BUZIAU.
BIOSCOPEN.
Radiomuziek der week
ZATE R D A G 9 NOVEMBER 1935
HA'ARK EM'S DAGBEAD
9
HET TOONEEL.
BIJ ZIJN 40-JARIC JUBILEUM.
Maandag 18 November zal Buziau ook hier
zijn jubileum vieren. Dien avond zal
onze gemeentelijke Concertzaal te klein zijn,
want Buziau is te Haarlem evenals overal
in ons land populair als weinig anderen.
En wanneer iemand zijn populariteit verdiend
heeft, dan is het zeker wel deze Koning van
den lach, die honderd duizenden Nederlanders
telkens weer één avond in het jaar al hun
zorgen doet vergeten.
Eenige jaren geleden, toen Henri ter Hall
nog aan het hoofd van het revuegezelschap
stond, waaraan Buziau verbonden was, schreef
ik eens in een kritiek: „Wat zou de revue
van Ter Hall zonder Buziau zijn? Meer dan
alle kleurrijke, schitterende finales te zamen,
meer dan de rijkste aankleeding is voor Ter
■Hall de medewerking van dezen enkelen
komiek waard. Ja, eigenlijk is de revue van
Ter Hall zoo langzamerhand de revue van
Buziau geworden".
Ter Hall nam mij deze opmerking nog al
kwalijk en schreef mij naar aanleiding ervan
zelfs een boozen brief. En toch is het dezen
zomer bewezen, dat ik volkomen gelijk had.
Onder de directie van de Bouwmeesteres
eerst van Louis Jr. en thans van mevrouw
Bouwmeester is de aankleeding er zeker
niet minder op geworden en aan het gehee:
wordt evenveel, zoo niet meer zorg nog be
steed dan in den tijd van Ter Hall, maar
toen Buziau in Juli tengevolge van een on
geluk eenige weken het bed moest houden en
niet meer kon optreden, heeft het revue
gezelschap onmidellijk vacandtie genomen en
is pas weer begonnen te spelen, zoodra Buziau
hersteld was. De directie begreep zeer goed,
dat zonder Buziau de revue voor het publiek
alle attractie zou hebben verloren.
Wat er om Buziau gebeurt, is feitelijk enkel
franje. Neem al die franje desnoods weg en
het publiek zal nog- komen, want om Buziau
en hem alleen gaat men naar de Bouwmeester
revue. Hiermee bedoel ik geen kleineering
voor den arbeid van mevrouw Bouwmeester.
Allerminst! Ik heb alle respect voor haar
werk, maar het persoonlijke in haar revues
kan niemand anders dan Buziau geven. Dat
haar revues elk jaar weer alle andere revues
ver en ver overtreffen, is niet te danken aan
de fantastische aankleeding, niet aan het
ballet of de ..girls", niet aan de zangers en
de vrouwelijke revue-sterren, ook niet aan
Sem Nieuwenhuyzen of wie er verder in
medewerken, maar aan Buziau alleen.
Als komiek is hij in ons land, ja, voor zoover
lk weet. ook buiten Nederland onovertroffen.
Ik heb Crock, die den naam heeft de grootste
clown in de wereld te zijn, eenige malen
gezien, maar zonder eenige reserves durf ik
hier verklaren, dat Buziau in komische kracht
ver boven hem uitgaat. Ik ben er dan ook
zeker van, dat onze Holandsche komiek,
wanneer hij Thalia behoede er ons voor!
Parijs, Londen of New York eens boven ons
land zou verkiezen, hij binnen enkele maan
den een naam zou hebben veel grooter dan
Crock.
Misschien zal men mij tegenwerpen, dat
Buziau geen clown is. Ik geef het onmiddellijk
toe, hij is veel en veel meer. maar toch is
de vergelijking gerechtvaardigd, omdat hij
als komiek in de revue door zijn grime en
zijn mimiek en zijn wijze van spreken aan
den „excentric clown" doet denken. Het
strakke, clowneske masker met het dwaze
roode stompje neus behoort geheel bij Buziau.
