EINDELIJK THUIS.
De nieuwe burgemeester van Enkhuizen, de heer J. C. Haspels, is Vrijdag als
zoodanig geïnstalleerd. De feestelijke intocht
H. M. de Koningin en H. K. H. Prinses Juliana brachten Vrijdag een bezoek aan de tentoonstelling van Fransche kunst in
het Stedelijk Museum te Amsterdam. Een foto tijdens de bezichtiging der expositie
De voorbereidingen voor de verkiezingen in Engeland.
Drukte op een yerzendkantoor van een der groote partijen
Laval werd bij zijn vertrek naar Geneve
te Parijs door talrijke leden der Fran
sche regeering uitgeleide gedaan
Met ingang van
Vrijdag is een
nieuwe luchtlijn
van Londen naar
Amsterdam via
Antwerpen van de
Continental Air
ways geopend. Het
eerste toestel, de
.St. George op
Schiohol
De Chrysanthen doen hun intrede op de Parijsche
boulevards. Een uitstalling, die voor zich zelf spreekt
Het bezoek van H. M. de Koningin en H. K. H. Prinses Juliana aan de Chrysanten-
tentoonstelling te Aalsmeer. De vorstelijke bezoeksters bij het verlaten der expositie
De Chineesche sportvlieger Khouw Ke Hien en luitenant-vlieger Terluin
zijn Vrijdag weer van Schiphol op terugreis naar Java vertrokken. De twee
aviateurs even voor den start
FEUILLETON
Roman, door JOE LEDERER.
Vertaling van ELSA KAISER.
25)
Jeannine deed een stap vooruit. Haar knieën
knikten. Maar opeens verdween de opwinding.
Een koortsachtige dapperheid dreef haar voor-
i uit.
Met lange haastige stappen ging zij over den
drempel.
„Goeden avond!", zeide Jeannine. Niemand
antwoordde.
Eindelijk fluisterde Harald.
„Wat doe jij hier. Wat doe jij hier?"
Andy's gezicht dook op uit den vliegenden
nevel die de kamer vulde. Jeannine zag niets
dan dit grauwe vervallen gezicht. Zij dacht niet
na. alles gebeurde onder een verdoovende
dwang. Andy was in gevaar en zij moest hem
redden. Iets in haar bewustzijn was klaarwak
ker en overdacht in razenden haast.
„Heb ik je niet gezegd, Harald dat ik alles
nog eens overdenken wil voordat
Moeilijk zei hij: „Wat heb je mijIk be
grijp geen woord. Je moet weggaan. Weg van
hier".
„Harald wil je mij niet laten uitspreken?"
Haar oogen hingen groot en glanzend aan
Andy. Haar hart klopte of het zou barsten.
Maar dan was alles heel gemakkelijk en een
voudig.
Andy ik zal je alles uitleggen, ik heb Harald
voor den gek gehouden, ik heb hem een ver
haaltje op den mouw gespeld, opdat hij
De woorden rijden zich zonder haar toedoen
aan elkaar, zij hoorde zichzelf spreken, van
heel ver en toch erg duidelijk.
„Ik heb Harald voorgelogen, ik.... ik zou,
Ulla bij Mathieu ontmoet hebben, onder om
standigheden, die
„Kindje", zeide Harald. Hij keek van den één
naar den ander en stamelde bewonderend
„Dit meisje
Niemand lette op hem.
Jeannine zeide: „Ik wilde je terughebben,
Andy, tot eiken prijs. Je was imijn eigendom en
ik wilde je terughebben".
Jeannine staarde Andy in de oogen. Gelooft
hij mij. Gelooft hij mij?
En toen maakte ik mijn plan, hoe ik je van
Ulla kon scheiden. Het mocht niet van mij
uitgaan want dan zou je wantrouwend gewor
den zijn. Toen heb ik Harald mijn verhaal
voorgelogen, hij heeft mij geloofd en toen heb
ik hem eindelijk overreed zóó te doen alsof hij
zelf Ulla had gezien
„En?", vroeg Andy. Zijn stem was koud en
dreunend.
