#.5.8. WACHT NIET TE LANG MET UW ST. NICOLAAS ENKOOPEN Prospectus. Uit Abessynië. Hel Bejakftijkste 53e Jaargang No. 16076 Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen Dinsdag 19 November 1935 HAARLEM S DAGBLAD Directie: t. W. PEEREBOOM en ROBERT PEEREBOOM. ABONNEMENTEN: per week ƒ0.25, per maand ƒ1.10, per 3 maanden ƒ3.25, franco per post ƒ3.55, losse nrs. ƒ0.06. Geïllustreerd Zondagsblad: per week 0.05, p. maand 0.22, p. 3 mnd. 0.65, franco p. post 0.72'/$. UITGAVE LOURENS COSTER MAATSCHAPPIJ VOOR COURANT-UITGAVEN EN ALGEMEENE DRUKKERIJ N.V. Bureaux: Groote Houtstraat 93 Drukkerij: Zuider Buitenspaarne 12 Telefoon Nos-: Directie 13082 Hoofdredactie 15054 Redactie 10600 Drukkerij: 10122, 12713 Administratie: 10724, 14825 Postgiro 38810 Bijkantoor: Soendaplein 37, Haarlem-Noord, Telefoon 12230. Hoofdredacteur: ROBERT PEEREBOOM. ADVERTENTÏëN 15 regels f 1.75. elke regel meer f 0.35. Reclames 10.60 per regeL Tarieven regelabonnementen op aanvraag. Vraag en aanbod 1—4 regels 0.60. elke regel meer ƒ0.15. Onze Groentjes zie hoofd rubriek. Gratis Ongevallenverzekering voor betalende abonnés. Levenslange ongeschiktheid 600.-, Overlijden 600.-. Verlies van Hand. Voet of Oog ƒ400.-. Duim ƒ250.- Wijsvinger 150.-, Elke andere vinger 50.-. Arm-of Beenbreuk f 30.— Idem voor Abonnés op het Geïllustreerd Zondagsblad: Levenslange ongeschiktheid ƒ2000.-, Overlijden ƒ600.-, Verlies van Hand, Voet of Oog ƒ400-, Verlies Duim ƒ75.- Verlies Wijsvinger ƒ75.-. Verlies andere vinger ƒ30.-. Alles indien het gevolg van een ongeval en volgens gratis ten kantore van dit blad verkrijgbare voorwaaiden. DIT NUMMER BESTAAT UIT TIEN BLADZIJDEN. HAARLEM, 19 November. Woordbreuk. Gisteren zijn de sancties tegen Italië in werking getreden. Dat men van dezen dag in dat land een soort jubileumsfeest der zelf verheerlijking heeft gemaakt, kan verbazing wekken, maar massa-psychosen leiden tot de vreemdste uitdangen. Wie 19141918 bewust beleefd heeft, kan zich hierover niet zoo erg verwonderen. Met meer verbazing heb ik een interview-met-Mussolini in de Telegraaf ge lezen. De anonieme interviewer teekent ons Mussolini daarin als een soort beleedigde onschuld. Weemoed over zooveel onrecht vaardigheid heeft den grooten man blijk baar bevangen. En vooral geldt die weemoed ons, het Nederlandsche volk. Hij heeft altijd een bijzondere voorkeur voor Holland gehad. Waarom, dat is moeilijk precies uit te leggen. Maar nu is de teleurstelling des te grooter. De Duce had niet gedacht dat wij onze kolo niale belangen zoozeer zouden laten over wegen en daarom met Engeland meehollen. Wij hebben hem bepaald verdriet gedaan. Van die groote voorkeur voor Holland be hoeven we nu niet zooveel te gelooven. Mus solini, die niet veel van de wereld gezien heeft in zijn leven, is bij ons weten ook nooit in ons land geweest. En als men een derge lijke uiting tegenover een Hollandschen in terviewer leest, denkt men vanzelf aan den jubileerenden tooneelspeler, die in elke stad waar hij bej ubeld wordt verklaard dat dit plaatselijke publiek -hem nu juist altijd zoo bijzonder dierbaar is geweest. Of aan de f il nis te r -op - -su c ces tou me edie in elk land verklaart dat het immer zijn vurigste wensch is geweest dit land en dit volk te aan schouwen. De interviewer heeft over Nederland's Volkenbondsverplichitinigen gesproken. Dat heeft niet gebaat, Mussolini schudde treurig het hoofd. En hoe zou het ook hebben kun nen baten. Mussolini's Volkenbonds-verplich- tingen waren precies dezelfde als de onze, en hij heeft ze met voeten getreden. Italië heeft woordbreuk gepleegd. Dat is op geen enkele wijze te ontkennen. Met weemoedige houdingen en uitingen van teleurstelling wordt daar niets aan' veranderd. En het feit is nog verergerd doordat het niet op