i V }- Holland op z'n best in Den Haag. Haarlems Kunstschatten. WOENSDAG 30 OCTOBER 1935 HAAELE M'S DAGBLAD 3 Zware Ossche misdrijven worden berecht. In de zitting1 van a.s. Donderdag. In de vijfde strafzitting van de Arrondis- sements-Rechtbank te 's Hertogenbosch, welke Donderdag 31 October gehouden zai worden ter berechting van de misdaden der Ossche bende en haar aanhang, zal o.m. de gewezen 23-jarige Ossche wielrenner Johan nes Petrus Ceelen «Den Ceel), die tot nu toe in verscheidene strafzaken als getuige is op getreden, terechtstaan voor den door hem op 9 November 1932 onder Berchem bedreven moord op den caféhouder J. M. C. van der Pas. op wiens lichaam hij naar de dag vaarding mededeelt van zeer kort een met scherp geladen revolver herhaalde malen heeft afgevuurd, waardoor verscheidene kogels doeltroffen en het hart werd doorboord tengevolge waarvan het slachtoffer spoedig overleed. Ceelen zal bovendien, tezamen met den 23-jarigen opperman Hendrikus Adrianus van der Putten, den zeer beruchten 20-jarigen fabrieksarbeider Petrus Wilhelmus de B. en den eveneens beruchten 23-jarigen land bouwer Antonius Johannes Hendriks, bijge naamd „De Jonge Toon de Soep", terecht staan terzake van den in den nacht van 20 op 21 Februari 1934 te Uden gepleegden roof overval in de woning van het echtpaar Bouw man. Volgens de dagvaarding hebben zij zich tot deze woning toegang verschaft door in- klimming door een gat in het dak en door een gat in een muur, terwijl zij den diefstal van een geldsbedrag van f 1900 deden voorafgaan vergezeld gaan en volgen door geweld tegen den 65-jarigen landbouwer Bouwman en zijn 55-jarige echtgenoote Hendrica Keiler, hierin bestaand dat zij beiden geslagen, vastgegrepen en vastgebonden hebben. De verdachten H. A. der Putten en A. J. Hendriks zullen zich bovendien te verant woorden hebben terzake van den in den nacht van 15 op 16 Mei te Oyen gepleegden roof overval, in de woning van de gebroeders Ver hoeven, die verdachten en hun deelgenootèn. na zich toegang tot die woning verschaft te hebben door een gesloten raam open te bre ken en alvorens met een buit van ongeveer f 150 te verdwijnen, zoodanig o.a. met een stuk ijzer hebben mishandeld, dat Antoon Verhoeven is overleden en de thans 62-jarige Petrus Verhoeven verscheidene bloedende wonden kreeg. Voorts zal terechtstaan de thans 45-jarige verzekeringsagent te Tilburg Theodorus Johan Leonardus Kooien, uit wiens zondenregister hem tenlaste is gelegd, dat hij den door het veirtal van der Putten, Piet de Bie, A. J. Hendriks (De Jonge Toon de Soep) en J. P. Ceelen in de woning van den landbouwer Bouwman te Uden gepleegden roofoverval opzettelijk heeft uitgelokt door aan Ceelen mede te deelen, dat bij Bouwman 'n aan merkelijk geldsbedrag was te stelen en hem de woning van Bouwman aan te wijzen. In de tweede plaats is hem tenlastegelegd, dat hij omstreeks het begin van Maart 1934 in het Arrondissement 's Hertogenbosch op zettelijk althans terwijl het aan zijn schuld te wijten was, dat zijn handeling door mis drijf verkregen geld betrof van Johannes Petrus Ceelen door diefstal verkregen geld ten geschenke heeft aangenomen. Intern. Vrouwenbond voor Vrede en Vrijheid. Jaarvergadering van de afd. Nederland. In de te 's-Gravenhage gehouden jaarlijk- sche algemeene vergadering van den I. V. V. V. afd. Nederland, onder leiding van mevrouw Ramondt Hirschmann, is aangenomen het voorstel van het hoofdbestuur, luidende: De Nederlandsche afdeeling van den I. V. V. V. richte zich tot de Nederlandsche regeering met het dringend verzoek, aan den Volken bond het voorstel te doen om de mogelijkheid te scheppen, de fabricage en den in-, uit- en doorvoer van chemische preparaten, geschikt voor oorlogsvoering, op dezelfde wijze te beper ken en te controleeren als bepaald is voor opium en verdere verdoovende middelen. Het voorstel tot het inzamelen van