i
V
}-
Holland op z'n best
in Den Haag.
Haarlems Kunstschatten.
WOENSDAG 30 OCTOBER 1935
HAAELE M'S DAGBLAD
3
Zware Ossche misdrijven
worden berecht.
In de zitting1 van a.s. Donderdag.
In de vijfde strafzitting van de Arrondis-
sements-Rechtbank te 's Hertogenbosch,
welke Donderdag 31 October gehouden zai
worden ter berechting van de misdaden der
Ossche bende en haar aanhang, zal o.m. de
gewezen 23-jarige Ossche wielrenner Johan
nes Petrus Ceelen «Den Ceel), die tot nu toe
in verscheidene strafzaken als getuige is op
getreden, terechtstaan voor den door hem op
9 November 1932 onder Berchem bedreven
moord op den caféhouder J. M. C. van der
Pas. op wiens lichaam hij naar de dag
vaarding mededeelt van zeer kort een met
scherp geladen revolver herhaalde malen
heeft afgevuurd, waardoor verscheidene
kogels doeltroffen en het hart werd doorboord
tengevolge waarvan het slachtoffer spoedig
overleed.
Ceelen zal bovendien, tezamen met den
23-jarigen opperman Hendrikus Adrianus
van der Putten, den zeer beruchten 20-jarigen
fabrieksarbeider Petrus Wilhelmus de B. en
den eveneens beruchten 23-jarigen land
bouwer Antonius Johannes Hendriks, bijge
naamd „De Jonge Toon de Soep", terecht
staan terzake van den in den nacht van 20
op 21 Februari 1934 te Uden gepleegden roof
overval in de woning van het echtpaar Bouw
man. Volgens de dagvaarding hebben zij zich
tot deze woning toegang verschaft door in-
klimming door een gat in het dak en door een
gat in een muur, terwijl zij den diefstal van
een geldsbedrag van f 1900 deden voorafgaan
vergezeld gaan en volgen door geweld tegen
den 65-jarigen landbouwer Bouwman en zijn
55-jarige echtgenoote Hendrica Keiler, hierin
bestaand dat zij beiden geslagen, vastgegrepen
en vastgebonden hebben.
De verdachten H. A. der Putten en A. J.
Hendriks zullen zich bovendien te verant
woorden hebben terzake van den in den nacht
van 15 op 16 Mei te Oyen gepleegden roof
overval, in de woning van de gebroeders Ver
hoeven, die verdachten en hun deelgenootèn.
na zich toegang tot die woning verschaft te
hebben door een gesloten raam open te bre
ken en alvorens met een buit van ongeveer
f 150 te verdwijnen, zoodanig o.a. met een
stuk ijzer hebben mishandeld, dat Antoon
Verhoeven is overleden en de thans 62-jarige
Petrus Verhoeven verscheidene bloedende
wonden kreeg.
Voorts zal terechtstaan de thans 45-jarige
verzekeringsagent te Tilburg Theodorus Johan
Leonardus Kooien, uit wiens zondenregister
hem tenlaste is gelegd, dat hij den door het
veirtal van der Putten, Piet de Bie, A. J.
Hendriks (De Jonge Toon de Soep) en J. P.
Ceelen in de woning van den landbouwer
Bouwman te Uden gepleegden roofoverval
opzettelijk heeft uitgelokt door aan Ceelen
mede te deelen, dat bij Bouwman 'n aan
merkelijk geldsbedrag was te stelen en hem
de woning van Bouwman aan te wijzen.
In de tweede plaats is hem tenlastegelegd,
dat hij omstreeks het begin van Maart 1934
in het Arrondissement 's Hertogenbosch op
zettelijk althans terwijl het aan zijn schuld
te wijten was, dat zijn handeling door mis
drijf verkregen geld betrof van Johannes
Petrus Ceelen door diefstal verkregen geld
ten geschenke heeft aangenomen.
Intern. Vrouwenbond voor
Vrede en Vrijheid.
Jaarvergadering van de afd. Nederland.