Die grime versterkt vooral in groote zalen
zijn mimische uitdrukkingswijze en werkt
op eenzelfde manier als bij den clown. Maar
wat hij geeft, gaat ver boven het gewoon
clowneske uit, omdat hij een waarachtig kun
stenaar is.
Zijn plastisch en mimisch talent is onge
ëvenaard. Zoodra hij op het tooneel ver
schijnt, voelt men onmiddellijk: daar staat
een begenadigd komiek. Herinnert u zich
nog zijn opkomst in de revue Champagne
van eenige jaren geleden, toen hij in de ge
daante van Fharao Menes I uit een sar-
cophaag te voorschijn trad? Vier mummies
waren voor hem uit hun sarcophaag gekro
pen, maar men lette er nauwelijks oo; zij
bleven even dcod als in hun kist. Zoodra
verscheen niet Buziau. hevig eesticuleerer.d
en druk bezig de mot uit zijn 5000 jaren cud
keizerspak te verdrijven en met zijn oogen
knipperend tegen het voor hem zoo onge
wone licht, of de zaal lag in katzwijm. Ook
al zouden wij Buziau nooit hebben gezien,
dan zouden wij dadehik door die entree al
leen hebben gevoeld, dat daar een ras-artist
voor ons stond.
Buziau domineert met zijn krachtig, ko
misch talent zoo stei'k, dat hij alle anderen
om hem heen totaal wegspeelt. Men let op
niemand anders meer dan op Buziau, merkt
nauwelijks zelfs, dat er ook nog anderen op
het tooneel staan. Alle aandacht concen
treert zich uitsluitend en alleen op hem. Bij
het tooneel zou dat funest ziïn, bii de revue
is het 'n deugd. Buziau toont zich steeds
weer een komische kracht van aparte orde.
Onder alle revue-komieken, die Nederland
in de laatste 50 iaar gehad heeft, is er maar
één geweest Michel Solzer, de onvergete
lijke Flip uit de Revue Artistioue in de Vic
dien men met hem zou kunnen vergelij
ken.
Zie, hoe Buziau geheel alleen op het too
neel, enkel door zijn weergaloos mimisch ta
lent een stampvolle zaal tot lachsalvo's weet
te brengen en dat zonder een woord te spre
ken. zonder één gebaar zelfs, alleen door
zijn gelaatsexpressie, let er op hoe zijn ge
zicht geleidelijk van starre verbazing in een
onnoozelen laoh en omgekeerd over
gaat! Dat getuigt alleen reeds van een zeer
bijzondere komische gave. Hoor .hoe hij telkens
gevarieerd een zinnetje ais ..De vent heeft
tóch gelijk!" of „Waarom lachen jullie toch.,
toch, lui?" de zaal ingooit, altijd anders en
weer raak en onweerstaanbaar grappig. Dat
doet niemand hem na.
En wie weet zulke entrees te maken als
Buziau? Elke entree als kellner, Chinees,
billardspeler, pharao, dirigent, volksredenaar,
tramconducteur, aapjeskoetsier, chauffeur,
noem de tientallen gedaanten, waarin hij in
zijn sketches ten tooneele verscheen maar op
heeft steeds weer een uitbundig succes. En
waardoor? Men kan het nauwelijks verklaren,
maar het is steeds zoo zuiver vastgelegd, zoo
sterk gefixeerd, dat het onfeilbaar is in zijn
werking.
En welk een acteur ook is deze komiek!
Denkt u maar eens aan zijn twee redenaars,
den conservatief en den communist- of aan
zijn kellner in de revue Turf in je Ransel. Ik
zie hem nog met ?ijn servet over den arm zijn
repetitie houden, en daarna luisteren en mee
leven met het verhaal van den mandie
er niet was. Leek het niet, of die leege stoel
ging leven, alleen door de wijze, waarop
Buziau reageerde op alle handelingen van den
denkbeeldigen gast. Dat was kortweg phenomi-
naal van spel.
