Pensioenwet voor Spoorwegambtenaren gewijzigd.
Haarlem's Kunstschatten.
WOENSDAG 20 NOVEMBER 1935
H A" A R E E M'S DACEC'AD
J
TWEEDE KAMER
Nadat een amendement-Van Braambeek was aangenomen.
Arbeid door vreemdelingen
hier te lande.
DEN HAAG Dinsdag.
De s.d. kampioen voor 't spoorwegpersoneel,
de heer v. Braambeek boekte aanvankelijk 'n
succes. Zijn amendement om het weduwen- en
weezenpensioen in h#t geheel niet en de rest
tot hoogstens met; 10 te verlagen ging er
met 4833 dooiu De anti-revolutionairen, de
liberalen, de cji. fractie minus de heer Krol,
de Staatkundig gereformeerden en 4 R.K.
stemden tngen. Het tweede amendement van
den s.d. afgevaardigde, dat niet door de Kroon,
maar dóór den wetgever wilde laten bepalen
of en wanneer nadere wijziging van de pen
sioenen zou moeten intreden, behaalde alleen
de stemmen der s.d.a.p., der communisten en
van den rev. soc. Sneevliet en den chr. dem.
v. Houten.
Nadat de heer v. Braambeek verklaard -had
dat hij en zijn vrienden niet met 't wetsont
werp, ook al had het verzachting ondergaan,
konden meegaan, omdat het verkregen rechten
aantastte, nam de Kamer het wetsvoorstel met
4931 aan. Met de socialisten, de communis
ten, den chr. dem. v. Houten en den revol. soc.
Sneevliet behoorde een achttal Katholieken
onder wie figuren als Mr. Aalberse, Ir. Bon-
gaerts, Ir. Feber tot de oppositie. Deze hee-
ren bleven dus trouw aan 't door hen destijds
bij de vermindering der Indische pensioenen
ingenomen standpunt; gelijk toen, wenschten
zij ook thans niet deze aantasting van ver
kregen rechten te slikken.
Sterk verzet ontmoetten de door Minister
Coïijn verdedigde, de Indische schatkist ra
kende voorstellen, die beoogden verlaging van
het in Nederlandsch-Indië geheven invoer
recht op sigaretten en sigarettenpapier, daar
entegen verhooging van den accijns op siga
retten en ongekorven tabak tot stand te bren
gen.
Bovenal vreesden verschillende sprekers, dat
hierdoor de inlandsche strootjes-industrie het
kind van de rekening zou worden. Met 4031
bezorgde de Kamer Dr. Colijn de overwinning.
Tegen deze tot twee keer toe door den Volks
raad verworpen voorstellen stemden de socia
listen, de communisten, de vrijzinnig-democra
ten. de christeiijk-historischen, Sneevliet, v.
Houten en Mr. Arts (R.K.D.) Dit deden zij.
ondanks 's Ministers betoog, dat de strootjes
toch altijd grooten aftrek zullen blijven genie
ten, zoodat er geen reden was voor beducht
heid voor een ernstige bedreiging dezer in-
heemsche industrie.
Van Indië keerden we terug naar het moe
derland, waar de vreemdelingen-invasie moei
lijkheden en zorgen veroorzaakt. Het voorstel
om mogelijk te maken, voor het toestaan
van arbeidsvergunning voor een buitenlander
en voor verlenging der eenmaal verleende ver
gunning eenig bedrag te kunnen heffen was
alleszins gerechtvaardigd: per vergunning zal
het vermoedelijk f 2, per verlenging f 1 zijn.
De heer Kupers (s.d.),
die o.m. de hoop uit
sprak, dat de werkne
mer deze kosten niet
op de arbeidskracht in
kwestie zal afwentelen,
drong aan op strenger
waken tegen 'n over
strooming met vreem
de arbeidskrachten, en
op meer overleg bij het
nemen der beslissingen
omtrent al of niet toe
lating, met de vakver-
eenigingen. Voorts gaf
hij nog eens te kennen,
dat er met spoed een regeling i.z. de zelfstan
dige vestiging van buitenlanders tot stand
dient te komen.