In de te 's-Gravenhage gehouden jaarlijk-
sche algemeene vergadering van den I. V. V. V.
afd. Nederland, onder leiding van mevrouw
Ramondt Hirschmann, is aangenomen het
voorstel van het hoofdbestuur, luidende: De
Nederlandsche afdeeling van den I. V. V. V.
richte zich tot de Nederlandsche regeering
met het dringend verzoek, aan den Volken
bond het voorstel te doen om de mogelijkheid
te scheppen, de fabricage en den in-, uit- en
doorvoer van chemische preparaten, geschikt
voor oorlogsvoering, op dezelfde wijze te beper
ken en te controleeren als bepaald is voor
opium en verdere verdoovende middelen.
Het voorstel tot het inzamelen van bijdra
gen voor het Jane Addams Internationaal
Vredesfonds door afdeelingen en verspreide
groepen werd eveneens aangenomen, waarbij
werd vastgesteld dat een deel van de gelden
wordt afgedragen voor de internationale pro
paganda.
Besloten werd een protest te richten aan de
Italiaanscne regeering inzake het Italiaansch-
Abessynische conflict.
Aangenomen werd een voorstel om de poli
tieke partijen te verzoeken, in hun partij meer
aandacht te schenken aan de studie van inter
nationale vraagstukken en te bewerken, dat
de voorstellen voor den Volkenbond tevoren
in de parlementen worden behandeld; dat de
gedelegeerden naar den Volkenbond niet al
leen door de regeering. maar mede door het
parlement worden genoemd, en dit voorstel te
brengen op de agenda voor de vergadering
van den Int. Vrouwenbond in het voorjaar
1936.
Aangenomen werd verder o.a. een voorstel
om den internationalen bond in overweging
te geven, de medewerking van de vrouwen van
staatshoofden, leidende personen, in te roepen
in landen waar een gewapend conflict dreigt.
De vergadering verklaarde zich tegen den
wedstrijd, uitgeschreven door het Comité H M.
pantserkruiser de Ruyter voor vervaardiging
van een ontwerp oorlogsschip door drie cate
gorieën der jeugd. Het hoofdbestuur werd op
gedragen. bij genoemd comité tegen den wed
strijd te protesteeren.
Vervolgens besloot de vergadering tot aan
neming van een urgentievoorstel luidende: De
Nederlandsche afdeeling van den I. V. V. V.
doet een beroep op het Nederlandsche volk om
achter de regeering te staan bij de toepassing
van de sancties waartoe in Genève besloten is.
Den Haag werd aangewezen voor den Vrou
wen vredesgang in 1936.
De presidente gewaagde van de wenscheiijK-
heid om het plan, bij het Vredeshuis m den
Haag een centraal vredes-centrum te vestigen,
moreel en materieel te steunen. De benoeming
van een nationaal comité voor internationale
aangelegenheiden beval zij warm aan De be
doeling is dat elke plaatselijke afdeeling een
of meer leden voor dit comité zal benoemen.
Die leden kunnen dan een kern vormen voor
de vorming van een delegatie naar de interna
tionale congressen .De leden der commissie
werden benoemd en zullen voor het eerst m
December bijeenkomen.
Mevrouw van Geuns-Godfried. redactrice
van het bondsorgaan Vrede en Vrijheid, kwam
op voor de belangen van dit blad. Beiiowm
werd met de uitgave van het blad vooii
gaan en het door de afdeelingen zelf te laun
verzenden.
Invloed van Kosmische stralen
op den mensch.
Rede van prof. dr. J. Clay.
Tilanus-medaille uitgereikt.
In de groote gehoorzaal van de gemeente
lijke Universiteit te Amsterdam heeft heden
het Genootschap ter bevordering van Natuur-
Genees- en Heelkunde onder groote belangstel
ling zijn jaarlijksche algemeene vergadering
gehouden, waarin wat de openbare bijeen
komst betrof twee belangrijke punten op de
agenda stonden1 een voordracht van prof. dr.
J. Clay over kosmische stralen en de uitreiking
van de Tilanus-medaille door prof. dr. P. R
Michaël aan dr. Chr. van Gelderen.
