BUZIAU. BIOSCOPEN. Radiomuziek der week ZATE R D A G 9 NOVEMBER 1935 HA'ARK EM'S DAGBEAD 9 HET TOONEEL. BIJ ZIJN 40-JARIC JUBILEUM. Maandag 18 November zal Buziau ook hier zijn jubileum vieren. Dien avond zal onze gemeentelijke Concertzaal te klein zijn, want Buziau is te Haarlem evenals overal in ons land populair als weinig anderen. En wanneer iemand zijn populariteit verdiend heeft, dan is het zeker wel deze Koning van den lach, die honderd duizenden Nederlanders telkens weer één avond in het jaar al hun zorgen doet vergeten. Eenige jaren geleden, toen Henri ter Hall nog aan het hoofd van het revuegezelschap stond, waaraan Buziau verbonden was, schreef ik eens in een kritiek: „Wat zou de revue van Ter Hall zonder Buziau zijn? Meer dan alle kleurrijke, schitterende finales te zamen, meer dan de rijkste aankleeding is voor Ter ■Hall de medewerking van dezen enkelen komiek waard. Ja, eigenlijk is de revue van Ter Hall zoo langzamerhand de revue van Buziau geworden". Ter Hall nam mij deze opmerking nog al kwalijk en schreef mij naar aanleiding ervan zelfs een boozen brief. En toch is het dezen zomer bewezen, dat ik volkomen gelijk had. Onder de directie van de Bouwmeesteres eerst van Louis Jr. en thans van mevrouw Bouwmeester is de aankleeding er zeker niet minder op geworden en aan het gehee: wordt evenveel, zoo niet meer zorg nog be steed dan in den tijd van Ter Hall, maar toen Buziau in Juli tengevolge van een on geluk eenige weken het bed moest houden en niet meer kon optreden, heeft het revue gezelschap onmidellijk vacandtie genomen en is pas weer begonnen te spelen, zoodra Buziau hersteld was. De directie begreep zeer goed, dat zonder Buziau de revue voor het publiek alle attractie zou hebben verloren. Wat er om Buziau gebeurt, is feitelijk enkel franje. Neem al die franje desnoods weg en het publiek zal nog- komen, want om Buziau en hem alleen gaat men naar de Bouwmeester revue. Hiermee bedoel ik geen kleineering voor den arbeid van mevrouw Bouwmeester. Allerminst! Ik heb alle respect voor haar werk, maar het persoonlijke in haar revues kan niemand anders dan Buziau geven. Dat haar revues elk jaar weer alle andere revues ver en ver overtreffen, is niet te danken aan de fantastische aankleeding, niet aan het ballet of de ..girls", niet aan de zangers en de vrouwelijke revue-sterren, ook niet aan Sem Nieuwenhuyzen of wie er verder in medewerken, maar aan Buziau alleen. Als komiek is hij in ons land, ja, voor zoover lk weet. ook buiten Nederland onovertroffen. Ik heb Crock, die den naam heeft de grootste clown in de wereld te zijn, eenige malen gezien, maar zonder eenige reserves durf ik hier verklaren, dat Buziau in komische kracht ver boven hem uitgaat. Ik ben er dan ook zeker van, dat onze Holandsche komiek, wanneer hij Thalia behoede er ons voor! Parijs, Londen of New York eens boven ons land zou verkiezen, hij binnen enkele maan den een naam zou hebben veel grooter dan Crock. Misschien zal men mij tegenwerpen, dat Buziau geen clown is. Ik geef het onmiddellijk toe, hij is veel en veel meer. maar toch is de vergelijking gerechtvaardigd, omdat hij als komiek in de revue door zijn grime en zijn mimiek en zijn wijze van spreken aan den „excentric clown" doet denken. Het strakke, clowneske masker met het dwaze roode stompje neus behoort geheel bij Buziau. Die grime versterkt vooral in groote zalen zijn mimische uitdrukkingswijze en werkt op eenzelfde manier als bij den clown. Maar wat hij geeft, gaat ver boven het gewoon clowneske uit, omdat hij een waarachtig kun stenaar is. Zijn plastisch en mimisch talent is onge ëvenaard. Zoodra hij op het tooneel ver schijnt, voelt men onmiddellijk: daar staat een begenadigd komiek. Herinnert u zich nog zijn opkomst in de revue Champagne van eenige jaren geleden, toen hij in de ge daante van Fharao Menes I uit een sar- cophaag te voorschijn trad? Vier