Minister Slingenberg kon hem verzekeren,
dat een dergelijk ontwerp thans inderdaad
gauw het licht zal zien. Verder wees de Minis
ter er op, dat reeds een tachtigtal bedrijven
onder de regeling tegen de buitenlandsche ar
beidskrachten vallen en dat in de eerstkomen
de maanden het wordt tijd! ook de huis
houdelijke groepen en de dienstboden er onder
zuilen komen. Overigens moest men de tot nu
toe op dit gebied al bereikte resultaten niet
onderschatten: het aantal werknemers uit den
vreemde is, volgens den Minister, reeds aan
zienlijk gedaald.
De rest van den middag praatten de dames
en heeren vol over en naar aanleiding van het
P.T.T. bedrijf. De hulde, door Mevr. Bakker
Nort (v.d.) aan de leiding gebracht voor het
feit, dat in dezen tijd dit bedrijf nog een zoet
winstje oplevert, was wel verdiend.
Deze spreekster nam het verder o.m. op voor
de commiezen, dien zij betere promotiekansen
gunt, gelijk Ds. Faber (s.d.) in het algemeen
het personeel verkorting van diensttijd zou
gunnen, wat trouwens ook een der verlangens
van den v.d. spreekster uitmaakte. De c.h.
plattelanders-schutspatroon Weitkamp klaag
de over te dure telefoontarieven ten platte-
lande en ook over de daar te kostbare bestel
ling van telegrammen en .xpresse-stukken.
Als we nog vermeld hebben, dat de heer v.
Houten (chr. dem.) de rij van pleiters voor
verkorting van den diensttijd deed groeien,
moeten we 't voor heden hierbij laten. Morgen
nader over het dan voortgezette P. T. T.-debat.
AVONDVERGADERING
Buitenlandsche Zaken.
Ir. Bongaerts (R.K.) opende het debat over
het internationaal beleid met de opmerking,
dat hij elke poging
om althans die pun
ten waarop dat mo
gelijk is, tot partieele
regelingen van Ne-
de r 1 an dsch - Belgische
problemen te komen
zal toejuichen. Doch
al wat binnen het ka
der van de verdra
gen van 1839 viel, be
hoort buiten zulke
blijven. Deze spreker
waarschuwde tegen
de vergaande bezui-
partieele soluties te
wat den economischen
Mr. Westerman
E. Kupen (S.D.A.PJ
f- fi
nigingen, speciaal
voorlichtingsdienst betreft.
(Nat. Herst.), die den persdienst niet actief
genoeg vindt, moest ook niets van te groote
schrielheid op deze begrooting hebben en
scheen ten zeerste bezorgd over het dienten
gevolge ontstaan van een te zwak bezette
diplomatieke vertegenwoordiging van ons
land.
Nadat Ds. Lingbeek (Herv. Ger.) er over ge
klaagd had, dat Genève niet voldoende op
christelijke grondslag staat, maakte Dr.
Bierema (lib.) de niet geheel overbodige op
merking, dat de Regeering toch door wat ge
regelder gedachtenwisseling en contact met de
Kamercommissie voor Buitenlandsche Zaken
zorg zal dragen.
In de tweede plaats klaagde de liberale
woordvoerder over onzen consulairen dienst,
die z.i. onvoldoende bezet is, zoodat er te groote
achterstand ten dezen en daardoor ook t.a.v.
de economische voorlichting bestaat.
Een buitengewoon verheugend feit noemde
deze afgevaardigde, dat de Volkenbond vrij
wel eensgezind tot sancties tegenover Italië,
als schender van het Handvest is overgegaan
en ook, dat juist Engeland in dezen de noo-
dige stuwkracht heeft ontwikkeld.
