie in de Weensche binnenstad de 47-jarige Leopold Kainz uit Grabern-Prebl bij Wolfs berg in Karinthië verschenen, die juist uit Rusland teruggekeerd is. Bij het uitbreken van den oorlog werd hij als soldaat in een infanterieregiment naar het Russische front gestuurd. Nog in den winter van 1914 werd hij bij den Dukla-pas in de Karpaten door de Russen gevangen genomen. Hij werd naar Siberië gestuurd, waar hij in een plaats in de buurt van Omsk ondergebracht werd. Na den oorlog bleef hij daar. hij verdiende er zijn brood als meubelmaker en hij trouwde er met een vrouw, die door haar man in den steek was gelaten. Uit dit huwelijk is een zoon gesproten, die thans negen jaren telt. Vaak bekroop Kainz een ontzettend heim wee. hij verlangde naar zijn Oostenrijksche vaderland terug, maar hij kon maar geen toestemming van de overheid krijgen Rus land te verlaten. Eindelijk, in Mei 1930, kreeg hij een pas van het Oostenrijksche ge zantschap te Moskou. Kainz had wat geld overgelegd en hij aan vaarde nu den verren tocht. Maar aan de grens werd hem alles, wat hij bezat, ontsto len, hij kon zijn reis niet voortzetten en hij keerde weer naar Tschistoje bij Omsk te rug. Opnieuw spaarde hij en opnieuw toog hij naar Moskou, waar het Oostenrijksche gezantschap 'hem ten tweeden male papieren gaf. Thans is hij te Weenen aangekomen. Hij had echter bijna geen geld meer over gehouden; zijn heele bezit bestond uit vijf tig kopeken. De politie gaf den man nu geld om zijn reis naai* Karinthië voort te zetten. Kainz had veel van zijn moedertaal verge ten, hij sprak maar erg gebroken Duitsch met heele brokstukken Russisch er door. Het schijnt, zoo deelt de Bund der öster- reichischen Kriegsgefangenen thans mede. dat er altijd nog meerdere honderden vroe gere krijgsgevangenen uit Oostenrijk in Rusland, en wel hoodzakelijk in Siberië, ge bleven zijn. Bij Omsk waren zij bijzonder slecht gehuisvest. Een slachthuis en een leerlooierij waren zoo goed en zoo kwaad als het ging voor hen ingericht. De muren wa ren vochtig, het water liep er langs, overal lag schimmel, het drinkwater was erg slecht en ongezond. Vlektyphus en andere ziekten woedden onder de arme gevangenen. In één winter alleen stierven zesduizend krijgsge vangenen aan besmettelijke ziekten. Op het krijgsgevangenenkerkhof te Omsk liggen ongeveer 15.000 Oostenrijkers begraven. Toen de roebel viel, konden de Russen him gevangenen niet meer onderhouden. Zij lieten hen aan hun lot over. velen verhon gerden. anderen weer trokken als vagebon den het land, sommigen weer vonden ergens werk, zooals deze Kainz. Enkelen richtten daar gezinnen op, ook wanneer zij in Oos tenrijk al getrouwd waren en haar tever geefs een vrouw op hen wachtte. Kort geleden kwam nog een Weener uit Krasnoyarsk terug, die vertelde, dat daar nog dertig landgenooten van hem woonden. Van enkelen hunner had men aangenomen, dat zij al dood waren. Een vroegere .krijgs gevangene uit Oostenrijk is tegenwoordig stadscommandant van Tschita aan de grens van China. Mijnwerkersstaking bij Luik. Stakingsbeweging breidde zich snel uit. Wegens een loonkwestie is Vrijdag een staking uitgebroken in de kolen mijnen van Gosson en Kessale, in het Luiksche. De stakingsbeweging heeft zich zeer snel uitgebreid. Het werk werd nog in drie andere kolen mijnen neergelegd, evenals in ver scheidene schachten van het bekken van Seraing en van Herstal. Brand op de „Ausonia" eischt zeven dooden. Bevolking van Alexandrië hield explosies voor kanonschoten. Het A.N.P. meldt uit Alexandrië: Omtrent de scheepsbrand aan boord van de ..Ausonia" kan nader gemeld worden, dat zich twee explosies hebben voorgedaan, die zoo krachtig waren, dat men ze in de stad aan vankelijk voor kanonschoten hield. Met de snelheid van den wind vlogen de vlammen over hel; schip, dat spoedig ir. lichterlaaie stond. Dank zij 't kloeke optreden der in de haven liggende Britsche oorlogsschepen konden de door een panischen schrik bevangen passa giers gered worden, zoodat een groote ramp voorkomen werd Zeven leden van de bemanning zijn omge komen. Tijdens den brand verdrongen zich tien duizenden belangstellenden aan den oever, waar zij met gespannen aandacht het schrik kelijke spel der vlammen gadesloegen. De „Ausonia" is volkomen verloren. Het schip is totaal uitgebrand en heeft het uiter lijk van een walmende hoop verroest en gloeiend metaal. De