In elke nieuwe revue verrast hij weer door
zijn nieuwe vondsten, door de variaties, die hij
in de door hem vastgelegde types weet te
brengen, de zekerheid, waarmee hij al zijn
effecten weet te bereiken. Nooit is Buziau
ook al heeft hij niet te spelen er uit, altijd
blijft hij deelnemen aan de handeling. En ver
geten wij ook niet te zeggen, dat Buziau nooit
zooals zoo vele revue-komieken grof
wordt. Men behoeft zich over zijn lach om
dezen begenadigden artist nimmer te schamen.
Buziau, zooals men hem op het tooneel ziet.
Buziau is een komiek, die de revue in Ne
derland op een uitzonderlijk hoog plan heeft
gebracht, want zijn optreden beteekent altijd
meer dan vermaak alleen: het is kunst. En
wanneer wij hem de volgende week te Haar
lem huldigen, dan is het met groote dankbaar
heid voor de vele vreugde en het genot, ons
door hem geschonken.
J. B. SCHUIL.
LUXOR THEATER.
Wedloop met Amor.
Clark Gable is een charmante man, Joan
Crawford heeft oogen waarmee ze wat doen
kan en Robert Montgomery is ook geen kwa
jongen. Gedrieën vertolken zij de hoofdrollen
in „Wedloop met Amor". Gable is ook inder
daad de charmante, Joan Crawford had
eigenlijk nog veel meer met haar oogen
kunnen doen en Montgomery slaat uiteinde
lijk toch nog een figuur als een kwajongen.
't Is weer een Amerikaantje, deze „Wedloop
met Amor". Een mentaliteit die de onze
onmogelijk kan zijn, doch waarop men zich,
wil men lachen, wel kan instellen.
De film heeft
waarlijk erg ko
mische momen
ten. Een fiksche
nachtpon-brand
van den verleide-
lijken ontvoer
der, die niest en
pijn heeft overal,
is een van de
aardige oogen-
blikken.
De meeting van
de vrouwelijke
rivalen doet Joan
Crawford van
haar beste zijde
kennen, oogen
fonkelend en
wangenlachend.
„Wedloop met
Robert Montgomery, wiens Amor" moet men
nachtpon In brand raakt.... niet critisch be
schouwen. Het is voor de aardigheid dat men
gaat zien. Een film die geen andere aspiraties
heeft en ook niet mag hebben, dan het be
zorgen van een vroolijke bui.
Vergelijkingen met een andere film. waarin
Gable zoo'n succes geoogst heeft, „It happened
one night", gaan niet op. Dat was een film
waarin beheersching van onderwerp en fijn
heid van uitvoering tot in de perfectie waren
uitgevoerd. Van „Wedloop met Amor" kan men
dat niet zeggen. Het slot bijvoorbeeld ls soms
meer een klucht eigen dan een komische film
en de onwaarschijnlijkheid van een en ander
is soms toch wel eens wat bar.
Maar zooals gezegd is: geen critische be
schouwing. Wilt u lachen zonder er bij te
moeten denken? Gable, Crawford en Mont
gomery zullen ervoor zorgen. „Wedloop met
Amor" haalt de plooi uit uw strakke wangen
en zeer zeker wedloont u mee. Het mag soms
op een hordenloop li.iken, met struikelingen
het einde is goed! Want het is een Ameri
kaantje!
Poes, muis, rat in kleuren. Dat is de teeken
film van de muizenfamilie in feestroes.
Een andere film uit het voorprogram, Ame-
rikaansch veaudeville, neemt veel kostbaren
tijd in beslag, waarin wij liever een ouder-
wetsche twee-acter zagen dan het eeuwig
step-dance en liedjes-gekweel van onbeken
den. Als dit genre een voorname plaats in
ons voorprogram moet gaan innemen, zou dat
zeker geen aanbeveling zijn voor het bioscoop
leven in het algemeen.
Een uitgebreide nieuwsdienst uit het bin
nen- en buitenland wordt door de journaals
verzorgd, waarmee den bezoekers bijzondere
actualiteiten worden geboden.