den dag van zijn woordbreuk tenminste zijn Volken- bonds-lidmaatschap meteen heeft opgezegd. Dat heeft het niet gedaan. Het is lid van den Volkenbond gebleven, die het in het open baar veracht. Want het kon toch wel eens voordeelig zijn, er maar in te blijven, niet waar? Is dat eerlijk? Is het waar en oprecht? Verdient het eerbied? Neen, neen en nog maals neen. Het lijdt dan ook geen twijfel dat vele Hollanders, die respect gevoelden voor de groote gaven en de enorme werk kracht van een man als Mussolini dit respect verloren hebben door deze onwaar achtige houding. De Duce beweert nu dat de Abessynische oorlog onvermijdelijk was. Hij is er als 't ware ingedreven. Als dat zoo ware had hij al geruimen tijd geleden voor den Vol kenbond moeten bedanken. Hij had zich tot de mogendheden moeten wenden en verkla ren: ik word tot uitersten gedreven die mij en mijn land tot schending van ons gegeven woord zouden brengen. Kunt gij mij niet hel pen dezen mij opgedrongen oorlog te ont-1 gaan, dan treed ik vandaag, terwille van mijn eer en de eer van het Italiaansche volk, uit uw Bond. Dat had hij kunnen doen als het een opgedrongen oorlog ware ge weest- De houding van miskend slachtoffer past den Italiaanschen dictator slecht, en zijn te leurstelling over zijn lieve Holland is bijna komisch. En passant verwijt hij ons, dat wij ons eigen koloniale belang dienen, omdat wij Engeland's vriendschap noodig hebben. Wel licht is dat waar. Men kan het zoo zien. Maar opnieuw stel ik dan de vraag: Moet men zijn Volkenbondsverplichtingen loochenen en zijn woord breken, als zij met eigenbelang stroo- ken? En opnieuw stel ik die andere vraag: Welke belangen hebben de Scandinavische staten, Zwitserland, Spanje, Roemenië en an dere sanctie-toepassende staten bij Abessinië? Antwoord: geen enkel. Hun allen, en ook ons. komen deze sancties op een direct verlies van internationalen handel te staan. Het is niet zoo gemakkelijk, als men in strijd met zijn plechtig gegeven woord een oorlog begint, de beleedigde on schuld uit te hangen tegenover vijftig naties die hün woord gestand doen! In zijn „diagnose van het geestelijk lijden van onzen tijd" onder den titel ..De schadu wen van Morgen" zeet prof. Huïzinga, dien ik vandaag ook elders citeer: „De aanbidding van het succes, die reeds tegenover economische vergrijpen de veroor deeling pleegt te verzachten, is in staat in het VRIJDAG 22NOV.ipreektNIJEin de groote zaal Tan het Gem. Concertgebouw. Onderwerp: WAT IS DE N. S. B. EN WAT WIL ZIJ Toegangskaarten a 25 cents (werkloozen 10 cents) verkrijgbaar aan de Kringhuizen en 's avonds aan de zaal. Opening half acht (Adv. Ingez. Med.) politieke oordeel de verontwaardiging bijna geheel uit te schakelen." Op deze treurige verwording speculeert Mus solini blijkbaar als hij dergelijke woorden over Holland en zijn houding ten aanzien der sancties spreekt. Tegen dergelijke opvatting kan een journalist, die zich zijn roeping en taak bewust is, niet fel genoeg opkomen. In naam der eenvoudige eerlijkheid en waarach tigheid, die de basis moeten zijn van elke cultuur. R. P. Baldwin wil voorloopig geen kabinetswijziging. Volgens berichten in de conservatieve bla den zou MacDonald vastbesloten zijn in geen geval in het Hoogerhuis zitting te nemen, doch öf zich in een ander kiesdistrict candidaat te laten stellen óf definitief uit het kabinet te treden. Men zegt, dat Baldwin dringend wenscht, het nationale karakter der regeering zooveel mogelijk te handhaven. De situatie in de kiesdistricten zal zorgvuldig worden be studeerd .alvorens definitief zal worden be slist over het lot van MacDonald. In de Daily Telegraph wordt verklaard dat de ministers van luchtvaart en van marine hun portefeuil les zullen behouden. Ook wil Baldwin den mi nister van