HOOFDPIJN AKKERTJES TE HUUR Werk voor jeugdige werkloozen. TALEN Fiink dagmeisje gevr. Hulp-verkoopsters Die kloppende, zagende Ui IS! SDAG 29 OCTOBER 193S HAARLEM'S DAGBLAD It De plannen der regeering. 160.000 jongens van 14 tot 24 jaar zonder arbeid. In verband met de bespreking, welke de vo rige week onder leiding van minister Slingen- berg met vertegenwoordigers der provinciale besturen omtrent de mogelijkheid van ont plooiing eener nieuwe actie tot opneming van werklooze jongelieden in het bedrijfsleven is gehouden, heeft een verslaggever van het Al gemeen Nederlandsch Persbureau in Den Haag te bevoegder plaatse nadere inlichtin gen verzocht. Men wees er op. dat de nood onder de jeugd, voor wat de werkloosheid betreft, ontzettend groot is. Zoowel voor de overheid als voor het bedrijfsleven valt hier een belangrijke taak te verrichten. Groote waardeering verdient, wat reeds met- steun van rijk en gemeenten in tal van plaatsen in ons land voor de jonge werkloozen geschiedt. Maar de tijdsomstan digheden maken thans uitbreiding van de be moeiingen op dit terrein tot een gebiedende noodzakelijkheid. Er zijn in ons land naar schatting 160.000 werkloozen van veertien tot vier-en-twintig jaar. Niet alleen dat hun werkloosheid een demoraliseeren den invloed op hen oefent, maar ook vraagt men zich ten aanzien van velen hunner af, waarmede zij in de toekomst hun brood zullen kunnen verdienen. Opneming van deze jongelui in het bedrijfs leven is het doel der actie, waartoe de bespre king onder leiding van minister Slingenberg met' vertegenwoordigers der provinciale be sturen den stoot heeft gegeven. De plaatselijke comité's zullen onder leiding komen te staan van den burgemeester of van der: wethouder, onder wien de werkloosheids- zorg ressorteert. Dat van rijkswege nauwkeu rig wordt voorgeschreven, hoe de samenstel ling dezer plaatselijke commissies moet wezen, schijnt minder wenschelijk, omdat veel zal af hangen van de plaatselijke toestanden, welke onderling verschillen. Wel verdient het aanbe veling, dat het aantal leden van een plaatselijk comité niet te groot zij en dat in de commissie zitting zullen hebben personen, die een leiden de positie in het bedrijfsleven innemen. Ook zal de vakbeweging in zulk een commissie ver tegenwoordigd kunnen zijn. De plaatselijke comité's nu zullen trachten, de jonge werkloozen in bedrijven geplaatst te krijgen, maar zoodanig, dat vast sta, dat zij geen arbeid zullen verrichten, welke anders tóch gedaan zou moeten worden, maar waar voor dan arbeiders tegen het gewone loon zou den v/orden aangesteld. Ook moet vaststaan, dat. niet door de aanstelling van jonge werk. loozen anderen werkloos worden. De comité's moeten voorts beproeven om jon. gelui, die voorloopig niet in het bedrijfsleven kunnen worden geplaatst, tijdelijk onder te brengen in een te scheppen werkgelegenheid. Daarbij komt in aanmerking de arbeid, waar voor stad. dorp of streek zich het meest eigent. Men denke in dit verband onder meer aan wegverbetering en plantsoen-aanleg. De bedoeling is voorts, dat een onderne ming voor eiken jongen werklooze, die bij haar volgens de,aangegeven regeling-te werk wordt gesteld, een zeker bedra g per week aan het comité zal betalen. Het co- werk wordt gesteld, een zeker bedrag per rekening mede moeten houden, dat het ar beid betreft, welke anders onverricht zou blijven. De vergoeding zal dus slechts een zckc-r percentage bedragen van het weekloon, dat voor normalen