Pensioenwet voor Spoorwegambtenaren gewijzigd. Haarlem's Kunstschatten. WOENSDAG 20 NOVEMBER 1935 H A" A R E E M'S DACEC'AD J TWEEDE KAMER Nadat een amendement-Van Braambeek was aangenomen. Arbeid door vreemdelingen hier te lande. DEN HAAG Dinsdag. De s.d. kampioen voor 't spoorwegpersoneel, de heer v. Braambeek boekte aanvankelijk 'n succes. Zijn amendement om het weduwen- en weezenpensioen in h#t geheel niet en de rest tot hoogstens met; 10 te verlagen ging er met 4833 dooiu De anti-revolutionairen, de liberalen, de cji. fractie minus de heer Krol, de Staatkundig gereformeerden en 4 R.K. stemden tngen. Het tweede amendement van den s.d. afgevaardigde, dat niet door de Kroon, maar dóór den wetgever wilde laten bepalen of en wanneer nadere wijziging van de pen sioenen zou moeten intreden, behaalde alleen de stemmen der s.d.a.p., der communisten en van den rev. soc. Sneevliet en den chr. dem. v. Houten. Nadat de heer v. Braambeek verklaard -had dat hij en zijn vrienden niet met 't wetsont werp, ook al had het verzachting ondergaan, konden meegaan, omdat het verkregen rechten aantastte, nam de Kamer het wetsvoorstel met 4931 aan. Met de socialisten, de communis ten, den chr. dem. v. Houten en den revol. soc. Sneevliet behoorde een achttal Katholieken onder wie figuren als Mr. Aalberse, Ir. Bon- gaerts, Ir. Feber tot de oppositie. Deze hee- ren bleven dus trouw aan 't door hen destijds bij de vermindering der Indische pensioenen ingenomen standpunt; gelijk toen, wenschten zij ook thans niet deze aantasting van ver kregen rechten te slikken. Sterk verzet ontmoetten de door Minister Coïijn verdedigde, de Indische schatkist ra kende voorstellen, die beoogden verlaging van het in Nederlandsch-Indië geheven invoer recht op sigaretten en sigarettenpapier, daar entegen verhooging van den accijns op siga retten en ongekorven tabak tot stand te bren gen. Bovenal vreesden verschillende sprekers, dat hierdoor de inlandsche strootjes-industrie het kind van de rekening zou worden. Met 4031 bezorgde de Kamer Dr. Colijn de overwinning. Tegen deze tot twee keer toe door den Volks raad verworpen voorstellen stemden de socia listen, de communisten, de vrijzinnig-democra ten. de christeiijk-historischen, Sneevliet, v. Houten en Mr. Arts (R.K.D.) Dit deden zij. ondanks 's Ministers betoog, dat de strootjes toch altijd grooten aftrek zullen blijven genie ten, zoodat er geen reden was voor beducht heid voor een ernstige bedreiging dezer in- heemsche industrie. Van Indië keerden we terug naar het moe derland, waar de vreemdelingen-invasie moei lijkheden en zorgen veroorzaakt. Het voorstel om mogelijk te maken, voor het toestaan van arbeidsvergunning voor een buitenlander en voor verlenging der eenmaal verleende ver gunning eenig bedrag te kunnen heffen was alleszins gerechtvaardigd: per vergunning zal het vermoedelijk f 2, per verlenging f 1 zijn. De heer Kupers (s.d.), die o.m. de hoop uit sprak, dat de werkne mer deze kosten niet op de arbeidskracht in kwestie zal afwentelen, drong aan op strenger waken tegen 'n over strooming met vreem de arbeidskrachten, en op meer overleg bij het nemen der beslissingen omtrent al of niet toe lating, met de vakver- eenigingen. Voorts gaf hij nog eens te kennen, dat er met spoed een regeling i.z. de zelfstan dige vestiging van buitenlanders tot stand dient te komen. Minister Slingenberg kon hem verzekeren, dat een dergelijk ontwerp thans inderdaad gauw het licht zal zien. Verder wees de Minis ter er op, dat reeds een tachtigtal bedrijven onder de regeling tegen de buitenlandsche ar beidskrachten vallen en dat in de eerstkomen de maanden het wordt tijd! ook de huis houdelijke groepen en de dienstboden er onder zuilen komen. Overigens