ZONDAGMIDDAGCONCERT DER H. O. V.
Guus Max, soliste.
Voor het middagconcert op Zondag a.s.
heeft de H. O. V. de medewerking verkregen
van de Haarlemsche zangeres Mej. Guus Max
die twee aria's zal zingen nl. „Che Faro senza
euridice" van von Glück en ,,Mon coeur
s'ouvre a ta voix" van Saint-Saëns. Het pro
gramma van dien middag vermeldt verder:
Ouverture Egmont. Eine kleine Nachtmusik.
Arlésienne No. 1, en als slot de ouverture Le
Carnaval Romain.
FRANS HALS THEATER.
„Ruggles dient twee heeren".
een kostelijke film met
Charles Laughton.
'Charles Laughton als komiek! De man,
wiens knappe creatie van den Nero in „Het
teeken des Kruises" ons nog versch in het
geheugen ligt, thans als partner van den
pias Charlie Ruggles. En wat voor een part
ner! De rustige, zwijgzame figuur van Char
les Laughton beheerscht deze film van de
eerste tot de laatste scène. Zijn fijne humor
in woord en gebaar is het. dat het zien van
deze comedie tot een zoo intens genoegen
maakt. Laughton ontmoeten wij hier als
butler van een Britschen Lord en hij verricht
zijn werk met heel de pijnlijke nauwgezet
heid en vormelijkheid, die in een dergelijke
oer-conventioneele omgeving vereischt wordt.
Het is geen menssch meer. deze butler. Het
is een feilloos werkende machine, waaruit alle
menschelijke symptomen geweken schijnen
te zijn. Maar dan komt de ommekeer. De
adellijke Brit heeft bij wijze van „bluf" zijn
bediende tot inzet van een spelletje bridge
gemaakt en.... dien inzet verloren. De
nieuwe meester van Ruggles den butler
is een Amerikaan, die de heele society aan
zijn laars lapt en zijn bediende als zijn vriend
en gelijke wenscht te beschouwen, ondanks de
andere opvattingen, die zijn echtgenoote op
dit punt er op na houdt. Een geleidelijke
metamorfose voltrekt zich in Ruggles, hij
wordt meer mensch en minder machine, een
overgang, die Laughton op meesterlijke wijze
tot uitbeelding brengt. Dan volgt de overtocht
naar de nieuwe wereld aan gene zijde van den
Oceaan. Weer is hij butler in een vormelijke
omgeving, maar buiten haar grenzen ontwik
kelt Ruggles zich langzaam tot een echten
Amerikaan. Een conflict brengt hem buiter
voorkennis van zijn heer op straat en van
dat oogenblik af volgt hij zijn eigen zinnen
Ruggles neemt initiatief. Ruggles wordt een
persoonlijkheid! Met de beginselen van Lin
coln voor oogen begint hy een nieuw leven.
De Ruggles aan het einde van de film vormt
wel het scherpste contrast, dat men zich den
ken kan met het willooze wezen uit het be
gin der geschiedenis. Uitvoeriger willen we op
den loop der handeling niet ingaan. Wie er
meer van wil weten, hij bezoeke in deze film-
week het Frans Hals Theater en geniete van
het oostelijke spel van Laughton.
Naast laatstgenoemde verschijnen op het
doek nog eenige andere geroutineerde krach
ten, die gememoreerd dienen te worden en
wel in de eerste plaats Charlie Ruggles in de
clowneske rol van den vrijbuiter-achtigen
Amerikaan, verder Zasu Pitts en Maria Bo-
land.
„Ruggles of red Gap" behoort ongetwijfeld
tot de beste komische films van den laatsten
tijd.
zend kippenvellen, der honderd griezels, van
den wind en den storm in den nacht van den
moord? Van het gegier rondom het hotel,
waarin Jean Muir en Ricardo Cortez samen
zoeken naar de Waarheid met de groote 0W.