arbeid zou moeten worden betaald. Het deel der vergoeding van de onderneming aan het plaatselijk comité, dat de jonge werk kracht niet krijgt, zal het comité besteden aan andere zorg voor jonge werkloozen. Ten slotte is gevraagd, of het in de bedoeling ligt, arbeidsplicht in te voeren, in dezen zin, dat, als een jongeman weigert den arbeid te verrichten, welken hij door de bemiddeling van het comité kan krijgen, hij op de arbeidsbeurs van de lijst der werkzoekenden afgevoerd, en het gezin, waartoe hij behoort, steun onthou den zou worden. Op deze vraag luidde het ant woord, dat dit niet in de bedoeling ligt, omdat de lust der jongelui, om aan het werk te gaan, groot genoeg js. Luitenant Van Boven dient een gratieverzoek in. „Orders der regeering en militaire autoriteiten zijn opgevolgd." AMSTERDAM, 29 October. Naar wij vernemen heeft luitenant H. L. van Boven door bemiddeling van zijn raads man mr. J. de Vrieze, een gratie-request inge diend bij H..M. de Koningin. In dit request wordt gezegd, dat luitenant Van Boven de orders van de regeering en de militaire auto riteiten, om geen geweld te gebruiken, heeft opgevolgd en dat het Militair Wetboek van Strafrecht door den Krijgsraad en het Hoog Militair Gerechtshof anders en strenger is uitgelegd dan zulks geschiedde door de mili taire autoriteiten vóór de muiterij. Daarnaast worden verschillende feiten op gesomd, die requestrant sterkten in het denkbeeld, dat de autoriteiten geen geweld dadig optreden tegen de bemanning wensch- ten. Er wordt aan H. M. de Koningin verzocht om de opgelegde gevangenisstraf en de ont zetting uit den militairen dienst ongedaan te maken of een straf op te leggen, gelijk aan de ondergane preventieve hechtenis, eveneens zonder ontzetting uit den militairen dienst. Vrijz.-clemocratie in heden, verleden en toekomst. Rede van minister Oud. De minister van Financiën, mr. P. J. Oud. heeft Maandagavond voor de Haagsche af- deeling van den V. D. B. een rede gehouden over de Vrijzinnig-democratie in verleden beden en toekomst. De minister wees er op, dat- juist in deze moeilijke tijden de men sehen zoo licht geneigd zijn beginselen te laten varen. Aan het beginselprogramma mag echter niet getornd worden: bij het werkpro gram bestaat meer vriiheid van beweeing. De verwezenlijking van dit program is afhanke lijk van de financieele en economische om standigheden. Men dient de democratie beter doof de. eventueel harde, werkelijkheid te aanvaarden, dan door de oogen er voor te sluiten. Doet men dit laatste, dan moet vroe ger of later de ontgoocheling komen. Wat bij alles moet blijven staan, is het wezen der de mocratie, heftig aangevochten in dezen tijd, doch onmisbaar voor een gezonde volledige ontplooiing van de menschelijke eigenschap pen. Nog niet zoo lang meende men, dat ge lijkheid voor lederen burger voor de wet wel vast stond en niet meer verdedigd behoefde te worden. Helaas is thans wel niet in Ne derland gebleken, dat dit beginsel in het gedrang raakt, zoo niet opgeheven is. In zijn rede besprak mr. Oud ook nog de ontwapeningskwestie en zeide hierover o.m.: In 1924, toen Duitschland ontwapend was en gestreefd werd naar een internationale politiemacht in volkenbondskader, is het V-D.