De heer Vliegen (s.d.) bleek, gelijk al met
eenige andere sprekers 't geval was geweest,
beducht voor te ver gaande vermindering
onzer vertegenwoordiging in den vreemde, spe
ciaal wat den consulairen dienst aangaat.
Dat onze Regeering volhardt in het niet erken
nen van het Sovjet-bewind blijft deze spreker
betreuren.
Naar aanleiding van den niet alleen door
Ds. Lingbeek maar ook door Mr. Rutgers van
Rosenburg (c.h.) gestelden eisch, dat de
Volkenbond zich op christelijk standpunt moet
stellen wees de heer Vliegen er op, dat voor
een organisatie van veelheden en staten,
waaronder verschillende grooten, die er een
anderen godsdienst op na houden, inwilliging
van een dergelijk verlangen een praktische
onmogelijkheid ware.
Kan, zoo vroeg de spreker zich af, de
Regeeringspersdienst wel alles doen. wat
noodig is metc 't oog op 'n goede voorlichting
van het buitenland omtrent Nederland. Men
vergete niet, dat men in den vreemde niets
of slechts zeer moeilijk tengevolge van
onbekendheid met onze taal uit de Neder-
landsche pers kan overnemen. Daarom zat er
zooveel nut in wat de vertegenwoordigers van
't Documentatie-bureau tot nu toe a.den.
Tot besluit sprak de heer Vliegen „een
..ernstig woord" tot den Minister in verband
met zijn houding tegenover de Kamercom
missie voor Buitenlandsche Zaken. In vijf
jaren heeft deze commissie in totaal zesmaal
met het hoofd van het Departement op het
Plein vergaderd. Dat lijkt toch niet veel op
„geregeld" contact zooals het Reglement van
Orde bepaalt omtrent deze commissie.
De heer Schaepman (R.K.) kwam den
Regeeringspersdienst verdedigen.
Het Nationaal Documentatie-bureau kan
ontegenzeggelijk op een verdienstelijk ver
leden bogen. Maar een stuk van dit bureau
handhaven naast den Regeeringspersdienst,
acht spr. ongewenscht. Dit zou herhaaldelijk
tot dubbel werk en daardoor tot verwarring
-leiden
Als de R. P. D. eenig meer geld zou kunnen
verstrekken zou deze dienst ten volle de taak
van het bureau kunnen overnemen.
Dr Max v. Poll (R.K.) zou gaarne zien, dat
de minister nog eens in bepaalde landen laat
pleiten voor meer immigratie-mogelijkheden.
Mr. Terpstra (A.R.) voerde daarop namens
de A. R. fractie bij Hoofdstuk m het
woord. Niet het belang maar het
recht moet de basis voor den Volkenbond
zijn en tenslotte vondt het recht zijn basis
in God's Woord. Aldus kreeg de heer Vliegen
van den A. R. woordvoerder te hooren. die
zich, in tegenstelling met diverse andere spre-
Het geheim
van den kok.
U mag het gerust
weten
Amoko, Amoko, het
nieuwe bindmiddel.
Bij elk pak Amoko gratis
het receptenboekje 6x6
met een aanbeveling van
Prof. Dr. E. C. v. Leersum.
F GEBRUIK
JNEDERLANDSCH'
/aardappelmeel^
N.V. „ONDER ONS" - DE KRIM (Overijsel)
Fabrikante van CRACKFREE Edelstijfsel
(Adv. Ingez. Med.)
kers niet verzette tegen de overgenomen be
zuinigingen. Ook met tegen schrapping der
subsidie voor het Nationaal Documentatie-
bureau.
Intusschen bepleitte deze afgevaardigde het
treffen van financieele voorzieningen ten
behoede van hen. die door de opheffing van
het bureau broodeloos zouden worden.
