Quaker
Havermout
QUAKER
MAAKTE
HET EERSTE
HAVERMOUT
RADIO-TOONEEL IN
NEDERLAND.
WOENSD'X'G 30 OCTOBER' T935
HXXKEEM'S D'A'GEE'AD'
8
STADSNIEUWS
De kwesties bij de Coöperaties
„Vooruitgang" en „De
Eendracht".
Voor een groot deel door de uitspraak van
een scheidsgerecht opgelost.
Het hoofdbestuur van den Alg. Ned. Bond
van arbeiders in het Bakkers, Cacao- en
Suikerbewerkingsbedrijf schrijft ons:
De kwesties, welke tusschen de besturen
van de coöperaties „Vooruitgang" en „De
Eendracht" en die der vakvereenigingen wa
ren ontstaan, dateeren van Maart 1935, toen
de coöperatiebesturen de loonen van de ar
beiders (opnieuw) met pl.m. 6 procent wilden
verlagen.
De arbeidersorganisaties wezen deze verla
ging af, waarna een voorstel werd gedaan om
met ingang van Juli 1935 de loonen met pl.m.
3 procent te verminderen.
Intusschen was door het bestuur van de
coöperatie „Vooruitgang" besloten, op den
eersten Mei-dag te laten werken in tegenstel
ling tot het vrij-af-zijn op dien dag sedert
vele jaren. Bedoelde beslissing van het be
stuur dezer coöperatie werd genomen zonder
daaromtrent met het bestuur van den Alge-
meenen Bond, waarin de arbeiders, bij Voor
uitgang werkzaam, zijn georganiseerd, over
leg te plegen.
Toen dan ook op zeer korten termijn aan
de desbetreffende arbeiders ook weer met
voorbij-gaan van hun vakbond werd me
degedeeld, dat op den 1-Meidag gewerkt zou
worden, besloten zij, dezen dag niet te zullen
arbeiden.
Hoewel den vakbond niet officieel werd
medegedeeld, dat het coöperatiebestuur een
ernstige fout erkende, is toch wel uit een
verslag van de ledenraadsvergadering dier
coöperatie gebleken, dat het te dezen aanzien
niet vrij uitging:
In de ledenraadsvergadering, welke onlangs
plaats vond, is besloten, dat op den 1-Mei-dag
wanneer deze niet op Maandag of Zaterdag
valt, niet zal worden gewerkt.... gelijk dit
sedert vele jaren gewoonte was.
De hierboven bedoelde, door de besturen
der coöperaties aangekondigde, loonsverla
ging. werd aan het oordeel van een scheidsge
recht onderworpen. De samenstelling hier
van was:
1. de heer A. van Geuns te Groningen, lid
van Gedeputeerde Staten en voorzitter der
coöperatie ..De Toekomst" aldaar;
2. Th. Brieaé, directeur der coöperatie
„Vooruitgang" te Rotterdam, en
3. J. W. de Vries, secretaris van de Neder-
landsche Vereeniging van Fabrieksarbeiders
te Amsterdam.
De uitspraak van dit scheidsgerecht geeft,
blijkens een waardeering in de kostenverdee-
ling. 2/3 veroordeeling der coöperaties en 1/3
der vakvereenigingen. De 1/3 veroordeeling is
evenwel voor de vakvereenigingen veel ge
makkelijker te dragen dan de 2/3 voor de
coöperaties, doordat de loonen van alle vol
wassen arbeiders onaangetast moeten blij
ven en alleen die der jeugdige krachten eeni-
ge verlaging mogen ondergaan.
Bovendien zijn de overwegingen, waarop de
uitspraak steunt, van groote beteekenis.
De volledige tekst van dit deel van het von
nis luidt als volgt:
1. het dcor de coöperatie-besturen tegen
over de vakorganisaties ingenomen stand
punt, dat mede op grond van de uitspraak
van het scheidsgerecht van 1934 (bij meerder
heid van stemmen genomen) „dat de bedrijfs-
uitkomsten niet in het geding gebracht kun
nen worden", niet door het scheidsgerecht
van nu kan worden aanvaard; allereerst niet,
omdat in de motiveering van de coöperatie-
besturen zelve thans dit argument wordt
aangehaald o.a. handhaving dividend en
concurrentie-mogeüjkheid, doch al ware dit
niet geschied ook dan nog als algemeen gel
dend mag worden vastgesteld, dat de be-
drijfsuitkomsten wel degelijk mede in het ge
ding mogen en moeten worden gebracht bij
de bepaling van de arbeidsvoorwaarden, het
welk dan ook geregeld gebeurt carton -
industrie, steenindustrie, landbouwbedrijf,
suikerfabricage, om maar enkele van de be
langrijkste en meest recente te noemen) (bij
meerderheid van stemmen.)