-program, in navolging van het protocol van Genève. opgenomen de ontwapening, waaronder dan verstaan werd een belangrijke vermindering van de nationale bewapenin gen. In de daarop volgende tien jaren is echter rond ons veel veranderd, helaas niet ton goe de. en daarvoor zullen wij niet de oogen mogen sluiten. Het Volkenbondsapparaat is bijv. ge bleken niet zoo bijzonder vlug te werken, zoo- dat een eventueel aangevallen staat den eersten tijd op eigen krachten zal zijn aan gewezen. In deze dagen Is verdediging, is ontwikke ling van het gezond-nationale ernstig ge boden, nu zooveel zich aanmeldt als natio naal wat in wezen product van vreemden bo dem is. Gestreefd moet worden naar aaneenslui ting van de samenbindende elementen in de maatschappij. Juist in dezen tijd moet allereerst gelet worden op hetgeen ons verbindt, niet op wat óns scheidt. Bij zoo een samenwerking zal in Nederland de democratie door de branding kunnen wor den gered. Dan zal de vrijzinnig-democratie niet voor de toekomst behoeven te vreezen. Oc-k al hebben wij. zoo besloot de minister zijn luide.toegejuichte, boeiende rede. welke twee uren had geduurd, thans bij de stembus ver liezen geleden, wanneer wij maar het geloof in onze beginselen, onze innerlijke kracht, weten te bewaren! OPWEKKINGSSAMENKOMSTEN. Het comité dat bovengenoemde bijeen komsten organiseert deelt ons mede, dat op Hervormingsdag, Donderdag 31 October a.s. des avonds om 8 uur in de kerk der Broeder gemeente aan de Parklaan een samenkomst wordt gehouden, waar als spreker zal ontreden de evangelist J. Sevensma uit Amsterdam. INGEZONDEN Voor den inhoud dezer rubriek stelt de Redactie zich niet verantwoordelijk. Van ingezonden stukken, geplaatst of niet geplaatst, wordt de kopij den inzender niet teruggegeven. Uitbreiding van het Stadhuis te Haarlem. Bij het uitschrijven van prijsvragen onder scheidt men in hoofdzaak een open en be sloten prijsvraag. Tegen de eerste protesteert een groep per sonen, die adviseert, welke architecten uit- genoodigd moeten worden tot een besloten prijsvraag, met het groote gevaar dat dit ontaardt in een ..vriendjes gedoe". Dit is een groot euvel waardoor de bouw kunst niet gediend wordt, ofschoon men juist beweert in het belang der bouwkunst te handelen. Daarentegen zullen bij een open prijsvraag verschillende goede architecten niet meedoen. Het een en ander kan echter zeer goed gecombineerd worden n.m. een open prijs vraag met uitnoodiging van enkele bekende architecten en het geval heeft zich voorge daan dat bij een zeer belangrijke prijsvraag uit de ontwerpen van de uitgenoodigden geen keus gemaakt kon worden zoodat de be kroning viel op het ontwerp van een der vrije inzenders, hetgeen echter niets afdoet aan de capaciteit van eventueel uitgenoodig- de architecten. Een architect is nu eenmaal een schep pend kunstenaar, die hoe bekwaam overigens niet altijd gedisponeerd is om in een bepaald tijdvak een voor een bekroning in aanmer king komend ontwerp te maken. De vraag komt nu naar voren; wat is de plicht van de Overheid? Is de Overheid verplicht alle kansen op het spel te zetten om een goed ontwerp te krij gen ja of neen? Zeker rust op de overheid de plicht, de bouwkunst te dienen. Het valt toch niet te ontkennen dat arbeid voor de meeste men sehen een levensbehoefte is, al schijnt er een kleine groep uit eigen belang het beter te vinden dat een groep anderen geestelijk ten ondergaat. Het motief, dat bij een open prijsvraag veel onproductief werk wordt verricht is niet ge heel juist, evenmin als men zou kunnen zeg gen dat bij een of anderen sportwedstrijd on productieve arbeid gedaan wordt. Dit moet als een misplaatst medelijden voor de deel nemers gezien worden. Een architect