moest men de tot nu toe op dit gebied al bereikte resultaten niet onderschatten: het aantal werknemers uit den vreemde is, volgens den Minister, reeds aan zienlijk gedaald. De rest van den middag praatten de dames en heeren vol over en naar aanleiding van het P.T.T. bedrijf. De hulde, door Mevr. Bakker Nort (v.d.) aan de leiding gebracht voor het feit, dat in dezen tijd dit bedrijf nog een zoet winstje oplevert, was wel verdiend. Deze spreekster nam het verder o.m. op voor de commiezen, dien zij betere promotiekansen gunt, gelijk Ds. Faber (s.d.) in het algemeen het personeel verkorting van diensttijd zou gunnen, wat trouwens ook een der verlangens van den v.d. spreekster uitmaakte. De c.h. plattelanders-schutspatroon Weitkamp klaag de over te dure telefoontarieven ten platte- lande en ook over de daar te kostbare bestel ling van telegrammen en .xpresse-stukken. Als we nog vermeld hebben, dat de heer v. Houten (chr. dem.) de rij van pleiters voor verkorting van den diensttijd deed groeien, moeten we 't voor heden hierbij laten. Morgen nader over het dan voortgezette P. T. T.-debat. AVONDVERGADERING Buitenlandsche Zaken. Ir. Bongaerts (R.K.) opende het debat over het internationaal beleid met de opmerking, dat hij elke poging om althans die pun ten waarop dat mo gelijk is, tot partieele regelingen van Ne- de r 1 an dsch - Belgische problemen te komen zal toejuichen. Doch al wat binnen het ka der van de verdra gen van 1839 viel, be hoort buiten zulke blijven. Deze spreker waarschuwde tegen de vergaande bezui- partieele soluties te wat den economischen Mr. Westerman E. Kupen (S.D.A.PJ f- fi nigingen, speciaal voorlichtingsdienst betreft. (Nat. Herst.), die den persdienst niet actief genoeg vindt, moest ook niets van te groote schrielheid op deze begrooting hebben en scheen ten zeerste bezorgd over het dienten gevolge ontstaan van een te zwak bezette diplomatieke vertegenwoordiging van ons land. Nadat Ds. Lingbeek (Herv. Ger.) er over ge klaagd had, dat Genève niet voldoende op christelijke grondslag staat, maakte Dr. Bierema (lib.) de niet geheel overbodige op merking, dat de Regeering toch door wat ge regelder gedachtenwisseling en contact met de Kamercommissie voor Buitenlandsche Zaken zorg zal dragen. In de tweede plaats klaagde de liberale woordvoerder over onzen consulairen dienst, die z.i. onvoldoende bezet is, zoodat er te groote achterstand ten dezen en daardoor ook t.a.v. de economische voorlichting bestaat. Een buitengewoon verheugend feit noemde deze afgevaardigde, dat de Volkenbond vrij wel eensgezind tot sancties tegenover Italië, als schender van het Handvest is overgegaan en ook, dat juist Engeland in dezen de noo- dige stuwkracht heeft ontwikkeld. De heer Vliegen (s.d.) bleek, gelijk al met eenige andere sprekers 't geval was geweest, beducht voor te ver gaande vermindering onzer vertegenwoordiging in den vreemde, spe ciaal wat den consulairen dienst aangaat. Dat onze Regeering volhardt in het niet erken nen van het Sovjet-bewind blijft deze spreker betreuren. Naar aanleiding van den niet alleen door Ds. Lingbeek maar ook door Mr. Rutgers van Rosenburg (c.h.) gestelden eisch, dat de Volkenbond zich op christelijk standpunt moet stellen wees de heer Vliegen er op, dat voor een organisatie van veelheden en staten, waaronder verschillende grooten, die er een anderen godsdienst op na houden, inwilliging van een dergelijk verlangen een praktische onmogelijkheid ware. Kan, zoo vroeg de spreker zich af, de Regeeringspersdienst wel alles doen. wat noodig is metc 't oog op 'n goede voorlichting van het buitenland omtrent Nederland. Men vergete niet, dat men in den vreemde niets of slechts zeer moeilijk tengevolge van onbekendheid met onze