In de huishoudelijke vergadering zijn o.m.
nieuwe leden benoemd en heeft de overdracht
plaats gehad van het algemeen-voorzitter
schap aan prof. dr. E, Laqueur.
Na de opening der openbare bijeenkomst
door den algemeen-voorzitter prof. dr. J.
Boeke, werd aan prof. Clay het woord gegeven
voor het houden van zijn belangwekkende
voordracht, waarin hij een uiteenzetting gaf
van zijn onderzoekingen aangaande de kosmi
sche straling, resultaten van de expedities
naar Noorwegen en Zuid-Amerika.
Spreker ving aan met een korte inleiding
te geven, waarin hij naging, welke eigen
schappen de straling heeft, hoe ze ontdekt
is en hoe ze, met behulp van ionisatiekamers
en Geigerteller gemeten wordt.
Door deze metingen weten wij thans vrijwel
zeker, dat de primaire stralen die de aard
atmosfeer binnendringen, alle korpusculair
zijn. De minimumwaarde voor de energie die
toegelaten is door het magnetisch veld, kan
uit de theorie van Störmer worden gevonden
en bedraagt aan de aequator ruim 10 milliard
volt. Op onze breedte is nog geen 2 milliard
noodig en er worden dus meer deeltjes toege
laten. We nemen derhalve waar, dat de stra
ling hier sterker is, ongeveer 17 pet. meer dan
aan de aequator. Aan de Pool is, wat het mag
netisch veld betreft, de energielimiet nul ge
worden. en er zou veel meer toegelaten wor
den, ware het niet dat het doorboren van de
aardatmosfeer een laagste grens stelt, die een
verdere toename verhindert Hoe groot deze
grenswaarde is, zullen wij juist kunnen vinden
door de breedte te bepalen waar de verande
ring ophoudt.
Terwijl wij aldus spr. voor dergelijk
onderzoek vroeger de onmisbare hulp van de
Stoomvaart Mij. Nederland ondervonden, bood
dit jaar de groote welwillenheid van de Ko
ninklijke Nederlandsche Stoomboot Mij. ons
de mogelijkheid, de metingen met een viertal
verschillende toestellen te verrichten van Am
sterdam naar de Noordkaap en terug.
In dezen kring wilde spr. in het bijzonder
nog een enkel woord zeggen over de werking
van de straling op het levende wezen. Aange
zien blijkt, dat Röntgen- en gammastralen
sterke destructieve werking, in het bijzonder
op de kiemcellen, hebben, moet men wel aan
nemen, dat dit ook met deze stralen, wellicht
in nog sterkere mate, het geval is.
Het volwassen individu schijnt er echter
wel zeer weinig last van te ondervinden, of
schoon het per cm.2 door een deeltje per mi
nuut getroffen wordt, dat er dwars doorheen
gaat. Dit zou echter nader onderzocht kunnen
worden door vergelijking van levende wezens
in een mijn of op een zeeniveau en anderzijds
bijv. op 5000 meter hoogte, waar de straling
ongeveer 6 maal zoo sterk is en vooral de in-
dividueele stoten veel heviger zijn.
Waar de stralen ontstaan, weten we niet.
Alleen is het zeker, dat ze niet uit ons melk
wegstelsel komen. Dat beteekent, dat ze dus
meer dan eenige millioenen jaren onderweg
geweest moeten zijn voor ze ons treffen, of
schoon ze zich met lichtsnelheid, d.i. 300,000
K.M. per seconde bewegen.
Na deze voordracht geschiedde de plechtige
uitreiking van de Tilanus-medaille.
Van bosschcn, duinen en vijvers;
kaasschoteltjes en ei-spijzen; een
dansende freule en Arabische
prinsen uit den Jordaan.
In mijn briefjes drijf ik wel eens wat den
spot met Den Haag, of liever met Haagsche
men sc hen (en die zijn dien spot dan ook
wel waard)maar ik houd toch véél van deze
stad. waar het juist nii zulk een groot voor
recht is te wonen.