Mr. Joekes (V.D.) meende, dat het toch
wel te betreuren is. als men niet meer over
particuliere voorlichters omtrent Nederland
in het buitenland beschikt. Overigens had
deze afgevaardigde den indruk dat de Regee-
rigspersdienst zeer actief en goed werkt. De
V.D. fractieleider vond de klachten van den
heer Vliegen in zake te weinig overleg met de
Kamercommissie voor Buitenlandsche Zaken
niet. juist: van eenig opzet bij den minister
is daarbij geen sprake. Overigens hoopt ook
deze spreker, dat het contact nog wat nau
wer zal worden.
Mr. Joekes verheugde zich over het feit.
dat de Volkenbond, die heel wat meer waard
is dan sommige critici wel gelieven te erken
nen, tot sancties tegenover Italië is overge
gaan.
Van het grootste gewicht achtte spr. het,
verder te gaan met sancties en dan o.m. tot
een olie- en benzine-invoerverbod over te
gaan nu Italië nota bene allen invoer uit de
sanctie-nemende landen wenschte verbieden.
Voor de minister aan het woord kwam,
HAAS' Azijn biedt U garantie
Voor hygiëne en substantie.
(Adv. Ingez. Med.)
tracteerde de heer Wijnkoop (comm.) ons
nog op eenige internationale beschouwingen,
waarbij hij o.m. wees op het gevaar, dat ons
land door het optreden van Duitsche natio-
naai-socialistische agenten zou bedreigen.
Enkele minuten voor middernacht verrees
minister de Graeff om eerst uiteen te zetten
dat de Regeeringspersdienst uiterst nuttig
werk doet. Uit de voor de Kamerleden ter
griffie gedeponeerde nota moet hun geble-
pen zijn. dat deze dienst al zeer veel heeft
gedaan, ook al is men zeker nog niet. waar
men wezen moet.
Ook de minister betreurt de opheffing van
bet bureau voor Documentatie. De bezuiniging
eischt dit helaas evenals t.a.v. allerlei andere
hoogst nuttige doeleinden.
Als lid van het kabinet, dat besloten heeft
tot een versobering op den staatsdienst tot 't
uiterste, moet Minister de Graeff wel toe
stemmen in dergelijke bezuinigingen. Niet
meer de nuttigheid, maar de onvermijdelijk
heid moet het criterium zijn bij niet of veel
schrappen (verminderen) van uitgaven.
Intusschen heeft de intrekking der subsidie
voor het Nationaal Bureau v. Documentatie
den Minister relatief nog 't minst bezwaard.
De Minister betoogde voorts dat t.a.v. de uit
gaven onzer diplomatieke en consulaire ver
tegenwoordiging al evenzeer groote soberheid
geboden was. Overigens zijn er thans geen
posten meer opgeheven en heeft men de be
zuiniging alleen gevonden door vermindering
van de z.g. dienstuitgaven en door de ophef
fing van 'n aantal kanseliersplaatsen. Intus
schen is de Minister er van doordrongen, dat
de huidige outillage van den diplomatieken en
consulairen dienst onvoldoende is. Zoodra het
maar even kan zal hij daarin dan ook ver
betering' aanbrengen.
De Minister poneerde de stelling, dat de
Staten-Generaal het overleg over buitenland
sche aangelegenheden niet als een recht kan
opeischen en dus kan een commissie uit de
Kamer dat evenmin. Voorafgaand overleg kan
de commissie nooit vorderen. Dat ter gelegen
heid van onze deelneming aan troepenzending
naar het Saargebied. de commissie niet eerst
gehoord werd, lag aan den enormen spoed,
welke er toen in 't spel was.
Z-oowel met betrekking tot ae nog steeds
hangende herziening der Rynvaartacte als
ten aanzien van de Belgische aangelegenheden
heb ik. zoo bracht Minister de Graeff in her
innering, zelf te voren de commissie in een en
ander gekend. Overigens zeide hij gaarne toe
bereid te zijn vaker voor 't contact zorg te
dragen en ook overleg te plegen als dat kan.