havenautoriteiten voeren op het oogenblik besprekingen met de be voegde instanties om uit te maken of het volkomen onbruikbare wrak tot zinken zal worden gebracht. Op de plaats van het onge luk is de zee 13 M. diep, zoodat het schip, wan neer men daartoe mocht besluiten, versleept zou moeten worden. Voorkoming van onredelijke executies. Wetsontwerp ingediend. Aflossing van hypotheek beperkt. Een wetsontwerp, houdende bijzon dere maatregelen ter voorkoming van onredelijke terugvordering van onder verband van hypotheek op onroerend goed uitgeleende gelden, is bij de. Tweede Kamer ingediend. Het wetsontwerp beoogt in verband met de heerschende buitengewone tijdsomstandigheden die hypothecaire schuldenaren te hulp komen, die altijd regelmatig aan hun verplichtingen tot rentebetaling en tot betaling van tus- schentijdsehe aflossing, tot een bedrag van één procent de oorspronkelijke hoofdsom, hebben voldaan, en die ook overigens niet door executoriale maat regelen op hun onroerend goed wor den getroffen uit hoofde van niet-vol- doening van andere dan hypothecaire schulden, of in staat van faillissement zijn komen te verkeeren. De regeering stelt in de toelichting voorop dat de hypothecaire schuldeischers in het algemeen en in het bijzonder de groote in stellingen hun debiteuren redelijk hebben behandeld. Dit neemt niet weg, dat wettelijke regeling noodig is voor die gevallen, waarin de redelijkheid niet betracht wordt. De voorgestelde wet schept de mogelijkheid voor den debiteur, van den rechter uitstel te verkrijgen voor de terugbetaling van de hoofdsom en wijziging in de verplichting tot tusschentijdsche aflossing, zoo die meer is dan één proeent van de oorspronkelijke hoofd som per jaar. De rechter zal in ieder con creet geval hebben na te gaan, of de schulde naar in staat is de leening af te lossen, resp. de tusschentijdsche aflossing te voldoen. ONZE DACELIJKSCHE KINDERVERTELLINC Daar sluipt de raadsheer de kamer van Thijs binnen, een valsche lach ligt op zijn gelaat. Thijs ligt in diepen slaap verzonken en mei-kt niets van het booze plan, dat de raadsheer begint uit te voeren. „Aha," denkt de indringer. „Die kroon kan me niet meer ontgaan. Ik breng haar naar den koning, dan kunnen we wat moois beleven." Hij neemt het begeerde voorwerp van het kastje af en verdwijnt even onhoorbaar als hij gekomen is. Conflict tusschen twee vakbonden. (Van onizen correspondent) LOINIDEN, 18 October. De staking van mijnwerkers, die begon met de voor Engeland zoo ongewone hongersta king, die werd voortgezet ais staking-beneden, waar naar men zegt een 2000 man drie of vier dagen in de duistere gangen hebben ver toefd, elkaar aanmoedigend met het zingen van psalmen en gezangen, is dan voorloopig met een sisser afgeloopen. Het was nog al een harde sisser. Het einde kwam na dagen van strijd en venvoesting waaruit bebloede koppen, gebroken ruiten, vernielde spoorwagens voortkwamen. Men moet lang in de geschiedenis van arbeids- geschillend hier teruggaan Om iets te ont dekken, dat in verbittering gelijk stond met hetgeen de laatste dagen in Glamorganshire is voorgevallen. Vanwaar die bijkans mate- looze verbittering? Het antwoord moet worden gezocht in het bestaan van een nieuwen vak bond, die met de oude mijnwerkersfederatie concurreert en die een zekere bevoordeeling heet te genieten van de patroonsorganisatie. De nieuwe vakbond heet de Industrieele Unie. Haar leiders zijn van meening, dat de eisch van de Federatie (een loonsverhooging van 2 shilling in alle kolenmijnen van het land per ploegtijd dat komt overeen met 12 shilling per man per week) door het bedrijf niet kan worden gedragen. In zekere districten kan dat mogelijk zijn, in andere is het onmogelijk en de maatregel, die geen rekening houdt met verschillende plaatselijke toestanden is voor praktische uitvoering onvatbaar. De Unie stelt zich op het standpunt, dat in een be drijf, waarin zooveel werkloosheid heerscht aan de delvers, die hun kost willen verdienen de gelegenheid om dat te doen, niet mag wor den onthouden door onpractische eischen van de Fc 'eratie. Het behoeft niet te worden be vestigd, dat de werkgevers sympathie heb ben met de houding' van de Unie. een sym pathie, welke zoo ver heet te gaan, dat delvers, die leden van de Unie zijn bij voorkeur wor den aangenomen en dit vaak onder onge woon gunstige loonvoorwaarden. De Federatie ziet dus