mummies waren voor hem uit hun sarcophaag gekro pen, maar men lette er nauwelijks oo; zij bleven even dcod als in hun kist. Zoodra verscheen niet Buziau. hevig eesticuleerer.d en druk bezig de mot uit zijn 5000 jaren cud keizerspak te verdrijven en met zijn oogen knipperend tegen het voor hem zoo onge wone licht, of de zaal lag in katzwijm. Ook al zouden wij Buziau nooit hebben gezien, dan zouden wij dadehik door die entree al leen hebben gevoeld, dat daar een ras-artist voor ons stond. Buziau domineert met zijn krachtig, ko misch talent zoo stei'k, dat hij alle anderen om hem heen totaal wegspeelt. Men let op niemand anders meer dan op Buziau, merkt nauwelijks zelfs, dat er ook nog anderen op het tooneel staan. Alle aandacht concen treert zich uitsluitend en alleen op hem. Bij het tooneel zou dat funest ziïn, bii de revue is het 'n deugd. Buziau toont zich steeds weer een komische kracht van aparte orde. Onder alle revue-komieken, die Nederland in de laatste 50 iaar gehad heeft, is er maar één geweest Michel Solzer, de onvergete lijke Flip uit de Revue Artistioue in de Vic dien men met hem zou kunnen vergelij ken. Zie, hoe Buziau geheel alleen op het too neel, enkel door zijn weergaloos mimisch ta lent een stampvolle zaal tot lachsalvo's weet te brengen en dat zonder een woord te spre ken. zonder één gebaar zelfs, alleen door zijn gelaatsexpressie, let er op hoe zijn ge zicht geleidelijk van starre verbazing in een onnoozelen laoh en omgekeerd over gaat! Dat getuigt alleen reeds van een zeer bijzondere komische gave. Hoor .hoe hij telkens gevarieerd een zinnetje ais ..De vent heeft tóch gelijk!" of „Waarom lachen jullie toch., toch, lui?" de zaal ingooit, altijd anders en weer raak en onweerstaanbaar grappig. Dat doet niemand hem na. En wie weet zulke entrees te maken als Buziau? Elke entree als kellner, Chinees, billardspeler, pharao, dirigent, volksredenaar, tramconducteur, aapjeskoetsier, chauffeur, noem de tientallen gedaanten, waarin hij in zijn sketches ten tooneele verscheen maar op heeft steeds weer een uitbundig succes. En waardoor? Men kan het nauwelijks verklaren, maar het is steeds zoo zuiver vastgelegd, zoo sterk gefixeerd, dat het onfeilbaar is in zijn werking. En welk een acteur ook is deze komiek! Denkt u maar eens aan zijn twee redenaars, den conservatief en den communist- of aan zijn kellner in de revue Turf in je Ransel. Ik zie hem nog met ?ijn servet over den arm zijn repetitie houden, en daarna luisteren en mee leven met het verhaal van den mandie er niet was. Leek het niet, of die leege stoel ging leven, alleen door de wijze, waarop Buziau reageerde op alle handelingen van den denkbeeldigen gast. Dat was kortweg phenomi- naal van spel. In elke nieuwe revue verrast hij weer door zijn nieuwe vondsten, door de variaties, die hij in de door hem vastgelegde types weet te brengen, de zekerheid, waarmee hij al zijn effecten weet te bereiken. Nooit is Buziau ook al heeft hij niet te spelen er uit, altijd blijft hij deelnemen aan de handeling. En ver geten wij ook niet te zeggen, dat Buziau nooit zooals zoo vele revue-komieken grof wordt. Men behoeft zich over zijn lach om dezen begenadigden artist nimmer te schamen. Buziau, zooals men hem op het tooneel ziet. Buziau is een komiek, die de revue in Ne derland op een uitzonderlijk hoog plan heeft gebracht, want zijn optreden beteekent altijd meer dan vermaak alleen: het is kunst. En wanneer wij hem de volgende week te Haar lem huldigen, dan is het met groote dankbaar heid voor de vele vreugde en het genot, ons door hem geschonken. J. B. SCHUIL. LUXOR THEATER. Wedloop met Amor. Clark Gable is een charmante man, Joan Crawford heeft oogen waarmee ze wat doen kan en Robert Montgomery is ook geen kwa jongen. Gedrieën vertolken zij de hoofdrollen in „Wedloop met Amor". Gable is ook inder daad de charmante, Joan Crawford had eigenlijk nog veel meer met haar oogen kunnen doen en Montgomery slaat uiteinde lijk toch nog een figuur als een kwajongen. 