taal uit de Neder- landsche pers kan overnemen. Daarom zat er zooveel nut in wat de vertegenwoordigers van 't Documentatie-bureau tot nu toe a.den. Tot besluit sprak de heer Vliegen „een ..ernstig woord" tot den Minister in verband met zijn houding tegenover de Kamercom missie voor Buitenlandsche Zaken. In vijf jaren heeft deze commissie in totaal zesmaal met het hoofd van het Departement op het Plein vergaderd. Dat lijkt toch niet veel op „geregeld" contact zooals het Reglement van Orde bepaalt omtrent deze commissie. De heer Schaepman (R.K.) kwam den Regeeringspersdienst verdedigen. Het Nationaal Documentatie-bureau kan ontegenzeggelijk op een verdienstelijk ver leden bogen. Maar een stuk van dit bureau handhaven naast den Regeeringspersdienst, acht spr. ongewenscht. Dit zou herhaaldelijk tot dubbel werk en daardoor tot verwarring -leiden Als de R. P. D. eenig meer geld zou kunnen verstrekken zou deze dienst ten volle de taak van het bureau kunnen overnemen. Dr Max v. Poll (R.K.) zou gaarne zien, dat de minister nog eens in bepaalde landen laat pleiten voor meer immigratie-mogelijkheden. Mr. Terpstra (A.R.) voerde daarop namens de A. R. fractie bij Hoofdstuk m het woord. Niet het belang maar het recht moet de basis voor den Volkenbond zijn en tenslotte vondt het recht zijn basis in God's Woord. Aldus kreeg de heer Vliegen van den A. R. woordvoerder te hooren. die zich, in tegenstelling met diverse andere spre- Het geheim van den kok. U mag het gerust weten Amoko, Amoko, het nieuwe bindmiddel. Bij elk pak Amoko gratis het receptenboekje 6x6 met een aanbeveling van Prof. Dr. E. C. v. Leersum. F GEBRUIK JNEDERLANDSCH' /aardappelmeel^ N.V. „ONDER ONS" - DE KRIM (Overijsel) Fabrikante van CRACKFREE Edelstijfsel (Adv. Ingez. Med.) kers niet verzette tegen de overgenomen be zuinigingen. Ook met tegen schrapping der subsidie voor het Nationaal Documentatie- bureau. Intusschen bepleitte deze afgevaardigde het treffen van financieele voorzieningen ten behoede van hen. die door de opheffing van het bureau broodeloos zouden worden. Mr. Joekes (V.D.) meende, dat het toch wel te betreuren is. als men niet meer over particuliere voorlichters omtrent Nederland in het buitenland beschikt. Overigens had deze afgevaardigde den indruk dat de Regee- rigspersdienst zeer actief en goed werkt. De V.D. fractieleider vond de klachten van den heer Vliegen in zake te weinig overleg met de Kamercommissie voor Buitenlandsche Zaken niet. juist: van eenig opzet bij den minister is daarbij geen sprake. Overigens hoopt ook deze spreker, dat het contact nog wat nau wer zal worden. Mr. Joekes verheugde zich over het feit. dat de Volkenbond, die heel wat meer waard is dan sommige critici wel gelieven te erken nen, tot sancties tegenover Italië is overge gaan. Van het grootste gewicht achtte spr. het, verder te gaan met sancties en dan o.m. tot een olie- en benzine-invoerverbod over te gaan nu Italië nota bene allen invoer uit de sanctie-nemende landen wenschte verbieden. Voor de minister aan het woord kwam, HAAS' Azijn biedt U garantie Voor hygiëne en substantie. (Adv. Ingez. Med.) tracteerde de heer Wijnkoop (comm.) ons nog op eenige internationale beschouwingen, waarbij hij o.m. wees op het gevaar, dat ons land door het optreden van Duitsche natio- naai-socialistische agenten zou bedreigen. Enkele minuten voor middernacht verrees minister de Graeff om eerst uiteen te zetten dat de Regeeringspersdienst uiterst nuttig werk doet. Uit de voor de Kamerleden ter griffie gedeponeerde nota moet hun geble- pen zijn. dat deze dienst al zeer veel heeft gedaan, ook al is men zeker nog niet. waar men wezen moet. Ook de minister betreurt de opheffing van bet bureau voor Documentatie. De