is pas ln staat een werk te scheppen indien er een opdrachtgever is, die eischen stelt, welke de architect in goeden vorm en regeling moet brengen; zonder op drachtgever is de architect dus tot ondergang gedoemd. Ter vergelijking zij aangevoerd, dat in tijden van vrede men geen groote veld- heeren kent. Bij een open prijsvraag is dus in de eerste plaats iedere architect in de gelegenheid een project te scheppen, hetgeen aan de geeste lijke kracht der deelnemers ongetwijfeld ten goede zal komen, terwijl hij tevens door vergelijking met de eventueel tentoongestelde werken zijn eigen arbeid zal kunnen pellen, zoodat van utteloozen arbeid niet gespro ken kan worden. Een Gemeentehuis is een gebouw, dat aller belangstelling heeft, dus waar men allereerst dient rekening te houden met de gemeen schap en de gemeenschapskunst, wat de bouw kunst toch zeker is of moet zijn. Uit dien hoofde zou een open prijsvraag reeds een ge biedende plicht zijn. De bouwkunst moet gedragen en gevoed worden door het volk en geen uitbroedsel zijn van z.g. artisten, die geïsoleerd van het volk leven. Een voortbrengsel van zulk een bouw kunst leidt tot niets. Met het bovenstaande meen ik voldoende aangetoond te hebben, dat het de plicht wan de Overheid is. een open prijsvraag uit te schrijven, en sluit met de woorden van Franklin D. Roosevelt: „Opvoeden is wellicht de grootste plicht van het staatsmanschap". C. C. VAN BEAUMONT, Arch. Niva. Vrouwenarbeid. Geachte Redactie, Met belangstelling las ik het ingezonden stukje van den heer Ter voort over „Vrouwen arbeid en Maatschappelijk Hulpbetoon" in uw blad van Zaterdag j.l. Gaarne zou ik mijn meening als vrouw hiertegenover willen stellen alsmede den heer T. eenige vragen willen doen. Voorop stelt de heer T. maar eventjes dat alle vrouwenarbeid op kantoor bijv., zooals dan in dit geval bij M. H„ thans zooveel mo gelijk door mannen vervuld moest worden. Dat de heer T. zich hier aan ergert is op zichzelf al verkeerd, een vrouw heeft evenveel recht om dit werk te doen als een man. Dat de heer T. het zich in deze tijdsomstandigheden waarschijnlijk meer aantrekt omdat hij mis schien voor een gezin heeft te zorgen, kan ik mij in zooverre voorstellen, omdat hij dan in dit geval een grootere verantwoordelijkheid voelt. Werken er echter op het oogenblik ge trouwde vrouwen op kantoor van wie de man eveneens een positie heeft, dan is zijn ergernis meer te rechtvaardigen. (Ik meen echter in dertijd gelezen te hebben, dat dit percentage zeer klein is in verhoud ng tot de werkloos heid, zoodat dit al heel weinig van invloed zou zijn.) Indien nu eens al het vrouwelijk perso neel op kantoor ontslagen werd, wie zal er dan voor al deze vrouwen en meisjes zorgen die op hun beurt zonder werk komen? Er zijn er toch verscheidenen die geheel op zichzelf staan of zelfs kostwinster zijn en in dit geval toch ook weer steun gaan trekken! Daarbij weet de heer T. toch ook wel dat er duizenden vrouwen meer zijn dan mannen, er zou dus op huishoudelijk gebied al gauw een groot aantal vrouwen te veel zijn. Verpleegster? Ook hiervan Is de markt al lang overvoerd. Gediplomeerde verpleegsters hebben maandenlang geen werk. Of nu al deze vrouwen voor dit werk liefhebberij en aanleg hebben, hm, daar wordt door mannen als de heer T. maar niet naar .gevraagd! Want daar toch zeer vele vrouwen al jaren ander werk gewend zijn te doen, opvoeding en studie toch werkelijk niet alleen op huishouding ge richt zijn, kan de heer