Aigemeene overeenstemming over de sancties. De tragedie der werkloosheid. Tandheelkundig Instituut GEHEEL GEBIT Is Makalle te houden? THIJS IJS EN DE KONINGSKROON DONDERDAG 7 NOVEMBER 1935 Regeeringen dienen hun uitvoer nauwkeurig te controleeren. Onderbreking van clearing- en betalingsovereenkomsten. Vandaag bezetting van Makalle? Een wereldvraagstuk vraagt om oplossing. Wijziging in onder Engelschen druk? Bij officieel decreet is gisteren plotseling wijziging gekomen in het poliliecomu)ando te Rome. In de plaats van Cocchia is Palma tot hoofdcommissaris van politie benoemd, aldus het A. N. P. Men brengt deze onverwachte mutatie in verband met de laatste anti-Engelsche betoo gingen. Men acht het namelijk geenszins uit gesloten, dat van Engelsche zijde er op gewe zen kan zijn, dat de politie bij sneller ingrij pen enkele incidenten "ui hebben kunnen voorkomen. China. Geruchten betreffende Engelsche leening tegen gesproken. De Britsche ambassadeur heeft den plaats- vervangenden Japanschen minister van bui- tenlandsche zaken. Sjigemitsoe, medegedeeld, dat Engeland geen leening aan de Xanking- regeering verstrekt heeft noch met Nanking over een dergelijke leening heeft onderhan deld. Engeland is niet door Nanking op de hoogte gesteld van de aangekondigde finan- cieele reorganisatie. Engelsche banken zijn echter bereid, een reorganisatie te steunen, wanneer daardoor kan worden bereikt, dat de financieele verhoudingen in China beter worden. Een der voorwaarden bij de Engelsche financieele politiek ten opzichte van China, aldus verklaarde de ambassadeur, is als altijd de samenwerking met Japan. Abessvivcrs verdrijven manschappen van Ras Koeksa. HAARLEM'S DAGBtAD RIJKSSTRAATWEG 16 HAARLEM N TELEF. 1 6 7 2 6 vanaf - met garantie, pijn- vo.nar j jj. 1oos trekken inbegr. BESLIST PIJNLOOZE BEHANDELING. Spreekuren alle werkdagen van 912 en 14 uur. Zater. 912 uur. Avo'ndspreekuren Dinsd., Woensd. en Donderd. v. 79 u. (Adv. Ingez. Med.) De geografische positie der stad. ADDIS ABEBA, Woensdagavond 6 Nov. Voor zoover ik heb kunnen nagaan, valt het te betwijfelen, of de Abessyniërs de verdedi ging van Makalle en het omliggende gebied zullen voortzetten. In de hoofdstad zijn de meeningen, zooals gewoonlijk, verdeeld. Geen twee officieele personen zijn het er over eens welke van de twee strategische plannen het meeste kans op succes biedt. Hoewel de Abessynische re geering zeer duidelijk geschrokken is van de snelheid, waarmede de Italianen kortgeleden zijn opgetrokken, is zij geneigd te gelooven, dat de vijand geholpen wordt door mede- deelingen van den overgeloopen generaal Ras Koeksa. Op het oogenblik hebben de Abessyniërs Makalle nog steeds in handen, maar te oordeelen naar mededeelingen uit de stad en uit het omliggende gebied, die ik dezen morgen heb ontvangen, lijkt het niet mogelijk, dat de Abessyniërs de verdediging vee! langer kunnen volhouden. Allerlei elkander tegensprekende geruchten zijn natuurlijk in omloop; het meest betrouw bare rapport oppert de gedachte dat de Abessyniërs niet van plan zijn de stad zelf te verdedigen, maar zich toe zullen leggen op het voortzetten van nachtelijke aanvallen op de Italiaansche troepen. Dit is een vorm van strijd voering, die de Abessyniërs zeer wel ligt. De volgende details, die ik vanmorgen heb kunnen verzamelen, geven een overzicht van de mogelijkheden, Makalle, dat zich verheugt in een merkwaardige aardrijkskundige ligging bevindt zich midden op een 2000 M. hoog Dlateau, dat even gelijkmatig is als een bil jarttafel. Dit