bezuiniging eischt dit helaas evenals t.a.v. allerlei andere hoogst nuttige doeleinden. Als lid van het kabinet, dat besloten heeft tot een versobering op den staatsdienst tot 't uiterste, moet Minister de Graeff wel toe stemmen in dergelijke bezuinigingen. Niet meer de nuttigheid, maar de onvermijdelijk heid moet het criterium zijn bij niet of veel schrappen (verminderen) van uitgaven. Intusschen heeft de intrekking der subsidie voor het Nationaal Bureau v. Documentatie den Minister relatief nog 't minst bezwaard. De Minister betoogde voorts dat t.a.v. de uit gaven onzer diplomatieke en consulaire ver tegenwoordiging al evenzeer groote soberheid geboden was. Overigens zijn er thans geen posten meer opgeheven en heeft men de be zuiniging alleen gevonden door vermindering van de z.g. dienstuitgaven en door de ophef fing van 'n aantal kanseliersplaatsen. Intus schen is de Minister er van doordrongen, dat de huidige outillage van den diplomatieken en consulairen dienst onvoldoende is. Zoodra het maar even kan zal hij daarin dan ook ver betering' aanbrengen. De Minister poneerde de stelling, dat de Staten-Generaal het overleg over buitenland sche aangelegenheden niet als een recht kan opeischen en dus kan een commissie uit de Kamer dat evenmin. Voorafgaand overleg kan de commissie nooit vorderen. Dat ter gelegen heid van onze deelneming aan troepenzending naar het Saargebied. de commissie niet eerst gehoord werd, lag aan den enormen spoed, welke er toen in 't spel was. Z-oowel met betrekking tot ae nog steeds hangende herziening der Rynvaartacte als ten aanzien van de Belgische aangelegenheden heb ik. zoo bracht Minister de Graeff in her innering, zelf te voren de commissie in een en ander gekend. Overigens zeide hij gaarne toe bereid te zijn vaker voor 't contact zorg te dragen en ook overleg te plegen als dat kan. Over de Belgische kwestie kon de Minister alleen verklaren bereid te zijn wat men te Brussel weet tot overeenstemming met Bel gië. Het omgekeerde is ook 't geval. Maar er zijn nog steeds eenige zeer belangrijke pun ten waaromtrent men het nog niet eens is. Eerst zal overeenstemming noodig zijn om trent de punten die wel en die niet op de agen da van eventueele besprekingen zullen moe ten komen. Tegen erkenning der Sovjet-Regeering heeft de Regeering overwegende bezwaren: zij is in bloed geboren. Dit is dus een moreel, niet al leen een gevoelsargument. Nadat de Minister nog had ingestemd met de woorden door Mr. Joekes en Dr. Bierema aan den Volkenbond gewijd, stonden we ein delijk om een uur 's nachts op straat. E. v. R. DE SPOORBRUG BIJ OUDE WETERING. In verband met het goedgekeurd plan tot opheffing met ingang van 1 Januari a.s. van de spoorlijn'Hoofddorp—Leiden, worden van verschillende zijden krachtige pogingen aan gewend tot behoud van de spoorbrug bij Oude Wetering voor gewoon verkeer. De daartoe te nemen beslissing zal wel niet lang op zich kunnen laten wachten, wijl het in de bedoeling ligt spoedig na 1 Januari met het opbreken van de lijn te beginnen. David Bles in Teyler Na Bakker Korff behoort ook David Bles zijn plaatsje in onze galerij te bezetten. We hebben er de vorige week al op gewezen dat het verschil tusschen hen beiden meer een quaestie van gemoedsaard dan van capaciteit is. Bakker Korff's humor blijft de deftigheid behouden van den voornamen burger die Alexander Hugo heet; Bles is doorvoed met den luchtigen Franschen geest der achttiende eeuwsche kunst en litteratuur en heet David. Er is bijna altijd iets ondeugends in Bles' werken en de titels die ze dragen; de laatste verwijzen naar een fabel van La Fontaine naar een zinnetje uit Vader Cats, naar een satire van Boileau of een liedje van B'ranger, maar altijd naar