Juist nü. Nu de zomerwarmte voorbij is
en mét haar de drommen dagjesmenschen.
die wij hier gaarne ontvangen om de vele
dubbeltjes die zij aan cadetjes met kaas uit
geven en de ontelbare glazen melk die zij
drinken, doch die ons anderzijds toch wel
wat érg in den weg liepen, in ons Bosch, in
de Bosclijes. in de duinen en op de land
wegen.
En het is juist om deze. onze prachtige
natuur, dat Den Haag nü zoo heerlijk is.
Verwacht van mij niet dat ik u de natuur,
in den wordenden winter, ga beschrijven.
Te velen hebben dat reeds gedaan, dan dat
i k dat nu ook nog eens behoef te gaan doen.
Doch alléén wilde ik u vragen: in welke
stad van Nederland vindt ge de Schoonheid
der Stilte in allerlei gedaante en vorm zóó
dicht bij huis als in Den Haag?
Nu, in de kruidige koelte, is het heerlijk op
de fiets of met de beenen door onze duinen
te dwalen, in de bosschen en boschjes rond
te dolen, of de gezellige paadjes langs te
gaan tusschen de wijde weiden rond Veur,
Voorburg of Leidschendam. Velen van ons
wonen temidden van die heerlijkheid en
metjigeen wiens huis in een drukke, steed-
sche straat staat, behoeft slechts honderd
meter te loopen om in het duin of tusschen
de vochtige, zoet-geurende boomen van
bosch of park te zijn.
Onze theehuizen denken niet aan sluiten
gedurende het winterseizoen.
Want er zijn nog klanten in overvloed, die
na een kouden neus gehaald te hebben op 'n
fiksche wandeling een lekker-warmen kop
chocola of koffie in Duin-en-Dal, de Kievit
of de Hoogwerf niet versmaden
Er zijn wel Hagenaars die van dit alles niet
weten. Die niet verder wandelen dan tot de
noenzaal van Lensvelt. waar het keurig-
keurig. maar schrikbarend vervelend is of
die in hun auto over de grenzen glijden tot
aan de verrukkingen van de Azurenkust der
Middellandsche Zee, en zóó zijn er héél wat.
die nog nimmer rond Meijendal gedwaald
hebben, die zich nooit verlustigd hebben in
het ranke springen en spelen van de eek
hoorntjes van Marlot en die zich den ti.id
nauwelijks heugen kunnen dat zij de Stille
Schoonheid van de vijvers in het Bosch ge
noten hebben. Maar de meesten van ons
gaan nu met volle teugen te gast aan de
pracht van de natuur die rond ons Haagje
in overdaad ligt uitgestrekt. Menige strand
wandeling van Scheveningen naar Katwijk
wordt juist nü gemaakt en tal van goede
Hagenaars, die 's zomers weinig op Scheve
ningen komen, omdat het drukke gedoe hun
NED. HERV. KERK.
Drietal te Amsterdam ivac. wijlen H. G. W.
Briedé) D. L. G. Gregory te Wageningen: C.
M. Luteyn te Groningen en Dr. K. H. Midkotte
te Haarlem
i
■:i i Im
JH
iii
SCHOTERWEG 1 TELEFOON 16659
(Adv. Ingez. Med.)
eerder beklemt en benauwt dan verkwikt,
gaan juist nü naar het strand.
Lekker ingepakt, den neus rood van de
frischheid boven een warme bouffante, de
voeten in een paar stevige schoenen, is het
nu fijn stappen langs de zilte en schuimige
branding: is het nu heerlijk loopen over de
smalle, vochtige duinpaadjes en wie den weg
weet. kan uren en uren alléén zijn langs de
breede slooten en weteringen in den prikke
lenden geur van de polders, die nooit een
tonig zijn. maar altijd boeiend onder den
wijden hemel van Holland-op-z'n-best.
