M'
Ho Da
geschenken! KRUISWEG
66
Op grooten voet.
MEUBELEN
SIERKUNST
26342
Koopt U bloemen
Daudety's
r
J. WENSING
DONDERDAG 28 NOV. 1935
HAARLEM'S DAGBLAD
23
Spreekwijzendie er aan verhonden zijn.
enige spreekwijs in onze taal is aan
den schoen verbonden. Daar is bijv.
allereerst het gezegde:
ieder weet het best, waar hem de
schoen wringt.
Dit zou een gezegde zijn, dat door den Ro-
meinschen senator Paulus Aemilius in ge
bruik is gebracht. Lang zou deze met zijn
echtgenoote Papyria hebben geleefd, die hem
ook een zoon had geschonken, den later zoo
beroemd geworden Scipio Aemilianus (hij
werd namelijk geadopteerd door een zoon
van den grooten Scipio Africanus. Voluit
wordt hij genoemd: P. Cornelius Scipio
Aemilianus). Maar ten laatste verstootte hij
deze vrouw. Zijn vrienden onderhielden hem
daarover en probeerden hem tot andere ge
dachten te brengen. Doch hij strekte zijn voet
uit en sprak: „Is deze schoen niet schoon en
net? Maar niemand weet, waar hij mij
wringt". En daar liet hij het bij.
Als vanzelfsprekend, komt dan dadelijk aan
de beurt de spreekwijze:
in zijn schoenen moeten staan.
Hoe dikwijls hoort men een oordeel uit
spreken, maar hoe vaak is men niet in staat,
een juist oordeel over het doen en laten van
een ander te vellen! Gemakshalve vergeet
men dit menigmaal en oordeelt er maar op
los, als had men volledige kennis van alles.
Wie daaraan schuldig is, hij herinnere zich:
dien de schoen past, die trekt hem aan.
Denken we nog even aan den wringenden
schoen, dan schiet ons te binnen:
nieuwe schoenen knellen,
of, op rijm gezet:
een nieuwe schoen kan pijn doen.
Met deze spreekwijze geeft men te kennen,
dat een mensch, eenmaal aan een ouden
toestand gewoon geraakt, allicht in een
nieuwen toestand iets hinderlijks en lastig?
z-1 vinden. In betrekking tot deze aange
haalde spreekwijze verhaalt Saphir het vol
gende. Een oude. afgezette dorpsschout vroeg
aan de boeren, hoe zijn opvolger, de nieuwe
schout, hun beviel. „Wat zullen we zeggen?",
antwoordde er eén uit den kring, „nieuwe
schoenen knellen". Maar dadelijk voegde een
ander er aan toe: „Och, dat deden de oude
ook, ten minste, als wij ze niet smeerden".
Verder gaande met deze gezegden, kwam
mij in de gedachten niet één schoen, maar
een, gezegde met twee, n.l. looden schoenen en
stoute schoenen.
Looden schoenen. Men denke zelf maar eens
na, hoe men dit gezegde zoo nu en dan wel
eens gebruiktIemand, die bijv. examen
moet doen!
Stoute schoenen. Dat is iets, „de stoute
schoenen", dat dikwijls in het leven voorkomt!
Wannéér, dat laten we ook aan den lezer
over, hem daarbij moed toewenschend, als het
werkelijk noodig is, deze schoenen aan te trek
ken 1
Nog een ander gezegde met den schoen:
hij heeft schoenen voor ieders voet.
Dit is: hij weet zijn menschen aan te zien
en 't ieder naar den zin te maken. Zekere
schoenmaker in den ouden tijd zette eens op
zijn uithangbord een dichterlijke omschrij
ving van dat gezegde, aldus:
Hier maakt men schoenen, van voren rond en
van achteren plat;
passen ze David niet, dan passen ze Goliath.
En een terugslag op dat „schoenen voor
ieders voet hebben" was het ook, toen. in 't
begin der vorige eeuw, een schoenmaker in
de Halsteeg, (thans de Damstraat), te Am
sterdam, een bord uithing met afbeeldingen
van allerlei schoeisels erop, waaronder ge
schreven stond: Passimparare. Dit opschrift
bleef langen tijd onbegrepen: het gaf aan
leiding tot allerlei geleerde en diepzinnige
gissingen. De een wilde het uit het Latijq
verklaren, de ander uit het Grieksch, een
derde uit het Sanskriet, en die met het Sans
kriet kwam, werd geacht, het dichtst bij de
waarheid te zijn. Iedereen wist het 't best,
maar niemand wist er 't rechte van. Tenslotte
bleek de zin .eenvoudig deze te zijn: „pas 'n
paar aêre!", dat is, als het eene paar u niet
goed zit, pas dan een paar andere.