Over de Belgische kwestie kon de Minister
alleen verklaren bereid te zijn wat men te
Brussel weet tot overeenstemming met Bel
gië. Het omgekeerde is ook 't geval. Maar er
zijn nog steeds eenige zeer belangrijke pun
ten waaromtrent men het nog niet eens is.
Eerst zal overeenstemming noodig zijn om
trent de punten die wel en die niet op de agen
da van eventueele besprekingen zullen moe
ten komen.
Tegen erkenning der Sovjet-Regeering heeft
de Regeering overwegende bezwaren: zij is in
bloed geboren. Dit is dus een moreel, niet al
leen een gevoelsargument.
Nadat de Minister nog had ingestemd met
de woorden door Mr. Joekes en Dr. Bierema
aan den Volkenbond gewijd, stonden we ein
delijk om een uur 's nachts op straat.
E. v. R.
DE SPOORBRUG BIJ OUDE WETERING.
In verband met het goedgekeurd plan tot
opheffing met ingang van 1 Januari a.s. van
de spoorlijn'Hoofddorp—Leiden, worden van
verschillende zijden krachtige pogingen aan
gewend tot behoud van de spoorbrug bij Oude
Wetering voor gewoon verkeer.
De daartoe te nemen beslissing zal wel niet
lang op zich kunnen laten wachten, wijl het
in de bedoeling ligt spoedig na 1 Januari met
het opbreken van de lijn te beginnen.
David Bles in Teyler
Na Bakker Korff behoort ook David Bles
zijn plaatsje in onze galerij te bezetten. We
hebben er de vorige week al op gewezen dat
het verschil tusschen hen beiden meer een
quaestie van gemoedsaard dan van capaciteit
is. Bakker Korff's humor blijft de deftigheid
behouden van den voornamen burger die
Alexander Hugo heet; Bles is doorvoed met
den luchtigen Franschen geest der achttiende
eeuwsche kunst en litteratuur en heet David.
Er is bijna altijd iets ondeugends in Bles'
werken en de titels die ze dragen; de laatste
verwijzen naar een fabel van La Fontaine
naar een zinnetje uit Vader Cats, naar een
satire van Boileau of een liedje van B'ranger,
maar altijd naar iets luchtigs met vaak een
pikant bijsmaakje Zoo als wij verleden week
reeds zeiden, viel dat bijster in den smaak
van den tijd en voor wie Bles misschien te
guitig was kon de van alle pikanterie gespeen
de Bakker Korff de plaats innemen.
De pittige schildertrant van Bakker Korff
bezat ,B!es niet, maar toch wist hij het zeep
achtige in de schilderwijs van de meesten
zijner tijdgenooten-genre-schilders te vermij
den, door hier en daar een geestig toetsje te
plaatsen waardoor de voorstelling aan leven
digheid won.
De anecdote is bij Bles gemeenlijk ook ge
compliceerder; er komen immer veel meer
menschen aan te pas en daar wint hij niet
steeds bij, want wij kennen eenvoudige krijt-
studies van hem, naar enkele figuurtjes, die
de charme en vastheid hebben van een Fra-
gonard.