buitenlandsche zaken Hoare en den minister voor Volkenbondsaangelegenhe den Eden in hun functies handhaven. Tot de bijeenkomst van het parlement op 3 December moet, naar de meening van den minister president zoo weinig mogelijk worden gewij zigd aan de samenstelling der regeering. Het Haarlemsche College van B. en W. M. A. Reinalda candidaat voor tijdelijk wethouder. Wij heouen reecis meóegeuLc.a, dat het de bedoeling is in de raadsvergadering van 27 November een tijdelijk wethouder te be noemen in verband met de ziekte van Mr. J. Gerritsz. De sociaal-democratische raadsfractie heeft Maandag een vergadering gehouden, waarin de heer M. A. Reinalda voor deze benoeming candidaat gesteld is. Wij herinneren er aan, dat de heer Reinal da sinds 1917 lid van den raad is. Van 1923 tot 1928 was hij Wethouder van Openbare Werken, Volkshuisvesting en Arbeidszaken. Hij trad in 1928 als wethouder af omdat het toen noodig was zijn volle arbeidskracht te geven aan zijn maatschappelijke functie, adjunct directeur van H. D. Tjeenk Willink en Zoon's Uitgeversmaatschappij te Haarlem. Hij werd toen opgevolgd door Mr. Gerritsz. Men weet- dat de heer W. J. B. van Liemt, wethouder van Werkloosheidsbestrijding en Armenzorg, gedurende de ziekte van den heer Gerritsz ook diens werk heeft waargenomen. Het is natuurlijk als zeker aan te nemen, dat de heer Reinalda dus zijn oude portefeuille weer terug zal krijgen Uitvoering „Der Freischütz". De kaartverkoop voor onze abonnés. Maandag is de kaartverkoop voor onze abonné's begonnen van de uitvoering „der Freischütz" in concertvorm in de Gemeente lijke concertzaal op Dinsdagavond 26 Novem ber. Daaraan zullen medewerken: het man nenkoor „Caecilia" te Haarlem; Haarlem's A Cappella Koor; het „Operakoor' van Haar lem's Muziek Instituut het versterkte orkest der Haarlemsche Orkest Vereeniging; Hélène Ludolph, sopraan; Corry Bijster, sopraan; Marcus Plooijer, tenor; Otto Couperus, bari ton; Jaap Stroomenbergh. bariton; Paul Per- lot, bariton; Herman Hülsman, bas; Leo Straus, declamatie en verbindende tekst; lei der van het geheel is Willem Retlich. Reeds vele kaarten zijn verkocht, waaruit blijkt, dat deze gelegenheid een mooi concert bij te wonen door onze abonné s op prijs ge steld wordt. Wij raden daarom allen die nog kaarten willen koopen zich te haasten om teleurstel ling te voorkomen. Zij kunnen gehaald worden aan onze Tij dingzaal Groote Houtstraat 93, tegen betaling van 50 cents, vermeerderd met 10 cents stede- j lijke belasting. I In ons nummer van Zaterdag drukten wij jj daarvoor een bon af. Een bezoek aan het gebied benoorden Addis Abeba. (Van onzen specialen correspondent W. F. Deedes). ADDIS ABEBA, Maandagavond 18 Novem ber. Na tien avontuurlijke en min of meer wisselvallige dagen in het binnenland van Abessynië, slaagde ik er in honderd mijl noordwaarts door te dringen met de eenige journalisten, die tot nu toe Addis Abeba in deze richting hebben verlaten. Ik was de eerste Europeaan, die sinds het uitbreken van den oorlog tot aan Debra Brehan (ongeveer 20 mijl ten Westen van Ankober) is doorge drongen. Men had het beloofde journalistenbezoek aan Dessie iederen dag weer opnieuw uitge steld. Ik trok er daarom, na de noodige tech nische toestemming uit Dessie te hebben ver kregen. zelf op uit en verliet Addis Abeba om te trachten zoo ver mogelijk noordwaarts door te dringen. Het opperhoofd van Debra Brehan maakte echter een einde aan mijn onderzoekings tocht, door mij eenvoudigweg gevangen te zetten, bewaakt door een gewapende macht en door het bevel uit Addis Abeba op te volgen om den weg naar Dessie te versperren en elke beweging in Noordelijke richting te ver- h deren. Ondanks deze bekorting van de reis, kon ik de geruchten omtrent de redenen van het uit stel van