2e. Het in art. 3 van het Mantelcontract ge
noemde:
„Bij de vaststelling van loon en
arbeidstijd zal rekening dienen te
worden gehouden met de loonen en
arbeidstijden, welke gelden ter verge
lijkbare plaatselijke bedrijven, enz."
laat zoowel ruimte voor het standpunt van
de coöperatiebesturen. dat dus automatisch
de loonen in het particuliere bedrijf voortdu
rend op den voet moet worden gevolgd, als
voor dat der vakvereenigingen, dat een ver
schil van enkele guldens toelaatbaar is:
immers, in artikel 3 wordt uitsluitend ge
sproken van „rekening dient te worden ge
houden met" zonder dat een en ander nader
is begrensd geworden, waaruit moet worden
geconcludeerd, dat de bepaling, inhoeverrc
„rekening dient te worden gehouden" ver
schillende factoren in het geding kunnen
worden gebracht, zooals bijv. concurrentie-
mogeüjkheid, de loonen in het particuliere
bedrijf, bedrijfsuitkomsten, algemeen finan-
cieele positie, sociale taak e.d. (bij meerder
heid van stemmen).
3e. de coöperaties te Haarlem verkeeren
door de toegevoegde bepaling, dat loonher-
zienir.g om de 3 maanden mogelijk maakt, in
een positie, welke afwijkt van die in vele
coöperaties en in tallooze particuliere bedrij
ven geldende waar in den regel collectieve
overeenkomsten worden afgesloten voor 1
jaar, alleen in bijzondere omstandigheden
voor korteren tijd en slechts in zeer precaire
verhoudingen voor 3 maanden;
van dergelijke bijzondere omstandigheden
c.q. zeer precaire verhoudingen is het scheids
gerecht bij de coöperaties te Haarlem niet
gebleken.
naar de meening van het scheidsgerecht
moeten de verhoudingen te Haarlem in verge
lijking met die in andere plaatsen normaal
worden genoemd;
mogelijkheid tot loonherziening om de 3
maanden schept voor het personeel daardoor
in de verhoudingen tusschen partijen een
onzekerheid, welke op de samenwerking en de
saamhoorigheid, die in de coöperatieve be
weging eisch zijn, belemmerend kan werken;
4e. het scheidsgerecht heeft bij vergelijking
der verkoopprijzen in beide coöperaties aan
gehouden en die. welke te Haarlem voor de
producten worden bedongen in enkele grootere
particuliere bedrijven, niet den indruk ge
kregen, dat de coöperaties thans onvoldoende
tegen deze laatste bedrijven kunnen concur-
reeren;
Dof Js ruim een halve eeuw geleden!
Sindsdien is het steeds beter, en steeds
lekkerder geworden. Thans maakt Quaker, die de
grootste ervaring heeft, zijn wereldbekend havermout
ook in Nederland. Nu kost 't slechts 22'h ctper ponds-
pak netto 500 gram). Proef het en vergelijk den smaak,
Quaker was er het eerste en bleef het beste.
QUAKER OATS GRAANPRODUCTEN N.V Rotter dn m
(Adv. Ingez. Med.)
5e. wel is waar hebben de coöperaties meer
sociale las{>en te dragen dan de particuliere
bedrijven, doch daartegenover mag ook wor
den aangevoerd, dat de bedrijfsinrichting en
zeker met name de distributie bij de coöpe
raties meer economisch kan worden geregeld;
6. voorts laten de bedrijfsinkomsten, welke
ter beschikking staan (van „De Eendracht"
t.m. 1934, van de „Vooruitgang" t.m. 2 Maart
1935) bij geen van beide coöperaties een terug
gang zien. voor wat betreft den verkoop, noch
een stijging van de loonen;
7e. door een en ander is een verlaging der
loonen met 1 per week voor de volwassenen
voor het scheidsgerecht niet aannemelijk ge
maakt (bij meerderheid van stemmen);
3e. naar de meening van het scheidsge
recht hebben de loonen van het jeugdige per
soneel, ongeacht alle vorengenoemde over
wegingen, een zoodanige hoogte, dat op alge
meen maatschappelijke motieven de door de
coöperatie-besturen voorgestelde regelingen
hiervoor niet afgewezen kunnen worden (bij
meerderheid van stemmen).