Dit is geen film voor hen, die bij het naar
huis gaan achter eiken boom een schot ver
wachten en thuis eerst onderzoeken of er geen
vergif in de thee is gedaan. Neen, deze film
is slechts toegankelijk voor hen, die dokters-
bewijzen kunnen overleggen dat zij in het
bezit zijn van stalen zeuven. Alleen voor hen
die met ijzige kalmte de verloofde van de
dienstbode kunnen zien vermoorden, omdat
zij weten dat de erfenis zal komen aan haar,
die haar leven ervoor zou hebben willen ge
ven. Denkt u aan de slotkus?
Zoo zou de reclame voor deze film geleid
kunnen worden. Doch in alle ernst: er ls veel
van waar. Mignon G. Eberhart's boek heeft in
deze film een zeer goede uitbeelding gevonden
en wanneer men een werkelijk spannende film
wil zien, zoo een van het type dat film ge
worden is alleen en uitsluitend om de toe
schouwers in spanning te doen leven, dan zal
De witte Papegaai zeker groote voldoening
schenken.
Er is handeling. Veel handeling en elk beeld
is er weer opgericht om de situatie te redden
'of om de zaak nog een beetje hopeloozer in
de war te stui*en).
De witte papegaai krast. Maar de schuldige
was ook zonder dat beest wel gevonden. (In
ieder geval heeft 't aan een mooien titel ge
holpen en dat is ook wat waard).
Het voorprogramma heeft wereldnieuws,
waaronder men dus het eigen land ook gelie
ve te verstaan, een aardige gekleurde teeken
film, van een tijger die een hond is en een
tijger die een tijger is en ten slotte een film,
die maar weer gemaakt is om te pas en te
onpas, maar eigenlijk alleen maar te onpas,
liedjes te laten zingen en beenen te laten
zwaaien, zijnde zang en dans uit Amerika.
Een extra waardeering verdient de jeugdi
ge variété-artiste die blijk geeft van veel
enthousiasme en een groote vaardigheid in
het balanceeren. Haar verrichtingen van vang
en evenwichtskunst behoort men met meer
dan oppervlakkige belangstelling te aan
schouwen.
Charles Langhton en Charlie Ruggles
aan den boemel in „Ruggles dient
twee heeren".
Voor het hoofdnummer gaat o.a. een kort
film je, waarvan Kees Pruis het middenpunt
vormt. Het geval speelt zich nu af in een auto
bus met een vrouwelijke conducteur. Kees
wijdt haar zijn liedeke „Zus uit de autobus"
en het duurt niet lang of alle passagiers zin
gen uit volle borst mee.. Een grappig inter
mezzo.
Het overige deel van hét voorprogramma
bevat het gebruikelijke journaal, waarin o.a.
het huwelijk van den hertog van Gloucester
is opgenomen, en een nieuw amusant avontuur
van Popeye, den zeeman.
CINEMA PALACE
De witte oaue^aai
Jean lVlUu" ca irtèalruo t,»!'
in „De witte papegaai"
Een schot, een dichtslaande deur, doovend
licht, een duistere schaduw, een donkere
nacht, een erfenis, een liefde, haat, geldzucht,
huichelarij, angst, geheimen, vervolgingen,
mystificaties, complotten, indringing, inslui
ping, worstelingen, hoongelach, verdenkingen,
onschuldig-verklaringen. bewakingen, onder
vragingen, een dolk. een revolver, twee, drie
of vier moorden, geheime bergplaatsen, ge
heime kamersen een kus als lsot.
Wie herkent hieruit niet de film der dui-
EEN VOORBESPREKING
DOOR KAREL DE JONC
Op het concert der Haarlemsche Bachver-
eeniging van 5 November j.l. heeft Van
Anrooy een buitengewoon indrukwekkende
vertolking van Brahms' Haydn-Variaties ge
geven. Het zal wellicht menigeen, die niet in
de gelegenheid was, dat concert bij te wonen
genoegen doen dat ditzelfde werk in de
radioprogramma's der komende week niet
minder dan drie maal vermeld wordt: Dins
dagavond zal het door Warschau en Bero-
münster, Woensdagavond door Boedapest
worden uitgezonden. Men heeft dus alle ge
legenheid om het grondig te leeren kennen,
zij het dan ook niet in Van Anrooy's onover
trefbare interpretatie. Voor een grondig ken
nen is herhaald hooren noodig, want de
schoonheden van Brahms' muziek liggen ten
deele althans niet aan de oppervlakte. Zoo
doen in deze Variaties de bekoring van
de melodische lijnen en van den orkestralen
klank zich ook bij een eerste auditie gelden,
maar er zit nog meer in, en -dat willen we
hier in 't kort nagaan.