ons bezoek aan Dessie onderzoeken. Ik kreeg een indruk uit de eerste hand van de voor het noorden bestemde Abessynische troe pen, buiten de kunstmatige atmosfeer van Addis Abeba. Bovendien was ik in de gelegen heid een leerzamen blik te werpen op de cri- tieke 100 mijl, ten noord-oosten, van Addis Abeba, die misschien getuige zullen zijn van de laatste étappe in den Italiaanschen verove ringstocht. Ik vernam in Debra Brehan, dat de vecht partij, die onder de soldaten op weg naar Des sie was uitgebroken, tusschen hen, die in uniform waren en hen, die het er zonder moes ten doen, vrijwel het karakter van een muiterij had gedragen, en tot onderling bloedvergieten had geleid. De moeilijkheden waren ontstaan doordat de in sjamma's gekleede Abessynische soldaten jaloersch waren geworden op de ge- uniformeerde en gewapende soldaten. Bijzon derheden over den omvang der wanordelijk heden zijn niet voorhanden, maar de wilde verhalen, die de ronde doen, schijnen de regee ring gelijk te geven in haar opvatting, dat de weg intusschen nog maar weinig geschikt is voor Europeanen. Op een afstand van 20 mijl van Addis Abeba en verder zag ik groote kampementen der Abessynische troepen, o.a. van de troepen van Ras Getatsjo. Bijzonder opmerkelijk was de geraffineerde wijze, waarop men bij de formatie rekening had gehouden met moge lijke luchtaanvallen. Over het algemeen za gen de kampen er ordelijk uit en vertoonden veel overeenkomst met kampementen, die men ook bij Europeesche legermanouvres ziet. Een nader onderzoek leek echter niet aanbevelens waardig. Groepjes gewapende soldaten mar cheerden tusschen de kampen op en neer, zonder aanvoerder en met geen ander doel, dan een vaag verlangen naai vijandelijk heden. Het was duidelijk, dat dit district grondig is uitgedund door de mobilisatie. Het vrouwe lijke element overweegt sterk in alle dorpen. Het land in de landbouwdistricten ligt verla ten, Het laatste gedeelte van den weg naar het noorden is vermoedelijk typeerend voor de verdere noordelijke landstreek en daarom een beschrijving waard, vooral uit een oogpunl van verbindingen. De weg naar Dessie is zeer belangrijk. Het is een ruw pad door velden en dwars door het land, dat door steenen wordt aangegeven. De telefoon, waaraan de Abessynische regeering het uitblijven van oorlogsnieuws wijt. bleek een merkwaardig mengsel van moderne za kelijkheid en ouderwetschen geest te zijn. De hoofdlijnen, die dateeren uit" den tijd van Menelik, loopen dwars over het land, zonder voor heuvelen of bosschen uit den weg te gaar,. Langs den weg zijn op een afstand van onge- WAT GIJ HET MOOIST VINDT, BEVALT MIS SCHIEN OOK VELEN ANDEREN HET BEST. Dit is de tijd van het prospectus, "t Prospectus voor het nieuwe boek, Als 'k wou, dan bracht ik heele dagen, Mei bestudeeren daarvan zoek. Er wordt me toch wat uitgegeven, Met hoop op latere ontvangst, Wordt het niet ietwat overdreven? Vraag ik me weieens wat beangst, 'k Verklaar me in principe krachtig Voor ook een geestlijk „voed u goed", Maar af en toe lijkt het te machtig, En vrees 'k, dat men ons overvoedt. Het boek wordt smaaklijk aangeprezen, De spijskaart noodt tot een festijn, Maar bij de vraag: moet 'k alles lezen? Doen mij mijn geesteskaken pijn Ik moet maar zelf een keuze maken, Niet louter liflaf. niet te zwaar, Van alles wat, dat mij kan smaken En ook verdraaglijk voor elkaar. De soep. de snert vooral, moet 'k mijden, En taaie kost is niets voor mij. Ik wil mij, als Lucullus, wijden Aan een of andre lekkernij. Ik moet mij een menu uitzoeken. Waarmee 'k mijn maag niet overlaad, O. heeren uitgevers van boeken, O vrienden, wat een overdaad! P. GASUS. veer 50 mijl telefoons geplaatst, en mijn eigen ondervinding deed mij begrijpen waarom oorlogsnieuws in Addis Abeba niet altijd