Aan Hoiland-op-z'n-Best is ook de groote
tentoonstelling gewijd, die in de zalen van den
Haagschen Dierentuin geopend wordt onder 't
motto „Voedt u Goed" En in zekeren zin komt
daar óók moedertje Natuur aan te pas. maar
dan in geknede, gekarnde en gepasteuri
seerde gedaante. Het wordt een groote propa
ganda voor het gebruik van melk, boter en
kaas in allerlei vormen. De melk aLs room en
slagroom, voor de thee. voor de chocolade en
voor. den zuigeling: de boter als braad- en
bakmiddel en tevens als margarine, de kaas
voor op den boterham en op honderdvoudige
wijze als helper voor 't smakelijk bereiden van
allerlei gerechten. Van dat laatste verwacht
ik véél nut. want het is opmerkelijk hoe wei
nig die functie van de goudgele kaas nog in
gang gevonden heeft in de keukens onzer
Hollandsche huismoeders. De schoteltjes-„au-
gratin" van visch. van rijst en macaroni, to
maten, garnalen en wat niet al zijn menigen
hongerigen huisvader nog onbekend. De Hol
landsche huisvrouw is, dunkt mij, een der
conservatiefste van Europa en in vele huisge
zinnen is er weinig variatie in de bereiding en
samenstelling van de dagelij ksche pot. Vele
huismoeders, overigens van de plelzierigste
voornemens bezield, hebben nog van moeder
op dochter overgeërfd het verkeerde denk
beeld dat verandering-van-spijs met verhoo
ging van kosten gepaard gaat. en dat is waar
lijk niet alleen het geval in de werkmans- en
middenstandsgezinnen. Ook het ei. wordt bij
die propaganda, ten verdienden troon geheven.
Ook van het ei is op allerlei wijze in allerlei
vorm te smullen. En het broodwie oogen
en mond den kost geeft weet, dat de meeste
Hollandsche gezinnen van de wieg tot het
graf het zelfde brood eten.
De tentoonstelling ..Voedt U Goed" wil dit
eet-conservatisme bestrijden. En komt zij
nader tot dit doel. wel. velen zullen den initia-
nemers warmen dank weten: onze nijvere
boeren natuurlijk op de allereerste plaats,
doch ook. schuchter in de achterhoede
der dankbarenhuisvaders van allerlei
slag en stiel, de mannen die werken voor de
kost en die die kost apprecieeren kunnen wan
neer zij zich aan den huiselijken disch zetten.
Wenschen wij dus „Voedt U Goed" véél suc
ces en laten wij de schrijnende gedachte on
derdrukken aan de tienduizenden, die het
slagwoord: drie maal daags een glas melk
lezende, mompelen: „jullie hebt mooi praten,
maar dat kan bruintje bij ons niet trekken".
Want voor velen onzer zijn die melk, die
boter, die kaas en die eieren „van-zelf-spre
kende" dingen. En voor zéér velen onzer: on
bereikbare, zalige weelde!
Over „voedt u goed" gesproken, aan ons
geestelijk voedsel wordt op het oogenblik
óók veel aandacht gewijd. Er is dit seizoen-
begin. alle tooneel- en andere malaise ten
spijt, héél wat te doen ten onzent. Bij het Hof-
stadtooneel volgt de eene première op de an
dere. Ik weet niet hoeveel wij er al gehad
hebben. Maar iedere twee weken minstens één.
Van der Lugt schijnt nu met de vertooning
van Duvernois' „R o o d" eindelijk eens méér
dan een Succès d'estime behaaid te hebben
hetgeen dezen hardwerkenden tooneeldirec-
teur en zijn artisten van harte gegund is. Ik
geloof overigens dat het Hofstadtooneel in de
residentie langzaam maar zeker zijn groote
aanhang verliest. Wat daarvan de oorzaak is,
wil ik ditmaal in het midden laten, maar on
miskenbaar zeker is het dat zijn premières
niet meer de mondaine gebeurtenissen zijn.
die zij vroeger plachten te zijn. Wanpeer
Laseur met zijn Centraal Tooneel hier komt
is dit wél zulk een gebeurtenis vooral om Mary
Dresselhuys, die alle nette dames en heeren
verteedert en ook overigens een pétillante en
Bosboom's Kerk in Edam.