Het thema van het in 1874 verschenen werk
is ontleend aan een ongedrukt Divertimento
voor blaasinstrumenten van Haydn en heet
„Koraal St. Antoni". De eerste variatie grijpt
terstond op de slotmaten van het thema, de
vijfmaal achtereenklinkende grondtoon bes
terug: daartegen spelen de strijkers dooreen-
geslingerde guirlandes in achtsten en triolen,
'n bij Brahms veel voorkomende polyrythmiek.
Ook in de tweede variatie ontbreken die niet,
maar hier omspelen ze een marschachtigen
rythmus; bovendien is de toonsoort mineur
geworden. Lieflijkheid is 't kenmerk der derde
variatie, die weer in majeur staat en waarin
de hobo's, de clarinetten en de hoorns bij
zonder dankbare obligat partijen hebben.
De vierde variatie (bes min.) heeft een me
lancholiek en klagend karakter en daarbij 'n
merkwaardige structuur: tegen de gegeven
melodie klinkt een bewegelijker stem als
contrapunt, eerst, er onder, dan, bij de her
haling, er boven en wel een octaaf plus een
kwint (duodecime) hooger dan de eerste maal;
het begint de eerste keer met bes, de tweede
met f. Men noemt zooiets „dubbel contrapunt
in de duodecime". Het behoeft geen betoog,
dat niet elke willekeurige tegenstem zich voor
een dergelijke dubbele aanwending leent, ten
minste niet, als de componist gruwelijke
samenklanken vermijden wil wat in de
moderne muziek niet altijd het geval is
en dat er dus bij de compositie terstond
rekening mee moet worden gehouden. Bij de
vijfde variatie slaat de stemming geheel om
tot uiterste bewegelijkheid en vroolijkheid; in
een snelle zesachtste maat lacht en schertst
alles; dat stoeit en springt heen en weer en
verdwijnt plotseling in het niet. De eenzame
hoorns zijn door dat levendige tafereel blijk
baar aangestoken; Immers zij openen de
zesde variatie met een druk gesnater en de
andere instrumenten antwoorden daarop in
denzelfden stijl. De zevende variatie is vol
bevalligheid: een melodie in een rythme, dat
aan een Siciliano doet denken, stelt zich
tegenover een andere, die aan het thema van
Reger's Hillervanaties herinnert. Dan komt
de achtste variatie als een mysbisch-fantas-
tische verschijning, spookachtig ijlen de stem
men voort; bij eenige oplettendheid bemerkt
de hoorder dat de tweede inzet de omkeering
ondersteboven van de eerste vormt en
dat we hier dus met een canon in de om
keering te doen hebben. Hiermee zijn de
eigenlijke variaties ten einde; de Finale, die
dan volgt is echter op zich zelve ook een
reeks variaties op een zich steeds gelijkblij
vende bas „basso ostinato" die uit de
eerste vijf maten van het thema gevormd
is. Op die bas heeft de componist met groote
kennis een stuk gebouwd dat na allerlei wis
selingen in een grootsche stijging naar het
einde voert. In dat op. 56 van Brahms, dat
door den componist ook voor twee klavieren
bewerkt is. vereenigt zich een soevereine heer
schappij over alle technische middelen met 'n
zeldzame constructieve gave van de fantasie,
om een geheel volmaakt kunstwerk van de
hoogste eigenaardigheid voort te brengen.
Ieder der acht variaties toont het thema in
een nieuw licht en een eigen geest".