Concludeerende beslist het scheidsgerecht:
Van den dag af, waarop de in 1934 laatste
lijk overeengekomen loonregeling werd ver
broken, tot minstens 31 December 1935, zullen
de volgende loonen worden betaald:
le. Voor het volwassen personeel de loonen,
welke volgens de bovenbedoelde loonregeling
van 1934 waren vastgesteld, n.l.:
Mr. Bakker 43; 2e Mr. Bakker 37; le Ove-
nist 36: 2e Ovenist 34.50; le Deegmaker
f 35; Hulpdeegmaker 34: Bankwerker en
Banketbakker 33; Bezorger vollen dienst
32.
2e. Voor de jongens en meisjes de loonen,
door de coöperatie-besturen bij schijven aan
den Coöperatie-Raad dd. 17 Augustus voor
gesteld, n.l.:
Jongens 17 jaar 9.50; 18 jaar 12.75;
19 jaar 16: 20 jaar 19.25; 21 jaar 22.25;
22 jaar 25.75; 23 jaar het loon, dat voor vol
wassenen is bepaald of eenige functie mee
brengt.
Meisjes 15 jaar 5.35; 16 jaar; 6.75; 17
jaar 8.25: 18 jaar 9.50; 19 jaar 12; 20
jaar 14.50; en voorts voor elk jaar ouder een
gulden meer tot het maximum van 19 is be
reikt.
Er bleven, naast de loongeschillen, nog
eenige punten ter afdoening tusschen de be
sturen der coöperaties en die der vakvereeni
gingen over. Daaromtrent wordt nu ook over
leg gepleegd, waarbij de vertegenwoordigers
van de vakorganisaties als hun oordeel te
kennen gaven, er niet het minste bezwaar
tegen te mogen maken dat de coöperaties
dezelfde arbeidersvoorwaarden wenschen te
laten gelden, maar daarvan de arbeiders in
één van de beide coöperaties dan niet de dupe
mogen zijn.
ORGELBESPELING.
Orgelbespeling in de Groote- of St. Bavo
Kerk te Haarlem op Donderdag 31 October des
namiddags van 3—4 uur door den heer George
Robert. Het volgende programma wordt ten
gehoore gebracht:
l. Prélude et Fugue C majeur C. Saint-Saëns
2a. Benedictus L. Couperin
b. Flütes
c. Trio uit Suite du deuxième ton.
L. N. Cléramboult
3. Fantaisle C majeur C. Franck
4. Prélude et Fughette H. Andriessen
5. Pastorale Roges-Ducasse
6. Ein feste Burg ist unser Gott J. S. Bach
Gezelschap Maurice Rostand.
Schoolvoorstelling te Haarlem.
De bekende dichter Maurice Rostand zal
met zijn gezelschap op Zaterdagmiddag 2
November a.s. in den Stadsschouwburg te
Haarlem een schoolvoorstelling geven, waarbij
ter opvoering zal komen l'Homme que j'ai
tué", tooneelstuk in 3 bedrijven en een pro
loog, naar den gelijknamigen roman van
Maurice Rostand verder zullen door de eer
ste krachten van het gezelschap nog een aan
tal klassieke poëzie-werken worden voor
gedragen.
Aan den inhoud van „1' Homme que j'ai tué"
ontleenen wij het volgende: „Een jong
Fransch soldaat heeft in 1915 een Duitschen
soldaat van zijn leeftijd bij een toevallige
ontmoeting gedood. Diens laatste smartelijke
blik heeft diepen indruk op hem gemaakt.
Uit het identiteitsbewijs blijkt, dat de naam
van den overledene Hermann von Hölderiin
is. Na den oorlog gaat de Franschman. door
berouw gekweld, de' familie van Hermann in
Duitschland bezoeken.