iets luchtigs met vaak een pikant bijsmaakje Zoo als wij verleden week reeds zeiden, viel dat bijster in den smaak van den tijd en voor wie Bles misschien te guitig was kon de van alle pikanterie gespeen de Bakker Korff de plaats innemen. De pittige schildertrant van Bakker Korff bezat ,B!es niet, maar toch wist hij het zeep achtige in de schilderwijs van de meesten zijner tijdgenooten-genre-schilders te vermij den, door hier en daar een geestig toetsje te plaatsen waardoor de voorstelling aan leven digheid won. De anecdote is bij Bles gemeenlijk ook ge compliceerder; er komen immer veel meer menschen aan te pas en daar wint hij niet steeds bij, want wij kennen eenvoudige krijt- studies van hem, naar enkele figuurtjes, die de charme en vastheid hebben van een Fra- gonard. En daar zijn we dan juist in de sfeer waarin de bronnen van Bles' kunst gevonden kunnen worden. Hij was aanvankelijk ook al leerling bij C. Kruseman geweest, net als de acht jaar jongere Bakker Korff. Toen, in 1841, Kruseman naar Italië trok, nam hij Bles mee naar Parijs en liet hem daar achter, onder de hoede van Robert Fleury, toen een der cory- pheeën van de Fransche kunst. Ontelbare staalgravures zijn naar Fleury's schilderijen gemaakt en naar de salons onzer groot ouders, ook hier in Holland, verzeild. Fleury doceerde en corrigeerde en Bles schilderde, even als de rest, Italiaansche jongetjes met marmotjes, Italiaansche meisjes met bonte hoofddoekjes en kleine zigeuners met muizen vallen. Hoe hij, terug in Holland tot zijn spotlustige costuumscènes kwam. hebben wij de vorige week verteld. Hij heeft toen een spoedig en vrij uitbundig succes behaald, rid derorden vielen hem ten deel, het voorzitter schap van Pulchri was hem een reeks van jaren opgedragen en Carel Vosmaer .vertelt dat Jozef Israels het een eer vond met den toch slechts een paar jaar ouderen Bles over Pulchri's expositie te mogen wandelen. Dat was dan wel nog in de jaren zeventig, want later zijn, wat faam en waardeering be treft, de bordjes wel eenigszins verhangen. Bakker Korff was niet oud geworden en heeft van den ommekeer in de publieke appreciatie toen de Marissen en hun kring troef wer den. geen weet gehad. Maar Bles werd bij de tachtig hij stierf in 1899 en heeft dus den tijd moeten doormaken, waarin door de opkomende jeugd zijn kunst gekleineerd werd, terwijl het inzicht dat ook die klei neering historisch niet gerechtvaardigd zou blijken bij zijn sterven nog niet aan de kim verschenen was. Wij met den afstand in tijd die voor een eindoordeel steeds noodig zal zijn, zien ook Bles thans welwillender en rechtvaardiger dan de menschen van vijftig jaar geleden. Teyler's Kunstverzameling bevat twee wer ken van Bles, waarvan wij hierbij het oudste, in '48. dus kort na zijn terugkeer uit Parijs geschilderde reproduceeren. Het heet in den catalogus „Armoede en Weelde" doch maakte bij zijn verschijnen furore als „De Familie H. Bernix". Het andere is een „Muziekpartij bij Kaars licht" een voorstelling die hij herhaalde malen gevarieerd, geschilderd heeft Men behoeft zoo'n werk van Bles met een muziekpartij door Adolf Menzel, nu niet direct op één lijn te stellen en toch erkennen dat onze Hage naar in die richting een zeer verdienstelijk compositeur geweest is. Maar het verhaaltje in de voorstelling is bij Bles altijd wel een beetje overladen, hij weet van geen ophouden in de détails en het is misschien ook wel daaraan te wijten dat- hij bij het veranderend kunstinzicht in zijn tijd, zoo, zonder hooger beroep, uitgeschakeld is. Men wilde toen naar eenvoudiger compositie en dieper gevoelsuitdrukking, dan het zuiver verhalende element in de schilderkunst brengen kan. Illustratief gaf Bles dan ook alles wat men