Ter Gouw bijv. vertelt, dat vroeger in die
Halsteeg te Amsterdam vele schoenmakers
woonden, en dat die steeg daarom ook wel
Schoenmakerssteeg en Schoenensteeg ge
noemd werd en dat, naar het beschreven
uithangbord, ook de naam Passimparestraat
in gebruik is geweest.
Het vorenstaande geeft tevens aanleiding
om de opmerking te maken, dat onze voor
ouders-schoenmakers, dikwijls wel eens grap
pig konden zijn, hetgeen zij tot uiting brach
ten door de opschriften bij hun woningen. Zoo
heeft eertijds in de Foeliedwarsstraat in Am
sterdam op een opschrift van een schoen
maker gestaan:
Voor geit laat de Meit er zoenen;
Voor geit gaat mijn Wijf uit boenen;
Voor geit lap ik je muilen en schoenen.
In Gent las men vroeger dit fraais:
Meester Coene!
Maeckt mij een paar schoene.
Ja, Juffrouw, dat wil ik wel doene.
Meester Coene, maeckt die schoon en sterk.
Ja, Juffrouw, dat is mijn werk.
Wanneer mag ik die komen halen?
Als gij geld hebt om te betalen.
Maar als 'k geen geld heb om te betalen?
Dan hoef je ook geen schoene te komen halen.
Adieu, Meester Coene!
Adieu, Juffrouw zonder schoene!
En is ook niet van een schoenmaker de
bekende grap afkomstig: „vandaag voor geld
en morgen voor niet". En was niet, naar de
meest gangbare overlevering, Pasquino een
schoenmaker? Hij was bekend en vermaard
bij alle Romeinsche burgers der 16e eeuw, die
Pasquino, die er volstrekt geen zin in had,
om zich naar Apelles' woord: „Schoenmaker,
hou je bij je leest!" te gedragen, maar die,
terwijl hij schoenen zat te maken of te her
stellen, voortdurend allerlei grappige zetten
en puntige aardigheden losliet, over personen
en voorvallen uit zijn omgeving of zijn tijd.
Na zijn dood gaf het volk zijn naam aan 't
verminkte beeld van een ouden kampvechter,
dat in de nabijheid van zijn werkplaats'Stond.
En sedert werden daarop allerlei spotnamen
en kwinkslagen aangeplakt, als om ze hém
nog in den mond te leggen. Deze werden dan
Pasquinaden genoemd, een woord waaruit ons
woord oaskwil is gekomen.
Ook was er in Rome nog een ander beeld
dat Marforio heette en dat met hetgeen
daarop geplakt werd, als in samenspraak
met Pasquino werd gebracht, zoodat Pasquino
en Marforio. dan een soort bezigheid hebben
als Kwik en Kwak, in „Uilenspiegel".
Tenslotte nog deze vrij algemeen bekende
„schoen"- gezegden
De kinderschoenen uittrekken.
Werp geen oude schoenen weg, voordat gij
nieuwe hebt.
Sta vast in uw schoenen 1)
Los in zijn schoenen staan.
Men komt zoo maar niet met kousen en
schoenen in den hemel.
In zijn laatste schoenen loopen.
Hij loopt te sterven in zijn schoenen.
Op een schoen en een slof loopen.
Zijn oude schoenen weten het wel.
Hij gaat niet recht in zijn schoenen.
Men verslijt meer aan zijn schoenen, dan
het rijden kost.
Voor iemand of iets de schoenen van zijn
voeten loopen.
Maar lezer bedenk vooral de waarheid van
het aloude gezegde: zorgt er voor, dat het
„hart u niet in de schoenen zinkt". En pas
ook nimmer toe: „Dat lap ik onder mijn
schoenen!"
Want dan is hetmis!
1) In iemands schoenen staan. Dit is een
uitdrukking, welke ontleend is aan Ruth 4.
waar staat, dat Boaz in de plaats van een
anderen bloedverwant, die niet wilde, als losser
optraden en daartoe, zooals gewoon was, een
schoen van dien andere aannam en daarna
Ruth tot zijn vrouw aannam.