plateau, waarop Makalle ligt als een knop op een schild, strekt zich vele mijlen noordwaarts uit; maar de stad wordt aan de zuid-oost, en westzijde verdedigd door een steilen rotswand en diepe ravijnen. Zij is het gemakkelijkst te bereiken van uit de richting van Adigrat, en dat is wat de Ita lianen gedaan hebben. Naar ik hoor, is het eveneens mogelijk de stad uit het noord oosten, de richting van Adoea, te bereiken, en het kan zijn. dat de Italianen versterkingen gereed houden langs dien kant. Het is on mogelijk de stad uit het zuid-oosten en zuid westen te bereiken, en aan den oostkant maakt een zware bebossching het zoo goed als ontoegankelijk. Deze zijde heeft echter één voordeel. Het bosch is daar zoo dicht, dat de schoten van de scherpschutters der troe pen van Ras Kassa en Ras Seyoem er weinig- kans hebben. Of de Abessyniërs in staat zul len zijn de Italianen tegen te houden, hangt volkomen af van de sterkte der Amessvr.ische froèpen op het plateau, die niet hekend is. Makalle is overigens, afgezien van zijn stra tegische positie van geen belang. Er staan twee steenen paleizen, een ervan is door de Ita lianen gebouwd, en de bevolking, die uit onge veer 50Ö0 man. bestaat, ligt verspreid over een gebied van bijna 4!2 K.M. (Auteursrecht Morningpost-A.N.P.) HERDENKINGSPLECHTIGHEID OP ZEB VOOR DE LUSITANIA. KINS ABE, 6 November. Aan boord van het bergingsvaartuig „Ophir" is boven de plaats, waar het wrak van de „Lusitania" ligt een herdenkingsplechtigheid gehouden, waar bij grafredevoeringen werden uitgesproken door Katholieke, Angiicaansche en Joodsche geestelijken. De Lord-mayor van Cork en de Amerikaansche consul van Queenstown, be nevens een aantal andere hoogwaardigheids bekleders waren bij de plechtigheid tegen woordig. (A.N.P.) Door wijlen ARTHUR HENDERSON. In dit artikel, dat hij kort voor zijn dood schreef, behandelt Arthur Henderson een vraagstuk, dat hem altijd na aan het hart heeft gelegen - de werkloosheid. Hij beschouwde het als een probleem van „niet-geprodu- ceerde rijkdommen en niet-verdeel- den vrijen li.id", dat voor een oplos sing zoowel nationale als internatio nale samenwerking vereischte. De werkloosheid groeit met de snelheid en zet door met de onvermijdelijkheid van een boosaardige ziekte, waartegen geen genees middel bestaat.Door geen grootsr tragedie wordt in deze dagen het menschelijk bestaan ver duisterd. In alle groote landen van de wereld heeft het kwaad wortel gescheten. Onder lede ren regeeringsvorm, hetzij monarchaal of re- publikeinsch, onder vrije democratie of ijzeren dictatorschap, heeft men er mee te maken; en noch een systeem van scherpe protectie, noch de vrijhandel is er in geslaagd dit kwaad uit te roeien. Het is een ziekte, die de sociale fundamenten der moderne beschaving dreigt te vernietigen. Het is een voortdurende bedreiging voor denklevens- en arbeidsstan- daard, die in het verleden ten koste van veel moeite en opofferingen-tot stand is gekomen. De sociale kosten der werkloosheid zijn ver reweg de zwaarste lasten, die van de gemeen schap als prijs voor haar stabiliteit en vei ligheid gevergd worden. Het behoort naast de kosten voor bewapening tot de groote posten op de nationale begroetingen en vormt het ernstigste van alle problemen, die in onze ge desorganiseerde en verwarde wereld om een oplossing vragen. In den loop der laatste jaren heeft de aard van het vraagstuk zich gewijzigd in den slechten zin des woords. Reeds voor den groo- ten oorlog was de werkloosheid een ernstig en ver-verspreid