in deze Unie en de houding van de patroons tegenover deze laatste pogingen om haar te ondermijnen. De delvers, die hun oude organisatie van hun eerste werkzaam heid in de mijnen af trouw zijn geweest, koesteren de zelfde opvattingen als hun leiders en de Unie-mannen worden als onderkruipers beschouwd. Hiermede kan de verbittering, welke kenmerk is geweest van het jongste dispuut in Zuid-Wales, verklaard worden ge acht. De mannen van de Federatie stelden den eisch, dat de mannen van de Unie niet langer tewerk zouden worden gesteld en zij verklaarden, voor zoover zij in de mijnen waren, deze niet te zullen verlaten, totdat de eisch zou zijn ingewilligd. Hun makkers boven ongeveer 8000 sloten zich bij dezen eisch aan en legden eveneens den arbeid neer. De vijandschap tusschen de twee groepen kwam tot uiting in hevige botsingen een er van zelfs in ae duisternis der mijngangen. En het dispuut dreigde zich verder voort te planten toen het personeel van den spoor weg waarmede de Unie-mannen uit hun streek naar de plaats van hun arbeid wer den vervoerd weigerden den trein voor dat doel te bedienen. In het laatste stadium van het dispuut dreigde er een algemeene mijnstaking in Zuid-Wales. Maar het bestuur van de Fe deratie achtte dit klaarblijkelijk niet raad zaam, ook al had het veel moeite haar leden tot zijn zienswijze te bekeeren. Dit bestuur besloot tenslotte de delvers, die in de mijnen staakten, naar boven te roepen en hen te verzoeken naar huis te gaan. De mijneige naars hebben op hun beurt de poging om het werk in de mijnen, waar het dispuut ont stond, met Unie-delvers voort te zetten op gegeven. Deze mijnen zullen voorloopig wor den gesloten. Dit is niet wat men zou noe men een bevredigende oplossing. Het sluiten van deze mijnen maakt om te beginnen dui zenden arbeiders werkloos. En verder is er niets geregeld. Men kan spreken van een wapenstilstand. Het nut er van is. dat de gemoederen kunnen kalmeeren en dat on derhandelingen voor een regeling straks in een nuchtere stemming kunnen plaats heb ben. De staking heeft in haar ongewone as pecten bewezen dat de mijnwerkers zich grievend veronachtzaamd voelen. Blijkbaar is ook de regeering van den ernst van den toestand overtuigd en neemt zij geen genoe gen met de uitlegging van de werkgevers dat Communistische invloeden in het spel zijn. De Communistische boeman wordt te veel naar voren geschoven. Overigens is de voorstelling van de Mijn werkersfederatie, dat de Industrieele Unie aan den leiband der patroons loopt, niet heelemaal juist. De Unie beseft even goed als de Federatie dat loonsverhooging voor de delvers noodzakelijk is. De Unie echter is van meening, dat de eisch van de Federatie als strijdend met onveranderlijke economi sche beginselen op het oogenblik niet kan worden ingewilligd. De Unie zoekt verbete ring voor het lot van haar leden door een betere en loonender markt van het product te bewerken en ze aarzelt niet de eigenaars te verwijten, dat zij met hun hardleersch- hei'd en gehaspel de kansen die goed zijn geweest om een beteren prijs voor steen kool te verkrijgen hebben laten verloopen. De Unie heeft geen hoogen dunk van de za kelijkheid en de commercieele bekwaamheid van de eigenaars en ze zegt het in het open baar. Bij een goed bedrijfsbeleid zou de wel vaart in het kolengebied reeds lang zijn her steld. A. K. VAN R. OUDE VROUW NA EEN BRAND VAN SCHRIK GESTORVEN. In den nacht van Donderdag op Vrijdag werd een alleenwonende vrouw aan de Ka zernestraat te Oss plotseling gewekt. Zij meende gekreun te hooren in de woning, welke aan de hare grensde, welke bewoond werd door de ongeveer 80-jarige weduwe Boeyen. Zij ging terstond den schoonzoon van de vrouw, die eenige huizen verder woon de. waarschuwen. Deze wist. geholpen door wethouder Kemps, die inmiddels ook ter plaatse was, de woning binnen te dringen, waarbij zij aanstonds bemerkten, dat er brand was uitgebroken. In de slaapkamer trof men de bejaarde weduwe in bewuste- loozen toestand aan, liggende op den grond, tusschen haai- bed en een kast. Zij werd over gebracht naar de woning van haar dochter, waar zij Vrij dagavond, vermoedelijk van den schrik en van den ingeademden rook is over leden. Zij had slechts lichte brandwonden. De gemeentelijke brandweer wist uitbreiding van den brand t,e voorkomen

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1935 | | pagina 6