Eensklaps zag Jeannine niet enkel Andy, zij
zag de kamer, de bureaulamp, naast het raam
staat Ulla. Harald heeft den mond half open,
komiek is dat... En dar staat een schaal met
bloemen, kleine, violet, hoe heeten ze ook weer,
deze violette bloemen.
„En?"
Opeens begreep zij dat Andy haar geloofde.
Zij rilde. Wat zou zij nog zeggen, er was niets
meer te zeggen.
Jeannine schudde het hoofd en keek naar
den grond.
Ullla kwam langzaam naderbij, weifelend
trad zij in den lichtkring van de lamp. Zij zag
bleek, diepe schaduwen lagen om haar oogen.
Andy vroeg zich in wanhopigen toorn af,
hoe het mogelijk was dat iemand de hand op
hief tegen dit kind, het tvervolgde en met vuil
wierp.
Hij staarde Jeannine aan alsof hij haar nog
nooit had gezien.
„Hoeveel maskers heb je nog?" vroeg hij
fluisterend. „En wat zit er onder die maskers?
Men moet bang zijn voor jou, Jeannine"'.
Jeannine gaf geen antwoord, het scheen
haar alsof haar gedachten ver weg waren.
„Het verwondert mij dat je überhaupt den,
moed gevonden hebt, ten laatste de waarheid
te zeggen. Bedriegers zijn toch meestal laf
Maar dan verliet hem aijn kunstmatige
kalmte.
„Ik begrijp je niet, brachtt hij moeilijk uit.
„Zoo sluw, zoo verdorvenen nooit heb ik
iemand zoo vertrouwd als jou".
Moe zette Jeannine zich op een stoel
leuning.
„Andy ik heb verkeerd gedaan en het be
kend".
„Verkeerd", herhaalde Andy verachtelijk.
Harald kon het niet langer verdragen. Wilde
deze kerel nog rechter over Jeannine spelen?
Nu was het genoeg, nu
In dit oogenblik keek Jeannine hem aan.
Donkere teederheid en zwaarmoedigheid was
in haar blik, zwijgend glimlachte zij hem toe.
In dit uur had zij vrijwillig haar beeld in het
hart van den man dien zij liefhad verbrijzeld,
maar over hem heen, over offer en nood
lot heen, lachte zij den vriend van haar kin
derjaren toe.
Harald deed een stap vooruit, dan keerde hij
zich om en liep blindelings uit de kamer.
Andy keek hem na.
„Jij en je vriend", zeide hij sleepend.
„Ik en mijn vriend", herhaalde Jeannine. Zij
glimlachte nog steeds.
Ulla, lieveling, ik wil met Jeannine alleen
zijn, wil je ons een oogenblik alleen laten?"
Ulla kromp in elkaar. „Jullie zult je weer
verzoenen", stamelde zij.
De deur viel dicht. Zij waren alleen.
Een klok tikte hard en gelijkmoedig.
Jeannine kon het zwijg'en niet langer verdra
gen.
„Nu, Andy?", vroeg zij onzeker.
Hij zweeg nog steeds. De klok begon te slaan.
Het was vijf uur.
„Wat wilde je mij zeggen Andy?"
„Ik hoop niet dat wij elkaar terugzien".
Zij zat heel stil en peuterde dwaas aan haar
handschoenen. Eensklaps keek zij op.
„Het valt je gemakkelijk mij weg te sturen".
Hij zei: Jouw schuld als het mij gemakkelijk
valt",
Zij stond op en kon niets anders denken dan
dat zij te moe was om met hem te strijden.
Zijn domheid, zijn liefde en zijn onverzoenlijk
heid moe.