kwaad, maar toch zag zij er niet zoo onoplosbaar uit als thans. De werk loosheid was toen in ieder geval van kleiner omvang en liet zich als probleem beter be- heerschen. De voor-oorlogsche ervaring recht vaardigde het geloof, dat men de kwestie door middel van verzekering kon oplossen. In Enge land bijvoorbeeld bedroeg gedurende de vijf tig jaar voor den oorlog het aantal inge schreven werkioozen gemiddeld minder dan vijf I percent van de arbeidende klasse. Soms steeg net tot tien percent, maar dikwijls daalde het zelfs tot twee percent. En gedurende een zeke re periode volgde de werkloosheid een lijn,»die veronderstellen deed, dat zij in de goedgeor ganiseerde industrieën in ieder geval een ver zekerbaar risico vormde, waartegen maatre gelen konden worden genomen in de redelijke verwachting, dat het verzekeringsfonds solvent zou blijven. Tegelijkertijd zagen de staatslieden de mo gelijkheid onder oogen het vraagstuk dei- werkloosheid in zijn geheel uit den weg te rui men door het voeren van een constructieve politiek. De deskundigen waren van oordeel dat de werkloosheid ontstond door verande ringen in de reserve aan arbeid, door de on regelmatige ontwikkeling der industrieën en periodieke verstoringen in den handel. Een betere organisatie van de arbeidsmarkt, stich ting van arbeidsbeurzen en het voeren van een politiek, gericht op het uitvoeren van openbare werken, bedoeld om de vraag naar arbeid van de nationale en locale regeerings- autoriteiten in overeenstemming te brengen met de eischen der particuliere industrie, deze dingen werden als de meest geschikte maat regelen beschouwd. De na-oorlogsche werkloosheid echter heeft een te zwaren druk gelegd op het systeem der werkloosheidsverzekering. Het bleek, dat de chronische en abnormale werkloosheid onmo gelijk te bestrijden was met de methoden en middelen, die de situatie voor den oorlog bin nen de grenzen hadden gehouden. Om nog eens den toestand in Engeland tot voorbeeld te nemen: sinds 1921 leeft men hier in een crisisperiode met een werkloosheidscijfer, dat het gemiddelde van vóór den oorlog verre overtreft. In geen enkel jaar stond minder dan tien percent der verzekerde arbeiders bij de arbeidsbeurzen ingeschreven, uitgezonderd in eenige korte perioden van schijnbaar herstel, en de cijfers duiden op een voortdurende ver ergering van den toestand. Sinds 1929 is het aantal werkioozen in Engeland bijna verdub beld. Het bedraagt op het oogenblik 20 per cent der verzekerde arbeiders. De situatie in Engeland loopt parallel met die van andere industrielanden. Zonder uit zondering is in elk land de werkloosheid in omvang toegenomen. In vele landen is het to tale aantal arbeiders zonder loon en werk tweemaal zoo groot als tien jaar geleden. Vol gens betrouwbare schattingen bedraagt het aantal werkioozen op het oogenblik meer dan 25 millioen. In Duitschland, Engeland en de Vereenigde Staten tezamen zijn niet minder dan 15 millioen menschen buiten werk. Getallen van deze grootte leggen den na druk op den ernst dezer sociale tragedie, maar zijn niet voldoende om het karakter der economische ontwrichting, waarvan de werk loosheid een symptoom is, te identificeeren. Men kan niet langer ontkennen, dat het vraagstuk, waarmede we te maken hebben, uit diepere oorzaken voortkomt, dan totnog toe beseft is. Wij staan op het oogenblik te genover een nieuwen vorm van werkloosheid, die niet beschouwd kan worden als tijdelijk of toevallig, maar integendeel permanent en practisch universeel is. De oorzaak van dn