(in Teyler's Museum).
Johannes Bosboom zal wellicht de schilder
uit de Hollandsche kunst der vorige eeuw
blijken, wiens werk het grootste aantal jaren
na ons nog van onbeknibbelde belangrijk
heid geacht zal worden. Aan de glorie der
Marissen heeft een deel der jongere generatie
zoo nu en dan al eens geknabbeld: de Haag
sche School schijnt voor velen weer vieux
jeu; Jongkind en Van Gogh houden het nog
altijd wel uit als de internationals van
Holla ndschen huize op het picturale voetbal
veld en van de passante glorie van zoovele na-
komers der Hagenaars zullen we nu maar
geen diepgaande beschouwingen produceeren
ren.
Maar tegenover Bosboom staan de schil
ders van nu al bijna drie generaties nog im
mer met diezelfde beschroomdheid, die aan
eerbied grenst en die dat verrukkelijke „af
tuigen" waar artisten onder elkaar zoo tuk op
zijn. in den weg staat. Het is waarschijnlijk
dat die houding verklaard wordt door de
haast tastbare nobelheid van Bosboom's
kunst en leven; zijn werk is. zoowel naar de
techniek van den vorm als naar den geest van
den inhoud het werk van een superieur
mensch bij wien geen toespeling op mercan
tiele productie, technische handigheidjes of
serviele navolging te pas komen. En de meest
praatgrage schilder voelt dat- bij intuïtie en
houdt zich gedekt.
Is er om te beginnen onder zijn
tijdgenooten iemand met zulk een prachtige
hand van teekenen geweest? De Marissen.
Weissenbruch en de geheele rij meesters die
ik nu niet telkens weer behoef te noemen,
waren inderdaad groote artisten. echte schil
ders die in hun materie de verf „dach
ten". Natuurlijk kond*n zij teekenen maar
hun teekening ging schuil onder hun verbluf
fende schilders-voordracht. Bij Bosboom
blijft de teekening zelfs in zijn latere im
pressionistische lichtschildering in de kerk
interieurs altijd het klaarblijkelijk hoofd
zakelijke en het is wel dat. wat hem het meest
van zijn tijdgenooten aan het genie van
Rembrandt bindt in wiens sepiateekeningen
men van tijd tot tijd den lateren naneef in de
kunst ziet aankomen. Dit prachtige hand
schrift waarvan ook Marius Bauer een goed
stuk erfde, vormt de verbinding tusschen
Rembrandt en de geniaalste teekenaars van
den vat?ren tijd.
Bosboom was in 1817 in Den Haag geboren
wat dus heel wa: ouder dan de Marissen.
zelfs dan Jozef Israels. Zijn opleiding kreeg
hij bij Huib van Hove, een knap schilder, die
ook de tooneeldecoraties voor den Haagschen
schouwburg maakte. Bosboom mocht daarbij
komen helpen en dit werk zal hem vooral ir.
het architecturale een groote gemakkelijkheid
van doen bezorgd, doch ook zijn eerste
vrije composities op eigenaardige wijze be-
invloed hebben. In de kerkinterieurs uit zijn
eerste periode gebruikt Bosboom nog gaarne
allerlei requisieten standbeelden, graftom
ben en dergelijke die de ruimtewerking
moeten accentueeren, later heeft hij die niet
meer noodig en concentreert hij alles op een
zoo eenvoudig mogelijke lijnencompositie en
de lichtwerking daarbinnen. Het Teyler-schil-
deiij nu. dat in 1858 of 59 geschilderd moet
zijn, behoort tot de latere periode en werd
nog juist geschilderd vóór de artist weer één
zijner sombere perioden zou hebben, die in
zijn leven nog al eens voorkwamen.