bijdra gen voor het Jane Addams Internationaal Vredesfonds door afdeelingen en verspreide groepen werd eveneens aangenomen, waarbij werd vastgesteld dat een deel van de gelden wordt afgedragen voor de internationale pro paganda. Besloten werd een protest te richten aan de Italiaanscne regeering inzake het Italiaansch- Abessynische conflict. Aangenomen werd een voorstel om de poli tieke partijen te verzoeken, in hun partij meer aandacht te schenken aan de studie van inter nationale vraagstukken en te bewerken, dat de voorstellen voor den Volkenbond tevoren in de parlementen worden behandeld; dat de gedelegeerden naar den Volkenbond niet al leen door de regeering. maar mede door het parlement worden genoemd, en dit voorstel te brengen op de agenda voor de vergadering van den Int. Vrouwenbond in het voorjaar 1936. Aangenomen werd verder o.a. een voorstel om den internationalen bond in overweging te geven, de medewerking van de vrouwen van staatshoofden, leidende personen, in te roepen in landen waar een gewapend conflict dreigt. De vergadering verklaarde zich tegen den wedstrijd, uitgeschreven door het Comité H M. pantserkruiser de Ruyter voor vervaardiging van een ontwerp oorlogsschip door drie cate gorieën der jeugd. Het hoofdbestuur werd op gedragen. bij genoemd comité tegen den wed strijd te protesteeren. Vervolgens besloot de vergadering tot aan neming van een urgentievoorstel luidende: De Nederlandsche afdeeling van den I. V. V. V. doet een beroep op het Nederlandsche volk om achter de regeering te staan bij de toepassing van de sancties waartoe in Genève besloten is. Den Haag werd aangewezen voor den Vrou wen vredesgang in 1936. De presidente gewaagde van de wenscheiijK- heid om het plan, bij het Vredeshuis m den Haag een centraal vredes-centrum te vestigen, moreel en materieel te steunen. De benoeming van een nationaal comité voor internationale aangelegenheiden beval zij warm aan De be doeling is dat elke plaatselijke afdeeling een of meer leden voor dit comité zal benoemen. Die leden kunnen dan een kern vormen voor de vorming van een delegatie naar de interna tionale congressen .De leden der commissie werden benoemd en zullen voor het eerst m December bijeenkomen. Mevrouw van Geuns-Godfried. redactrice van het bondsorgaan Vrede en Vrijheid, kwam op voor de belangen van dit blad. Beiiowm werd met de uitgave van het blad vooii gaan en het door de afdeelingen zelf te laun verzenden. Invloed van Kosmische stralen op den mensch. Rede van prof. dr. J. Clay. Tilanus-medaille uitgereikt. In de groote gehoorzaal van de gemeente lijke Universiteit te Amsterdam heeft heden het Genootschap ter bevordering van Natuur- Genees- en Heelkunde onder groote belangstel ling zijn jaarlijksche algemeene vergadering gehouden, waarin wat de openbare bijeen komst betrof twee belangrijke punten op de agenda stonden1 een voordracht van prof. dr. J. Clay over kosmische stralen en de uitreiking van de Tilanus-medaille door prof. dr. P. R Michaël aan dr. Chr. van Gelderen. In de huishoudelijke vergadering zijn o.m. nieuwe leden benoemd en heeft de overdracht plaats gehad van het algemeen-voorzitter schap aan prof. dr. E, Laqueur. Na de opening der openbare bijeenkomst door den algemeen-voorzitter prof. dr. J. Boeke, werd aan prof. Clay het woord gegeven voor het houden van zijn belangwekkende voordracht, waarin hij een uiteenzetting gaf van zijn onderzoekingen aangaande de kosmi sche straling, resultaten van de expedities naar Noorwegen en Zuid-Amerika. Spreker ving aan met een korte inleiding te geven, waarin hij naging, welke eigen schappen de straling heeft, hoe ze ontdekt is en hoe ze, met behulp van ionisatiekamers en Geigerteller gemeten wordt. Door deze metingen weten wij thans vrijwel zeker, dat de primaire stralen die de aard atmosfeer binnendringen, alle korpusculair zijn. De minimumwaarde voor de energie