T. evenmin van haar verlangen als van zichzelf, dat zij werk doen, waarvoor zij niet zijn opgeleid Dat men dus al deze vrouwen zou willen dwingen huishou delijk werk te doen, is al een' zeer bekrompen gedachte, om nog niet van' ouderwetsch te spreken. Mag ik eens vragen. Wordt de heer T. bak ker. als hij geleerd heeft voor timmerman of tuinman, gestudeerd heeft voor boekhouder, architect of iets dergelijks? Waarom verlangt hij dit dan van de vrouw? Dit is toch wel zeer inconsequent. Ook bij vrouwen is de eene voor studie geschikt, de tweede voor administratief werk. de derde voor muziek enz. Ook dezen zouden dan gedoemd zijn stof af te nemen, kopjes te wasschen, te poetsen en te wrijven. Wat verheffend! Zou de heer T. zelf dit alles niet erg geestdoodend vinden, wanneer hij zich tot ander werk geroepen voelt? Ik zou zeggen, laat de heer T. het zelf eens een poosje probeeren; ondervinding is de beste leermeesteres. Waarom denkt de heer T.. eigenlijk dat hij of de man in het algemeen,het kantoorwerk beter zou doen? Nog al aanmatigend vind ik. Waarom wordt toch altijd in deze tijden de vrouw teruggeduwd? Hoeveel vrouwen hebben niet onnoemelijk veel goed werk verricht op maatschappelijk gebied, wat toch dikwijls ook veel administratief werk met zich brengt; wij zouden haar noode kunnen missen! Zijn er niet veel omvattender en betere maatregelen tijans noodig (zooals bijv. het Plan van den Arbeid van Ir. H. Vos c.s.) dan het bekrompen gedoe waarop ik in dit stuk de aandacht ves tig? Een beetje ruimere blik en waardeering ook voor het werk van de vrouw in het algemeen mijnheer T.! Gaan man en vrouw in het huwelijk niet samen door het leven? Dit is ook noodig in de maatschappij. Met dank voor de plaatsing, EEN VROUW VAN HET JAAR 1935. Een woord van dank. Gaarne had ik in Haarlem's Dagblad een woord van dank gelezen aaan de vrouwen, die de Vredesbijeenkomst op Zondag 20 Octo ber in de Groote of St. Bavokerk te Haar lem zoo uitstekend hadden voorbereid; dank aan de spreeksters, aan de soliste, ,aan de organisatie en verder aan allen, die tot het slagen ervan hebben meegewerkt. Dat de behoefte aan dit samenzijn in vele harten leefde, wie, die de tot in de uiterste hoeken gevulde kerk zag, kon er aan twijfe len? Meer dan 2500 personen namen deel aan dit wijdingsuur, vele mannen en enkele vrouwen deden dat staande. En de groote ernst en toewijding, die er op de gezichten te lezen stond, waren treffend. Laat dit de dank zijn voor allen., wien niets te veel is geweest om dit resultaat te be reiken. „En wat heeft het geholpen? vraagt een spotter. „Heb ik niet juist in Haarlem's Dag blad in den brief van Ladislas Farago gelezen, dat Italiaansche vliegers op armoedige kleine dorpjes, waar maar enkele mannen zijn,, bom men werpen op die ouden van dagen op de vrouwen met haar kinderen en op het vee. om daardoor een paniek te veroorzaken, zooals de hedendaagsche krijgswetenschap dat eischt? En dat de vreeselijk gewonden bij het bombardement van Andoea, niet geholpen werden maar bleven liggen, om in het struik gewas dood te bloeden en 's nachts door hyena's opgegeten te worden?" Ja, dat is waar en het is zulk een mensch- onteerende gruwel, als er slechts zelden in het groote Boek der Wereldhistorie staat op- geteekend. Vrouwen, kinderen, grijsaards, aan wie men niets kan verwijten dan dat ze bestaan, dezen worden geheel onverwacht in hun armoedige gehuchten overstrooid met bommen, verbrijzeld, verminkt, gedood. En op