Door zijn .ontroering houdt men hem voor
een vriend van Hermann, die den doode
tijdens diens verblijf in Frankrijk gekend
zou hebben. De Franschman durft de familie
van den gestorvene niet te ontgoochelen en
dank zij deze dwaling leert hij langzamer
hand. door het lezen van de brieven, die de
moeder van Hermann hem toevertrouwt be
grijpen, dat de doode een man was zooals
hij, een verwante ziel.
Dansacademie
G. Martin Zonen.
Jubileumreceptie.
Ter gelegenheid van het 60-jarig bestaan
der Dansacademie J. G. Martin en Zonen
hielden de gebroeders Martin Dinsdagmiddag
in de zoo keurig ingerichte en met een schat
van bloemen prijkende zalen van hun inrich
ting in de Schagchelstraat, een receptie. Tal
van vrienden, oud-leerlingen en leerlingen der
Academie, kwamen hun opwachting maken.
Onder de vele bezoekers merkten wij op de
wethouders, de heeren A. G. Boes en W. van
Liemt. Voorts de heeren H. D. Tjeenk Willink,
J. C. en J. L. Tadema, J. de Breuk, M. A. Rei-
nalda, J. Brinkmann, M. Lugt (namens het
bestuur van het Doopsgezind Weeshuis), Ph.
A. Deinum. J. B. Uges, Jac. van Maris, W. J.
van Bilderbeek en namens de Haarlemsche
Brandweer de heeren C. J. van den Broek, G.
Spaan, H. Daudeij, B. J. van Liemt en J. H. C.
van Ruijven.
De heer van Erp, dansleeraar te 's-Graven-
hage, gaf uiting aan zijn gevoelens van ach
ting en vriendschap voor de familie Martin en
bood den jubilarissen op dezen feestdag, die,
naar spr. zeide, ook een „broederdag" mocht
genoemd worden, een groote fraaie zonneklok
aan ter plaatsing in een der zalen. Spr. wijdde
ook woorden van warme waardeering aan den
stichter der firma, wijlen J. G. Martin, van
wien een groot portret in de receptiezaal ge
plaatst was.
Een deputatie van leerlingen van de dans
club 1935 1936 kwam ter receptie en bood den
heeren Martin een electrische klok aan, met
een album, bevattende de namen der gevers.
De heer J. S. Kemp voerde hierbij het woord
en prees de gezelligheid en den prettigen geest,
die steeds gedurende de lessen der heeren
Martin heerschen.
Onder de talrijke bloemstukken was er een
van de Ned. Vereeniging tot Bevordering der
Danskunst, waarvan de heer S. Martin presi
dent is.
Bij de vele schriftelijke bewijzen van belang
stelling was een hartelijke brief met geluk-
wenschen van den burgemeester, den heer C.
Maarschalk, die gaarne persoonlijk zou ge
komen zijn, doch door ambtsbezigheden ver
hinderd was.
REVUE „ZOEK HET ZELF MAAR UIT!"
Zondag 3 en Maandag 4 November a.s. zal
door het Haarl. Cabaret- en Revuegezelschap
in den Schouwburg aan den Jansweg de pre
mière gegeven worden van Van Delden's
nieuwste revue: „Zoek het zelf maar uit!"
Medewerkenden zijn: Henk Smal. Jopie Keizer,
„Johnny", Joop Wikke, „The Footlight Girls"
e.a. Bovendien zal een Hawaï- en een fantasie-
dans uitgevoerd worden door 16 dames. De
dansen zijn ingestudeerd door J. L. v. Duin;
het revueorkest staat onder leiding van F.
Roozendaal. De algeheele leiding berust bij
den auteur Mart. v. Delden.
Dinsdag 5 November zal een extra-voorstel
ling worden gegeven voor de werkloozen.
FAILLISSEMENTEN.
Faillissementen, uitgesproken door de Ar-
rondissements-Rechtbank te Haarlem op
Dinsdag 29 October 1935.
1. C. H. Neuhaus, stucadoor, wonende te Wor-
merveer, Javastraat 19. Curatrice: Mej. Mr.
M. J. Kluitman te Haarlem.
2. Na afwijzing van aangevraagde surséance
van betaling is failliet verklaard: Jos. Mathot,
boekdrukker, wonende te Haarlem-Noord,
Rijksstraatweg 93. Curator Mr. F. A. Davidson
te Haarlem.