wenschen kon en zeker was hij van de drie illustratoren van Mr. Jacob van Lennep's historische romans de meest daartoe geschikte. Dat men juist in het mid den der vorige eeuw weer de kracht onzer 17e eeuwers had herontdekt, was ook niet in zijn voordeel, want al doet de compositie van de familie Haberniks veel aan een gemoder- niseerden Jan Steen denken in het enthou siasme voor de pas hervonden grootheid liet men den tijdgenoot wel wat al te gemakke lijk overboord vallen. Wie onbevooroordeeld een werk van Bles bekijkt vindt er gemakke lijk de qualiteiten in die hem in zijn eigen tijd zijn plaats bezorgd hebben. En de familie Haberniks is weer actueel geworden al vindt die actualiteit thans gecompliceerder oor zaak dan Bles voor zijn schilderij aan Vader Cats ontleende: „Set de teringh naar de neringh, Waar Weelde en Hoogmoet voren gaan, Komen Schae en Schande achter aan". Het is een tooneeltje van verwarring en verzinkende grootheid dat Bles ons voorzet. Wel is de kleeding nog van satijn en fluweel maar de spaarpot is leeg, de bakker staat met zijn brooden in het midden van de kamer en wacht vergeefs op duiten. Papa Haberniks ziet de zaken klaarblijkelijk donker in, mama tracht zich een houding te geven en alle overige huisgeriooten zijn belast met attributen die den achteruitgang der familie demonstreeren. Van uit den achtergrond ver schijnt een deftig deurwaarder. Alleen in de typische Jan Steen-figuur rechts op den voorgrond zit nog iets van: „Houd er den moed maar in". Hij is blijkbaar de artist uit de familie: een schilderkist staat naast hem. Er is, alweer een des Guten zu viel, maar wie aandachtig de schildering in détails be kijkt zal toegeven dat men Bles niet noodeloos onderschatten mag. J. H. DE BOIS. Stranding van motorlogger bij Katwijk. Roerganger de hoofdschuldige? De stranding van den onder Poolsche vlag varenden motorLogger „Mewa X" G.D. IJ 132, thuisbehoorende te Scheveningen. in den nacht van 26 op 27 October bezuiden Katwijk aan Zee een gebeurtenis, welke deze ge meente sinds jaren niet had beleefd is he denmiddag in de onder leiding van prof. mr. B. M. Taverne gehouden zitting van den Raad voor de Scheepvaart aan een onderzoek, dat mede geloopen heeft over de vraag of het on geval geweten moet worden aan een daad of nalatigheid van den schipper, onderworpen geweest. De schipper verklaarde, dat het weer in den nacht van de stranding goed was. Met een lading haring aan boord, werd, op de terug reis naar Scheveningen, te half één 9 vadem gelood; een kwartier later werd nogmaals 9 vadem gemeten. Het licht Noordwijk werd iv- Zuid-Oost ten Zuiden gepeild. Na de eerste looding is de koers veranderd in Zuidwest. Te kwart voor drie kwam het licht van Scheve ningen in zicht; de schipper, die nat was, is toen naar beneden gegaan, na den roergan ger order te hebben gegeven Scheveningen over de lichten aan lij te houden. De uitkijk werd waargenomen door een lichtmatroos. Te 3.20 uur is de schipper aan dek geroepen; dadelijk ontdekte hij dat het schip vlak op de kust zat. Even daarna voelde hij de „Mewa" stooten. Toen hij naar beneden was gegaan, was het schip nog ver genoeg uit de kust, naar schatting acht mijlen. De stranding geschied de even bezuiden Katwijk. De inspecteur-generaal voor de Scheepvaart, de heer C. Fock, was van oordeel dat, toen de schipper kort voor drieën naar beneden is gegaan, hij een fout gemaakt heeft door niet nogmaals te looden. Bovendien is het hem als een verzuim aan te rekenen, dat hij den roer ganger geen vasten koers heeft opgegeven. De hoofdschuldige is echter de roerganger, die tusschen acht minuten voor-drie en kwart over drie niet op de juiste wijze heeft ge stuurd, waardoor de logger op het strand is