Luchthartigheid was hem vreemd en hij
kon het moeilijk van zich afzetten als zor
gen wel eens gingen kwellen of het werk niet
\lotten wilde. Iets wat hem niet geheel vol
deed uit handen geven, stiet hem tegen de
borst en daarover kon hij dan tijdenlang
blijven tobben. Zijn kinderloos gebleven hu
welijk met de romancière Geertruida Tous-
saint, voor wie hij een hooggestemde ver
eering koesterde, was hem in zulke donkere
dagen een bron van vertroosting en mevrouw
Eosboom hem een steeds bereidwillige steun.
Weinig groote figuren onzer kunsthistorie
zijn er. over wier dagelijksch leven wij zoo
goed zijn ingelicht als over dat der Bos
booms. Beider brieven zijn voor een deel ge
publiceerd en de uitgebreide levensschets, die
ih 1917 het licht zag (Johannes Bosboom door
prof. dr. W. Martin en mej. G. H. Marius) be-
Een halve eeuw geleden
Uit Haarlem's Dagblad van 1885.
30 October:
Te Nijmegen worden tegenwoordig de
agenten van politie behalve in het blus-
schen van brand met behulp van de
waterleiding, ook geoefend in het lan
taarn opsteken, om bij het ontstaan van
brand des nachts de gaslantaarns in de
omgeving van de plaats des onhells ter
stond te kunnen opsteken, zoodat men
daartoe niet beboert te wachten op
personeel der gasfabriek.
hoort tot de beste monographieèn onzer mo
derne schilderkunst.
Hoe dit kunstenaarspaar tot elkaar kwam?
Wel, even kalm en ..hoogachtend" als hun
later leven vertrouwend en waardig zou zijn.
Truitje Toussaint had met haar „Graaf van
Leycester in Nederland" al aardig naam ge
maakt als schrijfster toen zij, bij een bezoek
aan den Haag door haar collega, den dich
ter Sam van den Bergh, eens naar het atelier
van Bosboom werd meegenomen en aan hem
voorgesteld. Dat bezoek schijnt op beiden een
diepen indruk gemaakt te hebben. Truitje
mocht een aquarel uit Bosboom's voorraad
uitzoeken en zij zond hem. als revanche, haar
graaf van Leycester. Een Jaar later moest
Bosboom erg noodig de Groote Kerk in Alk
maar gaan schilderen, de stad waar de Tous-
saint's woonden, en. natuurlijk zagen zij el
kaar dikwijls. Toch heeft het nog wel een paar
jaar geduurd eer Johannes zijn Geertruida
naar het altaar mocht voeren. Dat geschiedae
in diezelfde Groote Kerk van Alkmaar, vijf
jaar nadat zij elkaar op Bosboom's atelier het
eerst gezien hadden. Mejuffrouw Toussaint
was eigenlijk al verloofd geweest met Potgie
ter's vriend Bakhuizen van den Brink, en
schijnt zich terdege bedacht te hebben voor
en aleer ze wederom zich binden wilde. Der
gelijke scrupules zijn thans uit den tijd en
ietwat verwonderlijk geworden. Maar ook kan
het zijn dat Bosboom's inkomsten nog niet de
vestiging van een gezin veroorloofden en van
.trouwen op den steun" was toentertijd nog
geen sprake, noch waren de aspiranten de
daarvoor geëigende personen. Hoe het zij
hun huwelijk is lang engelukkig ge
weest ondanks den voorzichtigen aanvang.
Wie er meer van weten wil, verwijzen wij
naar het geciteerde
boek van Martin en
Marius.
De kerk te Edam,
die in Teyler hangt,
zou een der juweelen
dier verzameling zijn,
zoo het werk door
den tijd niet in een
eenigszins onaanzien-
lijken toestand ge
raakt was. Het is na
melijk sterk in de verf
gebarsten en de tijd
ichünt nog niet rijp
den patiënt onder
handen te nemen
Maar die bersten ver
hinderen niet, dat
men er een prachtig
daal van Bosboom's
vaariljk magistralen
childertrant in be
wonderen kar.