den 20sten October hebben duizen den met elkaar om den vrede gesmeekt. Zou dat nutteloos zijn en bespottelijk? Maar het bidden om vrede is een uit storting van het gemoed voor de Almacht. En niemand zal verwacht hebben, dat, als antwoord op dat gebed, dadelijk de vrede zou worden geteekend. Maar de mensch met een hart, de mensch die bitter lijdt onder het onrecht, dat onze zwarte zusters en broeders in Abessynië wordt aangedaan, kan alleen tot rust komen, als hij aan zijn werken voor den vrede het gebed paart. .Bid en werk. de kunst des levens schuilt in dat vereend gebod; 't is uw plicht en voor recht tevens kind der aarde, kind van God" Zoo spreekt de dichter. En hoe waar zijn de woorden uit datzelfde lied: „Wie niet bidt is 't werken slaven, wie niet werkt is 't bidden spel" Daarom moet ieder meewerken, ook met de daad. In ae eerste plaats lid worden van een of meer Vredesvereenigingen. Ten tweede deze vereenigingen steunen met geld, als het kan en met hulp bij het werk. De een «kan in woorden en in geschrift tegen de gruwelen protesteeren, een ander kan helpen bij het organiseeren van bijeenkomsten en tentoon stellingen, of bij het rondbrengen van blaad jes. Het is alles noodig en nuttig. En in de oogen van de Almacht zal het wel geen ver schil maken, welk soort van werk een mensch voor den Vrede doet. God ziet het hart aan. Laat ons dus doen en geven wat we kun nen voor ons zwarte zusters en broeders: laat ons medelijden hebben óók met de Italiaan sche jongens, ,wier hartstochten door de oorlogspsychose zóó zijn opgezweept, dat ze nu geestelijk vergiftigd zijn en tevreden moe ten worden gesteld met het bloed en de tranen van hun medemenschen. Laat ons dus ook werken voor den Vrede, zooveel als we maar kunnen. Dan pas mogen we zeggen: God helpe ons. C. Th. M. BOON. Middenstand en Coöperatie. Gaarne zouden wij nog eens willen terug komen op het Middenstandsvraagstuk. De Coöperatie „de Eendracht" meent, ons ingezonden stuk in uw blad, te moeten be strijden. Zij lijkt ons daarbij niet buiten gewoon gelukkig. In de eerste plaats verwijt zij ons, dat wij zelf coöpereeren en grossiers uitschakelen, in de tweede plaats, dat van ons niet is te verwachten, te zullen medewerken om elke overbodige schakel uit het distributie-proces te dien verdwijnen. Wij beconcurreeren elkaar zoo hard wij kunnen: dus verkoopen tegen de alleruiterste prijzen op de eene plaats en leggen de ver bruikers een totaal onnooöige belasting op, op een andere plaats. Zij zegt, dat de moeilijkheden in den han del te wijten zijn: lste: aan de sterk gedaalde koopkracht, (wat voor ons natuurlijk niet nieuw is); 2de: aan de chaos in de Middenstandsbe- drijven. (Wij zijn gevoelig voor de belang stelling, maar bijzonder duidelijk is het niet). Zij ontkent, dat talrijke Middenstanders door haar uit him bedrijf zijn gestooten (ge wetenswroeging?), en laat dan volgen, het tegendeel is waar. (Dit is oris werkelijk te kras). Zij verwijst een lastige bewering naar het land der Sprookjes, zonder te zeggen, hoe het dan wel is. Zij spreekt van povere argu menten, wat heel gemakkelijk is, en gebruikt de woorden „medelijden" en .sentimentali teit" met een zeker welbehagen en een beetje kleineerend. De hoofdzaak van ons betoog: dat het dwaasheid is, eenerzijds, zelfs kunstmatig, de menschen aan eerlijk verdiend brood te hel pen en anderzijds, het anderen uit den mond te nemen, heeft zij echter niet aangevallen. Gelukkig! En nu nog iets over