't Is weer een Amerikaantje, deze „Wedloop met Amor". Een mentaliteit die de onze onmogelijk kan zijn, doch waarop men zich, wil men lachen, wel kan instellen. De film heeft waarlijk erg ko mische momen ten. Een fiksche nachtpon-brand van den verleide- lijken ontvoer der, die niest en pijn heeft overal, is een van de aardige oogen- blikken. De meeting van de vrouwelijke rivalen doet Joan Crawford van haar beste zijde kennen, oogen fonkelend en wangenlachend. „Wedloop met Robert Montgomery, wiens Amor" moet men nachtpon In brand raakt.... niet critisch be schouwen. Het is voor de aardigheid dat men gaat zien. Een film die geen andere aspiraties heeft en ook niet mag hebben, dan het be zorgen van een vroolijke bui. Vergelijkingen met een andere film. waarin Gable zoo'n succes geoogst heeft, „It happened one night", gaan niet op. Dat was een film waarin beheersching van onderwerp en fijn heid van uitvoering tot in de perfectie waren uitgevoerd. Van „Wedloop met Amor" kan men dat niet zeggen. Het slot bijvoorbeeld ls soms meer een klucht eigen dan een komische film en de onwaarschijnlijkheid van een en ander is soms toch wel eens wat bar. Maar zooals gezegd is: geen critische be schouwing. Wilt u lachen zonder er bij te moeten denken? Gable, Crawford en Mont gomery zullen ervoor zorgen. „Wedloop met Amor" haalt de plooi uit uw strakke wangen en zeer zeker wedloont u mee. Het mag soms op een hordenloop li.iken, met struikelingen het einde is goed! Want het is een Ameri kaantje! Poes, muis, rat in kleuren. Dat is de teeken film van de muizenfamilie in feestroes. Een andere film uit het voorprogram, Ame- rikaansch veaudeville, neemt veel kostbaren tijd in beslag, waarin wij liever een ouder- wetsche twee-acter zagen dan het eeuwig step-dance en liedjes-gekweel van onbeken den. Als dit genre een voorname plaats in ons voorprogram moet gaan innemen, zou dat zeker geen aanbeveling zijn voor het bioscoop leven in het algemeen. Een uitgebreide nieuwsdienst uit het bin nen- en buitenland wordt door de journaals verzorgd, waarmee den bezoekers bijzondere actualiteiten worden geboden. ZONDAGMIDDAGCONCERT DER H. O. V. Guus Max, soliste. Voor het middagconcert op Zondag a.s. heeft de H. O. V. de medewerking verkregen van de Haarlemsche zangeres Mej. Guus Max die twee aria's zal zingen nl. „Che Faro senza euridice" van von Glück en ,,Mon coeur s'ouvre a ta voix" van Saint-Saëns. Het pro gramma van dien middag vermeldt verder: Ouverture Egmont. Eine kleine Nachtmusik. Arlésienne No. 1, en als slot de ouverture Le Carnaval Romain. FRANS HALS THEATER. „Ruggles dient twee heeren". een kostelijke film met Charles Laughton. 'Charles Laughton als komiek! De man, wiens knappe creatie van den Nero in „Het teeken des Kruises" ons nog versch in het geheugen ligt, thans als partner van den pias Charlie Ruggles. En wat voor een part ner! De rustige, zwijgzame figuur van Char les Laughton beheerscht deze film van de eerste tot de laatste scène. Zijn fijne humor in woord en gebaar is het. dat het zien van deze comedie tot een zoo intens genoegen maakt. Laughton ontmoeten wij hier als butler van een Britschen Lord en hij verricht zijn werk met heel de pijnlijke nauwgezet heid en vormelijkheid, die in een dergelijke oer-conventioneele omgeving vereischt wordt. Het is geen menssch meer. deze butler. Het is een feilloos werkende machine, waaruit alle menschelijke symptomen geweken schijnen te zijn. Maar dan komt de ommekeer. De adellijke Brit heeft bij wijze van „bluf" zijn bediende tot inzet van een spelletje bridge gemaakt en.... dien inzet verloren. De nieuwe meester van Ruggles den butler is een Amerikaan, die de heele society aan zijn laars lapt en zijn bediende als zijn vriend en gelijke wenscht te beschouwen, ondanks