Rechter-Commissaris in deze faillissemen
ten is; Mr. M. A. van Rijn van Alkemade te
Haarlem.
Opgeheven zijn de navolgende faillissemen
ten wegens gebrek aan actief:
1. J. P. Schelvisch, aannemer, wonende te
Beverwijk. Curator: Mr. W. G. J. Veenhoven
te Haarlem.
2. L. Heslenfeld. thans wonende te Overveen,
Julianalaan 50. Curator: Mr. L. J. Venhuizen
te Haarlem.
3. J. J. Kanneworff. veehouder, wonende te
Oostzaan. Curator: Mr. H. H. Riepma te Edam.
4. A. Beusenberg, groentenhandelaar, wo
nende te IJmuiden-Oost, Frans Naerebout-
straat 17. Curator: Mr. A. W. Hellema te Haar
lem.
5. De nalatenschap van wijlen A. C. Vree
ken, weduwe van Noorda, gewoond hebbende
te Haarlem. Curator: Mr. M. van Toulon van
der Koog te Haarlem.
6. A. Huiskamp, handelaar in manufacturen,
wonende te Heemstede, Binnenweg.
Curator; Mr. Silvain Groen te Haarlem.
Geëindigd zijn de navolgende faillissemen
ten wegens het verbindend worden der eenige
uitdeelingsüjst van:
1. C. Koeman, kaashandelaar, wonende te
Zaandam, Westzijde 283. Curator: Mr. J.
Lieuwen te Purmerend.
2. Willem Houtkooper, bouwondernemer,
vroeger wonende te Heemstede. Curator: Mr.
Silvain Groen te Haarlem.
Bijeenkomst Jonge Liberalen.
De afdeeling Haarlem van den Bond van
Jonge Liberalen hield Dinsdagavond in Café
Restaurant ,,'t Bolwerk" een bijeenkomst,
die gepresideerd werd door Mr. A. C. F. Hen-
drickse. Deze sprak een woord van welkom.
Hij vestigde er de aandacht op, dat een
zelfstandig oordeel tegenwoordig vrijwel zoek
is. Daarvoor in de plaats komt een massa
suggestie. Het liberalisme acht spreker den
besten waarborg voor de zedelijke en maat
schappelijke ontwikkeling van den mensch.
Alleen hij is werkeiijk vrij, die de vrijheid van
anderen weet te eerbiedigen.
Daarna gaf de Voorzitter het woord aan
den heer B. Gobits uit Amsterdam, die een
rede hield over het onderwerp: „Het Ita-
liaansch-Abessynisch conflict". Hij schetste
eerst wat hij drie maanden geleden bij een
reis door het noorden van Italië gezien en
ondervonden had. Hij zag daar heel jonge
soldaatjes, kinderen nog, in uniform door de
straten marcheeren.
In Milaan zag hij jonge soldaten in volle
wapenrusting naar Abessynië vertrekken, uit
geleide gedaan door weenende vrouwelijke
familieleden. En toen hij op dienzelfden
avond in zijn hotel was, werd hij getroffen
door de wijze waarop de Italiaansche bladen
het vertrek van deze soldaten hadden be
schreven. Met vette letters werd meegedeeld,
dat er een donderende geestdrift in de straten
heerschte. Van die uitbundigheid had hij
echter niet veel gemerkt. In Italië kijkt men
donkerder en somberder uit de oogen. dan ge
woonlijk. De vader vertrouwt zijn zoon niet
meer. Niemand vertrouwt een ander. Er is
een sfeer van onrust, die de vrije Nederlanders
niet kunnen benaderen. Dat is de sfeer van
een land met een dictatuur. Italië heeft ver
dragsschennis gepleegd en de Volkenbond
heeft niet geaarzeld te zeggen dat art. 16 van
het Volkenbondspact op Italië moet worden
toegepast. Dat Volkenbondspact zit thans
velen dwars, ook in ons land. Spreker oefende
daarbij critiek op -de N.S.B. en haar leider
ir. Mussert, die gezegd heeft: „geen man en
geen cent".