verschijnsel moet niet gezocht worden in pe riodieke stoornissen in den handel of verkeer de verdeeling van den arbeid bij een vergelij king tusschen twee industrieën, maar in de verartderingen in het productiesysteem zelf. Eén kant van het huidige probleem verontrust ons het allermeeste en dat is de aanwezigheid in het leger werkioozen van een groeiend aan tal arbeiders, dat constant buiten werk is dag in dag uit, een vol jaar of langer. Deze. „vaste kern" in de werkloosheid wordt voort durend grooter. De gegevens der arbeidsbeur zen toonen dit feit aan. Mijns inziens kan het thans als bewezen worden geacht, dat de na-oorlogsche werk loosheid het gevolg is van de nieuwe economi sche krachten, wier bestaan we vóór den oorlog nauwelijks beseft hebben; De voornaam ste van deze nieuwe factoren daarvan ben ik overtuigd is de ontzaglijke ontwikkeling; der moderne productiemethoden van na den oorlog. Om een zin van onze Amerikaansche vrienden te gebruiken' het vraagstuk der werkloosheid is op het oogenblik eerder een technisch dan een politiek probleem; het komt met andere woorden niet voort uit het wezen der industrie en niet in de eerste plaats uit verstoorde politieke en economische toe standen ofschoon deze feiten ongetwijfeld het hunne hebben bijgedragen. In de moderne industrie werden de menschen door machines vervangen. Nieuwe processen, methoden en machinale verbeteringen, gecombineerd met wetenschappelijke leiding en een perfecte pro- 4 ductrietechniek, zijn de oorzaak van een te veel aan menschelijke arbeidskrachten gewor den; en tegelijkertijd faalde deze ontwikke ling in het vinden van nieuwe takken van handel en bezigheden, die de uitgeschakelde werkkrachten zouden kunnen absorbeeren. Wijlen Arthur Henderson. Als gevolg daarvan kunnen we naar mijn opvatting de werkloosheid onmogelijk be schouwen als een min of meer toevallig onder deel van het moderne industrieele systeem. Hij is een der economische en sociale gevolgen der economische en sociale productie en de juiste manier om dit vraagstuk onder de oogen te zien ligt in de erkenning van het feit, dat het in wezen de mogelijkheid tot grooter welstand, welvaart en meer vrijen tijd biedt. Inderdaad zou men de werkloosheid identiek kunnen noe men met niet-geproduceerde rijkdommen en niet-verdeelden vrijen tijd. De ontwikkeling der productietechniek verplicht ons tot het organiseeren van een betere en billijkere ver deeling van voedsel, kleeren, huizen en ge bruiksvoorwerpen, welke thans in overvloedige hoeveelheden ter bevrediging van ieder's be hoeften kunnen verkregen worden; en even eens vereischt de machinale productie een betere en billijkere verdeeling van het werk en den vrijen tijd. Uit dit gezichtspunt van een betere verdee ling van den potentieelen welstand, welken wij thans bezitten en een beter gebruik en distri butie van den vrijen tijd, moet het vraagstuk der werkloosheid worden aangepakt. Er moe ten natuurlijk maatregelen van allerlei aard worden genomen, wanneer men de massa werkloosheid van thans voorgoed wil uitban nen. Wat de verdeeling van potentieele, doch niet in het leven geroepen welvaart betreft, hierbij is de geldpolitiek en de controle op de prijzen van het hoogste gewicht. Vrijere uit wisseling van goederen tusschen de naties is een andere voorwaarde voor de sociale ge zondheid in een wereld, die door een nauw sluitend financieel en economisch netwerk wordt omgeven. Wat de verdeeling van den vrijen tijd aangaat, hier leidt de weg naar den vooruitgang ongetwijfeld in de richting