En daar zijn we dan juist in de sfeer waarin
de bronnen van Bles' kunst gevonden kunnen
worden. Hij was aanvankelijk ook al leerling
bij C. Kruseman geweest, net als de acht
jaar jongere Bakker Korff. Toen, in 1841,
Kruseman naar Italië trok, nam hij Bles mee
naar Parijs en liet hem daar achter, onder de
hoede van Robert Fleury, toen een der cory-
pheeën van de Fransche kunst. Ontelbare
staalgravures zijn naar Fleury's schilderijen
gemaakt en naar de salons onzer groot
ouders, ook hier in Holland, verzeild. Fleury
doceerde en corrigeerde en Bles schilderde,
even als de rest, Italiaansche jongetjes met
marmotjes, Italiaansche meisjes met bonte
hoofddoekjes en kleine zigeuners met muizen
vallen. Hoe hij, terug in Holland tot zijn
spotlustige costuumscènes kwam. hebben wij
de vorige week verteld. Hij heeft toen een
spoedig en vrij uitbundig succes behaald, rid
derorden vielen hem ten deel, het voorzitter
schap van Pulchri was hem een reeks van
jaren opgedragen en Carel Vosmaer .vertelt
dat Jozef Israels het een eer vond met den
toch slechts een paar jaar ouderen Bles over
Pulchri's expositie te mogen wandelen. Dat
was dan wel nog in de jaren zeventig, want
later zijn, wat faam en waardeering be
treft, de bordjes wel eenigszins verhangen.
Bakker Korff was niet oud geworden en heeft
van den ommekeer in de publieke appreciatie
toen de Marissen en hun kring troef wer
den. geen weet gehad. Maar Bles werd bij
de tachtig hij stierf in 1899 en heeft
dus den tijd moeten doormaken, waarin door
de opkomende jeugd zijn kunst gekleineerd
werd, terwijl het inzicht dat ook die klei
neering historisch niet gerechtvaardigd zou
blijken bij zijn sterven nog niet aan de kim
verschenen was. Wij met den afstand in
tijd die voor een eindoordeel steeds noodig zal
zijn, zien ook Bles thans welwillender en
rechtvaardiger dan de menschen van vijftig
jaar geleden.
Teyler's Kunstverzameling bevat twee wer
ken van Bles, waarvan wij hierbij het oudste,
in '48. dus kort na zijn terugkeer uit Parijs
geschilderde reproduceeren. Het heet in den
catalogus „Armoede en Weelde" doch maakte
bij zijn verschijnen furore als „De Familie
H. Bernix".
Het andere is een „Muziekpartij bij Kaars
licht" een voorstelling die hij herhaalde malen
gevarieerd, geschilderd heeft Men behoeft
zoo'n werk van Bles met een muziekpartij
door Adolf Menzel, nu niet direct op één lijn
te stellen en toch erkennen dat onze Hage
naar in die richting een zeer verdienstelijk
compositeur geweest is. Maar het verhaaltje
in de voorstelling is bij Bles altijd wel een
beetje overladen, hij weet van geen ophouden
in de détails en het is misschien ook wel
daaraan te wijten dat- hij bij het veranderend
kunstinzicht in zijn tijd, zoo, zonder hooger
beroep, uitgeschakeld is.
Men wilde toen naar eenvoudiger compositie
en dieper gevoelsuitdrukking, dan het zuiver
verhalende element in de schilderkunst
brengen kan. Illustratief gaf Bles dan ook
alles wat men wenschen kon en zeker was
hij van de drie illustratoren van Mr. Jacob
van Lennep's historische romans de meest
daartoe geschikte. Dat men juist in het mid
den der vorige eeuw weer de kracht onzer
17e eeuwers had herontdekt, was ook niet in
zijn voordeel, want al doet de compositie van
de familie Haberniks veel aan een gemoder-
niseerden Jan Steen denken in het enthou
siasme voor de pas hervonden grootheid liet
men den tijdgenoot wel wat al te gemakke
lijk overboord vallen. Wie onbevooroordeeld
een werk van Bles bekijkt vindt er gemakke
lijk de qualiteiten in die hem in zijn eigen
tijd zijn plaats bezorgd hebben. En de familie
Haberniks is weer actueel geworden al vindt
die actualiteit thans gecompliceerder oor
zaak dan Bles voor zijn schilderij aan Vader
Cats ontleende:
„Set de teringh naar de neringh,
Waar Weelde en Hoogmoet voren gaan,
Komen Schae en Schande achter aan".