de andere opvattingen, die zijn echtgenoote op dit punt er op na houdt. Een geleidelijke metamorfose voltrekt zich in Ruggles, hij wordt meer mensch en minder machine, een overgang, die Laughton op meesterlijke wijze tot uitbeelding brengt. Dan volgt de overtocht naar de nieuwe wereld aan gene zijde van den Oceaan. Weer is hij butler in een vormelijke omgeving, maar buiten haar grenzen ontwik kelt Ruggles zich langzaam tot een echten Amerikaan. Een conflict brengt hem buiter voorkennis van zijn heer op straat en van dat oogenblik af volgt hij zijn eigen zinnen Ruggles neemt initiatief. Ruggles wordt een persoonlijkheid! Met de beginselen van Lin coln voor oogen begint hy een nieuw leven. De Ruggles aan het einde van de film vormt wel het scherpste contrast, dat men zich den ken kan met het willooze wezen uit het be gin der geschiedenis. Uitvoeriger willen we op den loop der handeling niet ingaan. Wie er meer van wil weten, hij bezoeke in deze film- week het Frans Hals Theater en geniete van het oostelijke spel van Laughton. Naast laatstgenoemde verschijnen op het doek nog eenige andere geroutineerde krach ten, die gememoreerd dienen te worden en wel in de eerste plaats Charlie Ruggles in de clowneske rol van den vrijbuiter-achtigen Amerikaan, verder Zasu Pitts en Maria Bo- land. „Ruggles of red Gap" behoort ongetwijfeld tot de beste komische films van den laatsten tijd. zend kippenvellen, der honderd griezels, van den wind en den storm in den nacht van den moord? Van het gegier rondom het hotel, waarin Jean Muir en Ricardo Cortez samen zoeken naar de Waarheid met de groote 0W. Dit is geen film voor hen, die bij het naar huis gaan achter eiken boom een schot ver wachten en thuis eerst onderzoeken of er geen vergif in de thee is gedaan. Neen, deze film is slechts toegankelijk voor hen, die dokters- bewijzen kunnen overleggen dat zij in het bezit zijn van stalen zeuven. Alleen voor hen die met ijzige kalmte de verloofde van de dienstbode kunnen zien vermoorden, omdat zij weten dat de erfenis zal komen aan haar, die haar leven ervoor zou hebben willen ge ven. Denkt u aan de slotkus? Zoo zou de reclame voor deze film geleid kunnen worden. Doch in alle ernst: er ls veel van waar. Mignon G. Eberhart's boek heeft in deze film een zeer goede uitbeelding gevonden en wanneer men een werkelijk spannende film wil zien, zoo een van het type dat film ge worden is alleen en uitsluitend om de toe schouwers in spanning te doen leven, dan zal De witte Papegaai zeker groote voldoening schenken. Er is handeling. Veel handeling en elk beeld is er weer opgericht om de situatie te redden 'of om de zaak nog een beetje hopeloozer in de war te stui*en). De witte papegaai krast. Maar de schuldige was ook zonder dat beest wel gevonden. (In ieder geval heeft 't aan een mooien titel ge holpen en dat is ook wat waard). Het voorprogramma heeft wereldnieuws, waaronder men dus het eigen land ook gelie ve te verstaan, een aardige gekleurde teeken film, van een tijger die een hond is en een tijger die een tijger is en ten slotte een film, die maar weer gemaakt is om te pas en te onpas, maar eigenlijk alleen maar te onpas, liedjes te laten zingen en beenen te laten zwaaien, zijnde zang en dans uit Amerika. Een extra waardeering verdient de jeugdi ge variété-artiste die blijk geeft van veel enthousiasme en een groote vaardigheid in het balanceeren. Haar verrichtingen van vang en evenwichtskunst behoort men met meer dan oppervlakkige belangstelling te aan schouwen. Charles Langhton en Charlie Ruggles aan den boemel in „Ruggles dient twee heeren". Voor het hoofdnummer gaat o.a. een kort film je, waarvan Kees Pruis het middenpunt vormt. Het geval speelt zich nu af in een auto bus met een vrouwelijke conducteur. Kees wijdt haar zijn liedeke „Zus uit de autobus" en het duurt niet lang of alle passagiers zin gen uit volle borst