juist en actueel is. Het kostte bijv. meer dan een uur verbin ding met Addis Abeba tot stand te brengen. In Debra Brehan heb ik gedurende twintig uur pogingen in het werk gesteld om mij met of- ficieele persoonlijkheden in verbinding te stel len, zonder er in te slagen. Dit was echter hoofdzakelijk te wijten aan den onwil van het opperhoofd, dat er trotsch op was mij en mijn expeditie in hechtenis te houden. Het bleek onmogelijk te zijn een vlot gesprek te voeren. De telefonist van ieder toestel is voortdurend door een haag van menschen omringd en het geroezemoes van al het gepraat maakt het on mogelijk nauwkeurig te spreken. Als Debra Brehan gebombardeerd zou worden, zou het verslag daarover er werkeltfk wonderbaarlijk uitzien tegen den tijd, dat het Addis Abeba be reikt zou hebben. Uit geographisch oogpunt zijn de laatste 120 mijl ten noord-oosten van Addis Abeba een bij uitstek gemakkelijk gebied voor een opmarsch. Het land is één glooiende vlakte, zonder boo- men en met zoo weinig dekking, dat de Abes- svniërs er weinig kans hebben voor hun guer rilla-tactiek. De weinig verdedigingsposities kunnen gemakkelijk door bombardementen tot overgave worden gedwongen. Een leger kan door dit gebied even gemakkelijk opmarchee- ren als overal elders. De rivieren, die erg breed zijn kunnen gemakkelijk gepasseerd worden, omdat de weg niet over bruggen, maar eenvou dig over steenen of aarden dammen loopt. Het groote aantal stroomen zorgt voor een veilige en voldoende watervoorziening. Het eenige, dat een opmarcheerend leger in den weg staat, is de bittere koude. Een ijs koude wind blaast over de uitgestrekte vlak ten. Onmiddellijk na het ondergaan van de zon. wordt de atmosfeer kouder dan ik ooit heb medegemaakt, zoodat een nachtelijk kampe ment bijna onverdragelijk is. Belangrijke Italiaansche acties vinden plaats tusschen Sasabaneh en Gorrahei, die op een vertraagden opmarsch wijzen. Ondanks het hardnekkige ontkennen der Abessyniërs, die volhouden, dat de Italianen zich nog ver ten Zuiden van Sasabaneh be vinden, heb ik vandaag opnieuw berichten ontvangen, die mij mededeelen, dat de Italia nen thans tot op korten afstand van Daggah- boer zijn doorgedrongen, hetgeen vroegere berichten geheel bevestigt. Daggahboer is op nieuw hevig gebombardeerd. Men verwacht, dat Gorrahei, een nieuwe Italiaansche basis zal worden, maar hoewel de Italianen 'n weg tusschen de kust en Gorrahei hebben aangelegd, wordt het transport naar het noorden steeds moeilijker. Neutrale mili taire personen in Addis Abeba beschouwen de lange Italiaansche verbindingslijn, die zich over minstens 200 mijl uitstrekt, als een slecht teeken, speciaal met het oog op het gevaar van zijdelingsche aanvallen van Ras Desta's leger. Men vestigt er de aandacht op, dat het nood zakelijk zal zijn om duizenden tonnen benzine langs den weg op te slaan, om het transport mogelijk te maken. De Abessyniërs krijgen daardoor gelegenheid aanzienlijke schade aan te richten. Ik verneem, dat tot nu toe slechts Italiaan sche inheemsche troepen in het zuiden heb ben gevochten. Daar de regen aan de zuidkust in Januari begint en Harar ongeveer in Maart bereikt, zien de Italianen in. dat zij zich geen opont houd kunnen veroorloven, en zoo snel moge lijk Djidjiga moeten bereiken. Zij zullen ver moedelijk van uit het zuiden aanvallen, daar het land ideale mogelijkheden voor mecha nisch transport biedt. Men bericht, dat de wa tervoorraad uitgeput raakt. Het is mogelijk, dat een directe aanval op Harar zal worden ondernomen. De juiste weergeving van de vorige Abes synische verklaring ten aanzien van den slag in het zuiden luidt, dat met 700 man aan beide zijden in Tomsa, 40 mijl ten Noord-oosten van Daggahboer, werd gevochten en dat na een gevecht van 5 uur 4 Abessynische