van een korteren werkdag. Dit moet als behooren- de tot het gebied der internationale politiek worden beschouwd. Het is inderdaad duidelijk, dat de maatstaf van de werktijden en het loonsysteem, die in het verleden gold, thans op steeds grootere moeilijkheden stuit. Er zijn zelfs werkgevers, die zich op het standpunt stellen, dat er iets gedaan moet worden zoowel ter verkorting van den werkdag en -week als voor de vergrooting van de koopkracht der arbeiders, als gevolg van den groei van de productiecapaciteit der industrie. En natuurlijk zijn onmiddellijke stappen ter verbetering van de precaire situa tie en het in circulatie brengen van „bevro ren" geld van ontzaglijk nut voor de gemeen schap in haar geheel; op deze wijze worden de staten in de gelegenheid gesteld publieke werken te doen uitvoeren en over de geheele wereld een goed stelsel van sociale verzekering te vestigen ten behoeve van miliioenen zonder werk en loon, wier toestand met den dag hope- loozer wordt. (Nadruk verboden.) Wending in Berlijnsch deviezenproces. Nederlanders worden als getuigen gehoord. Het proces, dat wegens het smokkelen van deviezen Maandag voor het „Sondergericht" te Berlijn is begonnen tegen de eerste gene- raal-assistente en tegen de algemeen-econome der congregatie van de Zusters der Christelijke Liefde, alsmede tegen een viertal medeplich tigen, onder wie twee religieuzen, heeft plot seling een onverwachte wending genomen. De zusters, die onder leiding van den direc teur der Universum-bank dr. Hofius, op on wettige wijze de obligaties hebben opgekocht van de leening van een kwart millioen gulden, welke aij ten gunste van haar moederhuis te Paderborn in Nederland hadden geplaatst, hebben getracht gebruik te maken van de rechten tot het verkrijgen van amnestie, welke de Duitsche regeering heeft toegezegd aan al degenen, die de overtreding van de deviezen- bepalingen vrijwillig aangaven. De hiervoor te vervullen formaliteiten lieten zij echter zoo verdedigden de zusters zich over aan genoemden dr. Hofius. Later is gebleken, dat de gedane opgaven vervalscht waren. De rechtbank moet nu uit maken of de zusters werkelijk te goeder trouw waren en slechts de dupe zijn geworden van dr. Hofius' practijken. dan wel of zij bewust de handteekeningen plaatsten, welke onder de valsche aangiften staan. De openbare aanklager, dr. Blasius, gaf Woensdagmiddag onverwacht op duidelijke wijze te kennen, dat hij van de schuld der zusters op zijn minst niet overtuigd was. Hij vroeg verdaging van het proces om als getuigen te hooren den Amsterdamschen ban kier A. G. en den directeur van de; Neder- landsche Landbouwbank, den heer S Een der deskundigen zeide tijdens een be zoek te Amsterdam vernomen te hebben, dat niemand in de Nederlandsche bankwereld bereid zou zijn in de deviezenprocessen aLs getuige op te treden. Niettemin besloot de rechtbank, genoemde heeren uit te noodigen- naar Berlijn te komen om in deze zaak als getuigen te worden- ge hoord. (A.NP.) Te Genève is thans aigemeene overeenstemming bereikt in zake alle nog niet opgeloste sanctie-aangele genheden. Ten aanzien van de kwestie van het transito-verkeer heeft de bevoegde sub-commissie de Coördinatiecommis sie een uitgewerkte ontwerp-resoiu- tie voorgelegd,, waarin de regeeringen worden opgewekt de noodige maatre gelen te treffgen om met alle ten dienste staande middelen het werke lijke doel van alle producten te con- tröleeren, van welke de uitvoer naar Italië of de Italiaansche bezittingen verboden is. De staten, die voor