die toegelaten is door het magnetisch veld, kan uit de theorie van Störmer worden gevonden en bedraagt aan de aequator ruim 10 milliard volt. Op onze breedte is nog geen 2 milliard noodig en er worden dus meer deeltjes toege laten. We nemen derhalve waar, dat de stra ling hier sterker is, ongeveer 17 pet. meer dan aan de aequator. Aan de Pool is, wat het mag netisch veld betreft, de energielimiet nul ge worden. en er zou veel meer toegelaten wor den, ware het niet dat het doorboren van de aardatmosfeer een laagste grens stelt, die een verdere toename verhindert Hoe groot deze grenswaarde is, zullen wij juist kunnen vinden door de breedte te bepalen waar de verande ring ophoudt. Terwijl wij aldus spr. voor dergelijk onderzoek vroeger de onmisbare hulp van de Stoomvaart Mij. Nederland ondervonden, bood dit jaar de groote welwillenheid van de Ko ninklijke Nederlandsche Stoomboot Mij. ons de mogelijkheid, de metingen met een viertal verschillende toestellen te verrichten van Am sterdam naar de Noordkaap en terug. In dezen kring wilde spr. in het bijzonder nog een enkel woord zeggen over de werking van de straling op het levende wezen. Aange zien blijkt, dat Röntgen- en gammastralen sterke destructieve werking, in het bijzonder op de kiemcellen, hebben, moet men wel aan nemen, dat dit ook met deze stralen, wellicht in nog sterkere mate, het geval is. Het volwassen individu schijnt er echter wel zeer weinig last van te ondervinden, of schoon het per cm.2 door een deeltje per mi nuut getroffen wordt, dat er dwars doorheen gaat. Dit zou echter nader onderzocht kunnen worden door vergelijking van levende wezens in een mijn of op een zeeniveau en anderzijds bijv. op 5000 meter hoogte, waar de straling ongeveer 6 maal zoo sterk is en vooral de in- dividueele stoten veel heviger zijn. Waar de stralen ontstaan, weten we niet. Alleen is het zeker, dat ze niet uit ons melk wegstelsel komen. Dat beteekent, dat ze dus meer dan eenige millioenen jaren onderweg geweest moeten zijn voor ze ons treffen, of schoon ze zich met lichtsnelheid, d.i. 300,000 K.M. per seconde bewegen. Na deze voordracht geschiedde de plechtige uitreiking van de Tilanus-medaille. Van bosschcn, duinen en vijvers; kaasschoteltjes en ei-spijzen; een dansende freule en Arabische prinsen uit den Jordaan. In mijn briefjes drijf ik wel eens wat den spot met Den Haag, of liever met Haagsche men sc hen (en die zijn dien spot dan ook wel waard)maar ik houd toch véél van deze stad. waar het juist nii zulk een groot voor recht is te wonen. Juist nü. Nu de zomerwarmte voorbij is en mét haar de drommen dagjesmenschen. die wij hier gaarne ontvangen om de vele dubbeltjes die zij aan cadetjes met kaas uit geven en de ontelbare glazen melk die zij drinken, doch die ons anderzijds toch wel wat érg in den weg liepen, in ons Bosch, in de Bosclijes. in de duinen en op de land wegen. En het is juist om deze. onze prachtige natuur, dat Den Haag nü zoo heerlijk is. Verwacht van mij niet dat ik u de natuur, in den wordenden winter, ga beschrijven. Te velen hebben dat reeds gedaan, dan dat i k dat nu ook nog eens behoef te gaan doen. Doch alléén wilde ik u vragen: in welke stad van Nederland vindt ge de Schoonheid der Stilte in allerlei gedaante en vorm zóó dicht bij huis als in Den Haag? Nu, in de kruidige koelte, is het heerlijk op de fiets of met de beenen door onze duinen te dwalen, in de bosschen en boschjes rond te dolen, of de gezellige paadjes langs te gaan tusschen de wijde weiden rond Veur, Voorburg of Leidschendam. Velen van ons wonen temidden van die heerlijkheid en metjigeen wiens huis in een drukke, steed- sche straat staat, behoeft slechts honderd meter te loopen om in het duin of tusschen de vochtige, zoet-geurende boomen van bosch of park te zijn. Onze theehuizen denken niet aan sluiten gedurende het winterseizoen. Want er zijn nog klanten in