geloopen. Rijnschip op de Schelde gezonken. Na aanvaring met zeelichter. Op de Schelde ter hoogte van de Perel, heeft een aanvaring plaats gehad tusschen den Ne- derlandschen zeelichter Thames IV. die van Antwerpen vertrokken was met een lading steen en het Rijnschip Wilant, dat uit Duitsch- land kwam. geladen met kolen voor Antwerpen. De Wilant sloeg lek en is ter hoogte van het fort Philippe gezonken. De bemanning werd door de sleepboot gered. De Thames IV keerde naar Antwerpen terug, aangezien het schip een lek in het voorgedeel te had opgeloopen. De „Wilant", waarvan de tonnenmaat 817 bedroeg, was in 1916 te Raamsdonksveer ge bouwd. Stijgend goederenvervoer per K. L. M. In anderhalve maand bijna 63.000 K.G. meer. Hoewel de handelsbelemmeringen er niet minder op worden en er een groote dosis optimisme voor noodig is om eenige opleving in de verschillende bedrijven te bespeuren, is het goederenvervoer door de lucht geduren de de laatste maanden voortdurend toegeno men. In het geheel is er een vermeerdering over het tijdvak van 1 Oc'ober t-.m. 16 November van 62.814 K.G. Deze toeneming is hoofdzakelijk te danken, aan vermeerdering van transport per vlieg tuig van: edele metalen, couranten, kunst voorwerpen <o.a. schilderijen), tabaksmon sters, bederf lij ke waren enz. Meer dan vroeger geven vele zakenlieden er de voorkeur aan om kleine voorraden te houden en zoodoende zoo min mogelijk kapi taal te blokkeeren; is er iets noodig, dan laat men het in één dag per vliegtuig komen. De inbraak bij Wilton- Feijenoord. Tegen de daders drie jaar gecischt. Op de werf van Wilton-Fe ij enoord op den Vlaardingerdijk onder Schiedam is in den nacht van 21 op 22 Februari j.l. een brutale inbraak gepleegd, waarbij de dieven een be drag van ongeveer f 40.000 buitmaakten. De inbrekers bleken zeer goed met de situatie van de kantoren op de werf op de hoogte te zyn en wisten blijkbaar, dat de kluis nog niet geheel was gemonteerd. Temeer omdat de arbeiders gereedschap hadden laten liggen, was het for- ceeren van de kluisdeur niet moeilijk geval len. De inbrekers troffen in de kluis een bedrag van f60.000 aan, dat bestemd was ter uitbe taling aan de werklieden. Zij ledigden de loonzakjes, waarin zij echter het zilvergeld achterlieten. Het bankpapier ten bedrage van f40.000 namen zij in een actetasch mee. Naar men zich zal herinneren, heeft behalve de Schiedamsche politie, de telepaath Maloïtz zich bezig geehouden met het opsporen van het gestolene en de inbrekers.- Bijna zeven maanden na de inbraak is de politie er t-oe overgegaan bij den 19-jarigen slagersknecht Adr. M. in Schiedam een huis zoeking te doen, waar zij op zolder, verstopt onden den vloer een zak Nederlandsche en Engelsche bankbiljetten ter waarde van f 15.000 vonden en achter een balk nog een portefeuille inhoudende f 2000. Onmiddellijk daarna is de politie overgegaan tot de arrestatie van M. en diens 58-jarlgen vader, de stoker-bankwerker Corn. M. De zoon bleek de Inbraak samen met een vriend, den 18-jarigcn plaatwerkersmaat Gerard L„ werk zaam geweest bij Wiltnn-Feijenoord, te hebben gepleegd. Te zijnen huize is een bedrag van f 13.500 aan Nederlandseh bankpapier in be- slag genomen, verstopt in een koffertje met dubbelen bodem. Dinsdagmiddag had het drietal zich voor de Rotterdamsche rechtbank te verantwoorden. Zij legde allen een bekentenis af. Het O. M. eischte tegen A. M. en G. L. we gens diefstal in vereeniging met gebruikma king van een valschen sleutel drie jaar gevan genisstraf met aftrek van de voorloopige hech tenis en tegen C. M. wegens opzettelijke heling twee Jaar gevangenisstraf, eveneens met af trek van voorarrest.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1935 | | pagina 5