den uitvoer de zer producten niet direct een maxi mum vaststellen, moeten den omvang en de bestemming van den uitvoer voortdurend contröleeren. In de resolutie betreffende de> clearing- overeenkomsten wordt voorgesteld, dat de regeeringen van 18 November af het tijd stip van het van kracht worden der finan cieele en economische sancties geen nieu we betalingen in lires op Italiaansche clea- ringrekeningen voor exporten naar Italië mo gen aanvaarden. Derhalve moeten zij, voor zoover noodig, de uitvoering van alle even- tueele clearing- of betalingsovereenkomsten met Italië onderbreken en wel op zijn laatst op 18 Novembear. Eventueel moeten zij de noodige bepalingen opstellen, dat die impor teurs. die nog onbetaalde Italiaansche goede ren ontvangen hebben of nog ontvangen, de betaling daarvan storten in een nationale kas. De gelden van deze kas zouden dan wor den gebruikt voor het vereffenen van de vor deringen der exportfirma's. In de resolutie betreffende de loopende contracten zijn voorloopig slechts de vol gende richtlijnen opgesteld: 1. Uitzonderingen kunnen alleen in geval van contracten toegestaan worden, die ge sloten zijn door een staat of door instellin gen onder staatscontrole of voor rekening daarvan en die betrekking hebben op goede ren. die voor den betrokken importeerenden staat van essentieele beteekenis zijn. 2. Minstens 20 pet. van den in het contract bepaalden totalen prijs moet voor 19 Oc tober betaald zijn. 3. Met verdragen, waarin een betaling in goederen staat opgenomen, welker export naar Italië volgens voorstel 4 verboden is, kan geen rekening worden gehouden. 4. De regeeringen moeten de subcommissie der sanctieconferentie voor economische problemen op zijn laatst op 10 November uit voerige inlichtingen doen toekomen over ieder Icopend contract. Deze inlichtingen moeten uitgebreid worden tot de soort der goederen, het verschuldigde totale bedrag, het op 19 October reeds betaalde gedeelte van het be drag en het op 10 November nog verschuldigde bedrag. De commissie zal dan uiterlijk 12 November de lijsten der contracten opmaken waarvoor haar een uitzonderingsbehandelmg gerechtvaardigd schijnt. De werkcommissie heeft bovendien in een resolutie de boycot van Italiaansche produc ten aldus geïnterpreteerd, dat het invoer verbod geen betrekking zal hebben op boeken, dagbladen, tijdschriften, kaarten en carto- praphische werken, noch op gedrukte of ge graveerde biljetten. De werkcommissie heeft ten slotte besluiten genomen betreffende de samenstelling van de subcommissie voor de uitvoering der sancties, die van 18 November af permanent bijeen zal zijn. Daartoe zullen behooren: Sovjet-Rusland. Spanje. Polen. Zuid-S!avië. Roemenië. Griekenland. Zwe den. Turkije en Zwitserland. Italië. politiecommando ANP. meldt uit Addis Abeba, 6 November: Men acht het niet on mogelijk dat de Italianen morgen Ma kalle zullen bezetten en hun troepen, welke in het Noorden Abessynië zijn binnengerukt, zullen dan een gebied van een diepte van ongeveer 175 K.M. hebben bezet De regeering heeft vandaag medegedeeld, dat het detachement, dat is aangewezen voor den Italiaanschen opmarsch, in hoofdzaak uit bewoners van Eritrea bestaat, die onder lei ding staan van Gras Nadsj Zagaye en gisteren bij Makalle zijn aangekomen. Gedurende den nacht zijn Abessynische krijgers de stad bin nengedrongen en zij hebben er de Italianen uit verdreven. Aan Italiaansche zijde bleven tien dooden achter en vier gewonden, aan de zijde der Abessyniërs twee dooden en twee ;ewonden. Makalle