Tot de curiositeiten van de programma's
dezer week behoort de plaatsing van César
Franck's Symphonie op het Woensdagavond
programma van Stuttgart onder het op
schrift: „Werken van Jonge Duitsche Com
ponisten". Misschien is deze gelijkschakeling
niet bedoeld en als ze wél bedoeld mocht
zijn. zal ze buiten Duitschland moeilijk iemand
overtuigen. Franck was van geboorte Luike
naar en heeft zijn opleiding te Parijs gehad
waar hij het grootste deel van zijn leven ge
woond en gewerkt heeft. En nu moge zijn
harmoniek sterk den invloed van Wagner
toonen: toch gaat het evenmin aan hem bij
de Duitsche componisten in to lijven als hei
'n twintal jaren geleden aanging, A'dam. Den
Haag en Rotterdam Duitsche steden te noe
men, omdat daar vele Duitschers woonden. En
dat is toch heusch gebeurd; ik bezit de bro
chure nog. waarin dat fraais voorkomt. Wie
die gelezen heeft, verbaast zich over geen
enkele bewering meer.
Ik noemde hierboven terloops Reger's Hil-
lervariaties. Een ander belangrijk variatie
werk voor orkest van Reger. de Mozart-
Variaties. zal Vrijdag door Frankrijk worden
uitgezonden. Het thema daarvan is ontleend
aan de bekende pianosonate in A gr. t. Reger's
wijze van varieeren verschilt aanmerkelijk
met die van Brahms in zooverre dat Reger
zich in de meeste zijner variaties volstrekt
niet aan periode, melodiek of harmoniek van
het thema houdt, doch dit. thema of frag
menten daarvan vaak slechts episodisch of als
contrapunt laat optreden. De finale is, zoo
als altijd bij Reger een grootsch opgezette
dubbelfuga. Men verhaalt dat de componist
deze met al haar complicaties in één enkelen
dag opgeschreven heeft: wel een bewijs voor
zijn combinatorische genialiteit!
Saint Saëns zie ik herdacht door twee uit
zendingen Hilversum n Zondag en Brus
sel VI. Maandag van zijn eerste vioolsonate
die anders betrekkelijk zelden uitgevoerd
wordt. En de naam van den grooten
violist Joseph Joachim wordt in her
innering gebracht door twee werken,
die hem opgedragen waren: het Viool
concert van Brahms Hilversum n
Vioolconcert van Brahms Hilversum II
en de d min.-Symphonie van Schumann. „Frei
aber einsam" was Joachim's devies. Had hij
nu nog geleefd, dan zou hij zeker eenzaam
geweest zijn. Of hij vry geweest zou zijn is
minder zeker.
De medewerking van den Poolschen com
ponist Karol Symanowski aan een concert
in Maastricht mag zeker als "een belangrijke
muzikale gebeurtenis voor ons land beschouwd
worden. Hilversum I zal deze uitzenden en ik
wil er met nadruk de aandacht op vesti
gen.
REMBRANDT THEATER.
„Einde slechtAlles goed!"
met Szöke Szakall.
Hebt u, lezer, dat spreekwoord al eens eerder
gehoord „Einde slechtAlles goed!"? Neen,
zeker. Nu, wij ook niet. En na het zien van
de film van dien naam, begrijpen we den titel
nog minder, maar wat geeft dat! What is in a
name, nietwaar? Het is een film met Szöke
Szakall, dus dat is zoo al in orde. en waar hij
o.a. wordt bijgestaan door artisten als Rosi
Barsony, Ernst Verebes, Tibor von Halmay en
Georg Denis, weten we, dat we iets goeds te
zien zullen krijgen.
Szöke Szakall is de
gemoedelijke, gezelli
ge papierhandelaar
in een kleine stad,
die goed geboerd
heeft. Zijn beide
zoons, Georg Denis
en Ernst Verebes,
staan aan het hoofd
van een groot bedrijf
in Boedapest. Georg
Denis, de oudste zoon,
is een ernstig zaken
man, die, om vooruit
te komen, desnoods
zijn wat burgerlijken
vader zou willen ver
loochenen; Ernst Szöke Szakall.