overvloed, die na een kouden neus gehaald te hebben op 'n fiksche wandeling een lekker-warmen kop chocola of koffie in Duin-en-Dal, de Kievit of de Hoogwerf niet versmaden Er zijn wel Hagenaars die van dit alles niet weten. Die niet verder wandelen dan tot de noenzaal van Lensvelt. waar het keurig- keurig. maar schrikbarend vervelend is of die in hun auto over de grenzen glijden tot aan de verrukkingen van de Azurenkust der Middellandsche Zee, en zóó zijn er héél wat. die nog nimmer rond Meijendal gedwaald hebben, die zich nooit verlustigd hebben in het ranke springen en spelen van de eek hoorntjes van Marlot en die zich den ti.id nauwelijks heugen kunnen dat zij de Stille Schoonheid van de vijvers in het Bosch ge noten hebben. Maar de meesten van ons gaan nu met volle teugen te gast aan de pracht van de natuur die rond ons Haagje in overdaad ligt uitgestrekt. Menige strand wandeling van Scheveningen naar Katwijk wordt juist nü gemaakt en tal van goede Hagenaars, die 's zomers weinig op Scheve ningen komen, omdat het drukke gedoe hun NED. HERV. KERK. Drietal te Amsterdam ivac. wijlen H. G. W. Briedé) D. L. G. Gregory te Wageningen: C. M. Luteyn te Groningen en Dr. K. H. Midkotte te Haarlem i ■:i i Im JH iii SCHOTERWEG 1 TELEFOON 16659 (Adv. Ingez. Med.) eerder beklemt en benauwt dan verkwikt, gaan juist nü naar het strand. Lekker ingepakt, den neus rood van de frischheid boven een warme bouffante, de voeten in een paar stevige schoenen, is het nu fijn stappen langs de zilte en schuimige branding: is het nu heerlijk loopen over de smalle, vochtige duinpaadjes en wie den weg weet. kan uren en uren alléén zijn langs de breede slooten en weteringen in den prikke lenden geur van de polders, die nooit een tonig zijn. maar altijd boeiend onder den wijden hemel van Holland-op-z'n-best. Aan Hoiland-op-z'n-Best is ook de groote tentoonstelling gewijd, die in de zalen van den Haagschen Dierentuin geopend wordt onder 't motto „Voedt u Goed" En in zekeren zin komt daar óók moedertje Natuur aan te pas. maar dan in geknede, gekarnde en gepasteuri seerde gedaante. Het wordt een groote propa ganda voor het gebruik van melk, boter en kaas in allerlei vormen. De melk aLs room en slagroom, voor de thee. voor de chocolade en voor. den zuigeling: de boter als braad- en bakmiddel en tevens als margarine, de kaas voor op den boterham en op honderdvoudige wijze als helper voor 't smakelijk bereiden van allerlei gerechten. Van dat laatste verwacht ik véél nut. want het is opmerkelijk hoe wei nig die functie van de goudgele kaas nog in gang gevonden heeft in de keukens onzer Hollandsche huismoeders. De schoteltjes-„au- gratin" van visch. van rijst en macaroni, to maten, garnalen en wat niet al zijn menigen hongerigen huisvader nog onbekend. De Hol landsche huisvrouw is, dunkt mij, een der conservatiefste van Europa en in vele huisge zinnen is er weinig variatie in de bereiding en samenstelling van de dagelij ksche pot. Vele huismoeders, overigens van de plelzierigste voornemens bezield, hebben nog van moeder op dochter overgeërfd het verkeerde denk beeld dat verandering-van-spijs met verhoo ging van kosten gepaard gaat. en dat is waar lijk niet alleen het geval in de werkmans- en middenstandsgezinnen. Ook het ei. wordt bij die propaganda, ten verdienden troon geheven. Ook van het ei is op allerlei wijze in allerlei vorm te smullen. En het broodwie oogen en mond den kost geeft weet, dat de meeste Hollandsche gezinnen van de wieg tot het graf het zelfde brood eten. De tentoonstelling ..Voedt U Goed" wil dit eet-conservatisme bestrijden. En komt zij nader tot dit doel. wel. velen zullen den initia- nemers warmen dank weten: onze nijvere boeren natuurlijk op de allereerste plaats, doch ook. schuchter in de achterhoede der dankbarenhuisvaders van allerlei slag en stiel, de mannen die werken voor de kost en die die kost apprecieeren