mee.. Een grappig inter mezzo. Het overige deel van hét voorprogramma bevat het gebruikelijke journaal, waarin o.a. het huwelijk van den hertog van Gloucester is opgenomen, en een nieuw amusant avontuur van Popeye, den zeeman. CINEMA PALACE De witte oaue^aai Jean lVlUu" ca irtèalruo t,»!' in „De witte papegaai" Een schot, een dichtslaande deur, doovend licht, een duistere schaduw, een donkere nacht, een erfenis, een liefde, haat, geldzucht, huichelarij, angst, geheimen, vervolgingen, mystificaties, complotten, indringing, inslui ping, worstelingen, hoongelach, verdenkingen, onschuldig-verklaringen. bewakingen, onder vragingen, een dolk. een revolver, twee, drie of vier moorden, geheime bergplaatsen, ge heime kamersen een kus als lsot. Wie herkent hieruit niet de film der dui- EEN VOORBESPREKING DOOR KAREL DE JONC Op het concert der Haarlemsche Bachver- eeniging van 5 November j.l. heeft Van Anrooy een buitengewoon indrukwekkende vertolking van Brahms' Haydn-Variaties ge geven. Het zal wellicht menigeen, die niet in de gelegenheid was, dat concert bij te wonen genoegen doen dat ditzelfde werk in de radioprogramma's der komende week niet minder dan drie maal vermeld wordt: Dins dagavond zal het door Warschau en Bero- münster, Woensdagavond door Boedapest worden uitgezonden. Men heeft dus alle ge legenheid om het grondig te leeren kennen, zij het dan ook niet in Van Anrooy's onover trefbare interpretatie. Voor een grondig ken nen is herhaald hooren noodig, want de schoonheden van Brahms' muziek liggen ten deele althans niet aan de oppervlakte. Zoo doen in deze Variaties de bekoring van de melodische lijnen en van den orkestralen klank zich ook bij een eerste auditie gelden, maar er zit nog meer in, en -dat willen we hier in 't kort nagaan. Het thema van het in 1874 verschenen werk is ontleend aan een ongedrukt Divertimento voor blaasinstrumenten van Haydn en heet „Koraal St. Antoni". De eerste variatie grijpt terstond op de slotmaten van het thema, de vijfmaal achtereenklinkende grondtoon bes terug: daartegen spelen de strijkers dooreen- geslingerde guirlandes in achtsten en triolen, 'n bij Brahms veel voorkomende polyrythmiek. Ook in de tweede variatie ontbreken die niet, maar hier omspelen ze een marschachtigen rythmus; bovendien is de toonsoort mineur geworden. Lieflijkheid is 't kenmerk der derde variatie, die weer in majeur staat en waarin de hobo's, de clarinetten en de hoorns bij zonder dankbare obligat partijen hebben. De vierde variatie (bes min.) heeft een me lancholiek en klagend karakter en daarbij 'n merkwaardige structuur: tegen de gegeven melodie klinkt een bewegelijker stem als contrapunt, eerst, er onder, dan, bij de her haling, er boven en wel een octaaf plus een kwint (duodecime) hooger dan de eerste maal; het begint de eerste keer met bes, de tweede met f. Men noemt zooiets „dubbel contrapunt in de duodecime". Het behoeft geen betoog, dat niet elke willekeurige tegenstem zich voor een dergelijke dubbele aanwending leent, ten minste niet, als de componist gruwelijke samenklanken vermijden wil wat in de moderne muziek niet altijd het geval is en dat er dus bij de compositie terstond rekening mee moet worden gehouden. Bij de vijfde variatie slaat de stemming geheel om tot uiterste bewegelijkheid en vroolijkheid; in een snelle zesachtste maat lacht en schertst alles; dat stoeit en springt heen en weer en verdwijnt plotseling in het niet. De eenzame hoorns zijn door dat levendige tafereel blijk baar aangestoken; Immers zij openen de zesde variatie met een druk gesnater en de andere instrumenten antwoorden daarop in denzelfden stijl. De zevende variatie is vol bevalligheid: een melodie in een rythme, dat aan een Siciliano doet denken, stelt zich tegenover een andere, die aan het thema van Reger's Hillervanaties herinnert. Dan komt de achtste variatie als een mysbisch-fantas- tische