Het is een tooneeltje van verwarring en
verzinkende grootheid dat Bles ons voorzet.
Wel is de kleeding nog van satijn en fluweel
maar de spaarpot is leeg, de bakker staat
met zijn brooden in het midden van de
kamer en wacht vergeefs op duiten. Papa
Haberniks ziet de zaken klaarblijkelijk donker
in, mama tracht zich een houding te geven
en alle overige huisgeriooten zijn belast met
attributen die den achteruitgang der familie
demonstreeren. Van uit den achtergrond ver
schijnt een deftig deurwaarder. Alleen in de
typische Jan Steen-figuur rechts op den
voorgrond zit nog iets van: „Houd er den
moed maar in". Hij is blijkbaar de artist uit
de familie: een schilderkist staat naast hem.
Er is, alweer een des Guten zu viel, maar
wie aandachtig de schildering in détails be
kijkt zal toegeven dat men Bles niet noodeloos
onderschatten mag.
J. H. DE BOIS.
Stranding van motorlogger bij
Katwijk.
Roerganger de hoofdschuldige?
De stranding van den onder Poolsche vlag
varenden motorLogger „Mewa X" G.D. IJ 132,
thuisbehoorende te Scheveningen. in den
nacht van 26 op 27 October bezuiden Katwijk
aan Zee een gebeurtenis, welke deze ge
meente sinds jaren niet had beleefd is he
denmiddag in de onder leiding van prof. mr.
B. M. Taverne gehouden zitting van den Raad
voor de Scheepvaart aan een onderzoek, dat
mede geloopen heeft over de vraag of het on
geval geweten moet worden aan een daad of
nalatigheid van den schipper, onderworpen
geweest.
De schipper verklaarde, dat het weer in den
nacht van de stranding goed was. Met een
lading haring aan boord, werd, op de terug
reis naar Scheveningen, te half één 9 vadem
gelood; een kwartier later werd nogmaals 9
vadem gemeten. Het licht Noordwijk werd iv-
Zuid-Oost ten Zuiden gepeild. Na de eerste
looding is de koers veranderd in Zuidwest. Te
kwart voor drie kwam het licht van Scheve
ningen in zicht; de schipper, die nat was, is
toen naar beneden gegaan, na den roergan
ger order te hebben gegeven Scheveningen
over de lichten aan lij te houden. De uitkijk
werd waargenomen door een lichtmatroos.
Te 3.20 uur is de schipper aan dek geroepen;
dadelijk ontdekte hij dat het schip vlak op de
kust zat. Even daarna voelde hij de „Mewa"
stooten. Toen hij naar beneden was gegaan,
was het schip nog ver genoeg uit de kust, naar
schatting acht mijlen. De stranding geschied
de even bezuiden Katwijk.
De inspecteur-generaal voor de Scheepvaart,
de heer C. Fock, was van oordeel dat, toen de
schipper kort voor drieën naar beneden is
gegaan, hij een fout gemaakt heeft door niet
nogmaals te looden. Bovendien is het hem als
een verzuim aan te rekenen, dat hij den roer
ganger geen vasten koers heeft opgegeven.
De hoofdschuldige is echter de roerganger,
die tusschen acht minuten voor-drie en kwart
over drie niet op de juiste wijze heeft ge
stuurd, waardoor de logger op het strand is
geloopen.
Rijnschip op de Schelde
gezonken.
Na aanvaring met zeelichter.
Op de Schelde ter hoogte van de Perel, heeft
een aanvaring plaats gehad tusschen den Ne-
derlandschen zeelichter Thames IV. die van
Antwerpen vertrokken was met een lading
steen en het Rijnschip Wilant, dat uit Duitsch-
land kwam. geladen met kolen voor Antwerpen.
De Wilant sloeg lek en is ter hoogte van het
fort Philippe gezonken. De bemanning werd
door de sleepboot gered.