bevindt zich dan ook nog in handen der Abessyniërs, doch de bezetting is zoo ge ring, dat zij het terrein zullen ontruimen, wan neer een nieuwe' Italiaansche aanval met een grooter aantal strijdkrachten zal worden in gezet. Deze aanval nu wordt morgen verwacht. Het detachement, dat gisteren Makalle heeft ingenomen en er vervolgens weer uit werd verdreven, behoorde tot de troepen van Haile Selassie Koeksa, die zooals men weet naar Italiaansche zijde is overgeloopen. De ver kenningsvluchten der Italianen duren voort. In een uitgegeven oorlogsbulletin wordt er melding van gemaakt dat een afdeeling Abessyniërs, toen deze door een groote groep Italianen werd aangevallen, één man hebben achtergelaten, die gewapend met een machi negeweer zijn geheelen voorraad, bestaande uit 400 patronen verschoot, het wapen vervolgens brak en erin slaagde te ontkomen. Deze man zal wegens zijn dapperheid door den Negus worden gedecoreerd. Dit geschiedde bij de Webbe Sjebelli. Tijdens een luchtaanval op 2 November zijn 45 vrouwen en kinderen gedood en vijf Abes synische krijgers gewond, van wie vijf hun dienst konden hervatten. Mededeelingen van den Negus. Negus Haile Selassie heeft den vertegen woordiger van het D.N.B. in audiëntie ontvan gen en hem een aantal inlichtingen over den militairen toestand gegeven. O.a. verklaarde de Negus, dat de Italianen hun opriiarsch aan de grenzen hebben voltrokken en thans verder voortdringen, terwijl de Abessynische strijd macht nog opmarcheert. De verschillende legers betrekken de hun toegewezen stellingen te voet, met paarden of muildieren, aangezien hun geen treinen ter beschikking staan. De eerste aanval van de Italianen deed hen voört- clringen tot cle lijn AksoemAdoeaAdigrat. Zij konden deze 30 K.M. breede strook terrein zonder groote moeilijkheden bezetten, omdat op mijn bevel de troepen teruggetrokken wa ren. Tenslotte stieten de Italianen evenwei op de achterhoede van de Etiopiërs, welke den terugtocht dekte. De Italianen doen hun op marsch gepaard gaan aan bombardementen vanuit vliegtuigen, en door artillerie. Zij heb ben zich thans in genoemde linie verschanst. Aan het Zuidelijk front. Aan het Zuidfront hebben de Italianen de lijn Wal-WalGelediGerlogubi niet over schreden, Gorahai bevindt zich nog in Abes- synisch bezit. De Italiaansche actie in het Danakil-gebied is vrijwel waardeloos. Met groote opmerkzaamheid volgt Ethiopië den aanleg van nieuwe vliegvelden door de Italia nen, vooral die, welke dienen tot steunpunt voor bommenwerpers, hetgeen erop wijst, dat binnenkort een aanval op de spoorlijn Dzji- boetiAddis Abeba zal worden gedaan. De ver liezen van Etiopië zijn nog niet bekend, aange zien elke telegrafische verbinding met de hoofdstad ontbreekt, en de berichten dus lang zaam binnenkomen. ONZE DACELIJKSCHE KINDERVERTELLING Als Thijs ziet, dat hij den waren koning van Hozomaan gevonden heeft, roept hij alle leden van de hofhouding bij elkaar. „Houd maar op met zoeken," roept hij. „Hier staat jullie vorst, de vorige koning was de ware niet. hij kwam wederrechtelijk op den troon!" Soldaten, bedienden, raadslieden, alles stroomt toe om den nieu wen vorst eerbied te betuigen. „Welkom, Heer, in het rijk van Hozomaan," klinkt het van alle kanten. „Die zaak is in orde." denkt Thijs bij zichzelf en voor iemand er iets van merkt, is hij al uit het paleis verdwenenop nieuwe avonturen uit. Want. Thijs beleeft nog een heeleboel meer. Dat zul je spoedig ervaren.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1935 | | pagina 6