Verbruiks-coöperatie en Middenstand. Het is misschien voor de „Eendracht", aan genaam te vernemen, dat de oprichting der Verbruiks-coöperatie destijds ook in Midden standskringen gewaardeerd kon worden. On derdrukking ene slechte behandeling van de arbeider^.die onze medemenschen zijn. keuren, wij-natuurlijk af. En het wapen van coöperatie kan men voor dat géval goedkeuren. De öm-v standigheden zijn echter sterk veranderd en nu is de verbruikscoöperatie niet meer noodig en daarom verkeerd. U gaat echter door met uw coöperatie, en wel consequent, wat wij dan weer kunnen waardeeren; wij bedoelen de consequentie. U fabriceert zelf en schakelt dus nu ook de fabrikanten uit. U gaat zelf produceeren en maakt u zooveel mogelijk los van de ge meenschap. Een staat in den staat. Er man keert echter nog één ding aan: u belet wel zooveel mogelijk, dat de gemeenschap aan u verdient, maar u zult niet beletten, dat uw leden hun inkomsten verwerven bij de ge meenschap. Als uw eergevoel u daartoe kon brengen, waart u Inderdaad heelemaal con sequent. U verwijt ons, dat wij ook coöpereeren en u hebt groot gelijk. Niet 2 maar 4 kruideniers- vereeniglngen zijn bij de Middenstands-actie aangesloten. Het feit dat u het ons verwijt, verheugt ons, want het houdt in, dat u het afkeurt. U vindt het blijkbaar ook verkeerd, dat gros siers enz. schade lijden, al bent u niet sen timenteel. Nu moeten wij even opmerken, dat hetgeen verdedigbaar is in zaken, waarin de menschen hun brood moeten verdienen, nog niet is goed te praten voor particulieren. En particulieren waart u, zijt u en zult u altijd blij ven, al wordt uw organisatie nog zoo groot. Wij coöpereeren inderdaad, uit noodzaak. Wij helpen elkaar, de grooten de kleinen, de klei nen de grooten. Door samen koopen, is het mogelijk tegen uiterste prijzen te koopen. En dat is voor ons noodzakelijk, om zelfbehoud. U weet dat heel goed! De verbruikscoöperaties groeiden in aantal en in omvang. De grootbedrijven kwamen hoe langer hoe meer opzetten. Wij moesten ons verdedigen en grepen eindelijk naar het wapen, dat de verbruiks coöperatie al tientallen jaren had gehanteerd. Wilt u het ons verwijten: ga uw gang. Maar het verwijt valt goeddeels op u zelf terug. Wij zijn werkelijk voor de verdediging van ons bestaan en van onze gezinnen ertoe ge dwongen. Met leden van verbruikscoöperaties van af Eigen Hulp tot Eendracht, staat dat toch wel anders. U werpt de kwestie op van „het nuttig zijn van de Middenstand", en meent blijkbaar met professor Diepenhorst, dat de Middenstand wel verdwijnen kan, Dit is werkelijk niet sen timenteel gedacht. Het blijven bestaan van de Middenstandsbedrijven ln zoo groote getale zooals u zelf beweert, en bij de moordende concurrentie van Grootbedrijven, Warenhui zen en Verbruikscoöperaties, moet dunkt ons toch wel, zelfs bij de domsten de gedachte doen rijzen, dat het middenstandsbedrijf diensten presteert. Wij zullen niet vragen, welke diensten u aan de gemeenschap be wijst. Maar wel kunnen wij aanvoeren, dat tientallen van professoren de noodzakelijk heid en het groote nut van den Middenstand erkennen. Onbegrijpelijk, dat een man ais Pi-of. Diepenhorst de economis. dus de ma terie, hooger stelt dan de mensch. Maar aan genomen. dat het zoo is, dan mogen wij toch wel de vraag stellen, wat precies de bedoeling is van deze professorale uitspraak. Moeten de personen verdwijnen of enkel maar de be drijven? De personen te laten verewijnen, kan dunkt ons, toch ook uw