J. H. DE BOIS.
knappe actrice is. Ook Fritz Hirsch vertegen
woordigt nog immer een stuk Haagsche good
will. Electra met Charlotte Kohier in het
groote Gebouw voor Kunsten en Wetenschap
pen was een druk-bezocht evenement: de eer
ste Fransche voorstelling in dit seizoen zag
óók een vollen schouwburg en de première van
het ballet Jooss was in velerlei zin een triomf.
Hoe interessant vonden bovengenoemde da
mes en heeren het bovendien dat zich achter
het pseudo Noëlle de Mosa. welluidende too-
neelnaam van een der hoofdrol-danseressen,
een Hollandsche meisje verbergt en dit wel
een jeugdige freule van der Maessen de Sotn-
breff. Den Haag is nu eenmaal dól op zulke
dingetjes, al wil ik. dit constateerende, aller
minst iets afdoen aan de volkomen gerecht
vaardigheid van het groote succes dat Kurt
Jooss en de zijnen hier geoogst hebben.
Aan het. overige geestelijke voedsel, dat wij
hier opgediend krijgen, wijd ik wel weer eens
een volgend briefje. Dat strekt zich uit van de
wei-gevulde uitstalkasten onzer boekwinkels
over Mengelberg tot aan de operettes die men
in Scala vertoont, waar ge sheiks. Arabische
prinsen en woeste woestijnbewoners in onver-
valscht Jordaansch en Albert Cuypstraatsch
kunt hooren converseeren en zingen
Mr. E. ELIAÖ.
Paleiszaak nadert een
voorloopig einde.
Donderdag requisitoir.
De behandeling van de Paleis voor Volksviyt-
zaak blijft nog sleeds voortduren. In de giste
ren gehouden zitting werden o.m. twee com
missarissen gehoord Een van deze erkende
geweten te hebben, dat er onregelmatigheden
waren voorgekomen, doch. dat die zoo dicht
bij lagen ontkende hij geweten te hebben. Hij
vermoedde, dat deze van jaren her dateerden.
Een van hen verklaarde, dat in de practijk
alles op den directeur neerkwam. De president
van de rechtbank verweet een van hen de
balans en de andere bescheiden maar getee-
kend t,e hebben zonder dat hij wist wat hij
tcekendc. De president maakte er den com
missarissen voorts ook een verwijt van, dat zij
geen zorgvuldiger onderzoek hebben inge
steld. temeer daar commissarissen eigenlijk
sinds December 1933 wisten wat er aan de
hand was
Tenslotte werden de beide verdachten nog
eens gehoord, doch zij bleven alle schuld ont
kennen. De directeur zeide niet te hebben ge
fraudeerd terwijl de gedetineerde commissa
ris verklaarde op den directeur te hebben ver
trouwd. op wien toch ook de andere commis
sarissen hebben vertrouwd.
Donderdag zal de officier van justitie requi
sitoir nemen.
Door onze lens gesnapt.
Mr. A. J. Honig.
Mr. A. J. Honig werd 27 Juli 1880 te Koog
aan de Zaan geboren. Hij bezocht de Chr.
school te Koog-Zaan dijk en daarna het Geref.
Gymnasum te Amsterdam, waarna hij aldaar
in de rechten studeerde aan de Gem. Univer
siteit. In 1905 promoveerde hij tot doctor in de
rechtswetenschappen
Vervolgens was de heer Honig in de industrie
werkzaam in de firma Adriaan Honig.
In 1914 werd deze zaak de N.V. Oliefabrieken
v.h. Adriaan Honig, met Mr. A. J. Honig als
directeur.
Gedurende eenige jaren was Mr. Honig lid
van den Gemeenteraad van Koog aan de Zaan.
Later vestigde hij zich te Heemstede, maar
werd tengevolge van de annexatie Haar
lemmer.
Mr. Honig is voorzitter van het bestuur van
het Chr. Lyceum alhier en president-kerk
voogd der Ned Herv. Gemeente te Heemstede.
In 1934 werd hij gekozen tot lid van Prov.
Staten van Noord Holland als opvolger van
wijlen Jhr. Mr. D. E. van Lennep; in 1935 werd
hij in deze functie herkozen.