Verebes, de jongste zoon, is een eenvoudige,
openhartige jongen, een pretmaker en heel
erg gesteld op zijn vader. Rosi Barsony is de
dochter van den banketbakker in het stadje
en een zeer veelbelovende leerlinge van den
„professor de danse" Tibor v. Halmay. Ernst
en Tibor zijn beiden verliefd op Rosi. dat leidt
natuurlijk tot conflicten tusschen de rivalen.
Voor Rosi is de keuze niet moeilijk en het slot
brengt dan ook het juiste paar bij elkaar.
Het is een film die een uur van allergenoe
glijkste ontspanning geeft. Als Szoke op het
tooneel is. en dat is bijna voortdurend, is er
vreugde en plezier. Zijn vier partners hebben
alle vier hun groote aandeel in het succes. Bij
zonder valt in deze film Georg Denis op, om
zijn fijn en welbegrepen spel.
Als we de hoofdfilm vergelijken met de
Charlie Chaplin-film „Achter de Schermen",
van zooveel jaren terug, dan zien we eerst
goed, wat de techniek een vorderingen heeft
gemaakt. De film zelf hangt van dwaasheden
aan elkaar, maar amuseert reusachtig.
De binnen- en buitenlandsche journaals
brengen o.a. den voetbalwedstrijd Nederland-
Denemarken. het optrekken van troepen in
Abessynië. den negus enz.
Een alleraardigst nummer maakt op het
tooneel het danspaar Little Viola en Martin
Rose. In haar smaakvolle flatteerende cos-
tuumDjes is Little Viola een plezier om naar
te kijken en haar partner Martin Rose heeft
enorm succes als „de schoonheidskoningin
van Buiksloot".
OUDERCOMMISSIE VAN SCHOOL 34.
Ondanks het zeer ongunstige weer was de
ouderavond van school 34 Donderdagavond
heel goed bezocht. Het hoofd dier school, de
heer H. van Leeuwen, opende de bijeenkomst
met een opwekkend woord en heette in 't bij
zonder welkom den Wethoueir van Onderwijs,
den heer A. G. Boes en den chef der afd. On
derwijs, den heer Segaar. Na voorlezing van
de notulen en eenige mededeelingen van den
voorzitter der Oudercommissie, den heer
Booms, over het Schoolfonds, ving de heer J.
Panman zijn causerie over „Het lichtbeeld
op de school" aan. De spreker gaf een zeer
mooi historische overzicht en verwijlde nog
enkele oogenblikken bij de kwestie: film of
lantaarnbeeld bij het onderwijs. Na deze cau
serie vertoonde hij een serie prachtige lan
taarnplaatjes op aardrijkskundig en natuur
kundig gebied, om te eindigen met beelden,
die een vertelling inhielden. De heer Van
Leeuwen dankte den heer Panman hartelijk
voor zijn schitterende voordracht „in woord
en beeld" en riep hem gaarne een „tot weer
ziens" toe. De vergadering onderstreepte dit
met luid applaus.
Vervolgens nam de Wethouder van Onder
wijs 't woord, om eerst den arbeid der Ouder
commissies nog eens wettelijk en paedagogisch
te belichten, en om daarna de scheidende
oudercommissie van school 35. die opgeheven
is. hartelijk te danken voor het vele werk,
dat zij in 't- belang der school van 1927—'35
had verricht. Inzonder prees hij den (iver en
de toewijding van den heer K. Chr. Kohier,
die 8 jaren achtereen, zonder eenige onder
breking, het secretariaat had waargenomen.
Nadat ook het hoofd der school, de heer Van
Leeuwen, nog een warm woord van dank had
toegezegd aan de rede van den heer Boes,
werd tot benoeming van 2 commissieleden
overgegaan. De heeren Sluis en Veldkamp,
voormalige leden der Oudercommissie van
school 35, werden als zoodanig gekoz'en.