„Je hebt gelijk Andy, het is het beste dat
wij elkaar niet meer zien. Maar je moet mij
niet in zulk een vijandschap wegsturen. Als
eindelijk.
Hij kwam zoo vlug op haar toe, dat zij ter
zijde week. „Als je je wreken wilde voor het
verleden, dan zijn wij nu quite. En nu, ga daar
heen, waar je hoort, naar je vrienden. Laat
mij mijn leven leven en leef jij het jouwe".
Hij keerde zich om en ging naar het raam.
Jeannine staarde naar zijn smallen donke
ren rug.
„Andy!riep zij zacht.
„Ben je er nog altijd", zeide zijn stem.
Anton was bij Mathieu als chauffeur aan
gesteld, maar in waarheid was hij meisje voor
alles. Hij kookte, commandeerde de werkvrouw,
zorgde voor Mathieu's garderobe en hield hem
lastige bezoekers van het lijf.
Toen om acht uur de straatdeur-bel klin
gelde was hij juist tusschen allerlei koffers
bezig.
Uit de naaste kamer riep Mathieu:
„Er wordt gebeld!"
Anton zette zich zuchtend in beweging. Drie
uur voor het vertrek nog bezoek. Hij struikelde
over een stapel cahiers. Dwars over den drem
pel lagen golfstokken.
„Jij had niet open kunnen doen, hè!", knor
de hij in het voorbij rennen tegen de oude
Schultze. „En waar is de paraplu?"
„Zoek hem, kleine engel", spotte Schultze.
Zij was geen vroolijke ziel en dat Mathieu weg
ging, voelde zij als een persoonlijke krenking
Nu begon weer de betrekkingjacht. Vandaag
was de geheimraad, van wien de villa was, ge
weest en had de inventaris overgenomen. Slot,
uit, vanavond was de heerlijkheid ten ein-
Schultze stapte beleedigd den keuken bin.
nen om een kop koffie te drinken. Anton rend*
zonder paraplu door den tuin. Het sneeuwde
en regende. De modder spatte op zijn been«a
Zoo'n weer en nog twee koffers pakken, dia
Schultze steekt geen hand uit om het reis-
costuum klaar te leggen en
Naasti het tuinhek stond een donkere hoog.
beenige schaduw.
wenscht?" mompelde Anton.
Geen antwoord.
Anton gluurde door het hek. Wit gezicht
het haar kletsnat en verward.
Plotseling herkende hij haar.
„Mijnheer Corodi is thuis", stotterde hii
terwijl hij haastig het slot opende.
„Ja, is thuis, alstublieft, mejuffrouw...."
Zij liep heel langzaam, stap voor stap eet
keer bleef zij staan en hief het hoofd op alsoj
zij naar vreemde stemmen luisterde.
Anton opende opgewonden de huisdeur.
„Een oogenblik, mejuffrouw, ik
Het helle licht sporng haar pijnlijk in hel
gelaat.
Zij knipoogde verschrikt.
En toen stond opeens Mathieu in de gang.
Jeannine deed moeite om haar gedachten t
ordenen. Zij trok haar wenkbrauwen op en
keek ingespannen voor zich uit, nu moest men
toch iets zeggenals men een kennis zag.
Natuurlijk, nu viel het haar in, zij had toeb
dadelijk geweten dat zij er op zou komen: „Hoe
gaat het je, Mathieu?"
„Jeannine, Jeanninefluisterde Mathieu,
Plotseling was hij naast haar en zij hield zich
aan zijn arm vast.
„Ik kon toch niet toegeven dat het de waar
heid was", zeide Jeannine. „Hij is niet jong
meer en alleen en dit schepsel is zijn eenigen
droom. Mathieu ik zou een groote fout begaan
hebben als ik geluk had
Zij keek hem verward aan.
„Ja, zeide Mathieu toeder. „Ja, natuurlijk".
„Dat zou iedereen begrijpen".
(Slot yoigfcfc.