verschijning, spookachtig ijlen de stem men voort; bij eenige oplettendheid bemerkt de hoorder dat de tweede inzet de omkeering ondersteboven van de eerste vormt en dat we hier dus met een canon in de om keering te doen hebben. Hiermee zijn de eigenlijke variaties ten einde; de Finale, die dan volgt is echter op zich zelve ook een reeks variaties op een zich steeds gelijkblij vende bas „basso ostinato" die uit de eerste vijf maten van het thema gevormd is. Op die bas heeft de componist met groote kennis een stuk gebouwd dat na allerlei wis selingen in een grootsche stijging naar het einde voert. In dat op. 56 van Brahms, dat door den componist ook voor twee klavieren bewerkt is. vereenigt zich een soevereine heer schappij over alle technische middelen met 'n zeldzame constructieve gave van de fantasie, om een geheel volmaakt kunstwerk van de hoogste eigenaardigheid voort te brengen. Ieder der acht variaties toont het thema in een nieuw licht en een eigen geest". Tot de curiositeiten van de programma's dezer week behoort de plaatsing van César Franck's Symphonie op het Woensdagavond programma van Stuttgart onder het op schrift: „Werken van Jonge Duitsche Com ponisten". Misschien is deze gelijkschakeling niet bedoeld en als ze wél bedoeld mocht zijn. zal ze buiten Duitschland moeilijk iemand overtuigen. Franck was van geboorte Luike naar en heeft zijn opleiding te Parijs gehad waar hij het grootste deel van zijn leven ge woond en gewerkt heeft. En nu moge zijn harmoniek sterk den invloed van Wagner toonen: toch gaat het evenmin aan hem bij de Duitsche componisten in to lijven als hei 'n twintal jaren geleden aanging, A'dam. Den Haag en Rotterdam Duitsche steden te noe men, omdat daar vele Duitschers woonden. En dat is toch heusch gebeurd; ik bezit de bro chure nog. waarin dat fraais voorkomt. Wie die gelezen heeft, verbaast zich over geen enkele bewering meer. Ik noemde hierboven terloops Reger's Hil- lervariaties. Een ander belangrijk variatie werk voor orkest van Reger. de Mozart- Variaties. zal Vrijdag door Frankrijk worden uitgezonden. Het thema daarvan is ontleend aan de bekende pianosonate in A gr. t. Reger's wijze van varieeren verschilt aanmerkelijk met die van Brahms in zooverre dat Reger zich in de meeste zijner variaties volstrekt niet aan periode, melodiek of harmoniek van het thema houdt, doch dit. thema of frag menten daarvan vaak slechts episodisch of als contrapunt laat optreden. De finale is, zoo als altijd bij Reger een grootsch opgezette dubbelfuga. Men verhaalt dat de componist deze met al haar complicaties in één enkelen dag opgeschreven heeft: wel een bewijs voor zijn combinatorische genialiteit! Saint Saëns zie ik herdacht door twee uit zendingen Hilversum n Zondag en Brus sel VI. Maandag van zijn eerste vioolsonate die anders betrekkelijk zelden uitgevoerd wordt. En de naam van den grooten violist Joseph Joachim wordt in her innering gebracht door twee werken, die hem opgedragen waren: het Viool concert van Brahms Hilversum n Vioolconcert van Brahms Hilversum II en de d min.-Symphonie van Schumann. „Frei aber einsam" was Joachim's devies. Had hij nu nog geleefd, dan zou hij zeker eenzaam geweest zijn. Of hij vry geweest zou zijn is minder zeker. De medewerking van den Poolschen com ponist Karol Symanowski aan een concert in Maastricht mag zeker als "een belangrijke muzikale gebeurtenis voor ons land beschouwd worden. Hilversum I zal deze uitzenden en ik wil er met nadruk de aandacht op vesti gen. REMBRANDT THEATER. „Einde slechtAlles goed!" met Szöke Szakall. Hebt u, lezer, dat spreekwoord al eens eerder gehoord „Einde slechtAlles goed!"