bedoeling niet zijn, al doet u liever niet aan sentimentaliteit. Dat de zaken verdwijnen, vindt u niet erg en zou u zelfs toejuichen. Een stad met enkele kazernegebouwen lijkt u zelfs aantrekkelijker dan een stad met kleurige, fleurige winkels en allerlei Middenstandsbedrijven. Uit beleefd heid willen wij veronderstellen, dat ons be grip hier niet volkomen toereikend is. Maar dat alles daargelaten: waar wilt u met de personen naar toe, die nu in het Midden standsbedrijf onderdak zijn? Wij willen een andere vraag stellen: „Waar wilt u heen met het groote aantal werkloozen? Zijn zij nut tig?" De vraag is niet sentimenteel, maar hard, wij weten het. Wij hebben dan ook diep medelijden met hen en zouden graag alles willen doen, om ze uit die ellende te verlossen. Maar nog eens „Zijn ze nuttig?" En moeten ze verdwijnen? En wilt u dit leger nog aanvullen met alle Middenstanders? „Kunt u de zaak niet fatsoenlijker verdedi gen?" Aan bewuste en gewilde haat tegen uw medemenschen willen wij en kunnen wij niet denken. Maar dat u met uw verbruikscoöpe ratie. hoe goed dan ook bedoeld misschien, op den verkeerden weg zijt, is voor ons klaar als de dag. Als u een goed en nuttig lid wilt zijn van de groote gemeenschap, en sociaal denkt en voelt, kunt u geen verbruikscoöperatie voor staan. Met dank voor de plaatsing, VERBENIGING MIDDENSTANDS ACTIE (waarbij aangesloten Kruideniersver. Ons Belang, Door Eendracht Sterk, D.EJVL, Haarl. Inkoopcombinatie. H. I. C., Haarlemsche Inkoopver. H. I. V., Nederlandsche Banketbakkersvereen., R.K. Banketbakkersvereeniging). leeren brengt moeilijkheden, be halve het leeren van ESPERANTO volgens de directe methode vai Dr. Edm. Privat. Volgt daarom den cursus^ welke de Neu'.r. Esp. Ver. begint op Donderdag, ill Oct. a.s. in gebouw Parklaan 21. Aanv, uur. Toeg. Ie les vrij. Prijs cur sus (6 maanden) 5.desgew term. per 1 Nov., v. g. g. v., bek. m, koken. Raadhuisplein 23, Heemst, R.K. Werkster te Heemstede. 3 a 4 ochtenden p, wk., zelfst. k. werken, v. g. g. v, Br, no. 3543 bur. van dit blad Ner 1 Nov. of December gevr. NET FL. MEISJE d. en n„ zelfst. werken en ta feldienen. Kat. en zw. dr. leeft,, pl.m. 25 j. Aanm. Hazepaters- laan 5 Gevr. voor afd. speelgoederen bekw. vakkundige hulpverkoop sters. Aanb. 's avonds tusschen 7 en 8 uur Vroom en Dreesmann, ingang portier Spaarne. Harm.muz.ver. Apollo vraagt DIRIGENT Rep. Donderdag. Brieven m. vgrl. laris secr. Harmenjansweg 100. Winkelhuizen In de Gen. Crnnjé- strant. Verseh. prijzen. Te bevr.: Atjehstrnat 93. ADVERTEEREN HEEFT SUCCES REIZIGER GEVRAAGD. Haarlem en Qmstr., ingevoerd bij H.H. Kruideniers, Slagers, Comestibleszaken, Chocolaterieën. Provisiebasis. Brieven met refer, ond. nr. 3546 aan het Bureau van dit Blad. zoo'n gevoel, alsof er in Uw hoofd van alles ge beurt, maar waardoor Gij niet meer kunt denken, niet meer kunt werken en alleen maar naar rust en stilte verlangt, zelfs die ellendige hoofdpijn kunt Ge, als Ge wilt, in een kwartiertje kwijt zijn. Neem een "AKKERTJE", de gelukkige vinding van Apotheker Dumont, en desnoods na een kwartiertje nog een. Den verderen dag zult Ge U frisch en opgewekt gevoelen, beter dan ooit tot werken in staat. "AKKERTJES" zijn onschadelijk en ver drijven verrassend snel pijnen, in velerlei vorm. Volgens recept van Apotheker Dumont "AKKER. CACHETS C 'iituktf* fitmn fa's] i/KMf S3 tSStx frkrygiw bjj Apat#ktrs en Qmi/stïnJ

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1935 | | pagina 3