In deze dagen blijkt steeds meer de groote
waarde van de liberale beginselen. De N. S
B.'ers klagen er over, dat hun vrijheden in
ons land zoo worden aangetast. Maar hoe
zou het met onze vrijheden staan, vroeg
spreker, als de N.S.B. de macht in handen
had? In Italië kent men de vrijheden niet, die
de Nederlanders bezitten. In Italië mogen bij
voorbeeld alleen de fascistische organisaties
vergaderen. In den Volkenbond is iets schoons
geboren, waaruit iets goeds te voorschijn kan
komen. Italië, den aanvaller, moet de keel
dichtgeknepen worden, om het arme Abes
synië aan zijn greep te ontrukken. De libe
ralen moeten zich verheugen over den geest,
die thans in Genève naar voren komt. Ook
bij de communisten is de geestesverandering
in deze dagen kenmerkend, sinds Litwinoff
Sovjet-Rusland in den Volkenbond vertegen
woordigt.
Met eenige propagandistische woorden tot
de jonge liberalen, waarbij hij op het mooie
voorbeeld van wijlen Mr. Dresselhuys wees,
eindigde de heer Gobits zijn met applaus
beloonde rede.
De Voorzitter bracht hem in hartelijke be
woordingen dank.
DE TENTOONSTELLING VOOR „HET NIEUW
SCHOUWTOONEEL".
Hét werkcomité van de tentoonstelling, die
ten bate van de loterij van. „Het Nieuw
Sehouwfcooneel" te Haarlem is georganiseerd,
deelt mede, dat op den sluitingsdag van deze
tentoonstelling in het Frans Hals Museum,
Donderdag 31 October, aan iederen tienden
bezoeker een exemplaar zal worden uitgereikt
van de vertaling door Dr. Willem Royaards van
het tooneelstuk „Jonkvrouwe de la Seigltère".
Ongetwijfeld zal dit het bezoek aan deze inte
ressante tentoonstelling stimuleeren.
Kleuterzorg in Haarlem-
Noord.
Het eerste halfjaar van de Crèche.
De stichting Kinderbewaarplaats Haar
lem-Noord heeft Dinsdag een algemeene le
denvergadering gehouden in hotel „Lion
d'Or", waarin verslag werd uitgebracht over
het eerste halfjaar van haar bestaan.
Met voldoening werd geconstateerd, dat
gebleken is, dat werkelijk in een groote be
hoefte is voorzien. Het aantal kinderen dat
bij de opening 12 bedroeg, is nu reeds aan
gegroeid tot een gemiddelde van 75 per dag.
De verzorging hiervan eischt heel wat over
leg en het bestuur heeft in dit eerste half
jaar de handen voi gehad, om voortdurend
de benoodigde meubels, eetgerei, rustbedjes,
lakens, enz. te verschaffen, en te zorgen, dat
er genoeg helpsters kwamen om op al die
kleuters te passen.
Dank zij de geheel belanglooze hulp van
een onzer Haarlemsche kinderartsen, mevr.
Dr. Mazée, werd de hygiënische zijde der in
richting voortreffelijk verzorgd. De crèche
verheugt zich in veler sympathie, hetgeen
bleek uit de samenwerking in vele gevallen
met verschillende huisartsen, wijkzusters,
Gem. Geneesk. Dienst, Maatschappelijk
Hulpbetoon, enz.
De leidsters hebben door huisbezoek aan
de gezinnen, waaruit kinderen geplaatst wer
den, de noodzakelijkheid van opneming en
de geldelijke draagkracht der ouders gecon
troleerd.
Nu door het Gemeentebestuur overwogen
wordt, het Haarlemsch Kinderhuis op te
heffen, werd ook hier ernstig gewezen op de
gevaren, die ontstaan, wanneer kinderen,
zonder controle, aan particuliere hulp wor
den overgelaten. De Nederl. Vereeniging voor
Armenzorg en Weldadigheid heeft in 1934
een uitvoerig rapport uitgebracht over de
enquête, in samenwerking met den Ned. Bond
voor Kinderbescherming, ingesteld, over on
gecontroleerde kindertehuizen. Hieruit blijkt
dat te Haarlem geen bijzonder toezicht op
kindertehuizen bestaat.
Er valt dus op dit gebied in Haarlem nog
wel iets te verbeteren. Een nauwe samen
werking tusschen Gemeentebestuur en parti
culiere instellingen is noodig. Een overhaaste
opheffing brengt geen gezondenen toestand.