? Neen, zeker. Nu, wij ook niet. En na het zien van de film van dien naam, begrijpen we den titel nog minder, maar wat geeft dat! What is in a name, nietwaar? Het is een film met Szöke Szakall, dus dat is zoo al in orde. en waar hij o.a. wordt bijgestaan door artisten als Rosi Barsony, Ernst Verebes, Tibor von Halmay en Georg Denis, weten we, dat we iets goeds te zien zullen krijgen. Szöke Szakall is de gemoedelijke, gezelli ge papierhandelaar in een kleine stad, die goed geboerd heeft. Zijn beide zoons, Georg Denis en Ernst Verebes, staan aan het hoofd van een groot bedrijf in Boedapest. Georg Denis, de oudste zoon, is een ernstig zaken man, die, om vooruit te komen, desnoods zijn wat burgerlijken vader zou willen ver loochenen; Ernst Szöke Szakall. Verebes, de jongste zoon, is een eenvoudige, openhartige jongen, een pretmaker en heel erg gesteld op zijn vader. Rosi Barsony is de dochter van den banketbakker in het stadje en een zeer veelbelovende leerlinge van den „professor de danse" Tibor v. Halmay. Ernst en Tibor zijn beiden verliefd op Rosi. dat leidt natuurlijk tot conflicten tusschen de rivalen. Voor Rosi is de keuze niet moeilijk en het slot brengt dan ook het juiste paar bij elkaar. Het is een film die een uur van allergenoe glijkste ontspanning geeft. Als Szoke op het tooneel is. en dat is bijna voortdurend, is er vreugde en plezier. Zijn vier partners hebben alle vier hun groote aandeel in het succes. Bij zonder valt in deze film Georg Denis op, om zijn fijn en welbegrepen spel. Als we de hoofdfilm vergelijken met de Charlie Chaplin-film „Achter de Schermen", van zooveel jaren terug, dan zien we eerst goed, wat de techniek een vorderingen heeft gemaakt. De film zelf hangt van dwaasheden aan elkaar, maar amuseert reusachtig. De binnen- en buitenlandsche journaals brengen o.a. den voetbalwedstrijd Nederland- Denemarken. het optrekken van troepen in Abessynië. den negus enz. Een alleraardigst nummer maakt op het tooneel het danspaar Little Viola en Martin Rose. In haar smaakvolle flatteerende cos- tuumDjes is Little Viola een plezier om naar te kijken en haar partner Martin Rose heeft enorm succes als „de schoonheidskoningin van Buiksloot". OUDERCOMMISSIE VAN SCHOOL 34. Ondanks het zeer ongunstige weer was de ouderavond van school 34 Donderdagavond heel goed bezocht. Het hoofd dier school, de heer H. van Leeuwen, opende de bijeenkomst met een opwekkend woord en heette in 't bij zonder welkom den Wethoueir van Onderwijs, den heer A. G. Boes en den chef der afd. On derwijs, den heer Segaar. Na voorlezing van de notulen en eenige mededeelingen van den voorzitter der Oudercommissie, den heer Booms, over het Schoolfonds, ving de heer J. Panman zijn causerie over „Het lichtbeeld op de school" aan. De spreker gaf een zeer mooi historische overzicht en verwijlde nog enkele oogenblikken bij de kwestie: film of lantaarnbeeld bij het onderwijs. Na deze cau serie vertoonde hij een serie prachtige lan taarnplaatjes op aardrijkskundig en natuur kundig gebied, om te eindigen met beelden, die een vertelling inhielden. De heer Van Leeuwen dankte den heer Panman hartelijk voor zijn schitterende voordracht „in woord en beeld" en riep hem gaarne een „tot weer ziens" toe. De vergadering onderstreepte dit met luid applaus. Vervolgens nam de Wethouder van Onder wijs 't woord, om eerst den arbeid der Ouder commissies nog eens wettelijk en paedagogisch te belichten, en om daarna de scheidende oudercommissie van school 35. die opgeheven is. hartelijk te danken voor het vele werk, dat zij in 't- belang der school van 1927—'35 had verricht. Inzonder prees hij den (iver en de toewijding van den heer K. Chr. Kohier, die 8 jaren achtereen, zonder eenige onder breking, het secretariaat had waargenomen. Nadat ook het hoofd der school, de heer Van Leeuwen, nog een warm woord van dank had toegezegd aan de rede van den heer Boes, werd tot benoeming van 2 commissieleden overgegaan. De heeren Sluis en Veldkamp, voormalige leden der Oudercommissie van school 35, werden als zoodanig gekoz'en.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1935 | | pagina 15