kunnen wan neer zij zich aan den huiselijken disch zetten. Wenschen wij dus „Voedt U Goed" véél suc ces en laten wij de schrijnende gedachte on derdrukken aan de tienduizenden, die het slagwoord: drie maal daags een glas melk lezende, mompelen: „jullie hebt mooi praten, maar dat kan bruintje bij ons niet trekken". Want voor velen onzer zijn die melk, die boter, die kaas en die eieren „van-zelf-spre kende" dingen. En voor zéér velen onzer: on bereikbare, zalige weelde! Over „voedt u goed" gesproken, aan ons geestelijk voedsel wordt op het oogenblik óók veel aandacht gewijd. Er is dit seizoen- begin. alle tooneel- en andere malaise ten spijt, héél wat te doen ten onzent. Bij het Hof- stadtooneel volgt de eene première op de an dere. Ik weet niet hoeveel wij er al gehad hebben. Maar iedere twee weken minstens één. Van der Lugt schijnt nu met de vertooning van Duvernois' „R o o d" eindelijk eens méér dan een Succès d'estime behaaid te hebben hetgeen dezen hardwerkenden tooneeldirec- teur en zijn artisten van harte gegund is. Ik geloof overigens dat het Hofstadtooneel in de residentie langzaam maar zeker zijn groote aanhang verliest. Wat daarvan de oorzaak is, wil ik ditmaal in het midden laten, maar on miskenbaar zeker is het dat zijn premières niet meer de mondaine gebeurtenissen zijn. die zij vroeger plachten te zijn. Wanpeer Laseur met zijn Centraal Tooneel hier komt is dit wél zulk een gebeurtenis vooral om Mary Dresselhuys, die alle nette dames en heeren verteedert en ook overigens een pétillante en Bosboom's Kerk in Edam. (in Teyler's Museum). Johannes Bosboom zal wellicht de schilder uit de Hollandsche kunst der vorige eeuw blijken, wiens werk het grootste aantal jaren na ons nog van onbeknibbelde belangrijk heid geacht zal worden. Aan de glorie der Marissen heeft een deel der jongere generatie zoo nu en dan al eens geknabbeld: de Haag sche School schijnt voor velen weer vieux jeu; Jongkind en Van Gogh houden het nog altijd wel uit als de internationals van Holla ndschen huize op het picturale voetbal veld en van de passante glorie van zoovele na- komers der Hagenaars zullen we nu maar geen diepgaande beschouwingen produceeren ren. Maar tegenover Bosboom staan de schil ders van nu al bijna drie generaties nog im mer met diezelfde beschroomdheid, die aan eerbied grenst en die dat verrukkelijke „af tuigen" waar artisten onder elkaar zoo tuk op zijn. in den weg staat. Het is waarschijnlijk dat die houding verklaard wordt door de haast tastbare nobelheid van Bosboom's kunst en leven; zijn werk is. zoowel naar de techniek van den vorm als naar den geest van den inhoud het werk van een superieur mensch bij wien geen toespeling op mercan tiele productie, technische handigheidjes of serviele navolging te pas komen. En de meest praatgrage schilder voelt dat- bij intuïtie en houdt zich gedekt. Is er om te beginnen onder zijn tijdgenooten iemand met zulk een prachtige hand van teekenen geweest? De Marissen. Weissenbruch en de geheele rij meesters die ik nu niet telkens weer behoef te noemen, waren inderdaad groote artisten. echte schil ders die in hun materie de verf „dach ten". Natuurlijk kond*n zij teekenen maar hun teekening ging schuil onder hun verbluf fende schilders-voordracht. Bij Bosboom blijft de teekening zelfs in zijn latere im pressionistische lichtschildering in de kerk interieurs altijd het klaarblijkelijk hoofd zakelijke en het is wel dat. wat hem het meest van zijn tijdgenooten aan het genie van Rembrandt bindt in wiens sepiateekeningen men van tijd tot tijd den lateren naneef in de kunst ziet aankomen. Dit prachtige hand schrift waarvan ook Marius Bauer een goed stuk erfde, vormt de verbinding tusschen Rembrandt en de geniaalste teekenaars van den vat?ren tijd. Bosboom was in 1817 in Den Haag geboren wat dus heel wa: ouder dan de Marissen. zelfs dan Jozef Israels. Zijn opleiding kreeg