De Thames IV keerde naar Antwerpen terug,
aangezien het schip een lek in het voorgedeel
te had opgeloopen.
De „Wilant", waarvan de tonnenmaat 817
bedroeg, was in 1916 te Raamsdonksveer ge
bouwd.
Stijgend goederenvervoer
per K. L. M.
In anderhalve maand bijna 63.000 K.G. meer.
Hoewel de handelsbelemmeringen er niet
minder op worden en er een groote dosis
optimisme voor noodig is om eenige opleving
in de verschillende bedrijven te bespeuren,
is het goederenvervoer door de lucht geduren
de de laatste maanden voortdurend toegeno
men.
In het geheel is er een vermeerdering over
het tijdvak van 1 Oc'ober t-.m. 16 November
van 62.814 K.G.
Deze toeneming is hoofdzakelijk te danken,
aan vermeerdering van transport per vlieg
tuig van: edele metalen, couranten, kunst
voorwerpen <o.a. schilderijen), tabaksmon
sters, bederf lij ke waren enz.
Meer dan vroeger geven vele zakenlieden
er de voorkeur aan om kleine voorraden te
houden en zoodoende zoo min mogelijk kapi
taal te blokkeeren; is er iets noodig, dan laat
men het in één dag per vliegtuig komen.
De inbraak bij Wilton-
Feijenoord.
Tegen de daders drie jaar gecischt.
Op de werf van Wilton-Fe ij enoord op den
Vlaardingerdijk onder Schiedam is in den
nacht van 21 op 22 Februari j.l. een brutale
inbraak gepleegd, waarbij de dieven een be
drag van ongeveer f 40.000 buitmaakten. De
inbrekers bleken zeer goed met de situatie van
de kantoren op de werf op de hoogte te zyn en
wisten blijkbaar, dat de kluis nog niet geheel
was gemonteerd. Temeer omdat de arbeiders
gereedschap hadden laten liggen, was het for-
ceeren van de kluisdeur niet moeilijk geval
len. De inbrekers troffen in de kluis een bedrag
van f60.000 aan, dat bestemd was ter uitbe
taling aan de werklieden. Zij ledigden de
loonzakjes, waarin zij echter het zilvergeld
achterlieten. Het bankpapier ten bedrage van
f40.000 namen zij in een actetasch mee.
Naar men zich zal herinneren, heeft behalve
de Schiedamsche politie, de telepaath Maloïtz
zich bezig geehouden met het opsporen van
het gestolene en de inbrekers.-
Bijna zeven maanden na de inbraak is de
politie er t-oe overgegaan bij den 19-jarigen
slagersknecht Adr. M. in Schiedam een huis
zoeking te doen, waar zij op zolder, verstopt
onden den vloer een zak Nederlandsche en
Engelsche bankbiljetten ter waarde van
f 15.000 vonden en achter een balk nog een
portefeuille inhoudende f 2000.
Onmiddellijk daarna is de politie overgegaan
tot de arrestatie van M. en diens 58-jarlgen
vader, de stoker-bankwerker Corn. M. De zoon
bleek de Inbraak samen met een vriend, den
18-jarigcn plaatwerkersmaat Gerard L„ werk
zaam geweest bij Wiltnn-Feijenoord, te hebben
gepleegd. Te zijnen huize is een bedrag van
f 13.500 aan Nederlandseh bankpapier in be-
slag genomen, verstopt in een koffertje met
dubbelen bodem.
Dinsdagmiddag had het drietal zich voor de
Rotterdamsche rechtbank te verantwoorden.
Zij legde allen een bekentenis af.
Het O. M. eischte tegen A. M. en G. L. we
gens diefstal in vereeniging met gebruikma
king van een valschen sleutel drie jaar gevan
genisstraf met aftrek van de voorloopige hech
tenis en tegen C. M. wegens opzettelijke heling
twee Jaar gevangenisstraf, eveneens met af
trek van voorarrest.