vrachtauto's en 3 Italiaansche tanks werden veroverd. Aan beide zijden werden groote verliezen geleden. Ras Seyoem. Ras kassa en Dedjasmatsj Kassa liggen thans volgens de liun verstrekte instructies rondom Makalle. Ik verneem, dat de Italianen teruggetrokken zijn uit Aussa naar de Moessa. Ali. Uit foto's, die ik vandaag heb bekeken, blijkt, dat het den Italianen zwaar zal vallen uit Makalle op te trekken, daar bergen en ra vijnen mechanisch transport onmogelijk maken. Men is in Addis Abeba van meening dat de veteraan maarschalk de Bono werd terug geroepen op het hoogtepunt van zijn roem, voor het aanbreken der werkelijke moeilijk heden. (Auteursrecht Morningpost-A. N. P.)1 Het woord is aan.... Prof. Dr. J. Huizinga: Het ergste is die overal waar neembare onverschillig heid voor de Waarheid, die in de openlijke aanprijzing van het politiek bedrog haar toppunt bereikt. ERNSTIGE GEVECHTEN. Italiaansche vliegtuigen zouden Abessynische troepenafdeelingen hebben gebombardeerd, waarbij veel dooden zouden zijn gevallen. RAS SEYOEM. Ras Seyoem blijkt aan het Noorde lijke front een omtrekkende bewe ging te hebben gemaakt, waardoor hij een zeer gevaarlijke bedreiging voor de Italianen is geworden. EERSTE DAG DER SANCTIES. De eerste dag der tegen Italië ge richte sancties is te Rome rustig ver- loopen. Voor verdere berichten zie men deze pagina en pagina buitenland. Krachtige tegenstand Abessyniërs. der Djidjiga zal tot het uiterste worden verdedigd. Van het front in Ogaden 19 November (Reu ter). De tegenstand der Abessyniërs tus schen Daggaboer en Gorohei wordt steeds ernstiger. Kleine afdeelingen Abessynische krijgers voeren snelle bewegingen uit langs de vleugels der Italiaansche colonnes en besto ken deze des nachts. De Italiaansche verliezen, hoewel minder groot dan die der Abessyniërs. zouden niette min aanzienlijk zijn; velen zijn door lansste ken gewond. De Abessyniërs zijn nog steeds in het bezit van Daggaboer. Zij zullen Djidjiga. dat de ver bindingen met Britsch Somaliland, vanwaar zij hun wapens ontvangen, beheerscht, tot het uiterste verdedigen. De generaals Nassiboe en Sahib Pasja heb ben 12U.OOO man om Djidjiga geconcentreerd, terwijl de Italianen slechts 50.000 man in Oga den zouden hebben. De zware regens komen de Abessyniërs bij de verdediging van Ogaden goed te pas. De gezondheidstoestand hunner troepen is uitste kend. Dc eerste dag der sancties in Italië; gezant- schapsgebouwen door militairen bezet. pag. 4 Het proces tegen de medeplichtigen van den moord op koning Alexander begonnen. pag. 4 Het Kwantoengleger dreigt met militaire maatregelen indien Nanking zich tegen de autonomistische beweging in Noord-China zal verzetten. pag. 4 Bij verkeersongevallen zijn verschillende menschen om het leven gekomen. pag. 3 Bij een steekpartij te Beugen is een jongeman gedood. pag. 3 De heer F. S. Noordhoff zal na de benoeming van den heer Reinalda tot tijdelijk wethouder als voorzitter der Haarlemsche S.D.-raads fractie optreden. pag 3 De heer M. A. Reinalda is candidaat gesteld voor tijdelijk wethouder te Haarlem. pag. 1 Dr. D. Nauta is benoemd als opvolger van prof. dr. H. H. Kuyper. pag. 5 Laatste Berichten. pag. 7 ARTIKELEN. ENZ. R. P.: Woordbreuk. pag. 1 Speciale correspondentie uit Abessynië: Enge land en het Tanameer. pag. 4 Speciale correspondentieEen bezoek aan het gebied benoorden Addis Abeba. pag. 1 F. A. Kampers: Hoe heerlijk het is in Amster dam te wonen. Dag 3 Jhr. dr. J. C. Mollerus: De Russische brood kaart. pag. 3 K. de Jong: Concert der H.O.V. oag. 2 J. B. Schuil: De Jubileumavond van Buziau. 2 C. J. van T.: Onze 39: Mevr. Mr. E. A. J. Schel temaConradi. E.: Drie dagen onder de levenden. pag. 5 pag. 3

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1935 | | pagina 1