hij bij Huib van Hove, een knap schilder, die ook de tooneeldecoraties voor den Haagschen schouwburg maakte. Bosboom mocht daarbij komen helpen en dit werk zal hem vooral ir. het architecturale een groote gemakkelijkheid van doen bezorgd, doch ook zijn eerste vrije composities op eigenaardige wijze be- invloed hebben. In de kerkinterieurs uit zijn eerste periode gebruikt Bosboom nog gaarne allerlei requisieten standbeelden, graftom ben en dergelijke die de ruimtewerking moeten accentueeren, later heeft hij die niet meer noodig en concentreert hij alles op een zoo eenvoudig mogelijke lijnencompositie en de lichtwerking daarbinnen. Het Teyler-schil- deiij nu. dat in 1858 of 59 geschilderd moet zijn, behoort tot de latere periode en werd nog juist geschilderd vóór de artist weer één zijner sombere perioden zou hebben, die in zijn leven nog al eens voorkwamen. Luchthartigheid was hem vreemd en hij kon het moeilijk van zich afzetten als zor gen wel eens gingen kwellen of het werk niet \lotten wilde. Iets wat hem niet geheel vol deed uit handen geven, stiet hem tegen de borst en daarover kon hij dan tijdenlang blijven tobben. Zijn kinderloos gebleven hu welijk met de romancière Geertruida Tous- saint, voor wie hij een hooggestemde ver eering koesterde, was hem in zulke donkere dagen een bron van vertroosting en mevrouw Eosboom hem een steeds bereidwillige steun. Weinig groote figuren onzer kunsthistorie zijn er. over wier dagelijksch leven wij zoo goed zijn ingelicht als over dat der Bos booms. Beider brieven zijn voor een deel ge publiceerd en de uitgebreide levensschets, die ih 1917 het licht zag (Johannes Bosboom door prof. dr. W. Martin en mej. G. H. Marius) be- Een halve eeuw geleden Uit Haarlem's Dagblad van 1885. 30 October: Te Nijmegen worden tegenwoordig de agenten van politie behalve in het blus- schen van brand met behulp van de waterleiding, ook geoefend in het lan taarn opsteken, om bij het ontstaan van brand des nachts de gaslantaarns in de omgeving van de plaats des onhells ter stond te kunnen opsteken, zoodat men daartoe niet beboert te wachten op personeel der gasfabriek. hoort tot de beste monographieèn onzer mo derne schilderkunst. Hoe dit kunstenaarspaar tot elkaar kwam? Wel, even kalm en ..hoogachtend" als hun later leven vertrouwend en waardig zou zijn. Truitje Toussaint had met haar „Graaf van Leycester in Nederland" al aardig naam ge maakt als schrijfster toen zij, bij een bezoek aan den Haag door haar collega, den dich ter Sam van den Bergh, eens naar het atelier van Bosboom werd meegenomen en aan hem voorgesteld. Dat bezoek schijnt op beiden een diepen indruk gemaakt te hebben. Truitje mocht een aquarel uit Bosboom's voorraad uitzoeken en zij zond hem. als revanche, haar graaf van Leycester. Een Jaar later moest Bosboom erg noodig de Groote Kerk in Alk maar gaan schilderen, de stad waar de Tous- saint's woonden, en. natuurlijk zagen zij el kaar dikwijls. Toch heeft het nog wel een paar jaar geduurd eer Johannes zijn Geertruida naar het altaar mocht voeren. Dat geschiedae in diezelfde Groote Kerk van Alkmaar, vijf jaar nadat zij elkaar op Bosboom's atelier het eerst gezien hadden. Mejuffrouw Toussaint was eigenlijk al verloofd geweest met Potgie ter's vriend Bakhuizen van den Brink, en schijnt zich terdege bedacht te hebben voor en aleer ze wederom zich binden wilde. Der gelijke scrupules zijn thans uit den tijd en ietwat verwonderlijk geworden. Maar ook kan het zijn dat Bosboom's inkomsten nog niet de vestiging van een gezin veroorloofden en van .trouwen op den steun" was toentertijd nog geen sprake, noch waren de aspiranten de daarvoor geëigende personen. Hoe het zij hun huwelijk is lang engelukkig ge weest ondanks den voorzichtigen aanvang. Wie er meer van weten wil, verwijzen wij naar het geciteerde boek van Martin en Marius. De kerk te Edam, die in Teyler hangt, zou