Vanwaar komt de uitdrukking: op
grooten voet leven?
Hiervoor wordt een vreemde verklaring
gegeven, die we hier laten volgen.
Geoffroi, graaf van Anjou, had een goed
gevormd figuur, maar hij kreeg een leeiijk
gezwel aan een zijner voeten. Om dit te
verbergen, liet hij zich een paar schoenen
maken met zeer lange, omhoog gebogen pun
ten. Wat intusschen Geoffroi voor zijn gemak
deed, daarin vonden andere lieden, in het
bijzonder de voornamen van zijn tijd, aan
leiding om het te Volgen. En zooals het dan
in den regel gaat, overdrijving bleef niet uit.
't Werd steeds „mooier" gemaakt, en ten
slotte werden de „souliers a la poulaine"
aldus genoemd naar de poulaine, de voorste
punt, de sneb van 'n schip, dus zooveel als
scheeps-sneb-schoenen, zóó lang, dat men de
punten met kettinkjes aan de knieën vast
binden moest, om ze in opstaande richting te
houden.
Hieruit wordt wel verklaard, dat uit deze
soort van schoenen de spreekwijze is geko
men: op grooten voet leven.
Karei V vaardigde een verbod uit tegen die
overdreven mode en de geestelijken ijverden
van den kansel er tegen.
Si. HUUaas te
met een PRACHT COLLECTIE
GESCHENKEN in de etalage van
Oariwatd
lUuissicaai 11 - 11^91 - Haadtm
Zwarte Piet is iederen middag van
3 tot 6 uur persoonlijk aanwezig!
Tafelkleeden
Divankleeden
Kapstokkleeden
Dressoir loopers
Schoorsteenloopers
Voetzakken
Wollen Plaids
Theemutsen
Handweef kussens
Poufs
Haardbankjes
Hall Banken
Hall Tafeltjes
Boekenkastjes
Rookfauteuils
Haardfauteuiltjes
Tijdschriften Bakje
V.H. PEDDEMORS
VOLLEDIGE MEUBILEERING
KUSSENS
HOUT SNEDEN
GOUD
ZILVER
BRONS
EDELSTEEN
HOUT
GLAS
No.
TELEFOON 12687
AARDEWERK
bij
Groote Houtstraat 112 - Telefoon 10859
Ruime keuze in BLOEIENDE PLANTEN, AZALEA'S,
BEGONIA'S, CAMELIA'S, BLOEIENDE CACTUSSEN,
VARENS, beker met LELIETJES voor kamercultuur.
Groot sortiment in BLOEMPOTTEN (cachepots),
gebloemd en effen aardewerk.
„Ik heb mijn brief voor den Sint al klaar, en jij..*.?"
Doozen Luxe Post
vanaf 40 cent tot de
duurste soorten
BONTENBAL
Jansweg 51, n. d. schouwb.
Zandvoort: Stationsplein 35
Senjfurenne"
I J3k„-=-
ral' §ezelli^
I en uoordeeh'^l
Alléén verkoop
voor HAARLEM en
OMSTREKEN
P. KIESSTR. 22
Telefoon 10408
Electr. Smederij
Repar. Inrichting
Meisjes- en Jongens
boeken
1216 jaar, vanaf 1.Steeds
de nieuwste Romans voorradig.
BONTENBAL
Jansweg 51, n. d. schouwb.
Zandvoort: Stationsplein 33
WIJ WAGEN
geen poging om op
to sómmen, hoe vele
onzer artikelen wel
geschikt zijn als
PRACT1SCH GESCHENK
Bezichtigt onze
etalages en stapt U
gerust onze maga
zijnen eens binnen!
Voor „HAAR
Voor „HEM"
Voor „OUD"
Voor „JONG"
r SI. V A r. T ZEKER RI.I
JMi
een£
outsfrgg
aarfem
Meest gespecialiseerd voor
Huishoudelijke Artikelen
IJzerw. en Gereedschappen
Mag. ook 's avonds
geopend
's MORGENS is de
RUSTIGSTE KOOPTIJD
VULPENHOUDERS
vanaf 70 cent, met roest
vrije pen. Met gouden pen
ƒ1.45.
BONTENBAL
lansweg 51, n. d. schouwb.
Zandvoort: Stationsplein 33