In deze crèche is gestreefd om te voldoen
aan 'alle eischen, gesteld door het Nederl.
Comité voor Kleuterzorg, en aan die welke
zijn samengevat in het bovengenoemde ver
slag van de controle-commissie uit verschil
lende steden. Daarbij streeft men naar een
voud en zuinigheid, zoodat niets te veel
wordt uitgegeven en goedkooper gewerkt
wordt dan in de meeste andere inrichtingen.
Na een langdurige bespreking over de mo
gelijkheid om meer bekendheid te geven aan
het werk en om contribuanten te winnen,
sloot de presidente mevrouw C. S. de Veer-
Blok Wybrandi de vergadering.
Een gesprek met den heer
Kommer Kleijn.
De voordracht, die de heer Laurence Gil
liam, regisseur bij de B. B. C„ voor de English
Association heeft gehouden over het radio
tooneel, vormde de aanleiding tot een gesprek,
dat wij hadden met een Nederlandschen des
kundige op dit gebied, den heer Kommer
Kleijn. Ons onderhoud betrof, gelijk welhaast
vanzelf spreekt, in de eerste plaats de belang
rijke taak, die de factor „geluid" bij het radio-
tooneel te vervullen heeft.
Het geluid en de geluidseffecten zijn daar
om van zoo groot belang, omdat zij immers
het visueele element, dat het aetherdrama
mist, moeten vervangen. De karakteristieke
klanken bijvoorbeeld van straatlawaai, van
motorengeronk en treinengedaver, die de il
lusie van den luisteraar zoozeer versterken,
vormen een essentieel onderdeel van het hoor
spel. Een prachtig middel biedt het geluid
voor het bereiken van overgangen en accen-
tueeren van bepaalde situaties of beschrij
vingen. De heer Kleijn herinnerde in dit ver
band o.a. aan het begin van het voor de
A. V. R. O. opgevoerde stuk „De drie Musket-
tiers": het geluid van paardenhoeven nadert
uit de verte, muziek deint met het hoefgetrap
pel rhythmisch op en neer, de draf gaat over
in stapvoetschen gang. de muziek verdwijnt, 't
stappen van het paard wordt duidelijker en
ineens heeft het zich, zonder merkbaren over
gang tot het kloppen op een poort vervormd
een zware stem roept: „Is daar iemand.
Een dergelijk suggestief geluidstooneeltje mist
zijn uitwerking niet in de fantasie van den
luisteraar. Die overgangen maken het moge
lijk een onbeperkt aantal tafereelen aan sen
te rijgen en in dit opzicht heeft het radiotoo-
neel een aanzienlijken voorsprong op de
„Bühnen", waar men nu eenmaal niet ab li
bitum met de decorwisselingen kan om
springen.
Wat de weergave der verschillende geluids
effecten betreft zeide de heer Kleijn, dat dit
vraagstuk vereenvoudigd is, sinds er gra-
mofoonplaten bestaan met klanken en gelui
den van allerlei aard. Applaus, kabaal, dieren
geluiden, geronk van scheepsmotoren, of elec-
tromotoren, van auto's met vier en van auto's
met zes cylindersdat alles is natuurge
trouw op de ebonieten schijf vastgelegd en
staat den regisseur ten dienste. In den „goeden
ouden tijd" ging dat wel eenigszins anders.
Dan had zich bijvoorbeeld bij de een of andere
idylle op het water naast de microfoon iemand
opgesteld, die tot taak had het onmisbaar ge-
kabbel der golfjes te imiteeren en derhalve
met de handen den inhoud van een bak water
in beroering moest brengen. Later is men tot
de conclusie gekomen, dat in vele ge
vallen de origineele weergave van een geluid
niet de illusie van dat geluid vermocht te wek
ken. De heer Kleijn noemde als voorbeeld de
branding van de zee. Wanneer deze in „le
venden lijve" op de plaat wordt gebracht en
voor de microfoon wordt afgedraaid, zullen
vermoedelijk weinigen beseffen, wat ze hoo-
ren. In een filmjournaal accepteert men het
geluid van de branding, omdat het beeld ge
lijktijdig op het doek verschijnt, maar sluit
eens de oogen bij zoo'n tafereel en ge zult op
merken, dat er veel van uw voorstellingsver
mogen gevergd wordt om uit de klanken al
leen het vermaarde lied van de zee te recon-
strueeren. Die branding nu heeft men op ver
rassende wijze weten te produceeren met be
hulp van een zeer nuchter, huishoudelijk voor
werp, n.l. een stuk schuurpapierMet
soortgelijke middelen is men er in geslaagd de
nauwkeurige weergave van vel^ andere gelui
den te bereiken. Natuurlijk bestaan er nog al
tijd klanken of combinaties van klanken, die
niet op de plaat zijn vastgelegd en daarom
speciaal „gecreëerd" moeten worden. Zoo ver-
eischte een radiospel van de A.V.R.O. eens een
treinbotsing. Het geluid van een voorbijsnel
lenden trein was „voorradig", doch de botsing
zelve niet hetgeen begrijpelijk is. Ijverige
proeven leverden het resultaat op, dat een
combinatie van pistoolschoten, een Turksche
trom en het geluid van rinkelende scherven
langs de trap van den geluidskelder een even
schrille als natuurgetrouwe illustratie van het
ongeluk vormde!