een der juweelen dier verzameling zijn, zoo het werk door den tijd niet in een eenigszins onaanzien- lijken toestand ge raakt was. Het is na melijk sterk in de verf gebarsten en de tijd ichünt nog niet rijp den patiënt onder handen te nemen Maar die bersten ver hinderen niet, dat men er een prachtig daal van Bosboom's vaariljk magistralen childertrant in be wonderen kar. J. H. DE BOIS. knappe actrice is. Ook Fritz Hirsch vertegen woordigt nog immer een stuk Haagsche good will. Electra met Charlotte Kohier in het groote Gebouw voor Kunsten en Wetenschap pen was een druk-bezocht evenement: de eer ste Fransche voorstelling in dit seizoen zag óók een vollen schouwburg en de première van het ballet Jooss was in velerlei zin een triomf. Hoe interessant vonden bovengenoemde da mes en heeren het bovendien dat zich achter het pseudo Noëlle de Mosa. welluidende too- neelnaam van een der hoofdrol-danseressen, een Hollandsche meisje verbergt en dit wel een jeugdige freule van der Maessen de Sotn- breff. Den Haag is nu eenmaal dól op zulke dingetjes, al wil ik. dit constateerende, aller minst iets afdoen aan de volkomen gerecht vaardigheid van het groote succes dat Kurt Jooss en de zijnen hier geoogst hebben. Aan het. overige geestelijke voedsel, dat wij hier opgediend krijgen, wijd ik wel weer eens een volgend briefje. Dat strekt zich uit van de wei-gevulde uitstalkasten onzer boekwinkels over Mengelberg tot aan de operettes die men in Scala vertoont, waar ge sheiks. Arabische prinsen en woeste woestijnbewoners in onver- valscht Jordaansch en Albert Cuypstraatsch kunt hooren converseeren en zingen Mr. E. ELIAÖ. Paleiszaak nadert een voorloopig einde. Donderdag requisitoir. De behandeling van de Paleis voor Volksviyt- zaak blijft nog sleeds voortduren. In de giste ren gehouden zitting werden o.m. twee com missarissen gehoord Een van deze erkende geweten te hebben, dat er onregelmatigheden waren voorgekomen, doch. dat die zoo dicht bij lagen ontkende hij geweten te hebben. Hij vermoedde, dat deze van jaren her dateerden. Een van hen verklaarde, dat in de practijk alles op den directeur neerkwam. De president van de rechtbank verweet een van hen de balans en de andere bescheiden maar getee- kend t,e hebben zonder dat hij wist wat hij tcekendc. De president maakte er den com missarissen voorts ook een verwijt van, dat zij geen zorgvuldiger onderzoek hebben inge steld. temeer daar commissarissen eigenlijk sinds December 1933 wisten wat er aan de hand was Tenslotte werden de beide verdachten nog eens gehoord, doch zij bleven alle schuld ont kennen. De directeur zeide niet te hebben ge fraudeerd terwijl de gedetineerde commissa ris verklaarde op den directeur te hebben ver trouwd. op wien toch ook de andere commis sarissen hebben vertrouwd. Donderdag zal de officier van justitie requi sitoir nemen. Door onze lens gesnapt. Mr. A. J. Honig. Mr. A. J. Honig werd 27 Juli 1880 te Koog aan de Zaan geboren. Hij bezocht de Chr. school te Koog-Zaan dijk en daarna het Geref. Gymnasum te Amsterdam, waarna hij aldaar in de rechten studeerde aan de Gem. Univer siteit. In 1905 promoveerde hij tot doctor in de rechtswetenschappen Vervolgens was de heer Honig in de industrie werkzaam in de firma Adriaan Honig. In 1914 werd deze zaak de N.V. Oliefabrieken v.h. Adriaan Honig, met Mr. A. J. Honig als directeur. Gedurende eenige jaren was Mr. Honig lid van den Gemeenteraad van Koog aan de Zaan. Later vestigde hij zich te Heemstede, maar werd tengevolge van de annexatie Haar lemmer. Mr. Honig is voorzitter van het bestuur van het Chr. Lyceum alhier en president-kerk voogd der Ned Herv. Gemeente te Heemstede. In 1934 werd hij gekozen tot lid van Prov. Staten van Noord Holland als opvolger van wijlen Jhr. Mr. D. E. van Lennep; in 1935 werd hij in deze functie herkozen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1935 | | pagina 5