In dit verband zij opgemerkt, dat men er in
Engeland gelijk de heer Gilliam mededeel
de inmiddels weer toe over is gegaan na
tuurlijk geluiden in het hoorspel uit te zenden
sinds de vordering der microfoontechniek dit
mogelijk maakt.
Overigens staat de outilleering in de Hil-
versumsehe villa nog een eind achter bij die
van de studio's der B. B. C„ maar als over
een half jaar het nieuwe gebouw van de
A. V. R. O. in gebruik wordt genomen, is men
in het radïatooneel hier de Britten weer een
stuk voor!
Over het optreden voor de microfoon zeide
de heer Kommer Kleijn, dat van de spelers
onvoorwaardelijk acteurstalenten en acteurs-
capaciteiten worden vereischt. De rollen wor
den dan ook niet eenvoudig voorgelezen, maar
wel degelijk gespeeld in de studio, zij het
vrijwel zonder décor en in den regel zonder
ecnig zichtbaar publiek. Het ligt voor de hand
dat er van den radio-acteur een groote dosis
fantasie en concentratievermogen verlangd
-wordt. Het acteeren in het hoorspel is in
het algemeen minder vermoeiend dan op de
werkelijke „planken", daarentegen vergt de
regie meer inspanning. Typisch is wel, dat
de humor voor sommige acteurs in de studio
een moeilijk punt vormt.
De heer Kleijn, die de meeste conclusies en
opmerkingen van den heer Gilliam volkomen
kon onderschrijven, verschilde met zijn Brit-
schen collega van meening, waar deze be
weerde, dat romans niet geschikt zouden zijn
als stof voor radiotooneel. Romans als
„Nachtvlucht". „Tartarin de Tarascon" en
„De drie musketiers" zijn uitstekend bruikbaar
gebleken voor bewerking tot hoorspel. Juist
de romantische sfeer van deze werken leent
zich daartoe bijzonder goed. Verder is komen
vast te staan, dat het radiofeuilletón zich in
een groote schare hoorders mag verheugen.
Dit heeft men o.a. kunnen constateeren door
een controle bij de radiocentrales, waar de
energieafname op het station, dat tooneel uit
zendt, steeds bijzonder groot is. Maar ook
blijkt die waardeering uit berichten en opge
vangen gesprekken over afgezegde afsnraak-
jes, uitgestelde bridge-avondjes en verzette
maaltijden, omdat dien avond het zooveelste
bedrijf van dat-en-dat stuk gegeven wordt..
Het radiovervolgverhaal schijnt voor den om
roep even onmisbaar te worden als het feuil
leton voor de krant.
En dit geldt evenzeer voor de belangstelling
van de jeugd voor het 'radio-kinclerfeuilleton.
De heer Kommer Kleijn is er van overtuigd,
dat er voor het radiotooneel een schoone toe
komst weggelegd is. Zijns inziens is het zelfs
voorbestemd het belangrijks!^ onderdeel der
uitzendingen te worden, omdat niets zoozeer
de aandacht van den luisteraar opeischt als
het hoorspel. Een uitzending van een concert
kan gecombineerd worden met een gesprek
in de huiskamer, maar bij een hoorspel zijn er
maar twee mogelijkheden: öf het wordt af
gezet, öf men luistert in spanning en stilte
toe!